Zisrikzsesche Nieuwsbode
Het zegel der Stilte.
B IJ VOEGSEL
behoorende by de
Tan Woensdag 26 Nov. 1924, no. 11164
BINNENLAND.
De bezuiniging op Onderwas.
In zijn M. v. A. merkt de minister
op dat zoowel het bijzonder als het open
baar onderwijs door de bezuiniging Zijn
getroffen. Eenig verwijt te dezen aanzien
kan slecihts beteekenis hebben, indien aan
getoond wordt dat op beide niet in de
zelfde verhouding is bezuinigd.
Met eenige bevreemding bemerkte de
Minister, dat ook zijn houding ten op
zichte van de opleiding van onderwijzers
tot critiek aanleiding gaf. De belangrijke
besparing van kosten der Rijksopleiding
is te danken aan het feit, dat na 1922
tot i nkrimping van het aantal opleidings-
inricthtingen is overgegaan. Wat de ge
subsidieerde opleiding betreft, is tot nog
toe geen andere .bezuiniging jvarkregen,
dan die uit de salarisver mindering voort-
Vloeit en Verder een kleine besparing op
de bijzondere normaallessen. In 1924 zijn
uitgereikt 2674 acten van bekwaamheid
als onderwijzer of onderwijzeres. Hier
van kwamen 1189 voor rekening vanjhet
Staatsexamen en 1485 voor rekening van
het eindexamen der Rijks-, Gemeente
lijke en Bijzondere Kweekscholen. Reke
ning houdende met de vermoedelijke be
hoefte aan nieuwe leerkrachten kan men
nu reeds spreken van een overschot, maar
het is volgens de meening van den Mi
nister zeker niet voor tegenspraak vat
baar, dat die o'.verproducitie in de vol
gende jaren bedenkelijke afmetingen zal
gaan aannemen. Dit maakte den maat
regel van de subsidieering in de kosten
van parallelklasjen terug te nemen, tot
een gebiedenden eisch.
Tenslotte moet de wet van 28 Juli
1924 als bewijs dienen, dat de minister
ook ten opzichte van bet middelbaar en
voorbereidend hooger onderwijs in zijn
bezuinigingsmaatregelen het bijzonder on
derwijs zwaarder treft dan het openbaar.
Ook hiertegenover wenscht hij in de eer
ste plaats te constateer en, ö.at gelijkheid
tusscihen beide deelen is betracht. Nieuwe
Rijksscholen zijn noch Zullen in de slop-
zettingsperiode worden voorgesteld en
subsidie is en wordt aan nieuwe gemeen
telijke scholen onthouden zoo goed als
aan bijzondere. Dat vóór en na eenige der
grootere gemeenten het Rijkssubsidie op
offerden, teneinde vrij te zijn om met
de bezuinigingspolrtiek der regeering
mede ie werken, kan men niet hem doch
moet men desgewenscht aan de besturen
der gemeenten verwijten.
Inzake het door velen gewraakte Pa-
cJifieatie-stelsel, blijft de Minister bij de
meening, dat voor een herziening thans
zeker bet oogenblik nog niet is gekomen.
Nederland en België.
In de M. v. A. der begrooting van Bui-
tenlandsche Zaken herinnert Minister v.
Karnebeek er aan, dat, nadat in Mei
1920, na afloop der onderhandelingen, de
afwikkeling van de herziening der ver
dragen van 1839 was blijven steken, meer
dan eens ontmoetingen hebben plaats ge
had tusscfaen den Minister en zijn Belgi
schen ambtgenoot, bij welke ontmoetin
gen in verband met de oplossing van de
gerezen moeilijkheden de mogelijkheid
der wederopneming dier afwikkeb'ng
werd onder de oogen gezien. Dit laatste
,is ook het geval geweest bij het onder
houd dat de Minister in Sept. j.l. te Ge-
nève had met den legenwoordigen Belgi
schen Minister van Buitenlandsche Zaken.
Wanneer deze besprekingen tenslotte
zooals voor een duurzame vriendschappe
lijke verhouding tusschen beide nabuur
landen wenschelijk is, tot resultaat zou
den leiden, dan ligt het voor de hand,
dat de regeling zou staan in het kader
der vroeger ontworpen overeenkomsten.
In die mededeeling werd ook de mede
werking van Nederland behandeld ,aan de
totstandkoming van verschillende kana
len -tusschen de Schelde, de Maas en den
Rijn. Wanneer voor een gedaohtenwisse-
ling met de Kamer over die kanalen het
oogenblik gekomen zou Zijn, zou de Mi
nister gaarne door het verstrekken van
de noodige inlicbtc'ngen die gedachten-
wisseling vergemakkelijken. Thans acht
de Minister daarvoor geen aanleiding
aanwezig, maar wel kan hij nu reeds
de verzekering geven, dat hij niet zijn
medewerking zou willen verleenen tot
overeenkomsten inzake den aanleg van 1
Waterwegen tusschen de genoemde groot© l
rivieren, waarin niet het beding zou Zijn
opgenomen, dat op die waterwegen zoo
wel in Neoerland als België de scheep
vaart vrij zal zijn van alle 'heffingen en
beperkingen van Welken aard pf onder
welken vorm ook.
De Staatslotery.
De Residentiebode (r.-k.) schrijft: De
Minister van Financiën deelt mede, dat
het de bedoeling is van de regeering,
een wetsontwerp in te dienen tot het ge
leidelijk doen uitsterven van de Staats
loterij. Het stokpaardje der A.-R. is dus...,,
paradepaardje geworden. Verder zal het
wel niet komen, want Colijn zelf zal
wel niet meenen, dat hij een Kamer vindt
die dat voorstel aanneemt. Vooral niet in
een tijjd, dat de Staatskas zoo, leeg is en
de belastingbetalers en ambtenaren zoo
bloeden moeten. Laat de minister liever
de particuliere loterijen voorgoed den
kop indrukken en de Staatsloterij uit
breiden en verbeteren.
Delftsohe gedenkborden.
De groote belangstelling, waarmede de
vliegtocht Nederland—Indië in moeder
land en koloniën gevolgd is en het ent
housiasme, dat het welslagen van deze
luchtreis verwekt heeft, heeft de Kon.
DelftscJh-Aardewerkfabriek De Porceleyne
Fles te Delft aanleiding gegeven tot de
vervaardiging van twee herinneringsbor
den in bJauw Delftsch, naar ontwerpen
van Leon Senf, die reeds thans verkrijg
baar zijn, o.a. ook bij de firma Blomi-
Sens te Zierikzee, welke in een adver
tentie in dit nummer zulks bekend m'aakt.
De Holland-Indië vlucht.
Cl. Doorenbos dicht in de Tel. het
volgende in verband met de volbrachte
vliegtocht Amsterdam—Batavia:
't Is dus werkelijk geen sprookje
't Staat heel duid'lijk in de krant:
De koloniale vliegers
Zijn in Indië geland!
Tusschen zwendel, brand en diefstal,
Rampen, tonnenschade, moord,
I Wo.rdt dit nationaal succesje
Door ons als muziek gehoord,
i Och, maakte Cornelis Houtman,
Die het met zijn zeilschip dee,
i Dezen tijd van lucht-emotie
Nog eens eventjes weer mee!
Hij is met-zijn zeischip via
j Kaap dc Goede Hoop gegaan,
En vol goede hoop heeft nu ons
i Trio-Van der Hoop 't gedaan.
Brave vliegensvlugge vliegers,
Nu ge dat hebt gepresteerd
Hebt g' in Nederlands annalen
'n Gulden bladzij gegraveerd
Onze kinders zullen leeren
In hun Vaderlandsche les:
Neg'tien honderd vier en twintig:
HollandIndië vliegsuCces.
Holland lééft nog,!' Holland hééft nog
Toffe jongens af en toe,
En de Nederlandsche Leeuw is
Toch nog geen vermomde koe.
Vliegers! Toen in Insulinde
't Einddoel duid'lijk vóór U lag,
Wat moet ze toen mooi geweest zijn
Otlze Rood-Wit-Blauwe vlag!
en Hare Majesteit de Koningin verheugd
zijn over de aankomst en met groote
belangstelling aen tocht hebben gevolgd.
Onmiddellijk heeft men' ingezien dat men
na Philippopel den tocht moest dopr-
zetten en terstond begrepen, dat dit in j
het belang van het vliegwezen was. Hoe j
dit zich verder zal ontwikkelen, is nief s-
bekend, doch uiteraard staat vast, dat
de tocht van de F VII daarin een groot
aandeel heeft. De landvoogd spelde daar-
na den vliegers de door H.M. toege- f
kende eereteekenen op de borst, onder I
donderend gejuich, dat overging in een
algemeen zingen van het Wilhelmus.
Daarna overhandigde de landvoogd een
gouden beker, waarop wijnranken om
't Nederlandsche wapen gegraveerd zijn,
met het onderschrift: „Je Maintiendrai".
Het publiek was buitengewoon geest-
driftig. i j
Een wereldvlucht.
Nog zijn de vreugdekreten over den
zoo geslaagden Nederland—Indië-vluciht t
niet verstomd of reeds is er een nieuw s.
plan. Een plan voor een Nederlandsche
wereldvlucht. Langdurig reeds voorbe-
reid, maar stil gehouden tot het succes
Van de Nederland-Indië-vlucht een feit I
geworden was. Een vlucht van Amster-
dam uit met een groot driemotorig water
vliegtuig: in staat om eenige duizenden
kilogrammen nuttigen last te dragen; de
aarde om! Een plan, in theorie tot in
kleine onderdeelen uitgewerkt 'blijkbaar,
waarbij de organisator zich de medewer-
king verzekerde van een onzer meest
bekende vliegers, die jarenlange pracltijk
in den Oost en in het vaderland heeft,
in land- zoowel als watervliegtuigen.
Het toestel, waarmede de vlucht is .ge
projecteerd, zal zijn een vliegboot, waar
aan enkele nieuwe uitvindingen zullen
worden toegepast. Zoo zal door een even
eenvoudige als vernuftige vinding het
voorste deel van den romp zoodanig ver
sterkt worden, dat daar bij het neerko
men op het water zoo groot mogelijke
veiligheid gewaarborgd is.
De bedoeling is om zoo mogelijk
dezen tocht in het najaar van 1925 te
doen. De Toute heeft de ontwerper zich'
gedacht van Oost naar West, teneinde
zoodoende, door met de zon mee te
reizen, eenige uren daglicht te winnen.
De ontwerper rekent op 23 étappes. Die
kleinste étappe is 1600, de langste 3700
K.M. Voorwaar geen grapje!
Maar het zal a's het doorgaat
een massa geld kosten. En het zal moei
lijk zijn daaraan te komen voor een
eenigszins fantastisch plan als dit, waar
toch niet in de eejtete plaats een andere
directe bedoeling dan de versterking van
onzen naam als luchtvaart-natie ten grond
slag kan liggen.
serve-officier van gezondheid 2e kl. bij
het reserve-personeel Van den genees
kundigen dienst der landmacht.
POST EN TELEGRAPHlÊ.
De rywlêlplaatj es.
Dé directeur-generaal der posterijen1 en
telegrafie maakt bekend, dat de datum,
met ingang-waarvan de rijwielmerken '25
pp de post-, bij- en-hulppóstkantoren,- als
mede, na voorafgaande aanvrage, op de
stations- voor deh postdienst verkrijgbaar
zullen zijn, is vastgesteld op 10 Dec. ajs.
VERSCHILLENDE BERICHTEN»
Door William Le Queux.
De kleine schitterende pogen waren
op de mijne gericht, staarden mij recht
aan, de kop bewoog zich Langzaam, ter
wijl de drie ellendelingen mijn ontzetting
stonden gade te slaan en tegen elkaar
glimlachten, wachtende, tot de slang zijn
doodelijken beet zou doen.
Ja, ik Wan in een valstrik gelokt
zij hadden het spel gewonnen. Na mijn
dood zou Phrida aangeklaagd, beschul
digd en Veroordeeld worden als moor
denaarster. Omdat ik! in haar voordeel
zou getuigen, of haar zou kunnen helpen
aan een inhechtenisneming te ontkomen,
had deze vrouw de drastische maatregel
genomen mijn lippen voor goed te sluiten.
Maar wist Digby ervan? Was hij
ooit haar medeplichtige geweest bij der
gelijke daden?
Plotseling herinnerde ik mij, Wat Ed
wards mij verteld had dat de werke
lijke Sir Digby Kemsley onder geheim
zinnige omstandigheden aan een slangen
beet in Peru gestorven Was en dat zijn
vriend, een nogal onbetrouwbare En-
LUCHTVAART.
Vliegtocht Nederland Indië.
Toen de vliegers Maandag 10 min. Voor
éénen gesignaleerd werden, stroomden
alle woningen te Batavia leeg. De F VII
beschreef, omgeven door de escadrilles,
fraaie cirkels boven Tandjong Priok en
Weltevreden, laag vliegend. Boven het
vliegveld Tjililitan werden eveneens cir
kels beschreven op vijftig meter hoogte.
De muziek ving aan te spelen, terwijl
uit de zeer dichte menschenmassa groot
gejuich opsteeg. Bij de daling weerklon
ken fanfares en hoerageroep.
Toen de vliegers daalden, ijlden dhr.
Muurling, voorzitter van het Vliegcomité
en foto-journalisten naar het toestel. Om
één uur 16 min, werden postduiven, de
aankomst meldend, losgelaten. Vervolgens
sprongen de vliegers uit het toestel en
naderden de tribune van den landvoogd,
onder donderend gejuich van het pu
bliek. De landvoogd sprak de vliegers
toe. Hij zeide, dat de Indische regeering
RECHTZAKEN.
gelschman, Cane genaamd, verdacht was
geworden het reptiel bij hem geplaatst te
hebben, terwijl de angstkreten van den
ongelukkige door een Peruaanschen be
diende gehoord Waren.
Was het mogelijk, dat de man dien ik
als Digby had gekend, Werkelijk Cane
was?
De methode van de slang was dezelfde
als te Huacho!
Deze en dergelijke gedachten flitsten
door mijn brein, ofschoon ik wist, dat ik
spoedig in stervensnood zou verkeeren.
Ik trachtte een verwensching te uiten
tegen de drie ellendelingen, die stonden
toe te kijken, zonder een hand te ver
roeren om mij. te redden, maar nog
steeds kon ik niet spreken.
Plotseling sprong iets Zwarts langs
mijn oogen de ontzetting van dat
oogenblik deed mij geheel verstijven. Ik
voelde een scherpe steek op mijn linker*
Wang en het volgende oogenblik verloor
ik mijn bewustzijn.
Van Wat daarna gebeurde kan Ik mij
niets herinneren dat kan ik slechts
gissen.
Hoe lang ik bewusteloos was |w<eet ik
niet. Ik Weet alleen, dat toen ik bij
kwam, ik een gevóel had alsof mijn
ledematen verstijfd en opgetrokken wa
ren. Mijn hoofd rustte tegen een kouden
De moord in de En gelen burgstraat.
Voor de Haagsehe rechtbank werd
Maandag de zaak tegen den 25-jarigen
stoker-machinist J. v. d. G-, beschuldigd
van roofmoord op zijn zuster, gepleegd
in Februari j.l. in een perceel aan de
Engelenburgstraat te Den Haag, voort
gezet. In een uitvoerige dagvaarding
zijn beklaagde een reeks subsidaire feiten
als moord, doodslag, diefstal met ge
weldpleging, ten- laste gelegd.
Na het verhoor van de 45 getuigen nam
de Officier van Justitie requisitoir. Hij
bracht den gruwelijken moord nog eens
in herinnering en was rotsvast overtuigd,
dat niemand anders dan deze beklaagde
zijn zuster heeft gedood. Spr. noemde
hem een ernstig gevaar voor de maat
schappij en eischte levenslange gevange
nisstraf. De verdediger vroeg vrijspraak.
ONDERWIJL
Lessen voor het leven.
Aan de leerlingen van de hoogste klas
sen van alle openbare scholen te Zutphen
zal les worden gegeven in verkeer op
den openbaren weg, zoowel theoretisch
als praCtisCh. De politie zal Zich, op
verzoek van den burgemeester, met dit
onderricht belasten. Slaagt de proef', d,an
zal dit onderwijs eiken winter gegeven
worden.
MARINE EN LEGER.
De heer G. A. Poldermans te Utrecht,
tot arts bevorderd, is bestemd tot re-
Groote fabrieksbrand. Door onbekende
oorzaak is een brand uitgebroken in de
verffabrieken „Rembrandt" aan de oost
zijde te Zaandam. De brand werd het
eerst opgemerkt door een jongen, die dte
fabrieken passeerde. Onmiddellijk waar
schuwde hij de brandweer, Tezelfder tijd
ongeveer Werd de brand aan de achter
zijde der fabrieken door een van den
trein komenden schipper Waargenomen.
De commandant der brandweer rukte met
volledig materiaal uit. Kort na de aan
komst van de brandweer sloegen de
vlammen uit de tweede verdieping, waar
de verfmalerij is ondergebracht. Een ge
weldige vonkenregen viel op de aan de
overzijde der straat staande huizen. De
brandweer oordeelde het dan ook noodig
deze houten huizen te laten ontruimen.
Gevoed door de vele brandbare mate
rialen greep de brand snel om zieh heen.
De aaneen gebouwde fabrieken stonden
Weldra over haar geheele breedte in
lichte laaie. Niettegenstaande de brand
weer ongeveer 7000 liter water per mi
nuut in de vlammen Wierp, was van
eenige vermindering van den brand niets
te bespeuren. Van de fabrieken en het
kantoor der sedert 1643 bestaande firma
kon niets Worden gered. De gebouwen
waren op bëurspolis verzekerd.
Een pluimpje voor de post. Een onder
wijzer uit Chaam, ontving volgens het
D. v. N.-Br. [een brief nlt Zweden, welke
een uiterst vaag adres bevatte. Do Zweed
had naam en woonplaats van den Chaa-
menaar vergeten doch door aan te geven
dat het dorpje zus en zoo ten opzichte
van Breda lag, zus en zoo'n kerk had
en dat de onderwijzer daar zoo wat
moest wonen, kwam het epistel precies
waar het thuis behoorde. Het origineel
adres nam nagenoeg de geheele voor
zijde van de enveloppe ln beslag.
Moord. Té Zaandam heeft in het café
van den heer 8. in de Lage Horn een
vechtpartij plaats gehad, waarbij Van
der Veekens, een ongehuwd man van
29 jaar een steek in de hartstreek kreeg,
tengevolge waarvan hfj kort daarop
overleed. Dè vermoedelijke dader, iemand
uit Krommenie, is opgesloten.
Waar Hgéld blffft! Nog geen vRf jaar
geleden werd te Didam, nabij het station,
van rijkswege een houten gebouw ge
sticht} ten behoeve van de politletroei en,
De bouwkosten bedroegen ongeveer
f 14.000. Dezer dagen is dit gebouw
verkocht voor f 900.
Vliegongeluk. Op het vliegveld „De
Kooy" nabij Helder, was een der vlieg
tuigen, waarmee geoefend werd, door
den sterken Westen wind verplicht,
tussohen twee hangars door te landen
De kwartiermeester Van Dort kreeg een
klap van de schroef van het bedoelde
vliegtuig, tengevolge waarvan hij is
overleden. De stoker 1ste kl. Verhoef
kwam eveneens ln aanraking met het
vliegtuig werd zwaar gewond en overleed
kort daarna.
Hot toestel sloeg over den kop; het
is zwaar beschadigd.
Verijdelde inbraak. Drie bekende In
brekers, onder wie één, die den veel
zeggenden bijnaam heeft van „de Schrik
van het Westland", hebben zich naar
den Franschen bazar aan de Hoogstraat
te Rotterdam begeven en zich daar laten
insluiten, met het doel, na de Blulting
hun slag te slaan. Men was echter op
de hoogte van hun voornemen en daarom
was de politie gewaarschuwd. Een inspec
teur en twee rechercheurs kwamen ln
het magazijn en slaagden erin het drietal
op heeterdaad te betrappen.
Daar de inbrekers echter aan het bevel
om te'blijven staan geen gevolg gaven,
trokken de rechercheurs hun revolver en
glibberigen muur en mijn lichaam lag
in het Water.
Het duurde eenigen tijd, Voor ik! wist
Wat er met mij gebeurd was. Mijn ge
dachten waren verward, alles scheen pik
donker en doodstil. Meer dan een uur
lag ik daar, langzaam mijn bewustzijn
herkrijgend, mijn achterhoofd deed ont-
zettenden pijn, alsof ik een hevigen slag
had gehad, terwijl mijn ellebogen en
knieën gekneusd en 'bezeerd waren.
Ik trachtte in de duisternis te ont
dekken waar ik was, maar ik Wtas dui
zelig van de pijn. Langzaam, zeer lang
zaam kwam de herinnering aan het voor
bijgegane bij mij op de herinnering aan
dat vreeselijke laatste halve uur.
Ja! ik leefde nog! de slangenbeet had
mij niet gedood. Misschien was het beest
zijn gif kwijt geraakt voor het mij ge
beten had, dat was de theorie welke mij
de juiste toescheen.
Mijn hanoen kon ik oplichten: ik was
dus niet langer verlamd. Ik kon spreken
ook ik' schreeuwde, maar mijn stem
klonk dof en klankloos. Ik bemerkte nu
dat ik een groote wond op mijn hoofd
had, waarop het bloed vastgeplakt zat;
mijn kleeren waren gescheurd. Terwijl ik
rondkroop ontdekte ik, dat mijn gevan
genis omgeven was door een ronjden
steenen muur van ongeveer vier voet
losten twee schoten op de vluohteliingen.
De 40-jarlge los werkman H. L. werd
aan den schouder getroffen en de 29-jarige
A. B., aan het linkerbeen.
Men wist intusschen de 44 jarige
los werkman G. A. M. te grfjpen en in
bewaring te stellen. H. L. is In het
ziekenhuis Coolslngel opgenomen en
aldaar inmiddels overleden. F. A. B.
kon, na verbonden te zRn, naar het
bureau worden overgebracht. BR onder
zoek bleek, dat vooral de afdeeling
byouterieën de belangstelling van het
drietal had ondervonden. Men vond hun
zakken vol gouden ringen en sieraden.
De daders zyn alle drie afkomstig uit
het Westland.
Berooving. Zaterdagavond is de smid
en rijwielhandelaar A. M. O. te Apel
doorn, die tevens kassier is van de R.-K.
Boerenleenbank en beheerder der gelden
van den Aartsblssohoppelyken Boeren-
tuindersbond, in zijn woning overvallen.
Er werd aan zijn woning geklopt, toen
hij alleen thuis was en dadelijk, toen
hij opendeed, werd hem een Blag toe
gebracht, die hem bewusteloos maakte.
Toen zijn vrouw thuis kwam, vond zR
haar man op den grond liggen. Het
bleek, dat zijn sleutelbos, waaraan ook
de Bleutel van de brandkast hing, uit
zijn broekzak was genomen en dat de
brandkast geopend was. Alle papier- en
geldswaardentot een bedrag van
tussohen de drie- en vierduizend galden,
waren er uit verdwenen. Tot heden ls
van den dader of de daders niets bekend.
De bliksem op Radio-toestellen. Naar
aanleiding van de berichten over het
inslaan van den bliksem op radio-toe
stellen brengt de firma 8. M. NRkerk Jr.
te Amsterdam in den handel een „Toebe"-
Bchakelaar, welke voorzien is van een
koolbllksemafleider, waardoor by event,
inslaan van den bliksem deze direct
over den afleider naar de aarde gebraoht
wordt, ook als is vergeten dezen schake
laar om te zetten, daar de stroom steeds
den kortsten weg kiest. Het gebruik
van deze BohakelaarB is voorgeschreven
in Duitschland, hetgeen zeker een vinger
wijzing is voor degenen, die door hun
radio-toestel geen last van den blikBem
willen hebben.
VAN HEINDE EN VER,
Het half millioen pond sterling
door do Egyptische regeering aan lord
Allenby betaald, zal worden bestemd
tor vergoeding aan de slachtoffers en
voor liefdadige doeleinden in den Soedan.
De Egyptische regeering heeft
enkele door Engeland geBtelde eisohen
aanvaard, doch maakte bezwaren tegen
die omtrent den Soedan, de bevloeiïog
van het Gezira-gebied en de buiten
landsche ambtenaren.
In conservatieve kringen in Enge
land ls men van meening, dat de elsehen,
welke de Egyptische regeeriug geweigerd
heeft ln te willigen, gemakkelijk kunnen
worden doorgezet, op één uitzondering
na, namelijk het verleenen van uitvoeren
de macht aan drie Britsohe ambtenaren
te Kaïro, den finanoieelen adviseur,
den juridisohen adviseur en den direc
teur-generaal van de openbare veilig
heid.
Na ontvangst van het Egyptlsöhe
antwoord op de Britsche nota heeft de
Hoöge Commissaris; lord Allenby, be
paalde instructies aan de Soedaneesche
regeering gezonden betreffende de ver
wijdering van de Egyptlsohe militairen
en de bevloeiïug van Gezira.
BR de uitvoering der militaire
maatregelen in Egypte en den Soedan
hebben zich tot dusver geen Inoidenten
voorgedaan.
-- In de Brltsoh-Egyptisohe crisis is
momenteel geen verdere verscherping
ingetreden. Van dén nieuwen Egyptisohen
premier-Ziwar Pasja wordt een gematigde
houding verwacht.
Rabindfanath Tagore; de bekende
voor-Indische dichter, die een reis maakt
door Argentinië is te Buenos-Alres
ernstig ziek geworden.
Twan Tsji-joei heeft het president
schap der Clneesche republiek aanvaard.
Tsjang T^o-lin is thans ook te Peking
gearriveerd. Aan1 den ex-keizer is weder
grootere bewegingsvrijheid toegestaan.
middellijn en dat ik half in' wiater'
met weeke, wegzinkende modder onder
mij, terwijl de luclhit benauwd en muf was.
De muur scheen"zeer hoog, want mijn
stem ging ver op. Ik keek naar boven,
zoo. ver, dat ik juist nog een klein smal
lichtstraaltje kon onderscheiden, het
daglicht. Met bevende vingers bevoelde
ik de ronde muren, dik van de aanzet
ting en het vuil van eeuwen. Toen schoot
mij plotseling de Waarheid te binnen:
mijn vijanden, denkende dat ik dood was,
hadden mij in een put geworpen. Ik
schreeuwde en schreeuwde, en gilde nog
eens en nog eens weer. Maar mijn stem
weerklonk niet en niemand kwam mij te
hulp.
Mijn beenen, welke nog steeds in het
ijskoude water lagen, waren verstijfd,
-zoodat ik er geen gevoel in had, mijn
handen waren koud en nat en mijn hoofd
zoo heet als vuur.
Zoover ik erover kon oordeelen, was
jj de put ongeveer tachtig voet diep; na
dat ik er in geworpen was, Iwias 't hou
ten Valluik weer gesloten wat ik van
heit gezegende daglicht te zien kreeg,
kwam tusscihen de kieren door.
Ik schreebw'de weer en gilde uit alle
macht: „Help! Help!'» in de hoop, dat
iemand in de nabijheid mij Zou hooren
en op onderzoek zou uitgaan.
Ik worstelde om in een gemakke
lijker houding te komen, maar bij die
poging zonken mijn voeten nog dieper
weg in den modder op den bodem'
ongetwijfeld een opeenhooiping van vele
jaren. Twee gevaren dreigden mij: ver
hongering of stijging van het water; in
dien het begon te regenen, zou het wa
ter dat in de aarde wegzakte' hét water
in den put doen stijgen1 en mij doen
Verdrinken. Ik kon aan de muren voe
len, dat het nog niet- zoo heel lang ge
leden was, dat het water veel hooger
dan mijn hoofd was geweest nu ik Tech't-
op stond. .1
Zou er hulp komen?
De moed ontzonk mij, als ik aar» de
mogelijkheid dacht, dat ik in een1 put
was geworpen in den tuin van ^Melbourne
Huis, in welk' geval' ik zeer zeker met
op bevrijding kon hopen.
Weer stak ik mijn handen uit, Woest
om mij heen tastend, toen ik in de duis
ternis iets aanraakte, dat mij mijn hand
met schrik deed terugtrekken. Toch vloei
de ik weer voorzichtig; mijn vingers
raakten iets1 aan, dat op het'water scheen
te /drijven; hét was koud, roind en lang
een slang.
i (Wordt uerOolgfi.)