li Zierikzeesche Njiowsbods DERDE BLAD behoorende by de van Vrydagf 1 Mei 1925, no. 11229. Vergadering van het Water schapsbestuur van Schouwe»,1 gehouden op Maandag 27 April j 1 in 's-Landskamer te Zienkzco Voorzitter: mr. A. i. F. Fokker van Crayesteyn van Rengerskerke. Aanwezig 4 heemraden, 17 hoofdinge landen, de ontv.-griffier en de ingenieur Na opening benoemt de voorzitter een commissie bestaande uit de hoofdinge landen Moermlond, Padmos en Hoogen- boom, tot onderzoek van de geloofsbrie ven van het nieuwgekozen hoofdingeland dhr. H. J. Gast. Tijdens dit nnderzfoek wordt de vergadering geschorst on her opend, toen de commissie met haar taak gereed was. De rapporteur, hoofdingeland Moermond, adviseert tot toelating, waar toe éonform besloten wordt. De ontv.- griffier leidt daarop het nieuwe hoofd ingeland binnen, welke in handen des voorzitters den vereischten eed aflegt. De voorzitter vvenscht den nieuwgeko- zene geluk en herinnert er aan, dat de zege bevochten is na een „heetén strijd. Die strijd is vopr ons een waarborg, al dus de vqprzitter, dat de taak van hoofd ingeland opgedragen is aan iemand, die zijn werkkracht aan het waterschap zal geven. Spr. hoopt, dat de nieuwgeko zene een reeks van jaren zal mogen werkzaam zijn in het belang van het waterschap en tot genoege van hemzelf. De heer Gast dankt den voorzitter voor zijn vriendelijke woorden tot hem gericht en roept den steun in van den voorzitter, heemraden en hoofdingelanden bij het vervullen van zijn taak. Voorgelezen worden daarna de notulen van de algemeene vergadering in de maand Septamber van het vorig jaar ge houden. Op de gebruikelijke vraag: of iemand aanmerkingen heeft o,p de ge stelde notulen, hebben de heeren Den Boer en S. J. Gast eenige aanmerkingen, die .zullen worden aangebracht. De no tulen worden daarna goedgekeurd. Tot de ingekomen stukken behooren o.a. missive van Ged. Staten met de be slissingen over de suatiegeschillen tus- schen de aangrenzende polders. De Voorzitter deelt mede, dat sommige verzoeken to.v. de diverse polders zijn a|gewezen^ andere daarentegen zijn to.e gewezen tot een minder bedrag dan gevraagd is. Het waterschap is in beroep gegaan bij de Kroon en wacht thans af wat in hoogste instantie zal worden be slat. üe Maatschappij voor gemeentecrediet bericht het dividend over 1924, daft f 100 per aandeel bedraagt. De begrooting van de commissie van grindwegen, welke ter visie heeft ge legen, wordt goedgekeurd. Het vermoe delijk kwaad saldo bedraagt f 33289.38. Mededeeling wordt gedaan van den aankoop van effecten voor het Ketel- fonds en het Reservefonds; den uitslag der bestedingen en verpachtingen: over de procedure van de Eerste Ned. Wind- mojorenfabriekhet overlijden van den kantonnier C. Krijger en het resultaat van de kasopname bij den ontv.-griffier d.d. 3 Maart j.l., waarbij bleek, dat in kas was en moest zijn f 6904,0? 1/2- Naar aanleiding van de mededeeling van de procedure van de Windmjotorenfabriek, vraagt de heer S. J. Gast, wat de be doeling van het Dag. Bestuur in deze is? De voorzitter herhaalt wat reeds eer der t.a.v. deze kwestie is medegedeeld en zegt, dat men wacht op den uitslag van het verzoek der indertijd aangestelde deskundigen. De heer Blom is van meening, dat door aanneming van het geld de Windmo- torenfabriek zijn recht verwerkt heeft. De heer van den Bout: Wat zal Schou wen moeten betalen? De proceskosten zullen ongeveer f 350 bedragen, deelt de voorzitter mede. Voorts vraagt de heer uan den Bout odD Ged. Staten ook hier de kas opge nomen hebben? Spr. vindt dat zeer goed AP bij verschillende kleine polders ge beurt zulks. De voorzitter: We zullen ook wel een beurt-krijgen; ze mogen gerust komen kijken. Aan de orde is thans het voorstel van het Dagelijksch Bestuur (verder in het verslag af te korten in D.B.) tot onder handsche besteding van het herstellen en onderhouden van de zee- en binnenslui zen in het district Flaauwers. Het D.B. stelt voor, dat herstel en onderhoud voor 5 jaar aan P. Berrevoets onder handsch aan te besteden. Heemraad Boot geeft nog een korte toelichting op dit voorstel. Hi] meent, dat er eenig voordeel in is gelegen om het voor eenigen tijd tegelijk te gunnien aan genoemden Berrevoets. De heer S. J. Gast is van oordeel als men deze kwestie als voorheen behan delt, dan de begrooting wellicht vroeger zal komen. De heer Krepel maant tot voorzichtigheid aan met onderhandsche bestedingen. Het voorstel van het D.B. wordt daar op z.h.s. aangenomen. Ter tafel komt thans een voorstel van het D.B. tot ver pachting van de le inlaag van den Zuidhoek. De heer den Boer vraagt naar den pachttermijn van de bedo,elde stukken grond. De pacht duurt nog 6 jaar, zegt de Voorzitter. De heer den Boer is van oordeel dat het geen grond is voor be weiding voor vee. De bedoeling is het te verpachten voor klein vee, deelt de voorzitter mede. De heer den Boer is van oordeel, dat de stukken land daar ter plaatse won- derlijk zijn ingedeeld. Waarom de stuk ken niet in de lengte gelegd? In minder j dan 3 jaar zijn do slooten bij beweiding 1 dicht, meent spr. Heemraad Boogerd geeft ophelderin gen omtrent den aanleg der bedoelde j stukken land. Deze indeeling is gemaakt in het belang van het geheele terreinf- i De heer den Boer kan dat niet indiien j en hij zou adviseeren het maar v(oor 3 jaar te verpachten. De voorzitter'. Het is niet de bedoeling j de geheele inlaag te verpachten, maar het beste gedeelte. Er is evenwel niets j geen bezwaar tegen in het pac-htcontract i een clausule op te nemen, dat de pacht j tol wederopzegging wordt aangegaan. s Deze bepaling wordt er in aangebracht en de heer den Boer is tevreden gesteld. Zonder discussie -of hoofdelijke stem ming wordt aangenomen het voorstel van het D.B. tot het geven van gnon|d in erfpacht aan G. van der Sluis te Kerkwerve. Ter tafel komt thans een voorstel van het D.B., inzake verhaal van pensioens bijdragen van de ambtenaren en beamb ten van het waterschap. De voorzit Ier: Met de beambten en ambtenaren is geconfereerd over de sa larissen en de penshensklortirig en he denmorgen is een adres ingekomen van die personen, waarin gewezen wordt op de tractementen en pensioensaftrek van De heer S. J. Gast is over de late ver schijning niet tevreden. De voorzitter is dat met hem eens. Hij heeft er meermalen in het D.B. op aan gedrongen het verslag vroeger te laten verschijnen. De ingenieur licht loe, dat de meeste gegevens voor hel verslag na December komen en door de vele rapporten is het klaarmaken der copy ditmaal in de ver drukking ;geraakt. De heer Steur verwijst naar het inge komen jaarverslag waar gesproken wordt over de preventieve oeververdediging en wel speciaal bij den Lockersnol, waar bestorting is aangebracht en waardoor een verruiming van het profiel van de stroomgeul tusschen den Lockersnol en de Nunnenplaat heeft plaats gehad. De voorzitter: Niemand kan zeggen of het wegvallen van een deel van het Nun- nenplaatje een gevolg is van de bestor ting aan den vooroever aan den Lockers nol. De heer S, J. Gast vraagt of de in genieur optimistisch as t. a.v. de schijn - baar veranderde toestand aan den Loc- kersnol De ingenieur kan niet zeggen of dat zoo door zal gaan. Aan de orde is daarna de hoofdschotel dezer vergadering, n.l. de begrooting voor 1925. De voorzitter opent de algemeene be schouwingen. De heer Steur, voorzitter der commis sie belast met onderzoek der begroeting, wijst er op, dat deze begrooting in het andere polders, zooals Walcheren, de teeken staat der buitengewone verga Vier Bannen, Oester- en Sirjansland, de i dering, waarin groote bedragen zijn ge- Breede Watering Bewesten Ierseke, Delf land en N.-H. Noorderkwartier. Spr. stelt naar aanleiding van dit ingekomen adres voor, dit tegelijk te behandelen met de herziening der tractementen in de a.s. Septembervergadering. De heer Smallegange komt terug op de hier reeds eerder geuite meening, voteerd voor buitengewone werken. Zeer verbaasd was de commissie, dat geen post voor wegenverharding op deze be greeting voorkomt, maar dat f 52000 is uitgetrokken voor de betonmuren. Spr. gelooft, dat het D.B., althans een ge deelte van dat college, wegsverbetering tracht tegen te gaan, een meening waarin dat het D.B. het genomen besluit tot hij versterkt wordt, gezien het optre korting van 5 °/o voor pensioen; niet heelt uitgevoerd. Spr. weet wel, dat Ged. Staten hun goedkeuring eraan den van Schouwen tegenover de gem. Noordwelle. Op uitnoodiging van den burgemeester dier gemeente is hij ter hebben onthouden, maar hij vraagt zich plaatse wezen kijken en het spijt hem o .p aF rl ft fniit nïat Ki! linf n R li O n ia m <-• I i- u af of de fout niet bij het D.B. ligt? Die fout kan ook met opzet gemaakt zijn. De voorzitter is van oordeel, dat de zijde van het D.B. te moeten zeggen dat hij, wat deze aan gelegenheid betreft, niet staat aan de laatste spr. de zaak verkeerd voorstelt. Het D.B. heeft gedaan wat 't doen moest, n.l. het- besluit uitvoeren van de Alg. Vergadering om 5 o/0 te korten voor pensioen. Ged. Staten hebben bericht, dat zulks in strijd is met de Pensioen wet. Het D.B. was niet gerechtigd in het voorstel der alg. vergadering te veran deren. De beschuldiging van plichtsver zuim wijst spr. De heer Krepel houdt ook eenige al gemeene beschouwingen. Hij wijst er op, dat geen rekening is gehouden met de wegen om de onnoodige uitgaven van de begrooting af te voeren. Z.i. ds niet het minst naar bezuiniging gestreefd; spr. ziet den tijd komen, dat geld zal moe ten worden geleend om de oude leenin gen af te lossen. Hij blijft aandringen op den aanleg van nieuwe grindwegen. De De heer Smallegange herinnert eraan, j werken besprekend, verwijst hij naar wat besloten is, n.l. 5 o/0 te korten voor de pensioenen, zoo als dat bij de pro vincie is geschied. Het besluit kon niet goedgekeurd wor den, zegt de voorzitter, omdat het strij- diig wps met de Pensioenwet. De heer van den Bout merkt op, dat Ged. Staten de goedkeuring o.a. onthiel den, omdat de namen der betrokken ambtenaren in 't besluit ontbraken. Het was best te herstellen geweest. De voorzitter, deze kwestie toelich tend, wijst er op, dat na de beslissing van Ged. Staten de algemeene Vergade ring een ander besluit had moeten ne men. Een wijziging in 't genomen be sluit mocht het D.B. niet maken. De heer Krepel meent, dat het be sluit der A. V. had moeten vergezeld gaan van een toelichting door het D.B., waarin het idéé der vergadering was neergelegd. Met zoo'n toelichting komt men er nog niet, zegt de Voorzitterhet moet 't besluit opgenomen zijn wat de A. V. wil. Het is een storm in een glas water, merkt spr. verder op. De hoofd zaak komt in September aan de orde, wanneer beslist wordt over de tracte menten, die voor 5 jaar waren vast gesteld. De pensioenskwestie komt dan tegelijk aan de orde. De heer van den Bout herinnert aan zijn ingenomen houding, t. 0. v. de amb tenaren wat hun tractementen en pen sioenregeling betreft. Hij is er altijd voor geweest deze op een behoorlijk peil te brengen. Over de pensioensaftrek heeft hij een ernstig onderhoud gehad met die ambtenaren, met 't gevolg dat zij eenigs- ziens tevreden heengingen. Hij heeft hun er op gewezen, dat die aftrek geen sa larisverlaging beteekent. Er is nadien een andere strooming gekomen en de zaak is ©enigszins gewijzigd. Spr. had graag gezien,, dat de voorzitter de verordening aan elk hoofdingeland had toegezonden. Hij concludeert, dat hel D.B. het genomen besluit inzake den aftrek niet magnifiek heeft uitgevoerd. De voorzitter wijst er nogmaals op, dat 5 o/o nooit geheven kon worden; als er geheven wordt, dan moet dat gebeuren in overeenstemming met de Pensioenwet en dat is de reden waarom de zaak gestrand is. Bij een pensioensregeling moet ook rekening gehouden worden met de in dienst zijnde ambtenaren en de eventueel nieuw te benoemen function - narissen, omdat de eersten toen inder tijd premievrij pensioen werd gegeven hun eigen fondsen hebben overgedragen aan Schouwen. Nadat nog verscheidene hoofdingelan den over deze kwestie hebben gediscus sieerd, wordt op voorstel des voorzitters besloten, de pensioensregeling tegelijk met de nieuwe salarisregeling in de a.s. Septembervergadering te behandelen. Aangenomen wordt daarna het voorstel van het D.B. tot af- en overschrijving op posten der begrooting van 1924. Het jaarverslag over 1924 wordt daar op aangeboden. een artikel in de Haagsche Post, waar in over de Zuiderzeewerken geschre ven wordt en waarbij opgemerkt wordt dat jarenlange practijk van ingenieurs een groote factor is bij het uitvoeren van greote werken. Spr. vindt het huishouden van Schouwen te duur; hij is van mee ning, dat in Schouwen onzichtbare mach ten werken,, die hun wil doordrijven en hij begrijpt de heemraden niet, die schijnbaar de onnoodige werken niet kun nen remmen welke op de begrooting worden gebracht. De heer den Boer wijst op de houding van de hoofdingelanden tegenover het D.B. Van die houding heeft hij geen wel- dadigen indruk gekregen. De bedoeling moet voorzitten, dat de zaken van Schouwen ten zeerste worden behartigd en hij is van oordeel dat de voorzitter, die bij allen zeer geacht is, een beetje meer rekening moet houden met de veranderde omstandighe den, n.l. dat nieuwe menschen met nieu we inzichten komen. Hij vindt echter niet alles goed wat naar het D.B. ge slingerd wordt. Dat is ook niet bevor derlijk voor de belangen van Schouwen. Met het' oog op den finaneïeelen toe stand van het waterschap is het volgens spr. zeer noodig dat er een goede ver standhouding heerscht in deze vergade ring. De heer Van den Bout houdt daarna algemeene beschouwingen. Na de vorige vergadering is gezegd, dat spr. een beetje te scherp was geweest, maar hij is nog niet van inzicht veranderd. Tijdens de algemeene beschouwingen confereerde de voorzitter telkens men den onder-voor zitter, merkt spr. op. Hij vindt dat niet beleefd en 'bovendien beleedigend. Twaalf jaar is spr. al hoofdingeland ,en tot voor 3 jaar heeft hij met het grootste genoe gen aan de zaken deelgenomen. Voor name zaken heeft hij met steun inge voerd gekregen. Drie jaar geleden ech ter kwamen de grindwegen aan de orde, waaraan de voorzitter den oorlog ver klaard heeft. Spr. is van oordeel, dat de voorzitter er trotsch 0# moest zijn, dat de wegen alle in goeden toestand zullen verkeeren. Alles duidt er z. i. op, dat de kas wordt opgemaakt en men zoodoende met leege handen staat tot verbetering van de wegen. Hij wijst in verband hier mede op de groote uitgaaf vo.or de be tonmuren- Spr. wijst verder op een werk van den heer Labrijn, die een sluis maakte, die nog jaren mede kan. De aannemers daarvan verklaarden, dat zij nooit meer een dergelijk werk wilden uitvoeren on der dien ambtenaar, hetgeen, volgens spr., voor dhr. Labrijn pleit. Toen eenigen tijd geleden een veel grooter werk moest uitgevoerd worden, was de ingenieur er niet bij en hij verwijt den voorzitter, dat deze alles in het werk stelt den inge nieur te believen en de belangen van het waterschap achter te stellen. Ook in de hangende procedure heeft de ingenieur geen goede inlichtingen ge- geven. Voorts vindt spr. het een ongelukkige omstandigheid, dat er een onder-voor zitter is, die niets dan financieel© ellende in Schouwen heeft gebracht en wiens mededeelingen onder voorbehoud dienen te worden aanvaard. De oude zaak „Lockersnol" wordt nog eens ter sprake gebracht. Het is een voordeel voor Schouwen geweest, dat spr. daartegen oppositie heeft gevoerd, want door het werk niet uit te voeren is veel geld bespaard. Het spijt spr. al deze grieven te moe ten uiten en hij kan den voorzitter niet meer eeren, hoewel hij dat voordien hier dikwijls heeft gedaan. De tweede pomp is een idéé, dat uitge gaan is van de hoofdingelanden. Spreker meent te mogen constateeren, dat de plaatsing van die tweede installatie een zegen is geweest voor Schouwen. De heer Moermond gelooft, dat de toestand wel wat al te zwartgallig wordt voorgesteld en waar de hoofdingelanden cijfers gaan noemen, zoo vraagt hij zich af of het niet beter is die in een besloten vergadering te noemen, want als de in gelanden dit alles lezen, dan zou het kunnen gebeuren, dat de hypotheken werden opgezegd. De voorzitter antwoordt op de ver schillende besehuldigingen met groote ontstemming. In de eerste plaats op die van den heer van den Bout. Spr. zegt, dat het niet te pas komt om op een dergelijke manier, zonder een schijn van redenen, verwijten te doen. Zoo heeft dhr. van den Bout heemraad Boogerd een heeleboel dingen verweten, die niet juist zijn. De heer Boogerd is jarenlang hoofdingeland geweest, heeft veel deel genomen aan de discussies en was meer malen in oppositie met het D.B. Sedert hij heemraad is geworden, dient hij de belangen eerlijk en, zoo voegt de voor zitter dhr. van den Bout toe: U hebt niet het recht hem verwijten in zijn gezicht te slingeren; U bent geen censor- morum! De voorzitter protesteert ver der met klem tegen de manier van op treden van den heer van den Bout tegen over hem en spr. merkt t. a. v. den Lockersnol op, dat het D. B. reeds te voren overleg gepleegd had met een anderen ingenieur, omdat het de plannen van den toenmaligen ingenieur niet ver trouwde. Spr. is verder van meening, dat samenwerking tusschen hoofdinge landen en het D. B. Wordt vereischt bij den tegenwoordigen toestand van het waterschap. Wanneer de heeren meenen, dat geld verkwist wordt, dan zit dat eenvoudig in de kolossale sommen, die door ons worden besteed voor buitengewone wer ken, zegt de voorzitter. Dat zijn dingen waarvoor de natuur aansprakelijk Schouwen moet met die* bedragen ko men, opdat geen groote ongelukken ge beuren. Het verschil tusschen de hoofdingelan den en het D. B., inzake de grindwegen zit hierin, dat het D.B. zegt: het be schikbare geld kan er niet voor gebruikt worden, en de hoofdingelanden: wij heb ben er wel fidutie op. Wat de betonnen muren betreft, die vallen buiten het ge ding. Daar is een apart potje voor. De voorzitter verwijst de heeren naar de begrooting, waarop tal van noodzakelijke werken niet zijn op gebracht, en tevens naar de glooiingen van den polder. Zij zijn bij andere polders niet te vergelij ken. Het D.B. stelt het niet voor: er is absoluut geen geld voor de wegen. Het is heel verkeerd, dat de A.V. ons dat verwijt, zegt hij, maar de gelden zijn noodig voor den aangevallen onderzee schen oever. De ontevredenheid moet worden bezorgd, waar ze behoort en zich niet uiten tegen het D.B. De heer van den Bout repliceert. Hij is van meening, dat de voorzitter aan de kwestie van Lockersnol een draai geeft. Het D. B. kwam met het voorstel tot voorziening van den nol en den ingenieur heeft het verdedigd. Door spr. is toen oppositie gevoerd, bijgestaan door den toenmaligen heemraad de Oude. Het gevolg daarvan is geweest, dat die zaak in handen is gesteld van een anderen ingenieur. De tweede pomp aan het stoomgemaal is er gekomen op initiatief der algem vergadering. Het is alleen in t belang van het waterschap, dat spr. dit alles zegt. De algemeene beschouwingen worden hierna gesloten en de vergadering ge schorst tot 1 uur. Bij de heropening wordt de begrooting artikelsgewijze behandeld. Inkomsten. Bij hoofdstuk IV, art. 1 de suatiegelden van aangrenzende pol ders vraagt de heer S. J. Gast: Hoe zit dat nu eigenlijk? We hebben ge hoord, dat de zaak bij Ged. Staten aan hangig is geweest, maar hoe waren de voorstellen van de aangrenzende ipolders? Wanneer men eischen stelt kan men dat doen op een manier, Waaraan de polders niet kunnen voldoen. De voorzitter: We hebben uitgerekend hoeveel het per H.A. zal bedragen. Ged. Staten verklaarden eerst, dat zij niet bevoegd waren uitspraak te doen. Na dien is het Polderreglement gewijzigd en toen hebben Ged. Staten bericht, dat zij wel uitspraak konden doen. De heer Gast heeft gevraagd: zijn die eischen niet te hoog? Voor den Westerenban is gevraagd f2 per H.A., dat, in aanmerking genomen de kadastrale grootte, bedroeg f790- De berekening voor den Oosteren ban is op dezelfde wijze geschied. Ge vraagd was daarvoor f790. Het water schap is nu bij de Kroon in hooger be roep gegaan. De heer H. J. Gast wijst er op, dat de in het verslag genoemde cijfers voor den Zuider-Nieuwland Polder niet juist zijn- Heemraad van der Wseijde zegt, dat er fouten in het jaarverslag zitten, hetgeen misleidend is. Hoofdstuk V (buitengewone ontvang sten) wordt verhoogd met f 245000 in ver band met de opbrengsten der leeningen voor de werken aan het Noorderstrand en Koudekerke, benevens f 30.000 voor kasgeld. Bij hoofdstuk II, art. 2 der Uitgaven, rapporteert de commissie, dat 't maken van een nieuwe brug ter plaatse van Bh. No. 5 overbodig is; het verbreeden van de bocht in Bs. No. 6 acht de com missie totaal overbodig en het vervan gen van Bh. No. 14 kan uitstel verdra gen. De voorzitter: Op de uitgaven voor de bruggen is beknibbeld, maar de brug in Cauesweg is gevaarlijk. De heer Steur, rapporteur der com missie, ziet het gevaar van deze brug niet in. Hij durft de ongelukken daar wel voor zijn rekening nemen. We zullen er acte van nemen, zegt de voorzitter. De hoofdingelanden achten de brug- verbeteringen onnoodig en de daarvoor voorgestelde uitgaven worden met f3100 verminderd. Op voorstel van heemraad' van der Weijde, wordt een post van f100 uitgetrokken voor onderhoud. De verhooging van de zeedijken (art. 4 van hoofdstuk III) wenscht de com missie geschrapt te zien, volgens het rapport. Thans stelt de commissie voor dit punt aan te houden. De voorzitter ontraadt zulks. Hij her innert aan hetgeen gesproken is op de vorige algemeene vergadering, t.o. v. het Noorderstrand. Kort geleden is bericht ingekomen over dit oevervak. Hieruit blijkt, dat de toestand bij dam 9 zeer achteruit gegaan is. In yerband daarmede stelt hij voor daar ter plaatse de voor zieningen te treffen, die ongeveer f8400 zullen bedragen, hetgeen gevonden kan worden uit Hoofdstuk III, art. 1, zonder dat het noodig is daarvoor te leenen. Conform wordt besloten. Schrapping van den post verhooging zeedijken, ontraadt de voorzitter. Het is de druppel, die den emmer doet over- loopen, zegt hij. Deze heele geschiedenis dateert van 1906, toen al de ongelukken in Tholen gebeurden. Na dien is er een aanschrijving gekomen van Ged. Staten, de zeedijken te verhoogen. In 1916 is besloten een potje daarvoor te maken om de dijken te verhoogen, door het geschot te verhoogen. In den oorljog was het cement te duur, maar toen dat goedkooper werd, is men successie velijk er mede begonnen. Aan 't Noor derstrand is het-nu in orde. Thans is de Zuidzijde aan de beurt. Het D.B. wil nu daar de dijken verhoogen om bij stormvloed gevrijwaard te zijn tegen' in- loopen. De heer Steur is van oordeel, gezien wat heeft plaats gehad, dat geen werke lijke verhooging plaats vindt. Hij wijst op de verhooging van den Schelphoek tot Smalleganges dijk, waar de kade achter de muren even hoog is. De voorzitter: Die dijksverhoogingen in beton hebben meer weerstand dan de achterliggende kade. Bij hoog water ko men de scheuren in den kruin van den dijk. Als er een muur voorstaat, zal dat niet zoo licht gebeuren. De heer Krepel kan voor de dijksver- hooging aan Flaauwers zijn stem geven, daar hij bang is voor de gevolgen Van een N.W.-storm. De heer Smallegange betwijfelt de noodzakelijkheid der betonmuren aan den Zuidkant en zijn grootste ergernis zijn de muren aan den Schelphoek. Met de muren aan den Noordkant is hij mede- gegaan. Zouden de muren niet tegeïi de kaden geplaatst kunnen worden, vraagt hij verder. De voorzitter merkt op, dat men met alle ongunstige omstandigheden rekening moet houden: met hooge getijden, spring vloed etc. We hebben het geld ervoor, laten we het besteden voor de verhoo ging der zeedijken. Als we het niet doen en er komt een hevige storm', die veel schade aanricht, dan komt wellicht een aanschrijving van .Ged. Staten, dat we de verhopging in specie moeten aanbrengen. Onnoodig te zeggen wat dèt kosten zal. Heemraad Bogt was oorspronkelijk voor het idée-Smallegange. De waterpassing heeft uitgewezen, dat de dijken sedert 1894, toen het water op den dijk stond 30 c.M. gezakt zijn en dat de gemiddel de vloedhoogte 171/2 c.M- is gerezen. De kaden zullen bezwijken als het water, er tegen komt. Verschillende ipplders heb ben hun dijken na 1906 verhoogd, alleen Schouwen niet. De uitgave voor de dijks verhoogingen beschouwt hij als een ver zekeringspremie. De ingenieur verdedigt de verhoogingen, in beton. De kaden kunnen misschien den golfslag keeren, maar geen hooge vloe den, omdat de kaden aan den achter kant van het dijkslichaam zijn aange bracht. De kruin van de muren is hoo ger dan de kruin van de kaden. De mu ren tegen de kade aanbrengen is niet ipractisch juist. I De heer S. J. Gast zou over het geld voor de dijksverhoogingen niet spreken als Schouwen niet voor zulke groote lasten stond. Spr. zou wel eens willen weten waar het staat, dat het geld, op gebracht door de ingelanden, alleen voor de dijksverhoogingen mag worden ge bruikt.. Hij kan het niet gelopven dat men daar af moet blijven. De voorzitter: Het D.B. moet vooruit zien. Governer c'est prévloir! Mén imoet niet wachten tot er iets ernstigs voorvalt. De heer Gast meent, dat er voor den Zuidkant nooit een aanschrijven van Ged. Staten gekomen is. De voorzitter meent van wel. (Stol vofgt!\

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1925 | | pagina 9