De RT.M, op Schouwen.
De sterkste Macht
B IJ VOEGSEL
behoorende by de
van Maandag 27 April 1925, no. 11227.
Heden den 27 April is het 25 jaar
geleden, dat de lijn Brouwershavens-
Steenbergen der Rotterdamsche Tram-
weg-Mpij. feestelijk werd geopend, ter
wijl de lijn eerst den 30en April voor
het publiek in werking trad.
Na den strengen winter van 1890-'91,
werden de vroeger reeds meermalen ter
hand genomen plannen, ter verkrijging
van een betere verbinding van de Elan
den Schouwen—Duiveland met den vas
ten wal, in onze streek zelve opnieuw
ter sprake gebracht en vroeg en ver
kreeg een plaatselijk comité, daartoe in
staat gesteld door vrijwillige bijdragen
van belangstellenden, concessie voor een
stocmtramvei binding B'haven—Steenber
gen, in hoofdzaak volgens de richting
zooals deze thans gevolgd wordt. Dat
comité bestond uit de heeren Ch. VV.
Vermeys. burgemeester van Zierikzee, mr.
J. A. Bolle, notaris te Renesse, C. J.
Hocke Hoogenboom te Zonnemaire, J.
Lopse Hocke te Brouwershaven en B.
Giljam te Ouwerkerk; op technisch ge
bied bijgestaan door den heer A. H. W.
van der Vegt, ingenieur van het Water
schap Schouwen.
Met de lijn beoogde men een vaste
verbinding met'een hoofdstation van het
spoorwegnel, (de lijn Steenbergen—Roo
sendaal van de Z.-Nederlandsche Stoom-
tramweg-Mpij. was intusschen aangelegd)
onafhankelijk van mist en ijsgang.
Terecht werd door bovengenoemd co
mité begrepen, dat alleen dan de aanleg
van de lijn mogelijk zou zijn, wanneer
een belangrijk bedrag aan subsidiën werd
toegezegd. Overtuigd van de groote be- het eindpunt van-,de lijn.
toen Caland zijn Waterweg had gegraven,
stiet hij meteen zijn schop door 't hart
van Brouwershaven en doemde het wat
het nog is. Snelverkeer met het achter
land werd zeer waarschijnlijk door de
regeering toen niét meer van noode ge
acht. Dit blijft echter het streven van
iederen rechtgeaarden Schouwenaar en
nog zeer onlangs werd te Steenbergen-
een vergadering gehouden, waarbij snel
lere verbinding met het hart van Hoi-
Jancl ter sprake werd gebracht. De af
gevaardigden van ons eiland voelden ech
ter niets voor een snellramverbinding,
maar wel voor een spoor. Moge in een
niet te verre toekomst deze wensch nog
een; in vervulling gaan. Maar hierover
willen we het thans niet hebben.
De tram 25 jaar hier! Velen onzer zul
len zich nog de feest.eiijke opening her
inneren, toen een gezelschap- van pl.m.
100 genoodigden met den versierden
tram arriveerden en op het, intusschen
weer uitgebreid, station welkom werden
geheeten door den voorzitter van het
feeslcomité, de heer J A. de Bruijne, die
in een keurige speech de genoodfgden
welkom heette en dank bracht aan 'de
volharding van het Tram-comité;" dat na
veel teleurstellingen toch haar doel be
reikt had; aan de beide ministers van
waterstaat, de heeren van der Sleijdtn
en Lely, die het ontwerp hadden voor
bereid, ingediend en verdedigd en voorts
ar.n de heeren der R.T.M., die de con1-
eessie hadden overgenomen.
Enkele dagen na deze plechtigheid reed
de tram door ons eiland tot Brouwers
haven, dat toen het eindpunt was. Vele
ouden van dagen hadden ér heel dik
wijls eert lange voetreis voor over om
het ijzeren monster van nabij zien en
te bewonderen.
Al spoedig mocht dc nieuwe lijn zich
in de populariteit van de bewoners ver
heugen en menigeen ondernam voor zijn
plezier de reis met het allernieuwste
middel van snelvervoer op ons eiland.
Tot 1 April 1915 bleef Brouwershaven
hoefte naar betere en snellere verkeers-
middelen, heeft Schouwen—Duiveland zich
in .dit opzicht niet onbetuigd gelaten;
geen enkele jjemeente heeft zich ont
trokken, terwijl ook vete polders bij
dragen toezegden.
De provincie bleef evenmin achter, ter
wijl de toenmalige minister van Water-
In die 25 jaren is door de R.T.M. lief
en leed medegemaakt; leed natuurlijk
ook en wc herinneren hier ter loops
eenige fata als het ongeluk aan Ca-
pelle, en hel op den steiger slaan van
de „Minister Lely", in den avond van
den 30sten September 1911. Gedenken
wij hier de dooden, die vielen als slacht-
staat, de heer Ph. W. van der Sleijden, offer Van hun plicht en huldigbn wij de
zich bereid verklaarde te bevorderen, dat
de benoodigde havenwerken aan Zijpe
voor rijksrekening zóu worden aangelegd,
zoodra de levensvatbaarheid van den ge-
concessioneerden tramweg zou zijn aan
getoond.
Eenmaal zoover, heeft het comité de
concessie overgedragen aan de Rotter
damsche Tramweg-Mpij., toen 'deze de
lijn levensvatbaar achtte, wanneer zij in
verbinding gebracht werd met die van
Rotterdam naar de Hoeksche Waard en
derhalve te Numansdorp een haven aan-
igelegd en een veerdienst Zijpe—Numans
dorp in 't leven werd geroepen.
Toen daarop den 28sten April 1897
de wet tot toekenning van rentelooze
Voorschlotten uit 's Rijks schatkist ten
behoeve van den aanleg van den stoom
tramweg van Brouwershaven naar Steen
bergen en van tramwegwerken tot aan
sluiting van de haven nabij Numansdorp
aan den stoomtramweg Zuid-Beijerland—
Rotterdam en aanleg van Rijkshavens
en aanlegplaatsen nabij Numansdorp te
Zijpe. en te Willemspolder (A.-J.-Polder)
aangenomen was, kon de totstandkoming
van den nieuwen verkeersweg als Verze
kerd beschouwd worden. De uitvoering
der werken werd door de R.T.M. opge
dragen aan den ingenieur A. H. W. van
der Vegt en drie jaar na aanneming van
bovengenoemde wet, den 27 April 1900,
werd de lijn Brouwershaven—Steenber
gen feestelijk geopend.
Met de totstandkoming dezer lijn werd
voorzien in een groote behoefte, hetgeen
reeds in 1875 werd erkend, toen in de
Tweede Kamer een wetsvoorstel werd
ingediend, betreffende den aanleg van
spoorwegen voor rekening van den Staat
en daarbij een spoorweg was opgenomen
van Steenbergen naar Brouwershaven, o.a
in het belang van de ontwikkeling van
landbouw, handel en nijverheid op Schou
wen—Duiveland. Deze spoorweg moet nog
komen! Brouwershaven was in genoemd
jaar nog een haven van beteékenis, maar
koene, ervaren zeelieden, die in storm
achtige winteravonden de passagiers- vei
lig thuisvoerden over de ongewisse wa
teren der Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche
stroomen.
Den lsten April 1915 werd de lijn
tot Burgh doorgetrokken, zeer tot ge
noegen en ten gerieve van de bewonjers
van het Noordelijk en Westelijk deel van
Schouwen en... van de bezoekers van het
strand in de zomermaanden, welke voor
al van Zierikzee uit, een druk gebruik
van den tram maken.
Het nieuwste vervoermiddel onzer da
gen, de autobus deed de tram concur
rentie aan voor het passagiersvervoer,
maar niet weinigen blijven nog altijd
gebruik maken van de tram, die we hier,
zoolang we nog geen spoor hebben, ze
ker niet kunnen missen. Naast passa
giers, denken we .hierbij vooral aan het
goederenvervoer, dat per tram plaats
vindt. Het drukke goederen- en veever-
voer was mede oorzaak, dat de Zierik-
zeesche Boot door de Tramweg-Maat
schappij werd overgenomen en wel op
1 Juni 1918, teneinde het passagiersver
voer naar Holjland aangenamer te ma
ken. Het feit, „de tram 25 jaar op Schou
wen en Duiveland'' zal, naar wij verne
men, door de Mpij. eenfgszins feestelijk
worden herdacht en mede door hen, die
dien dag 25 jaren onafgebroken bij de
maatschappij in dienst zijn.
Hun namen mogen hier een plaats vin
den. Het zijn de kapiteins J. C. Roth
en C. Van den Berge, de machinist J.
Quaak, de depótchef L. Breas, de baas
van de werkplaats A. Freeke en de
matroos W. Knop.
Ongetwijfeld zal hun 25-jarig jubileum
door de Mpij., in wiens dienst zij al dien
lijd zijn geweest op prijs worden gesteld.
Al staat, als lichtend ideaal, een spoor
wegverbinding, aansluitende op Roosen
daal, velen onzer lezers voor oogen,
wij mogen hier dankbaar het feit, van
„25 jaar do tram op ons eiland'' herden-
FEUILLETON.
dear J. M.
18
Vergeefs! De blauwgeaderde oogleden
openden zich niet.
Mijn God, als ze dood was?
Juist besloot hij naar Hunenstein te
hollen om hulp te halen, toen Réve's le
dematen krampachtig begonnen te trek
ken en een .pijnlijk kreunen over haar
lippen kwam.
Walter tilde haar bovenlijf wat om
hoog en deed het rusten tegen zijn schou
der. Enkele bange seconden, toen open
den zich de groote oogen, staarden Wal
ter aan met een uitdrukking in hun don
kere diepte, die den goeden jongen pijn
deed.
„Juffrouw Hunenstein, hoe is het nu",
stamelde hij, „voelt u zich wat beter,
zal ik probeeren u naar, huis te brengen?"
Een schok voer door haar lichaam.
„Neen., neen, niet naar huis, nooit meer
daarheen. Laat me en ga weg, och, laat
me!"
Walter schrok; hij begreep, dat ze zich
had willen verdrinken. Wat zou er mei
de arme' zijn voorgevallen?
„Neen, neen, juffrouw Réve", suste hij,
„u hier laten, wat zou Betty daarvan
ken, omdat die dikwijls veel becritiseer-
de tram, ons veTlost heeft, althans Voor
een zeer groot deel, van ons isolement!
^ÏBÏÏTt ENLAWD. j
Ken icteryieuw met koning Alfonso, j
De bekende Fransche literatoren Jéróme
en Jean Tharaud, die een reis door j
Spanje maken, hébben een onderhoud
met koning Alfonso gehad. Zij vertellen
er een en ander over in het blad „Paris-
Midi".
Alfonso begon met de groote veilig-
heid te roemen, welke er tegenwoordig
in zijn koninkrijk heerscht. Gij kunt, zoo
zeide hij, rustig midden op straat met
een vriend blijven praten, zonder dat er
een politie-agent komt om u tot doorloo-
pen aan te manen. Ge kunt na midder
nacht in de café's alle likeurtjes der we-
reld drinken, hetgeen ik u in New-York
of Londen te doen geef! In Madrid kunt
u schreeuwen en zingen, als u er plezier
in hebt, tot vijf uur 's ochtends. Slechts
één ding is er sedert het Directorium
veranderd, n.l. dat men met geld op zak
kan wandelen zonder de kans te loopen
overvallen te worden. Er .zijn voorts geen
stakingen meer, onze fabrieken werken
en de patroons zien niet meer eiken dag
hun arbeiders bij zich verschijnen, met
de revolver in de hand, óm hen te ver
moorden of hun eischen te stellen. Ge
moet toegeven, dat dit alles de moeite
waard is... Ja, generaal Primo de Rivera
heeft ons buiten de grondwet geplaatst
en dat is natuurlijk erg.
Zou men het parlement heropenen, zoo
vervolgde de Koning zijn gemoedelijk be
toog, dan zou men zien hoe de oude
partijen, die het land naar den onder
gang leidden, haar geschillen en klets
praat zouden hervatten op het punt, waar
Primo ze heeft afgebroken. Alles zou
opnieuw beginnen en de arbeid van 20
maanden zou vernietigd zijn. De commu
nistische leiders zouden meer dan ooit
tot aanslagen en stakingen ophitsen.
Volgens den Koning stelt zijn volk fei
telijk geen belang in openbare aange-
legènheden; het is een ontzaglijke neu
trale massa, die zich nooit met politiek
heeft bezig gehouden. Er zijn in Spanje
vijf a zesduizend politici, meer niet.
1-Iet parlementarisme is voor hen een
onaantastbaar ideaal. Liever zou de natie
ten onder moeten gaan dan de parle
mentsleden! Daartegenover staan twintig
millioen Spanjaarden, die volkomen on
verschillig zijn voor politieke manoeuvres
en slechts één ding verlangen: veiligheid
bij den arbeid en eerbied voor hun eigen
dom- Moet men om zesduizend personen
plezier te doen er twintig millioen op
offeren?....
Nachtelijk drama.
Niet ver van Ath (Henegouwen) heeft
zich een afschuwelijk drama afgespeeld.
Kort na één uur 's nachts drongen drie
mannen een boerderij bjnnen en scho
ten den eigenaar, Canon"" 'in zijn bed
dood. Het 7-jarig dochtertje, dat luide
schreide, werd eveneens afgemaakt.
Hierna dwongen de onverlaten, de
vrouw, de brandkast te openen. De boe
ven, vermoedelijk Polen, roofden een
aanzienlijk bedrag en vuurden, alvorens
de woning te verlaten, hun revolvers op
de ongelukkige- vrouw af, die kort daar
op den geest gaf. Een koewachter, die
met een revolver gewapend, de roovers
nazette, werd door drie kogels getroffen
en moest, gevaarlijk gewond, naar een
ziekenhuis worden overgebracht. De ma-
réchausseés begonnen terstond hun on
derzoek naar het spoor der moorde
naars, die, naar de getuigenis van den
koewachter, hun fietsen in een nabij-
zijnd boschje hadden geplaatst. Het par
ket van Doornik kwam ter plaatse en
heeft een nauwkeurig onderzoek inge
steld. hetwelk met behulp van speur
honden den geheelen dag werd voort
gezet. Twee der vermoedelijke daders
zijn te 's-Gravenhage aangehouden. Zij
zijn met den koewachter geconfronteerd
en worden in verzekerde bewaring ge
houden.
„Betty?" Ze snikte schor, zonder tra
nen. „Och, breng me bij haar, naar huis
kan ik niet meer."
Walter wes radeloos. Hoe zou hij aan
haar verlangen voldoen? Loopen kon ze
niet. Daar kreeg hij een inval. „Zal ik
den houtvester halen met zijn wagen,
dan kan hij u naar Betty brengen; is
dat goed? Betty houdt zooveel van u,
juffrouw Réve, ze zal u zoo verwennen".
Ze hoorde nauwelijks zijn sussende
stem, staarde hijgend ngar het droom -
stille water. Nu wist zé het, ze had
daarin willen springen, en was gevallen
aan den kant. Waarom had ze niet mo
gen sterven, zij, de booze geest van
Hunenstein. Was ze dat waarlijk? Ach.
ze wist het niet. Betty moest het 'haar
zeggen. En plots, in haar koortshitte,
hunkerde ze naar dat lieve, reine ge
zichtje, die kalme oogen. Ze spande alle
krachten in om op te staan, maar steu
nend viel ze weer tegen Walter aap.
Haar gedachten verwarden 'zich tot een
chaos van angst en schrikbeelden, ai_
broken woorden kwamen over hare lip
pen en de arme Walter wist niet wat
te doen. Daar hoerde hij flauw het ge
klap van hoeven en wielengeknars. Ah,
dat 'zou Hasselman wezen, het was im
mers Dinsdag, zeker ging hij naar de
'markt te L.
trokkenplannen zijn beraamd om voor
de toekomst het luchtverkeer tusschen
Nederland en dat deel van zijn over'
zeesch gebied te bevorderen1 en van par
ticuliere zijde daartoe een krachtigen,
eersten stoot te geven.
Zij die de gedachte daaryan ontwier
pen, hopen, als uiting van waardeering
van de grootsche prestatie, zooveel geld
bijeen le brengen, dal daaTVan 2 vlieg
tuigen van de beste hoedanigheden Icon
den gebouwd worden, één voor ons land,
het ander voor Indië, teneinde daarmede
studies te maken, ervaringen op te doen
en zoodoende een geregelden luchtdienst
tusschen Indië en het moederland voor
te bereiden. Een nationaal Comité, waar
van de minister van waterstaat eère-Voor-
zitter is en tal van bekende mannen in
den lande eere-leden zijn, heeft uit zijn
midden een centraal uitvoerend comité
gevormd, met den oud-Minister prof. mr.
M. W. F. Treub als voorzitter, en zich
in. verbinding gesteld met de overige
deelen van het land voor de vorming
van plaatselijke comité's.
^LANDBOUW en yeeteelt.
Beetwortelreredellng.
Dinsdag 21 April vergaderde de Alge-
meene Technische Vereeniging van. Beet-
wortelsuikerf'abrikanten en Raffinadeürs
in het Hotel, ,De Twee Steden" te 's-Gra
venhage. In de middagvergadering sprak
prof. dr. Erwin Baur uit Berlijn, de be
kende specialiteit op het gebied der er
felijkheidstheorie over „Z:ele und Wege
der Zuckerrübenzüchtung".
Vele genoodigden woonden déze lezing
bij, meldt het Hdbl. O.a. werden opge
merkt de inspecteurs van den Landbouw,
de heeren I. G. J. Kal^ebeeke en Ir. Th.
J. Mannsholt, en prof. dr. G. van Iter-
son, hoogleeraar te Delft.
Spr. schetst op bijzonder onderhou
dende wijze de moeilijkheden die de te
genwoordige stand- van het vraagstuk
der bietenveredeling oplevert. De groote
bedragen die in het beplanten van de
proefvelden moeten worden vastgelegd
worden te bezwarend voor particuliere
instellingen, mede door den langen tijd
die moet verloopen eer een resultaat
verkregen wordt. Dergelijke proefnemin
gen zullen dan ook van Rijkswege ge
subsidieerd moeten worden. Van het sla
gen van pogingen tot verdere verede
ling van de suikerb:et zal zeker de con
cur rentiemo gelijkheid van bietsuikerindus
trie tegenover rietsuikerindustrie ten deele
afhangen, zoodat de gemaakte kosten
waarschijnlijk goed geplaatst zullen zijn.
Van groot belang is in d-'t verband de
mededeeling van prof. Baur, dat cok in
den tegenwoordigen tijd in Du;tschland
door de regeering belangrijke bedragen
voor zijn werk worden beschikbaar ge
steld. Dit vormt wel een groot contrast
met de opvattingen in Nederland, waar
men van Regeeringswege wil gaan be
zuinigen op dc uitgaven ten behoeve van
den landbouw.
De mededeelingen van prof. Baur had
den de onverdeelde belangstelling van
de aanwezigen.
BINNENLAND
Ecu nationaal werk.
Hel is bekend, dat na den goedgeslaag-
den tocht der drie koene Nederlanders,
die het eerst den luchtweg naar Indië
Walter vleide Réve zacht neer en snel
de naar den rijweg. Goddank, daar kwam
waarlijk de oude tentwagen van Hassel
man aan. In een oogenblik was Walter
hem opzij en vertelde haastig wat er
gaande was. De oude man werd doods
bleek. Hij zei geen woord, maar bond
het paard vast aan een boom en ging
met Walter naar Révarde. Zonder zich
eên oogenblik te bedenken, tilde hij de
lichte gedaante op en droeg haar zon
der inspanning naar het voertuig. Hij
beduidde Walter de «wollen deken van
het paard in den wagen uit te spreiden
en eenige leege zakken, daar legde hij
voorzichtig Révarde op.
Het ligt niet zacht, mompelde hij, maar
ge zijt niet verwend. Tranen dropen
plots in zijn baard en een pijn klaagde
aan zijn hart. Zoo ver was het dus ge
komen met het liefste kind van zijn
overleden mijnheer.
„Gn jij bij haar zitten en steun haar
zooveel mogelijk", beval hij Walter. Daar
op sprong hij op den bok en stapvoets
ging het dorpwaarts.
De weinige menschen, die op waren
in het dorp, letten er niet op, dat Has
selman's gerij het hek van juffrouw Zee
binnenreed, het gebeurde wel meer Dins-
dags.
Betty was al op, hoewel de klok pas
zes sloeg: een linnen kimono dekte heur
slanke figuur; het zware goudbruine haar
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie
Copy wordt niet teruggevonden.
Spaar de Vogels.
(Een woord tot allen, wien het
belang der jeugd ter harte gaat).
De broedtijd onzer vogels is weer aan
gebroken; zanglijsters, merels en bas
taard-nachtegalen hebben hun nest ge
reed, zijn zelfs al met broeden begon
nen. Iederen dag kunnen nog vogels uit
het Zuiden verwacht worden en in de
eerstvolgende weken zal het leven dezer
dieren zijn hoogtepunt weer bereiken.
Van het al of niet gelukken der broed-
pogingen zal het afhangen of de natuur
voldoende vogels te harer beschikking
heeft voor het bewaren van het zoo
noodzakelijke evenwicht. Emelten, slak
ken en ander gedierte, zijn bijna overal
in ons land een ware plaag geworden en
den landbouwers wordt aanbevolen, hun
toevlucht tot Parijsch groen te nemen
om de schade tegen te gaan. Naast an
dere dieren zijn onze vogels de schep
selen, die een te groote vermeerdering
van insecten kunnen bestrijden en beter
nog. voorkomen. Het algemeen belang
eischt, vooral nu, dat de vogels niet
vervolgd worden, maar de mensch heeft
nog al te dikwijls geen ,oOg voor eigen
voordeelen.
De grootste nestenvernieling moet nog
altijd op rekening van den mensch, van
hpt kind vooral, gesteld worden en deze
aanslag pp de natuur wpirdt nog al te
vaak vergoeilijkt. Men is er nog lang
niet voldoende Van doordrongen, dat vo
gelverdelging en dus pok nestenroo-
'verij een kwaad is, dat zichzelf wreekt.
Nog een andere schaduwzijde is er
verbonden aan het uithalen van nesten
door de jeugd en ook die mag niet onder
schat worden; het leidt tot ruwheid en
tot wreedheid, hel verhardt het kinder
lijk gemoed. En wie zal onze kinderen
daarvoor niet willen behoeden? Het ia
weer het algemeen belang, dat eischt,
dat Wij den kinderen leeren, zwakke
schepselen in bescherming te nemen.
Indien men nu vraagt, of het mogelijk
is de kinderen van vogelverdelgers tot
vogelbeschermers te maken, dan durven
wij daarop zonder aarzelen een bevesti
gend antwoord te geven. Op tal van
scholen is- dat zonneklaar gebleken en
alles hangt maar af van eenige leiding.
Waar den kinderen in hun vrijen tijd
geleerd wordt nestkastjes te vervaardi
gen, waar enkele Woensdag- of Zater
dagmiddagen gebruikt worden voor een
wandeling in de 'vrije natuur, en waar
gewezen wordt op het verkeerde van
nêstplundering, daar wordt de jeugd snel
voor vogelbescherming gewonnen.
Wat in sommige plaatsen kan, is ook
elders mogelijk en wij doen een drin
gend beroep, zoowel op de school, als
op het huisgezin, om de jeugd van
wreedheid onbewuste wreedheid veel
al af le houden. De kinderen zullen
ons er later dankbaar voor zijn, dat
wij hun op het mooie in de natuur ge
wezen hebben en dat wij er naar ge
streefd hebben, hun te leeren genieten
van het zuiverste levensgenot
Het Hoofdbestuur der Nederlandsche
Vereen, tot bescherming uan oogels.
Mijnheer de Rëdacteuri
Beleefd -verzoek ik eenige plaatsruimte
voor het volgende;'
Met veitoazing las ik het ingezonden
stuk van Nieuwerkerk: „Die zich vereeni
gen met de vroedvrouw tot verpleegster".
De tijden veranderen en wij met hen,
is daar nog niet op zijn plaats.
Al heeft de vroedvrouw het verpleeg
stersdiploma, dan kan dit nog niet
samen gaan. Niemand kan twee heeren
dienen.
Hoe kan een vroedvrouw, die 's nachts
bij een as. kraamvrouw heeft gezeten,
's morgens bekwaam voor haar -taak zijn?
Wie zou daar het meest onder lijden?
Natuurlijk onze patiënten. Men moet in
een wijk, net als overal, ordelijk wer
ken. Het gaat toch niet op vandaag om
9 uur 'beginnen en morgen weer maar
eens wat later. Of nog erger. Bezig
zijnde met een patient wordt de vroed
vrouw door spoed'boodschap- weggeroe
pen. De patient blijft half klaar liggen
en moet door familie verder geholpen
worden. Door ondeskundige, zij 't nog
zoo met liefdevolle hand verricht, in
den regel zoo vermoeiend en daardoor
voor de zieken zulk een marteling, dat zij
dan maar al te vaak achterwege worden
gelaten.
Door het aanstellen van een vroed
vrouw-verpleegster zou de zuinigheid de
wijsheid bedriegen.
Is het ook goed, dat de vroedvrouw
Wij allerlei ziekten komt?
Zijn ze misschien op Nieuwerkerk bang,
dat de zuster te weinig werk heeft? Wan
neer zij, riu een zuster nemen, die buiten
haar andere diploma's nog in het bezit
is van diploma wijkverpleegster-huisbe
zoekster, dan kart deze buiten haar werk
de wintermaanden nog les geven aan
moeders en bakers. De zuigelingensterfte
is njog veel te hoog in Zeeland, bij (andere
plaatsen vergeleken.
Zoo'n cursus zou niet overbodig of
een luxe zijn.
Alles wat ondernomen moet worden
kost veel geld, zal het geen lapwerk
blijven.
Ingezetenen stelt het „Groene Kruis"
in staat, door een flinke gift, door een
goede 'bezoldiging de werkkrachten te
vinden, die hier voor noodig zijn.
'Met dank voor de plaatsing,
Utrecht, April 1925.
Zuster C. H. J. VAN NIEUWENHUIZE.
hing los tot op heur middel, door een
enkele kam van het voorhoofd wegge
houden.
„Goedenmorgen, oompje", klonk haar
heldere stem, „ik ben blij, dat u even
aankomt, moeder heeft wat boodschap
pen te L.
Opeens bestierven de woorden haar op
de lippen, tpen ze zijn bleek, ontdaan ge
zicht zag'en Walter in den wagen.
Na eenige oogenblikken was haar lief
gelaat even bleek als dat van Hassel
man, maar ze bleef kalm en flink. Het
eerst, wat ze deed was haar moeder
roepen, toen hielp ze Révarde te bed
leggen en wiesch haar met eau de co
logne. Het duurde lang eer de zieke
weer bijkwam. Ze herkende Betty ter
stond, toen ze de oogen opsloeg en
klemde zich met beide handen aan haar
vast.
„Beloof me, dal ik niet naar huis
moet, help me Betty, laat ze niet bin
nen als ze komen."
„Ik beloof het je, lieveling, ga nu kalm
liggen en probeer wat te rusten. Nie
mand zal je leed doen hier in huis.
Later kun je me alles vertellen, nu moet
je rusten, slapen. Moedertje en ik blijven
hier dicht bij je bed".
Ze kuste het klamme voorhoofd en
Réve viel weer achterover. Ze probeerde
nog wat te zeggen, maar opnieuw kwam
een verdooving over haar.
Na een half uur stond, dokter Roden
aan het bed en sloeg Réve aandachtig
gade. 1 i
,,/k kan er nog niets van zeggen", be
antwoordde hij Betty's ernstig vragen-
den blik. „Ze schijnt vreeselijk geschokt
te zijn. Rust is alles wat de patiënte voor
eerst noodig heeft. Het kan zijn, dat zij
met eenige dagen weer beter is, maar ik
vrees iets ergers. Het is niet onmogelijk,
dat er een ernstige ziekte uit voort
komt en het zwakke gestel van den
zieke doet in dat geval het ergste vree
zen. Weet u goed, wat u op u neemt,
juffrouw Zee?"
„Ik weet het dokter, antwoordde Bet
ty's moeder ernstig. „Uit alles wat Wal
ter vertelt blijkt zonneklaar, dat juf
frouw Révarde in vreeselijke wanhoop
Hunenstein ontvlucht is. Ze was altijd
een verstootelinge en tegenover haar fa
milie, dié haar hiertoe gedreven heeft,
zal ik me weten te verantwoorden. Ik
zal terstond bericht zenden, opdat ze
weten waar Révarde is, maar over mijn
drempel komt geen van hen. Haar eerste
woorden, toen ze even bij kennis was,
smeekten daarom. Oi die trotsche wreed
aards" vervolgde ze, heftig wordend, „ze
hebben die arme hét leven tot een kwel
ling gemaakt, haar, die toch al zoo' on
gelukkig is, door haar zwakte en mis
maaktheid, hoe konden ze!"
(Wordt derooigd.}