De RT.M, op Schouwen. De sterkste Macht B IJ VOEGSEL behoorende by de van Maandag 27 April 1925, no. 11227. Heden den 27 April is het 25 jaar geleden, dat de lijn Brouwershavens- Steenbergen der Rotterdamsche Tram- weg-Mpij. feestelijk werd geopend, ter wijl de lijn eerst den 30en April voor het publiek in werking trad. Na den strengen winter van 1890-'91, werden de vroeger reeds meermalen ter hand genomen plannen, ter verkrijging van een betere verbinding van de Elan den Schouwen—Duiveland met den vas ten wal, in onze streek zelve opnieuw ter sprake gebracht en vroeg en ver kreeg een plaatselijk comité, daartoe in staat gesteld door vrijwillige bijdragen van belangstellenden, concessie voor een stocmtramvei binding B'haven—Steenber gen, in hoofdzaak volgens de richting zooals deze thans gevolgd wordt. Dat comité bestond uit de heeren Ch. VV. Vermeys. burgemeester van Zierikzee, mr. J. A. Bolle, notaris te Renesse, C. J. Hocke Hoogenboom te Zonnemaire, J. Lopse Hocke te Brouwershaven en B. Giljam te Ouwerkerk; op technisch ge bied bijgestaan door den heer A. H. W. van der Vegt, ingenieur van het Water schap Schouwen. Met de lijn beoogde men een vaste verbinding met'een hoofdstation van het spoorwegnel, (de lijn Steenbergen—Roo sendaal van de Z.-Nederlandsche Stoom- tramweg-Mpij. was intusschen aangelegd) onafhankelijk van mist en ijsgang. Terecht werd door bovengenoemd co mité begrepen, dat alleen dan de aanleg van de lijn mogelijk zou zijn, wanneer een belangrijk bedrag aan subsidiën werd toegezegd. Overtuigd van de groote be- het eindpunt van-,de lijn. toen Caland zijn Waterweg had gegraven, stiet hij meteen zijn schop door 't hart van Brouwershaven en doemde het wat het nog is. Snelverkeer met het achter land werd zeer waarschijnlijk door de regeering toen niét meer van noode ge acht. Dit blijft echter het streven van iederen rechtgeaarden Schouwenaar en nog zeer onlangs werd te Steenbergen- een vergadering gehouden, waarbij snel lere verbinding met het hart van Hoi- Jancl ter sprake werd gebracht. De af gevaardigden van ons eiland voelden ech ter niets voor een snellramverbinding, maar wel voor een spoor. Moge in een niet te verre toekomst deze wensch nog een; in vervulling gaan. Maar hierover willen we het thans niet hebben. De tram 25 jaar hier! Velen onzer zul len zich nog de feest.eiijke opening her inneren, toen een gezelschap- van pl.m. 100 genoodigden met den versierden tram arriveerden en op het, intusschen weer uitgebreid, station welkom werden geheeten door den voorzitter van het feeslcomité, de heer J A. de Bruijne, die in een keurige speech de genoodfgden welkom heette en dank bracht aan 'de volharding van het Tram-comité;" dat na veel teleurstellingen toch haar doel be reikt had; aan de beide ministers van waterstaat, de heeren van der Sleijdtn en Lely, die het ontwerp hadden voor bereid, ingediend en verdedigd en voorts ar.n de heeren der R.T.M., die de con1- eessie hadden overgenomen. Enkele dagen na deze plechtigheid reed de tram door ons eiland tot Brouwers haven, dat toen het eindpunt was. Vele ouden van dagen hadden ér heel dik wijls eert lange voetreis voor over om het ijzeren monster van nabij zien en te bewonderen. Al spoedig mocht dc nieuwe lijn zich in de populariteit van de bewoners ver heugen en menigeen ondernam voor zijn plezier de reis met het allernieuwste middel van snelvervoer op ons eiland. Tot 1 April 1915 bleef Brouwershaven hoefte naar betere en snellere verkeers- middelen, heeft Schouwen—Duiveland zich in .dit opzicht niet onbetuigd gelaten; geen enkele jjemeente heeft zich ont trokken, terwijl ook vete polders bij dragen toezegden. De provincie bleef evenmin achter, ter wijl de toenmalige minister van Water- In die 25 jaren is door de R.T.M. lief en leed medegemaakt; leed natuurlijk ook en wc herinneren hier ter loops eenige fata als het ongeluk aan Ca- pelle, en hel op den steiger slaan van de „Minister Lely", in den avond van den 30sten September 1911. Gedenken wij hier de dooden, die vielen als slacht- staat, de heer Ph. W. van der Sleijden, offer Van hun plicht en huldigbn wij de zich bereid verklaarde te bevorderen, dat de benoodigde havenwerken aan Zijpe voor rijksrekening zóu worden aangelegd, zoodra de levensvatbaarheid van den ge- concessioneerden tramweg zou zijn aan getoond. Eenmaal zoover, heeft het comité de concessie overgedragen aan de Rotter damsche Tramweg-Mpij., toen 'deze de lijn levensvatbaar achtte, wanneer zij in verbinding gebracht werd met die van Rotterdam naar de Hoeksche Waard en derhalve te Numansdorp een haven aan- igelegd en een veerdienst Zijpe—Numans dorp in 't leven werd geroepen. Toen daarop den 28sten April 1897 de wet tot toekenning van rentelooze Voorschlotten uit 's Rijks schatkist ten behoeve van den aanleg van den stoom tramweg van Brouwershaven naar Steen bergen en van tramwegwerken tot aan sluiting van de haven nabij Numansdorp aan den stoomtramweg Zuid-Beijerland— Rotterdam en aanleg van Rijkshavens en aanlegplaatsen nabij Numansdorp te Zijpe. en te Willemspolder (A.-J.-Polder) aangenomen was, kon de totstandkoming van den nieuwen verkeersweg als Verze kerd beschouwd worden. De uitvoering der werken werd door de R.T.M. opge dragen aan den ingenieur A. H. W. van der Vegt en drie jaar na aanneming van bovengenoemde wet, den 27 April 1900, werd de lijn Brouwershaven—Steenber gen feestelijk geopend. Met de totstandkoming dezer lijn werd voorzien in een groote behoefte, hetgeen reeds in 1875 werd erkend, toen in de Tweede Kamer een wetsvoorstel werd ingediend, betreffende den aanleg van spoorwegen voor rekening van den Staat en daarbij een spoorweg was opgenomen van Steenbergen naar Brouwershaven, o.a in het belang van de ontwikkeling van landbouw, handel en nijverheid op Schou wen—Duiveland. Deze spoorweg moet nog komen! Brouwershaven was in genoemd jaar nog een haven van beteékenis, maar koene, ervaren zeelieden, die in storm achtige winteravonden de passagiers- vei lig thuisvoerden over de ongewisse wa teren der Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche stroomen. Den lsten April 1915 werd de lijn tot Burgh doorgetrokken, zeer tot ge noegen en ten gerieve van de bewonjers van het Noordelijk en Westelijk deel van Schouwen en... van de bezoekers van het strand in de zomermaanden, welke voor al van Zierikzee uit, een druk gebruik van den tram maken. Het nieuwste vervoermiddel onzer da gen, de autobus deed de tram concur rentie aan voor het passagiersvervoer, maar niet weinigen blijven nog altijd gebruik maken van de tram, die we hier, zoolang we nog geen spoor hebben, ze ker niet kunnen missen. Naast passa giers, denken we .hierbij vooral aan het goederenvervoer, dat per tram plaats vindt. Het drukke goederen- en veever- voer was mede oorzaak, dat de Zierik- zeesche Boot door de Tramweg-Maat schappij werd overgenomen en wel op 1 Juni 1918, teneinde het passagiersver voer naar Holjland aangenamer te ma ken. Het feit, „de tram 25 jaar op Schou wen en Duiveland'' zal, naar wij verne men, door de Mpij. eenfgszins feestelijk worden herdacht en mede door hen, die dien dag 25 jaren onafgebroken bij de maatschappij in dienst zijn. Hun namen mogen hier een plaats vin den. Het zijn de kapiteins J. C. Roth en C. Van den Berge, de machinist J. Quaak, de depótchef L. Breas, de baas van de werkplaats A. Freeke en de matroos W. Knop. Ongetwijfeld zal hun 25-jarig jubileum door de Mpij., in wiens dienst zij al dien lijd zijn geweest op prijs worden gesteld. Al staat, als lichtend ideaal, een spoor wegverbinding, aansluitende op Roosen daal, velen onzer lezers voor oogen, wij mogen hier dankbaar het feit, van „25 jaar do tram op ons eiland'' herden- FEUILLETON. dear J. M. 18 Vergeefs! De blauwgeaderde oogleden openden zich niet. Mijn God, als ze dood was? Juist besloot hij naar Hunenstein te hollen om hulp te halen, toen Réve's le dematen krampachtig begonnen te trek ken en een .pijnlijk kreunen over haar lippen kwam. Walter tilde haar bovenlijf wat om hoog en deed het rusten tegen zijn schou der. Enkele bange seconden, toen open den zich de groote oogen, staarden Wal ter aan met een uitdrukking in hun don kere diepte, die den goeden jongen pijn deed. „Juffrouw Hunenstein, hoe is het nu", stamelde hij, „voelt u zich wat beter, zal ik probeeren u naar, huis te brengen?" Een schok voer door haar lichaam. „Neen., neen, niet naar huis, nooit meer daarheen. Laat me en ga weg, och, laat me!" Walter schrok; hij begreep, dat ze zich had willen verdrinken. Wat zou er mei de arme' zijn voorgevallen? „Neen, neen, juffrouw Réve", suste hij, „u hier laten, wat zou Betty daarvan ken, omdat die dikwijls veel becritiseer- de tram, ons veTlost heeft, althans Voor een zeer groot deel, van ons isolement! ^ÏBÏÏTt ENLAWD. j Ken icteryieuw met koning Alfonso, j De bekende Fransche literatoren Jéróme en Jean Tharaud, die een reis door j Spanje maken, hébben een onderhoud met koning Alfonso gehad. Zij vertellen er een en ander over in het blad „Paris- Midi". Alfonso begon met de groote veilig- heid te roemen, welke er tegenwoordig in zijn koninkrijk heerscht. Gij kunt, zoo zeide hij, rustig midden op straat met een vriend blijven praten, zonder dat er een politie-agent komt om u tot doorloo- pen aan te manen. Ge kunt na midder nacht in de café's alle likeurtjes der we- reld drinken, hetgeen ik u in New-York of Londen te doen geef! In Madrid kunt u schreeuwen en zingen, als u er plezier in hebt, tot vijf uur 's ochtends. Slechts één ding is er sedert het Directorium veranderd, n.l. dat men met geld op zak kan wandelen zonder de kans te loopen overvallen te worden. Er .zijn voorts geen stakingen meer, onze fabrieken werken en de patroons zien niet meer eiken dag hun arbeiders bij zich verschijnen, met de revolver in de hand, óm hen te ver moorden of hun eischen te stellen. Ge moet toegeven, dat dit alles de moeite waard is... Ja, generaal Primo de Rivera heeft ons buiten de grondwet geplaatst en dat is natuurlijk erg. Zou men het parlement heropenen, zoo vervolgde de Koning zijn gemoedelijk be toog, dan zou men zien hoe de oude partijen, die het land naar den onder gang leidden, haar geschillen en klets praat zouden hervatten op het punt, waar Primo ze heeft afgebroken. Alles zou opnieuw beginnen en de arbeid van 20 maanden zou vernietigd zijn. De commu nistische leiders zouden meer dan ooit tot aanslagen en stakingen ophitsen. Volgens den Koning stelt zijn volk fei telijk geen belang in openbare aange- legènheden; het is een ontzaglijke neu trale massa, die zich nooit met politiek heeft bezig gehouden. Er zijn in Spanje vijf a zesduizend politici, meer niet. 1-Iet parlementarisme is voor hen een onaantastbaar ideaal. Liever zou de natie ten onder moeten gaan dan de parle mentsleden! Daartegenover staan twintig millioen Spanjaarden, die volkomen on verschillig zijn voor politieke manoeuvres en slechts één ding verlangen: veiligheid bij den arbeid en eerbied voor hun eigen dom- Moet men om zesduizend personen plezier te doen er twintig millioen op offeren?.... Nachtelijk drama. Niet ver van Ath (Henegouwen) heeft zich een afschuwelijk drama afgespeeld. Kort na één uur 's nachts drongen drie mannen een boerderij bjnnen en scho ten den eigenaar, Canon"" 'in zijn bed dood. Het 7-jarig dochtertje, dat luide schreide, werd eveneens afgemaakt. Hierna dwongen de onverlaten, de vrouw, de brandkast te openen. De boe ven, vermoedelijk Polen, roofden een aanzienlijk bedrag en vuurden, alvorens de woning te verlaten, hun revolvers op de ongelukkige- vrouw af, die kort daar op den geest gaf. Een koewachter, die met een revolver gewapend, de roovers nazette, werd door drie kogels getroffen en moest, gevaarlijk gewond, naar een ziekenhuis worden overgebracht. De ma- réchausseés begonnen terstond hun on derzoek naar het spoor der moorde naars, die, naar de getuigenis van den koewachter, hun fietsen in een nabij- zijnd boschje hadden geplaatst. Het par ket van Doornik kwam ter plaatse en heeft een nauwkeurig onderzoek inge steld. hetwelk met behulp van speur honden den geheelen dag werd voort gezet. Twee der vermoedelijke daders zijn te 's-Gravenhage aangehouden. Zij zijn met den koewachter geconfronteerd en worden in verzekerde bewaring ge houden. „Betty?" Ze snikte schor, zonder tra nen. „Och, breng me bij haar, naar huis kan ik niet meer." Walter wes radeloos. Hoe zou hij aan haar verlangen voldoen? Loopen kon ze niet. Daar kreeg hij een inval. „Zal ik den houtvester halen met zijn wagen, dan kan hij u naar Betty brengen; is dat goed? Betty houdt zooveel van u, juffrouw Réve, ze zal u zoo verwennen". Ze hoorde nauwelijks zijn sussende stem, staarde hijgend ngar het droom - stille water. Nu wist zé het, ze had daarin willen springen, en was gevallen aan den kant. Waarom had ze niet mo gen sterven, zij, de booze geest van Hunenstein. Was ze dat waarlijk? Ach. ze wist het niet. Betty moest het 'haar zeggen. En plots, in haar koortshitte, hunkerde ze naar dat lieve, reine ge zichtje, die kalme oogen. Ze spande alle krachten in om op te staan, maar steu nend viel ze weer tegen Walter aap. Haar gedachten verwarden 'zich tot een chaos van angst en schrikbeelden, ai_ broken woorden kwamen over hare lip pen en de arme Walter wist niet wat te doen. Daar hoerde hij flauw het ge klap van hoeven en wielengeknars. Ah, dat 'zou Hasselman wezen, het was im mers Dinsdag, zeker ging hij naar de 'markt te L. trokkenplannen zijn beraamd om voor de toekomst het luchtverkeer tusschen Nederland en dat deel van zijn over' zeesch gebied te bevorderen1 en van par ticuliere zijde daartoe een krachtigen, eersten stoot te geven. Zij die de gedachte daaryan ontwier pen, hopen, als uiting van waardeering van de grootsche prestatie, zooveel geld bijeen le brengen, dal daaTVan 2 vlieg tuigen van de beste hoedanigheden Icon den gebouwd worden, één voor ons land, het ander voor Indië, teneinde daarmede studies te maken, ervaringen op te doen en zoodoende een geregelden luchtdienst tusschen Indië en het moederland voor te bereiden. Een nationaal Comité, waar van de minister van waterstaat eère-Voor- zitter is en tal van bekende mannen in den lande eere-leden zijn, heeft uit zijn midden een centraal uitvoerend comité gevormd, met den oud-Minister prof. mr. M. W. F. Treub als voorzitter, en zich in. verbinding gesteld met de overige deelen van het land voor de vorming van plaatselijke comité's. ^LANDBOUW en yeeteelt. Beetwortelreredellng. Dinsdag 21 April vergaderde de Alge- meene Technische Vereeniging van. Beet- wortelsuikerf'abrikanten en Raffinadeürs in het Hotel, ,De Twee Steden" te 's-Gra venhage. In de middagvergadering sprak prof. dr. Erwin Baur uit Berlijn, de be kende specialiteit op het gebied der er felijkheidstheorie over „Z:ele und Wege der Zuckerrübenzüchtung". Vele genoodigden woonden déze lezing bij, meldt het Hdbl. O.a. werden opge merkt de inspecteurs van den Landbouw, de heeren I. G. J. Kal^ebeeke en Ir. Th. J. Mannsholt, en prof. dr. G. van Iter- son, hoogleeraar te Delft. Spr. schetst op bijzonder onderhou dende wijze de moeilijkheden die de te genwoordige stand- van het vraagstuk der bietenveredeling oplevert. De groote bedragen die in het beplanten van de proefvelden moeten worden vastgelegd worden te bezwarend voor particuliere instellingen, mede door den langen tijd die moet verloopen eer een resultaat verkregen wordt. Dergelijke proefnemin gen zullen dan ook van Rijkswege ge subsidieerd moeten worden. Van het sla gen van pogingen tot verdere verede ling van de suikerb:et zal zeker de con cur rentiemo gelijkheid van bietsuikerindus trie tegenover rietsuikerindustrie ten deele afhangen, zoodat de gemaakte kosten waarschijnlijk goed geplaatst zullen zijn. Van groot belang is in d-'t verband de mededeeling van prof. Baur, dat cok in den tegenwoordigen tijd in Du;tschland door de regeering belangrijke bedragen voor zijn werk worden beschikbaar ge steld. Dit vormt wel een groot contrast met de opvattingen in Nederland, waar men van Regeeringswege wil gaan be zuinigen op dc uitgaven ten behoeve van den landbouw. De mededeelingen van prof. Baur had den de onverdeelde belangstelling van de aanwezigen. BINNENLAND Ecu nationaal werk. Hel is bekend, dat na den goedgeslaag- den tocht der drie koene Nederlanders, die het eerst den luchtweg naar Indië Walter vleide Réve zacht neer en snel de naar den rijweg. Goddank, daar kwam waarlijk de oude tentwagen van Hassel man aan. In een oogenblik was Walter hem opzij en vertelde haastig wat er gaande was. De oude man werd doods bleek. Hij zei geen woord, maar bond het paard vast aan een boom en ging met Walter naar Révarde. Zonder zich eên oogenblik te bedenken, tilde hij de lichte gedaante op en droeg haar zon der inspanning naar het voertuig. Hij beduidde Walter de «wollen deken van het paard in den wagen uit te spreiden en eenige leege zakken, daar legde hij voorzichtig Révarde op. Het ligt niet zacht, mompelde hij, maar ge zijt niet verwend. Tranen dropen plots in zijn baard en een pijn klaagde aan zijn hart. Zoo ver was het dus ge komen met het liefste kind van zijn overleden mijnheer. „Gn jij bij haar zitten en steun haar zooveel mogelijk", beval hij Walter. Daar op sprong hij op den bok en stapvoets ging het dorpwaarts. De weinige menschen, die op waren in het dorp, letten er niet op, dat Has selman's gerij het hek van juffrouw Zee binnenreed, het gebeurde wel meer Dins- dags. Betty was al op, hoewel de klok pas zes sloeg: een linnen kimono dekte heur slanke figuur; het zware goudbruine haar INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie Copy wordt niet teruggevonden. Spaar de Vogels. (Een woord tot allen, wien het belang der jeugd ter harte gaat). De broedtijd onzer vogels is weer aan gebroken; zanglijsters, merels en bas taard-nachtegalen hebben hun nest ge reed, zijn zelfs al met broeden begon nen. Iederen dag kunnen nog vogels uit het Zuiden verwacht worden en in de eerstvolgende weken zal het leven dezer dieren zijn hoogtepunt weer bereiken. Van het al of niet gelukken der broed- pogingen zal het afhangen of de natuur voldoende vogels te harer beschikking heeft voor het bewaren van het zoo noodzakelijke evenwicht. Emelten, slak ken en ander gedierte, zijn bijna overal in ons land een ware plaag geworden en den landbouwers wordt aanbevolen, hun toevlucht tot Parijsch groen te nemen om de schade tegen te gaan. Naast an dere dieren zijn onze vogels de schep selen, die een te groote vermeerdering van insecten kunnen bestrijden en beter nog. voorkomen. Het algemeen belang eischt, vooral nu, dat de vogels niet vervolgd worden, maar de mensch heeft nog al te dikwijls geen ,oOg voor eigen voordeelen. De grootste nestenvernieling moet nog altijd op rekening van den mensch, van hpt kind vooral, gesteld worden en deze aanslag pp de natuur wpirdt nog al te vaak vergoeilijkt. Men is er nog lang niet voldoende Van doordrongen, dat vo gelverdelging en dus pok nestenroo- 'verij een kwaad is, dat zichzelf wreekt. Nog een andere schaduwzijde is er verbonden aan het uithalen van nesten door de jeugd en ook die mag niet onder schat worden; het leidt tot ruwheid en tot wreedheid, hel verhardt het kinder lijk gemoed. En wie zal onze kinderen daarvoor niet willen behoeden? Het ia weer het algemeen belang, dat eischt, dat Wij den kinderen leeren, zwakke schepselen in bescherming te nemen. Indien men nu vraagt, of het mogelijk is de kinderen van vogelverdelgers tot vogelbeschermers te maken, dan durven wij daarop zonder aarzelen een bevesti gend antwoord te geven. Op tal van scholen is- dat zonneklaar gebleken en alles hangt maar af van eenige leiding. Waar den kinderen in hun vrijen tijd geleerd wordt nestkastjes te vervaardi gen, waar enkele Woensdag- of Zater dagmiddagen gebruikt worden voor een wandeling in de 'vrije natuur, en waar gewezen wordt op het verkeerde van nêstplundering, daar wordt de jeugd snel voor vogelbescherming gewonnen. Wat in sommige plaatsen kan, is ook elders mogelijk en wij doen een drin gend beroep, zoowel op de school, als op het huisgezin, om de jeugd van wreedheid onbewuste wreedheid veel al af le houden. De kinderen zullen ons er later dankbaar voor zijn, dat wij hun op het mooie in de natuur ge wezen hebben en dat wij er naar ge streefd hebben, hun te leeren genieten van het zuiverste levensgenot Het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereen, tot bescherming uan oogels. Mijnheer de Rëdacteuri Beleefd -verzoek ik eenige plaatsruimte voor het volgende;' Met veitoazing las ik het ingezonden stuk van Nieuwerkerk: „Die zich vereeni gen met de vroedvrouw tot verpleegster". De tijden veranderen en wij met hen, is daar nog niet op zijn plaats. Al heeft de vroedvrouw het verpleeg stersdiploma, dan kan dit nog niet samen gaan. Niemand kan twee heeren dienen. Hoe kan een vroedvrouw, die 's nachts bij een as. kraamvrouw heeft gezeten, 's morgens bekwaam voor haar -taak zijn? Wie zou daar het meest onder lijden? Natuurlijk onze patiënten. Men moet in een wijk, net als overal, ordelijk wer ken. Het gaat toch niet op vandaag om 9 uur 'beginnen en morgen weer maar eens wat later. Of nog erger. Bezig zijnde met een patient wordt de vroed vrouw door spoed'boodschap- weggeroe pen. De patient blijft half klaar liggen en moet door familie verder geholpen worden. Door ondeskundige, zij 't nog zoo met liefdevolle hand verricht, in den regel zoo vermoeiend en daardoor voor de zieken zulk een marteling, dat zij dan maar al te vaak achterwege worden gelaten. Door het aanstellen van een vroed vrouw-verpleegster zou de zuinigheid de wijsheid bedriegen. Is het ook goed, dat de vroedvrouw Wij allerlei ziekten komt? Zijn ze misschien op Nieuwerkerk bang, dat de zuster te weinig werk heeft? Wan neer zij, riu een zuster nemen, die buiten haar andere diploma's nog in het bezit is van diploma wijkverpleegster-huisbe zoekster, dan kart deze buiten haar werk de wintermaanden nog les geven aan moeders en bakers. De zuigelingensterfte is njog veel te hoog in Zeeland, bij (andere plaatsen vergeleken. Zoo'n cursus zou niet overbodig of een luxe zijn. Alles wat ondernomen moet worden kost veel geld, zal het geen lapwerk blijven. Ingezetenen stelt het „Groene Kruis" in staat, door een flinke gift, door een goede 'bezoldiging de werkkrachten te vinden, die hier voor noodig zijn. 'Met dank voor de plaatsing, Utrecht, April 1925. Zuster C. H. J. VAN NIEUWENHUIZE. hing los tot op heur middel, door een enkele kam van het voorhoofd wegge houden. „Goedenmorgen, oompje", klonk haar heldere stem, „ik ben blij, dat u even aankomt, moeder heeft wat boodschap pen te L. Opeens bestierven de woorden haar op de lippen, tpen ze zijn bleek, ontdaan ge zicht zag'en Walter in den wagen. Na eenige oogenblikken was haar lief gelaat even bleek als dat van Hassel man, maar ze bleef kalm en flink. Het eerst, wat ze deed was haar moeder roepen, toen hielp ze Révarde te bed leggen en wiesch haar met eau de co logne. Het duurde lang eer de zieke weer bijkwam. Ze herkende Betty ter stond, toen ze de oogen opsloeg en klemde zich met beide handen aan haar vast. „Beloof me, dal ik niet naar huis moet, help me Betty, laat ze niet bin nen als ze komen." „Ik beloof het je, lieveling, ga nu kalm liggen en probeer wat te rusten. Nie mand zal je leed doen hier in huis. Later kun je me alles vertellen, nu moet je rusten, slapen. Moedertje en ik blijven hier dicht bij je bed". Ze kuste het klamme voorhoofd en Réve viel weer achterover. Ze probeerde nog wat te zeggen, maar opnieuw kwam een verdooving over haar. Na een half uur stond, dokter Roden aan het bed en sloeg Réve aandachtig gade. 1 i ,,/k kan er nog niets van zeggen", be antwoordde hij Betty's ernstig vragen- den blik. „Ze schijnt vreeselijk geschokt te zijn. Rust is alles wat de patiënte voor eerst noodig heeft. Het kan zijn, dat zij met eenige dagen weer beter is, maar ik vrees iets ergers. Het is niet onmogelijk, dat er een ernstige ziekte uit voort komt en het zwakke gestel van den zieke doet in dat geval het ergste vree zen. Weet u goed, wat u op u neemt, juffrouw Zee?" „Ik weet het dokter, antwoordde Bet ty's moeder ernstig. „Uit alles wat Wal ter vertelt blijkt zonneklaar, dat juf frouw Révarde in vreeselijke wanhoop Hunenstein ontvlucht is. Ze was altijd een verstootelinge en tegenover haar fa milie, dié haar hiertoe gedreven heeft, zal ik me weten te verantwoorden. Ik zal terstond bericht zenden, opdat ze weten waar Révarde is, maar over mijn drempel komt geen van hen. Haar eerste woorden, toen ze even bij kennis was, smeekten daarom. Oi die trotsche wreed aards" vervolgde ze, heftig wordend, „ze hebben die arme hét leven tot een kwel ling gemaakt, haar, die toch al zoo' on gelukkig is, door haar zwakte en mis maaktheid, hoe konden ze!" (Wordt derooigd.}

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1925 | | pagina 5