Zierikzeesche Nieuwsbode abonnement: Woensdag 12 Maart 1924 zierikzeesche courant. advertentiên EERSTEBLAP, Verjaring van vorderingen. bi n n E n L a n d. Na gevatte Koude De misdaad alle eeuwen door Pry» pw S maanden f 1,60, franco per poit f 1,80. Voor hot buitenland per Jaar f 10,—. Afzonderlijke nummers 6 cent. Verschijnt Maandag Woensdag en Vrijdag» 80ste JAARGANG. - No. air t. 1. DE LOOZE Jt Ulf(.-IMni. N, 11055. J. KOSTEN. van 1—8 regels 60 ets., v*o regels en daarboven 20 ets. per regel. Reclames 80 ets. p. regel. By contract belangrijke korting. Inzending op den dag van uit gave vóór 11 ore. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Postkantoor to Zoirlkzoo. Lyst van onbestelbare en geweigerde brieven en briefkaarten, terug ontvangen in de 2e helft der maand Februari Brieven: Rotterdamsche Tramweg-Mpij., Rotter dam; Pensioenraad, Haag; Wijgarn, Q., Scharendijke; Zeepfabrieken, Zwijndrecht; August Teves, Gelsenkirchen, Hollandstr. Briefkaarten J. Krakeel, a/b. s.s. „Zaanland", Buenos Aires. 1 >1 Nota. Aanbevolen wordt om 't adres van den afzender op de brieven en briefkaarten te vermelden, opdat deze bij onbestelbaarheid kunnen worden teruggegeven. Voorts is het gewenscht alle per post te verzenden stukken steeds van een volledig adres, straat naam en huisnummer te voorzien. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zibkikbbi brengen belanghebbenden'in her innering, dat alle vorderingnn ten la*te van bet Rjjk, de Provincie en de Gemeente, over bet dienstjaar 1923, vóór of op den laatsten Juni a.s., bij de besturen en de ambtenaren, die het aangaat, moeten zyn ingediend. Alle op dien termgn niet ingediende vorde ringen worden voor verjaard en vernietigd gehouden. Voorts worden belanghebbenden verzocht, niet den uitersten termjjn af te wachten, maar de indiening der bewijsstukken zooveel mogelgk te bespoedigen. Zik&ikzeb, den 19 Maart 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd. A. J. P. FOKKER VAN CRATESTETN VAN RENGERSKERKE, Burgem. P. F. WITTERMANS, Secretaris. Arbeid in slagerijen. De minister van arbeid heeft aan hoof den of bestuurders van met een winkel verbonden slagerijen vergund, dat tot 1 April 1925, op Zaterdag de arbeid van de in Zoodanige onderneming werkzame mannelijke arbeiders van 15 jaar of ouder aanvangt om| 6 uur des voormiddags, on der voorwaarde, dat in de betrokken on derneming niet door eenigen arbeider op dien dag arbeid wordt verricht na 8V2 uur dés namiddags. De tiende Jaarbeurs. In den Stadsschouwburg op het Vreden- burg te Utrecht is Dinsdag de officiëele opening van de tiende jaarbeurs geschied. Er waren hierbij vele genoodigden tegen woordig, onder wie minister Aalberse, die op verzoek van den raad van beheer de openingsrede hield, mr. F. J. Fockema Andreae, burgemeester van Utrecht; de voorzitter van de Eerste Kamer, baron Van Voorst tot Voorst; de heeren De Vlugt en Wytema, burgemeesters van Am sterdam en Rotterdam, militaire autori teiten en verschillende gewestelijke en stedelijke autoriteiten. Geen besmetteiyke longziekte in Drenthe. Prof. Remmelts, directeur van den vee- artsenijkundigen dienst, deelt 't volgende mee: Het onderzoek van de ziektegevallen onder het vee in Drenthe heeft uitge maakt, dat besmettelijke longziekte is uitgesloten. De Ziektegevallen waren van verschillenden aard en betroffen hoofd zakelijk een ontsteking van de longen van niet ernstig besmettelijk karakter. Alle maatregelen ter plaatse worden in getrokken en het vervoerverbod van vee in Drenthe wordt opgeheven. Herdenking mobilisatie 1914. De Koningin heeft het haar aangeboden beschermvrouwschap over het nationaal comité-herdenking mobilisatie 1914 aan vaard. De heer P. van Rees, burgemees ter van Poortvliet en Scherpenisse., is be noemd tot voorzitter der finantieele com missie. Voor de verschillende provinciën en de drie grootste gemeenten zijn co- mité's in wording. Daarna zal de vor ming van kring- en plaatselijke commis sies volgen. Zoodra ook de door de pro vinciale comité's aan te wijzen leden uit nog eenige provinciën zullen zijn toe getreden, zal een volledige opgave van namen alsmede de definitieve organisatie van het nationale comité worden open baar gemaakt. De herdenking zelve is, in hoofdlijnen, als volgt gedacht: 31 Juli (de dag waarop in 1914 het oproepings telegram werd aangeplakt); algemeene •herdenking door de geheele bevolking; 's avonds (na afloop der dagetfjksche be zigheden) plaatselijke samenkomst van de genen, c'ie gemobiliseerd zijn geweest en van belangstellenden. 1 Augustus (in 1914 de eerste mobilisatie-dag), landelijke her denking te 's-Gravenhage door afgevaar digden uit alle gemeenten van Nederland. „In herinnering zal worden gebracht de groote beteekenis voor ons land van de mobilisatie, waardoor aan de geheele we reld is kenbaar gemaakt de onverzette lijke wil van het Nederlandsche volk om zijn onzijdigheid te handhaven en den vrede te bewaren." Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 11 Maart. De heer J. ter Laan vraagt een inter pellatie aan over den stand van zaken in de commissie voor georganiseerd over leg betreffende de salarisregeling en de arbeidsvoorwaarden der rijksambtenaren. Hierover zal morgen worden beslist. Bij de voortzetting van de behandeling der begrooting van onderwijs stellen dhr. Gerhard, mej. Westerman en de heer Van der Molen vragen over het schooltoe zicht. Minister De Visser deelt mede, dat hij een regeling ontwerpt, waarbij flink bezuinigd en voldoende schoolbezoek ge waarborgd 'wordt. Op vragen van dhr. Heukels antwoordt de minister voorts, dat het aantal rijksnormaallessen en rijks kweekscholen met 35 Wordt verminderd, en dat het beurzenstelsel vervalt. Als ant woord op verdere opmerkingen zegt de minister nog, dat Coevorden geen rijks dagnormaalschool krijgt en dat de nor maallessen zooveel mogelijk moeten ver dwijnen, mede uit bezuinigingsoogpunt. iOp een vraag van den heer Gerhard verklaart de minister zich bereid de gel den voor de lichamelijke opvoeding an ders te distribueeren. Spr. zegt op een vraag van Deckers toe, dat de schippers- sehool te Brieile zal worden geholpen. 1 IBij de afdeeling Kunsten en Weten schappen critiseert de heer Kleerekoper de destructieve bezuiniging op geringen steun aan kunst, leeszalen, bibliotheken enz.v Spr. wil de entree-heffing voor 't Rijks museum tot enkele dagen beperken. Dhr. De Boer wil den post voor monumenten- verzorging schrappen. De heer v. Ravesteijn bepleit góede mo numentenverzorging en krachtigen steun aan dramatische kunst. De heer Van Rijckevorssel deelt mede, dat monumenten met de toegestane gel den niet alle voor ondergang kunnen wor den behoed. Dhr. Weitkamp verdedigt de entrée voor Rijksmusea. De Minister verklaart staatssteun aan de kunst de plicht van het Christelijk beginsel te achten. Het ontwerp voor monumentenzorg ligt gereed, maar moet worden ingehouden Wegéns de finaneieele omstandigheden. De Onderwijsbegrooting is aangenomen met 57—13 stemmen. Tegen de Soc.-Dem. en de Vrijz-Dem. gebruike men onmiddellijk eenige Tabletten Sonapirin (Mtfnhardt) Koker 75 et. By apoth. en drogisten. Uil Stad ©ini Provinoi®. ZIERIKZEE. Een der vele autobussen, die tusschen Middelburg en Vliss-'ngen rijden, is Dinsdagmiddag tegen een boom aangereden en toen in een sloot terecht gekomen. De chauffeur en de 4 inzit tende passagiers kwamen er met enkele schrammen en lichte kneuzingen af. Daar Dr. Vos uit Hellendoorn te deZer plaatse in de Concertzaal Dins dagavond dezelfde lezing hield als Maan dagavond te Eikerzee, meenen wij, ter besparing der ruimte, belangstellende stadgenooten naar het verslag dier lezing in laatstgenoemde plaats te kunnen ver wijzen. ELKERZEE. Maandagavond j.l. trad voor eene stampvolle zaal in café Koo- man op dr. Vos van Hellendoorn met het onderwerp: T.B.C-bestrijding. In een keu rige rede, die met de grootste aandacht gevolgd werd, zette de spreker den stand der wetenschap uiteen, ten opzichte der tuberculose. Gedurende 1923 zijn in Neder land aan t.b.c. overleden 7520 personen. Onder verschillende vormen treedt t.b.c. op. Men spreekt van tering, als de longen aangetast zijn; van beeneter bij gewrichts- i t.b.c. Het opzetten van klieren wijst ook j al op t.b.c., terwijl na mazelen soms her- I senvlies t.b.c. voorkomt en huidlupus weer een anderen vorm voorstelt. 64 pCt. van J alle gevallen komt op rekening van long- i t.b.c. De erfelijkheid van t.b.c. is een on juist begrip. Bijna nooit wordt een t.b.c.- kind geboren. Dat het later besmet wordt is een andere zaak, waarvoor niet genoeg gewaakt kan worden. De t.b.c.-bacillen, ontdekt door R. Koch, komen bij millioe- nen voor in speeksel en opgeefsel van lijders en zij behouden lang hunne levens kracht in vochtigheid en duisternis. Geen enkele leeftijd is gevrijwaard tegen t.b.c., hoewel de meeste gevallen tot uiting ko men tusschen 20 en 30 jaar. Slechte voe ding, alcoholmisbruik, verzwakking na griep, overspanning verminderen 't weer standsvermogen en verhoogen de vat baarheid voor tb.c. Loopende patiënten leveren het meeste gevaar op voor be smetting door rond zich heen te hoesten en te spuwen. Toch is t.b.c. eene genees bare ziekte, mits ze tijdig wordt aange pakt door goede voeding, frissche lucht, rust en deskundige behandeling en velen komen haar te boven. Toch is voorkomen beter dan genezen. Zoo licht kan een kind besmet worden door kussen, door eetgerei, door niet afzonderlijk te slapen en soms vele jaren later komen de gevol gen tot uiting. Een breed veld ligt open voor de overheid. Alles wat de volks kracht versterkt, werkt mee ten goede. Vooral reinheid in woning, voeding en kleeding zijn voorname factoren. Een wa terleiding is noodiger dan electrisch licht. Kwakzalverij is uit den booze, want men geneest geen t.b.c. met abdijsiroop. Waar aan t.b.c. meer patiënten bezwijken dan aan mazelen, roodvonk, diphtherites en typhus samen, is een wettelijke regeling ten opzichte van t.b.c. noodzakelijk. In Nederland en omgeving is de t.b.c. afne mende, maar in 1918, toen de volkskracht afnam door slechtere voeding, kwam er weer stijging. Na de pauZe werden licht beelden vertoond. Personen, die Zich ver dienstelijk hebben gemaakt op het ge bied van tb.c., als Koch en Finsen. Sana toria en ook krotwoningen, die bronnen van besmetting zijn. Plattegronden van stadsdeelen, die duidelijk demonstreerden, dat nauwe donkere straten de meeste tb.c. gevallen opleveren. Statistieken, die dalende en stijgende sterftelijnen vertoon den voor verschillende landen. Onnoodig te Zeggen, dat dr. Vos een woord van warmen dank ontving, dat hem bij mon de van den voorzitter der plaatselijke af- dee'iag van het Groene Kruis, as. J. Poort, werd toegebracht. Uit nagenoeg alle dor pen van Schouwen waren belangstellen den opgekomen. Een woord van lof aan het Bestuur van 't Groene Kruis, dat ons zulk een avond wist te bereiden, is hier zeker wel op zijne plaats. Na eene 12-jarige werkzaamheid als zoodanig stelt dhr. A. L. Amelunxen zich niet meer verkiesbaar als kassier der Boerenleenbank. Naar men verneemt zijn er 5 sollicitanten voor de vacant komende betrekking. SCHARENDIJKE. Voor de eerste maal na lange jaren gat de Ellemeetsche re derijkerskamer eene uitvoering bij Koo- man, waarbij het jongere geslacht in grooten getale opgekomen was. Het dra ma „Plicht" en het blijspel „De onge- loovige Thomas" hebben velen gesticht en vermaakt. SCHERPENISSE. Vergadering van den gemeenteraad, gehouden op Maandag 10 Maart. Alle leden met den voorzitter en secretaris aanwezig. De begrooting voor 1923 werd gewijzigd in ontvang en uitgaaf op f 29700,905. Besloten werd voorts wij ziging te brengen in de politieverorde ning wat betreft het geven van dans muziek tijdens de kermis, dat geoorloofd is en voor het bewaren van benzine. Met de gemeente Poortvliet zal getracht wor den een regeling te treffen omtrent het gebruik maken van de brandbluschmidide- len bij eventueelen brand aan de Rand en Maliand. 't Vermenigvuldigingscijfer voor de inkomstenbelasting wordt vastgesteld op 1.4 voor het dienstjaar 1924 en 1925. Aan den heer L. Jansens wordt 64 are ge meentegrond in erfpacht afgestaan, tegen een vergoeding van f2,50 per jaar. Aan gezien de verlichting van de gemeente onvoldoende is, wordt besloten nog vijf lantaarns te plaatsen. De legesverordening wordt aangevuld met de bepaling, dat voor een vergunning tot het plaatsen van Zerken en grafsteenen f2 betaald moet worden, voor groote jachtaeten f5, voor kleine f 2,50. Besloten wordt een kasgeld- leening aan te gaan van f 3000, tegen een rente van 5jpCt. per jaar. Aan den onder wijzer M.' C. Oudesluijs wordt eervol ont slag verleend. Het ontslag is door B. en W. bepaald op 1 Mei as. In beginsel Een gevaarigke gjftmengsler De Markiezin De Brinvilliers (1670). Misdaden zijn soms van béteekenis door en voor het karakter van de perscnen, die haar bedrijven; soms ook werpen zij een helder licht op de omgeving, waarin zij werden begaan. Ten aanzien van het geding, tegen de markiezin De Brinvil- liers aangespannen door begrijpelijk wan trouwende bloedverwanten, gelden beide overwegingen. Men moet de markiezin hooren beschrijven, gelijk zij op ruim veertigjarigen leeftijd voor haar rechters stond: tenger, fijn, grande dame op-ende- op, om de verwondering te deelen van degenen, die voor het eerst vernamen, dat zich door haar hand en haar medeweten niet minder dan drie sluipmoorden vol trokken, en dat zij er ettelijke andere probeerde. Ongetwijfeld hebben hier de omgeving, waarin zij leefde en het tij'd- vak, waarvan zij een kind Was, een ern stig woord meegesproken. Want, het is maar al te bekend, dat reeds in dit eerste deel Van de regeering van Lodewijk XIV, zich' in Frankrijk de decadentie begon te verloonen, die het machtige rijk lang zaam1 maar zeker tot den ondergang zou voeren. De zedeloosheid in dien tijd voer de tot schromelijke uitspattingen en deze weer tot een zedenbederf, dat op zijn beurt de bron werd van de afgrijselijk ste misdaden. Het was geen geheim, al dus Streckfuss in zijn „Geschiedenis der Wereld", dat de dood van menig rijk man, die voor zijn ouder zware schulden zuchtende erfgenamen juist te rechter tijd stierf, bespoedigd was door misda dige middelen; „erfenis-poeder" noemde de onbeschaamde geestigheid dier dagen het vergif, dat toen zulk een groote rol speelde. Het proces tegen de markiezin de Brinvilliers is niet alleen van belang, omdat het toonde, dat zelfs deze mach tige der wereld, nauw verwant aan maar" schalken van Frankrijk en den hoogsten adel, te zeer het recht had vertreden om haar zelfs m die dagen van adellijke pri vileges te kunnen beschermen doch tegelijk, omdat het aanleiding gaf tot de vorming van een afzonderlijk gerechts hof, onder den naam van, .Chambre ar- dente" bekend, hetwelk speciaal tot ver volging van de giftmengers werd opge richt en dan ook een. niet onaanzienlijk aantal van dezen, den dood op het scha vot deed vinden De markies de Brinvilliers had niet, a's zijne vaderen, neiging om den rech terlijken rok te dragen, doch diende in het leger, en commandeerde ten tijde vaci den vrede der Pyreneen het regiment van Normandië. In 1651 was hij gehuwd met een der dochters van den sieur de Dreux d'Aubray, een uitnemende familie, behoorende tot den hoogsten adel, ver want aan de Maures, de Marillac's en tal van anderen. Brinvilliers beschikte zelf over een inkomen van 30,000 livres; zijn vrouw bracht hem 150,000 livres rente mede en erfde, korten tijd na haar hu welijk, een 50,000 livres. Geldgebrek !Was het dus niet, hetwelk er haar toe aanzette om achtereenvolgens haar vader en twee harer broeders te vergiftigen. De Brin villiers namen het met de trouw, in het huwelijk verschuldigd, niet al te nauw'; tot hunne verontschuldiging kan strek ken, dat zij niet anders deden dan de zeden van die dagen navolgen. Een der uitverkoren vrienden van de markiezin was een zekere markies de St.-Cro.ix, en zoodanig was hunne verhouding, dat haar vader, naar het gebruik van die dagen, een lettre de cachet tegen hem wist te verkrijgen, die hem1 voor ,gerui- men tijd achter de grimmige tralies der Bastille deed verdwijnen. Toen hij: er uit kwam, was hij een ander man; bedacht zamer, aanmerkelijk minder levenslustig. Gelijk later bleek, had hij' in de Bastille kennis gemaakt met een Italiaan, een zekeren Exili, en deze had bij hem den grondslag gelegd voor een, althans voor die dagen, zeldzame kennis van vergif- tigingsmiddelen. St.- Croix beschikte over geheel een arsenaal van dergelijke mid delen; zij werden zoodanig kunstig, hetzij in drinken, hetzij in eten gemengd, dat het nauwkeurigst scheikundig oog van die dagen hoogstens een vermoeden van de waarheid kon verkrijgen en zeker geen wetenschappelijk bewijs van schuld kon ontdekken. Achtereenvolgens kwamen onder zeer verdachte omstandigheden de oude heer d'Aubray, ten tijde dat hij door zijn doch ter werd verzorgd; zijn oudste zoon, die hem als civiel luitenant was opge volgd, en zijn jongste zoen, die in de magistratuur was, te sterven. Bij- geen dezer werd een onmiddellijke doodsoor zaak gevonden, en gelijk de geneeskun digen in die dagen gaarne mochten doen, werd de een of andere geheimzinnige formule op de doodsoorzaak toegepast. Maar deze onopgehelderde plotselinge sterfgevallen hadden de weduwe van den oudsten zoon, mevrouw Antoine d'Aubray, wantrouwend gemaakt. Naast zijn beide zonen had de oude heer d'Aubray twee dochters; de eene, met de Brinvilliers gehuwd, de andere zuster in het kloos ter der Carmelieten te Parjjls. Mevrouw Antoine d'Aubray gevoelde dat zij1, en zijl alleen, stond tusschen de geheel aan zienlijke erfenis der d'Aubray's en de kinderen van de markiezin de Brinvilliers. Na den dood van haar schoonbroeder omringde zij zich met alle denkbare voorzorgen, en zen op gerechtigheid. In welke beide zij: slaagde, ter zeifder tijd, dat de markiezin de Brinvilliers, bijl wie de welgeslaagde pogingen de neiging tot vergiftigen ook zonder reden schenen te hebben opgewekt, herhaalde pogingen deed om zelfs haar kinderen en haar echtgenoot te vergiftigen. Zijnerzijds trachtte St.-Croix zich door middel van vergif te Ontdoen yan de vrouw, die van hem1 te veel wist. Het drinken van melk redde de markiezin de Brinvilliers toe valligerwijze. Wellicht echter Zou al deze waakzaam^ heid van Mevrouw Antoine d'Aubray ver geefs zijn geweest, wanneer haar het toeval niet te hulp was gekomen. Op den ochtend van een Julidag in 1672 ten tijde dus, dat Lodewijk XIV Zijn leger tegen Nederland aanvoerde werd St.- Croix plotseling dood gevonden op zijn bed. Het kwartier, waarin hij woonde hetzelfde, waarin de Brinvilliers woonden, als z'ij des winters te Parijs waren kenden hem ais een man van goede afkomst en goeden smaak, die ge scheiden van zijn vrouw leefde. Deze deed haar rechten gelden, en haar ver tegenwoordigers waren aanwezig, toen in den aanvang van Augustus werd over gegaan tot het verwijderen van de ziegels, die onmiddellijk door het gerecht op de deuren van het huis van den gestorvene waren geplaatst. Men vond een geschre ven bekentenis van de St.-Croix, die heel wat licht had kunnen verspreiden, doch die men om begrijpelijke godsdienstige redenen in het vuur wierp. Maar men vond ook een cassette, waaraan 't schrif telijk verzoek gehecht van den over ledene, dat deze in handen zou worden gesteld van de markiezin de Brinvilliers, daar zij slechts voorwerpen bevatte, du, haar aangingen, met uitzondering van één pakket, dat aan den heer Penautier, destijds generaal-ontvanger van de ker kelijke inkomsten, diende te worden af gestaan. Nü was inmiddels aan de schuld- eischers en aan de weduwe van St- Croix duidelijk geworden, dat er weinig bezittingen waren nagelaten; zij vrees den nu, dat wellicht in deze cassette zich voorwerpen van groote waarde bevonden, en zij verkregen tengevolge van hun aan drang, dat de cassette onder bewaking werd gesteld om gerechtelijk te wor den geopend. Bij deze opening bleek, dat daarin enkele schuldbekentenissen wa ren, waarvan de inhoud niet volkomen duidelijk was, doch die ongetwijfeld een zekere waarde vertegenwoordigden. Te gelijkertijd echter kwamen uit de cas sette verschillende pakketten te voor schijn, die vreemdsoortige poeders in hielden; een deZer pakketten brak en het poeder viel onder de tafel; de aan wezige dokter Moreau wierp dit poeder m den brandenden kachel, waar de vlam zich onmiddellijk violet kleurde. Men on derzocht toen de overige pakketten; de meest bedenkelijke vergiftstoffen werden aangetroffen en de zaak werd voor de justitie verdacht. In onze dagen zou men er ongetwijfeld toe zijn overgegaan om èn de markiezin de Brinvilliers èn Penau tier in hechtenis te nemen; het feit op Zichzelf, dat deze cassette en verderen inhoud voor hen waren bestemd, was bedenkelijk genoeg. Maar beiden namen een hooge positie in en om het hof in; men ving dus aan met hen te dagvaar den, waaraan zij, na ten. tweede male opgeroepen te Zijn, beiden slechts vol deden door een juridischen vertegen woordiger te zenden. Deze bestreed na tuurlijk elke band, die er tusschen hen en de St.-Croix zou hebben bestaan; be wijzen vielen moeilijk alleen te putten uit het feit, dat deze cassette en een gedeelte van haar inhoud aan hen bei den was geadresseerd. Weliswaar kwa men Zoowel van de zijde van de wedu we van St.-Croix als van die van mevr. d'Aubray overvloedige verhalen, die erop Zouden wijzen, dat de markiezin de Brin villiers groote belangstelling had be toond voor de cassette, die zij reeds lang in veiligheid meende te Zijn ge bracht, maar ook in die dagen ging de justitie op verhalen slechts zeer gedeel telijk af. Merkwaardiger is het nog, dat de bedoelde cassette zoo slecht werd bewaakt, dat men erin slaagde, haar uit de woning van de weduwe St.-Croix te verwijderen. Toen zij later bij mede plichtigen werd teruggevonden, bevatte Zij niet anders dan een paar kleeding- stukken en eerst na lang Zoeken vond men enkele schriftelijke aanwijzigingen, betreffende de werking en het gebruik der aanvankelijk aanwezige vergiften, die de medeplichtigen bij het ledigen blijk baar niet hedden bemerkt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 1