TWEEDE BLAD B INNE NL A ND. Uit Stad en Provinoie. FluanoiBsI Nieuw». behoorende bty de van Yrtydag 11 April 1924, no. 11068. Weer een nieuwe party T Het Verband van Actualisten wil het volgende jaar, als protest tegen het hui dige regeer:ngsstelsei met eigen can<di- daten aan de verkiezingen voor de Twee de Kamer deelnemen. De ziekteverzekering. In de Tweede Kamer heeft minister Aalberse medegedeeld, dat waarschijnlijk na het a.s. zomerrecès een ontwerp-Ziek- teverzekering gereed zal zijn, passend in zijn systeem van dew-reorganisatie der sociale verzekering. TWEEDE KAMER. Auznduergadering uan Dinsdag 8 April Zonder beraadslaging of stemnvng wordt de begrooting der algemeene lands drukkerij voor 1924 aangenomen, als mede de begrooting voor het Staatsbe drijf der Artillerie-inrichtingen voor 1924. Aan de orde is hoofdstuk XI (Kolo niën) van de Staatsbegroot'ng voor 1924. Daarbij wordt behandeld de Begrooting uan Suriname ujor 1924. De heer IJzerman vraagt inlichtingen over de grensquaestie met Engeland en dringt aan op maatregelen ter verbete ring van den gezondheidstoestand, waar op de regeering te veel bezuinigt, op een beter salarispolitiek en op maat regelen om den slechten economischen toestand van Suriname te verbeteren. De heer Gerritzen bepleit vermindering van belastingdruk van de plantages en maatregelen ter bevordering van het ver voer van den kleinen landbouw, de sinaas appelen- en bacovencultuur te steumen. Het is Nederlandsch pl'cht daarvoor de gelden beschikbaar te stellen. De heer Feber acht in de eerste plaats ontwrichting van den grooten landbouw' noodzakelijk voor den economischen we deropbouw van Suriname. De heer Scheurer dringt aan op be strijding van verschillende volksziekten, met name de mijnwormziekten en de malaria. De heer van Boetzelaer bepleit grooter versobering en overigens geduld ei» rust voor den patiënt. De heer van Gijn wenscht dat de ko lonie Suriname Baar zuiver huishoude lijke uitgaven uit eigen middelen zal be kostigen. De~ minister van koloniën, de heer de Graaff, zegt dat er omtrent het beloop van de grens geen- twijfel bestaat; dat de gezondheidstoestand n:et ongunstig is; dat de kleine landbouw gesteund wordt en dat hij besprekingen zal houden over de malariabestrijding. De minister zal overwegen wlat voor den grooten land bouw is te doen. Hij zal ook meerdere versobering overwegen en het geven van rechtspersoonlijkheid aan de gemeente Paramaribo. De begrooting wordt aan genomen z.h.s. Aan de orde is thans de Curagaosche begrooting. De heer IJzerman geeft maatregelen aan tot verbetering van den economischen toestand. Mej. van Dorp wijst op den vooruit gang van inkomsten tengevolge van de vestiging der Curagaosche Petroleum- maatschappijen. De heer Feber dringt aan op een al gemeen havenplan voor Willemstad. De heer Deckers vraagt bevordering van de ontwikkeling van den landbouw. De minister sluit zich aan bij mej. Van Dorp. Binnen enkele jaren zal Cu- ragao zichzelf kunnen bedruipen. D© begrooting van Curagao en de be grooting van het Departement van Ko loniën worden aangenomen z.h.s. De vergadering wordt te 11,40 ge sloten, Verbolg zitting uan Woensdag 9 April. Bij de voortzetting van- de behandeling van de arbeidsbegrooting zegt de heer Oud, dat hij accoord gaat met de afwij king van art. 20 der Invaliditeitswet, en dat hij een zeer gunstigen indruk heeft van de reorganisatie van de sociale ver zekering. Hij dringt aan op spoedige in voering van de ziekteverzekering, los van de rest. De heer Rutgers kan over verschillende bezwaren tegen de reorganisatie heen stappen, om de invoering van de ziekte verzekering te bevorderen. Spr. zaT met de plannen meegaan, omdat hij een even tueel aftreden van minister Aalberse niet wil veroorzaken. De heer Duys kan ook met de afwijking van art 20 van de Invaliditeitswet ac coord gaan. Hij zal de plannen steunen, omdat daardoor iets gedaan wordt voor de arbeiders. Hij dient een motie in, waarbij wordt gevraagd invoering van de Ziektewet in deze parlementaire peri ode, in afwachting van een algeheele herziening van de sociale verzekering. De heer Boon bepleit verlaging der ta rieven voor de Rijksverzeker'ngsbank. Mej. van Dorp wil ziekteverzekering door particuliere ziektekassen. De heer Oud dient een motie in, een ziektewet vragende, ter vervanging van de ziekte wet 1913, en rustende op de beginselen uit 's M:nisters rede van gisteren. Dhr. Kersten vraagt vrijstelling voor gemoeds bezwaarden. De heer Kuiper gaat in hoofdlijnen mee met de reorganisatie. Hij is tegen de mo- tie-Duijs, omdat de algeheele herziening daardoor definitief op den achtergrond Komt. Dhr. Braat is tegen de plannen. Min:ster Aalberse debateert niet over de hoofdlijnen der reorganisatie, daar dit ontijdig zou zijn. Hij heeft de gewijzigde Ziektevvet-Talma niet ingevoerd daar ken tering in de meenitfgen, tijdens de behan deling in den Hoogen Raad van Arbeid duidelijk werd. De betrokkenen wenschen de zaak zelf in handen te nemen als bij de Landbouwongevallenverzekering, die uitstekend werkt. 100 o/o der werkgevers en 80' o/0 der werknemers is voor deze richting. Spr. zal de particuliere zieken kassen behouden, wanneer het ^enigszins mogelijk is, en wanneer het eigen systeem daardoor niet wordt verward. De ziekte verzekering zal voorafgaan aan een al geheele reorganisatie, zoodra de laatste is uitgewerkt, w'at thans het geval is. De motie-Duijs is een motie van afkeuring en dus onaanvaardbaar. Tegen de motie- Oud bestaat géén bezwaar. De heer Duijs komt op tegen de inter pretatie, die de minister gaf aan zijn motie, welke geen motie Amn afkeuring is De stemming over het wetsontwerp zal Donderdag plaats hebben, na de stem ming over de motie-Duijs. Te 6,15 uur wordt de zitting verdaagd. EERSTE KAMER. Zitiing uan Wzensdag 9 April. Aan de orde is de voortzetting der In dische begrooting. De heer Cramer cri- tiseert de onvolledigheid der memorie van antwoord, behandelt uitspraken van de klassejustit!e en toont 't nut aan van de 1 bureaux van arbeid. 1 Spreker behandelt o.A de onderwijs kwestie en zegt, dat verhooging van schoolgelden en uitreiking van studiebeur zen van grooten invloed zijn geweest op 't schoolbezoek. Hij wenscht uitbreiding der gouvernements-rubbercultuiur. Hij betoogt voorts dat de tekorten in Indië niet zijn ontstaan door te uitgebrei- den staatsdienst doch door te geringe hef fing op de oorlogswinst en groote crisis- uitgaven. Na pauze zet de heer Cramer zijn rede voort. Hij vraag't maatregelen' tegen het funeste spionagestelsel en afschaffing der poenale sanctie. Spr. ontkent, dat de spoorwegstaking in Indië een politieke w'as en vraagt pu blicatie van het rapport van den verzoe- ningsraad. Hij wijsi op den ernst der Inlandsche beweging en dringt met kracht op be- stuurshervorming aan, opdat het niet spoedig te laat is De heeren de Waal Maiefijt en Haaze- voet maken eenige algemeene opmerkin gen. De laatste wijt de beroering jn Indië niet aan het beleid van de regeering, doch waarschuwt tegen optimisme. ZIËRIKZEE. Wij ontvingen een bro chure getiteld: ,,Borms- en Amnestie- aktie van bet dr. Jacob-Comité", waarin een bijlage, waarop het portret van dr. Jacob in de Antwerpsche gevangenis. Deze bekende voorman uit de Vlaamsche beweging hield ook hier dezen winter een spreekbeurt; velen zullen zich nu nog dezen eminenten spr. herinneren. De titel van deze brochure laat niets aan duidelijkheid te wenschen. Men wil actie voeren om Borms, die in de cel gevangenis te Leuven zit, vrij te krijgen en tevens vrijlating te erlangen van an dere Vlaamsche politieke gevangenen. Woensdagavond had in de kleine bovenzaal van het „Huis van Nassau" al hier een algemeene vergadering plaats van den Bond voor Staatspensionneering, afd. Zierikzee. De wnd. voorzitter, de heer J. A. v. d. Valk, opende deze vergadering met een enkel woord, waarbij hij herinnerde aan de in Febr. 1.1. gehouden propaganda- avond, waarbij bleek, dat men nog mede leeft met het streven van den Bond. Na goedkeuring der notulen, werd een ingekomen stuk van het Zeeuwseh Huldi gingscomité voor kennisgeving aangeno men. De secretaris, oe heer J. Enzlin, drong aan op vertegenwoordiging van Zierikzee en daarmede van SchouwenDuiveland, in het hoofdbestuur. Als candidaat daar voor zou hij, evenals de vergadering, welke hiermede geheel instemde, gaarne zien de heer J. A. v. d. Valk, die zich, door woord en geschrift, voor de zaak der Staatspensionneering verdienstelijk heeft gemaakt. De heer v. d. Valk ambiëert die be trekking volstrekt niet, maar wanneer de afdeeling meent, dat het gewenscht is, dat iemand uit hét bestuur als zoodanig vertegenwoordigd moet zijn, zal hij een candidatuur aanvaarden. Daarop bracht de secretaris verslag uit, een overzicht gevend over de 3 laatste jaren en deed de penningmeester, de heer J. Kramer, rekening en verantwoording van het gehouden beheer over 1923. Bei de functionnarissen werden door den voorzitter dank bietuigd. Hierna had de verkiezing voor het be stuur plaats. In de vacature-Polvliet werd gekozen de heer L. Bouter, terwijl de heeren Biermasz, Bossaert, Enzlin en Verseput,. welke periodiek aftraden, wér den herkozen. Bij de rondvraag werd medegedeeldj, dat de tooneelvereeniging te Brouwers haven, aangeboden had bij een voorko mende gelegenheid wel eens voor den Bond te willen optreden. „Semper Cres cendo" alhier, gaf door een der aan wezigen te kennen, dat het wel zonder eenige vergoeding wenschte te spelen, om het doel van den Bond te propagee- ren. Beide aanbiedingen werden door het bestuur in ernstige overweging genomen. - Aangedrongen werd voorts op verster king van het ledental, dat veel grooter moet worden om met vrucht te kunnen blijven strijden voor Staatspensioen, dat nog lang niet is bereikt. Verslag van de Vergadering uan In gelanden uan den polder ,/fe Vier Ban nengehouden in „de Meebaal" te Nieu- werkerk, den 8en April 1.1. Voorzitter dhr. J.s Bouman, dijkgraaf. De voorzitter opent de vergadering. Uit de presentielijst blijkt, dat 58 stembe voegde ingelanden vertegenwoordigd zijn. Na goedkeuring der voorgelezen notulen i doet de voorzitter mededeeling van het volgendedat door Arie Prins te Slie- drech/t reeds is, en verder zal worden I geleverd 3150 ton Duitsche basaltsteen slag, waarvan 1500 ton in de haven te Zijpe, voor f 4,30 en op de andere veeren voor f4,90 per ton. De kwaliteit is best. 300 M3. grint is geleverd door de Centr. Grinthandel te Rotterdam, voor f3,40 per M3.dat het weghalen van het veek voor 10 jaren is verpacht aan de Gebr.s Kuijper te Ouwerkerk, voor f 100 per jaar; dat het uitvoeren der glooiingwer- ken is besteed aan H. Berrevoets en W. Bolijn, voor f6000; dat voor de bebake- ning Ln het dijkwater aan de gemeente Dreischor geen hooger bedrag zal wor-, den betaald dan het reeds vroeger be paalde bedrag van f15. Aldus wordt be sloten. Door het bestuur werd voorge steld aan D. van Popering te Sir-Jans- land een bijbetaling te geven op de door hem ten vorigen jare uitgevoerde werken aan de haven en het plateau te Stevensluis van f200. Na veel discussie werd dit voorstel verworpen met 84 tegen 24 stemmen. Een bestuursvoorgtel om aan den machinist J. J. van Dijk nog een ver goeding te geven voor betaalde verhuis kosten, ten bedrage van f90, werd goed gekeurd met 52 tegen 6 stemmen. Thans wordt overgegaan tot het behandelen van de door het bestuur ontworpen begroo ting voor den dienst 1924/25. Deze be grooting wordt artikelsgewijze behandeld en wordt zonder wijziging tot een bedrag van f95284,95 in ontvang en uitgaaf, met een post van onvoorzien groot f 1609,70, met op twee na algemeene stemmen goedgekeurd. In de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding als gezwo ren van den heer G. L. Klompe te Ouwerkerk, wordt het volgende drietal van candidaten opgemaakt en wel de heeren G. L. Klompe te Ouwerkerk, als eerste candidaat, met 56 stemmen; A. C. Visser te Ouwerkerk, als tweede can didaat, met 37-ütemmenF. v. d. Stolpe te Ouwerkerk, als derde candidaat, met 45 stemmen. Deze voordracht wordt op de gewone wijze aan Ged. Staten in Zee land toegezonden. De heer Klompe dankt de ingelanden voor het vertrouwen, dat zij bij vernieuwing in hem stellen. Alsnu komt aan de orde de inningsgeschiedenis der suatiegelden, die den polder Al-te- klein krachtens een besluit van Ged. Sta ten van Zeeland schuldig is aan de Vier- Bantien, maar nu sedert drie- jaren wei gert deze te betalen, welk onderwerp sinds al dien tijd, een vinnigen strijd op de vergaderingen teweeg bracht en menigmaal aanleiding is geweest tot per soonlijke aanvallen tegen het bestuur. Om de belangrijkheid die deze kwestie ook in zich sluit voor andere polders en waterschappen, die in een soortgelijk ge val verkeeren, kan het zijn nut hebben deze zaak wat meer uitvoerig weer te geven. Na de invoering van het thans vigeerende z.g.n. nieuwe polderreglement, gaf artikel 19 3 aan de Vier Bannen de gelegenheid een billijke vergoeding te vragen voor het genot dat Al-te-klein had voor het afvoeren van zijn water door eerstgenoemden polder- Al-te-klein beriep zich in zijn verweer op art. 18 3, waar slechts over het recht van doortocht van zijn water gesproken wordt. Ged. Staten hebben, na kennis name van de toelichting door beide pol ders gegeven, „Vier Bannen" in het gelijk gesteld en zelfs verklaard, dat deze pol der zeer billijk in zijn eisch was, door slechts f 45 suatiegeld te vragen, daar een bedrag van f 320 ook door ge noemd college zou worden goedgekeurd en vastgesteld, indien daarom was ge vraagd. Van dit besluit was beroep open op de Kroon, waar „Al-te-klein" dan ook gebruik van heeft gemaakt. Wegens een vormgebrek werd dat beroep niet ont vankelijk verklaard door den Raad van State en bleef dus de invordering bestaan. Er kwam evenwel geen betaling en op een vraag van het bestuur van „Vier Bannen" aan het Ged. college wat ge daan móest worden, kwam 't antwoord, dat „Vier Bannen" alles in hef»-^verk j moest stellen dm betaling der suatie- 1 gelden te verkrijgen. Er bleef niets over dan gerechtelijk de zaak te vervolgen j en daarom werd „Al-te-klein" gedag vaard op verzoek van „Vier Bannen", om voor het kantongerecht te verschijnen. Eer dat het zoover was, dat een ge rechtelijke vervolging mocht worden be gonnen, had het bestuur van „Vier Ban nen" noodig èn de machtiging van de vergadering van ingelanden èn de toe stemming van Ged. Staten, welke beide werden verleend. Het kantongerecht heeft de zaak behandeld en zich op grond der wet onbevoegd verklaard. De voorzitter licht de zaak nog uitvoerig toe en zegt naar aanleiding van deze uitspraak en nadere ingewonnen rechtskundige advie zen, dat het bestuur van „Vier Bannen" er toe gekomen is, om het volgende voor* stel aan de vergadering van ingelanden te doen: le. Op de uitspraak van den Kanton-' rechter d.d. 13 December 1923, waar hij in zijn uitspraak zegt: Overwegende wat het recht betreft: dat tussehen partijen in confessie is, dat een beslissing van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 11 Maart 1921 inhoudt, dat door den Polder Al-Te-Klein jaarlijks f45 aan den eischenden Polder wegens het recht van doortocht van hun polderwater moet worden betaald en dat het door ge daagde over deze beslissing gedaan be roep op de Kroon is verklaard niet ont vankelijk, waarna het beroep met Is her haald binnen den voorgeschreven ter mijn van 30 dagen, volgens art. 21 der wet van 10 November 1900, St.bl. 176, zooals deze wet later is gewijzigd; dat gedaagde heeft geweigerd de voor geschreven uitkeering te doen; dat echter art. 61 der genoemde wet voorschrijft, dat indien Ihet bestuur van een Waterschapweigert te zorgen voor de betaling van een uitkeering krachtens wet of verordening, bij beslissing van Gedeputeerde Staten opgelegd, zullen gel den artt. 48—57 dier wet; dat die artikels*yoorsohrijven het ver haal door middel van een door Gedep. Staten yastgestelden staat van verdeeling over de schuldplichtigen, welke' staat dan door dwangbevelen kan worden ten uit voer gelegd. Verklaren ons onbevoegd. 2e. Op de conclusie uitgebracht door Mr. J. Wolterbeek Muller te 'sHage, lui dende als volgt: Inzake het geschil tussehen den Pol der de Vier Bannen van Duiveland en den Polder Al-Te-Klein, ben ik tot de navolgende conclusie gekomen: Vier Bannen heeft van Al-Te-Klein te vorderen aan suatiegeld f45, welk be drag over de jaren 1920/21, 1921/22 en 1922/23 niet betaald is. Op de deswege voor den Kantonrechter te Zierikzee inge stelde vordering, heeft deze zich onbe voegd verklaard onder verwijzing naar art. 61 der wet van 10 November 1900, Stbl. 176. De vraag, welke Gij mij stelt is, of van deze onbevoegd verklaring hooger be roep moet worden ingesteld, dan wel of daarin moet worden berust. Het antwoord zal moeten worden ge zocht in de beteekenis van voormeld art. 61. Ik neem aan, op gezag van het schrij ven van het Bestuur van Vier Bannen aan Gedeputeerde Staten d.d. Januari 1924, dat het suatiegeld is een uitkee ring, krachtens wet of verordening of reglement der instelling door Gedeputeer de Staten opgelegddit punt op zich zelf maakt dus voor mij geen onderwerp van onderzoek uit. Er zijn blijkbaar bij het bestuur van Vier Bannen twee gronden, waarom het betwijfelt, of art. 61 wel op dit suatie geld van toepassing is. Deze gronden zijn, dat de paragraaf der wet, waartoe art. 61 behoort, blijkens het opschrift een geheel ander onderwerp regelt, en dat het daarin voorgeschreven verhaal te om slachtig is voor zulke kleine sommen, als waar het ten deze omgaat. Noch het een, noch het ander komt mij juist voor. Het opschrift van 14 der wet van 1900 is bij de wet van 11 Mei 1923, St.bl. 197 gewijzigd en luidt thans: „Verhaal der kosten bedoeld in 12 en 13". Voor die wijziging luidde het: „Verhaal der kosten van dé uitvoering van voor schriften, aan besturen aan waterschap pen, veenschappen en veenpolders gege ven". Groot verschil maakt de redactiewijzi ging niet, omdat 12 handelt over sta-, king der uitvoering van werken en uit voering van noodzakelijke werken op be vel van Gedeputeerde Staten. Maar hoe dan ook: het opschrift van 14 is naar mijne meening niet beslissend voor de beteekenis van art. 61, om deze reden, dat dit artikel daar ter plaatse is te beschouwen als eene zoogenaamde lex fugitiva. Aanvankelijk stond die be paling niet in het wetsontwerp, en regel de de paragraaf inderdaad alleen het verhaal der kosten, door Gedeputeerde Staten gemaakt, indien het Waterschap nalatig was in het uitvoeren van wer ken, door Ged. Staten bevolen, alsmede van andere, analoge, kosten. Men vond toen de methode van ver haal blijkbaar zoo praktisch, dat er bij het tweede wetsontwerp aan het slot van de paragraaf eene bepaling bij kwam (art. 61), waarbij de methode van ver haal ook voor andere gevallen toepasse lijk werd verklaard. (Vergelijk over de beteekenis dezer be paling: Schepel, Waterschapsrecht, blz. 337). De wijziging, in 1928 in het artikel aan gebracht, was een gevolg van de wijzi ging van art. 48 en had alleen ten doel om aan Gedep. Staten de keuze te laten om de kosten te verhalen of op de goederen der waterschappen, of op de omslagplichtigen Met deze uiteenzetting is, dunkt mij, het tweede der bovengenoemde bezwa ren implicite mede besproken. Men zou nog de vraag kunnen stellen, of niet naast den weg van art. 61 nog de gewone weg van rechte openstaat. Het wil mij voorkomen van niet, daar men in het publiek recht- als een regel mag aannemen, dat alleen dan art. 2 der wet op de Rechterlijke Organisatie den gewonen rechter bevoegd maakt om over eene publiekrechterlijke vordering te oordeelen, indien niet een andere weg van rechtshulp is aangewezen. Het vonnis van den Kantonrechter komt mij derhalve juist voor. 3e. Daar waar de uitspraak van den Kantonrechter onder le genoemd, ook de zienswijze is van Mr. Wolterbeek Mul ler, onder 2e genoemd, rijst de vraag of het wel te verdedigen valt om van het vonnis onder le genoemd in appèl te komen; de mogelijk is niet uitgeslo ten, dat de rechtbank zich ook onbe voegd verklaart, de zaak beschouwende als van zuiver administratieven aard, en waar het bedrag van f 45 klein is in ver gelijk met de proceskosten, die zonder twijfel nu wel het vijfvoud en bij appel zeker wel het tienvoud van dat bedrag als kosten zullen vragen. 4e. Waar Gedeputeerde Staten zeer zeker met ons eene oplossing in deze zaak dringend noodzakelijk achten, daar vele Polderbesturen met belangstelling uitzien naar 'den afloop van het geschil tussehen Al-Te-Klein en Vier Bannen, om' ook daarnaar hun handelingen te regelen, dat toch niet verondersteld kan worden dat zij van het recht hun toegekend bij art. 61 van de wet van 1900 geen gebruik zouden maken en liever een geschil in de Provincie als een vergiftigingszwam laten voortwoekeren, of een door hen vastgesteld suatiegeld eenvoudig te laten negeeren en hun besluit zonder meer in den doofpot te laten stoppen, geeft de vergadering van Ingelanden aanlei ding om te besluiten het reeds hangetee- kende appèl te doen terugnemen. Slot volgt) PREDIKBEURTEN. Zondag 13 April. Kerkwerve. 3 ure, da. Mortier. Scrooekerke. 10.30 ure, da. Mortier. Burgb. 9.30 ure, ds. Boogaard (Bev. lid maten en Voorber. H. A.) Renessc. 10.30 ure, ds. Leendertz (Bev. lidmaten). Noordwelle. Geen dienst. Haamstede. 10.30, ds. Japchen en 3 ure, idem (Bed H Doop). Geref. Kerk. 10 30 en 3 ure, ds. Goedhujjs. Oud-Geref. Kerk. 10.30, 3 en 6 30 ure, ds. Boone. Slkerzee. 10.30 ure, ds. Poort. Geref. Kerk. 10.30 eu B ure, caad. Kalkman van Rotterdam. Brouwershaven. 10.30 ure, dr. Proost. Geref. Kerk. 10.30 en 3 ure, cand. Ten Kate van Kampen. Zonnemalre. 10.30 ure, ds. de Leur (Voor bereiding H. A.) Geref. Kerk. 10.30 en 3 ure, ds. Hoek. (Noordgonwe. 10.30 ure, da. v. Griethugsen (Bev. van nieuwe leden). Dretsshor. 10.30 ure, da. v. d. Griend. Ouwerkerk. 10.30 ure, ds. v. d. Linden (Bed. H. A.) Ntenwarkerk. 10.30, geen dienst en 3 ure, ds. v. d. Linden (Bev. nieuwe lidmaten). Geref. Kerk. 10.80, 8 en 6.30 ure, Leesdienst. Geref. Gem. 10, 3 en 6 ure, Leesdienst. Oosterland. 10.30, dr. Weeda (Bed. H. A.) en 3 ure, idem (Nabetrachting). Geref. Kerk. 10.30 en 3, Leesdienst; 7 ure, ds. Veldkamp van A.-J -Polder» Geref. Gem. 10.30, 8 en 7 ure, de heer Komijn. Slrjansland. 2 ure, ds. Steenbeek. Brnlnlsse. 9.30, da. Waardenburg (Voorber. H. A.) en 2 ure, idem (Doopsbed.) Geref. Kerk. 10 en 5 ure, Leeskerk. Geref. Gem. 9.30, ds. Kok van Aagtekerke, 2 idem (Doopa- bediening) en'5 ure, idem. Oud-Geref. Kerk» 10, 3 en 6 ure, Leeskerk. A.-J.-Polder. Geref. Kerk. 10.30 en 3 ure, da. Veldkamp. St.-FHipslaBd. 3 ure, ds. Moerman. Oud- Geref. Kerk. 10, 3 en 6.30 ure, Leeskerk. Tbolen. 10, ds. Datema (Bev. nieuwe leden) en 2.30 ure, ds. Tan Griethugzen. Geref. Kerk. 10 en 2.30 ure, ds. Halier Tan Oegat- geest Geref. Gem. 10, 2.30 en 6.30 ure, Leeskerk. St.-Maarteasdtyk. 10.30, ds. Verschoor eu 3 ure, Leesdienst. Oud-Geref. Gem. 10.30, 3 en 7 ure, Leeskerk. Oad-Vossemeer. 10.30, ds. Van Griet hugzen en 3 ure, Leesdienst. Geref. Kerk. 10.30, 3 en 6.30 ure, Leesdienst. Poortvliet. 10.30, Leeskerk eu 3 ure, ds. Verschoor. Geref. Kerk. 10.30, ,3 en 7 ure, Leeskerk. ■Scberpoulase. 10.30, Leeskerk eu 8 ure, ds. W. J. Keiler. Oud-Geref. Kerk. 10.30, 8 en 6.30 ure, Leeskerk. Stavealsee. 10.30, ds. Moerman en 3 ure, Leeskerk. Oud-Geref. Kerk. 10.30,8 en 6.30 ure, Leeskerk. St.-AooaUnd. 10.30, ds. Keiler en 3 ure, Leeskerk. Geref. Kerk. 10.30, 3 en 6 ure, Leeskerk. Bonn iu lailtrii* 10 April. BTAATSLBSNINGSN. NKDBRLAND. 7.K. Heden N.W.8.obl.al922 1 100 8 1021/4 101'/, N.W.S.obl.a-5'22- 500 8 98y, 97»/, N.W.S.obl.o-6'22 -1000 8 97»/, 97'/, N.W. 8. obl.o-5'22 - 2500 6 97 97>/i, N.W. 8. obl.ul923- 500 8 9797'/, N.W. 8. obl.ol923 - 1000 8 97®/,, 97'/,, N.W.B. obl. 191S - 100 6 91»/!, 91'/, N.W. 8. ebl. 1918 - 500 5 88 88'/, 5T.W. 8. obl. 1918 - 1000 5 88'/, 86'/,, S. W. 3 ebl. 1919 - 100 5 92"/,, 92"/,, N.W. 8. obl. 1919 - 500 5 91'/, 91'/, N.W 3. obl. 1919 -1000 5 91®/, 91 N.W. 8. obl. 1916- 1004'/, 85 85 N.W. 3. obl. 1918 - 500 4'/, 85 .8 W.3. obl. 1916-1000 4'/,185'/, 85'/,, N.W. 8. obl. 1917 - 100 4'/, 82®/, 82»;, N.W. 8. obl. 1917 500 4'/, 82'/, 82'/, N.W. 3. obl. 1917 1000 4'/, 80'/, 80'/, N.W. 3. obl. 1918 - 100 4 80'/, 80»/, N.W. 3. obl. 1918 - 500 4 79'/, 80»/, N.W. 3. obl. 1918 -1000 4 77'/, 78 N.W. 3. obl. 1911 -1000 872»/, 72'/, N.W. S. obl. -1000 3' 81'/, 61», N. W. 8. sort. v. Ine-1030 8 81'/,, 61'/, N.W. 8. eert. -1000 2'/, 50'/, 51'/, BULQABIJE. Hypoth. Loon 1892 6 28'/, 28 T»b*k«l ;enlnj 1902 5 28", 28'/, Begall./eolng 1904 6 29'/, Bei. rr goud-obl. 1907 4'/, 26 25 PBT8.-ONDBBNBMIN9EN. Ken. Ned. Petr. 1000 A. 436 459 Ken. Petr. 1100 O. A. 438 442 Kon. Ned. Petr. 0. v. A. 438 439 Dollar» (b»nk) 2,67—l 2,68'; Mnr'sen (gr.) (per billloan) 1 O 57®f 0.59; ld. (r.) 1 0,57'—f 0.59; Kronen (10.000/ f 0,37 t 0,40; Ka,-, bnncptpler 11 62—1 11 64; Freneob ban\p»?l»r 16,25—1 16,50; Belg. benkptplor f13,75—' 14,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 5