Zierikzeeschs Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
(Jit Stad en Provinoie.
bohoorende by de
"wüTYiUdag 3"ing. 1925, nu. 11270.,,
ZIERIKZEE. Verslag van de vergade
ring met correspondenten der Arbeids
bemiddeling van het eiland Schouwen,
gehouden in de maand Juli, op het Raad
huis te Zierikzee.
Voorzitter, de Directeur der Districts-
Arbeidsbeurs te Rotterdam.
Deze spTeekt er zijn voldoening over
uit den heer Timmerman, voorzitter van
de Commissie van Advies, tevens loco-
Burgemeester van Zierikzee, op deze ver
gadering tegenwoordig te zien, hetgeen
er op wijst, dat de arbeidsbemiddeling
te Zierikzee inderdaad de belangstelling
van het Gemeentebestuur heeft.
Hij betreurt het, dat zoo weinig cor
respondenten ter vergadering zijn ver
schenen.
Juist om aan de veie bezwaren, die
het bezoeken van een vergadering te
Rotterdam met zich brengt, tegemoet te
komen, heeft hij gemeend die voor de
eilanden afzonderlijk te moeten houden.
De voorzitter constateert dan verder,
dat toch een belangrijke Vooruitgang op
het terrein der arbeidsbemiddeling valt
waar te nemen, hetwelk uit het laatste
jaarverslag kan blijken. Bedroeg 't aantal
aanbiedingen in 1923 6391, in 1924 liep
dit aantal terug tot 4791; geplaatst wer
den in 1923 1118 personen tegen 2195 in
1924 of een vermeerdering van 96 pCt.
Het aantal ingekomen aanvragen over
1923 bedroeg 1207, tegen 2438 in 1924,
of een vermeerdering van 102 pCt., ter
wijl over diezelfde jaren werden voldaan
U24 en 2275 aanvragen, aizoo eene ver
meerdering van 102 pCt.
Deze cijfers mogen een bewijs zijn,
dat de ontwikkeling van het instituut
der arbeidsbemiddeling ook ten platte
lande groote voortgang maakt, maar mo
gen ook een aansporing zijn Voo-r de
nalatige correspondenten om meerdere
aandacht aan hun taak als correspondent
te wijden. Te meer, waar er nog enkele
correspondenten zijn, die wei een beloo
ning als zoodanig ontvangen, doch overi
gens daarvoor geen werk presenteeren.
Hij heeft zich dan ook herhaaldelijk af
gevraagd of een dergelijke gang van
zaken op -den duur zal kunnen worden
bestendigd en of hij niet genoodzaakt
zal zijn om bij het uitbrengen van zijn
advies aan den Minister bezwaar te ma
ken tegen de uitkeering van 40 pCt.,
welke dooT het Rijk als bijdrage in de
saiariëering van die Correspondenten
wordt verleend
Redelijk komt het hem voor, dat voor
het ontvangen salaris ook behoorlijke ar
beid woTdt gegeven, wijl zonder dien
arbeid weinig resultaten van het bemid
del ingswerk kunnen worden verwacht.
In dat opzicht heeft de beer Viergever,
correspondent van Zierikzee altijd een
groote activiteit aan den dag gelegd en
heeft het bemiddelingswerk in deze ge
meente, dank zij die activiteit en de mede
werking van het gemeentebestuur goede
vruchten afgeworpen.
De heer Schipper deelt mede, dat htj'
van den voorzitter van de Commissie
van Advies te Zierikzee weliswaar een
mondelinge uitnoodiging tot bijwoning
dezer vergadering heeft gehad, doch geen
kennis droeg van de op deze vergadering
te behandelen onderwerpen. Hij ver
zocht den voorzitter om bij een volgende
vergadering eveneens een schriftelijke
convocatie met agenda te mogen ont
vangen. teneinde de daarop voorkomende
onderwerpen van te voren in zijln orga
nisatie te kunnen bespreken.
De voorzitter zegt toe gaarne aan dit
verzoek te Zullen voldoen.
Aan de orde is thans punt 2 van de
agenda: „Werkgelegenheid in Frankrijk".
De voorzitter deelt naar aanleiding
van dit punt mede, dat in Noord-Frank
rijk nog veel gelegenheid bestaat tot
FEUILLETON.
Het honderdjarig; bestaan
eener goud- ea zUrer-
smld*ztta&.
In de Zierikzeesche Courant van Vrij
dag 5 Augustus 1825, No. 62, las men de
volgende advertentie:
De ondergetekende de affaire van
Goud- en Zilversmit begonnen heb
bende, op de Oude Haven Wijk D
No. 373, recommandeerd zich mitsdien
in de gunst zijner Stad- en Landge
noten. C. van Tilburgh den Boer.
Die bekendmaking verkondigde aan de
lezers van genoemde courant, dat daar,
op de Zuidzijde der Oude Haven, dicht
bij de Appelmarkt en het in 1602 gebouw
de acüijnshuisje (later het z'.g.n. nacht
wakershuisje of politiebureau) een win
kel in goud en zilver gevestigd was ge
worden, waarvan de eigenaar, in de taal
van de oude patentwet, „goud- en zilver
kashouder" werd geheeten.
De Oude Haven zag er destijds vrien
delijker en schilderachtiger uit dan nu.
De fraaie breed© Steenen Brug verbond
de beide zijden der haven, waar hoog
opgaand geboomte een mooi, intiem stads
gezicht vormde. Tegen de kaaimuren
lagen teekenachtige schepen te laden of
te lossen; turf, soms eikenhout voor
plaatsing van landarbeiders en wijst er
op, dat het aantal personen uit 't district,
hetwelk zich voor dit werk aanmeldde,
tot op heden betrekkelijk gering is ge
weest en in Frankrijk toch tegen behoor
lijke belooning arbeid te vinden is. Hij
legt er de nadruk op, dat het Volstrekt
niet de bedoeling is arbeiders op eenige
wijze te pTessen arbeidin Frankrijk te
aanvaarden, integendeel komt het hem
gewenscht voor eventueel© gegadigden
te wijzen op de 'veie moeilijkheden, die
zij zuilen ondervinden, waardoor veel
teleurstelling kan worden voorkomen.
De voorzitter weet bij' ervaring, hoe
weinig geneigdheid de Nederiandsche ar
beider bezit om zich naar elders te Ver
plaatsen, omdat hij zich moeilijk aan
andere toestanden en levenswijzen kan
aanpassen. I
Het eenige bezwaar voor de Nederiand
sche arbeider acht hij de Fransche taal,
die niet zooi gemakkelijk is aan te lee-
ren., doch wijst in verband daarmede, op
de gelegenheid tot tewerkstelling in Elzas-
Lotharingen punt 3 van de agenda,
hetwelk gelijktijdig behandeld kan wor
den alwaar overwegend Duitsch. wordt
gesproken; de zeden en gewoonten an
ders zijn dan in Frankrijk en waar de
Nederiandsche arbeider zich spoediger
thuis zal gevoelen.
De heer Geven deelt mede, dat in eene
huishoudelijke vergadering van zijne orga
nisatie, de tewerkstelling van arbeiders
in Frankrijk werd besproken. Dit naar
aanleiding van klachten, die bij: het be
stuur waren ingekomen van een tweetal
landarbeiders die in Frankrijk zijn werk
zaam geweest; men wist echter niet wel
ke waarde men daaraan moest toekennen.
Ook had zich iemand bij hem vervoegd,
die hem verzocht of er mogelijk kans
was zich in Canada te vestigen. Waar
hij daaromtrent geen inlichtingen kon
verstrekken en van meening was, dat
van gemeentewege daarvoor voorschotten
twerden verstrekt, onder voorwaarde, dat
deze voorschotten binnen 4 maanden
moesten worden terugbetaald, heeft hij
hem in overweging gegeven zich tot' den
Correspondent der Arbeidsbemiddeling te
wenden.
De voorzitter antwoordt, dat verplaat
sing naar Canada voor landarbeiders nog
grootere moeilijkheden met zich brengt
dan naar naburige landen in Europa. Wei
nig menschen hebben een voorstelling)
van het land, dat een oppervlakte heeft,
weinig minder dan geheel Europa. Voor
zichtigheid acht hij hier igeboden. Er zijn
verschillende bureaux hier te lande, die
het e migreeren naar Canada aanmoedigen.
Dat dit niet geheel belangeloos geschiedt
is verklaarbaar, als men bedenkt, dat er
verschillende hypotheekbanken en maat
schappijen van groot grondbezit zijn, die
bij een goede emigratie, Vooral van per
sonen. die eenig kapitaal bezitten, belang
hebben.
Het komt hem daarom het beste voor,
dat belanghebbenden worden verwezen
naar de Nederiandsche Vereenïging voor
Landverhuizing te 's-Gravenhage, welke
vereen iging bereid is kosteloos alle ge-
wenschte inlichtingen fe verstrekken en
bovendien samenwerkt met de Centrale
Rijks- en Districts-Arbeidsbeurs.
Zijn persoonlijke opvatting is om in het
algemeen niet Veel Teelame voor emigratie
naar Canada te maken, omdat velen in
Canada zijn mislukt, die niet over het
noodige doorzettingsvermogen beschikten,
om zich door de eerste moeilijkheden,
die niet te gering moeten worden geacht,
heen te slaan en hij denkt daarbij aan
eenige gevallen die hem bekend zijn en
geeft daarbij1 ter illustratie een voorbeeld
van twee menschen uit Utrecht, die op
kosten van de gemeente naar Canada zijn
vertrokken, doch na een kort verblijf
aldaar heimwee kregen en weder op
kosten dier gemeente zijn teruggekeerd.
Hij acht vooralsnog den tijd niet geko
men het vertrek naar Canada aan te moe
digen, omdat een verbetering van de
arbeidstoestanden in Canada in de aller
eerste plaats noodzakelijk is.
De heer v. d. Linden (Brouwershaven)
heeft ruim een jaar geleden iemand door
tusschenkomst van de arbeidsbeurs te
Rotterdam uitgezonden naar Frankrijk,
haard of fornuis, vaatjes bier, aardewerk
en andere waren werden aan boord ge
bracht of van boord gehescben en men
gevoelde, dat men hier in het hart der
stad was. De stand was best en wie daar
ter plaatse een zaak begon moest met
zijne ..uitstalling van zelf de aandacht
trekken, al waren destijds ook vele an
dere straten der stad zeer voor winkel
nering geschikt.
Comelis van Tilburgh den Boer was de
zoon van den meekooper Frederik Willem
Jan den Boer, die tot zijn overlijden -n
1817. burgemeester onzer stad was ge
weest en die het deftige heerenhuis, nu
,,'s Landskamer", bewoonde.
Het gezin was talrijk en de Fransche
tijd had aan ieder voorzichtigheid en
zuinigheid geleerd. Wellicht was dit de
reden, dat genoemde zoon het destijds
nog hooger geschatte bedrijf van goud
en zilversmid leerde en daarvoor te
Dordrecht in de leer ging. Als drie-
en-twintig-jarig jonkman kwam hij1 in 1823
alhier terug en vestigde zich eerst ten
huize zijner moeder, de weduwe den Boer
—van Gote, in het zooeven genoemde
deftige heerenhuis met de beelden op
de kroonlijst, gelijk ouderen onder ons
die nog gekend hebben. MeVrouw den
Boer overleed in 1836 en, evenals onder
scheidene op de Oude Haven wonende
aanzienlijke ingezetenen, had zij de prij
zenswaardige gewoonte gedurende den
kermistijd de voor haar hu;s staande
kramen van veie kaarsen te voorzien, die,
's avonds aangestoken, de omgevingschit-
die dezer dagen is teruggekeerd. De man
kwam hem persoonlijk bedanken voor
zijne bemoeiingen en deelde hem mede,
dat het hem in Frankrijk zeer goed giflg.
Hij is nu weer daarheen gegaan en heeft
zijn Zuster medegenomen. Bedoelde per
soon achtte de taal geen bezwaar en zou
een ieder, die hier te lande geen Voldoen
de bestaan kan vinden aanraden naar
Frankrijk te gaan.
De heer Viergever (Zierikzee) zegt, dat
hij wel arbeiders voor Elzas-Lotharingen
zou kunnen vinden, dioch acht het loon
te laag.
De Voorzitter is het met den heer
Viergever niet eens. De waarde van den
frank daar te lande moet, naar zijne
meening, niet worden afgemeten naar
den prijs die er in Holland voor wordt
betaald en kan gernst gelijk worden ge
steld met 25 ets. Hollandsch geld.
Overgaande tot punt 4 van de agenda:
„De werkgelegenheid in de Limburgsche
mijnen", zegt de voorzitter, dat de op
vattingen omtrent het werk in de Lim
burgsche mijnen uiteen ioppen. Over het
algemeen is men daaromtrent niet gunstig
gestemd. Hij zelf echter is in het mijn-
gebied in Limburg goed bekend en is
zich nog, kort geleden van de verschil
lende toestanden daar op de hoogte iwezen
stellen. De mijnen in Limburg worden
uitstekend geëxploiteerd, zoodat het ge
vaar voor den arbeider zeer gering is:
ongevallen komen dan ook niet veelvul-
diger voor dan in andere takken van in
dustrie. Verder wijsf hij er op, dat hoe
wel in Limburg, zooals algemeen bekend,
de bevolking overwegend Roomseh Katho
liek is, de godsdienstige overtuiging geen
rol speelt en dit voor andersdenkenden
geen bezwaar behoeft te zijn daarheen te
gaan. Woningen en kosthuizen zijn ér
gemakkelijk te verkrijgen, terwijl er voor
ohgehuwden ook gelegenheid is, ook al
zijn zij niet Roomsch-Kathoiiek, in de
Gezeilenhuizen te Heerlen onder dak te
komen.
Ook voor menschen met moderne op
vattingen is er gelegenheid zich bij een
moderne organisatie aan te sluiten.
De ioonen zijn van dien aard, dat den
arbeiders een fatsoenlijk bestaan verze
kerd is. Het zou echter té veel tijd ver
gen de ioonen en arbeidsvoorwaarden
welke hij uitvoerig omschreven voor zich
heelt liggen, te bespreken, doch is bereid
aan de correspondenten een uittreksel
daarvan te doen toekomen.
Verder deelt de voorzitter mede, dat
er vooral op dient te worden gelet, dat
de personen die voor dit werk in aan
merking wenschen te komen van goeden
wil zijn en het ernstige voornemen moe
ten hebben zich daair een bestaan te ver
schaffen.
Overgaande tot punt 5 van de agenda:
„Het dienslbodenyraagstuk", deelt de
voorzitter mede, dat ie Rotterdam een
chronisch gebrek is aan vrouwelijk dienst
personeel en hoewel het hem bekend is,
dat daaraan ook in kleinere gemeenten
behoefte bestaat, is hij van meening, dat
er nog steeds meisjes van het platteland
worden gevonden, die niet in hun dorp
willen 'blijven en trachten in de groote
steden een betrekking als dienstbode te
verkrijgen. Hij wijst daarbij echter op
het gevaar dat er voor jonge meisjes in
gelegen is 'betrekkingen in een groote
stad te aanvaarden, waarvan zij van te
voren niet weten, in welk een omgeving
zij' zuilen komen.
Het zou daarom aanbeveling verdienen
ais ook de bemiddeling van vrouwelijk
personeel ten platte lande zooveel moge
lijk in handen werd geleid van de arbeids
beurs, die daartoe een goed intermediair
is. De leidster van de afdeeling voor
vrouwelijk personeel aan de arbeidsbeurs
te Rotterdam is iemand die haar sporen
op dit gebied heeft verdiend en aan wie
alle obscure adressen te Rotterdam be
kend zijn. Hij meent dan ook, dat het
vooral voor de ouders een grop-te gerust
stelling zou zijn te weten, dat de tewerk
stelling van hun dochter in een groote
stad, met zijn vele gevaren, in goede
handen is.
(Waar een meisje zich echter eerder tot
een vrouwelijk dan tot een mannelijk
persoon zal wenden, was de voorzitter
terend verlichtten en waarvan de gezin
nen der voorname famiiiiën, in de statig
gemeubelde voorkamers gezeten, even
eens genoten. Want de genietingen waren
destijds eenvoudiger en ae kermis werd
toen door zoowat allen, oud en jong, ge-
ringen en aanzienlijken, met verlangen
tegemoet gezien.
Comelis van Tilburgh den Boer nam in
Augustus 1824 patent als goud- en zilver
smid ten huize zijner moeder en zag uit
naar eene woning op behoorlijken stand,,
om zelfstandig Zich te vestigen.
Die gelegenheid deed zich in 1825 voor.
Op 5 Maart 1824 was in het huis op de
Zuidzijde der Oude Haven D 373, de 85-
jarige renten'etrster Anna van der Eijken,
weduwe van Wolfert de Groot, overleden,
maar eerst op 12 Juli van dat jaar werd
haar «huis publiek verkocht. Het werd toen
eigendom van den horlogemaker Christi-
aan van der Vliet, die in de Póststraat (B
38) woonde,, maar die het ten slotte n:er
betrok, daar Iiiji het perceel in het voor
jaar van 1825 overdeed aan Comelis van
Tilburgh den Boer. Deze deed het huis
door verbouwing een groote verandering
ondergaan. De oude Voorgevel werd door
den nu nog be-staanden vervangen, in "het
gemaakte voorkamertje werd (krachtens
besluit van Burgemeester en Wethouders
van 19 Maart 1825) een smidse gemaakt
Voor het goud- en ziiversmidsbéidrijf en
in den naast gelegen winkel werd en fraai
besneden kasten getimmerd voor het ten
verkoop voorhanden edele metaad, parels
en edele steenon. Twee verplaatsbare gla-
op de gedachte gekomen de medewerking
te vragen van enkele vooraanstaande da
mes in de gemeente, b.v. de vrouw van
den predikant, dokter of notaris, tot wie
de meisjes zich zouden kunnen wenden
en door haar eventueel naar.de arbeids
beurs te Rotterdam werden verwezen.
Hij zou daaromtrent gaarne het oordeel
van de vergadering vernemen.
De heer Viergever (Zierikzee) kan zich
wel met het voorstel van den voorzitter
vereenigen, maar vraagt, of het mogelijk'
is, dat meisjes die op een advertentie
soiliciteeren, zich ook om inlichtingen tot
de Arbeidsbeurs kunnen wenden.
De 'neer Schipper is van meening, dat
het voorstel van den voorzitter een goede
oplossing zou zijn, doch zou dan ook
door het plaatsen van een ingezonden
stukje in de „Zierikzeesche Nieuwsbode" -
de aandacht van betrokkenen daarop wii-
len vestigen met de mededeeling bij wie I
zij zich kunnen vervoegen.
De heer Timmerman vestigt er de aan- j
dacht op, dat te Zierikzee eveneens een 1
groot gebrek aan dienstboden is en dus
niet veel dames bereid zullen gevonden
worden, het verplaatsen van meisjes naar j
groote steden in Se hand te werken.
De heer Schipper zegt, dat dit niet
de bedoeling is en meent, dat in ver
band met de reclame, welke door parti
culiere bureaux, zooals b.v. het bureau
Willems te Middelburg wordt gemaakt,
een ingezonden stukje aanbeveling ver
dient.
De voorzitter de sprekers beantwoor
dende, zegt, dat hij tegen het verzoek
van den heer Viergever geen bezwaar
heeft en hem het voorstel - van den heer
Schipper een goede oplossing lijkt.
Hij vestigt de aandacht van den heer
Timmerman er op, dat het volstrekt niet
in zijin bedoeling ligt het tekort aan
dienstboden te Rotterdam ten koste van
Zierikzee te dekken, doch m.eer de wen-
scheiijkheid heeft willen aantoonen, dat
de bemiddeling voor vrouwelijk perso
neel in den vervolge zooveel mogelijk
door tusschenkomst van de arbeidsbeurs
geschiedt, om redenen welke hij bij den
aarnvang reeds heeft uiteengezet.
Bij de rondvraag zegt de heer v. d.
Linden (Brouwershaven) dat het wen-
schelijk zou zijn, dat de heeren corres
pondenten, die, zonder eenige kennisge
ving van verhindering, hebben nagelaten
deze vergadering te bezoeken, op hunne
nalatigheid worden gewezen, opdat der
gelijke belangrijke vergaderingen in den
vervolge drukker worden bezocht.
De voorzitter is het volkomen met den
heer v. d. Linden eens en had evenals hij
meerdere belangstelling van die zijde
■verwacht.
Nadat de heer Timmerman den voor
zitter heeft bedankt voor zijn leerzaam
betoog, sluit de voorzitter de vergadering.
ZONNEMAIRE. Vergadering van den
gemeenteraad,gehouden op Vrijdag 31
Juli. Voorz. de burgem. Alle leden tegen
woordig. Naar aanleiding van de notulen
der vorige vergadering zal de Raad en
bïoc een kijkje gaan-nemen op de haven,
in verband met uitdieping van de haven
geul. Overgelegd wordt de gemeente-
rekening met bescheiden over 1924, slui
tende iii gewonen dienst met een ontv.
van f 34760,14 en met een uitgaaf van
f 28721,37, aizoo met eeö batig slot van
f 6038,77. De commissie welke deze re
kening zal onderzoeken, bestaat uit de
heeren van Putte, Hpoze en van Almkerk.
De gemeentebegrooting voor 1925 wordt
l gewijzigd, in verband met nieuwe opge-
komen ontvangsten en uitgaven, terwijl
eenige administratieve wijzigingen pp
verzoek van Gedep. Staten worden aan-
l gebracht. In verband met de uitdieping
van de havengeul wordt een onderlinge
discussie gehouden. Bij de omvraag be-
antwoordt de voorzitter den heer Hooze,
Omtrent de zuiverheid van het arrestan-
tenlokaal. Nog wordt besloten nieuwe
raamgordijnen in de O.L. school te doen
f aanbrengen, en de banken van één klas
l te doen verven en overigens die klas
jj in orde te doen. brengen.
5 Hierna sluiting.
STAVENISSE. Woensdagmiddag werd
- alhier hel stoffelijk overschot van wijlen
zen kasten (nu nog in den winkel aan
wezig) werden op marktdagen buiten ge
bracht en voor de ramen gehangen en
bevatten een keur van kostbare sieraden,
gelijk er vóór honderd jaren en ook nog
wel later, gaarne werden aangeschaft.
Want wie uit de ingezetenen der stad en
niet minder uit den landbouwersstand
of uit de dorpen in onze eilanden het
missen kon, kocht voor huiselijk gebruik
het degelijke zilver, en voor sieraad het
kostbare goud. Horloges en signetten,
beugels vo,or tasschen, hoofd- en doek
spelden, parelbellen, koralen met gouden
sloten om den hals, loderein- (eau de la
reine) en pepermuntdoozen, snuif- en ta-
baks'doozen en -meer dergelijke voorwer
pen van edel metaal, werden aangeschaft
door wie het maar eenigszins kon betalen.
Immers hadden de goud- en zilversmids-
winkels, hoewel nimmer talrijk, destijds
meer reden van bestaan en grooter klan
dizie dan tegenwoordig, nu velerlei sdera-
•deQ, in pracht:ge namaak, in alle galan
te r ie w'nkels te koop zijn.
Langer dan een halve eeuw bewoonde
Comelis van Tilburgh den Boer ons huis,
waarin hij, als bijna zonder uitzondering
Leder onzer, kennis maakte met de ver
drietelijkheden en de oneffenheden van
-clen levensweg. Als grijsaard van ruim
78 jaar overleed de eenvoudige maar
deftige oude heer den B-oer in deze wo
ning den 18 Januari 1879, maar geen zoon,
zooals hij gehoopt had, volgde hem in
de zaak op. Want het Lot 'beschikte het
■aizoo, dat deze^ Petrus Jurianus van T?j
dhr. J. Gaakeer, die pp zoo'n noodlottige
wijze om het leven kwam, ter aarde be
steld. Een groote stoet van familie, vrien
den en medeleden van corporaties volgde
de lijkbaar. Aan het graf werd achter
eenvolgens het woord gevoerd door de
heeren A. F. Hanssens, burgemeester, en
de predikanten Kamsteeg en Moerman,
die den overledene herdachten als wet
houder en als ouderling en als burger,
m'cnsch en vader. Veel bewijzen van
deelneming werden er door de burgerij
betoond. Dit is ook ze'ker: een goed
vader en een braaf burger is aan de ge
meente ontvallen. De oudste zoon van
den overledene dankte, diep bewogen
voor de bewijzen van deelneming.
Sriivan m san SchouwBoasf.
Een ding begrijp ik niet, zei m'n
wijsgeerige vrend.
En dat is?
kal ik je zeggen. Maar luister vooral
aandachtig toe, want je bevattingsvermo
gen heeft gedurende de jongste hittegolf
veel geleden.
Steek maar van wal, verzocht ik.
We doorworstelen op 't o-ogenblik
een periode van vacantie, niet waar?
Alles wat zich tot de inteileetueele werk
krachten rekent is van honk. De Ministers
zijn met verlof. De Kamers op recès.
Hooge, lage, lagere en nog lagere auto
riteiten liggen in een mpndaLne badplaats
van dé vermoeienissen des tevens uit te
blazen, pf als ze heel. erg afgëmait
zijn ondergaan ze Th een geheelont
houderspension een ranjakuur om wat
op te kikkeren. Patroons, Directeuren, In
specteurs, Commissarissen, Controleurs,
Chefs de Bureau, Opzichters, Ploegbazen,
allemaal zijn ze foetsie! Nou vraag :k:
snap jij hoe Jan Boezeroen het klaar
speelt om de zaken zóó loopende te hou
den, dat je niet eens merkt, dat al die
werkezels van stal zjjn Want laten we
eerlijk zijn: je bespeurt er in het dage-
lijksch leven niets van. Alles gaat z'n
gewonen gang.
- 'k Zal openhartig wezen, antwoordde
ik;' voor mij is 't een raadsel.
Voor mij een puzzle, zei de wijsgeer.
En wat denkt gij ervan
RECHTZAKEN.
Ter Terechtzitting van de Apr.-Recht
bank te Middelburg, Strafkamer, van 4
Augustus 1925, werd o.m. behandeld de
zaak tegen: A. K., Werkman, 63 j., wo
nende te Zonnemaire, thans gedetineerd
in het Huis van Bewaring te Middelburg,
beklaagd van. het plegen van ontucht
met een minderjarige pp 5 Juli 1925 te
Zonnemaire. Ce e.sch luidde: 6 m. gev.
str. met aftrek voor-arrest. De uitspraak
werd bepaald op 18 Augustus a.s.
- Ter openbare terechtzitting van den
politierechter te Middelburg van 4 Aug.
werden o.m. behandeld de navolgende
zaken tégen: J. A. van D., boerenknecht,
41 j., wonende te Eilemeet, beklaagd van
mishandeling van J. W. Vrpegop, op 15
Juni 1925 te Eilemeet. E;sch f 15 b. s.
15 d. h. Uitspraak idem. C. R., scharen
slijper, 35 j., wonende te Zierikzee, be
klaagd van mishandeling van C. Reijnhput
op 17 Mei 1925 te Zierikzee. Eisch 3 w.
fev .str. Uitspraak: idem. J. B., eehtge-
noote van A. K., 36 j., wonende te Zie
rikzee, beklaagd van mishandeling van
A. Pekiops de Haas op 3 Juli 1925' te
Zierikzee. Eisch f 20 b. s. 20 d. h.
Uitspraak: idem.
ONDERWIJS,
NIEUWERKERK. Bij het op 5 Aug.
te Utrecht gehouden examen slaagde voor
Fransch M.O. Akte A, p.a. mej. J. M.
Pou'lusse, geboren alhier, thans onderwij
zeres te Moordrecht.
SCHERPENISSE. Te Utrecht slaagde
voor het voorbereidend examen^ gem.-
administratie, de heer J. Geuze, werk
zaam ter secretarie alhier.
VERKOOPBïGEN, ENZ.
SEROOSKERKE, 5 Aug. Ten overstaan
b'urg den Boer geheeten, den 1 April
1890 te Baltimore, dus ver van de vader
stad, overleed. i
Opvolgster in den goud- en zilversmids
winkel werd eene stiefdochter van den
heer den Boer, ni. mej- Maria Christina
Groeneveld de Kater, die sedert 1879 als
zoodanig patent had. Hare moeder was
m.I. in 1836, als weduwe van Jacobus Groe
neveld do Kater, met Comelis van Til
burgh den Boer hertrouwd.
Nadat nog haar neef Frederik Willepi
Jan van der Halen tot 1897 in de zaak
werkzaam was geweest; verliet mej. Groe-
reveld de Kater in 1898 onze gemeente
en werd zij in den goud- en züversmids-
winkel opgevolgd door mej. Wilhelmina
Rosalina Hildenbrand, die reeds sedert
Maart 1897 alhier woonachtig was.
Deze drijft nog heden ten dage den
van ouds gerenommeerden goud- en zil-
verhandel en menschelijkerwijze gespro
ken, zal de nu honderd volle jaren be
staande zaak nog langen tijd in het per-,
ceel D 373 gevestigd blijven.
Omdat het eeuwfeest van den genoem
den winkel het hoofddoel van deze schets
is, w-'ldeii wij met de opsomming van
bewoners en bezitters vóór 1825 zeer
spaarzaam zijn.
Wij vermelden daarom alleen, dat ons
gebouw in de 17e eeuw, blijkbaar naar
een gevelsteen, geheeten werd„De twaalf
Apostelen" en dat onderscheidene voor
name familiën er destjjds en later Ln
gewoond hebben, nU. de geslachten "Heffer,
van der Hucht, Mogge en anderen.