li
Zierikzeesche Njiowsbods
DERDE BLAD
behoorende by de
van Vrydagf 1 Mei 1925, no. 11229.
Vergadering van het Water
schapsbestuur van Schouwe»,1
gehouden op Maandag 27 April j 1
in 's-Landskamer te Zienkzco
Voorzitter: mr. A. i. F. Fokker van
Crayesteyn van Rengerskerke.
Aanwezig 4 heemraden, 17 hoofdinge
landen, de ontv.-griffier en de ingenieur
Na opening benoemt de voorzitter een
commissie bestaande uit de hoofdinge
landen Moermlond, Padmos en Hoogen-
boom, tot onderzoek van de geloofsbrie
ven van het nieuwgekozen hoofdingeland
dhr. H. J. Gast. Tijdens dit nnderzfoek
wordt de vergadering geschorst on her
opend, toen de commissie met haar taak
gereed was. De rapporteur, hoofdingeland
Moermond, adviseert tot toelating, waar
toe éonform besloten wordt. De ontv.-
griffier leidt daarop het nieuwe hoofd
ingeland binnen, welke in handen des
voorzitters den vereischten eed aflegt.
De voorzitter vvenscht den nieuwgeko-
zene geluk en herinnert er aan, dat de
zege bevochten is na een „heetén strijd.
Die strijd is vopr ons een waarborg, al
dus de vqprzitter, dat de taak van hoofd
ingeland opgedragen is aan iemand, die
zijn werkkracht aan het waterschap zal
geven. Spr. hoopt, dat de nieuwgeko
zene een reeks van jaren zal mogen
werkzaam zijn in het belang van het
waterschap en tot genoege van hemzelf.
De heer Gast dankt den voorzitter
voor zijn vriendelijke woorden tot hem
gericht en roept den steun in van den
voorzitter, heemraden en hoofdingelanden
bij het vervullen van zijn taak.
Voorgelezen worden daarna de notulen
van de algemeene vergadering in de
maand Septamber van het vorig jaar ge
houden. Op de gebruikelijke vraag: of
iemand aanmerkingen heeft o,p de ge
stelde notulen, hebben de heeren Den
Boer en S. J. Gast eenige aanmerkingen,
die .zullen worden aangebracht. De no
tulen worden daarna goedgekeurd.
Tot de ingekomen stukken behooren
o.a. missive van Ged. Staten met de be
slissingen over de suatiegeschillen tus-
schen de aangrenzende polders.
De Voorzitter deelt mede, dat sommige
verzoeken to.v. de diverse polders zijn
a|gewezen^ andere daarentegen zijn to.e
gewezen tot een minder bedrag dan
gevraagd is. Het waterschap is in beroep
gegaan bij de Kroon en wacht thans af
wat in hoogste instantie zal worden be
slat.
üe Maatschappij voor gemeentecrediet
bericht het dividend over 1924, daft f 100
per aandeel bedraagt.
De begrooting van de commissie van
grindwegen, welke ter visie heeft ge
legen, wordt goedgekeurd. Het vermoe
delijk kwaad saldo bedraagt f 33289.38.
Mededeeling wordt gedaan van den
aankoop van effecten voor het Ketel-
fonds en het Reservefonds; den uitslag
der bestedingen en verpachtingen: over
de procedure van de Eerste Ned. Wind-
mojorenfabriekhet overlijden van den
kantonnier C. Krijger en het resultaat
van de kasopname bij den ontv.-griffier
d.d. 3 Maart j.l., waarbij bleek, dat in
kas was en moest zijn f 6904,0? 1/2- Naar
aanleiding van de mededeeling van de
procedure van de Windmjotorenfabriek,
vraagt de heer S. J. Gast, wat de be
doeling van het Dag. Bestuur in deze is?
De voorzitter herhaalt wat reeds eer
der t.a.v. deze kwestie is medegedeeld
en zegt, dat men wacht op den uitslag
van het verzoek der indertijd aangestelde
deskundigen.
De heer Blom is van meening, dat door
aanneming van het geld de Windmo-
torenfabriek zijn recht verwerkt heeft.
De heer van den Bout: Wat zal Schou
wen moeten betalen?
De proceskosten zullen ongeveer f 350
bedragen, deelt de voorzitter mede.
Voorts vraagt de heer uan den Bout
odD Ged. Staten ook hier de kas opge
nomen hebben? Spr. vindt dat zeer goed
AP bij verschillende kleine polders ge
beurt zulks.
De voorzitter: We zullen ook wel een
beurt-krijgen; ze mogen gerust komen
kijken.
Aan de orde is thans het voorstel van
het Dagelijksch Bestuur (verder in het
verslag af te korten in D.B.) tot onder
handsche besteding van het herstellen en
onderhouden van de zee- en binnenslui
zen in het district Flaauwers. Het D.B.
stelt voor, dat herstel en onderhoud
voor 5 jaar aan P. Berrevoets onder
handsch aan te besteden.
Heemraad Boot geeft nog een korte
toelichting op dit voorstel. Hi] meent,
dat er eenig voordeel in is gelegen om
het voor eenigen tijd tegelijk te gunnien
aan genoemden Berrevoets.
De heer S. J. Gast is van oordeel als
men deze kwestie als voorheen behan
delt, dan de begrooting wellicht vroeger
zal komen. De heer Krepel maant tot
voorzichtigheid aan met onderhandsche
bestedingen.
Het voorstel van het D.B. wordt daar
op z.h.s. aangenomen. Ter tafel komt
thans een voorstel van het D.B. tot ver
pachting van de le inlaag van den
Zuidhoek.
De heer den Boer vraagt naar den
pachttermijn van de bedo,elde stukken
grond. De pacht duurt nog 6 jaar, zegt
de Voorzitter. De heer den Boer is van
oordeel dat het geen grond is voor be
weiding voor vee. De bedoeling is het
te verpachten voor klein vee, deelt de
voorzitter mede.
De heer den Boer is van oordeel, dat
de stukken land daar ter plaatse won-
derlijk zijn ingedeeld. Waarom de stuk
ken niet in de lengte gelegd? In minder j
dan 3 jaar zijn do slooten bij beweiding 1
dicht, meent spr.
Heemraad Boogerd geeft ophelderin
gen omtrent den aanleg der bedoelde j
stukken land. Deze indeeling is gemaakt
in het belang van het geheele terreinf- i
De heer den Boer kan dat niet indiien j
en hij zou adviseeren het maar v(oor
3 jaar te verpachten.
De voorzitter'. Het is niet de bedoeling j
de geheele inlaag te verpachten, maar
het beste gedeelte. Er is evenwel niets j
geen bezwaar tegen in het pac-htcontract i
een clausule op te nemen, dat de pacht j
tol wederopzegging wordt aangegaan. s
Deze bepaling wordt er in aangebracht
en de heer den Boer is tevreden gesteld.
Zonder discussie -of hoofdelijke stem
ming wordt aangenomen het voorstel
van het D.B. tot het geven van gnon|d
in erfpacht aan G. van der Sluis te
Kerkwerve.
Ter tafel komt thans een voorstel van
het D.B., inzake verhaal van pensioens
bijdragen van de ambtenaren en beamb
ten van het waterschap.
De voorzit Ier: Met de beambten en
ambtenaren is geconfereerd over de sa
larissen en de penshensklortirig en he
denmorgen is een adres ingekomen van
die personen, waarin gewezen wordt op
de tractementen en pensioensaftrek van
De heer S. J. Gast is over de late ver
schijning niet tevreden.
De voorzitter is dat met hem eens. Hij
heeft er meermalen in het D.B. op aan
gedrongen het verslag vroeger te laten
verschijnen.
De ingenieur licht loe, dat de meeste
gegevens voor hel verslag na December
komen en door de vele rapporten is het
klaarmaken der copy ditmaal in de ver
drukking ;geraakt.
De heer Steur verwijst naar het inge
komen jaarverslag waar gesproken wordt
over de preventieve oeververdediging en
wel speciaal bij den Lockersnol, waar
bestorting is aangebracht en waardoor
een verruiming van het profiel van de
stroomgeul tusschen den Lockersnol en
de Nunnenplaat heeft plaats gehad.
De voorzitter: Niemand kan zeggen of
het wegvallen van een deel van het Nun-
nenplaatje een gevolg is van de bestor
ting aan den vooroever aan den Lockers
nol.
De heer S, J. Gast vraagt of de in
genieur optimistisch as t. a.v. de schijn -
baar veranderde toestand aan den Loc-
kersnol
De ingenieur kan niet zeggen of dat
zoo door zal gaan.
Aan de orde is daarna de hoofdschotel
dezer vergadering, n.l. de begrooting
voor 1925.
De voorzitter opent de algemeene be
schouwingen.
De heer Steur, voorzitter der commis
sie belast met onderzoek der begroeting,
wijst er op, dat deze begrooting in het
andere polders, zooals Walcheren, de teeken staat der buitengewone verga
Vier Bannen, Oester- en Sirjansland, de i dering, waarin groote bedragen zijn ge-
Breede Watering Bewesten Ierseke, Delf
land en N.-H. Noorderkwartier. Spr. stelt
naar aanleiding van dit ingekomen adres
voor, dit tegelijk te behandelen met de
herziening der tractementen in de a.s.
Septembervergadering.
De heer Smallegange komt terug op
de hier reeds eerder geuite meening,
voteerd voor buitengewone werken. Zeer
verbaasd was de commissie, dat geen
post voor wegenverharding op deze be
greeting voorkomt, maar dat f 52000 is
uitgetrokken voor de betonmuren. Spr.
gelooft, dat het D.B., althans een ge
deelte van dat college, wegsverbetering
tracht tegen te gaan, een meening waarin
dat het D.B. het genomen besluit tot hij versterkt wordt, gezien het optre
korting van 5 °/o voor pensioen;
niet heelt uitgevoerd. Spr. weet wel,
dat Ged. Staten hun goedkeuring eraan
den van Schouwen tegenover de gem.
Noordwelle. Op uitnoodiging van den
burgemeester dier gemeente is hij ter
hebben onthouden, maar hij vraagt zich plaatse wezen kijken en het spijt hem
o .p aF rl ft fniit nïat Ki! linf n R li O n ia m <-• I i- u
af of de fout niet bij het D.B. ligt? Die
fout kan ook met opzet gemaakt zijn.
De voorzitter is van oordeel, dat de zijde van het D.B.
te moeten zeggen dat hij, wat deze aan
gelegenheid betreft, niet staat aan de
laatste spr. de zaak verkeerd voorstelt.
Het D.B. heeft gedaan wat 't doen moest,
n.l. het- besluit uitvoeren van de Alg.
Vergadering om 5 o/0 te korten voor
pensioen. Ged. Staten hebben bericht,
dat zulks in strijd is met de Pensioen
wet. Het D.B. was niet gerechtigd in het
voorstel der alg. vergadering te veran
deren. De beschuldiging van plichtsver
zuim wijst spr.
De heer Krepel houdt ook eenige al
gemeene beschouwingen. Hij wijst er op,
dat geen rekening is gehouden met de
wegen om de onnoodige uitgaven van de
begrooting af te voeren. Z.i. ds niet het
minst naar bezuiniging gestreefd; spr.
ziet den tijd komen, dat geld zal moe
ten worden geleend om de oude leenin
gen af te lossen. Hij blijft aandringen op
den aanleg van nieuwe grindwegen. De
De heer Smallegange herinnert eraan, j werken besprekend, verwijst hij naar
wat besloten is, n.l. 5 o/0 te korten voor
de pensioenen, zoo als dat bij de pro
vincie is geschied.
Het besluit kon niet goedgekeurd wor
den, zegt de voorzitter, omdat het strij-
diig wps met de Pensioenwet.
De heer van den Bout merkt op, dat
Ged. Staten de goedkeuring o.a. onthiel
den, omdat de namen der betrokken
ambtenaren in 't besluit ontbraken. Het
was best te herstellen geweest.
De voorzitter, deze kwestie toelich
tend, wijst er op, dat na de beslissing
van Ged. Staten de algemeene Vergade
ring een ander besluit had moeten ne
men. Een wijziging in 't genomen be
sluit mocht het D.B. niet maken.
De heer Krepel meent, dat het be
sluit der A. V. had moeten vergezeld
gaan van een toelichting door het D.B.,
waarin het idéé der vergadering was
neergelegd.
Met zoo'n toelichting komt men er
nog niet, zegt de Voorzitterhet moet
't besluit opgenomen zijn wat de
A. V. wil. Het is een storm in een glas
water, merkt spr. verder op. De hoofd
zaak komt in September aan de orde,
wanneer beslist wordt over de tracte
menten, die voor 5 jaar waren vast
gesteld. De pensioenskwestie komt dan
tegelijk aan de orde.
De heer van den Bout herinnert aan
zijn ingenomen houding, t. 0. v. de amb
tenaren wat hun tractementen en pen
sioenregeling betreft. Hij is er altijd voor
geweest deze op een behoorlijk peil
te brengen. Over de pensioensaftrek heeft
hij een ernstig onderhoud gehad met die
ambtenaren, met 't gevolg dat zij eenigs-
ziens tevreden heengingen. Hij heeft hun
er op gewezen, dat die aftrek geen sa
larisverlaging beteekent. Er is nadien een
andere strooming gekomen en de zaak
is ©enigszins gewijzigd. Spr. had graag
gezien,, dat de voorzitter de verordening
aan elk hoofdingeland had toegezonden.
Hij concludeert, dat hel D.B. het genomen
besluit inzake den aftrek niet magnifiek
heeft uitgevoerd.
De voorzitter wijst er nogmaals op, dat
5 o/o nooit geheven kon worden; als er
geheven wordt, dan moet dat gebeuren
in overeenstemming met de Pensioenwet
en dat is de reden waarom de zaak
gestrand is. Bij een pensioensregeling
moet ook rekening gehouden worden met
de in dienst zijnde ambtenaren en de
eventueel nieuw te benoemen function -
narissen, omdat de eersten toen inder
tijd premievrij pensioen werd gegeven
hun eigen fondsen hebben overgedragen
aan Schouwen.
Nadat nog verscheidene hoofdingelan
den over deze kwestie hebben gediscus
sieerd, wordt op voorstel des voorzitters
besloten, de pensioensregeling tegelijk
met de nieuwe salarisregeling in de a.s.
Septembervergadering te behandelen.
Aangenomen wordt daarna het voorstel
van het D.B. tot af- en overschrijving op
posten der begrooting van 1924.
Het jaarverslag over 1924 wordt daar
op aangeboden.
een artikel in de Haagsche Post, waar
in over de Zuiderzeewerken geschre
ven wordt en waarbij opgemerkt wordt
dat jarenlange practijk van ingenieurs
een groote factor is bij het uitvoeren van
greote werken. Spr. vindt het huishouden
van Schouwen te duur; hij is van mee
ning, dat in Schouwen onzichtbare mach
ten werken,, die hun wil doordrijven
en hij begrijpt de heemraden niet, die
schijnbaar de onnoodige werken niet kun
nen remmen welke op de begrooting
worden gebracht.
De heer den Boer wijst op de houding
van de hoofdingelanden tegenover het
D.B. Van die houding heeft hij geen wel-
dadigen indruk gekregen.
De bedoeling moet voorzitten, dat
de zaken van Schouwen ten zeerste
worden behartigd en hij is van oordeel
dat de voorzitter, die bij allen zeer
geacht is, een beetje meer rekening moet
houden met de veranderde omstandighe
den, n.l. dat nieuwe menschen met nieu
we inzichten komen. Hij vindt echter
niet alles goed wat naar het D.B. ge
slingerd wordt. Dat is ook niet bevor
derlijk voor de belangen van Schouwen.
Met het' oog op den finaneïeelen toe
stand van het waterschap is het volgens
spr. zeer noodig dat er een goede ver
standhouding heerscht in deze vergade
ring.
De heer Van den Bout houdt daarna
algemeene beschouwingen. Na de vorige
vergadering is gezegd, dat spr. een beetje
te scherp was geweest, maar hij is nog
niet van inzicht veranderd. Tijdens de
algemeene beschouwingen confereerde de
voorzitter telkens men den onder-voor
zitter, merkt spr. op. Hij vindt dat niet
beleefd en 'bovendien beleedigend. Twaalf
jaar is spr. al hoofdingeland ,en tot voor
3 jaar heeft hij met het grootste genoe
gen aan de zaken deelgenomen. Voor
name zaken heeft hij met steun inge
voerd gekregen. Drie jaar geleden ech
ter kwamen de grindwegen aan de orde,
waaraan de voorzitter den oorlog ver
klaard heeft. Spr. is van oordeel, dat
de voorzitter er trotsch 0# moest zijn,
dat de wegen alle in goeden toestand
zullen verkeeren.
Alles duidt er z. i. op, dat de kas
wordt opgemaakt en men zoodoende met
leege handen staat tot verbetering van
de wegen. Hij wijst in verband hier
mede op de groote uitgaaf vo.or de be
tonmuren-
Spr. wijst verder op een werk van
den heer Labrijn, die een sluis maakte,
die nog jaren mede kan. De aannemers
daarvan verklaarden, dat zij nooit meer
een dergelijk werk wilden uitvoeren on
der dien ambtenaar, hetgeen, volgens spr.,
voor dhr. Labrijn pleit. Toen eenigen tijd
geleden een veel grooter werk moest
uitgevoerd worden, was de ingenieur er
niet bij en hij verwijt den voorzitter, dat
deze alles in het werk stelt den inge
nieur te believen en de belangen van
het waterschap achter te stellen.
Ook in de hangende procedure heeft
de ingenieur geen goede inlichtingen ge-
geven.
Voorts vindt spr. het een ongelukkige
omstandigheid, dat er een onder-voor
zitter is, die niets dan financieel© ellende
in Schouwen heeft gebracht en wiens
mededeelingen onder voorbehoud dienen
te worden aanvaard.
De oude zaak „Lockersnol" wordt nog
eens ter sprake gebracht. Het is een
voordeel voor Schouwen geweest, dat
spr. daartegen oppositie heeft gevoerd,
want door het werk niet uit te voeren
is veel geld bespaard.
Het spijt spr. al deze grieven te moe
ten uiten en hij kan den voorzitter niet
meer eeren, hoewel hij dat voordien hier
dikwijls heeft gedaan.
De tweede pomp is een idéé, dat uitge
gaan is van de hoofdingelanden. Spreker
meent te mogen constateeren, dat de
plaatsing van die tweede installatie een
zegen is geweest voor Schouwen.
De heer Moermond gelooft, dat de
toestand wel wat al te zwartgallig wordt
voorgesteld en waar de hoofdingelanden
cijfers gaan noemen, zoo vraagt hij zich
af of het niet beter is die in een besloten
vergadering te noemen, want als de in
gelanden dit alles lezen, dan zou het
kunnen gebeuren, dat de hypotheken
werden opgezegd.
De voorzitter antwoordt op de ver
schillende besehuldigingen met groote
ontstemming. In de eerste plaats op die
van den heer van den Bout. Spr. zegt,
dat het niet te pas komt om op een
dergelijke manier, zonder een schijn van
redenen, verwijten te doen. Zoo heeft
dhr. van den Bout heemraad Boogerd
een heeleboel dingen verweten, die niet
juist zijn. De heer Boogerd is jarenlang
hoofdingeland geweest, heeft veel deel
genomen aan de discussies en was meer
malen in oppositie met het D.B. Sedert
hij heemraad is geworden, dient hij de
belangen eerlijk en, zoo voegt de voor
zitter dhr. van den Bout toe: U hebt
niet het recht hem verwijten in zijn
gezicht te slingeren; U bent geen censor-
morum! De voorzitter protesteert ver
der met klem tegen de manier van op
treden van den heer van den Bout tegen
over hem en spr. merkt t. a. v. den
Lockersnol op, dat het D. B. reeds te
voren overleg gepleegd had met een
anderen ingenieur, omdat het de plannen
van den toenmaligen ingenieur niet ver
trouwde. Spr. is verder van meening,
dat samenwerking tusschen hoofdinge
landen en het D. B. Wordt vereischt bij
den tegenwoordigen toestand van het
waterschap.
Wanneer de heeren meenen, dat geld
verkwist wordt, dan zit dat eenvoudig
in de kolossale sommen, die door ons
worden besteed voor buitengewone wer
ken, zegt de voorzitter. Dat zijn dingen
waarvoor de natuur aansprakelijk
Schouwen moet met die* bedragen ko
men, opdat geen groote ongelukken ge
beuren.
Het verschil tusschen de hoofdingelan
den en het D. B., inzake de grindwegen
zit hierin, dat het D.B. zegt: het be
schikbare geld kan er niet voor gebruikt
worden, en de hoofdingelanden: wij heb
ben er wel fidutie op. Wat de betonnen
muren betreft, die vallen buiten het ge
ding. Daar is een apart potje voor. De
voorzitter verwijst de heeren naar de
begrooting, waarop tal van noodzakelijke
werken niet zijn op gebracht, en tevens
naar de glooiingen van den polder. Zij
zijn bij andere polders niet te vergelij
ken. Het D.B. stelt het niet voor: er is
absoluut geen geld voor de wegen. Het
is heel verkeerd, dat de A.V. ons dat
verwijt, zegt hij, maar de gelden zijn
noodig voor den aangevallen onderzee
schen oever. De ontevredenheid moet
worden bezorgd, waar ze behoort en
zich niet uiten tegen het D.B.
De heer van den Bout repliceert. Hij
is van meening, dat de voorzitter aan
de kwestie van Lockersnol een draai
geeft. Het D. B. kwam met het voorstel
tot voorziening van den nol en den
ingenieur heeft het verdedigd. Door spr.
is toen oppositie gevoerd, bijgestaan door
den toenmaligen heemraad de Oude. Het
gevolg daarvan is geweest, dat die zaak
in handen is gesteld van een anderen
ingenieur.
De tweede pomp aan het stoomgemaal
is er gekomen op initiatief der algem
vergadering. Het is alleen in t belang
van het waterschap, dat spr. dit alles
zegt.
De algemeene beschouwingen worden
hierna gesloten en de vergadering ge
schorst tot 1 uur.
Bij de heropening wordt de begrooting
artikelsgewijze behandeld.
Inkomsten. Bij hoofdstuk IV, art. 1
de suatiegelden van aangrenzende pol
ders vraagt de heer S. J. Gast: Hoe
zit dat nu eigenlijk? We hebben ge
hoord, dat de zaak bij Ged. Staten aan
hangig is geweest, maar hoe waren de
voorstellen van de aangrenzende ipolders?
Wanneer men eischen stelt kan men dat
doen op een manier, Waaraan de polders
niet kunnen voldoen.
De voorzitter: We hebben uitgerekend
hoeveel het per H.A. zal bedragen. Ged.
Staten verklaarden eerst, dat zij niet
bevoegd waren uitspraak te doen. Na
dien is het Polderreglement gewijzigd
en toen hebben Ged. Staten bericht, dat
zij wel uitspraak konden doen. De heer
Gast heeft gevraagd: zijn die eischen
niet te hoog? Voor den Westerenban is
gevraagd f2 per H.A., dat, in aanmerking
genomen de kadastrale grootte, bedroeg
f790- De berekening voor den Oosteren
ban is op dezelfde wijze geschied. Ge
vraagd was daarvoor f790. Het water
schap is nu bij de Kroon in hooger be
roep gegaan.
De heer H. J. Gast wijst er op, dat
de in het verslag genoemde cijfers voor
den Zuider-Nieuwland Polder niet juist
zijn-
Heemraad van der Wseijde zegt, dat er
fouten in het jaarverslag zitten, hetgeen
misleidend is.
Hoofdstuk V (buitengewone ontvang
sten) wordt verhoogd met f 245000 in ver
band met de opbrengsten der leeningen
voor de werken aan het Noorderstrand
en Koudekerke, benevens f 30.000 voor
kasgeld.
Bij hoofdstuk II, art. 2 der Uitgaven,
rapporteert de commissie, dat 't maken
van een nieuwe brug ter plaatse van
Bh. No. 5 overbodig is; het verbreeden
van de bocht in Bs. No. 6 acht de com
missie totaal overbodig en het vervan
gen van Bh. No. 14 kan uitstel verdra
gen.
De voorzitter: Op de uitgaven voor
de bruggen is beknibbeld, maar de brug
in Cauesweg is gevaarlijk.
De heer Steur, rapporteur der com
missie, ziet het gevaar van deze brug
niet in. Hij durft de ongelukken daar
wel voor zijn rekening nemen. We zullen
er acte van nemen, zegt de voorzitter.
De hoofdingelanden achten de brug-
verbeteringen onnoodig en de daarvoor
voorgestelde uitgaven worden met f3100
verminderd. Op voorstel van heemraad'
van der Weijde, wordt een post van
f100 uitgetrokken voor onderhoud.
De verhooging van de zeedijken (art.
4 van hoofdstuk III) wenscht de com
missie geschrapt te zien, volgens het
rapport. Thans stelt de commissie voor
dit punt aan te houden.
De voorzitter ontraadt zulks. Hij her
innert aan hetgeen gesproken is op de
vorige algemeene vergadering, t.o. v. het
Noorderstrand. Kort geleden is bericht
ingekomen over dit oevervak. Hieruit
blijkt, dat de toestand bij dam 9 zeer
achteruit gegaan is. In yerband daarmede
stelt hij voor daar ter plaatse de voor
zieningen te treffen, die ongeveer f8400
zullen bedragen, hetgeen gevonden kan
worden uit Hoofdstuk III, art. 1, zonder
dat het noodig is daarvoor te leenen.
Conform wordt besloten.
Schrapping van den post verhooging
zeedijken, ontraadt de voorzitter. Het
is de druppel, die den emmer doet over-
loopen, zegt hij. Deze heele geschiedenis
dateert van 1906, toen al de ongelukken
in Tholen gebeurden. Na dien is er een
aanschrijving gekomen van Ged. Staten,
de zeedijken te verhoogen. In 1916 is
besloten een potje daarvoor te maken
om de dijken te verhoogen, door het
geschot te verhoogen. In den oorljog
was het cement te duur, maar toen
dat goedkooper werd, is men successie
velijk er mede begonnen. Aan 't Noor
derstrand is het-nu in orde. Thans is
de Zuidzijde aan de beurt. Het D.B. wil
nu daar de dijken verhoogen om bij
stormvloed gevrijwaard te zijn tegen' in-
loopen.
De heer Steur is van oordeel, gezien
wat heeft plaats gehad, dat geen werke
lijke verhooging plaats vindt. Hij wijst
op de verhooging van den Schelphoek
tot Smalleganges dijk, waar de kade
achter de muren even hoog is.
De voorzitter: Die dijksverhoogingen in
beton hebben meer weerstand dan de
achterliggende kade. Bij hoog water ko
men de scheuren in den kruin van den
dijk. Als er een muur voorstaat, zal dat
niet zoo licht gebeuren.
De heer Krepel kan voor de dijksver-
hooging aan Flaauwers zijn stem geven,
daar hij bang is voor de gevolgen Van
een N.W.-storm.
De heer Smallegange betwijfelt de
noodzakelijkheid der betonmuren aan den
Zuidkant en zijn grootste ergernis zijn
de muren aan den Schelphoek. Met de
muren aan den Noordkant is hij mede-
gegaan. Zouden de muren niet tegeïi de
kaden geplaatst kunnen worden, vraagt
hij verder.
De voorzitter merkt op, dat men met
alle ongunstige omstandigheden rekening
moet houden: met hooge getijden, spring
vloed etc. We hebben het geld ervoor,
laten we het besteden voor de verhoo
ging der zeedijken. Als we het niet doen
en er komt een hevige storm', die veel
schade aanricht, dan komt wellicht een
aanschrijving van .Ged. Staten, dat we de
verhopging in specie moeten aanbrengen.
Onnoodig te zeggen wat dèt kosten zal.
Heemraad Bogt was oorspronkelijk voor
het idée-Smallegange. De waterpassing
heeft uitgewezen, dat de dijken sedert
1894, toen het water op den dijk stond
30 c.M. gezakt zijn en dat de gemiddel
de vloedhoogte 171/2 c.M- is gerezen.
De kaden zullen bezwijken als het water,
er tegen komt. Verschillende ipplders heb
ben hun dijken na 1906 verhoogd, alleen
Schouwen niet. De uitgave voor de dijks
verhoogingen beschouwt hij als een ver
zekeringspremie.
De ingenieur verdedigt de verhoogingen,
in beton. De kaden kunnen misschien den
golfslag keeren, maar geen hooge vloe
den, omdat de kaden aan den achter
kant van het dijkslichaam zijn aange
bracht. De kruin van de muren is hoo
ger dan de kruin van de kaden. De mu
ren tegen de kade aanbrengen is niet
ipractisch juist. I
De heer S. J. Gast zou over het geld
voor de dijksverhoogingen niet spreken
als Schouwen niet voor zulke groote
lasten stond. Spr. zou wel eens willen
weten waar het staat, dat het geld, op
gebracht door de ingelanden, alleen voor
de dijksverhoogingen mag worden ge
bruikt.. Hij kan het niet gelopven dat
men daar af moet blijven.
De voorzitter: Het D.B. moet vooruit
zien. Governer c'est prévloir! Mén imoet
niet wachten tot er iets ernstigs voorvalt.
De heer Gast meent, dat er voor den
Zuidkant nooit een aanschrijven van Ged.
Staten gekomen is.
De voorzitter meent van wel.
(Stol vofgt!\