Zisrikzsesche Nieuwsbode Het zegel der Stilte. B IJ VOEGSEL behoorende by de Tan Woensdag 26 Nov. 1924, no. 11164 BINNENLAND. De bezuiniging op Onderwas. In zijn M. v. A. merkt de minister op dat zoowel het bijzonder als het open baar onderwijs door de bezuiniging Zijn getroffen. Eenig verwijt te dezen aanzien kan slecihts beteekenis hebben, indien aan getoond wordt dat op beide niet in de zelfde verhouding is bezuinigd. Met eenige bevreemding bemerkte de Minister, dat ook zijn houding ten op zichte van de opleiding van onderwijzers tot critiek aanleiding gaf. De belangrijke besparing van kosten der Rijksopleiding is te danken aan het feit, dat na 1922 tot i nkrimping van het aantal opleidings- inricthtingen is overgegaan. Wat de ge subsidieerde opleiding betreft, is tot nog toe geen andere .bezuiniging jvarkregen, dan die uit de salarisver mindering voort- Vloeit en Verder een kleine besparing op de bijzondere normaallessen. In 1924 zijn uitgereikt 2674 acten van bekwaamheid als onderwijzer of onderwijzeres. Hier van kwamen 1189 voor rekening vanjhet Staatsexamen en 1485 voor rekening van het eindexamen der Rijks-, Gemeente lijke en Bijzondere Kweekscholen. Reke ning houdende met de vermoedelijke be hoefte aan nieuwe leerkrachten kan men nu reeds spreken van een overschot, maar het is volgens de meening van den Mi nister zeker niet voor tegenspraak vat baar, dat die o'.verproducitie in de vol gende jaren bedenkelijke afmetingen zal gaan aannemen. Dit maakte den maat regel van de subsidieering in de kosten van parallelklasjen terug te nemen, tot een gebiedenden eisch. Tenslotte moet de wet van 28 Juli 1924 als bewijs dienen, dat de minister ook ten opzichte van bet middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs in zijn bezuinigingsmaatregelen het bijzonder on derwijs zwaarder treft dan het openbaar. Ook hiertegenover wenscht hij in de eer ste plaats te constateer en, ö.at gelijkheid tusscihen beide deelen is betracht. Nieuwe Rijksscholen zijn noch Zullen in de slop- zettingsperiode worden voorgesteld en subsidie is en wordt aan nieuwe gemeen telijke scholen onthouden zoo goed als aan bijzondere. Dat vóór en na eenige der grootere gemeenten het Rijkssubsidie op offerden, teneinde vrij te zijn om met de bezuinigingspolrtiek der regeering mede ie werken, kan men niet hem doch moet men desgewenscht aan de besturen der gemeenten verwijten. Inzake het door velen gewraakte Pa- cJifieatie-stelsel, blijft de Minister bij de meening, dat voor een herziening thans zeker bet oogenblik nog niet is gekomen. Nederland en België. In de M. v. A. der begrooting van Bui- tenlandsche Zaken herinnert Minister v. Karnebeek er aan, dat, nadat in Mei 1920, na afloop der onderhandelingen, de afwikkeling van de herziening der ver dragen van 1839 was blijven steken, meer dan eens ontmoetingen hebben plaats ge had tusscfaen den Minister en zijn Belgi schen ambtgenoot, bij welke ontmoetin gen in verband met de oplossing van de gerezen moeilijkheden de mogelijkheid der wederopneming dier afwikkeb'ng werd onder de oogen gezien. Dit laatste ,is ook het geval geweest bij het onder houd dat de Minister in Sept. j.l. te Ge- nève had met den legenwoordigen Belgi schen Minister van Buitenlandsche Zaken. Wanneer deze besprekingen tenslotte zooals voor een duurzame vriendschappe lijke verhouding tusschen beide nabuur landen wenschelijk is, tot resultaat zou den leiden, dan ligt het voor de hand, dat de regeling zou staan in het kader der vroeger ontworpen overeenkomsten. In die mededeeling werd ook de mede werking van Nederland behandeld ,aan de totstandkoming van verschillende kana len -tusschen de Schelde, de Maas en den Rijn. Wanneer voor een gedaohtenwisse- ling met de Kamer over die kanalen het oogenblik gekomen zou Zijn, zou de Mi nister gaarne door het verstrekken van de noodige inlicbtc'ngen die gedachten- wisseling vergemakkelijken. Thans acht de Minister daarvoor geen aanleiding aanwezig, maar wel kan hij nu reeds de verzekering geven, dat hij niet zijn medewerking zou willen verleenen tot overeenkomsten inzake den aanleg van 1 Waterwegen tusschen de genoemde groot© l rivieren, waarin niet het beding zou Zijn opgenomen, dat op die waterwegen zoo wel in Neoerland als België de scheep vaart vrij zal zijn van alle 'heffingen en beperkingen van Welken aard pf onder welken vorm ook. De Staatslotery. De Residentiebode (r.-k.) schrijft: De Minister van Financiën deelt mede, dat het de bedoeling is van de regeering, een wetsontwerp in te dienen tot het ge leidelijk doen uitsterven van de Staats loterij. Het stokpaardje der A.-R. is dus...,, paradepaardje geworden. Verder zal het wel niet komen, want Colijn zelf zal wel niet meenen, dat hij een Kamer vindt die dat voorstel aanneemt. Vooral niet in een tijjd, dat de Staatskas zoo, leeg is en de belastingbetalers en ambtenaren zoo bloeden moeten. Laat de minister liever de particuliere loterijen voorgoed den kop indrukken en de Staatsloterij uit breiden en verbeteren. Delftsohe gedenkborden. De groote belangstelling, waarmede de vliegtocht Nederland—Indië in moeder land en koloniën gevolgd is en het ent housiasme, dat het welslagen van deze luchtreis verwekt heeft, heeft de Kon. DelftscJh-Aardewerkfabriek De Porceleyne Fles te Delft aanleiding gegeven tot de vervaardiging van twee herinneringsbor den in bJauw Delftsch, naar ontwerpen van Leon Senf, die reeds thans verkrijg baar zijn, o.a. ook bij de firma Blomi- Sens te Zierikzee, welke in een adver tentie in dit nummer zulks bekend m'aakt. De Holland-Indië vlucht. Cl. Doorenbos dicht in de Tel. het volgende in verband met de volbrachte vliegtocht Amsterdam—Batavia: 't Is dus werkelijk geen sprookje 't Staat heel duid'lijk in de krant: De koloniale vliegers Zijn in Indië geland! Tusschen zwendel, brand en diefstal, Rampen, tonnenschade, moord, I Wo.rdt dit nationaal succesje Door ons als muziek gehoord, i Och, maakte Cornelis Houtman, Die het met zijn zeilschip dee, i Dezen tijd van lucht-emotie Nog eens eventjes weer mee! Hij is met-zijn zeischip via j Kaap dc Goede Hoop gegaan, En vol goede hoop heeft nu ons i Trio-Van der Hoop 't gedaan. Brave vliegensvlugge vliegers, Nu ge dat hebt gepresteerd Hebt g' in Nederlands annalen 'n Gulden bladzij gegraveerd Onze kinders zullen leeren In hun Vaderlandsche les: Neg'tien honderd vier en twintig: HollandIndië vliegsuCces. Holland lééft nog,!' Holland hééft nog Toffe jongens af en toe, En de Nederlandsche Leeuw is Toch nog geen vermomde koe. Vliegers! Toen in Insulinde 't Einddoel duid'lijk vóór U lag, Wat moet ze toen mooi geweest zijn Otlze Rood-Wit-Blauwe vlag! en Hare Majesteit de Koningin verheugd zijn over de aankomst en met groote belangstelling aen tocht hebben gevolgd. Onmiddellijk heeft men' ingezien dat men na Philippopel den tocht moest dopr- zetten en terstond begrepen, dat dit in j het belang van het vliegwezen was. Hoe j dit zich verder zal ontwikkelen, is nief s- bekend, doch uiteraard staat vast, dat de tocht van de F VII daarin een groot aandeel heeft. De landvoogd spelde daar- na den vliegers de door H.M. toege- f kende eereteekenen op de borst, onder I donderend gejuich, dat overging in een algemeen zingen van het Wilhelmus. Daarna overhandigde de landvoogd een gouden beker, waarop wijnranken om 't Nederlandsche wapen gegraveerd zijn, met het onderschrift: „Je Maintiendrai". Het publiek was buitengewoon geest- driftig. i j Een wereldvlucht. Nog zijn de vreugdekreten over den zoo geslaagden Nederland—Indië-vluciht t niet verstomd of reeds is er een nieuw s. plan. Een plan voor een Nederlandsche wereldvlucht. Langdurig reeds voorbe- reid, maar stil gehouden tot het succes Van de Nederland-Indië-vlucht een feit I geworden was. Een vlucht van Amster- dam uit met een groot driemotorig water vliegtuig: in staat om eenige duizenden kilogrammen nuttigen last te dragen; de aarde om! Een plan, in theorie tot in kleine onderdeelen uitgewerkt 'blijkbaar, waarbij de organisator zich de medewer- king verzekerde van een onzer meest bekende vliegers, die jarenlange pracltijk in den Oost en in het vaderland heeft, in land- zoowel als watervliegtuigen. Het toestel, waarmede de vlucht is .ge projecteerd, zal zijn een vliegboot, waar aan enkele nieuwe uitvindingen zullen worden toegepast. Zoo zal door een even eenvoudige als vernuftige vinding het voorste deel van den romp zoodanig ver sterkt worden, dat daar bij het neerko men op het water zoo groot mogelijke veiligheid gewaarborgd is. De bedoeling is om zoo mogelijk dezen tocht in het najaar van 1925 te doen. De Toute heeft de ontwerper zich' gedacht van Oost naar West, teneinde zoodoende, door met de zon mee te reizen, eenige uren daglicht te winnen. De ontwerper rekent op 23 étappes. Die kleinste étappe is 1600, de langste 3700 K.M. Voorwaar geen grapje! Maar het zal a's het doorgaat een massa geld kosten. En het zal moei lijk zijn daaraan te komen voor een eenigszins fantastisch plan als dit, waar toch niet in de eejtete plaats een andere directe bedoeling dan de versterking van onzen naam als luchtvaart-natie ten grond slag kan liggen. serve-officier van gezondheid 2e kl. bij het reserve-personeel Van den genees kundigen dienst der landmacht. POST EN TELEGRAPHlÊ. De rywlêlplaatj es. Dé directeur-generaal der posterijen1 en telegrafie maakt bekend, dat de datum, met ingang-waarvan de rijwielmerken '25 pp de post-, bij- en-hulppóstkantoren,- als mede, na voorafgaande aanvrage, op de stations- voor deh postdienst verkrijgbaar zullen zijn, is vastgesteld op 10 Dec. ajs. VERSCHILLENDE BERICHTEN» Door William Le Queux. De kleine schitterende pogen waren op de mijne gericht, staarden mij recht aan, de kop bewoog zich Langzaam, ter wijl de drie ellendelingen mijn ontzetting stonden gade te slaan en tegen elkaar glimlachten, wachtende, tot de slang zijn doodelijken beet zou doen. Ja, ik Wan in een valstrik gelokt zij hadden het spel gewonnen. Na mijn dood zou Phrida aangeklaagd, beschul digd en Veroordeeld worden als moor denaarster. Omdat ik! in haar voordeel zou getuigen, of haar zou kunnen helpen aan een inhechtenisneming te ontkomen, had deze vrouw de drastische maatregel genomen mijn lippen voor goed te sluiten. Maar wist Digby ervan? Was hij ooit haar medeplichtige geweest bij der gelijke daden? Plotseling herinnerde ik mij, Wat Ed wards mij verteld had dat de werke lijke Sir Digby Kemsley onder geheim zinnige omstandigheden aan een slangen beet in Peru gestorven Was en dat zijn vriend, een nogal onbetrouwbare En- LUCHTVAART. Vliegtocht Nederland Indië. Toen de vliegers Maandag 10 min. Voor éénen gesignaleerd werden, stroomden alle woningen te Batavia leeg. De F VII beschreef, omgeven door de escadrilles, fraaie cirkels boven Tandjong Priok en Weltevreden, laag vliegend. Boven het vliegveld Tjililitan werden eveneens cir kels beschreven op vijftig meter hoogte. De muziek ving aan te spelen, terwijl uit de zeer dichte menschenmassa groot gejuich opsteeg. Bij de daling weerklon ken fanfares en hoerageroep. Toen de vliegers daalden, ijlden dhr. Muurling, voorzitter van het Vliegcomité en foto-journalisten naar het toestel. Om één uur 16 min, werden postduiven, de aankomst meldend, losgelaten. Vervolgens sprongen de vliegers uit het toestel en naderden de tribune van den landvoogd, onder donderend gejuich van het pu bliek. De landvoogd sprak de vliegers toe. Hij zeide, dat de Indische regeering RECHTZAKEN. gelschman, Cane genaamd, verdacht was geworden het reptiel bij hem geplaatst te hebben, terwijl de angstkreten van den ongelukkige door een Peruaanschen be diende gehoord Waren. Was het mogelijk, dat de man dien ik als Digby had gekend, Werkelijk Cane was? De methode van de slang was dezelfde als te Huacho! Deze en dergelijke gedachten flitsten door mijn brein, ofschoon ik wist, dat ik spoedig in stervensnood zou verkeeren. Ik trachtte een verwensching te uiten tegen de drie ellendelingen, die stonden toe te kijken, zonder een hand te ver roeren om mij. te redden, maar nog steeds kon ik niet spreken. Plotseling sprong iets Zwarts langs mijn oogen de ontzetting van dat oogenblik deed mij geheel verstijven. Ik voelde een scherpe steek op mijn linker* Wang en het volgende oogenblik verloor ik mijn bewustzijn. Van Wat daarna gebeurde kan Ik mij niets herinneren dat kan ik slechts gissen. Hoe lang ik bewusteloos was |w<eet ik niet. Ik Weet alleen, dat toen ik bij kwam, ik een gevóel had alsof mijn ledematen verstijfd en opgetrokken wa ren. Mijn hoofd rustte tegen een kouden De moord in de En gelen burgstraat. Voor de Haagsehe rechtbank werd Maandag de zaak tegen den 25-jarigen stoker-machinist J. v. d. G-, beschuldigd van roofmoord op zijn zuster, gepleegd in Februari j.l. in een perceel aan de Engelenburgstraat te Den Haag, voort gezet. In een uitvoerige dagvaarding zijn beklaagde een reeks subsidaire feiten als moord, doodslag, diefstal met ge weldpleging, ten- laste gelegd. Na het verhoor van de 45 getuigen nam de Officier van Justitie requisitoir. Hij bracht den gruwelijken moord nog eens in herinnering en was rotsvast overtuigd, dat niemand anders dan deze beklaagde zijn zuster heeft gedood. Spr. noemde hem een ernstig gevaar voor de maat schappij en eischte levenslange gevange nisstraf. De verdediger vroeg vrijspraak. ONDERWIJL Lessen voor het leven. Aan de leerlingen van de hoogste klas sen van alle openbare scholen te Zutphen zal les worden gegeven in verkeer op den openbaren weg, zoowel theoretisch als praCtisCh. De politie zal Zich, op verzoek van den burgemeester, met dit onderricht belasten. Slaagt de proef', d,an zal dit onderwijs eiken winter gegeven worden. MARINE EN LEGER. De heer G. A. Poldermans te Utrecht, tot arts bevorderd, is bestemd tot re- Groote fabrieksbrand. Door onbekende oorzaak is een brand uitgebroken in de verffabrieken „Rembrandt" aan de oost zijde te Zaandam. De brand werd het eerst opgemerkt door een jongen, die dte fabrieken passeerde. Onmiddellijk waar schuwde hij de brandweer, Tezelfder tijd ongeveer Werd de brand aan de achter zijde der fabrieken door een van den trein komenden schipper Waargenomen. De commandant der brandweer rukte met volledig materiaal uit. Kort na de aan komst van de brandweer sloegen de vlammen uit de tweede verdieping, waar de verfmalerij is ondergebracht. Een ge weldige vonkenregen viel op de aan de overzijde der straat staande huizen. De brandweer oordeelde het dan ook noodig deze houten huizen te laten ontruimen. Gevoed door de vele brandbare mate rialen greep de brand snel om zieh heen. De aaneen gebouwde fabrieken stonden Weldra over haar geheele breedte in lichte laaie. Niettegenstaande de brand weer ongeveer 7000 liter water per mi nuut in de vlammen Wierp, was van eenige vermindering van den brand niets te bespeuren. Van de fabrieken en het kantoor der sedert 1643 bestaande firma kon niets Worden gered. De gebouwen waren op bëurspolis verzekerd. Een pluimpje voor de post. Een onder wijzer uit Chaam, ontving volgens het D. v. N.-Br. [een brief nlt Zweden, welke een uiterst vaag adres bevatte. Do Zweed had naam en woonplaats van den Chaa- menaar vergeten doch door aan te geven dat het dorpje zus en zoo ten opzichte van Breda lag, zus en zoo'n kerk had en dat de onderwijzer daar zoo wat moest wonen, kwam het epistel precies waar het thuis behoorde. Het origineel adres nam nagenoeg de geheele voor zijde van de enveloppe ln beslag. Moord. Té Zaandam heeft in het café van den heer 8. in de Lage Horn een vechtpartij plaats gehad, waarbij Van der Veekens, een ongehuwd man van 29 jaar een steek in de hartstreek kreeg, tengevolge waarvan hfj kort daarop overleed. Dè vermoedelijke dader, iemand uit Krommenie, is opgesloten. Waar Hgéld blffft! Nog geen vRf jaar geleden werd te Didam, nabij het station, van rijkswege een houten gebouw ge sticht} ten behoeve van de politletroei en, De bouwkosten bedroegen ongeveer f 14.000. Dezer dagen is dit gebouw verkocht voor f 900. Vliegongeluk. Op het vliegveld „De Kooy" nabij Helder, was een der vlieg tuigen, waarmee geoefend werd, door den sterken Westen wind verplicht, tussohen twee hangars door te landen De kwartiermeester Van Dort kreeg een klap van de schroef van het bedoelde vliegtuig, tengevolge waarvan hij is overleden. De stoker 1ste kl. Verhoef kwam eveneens ln aanraking met het vliegtuig werd zwaar gewond en overleed kort daarna. Hot toestel sloeg over den kop; het is zwaar beschadigd. Verijdelde inbraak. Drie bekende In brekers, onder wie één, die den veel zeggenden bijnaam heeft van „de Schrik van het Westland", hebben zich naar den Franschen bazar aan de Hoogstraat te Rotterdam begeven en zich daar laten insluiten, met het doel, na de Blulting hun slag te slaan. Men was echter op de hoogte van hun voornemen en daarom was de politie gewaarschuwd. Een inspec teur en twee rechercheurs kwamen ln het magazijn en slaagden erin het drietal op heeterdaad te betrappen. Daar de inbrekers echter aan het bevel om te'blijven staan geen gevolg gaven, trokken de rechercheurs hun revolver en glibberigen muur en mijn lichaam lag in het Water. Het duurde eenigen tijd, Voor ik! wist Wat er met mij gebeurd was. Mijn ge dachten waren verward, alles scheen pik donker en doodstil. Meer dan een uur lag ik daar, langzaam mijn bewustzijn herkrijgend, mijn achterhoofd deed ont- zettenden pijn, alsof ik een hevigen slag had gehad, terwijl mijn ellebogen en knieën gekneusd en 'bezeerd waren. Ik trachtte in de duisternis te ont dekken waar ik was, maar ik Wtas dui zelig van de pijn. Langzaam, zeer lang zaam kwam de herinnering aan het voor bijgegane bij mij op de herinnering aan dat vreeselijke laatste halve uur. Ja! ik leefde nog! de slangenbeet had mij niet gedood. Misschien was het beest zijn gif kwijt geraakt voor het mij ge beten had, dat was de theorie welke mij de juiste toescheen. Mijn hanoen kon ik oplichten: ik was dus niet langer verlamd. Ik kon spreken ook ik' schreeuwde, maar mijn stem klonk dof en klankloos. Ik bemerkte nu dat ik een groote wond op mijn hoofd had, waarop het bloed vastgeplakt zat; mijn kleeren waren gescheurd. Terwijl ik rondkroop ontdekte ik, dat mijn gevan genis omgeven was door een ronjden steenen muur van ongeveer vier voet losten twee schoten op de vluohteliingen. De 40-jarlge los werkman H. L. werd aan den schouder getroffen en de 29-jarige A. B., aan het linkerbeen. Men wist intusschen de 44 jarige los werkman G. A. M. te grfjpen en in bewaring te stellen. H. L. is In het ziekenhuis Coolslngel opgenomen en aldaar inmiddels overleden. F. A. B. kon, na verbonden te zRn, naar het bureau worden overgebracht. BR onder zoek bleek, dat vooral de afdeeling byouterieën de belangstelling van het drietal had ondervonden. Men vond hun zakken vol gouden ringen en sieraden. De daders zyn alle drie afkomstig uit het Westland. Berooving. Zaterdagavond is de smid en rijwielhandelaar A. M. O. te Apel doorn, die tevens kassier is van de R.-K. Boerenleenbank en beheerder der gelden van den Aartsblssohoppelyken Boeren- tuindersbond, in zijn woning overvallen. Er werd aan zijn woning geklopt, toen hij alleen thuis was en dadelijk, toen hij opendeed, werd hem een Blag toe gebracht, die hem bewusteloos maakte. Toen zijn vrouw thuis kwam, vond zR haar man op den grond liggen. Het bleek, dat zijn sleutelbos, waaraan ook de Bleutel van de brandkast hing, uit zijn broekzak was genomen en dat de brandkast geopend was. Alle papier- en geldswaardentot een bedrag van tussohen de drie- en vierduizend galden, waren er uit verdwenen. Tot heden ls van den dader of de daders niets bekend. De bliksem op Radio-toestellen. Naar aanleiding van de berichten over het inslaan van den bliksem op radio-toe stellen brengt de firma 8. M. NRkerk Jr. te Amsterdam in den handel een „Toebe"- Bchakelaar, welke voorzien is van een koolbllksemafleider, waardoor by event, inslaan van den bliksem deze direct over den afleider naar de aarde gebraoht wordt, ook als is vergeten dezen schake laar om te zetten, daar de stroom steeds den kortsten weg kiest. Het gebruik van deze BohakelaarB is voorgeschreven in Duitschland, hetgeen zeker een vinger wijzing is voor degenen, die door hun radio-toestel geen last van den blikBem willen hebben. VAN HEINDE EN VER, Het half millioen pond sterling door do Egyptische regeering aan lord Allenby betaald, zal worden bestemd tor vergoeding aan de slachtoffers en voor liefdadige doeleinden in den Soedan. De Egyptische regeering heeft enkele door Engeland geBtelde eisohen aanvaard, doch maakte bezwaren tegen die omtrent den Soedan, de bevloeiïog van het Gezira-gebied en de buiten landsche ambtenaren. In conservatieve kringen in Enge land ls men van meening, dat de elsehen, welke de Egyptische regeeriug geweigerd heeft ln te willigen, gemakkelijk kunnen worden doorgezet, op één uitzondering na, namelijk het verleenen van uitvoeren de macht aan drie Britsohe ambtenaren te Kaïro, den finanoieelen adviseur, den juridisohen adviseur en den direc teur-generaal van de openbare veilig heid. Na ontvangst van het Egyptlsöhe antwoord op de Britsche nota heeft de Hoöge Commissaris; lord Allenby, be paalde instructies aan de Soedaneesche regeering gezonden betreffende de ver wijdering van de Egyptlsohe militairen en de bevloeiïug van Gezira. BR de uitvoering der militaire maatregelen in Egypte en den Soedan hebben zich tot dusver geen Inoidenten voorgedaan. -- In de Brltsoh-Egyptisohe crisis is momenteel geen verdere verscherping ingetreden. Van dén nieuwen Egyptisohen premier-Ziwar Pasja wordt een gematigde houding verwacht. Rabindfanath Tagore; de bekende voor-Indische dichter, die een reis maakt door Argentinië is te Buenos-Alres ernstig ziek geworden. Twan Tsji-joei heeft het president schap der Clneesche republiek aanvaard. Tsjang T^o-lin is thans ook te Peking gearriveerd. Aan1 den ex-keizer is weder grootere bewegingsvrijheid toegestaan. middellijn en dat ik half in' wiater' met weeke, wegzinkende modder onder mij, terwijl de luclhit benauwd en muf was. De muur scheen"zeer hoog, want mijn stem ging ver op. Ik keek naar boven, zoo. ver, dat ik juist nog een klein smal lichtstraaltje kon onderscheiden, het daglicht. Met bevende vingers bevoelde ik de ronde muren, dik van de aanzet ting en het vuil van eeuwen. Toen schoot mij plotseling de Waarheid te binnen: mijn vijanden, denkende dat ik dood was, hadden mij in een put geworpen. Ik schreeuwde en schreeuwde, en gilde nog eens en nog eens weer. Maar mijn stem weerklonk niet en niemand kwam mij te hulp. Mijn beenen, welke nog steeds in het ijskoude water lagen, waren verstijfd, -zoodat ik er geen gevoel in had, mijn handen waren koud en nat en mijn hoofd zoo heet als vuur. Zoover ik erover kon oordeelen, was jj de put ongeveer tachtig voet diep; na dat ik er in geworpen was, Iwias 't hou ten Valluik weer gesloten wat ik van heit gezegende daglicht te zien kreeg, kwam tusscihen de kieren door. Ik schreebw'de weer en gilde uit alle macht: „Help! Help!'» in de hoop, dat iemand in de nabijheid mij Zou hooren en op onderzoek zou uitgaan. Ik worstelde om in een gemakke lijker houding te komen, maar bij die poging zonken mijn voeten nog dieper weg in den modder op den bodem' ongetwijfeld een opeenhooiping van vele jaren. Twee gevaren dreigden mij: ver hongering of stijging van het water; in dien het begon te regenen, zou het wa ter dat in de aarde wegzakte' hét water in den put doen stijgen1 en mij doen Verdrinken. Ik kon aan de muren voe len, dat het nog niet- zoo heel lang ge leden was, dat het water veel hooger dan mijn hoofd was geweest nu ik Tech't- op stond. .1 Zou er hulp komen? De moed ontzonk mij, als ik aar» de mogelijkheid dacht, dat ik in een1 put was geworpen in den tuin van ^Melbourne Huis, in welk' geval' ik zeer zeker met op bevrijding kon hopen. Weer stak ik mijn handen uit, Woest om mij heen tastend, toen ik in de duis ternis iets aanraakte, dat mij mijn hand met schrik deed terugtrekken. Toch vloei de ik weer voorzichtig; mijn vingers raakten iets1 aan, dat op het'water scheen te /drijven; hét was koud, roind en lang een slang. i (Wordt uerOolgfi.)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 5