Zierikzeesche Nieuwsbode B IJ VOEGSEL behoorende by de Tan Vrydag 25 Jan. 1924, no. 11035. BUI TE N L AN D.~ Amerika wil de Noordpool annexeeren 1 De idee, die bij1 de Amerikaansche re- geering voorzit, om met de „Shenandoah" het groote luchtschip, dat pas van zijn ankerplaats was losgeslagen, doch .veilig iwiist te landen, een Noordpooltocht te ondernemen, vindt bij een deel der pu blieke opinie veel steun. Men dr:ngt zelfs qp spoed aan, aangezien andere landen gelijksoortige expe~d:ties op touw schij nen te zetten. Zooals het gewoonlijk gaat, zijn er ook thans menschen, die dezen „Drang nach Norden'gelijk vroeger den aankoop van Alaska, voor waanzin ver slijten. Daarbij mag echter niet u'.t het oog 'worden verloven, dat het hier stell'g een belangrijke politieke onderneming be treft, want staatssecretaris Denby heeft groote dingen op het oog. Hij1 wil den Noordpool annexeeren, vóór eenig ander land daaraan toe is. Er moet daar „een sluitstuk komen van Amerika's nationale verdediging", opdat een benadering van het Amerikaansche werelddeel van die zijde, tegen den tijd dat het mysterie van het eeuwige ijs en sneeuw zal JieibQyen moeten wijken voor de volmaaktheid van het luchtverkeer en van de draadlooze ondoenlijk zal zijn. De „New' Vork World" maakt keert tegen de regeerings- plannen, omdat het blad vindt, dat de Noordpool voor Amerika's verdediging" niet noodig is en -een annexatie van het poolgebied naderhand de :nlijving van tdl van andere ijsvelden zou noodig maken, die men „met vèrdragend geschut zou moeten bedekken, om de verdediging van den Noordpool te verwezenlijken". Op die manier zou men komen tot het „in richten van ijsbergen als basis voor Ame rikaansche luchtstrijdkrachten" en spe ciale „ijs-kruisers" en „ijs-torpedojagers" moeten aanschaffen. De tocht van de „Shenandoah" naar den Noordpool 'Wordt technisch heel goed mogelijk geacht. BINNENLAND. Tweedo Kamer. Zitting van Woensdag 23 Januari. Bij 't debat over de interpellat:e-Mej. Westerman over 't ontslag der géhuWde ambtenaressen, betoogt de heer Beumer, dat met 't ontslag der gehuwide ambte naressen het dienstbelang wordt gediend, daar deze groep het meeste verzuimt. Spr. bestrijdt de motie-Westerman, om dat verruiming van het begrip kostwliii- i ner> de gehuwde ambtenaressen zal spa- ren ten koste van anderen. De heer Dresselhuys oordeelt, dat de regeerings-methode onbillijk zal werken, doordat gezinnen met dubbel :nkomen er lang niet altijd gunstiger er aan toe Zijn dan gezinnen met één inkomen. Spr. vraagt éénheid :n de beslissing over het ontslag ter voorkoming van onbillijkheid. Spr. iwül door een comnrssie elk ge val individueel doen onderzoeken, opdat 't ontslag billijk zijl Hij stelt vast, dat door dit debat niets wordt beslist," t. a. v. het ontslag der huwende ambtenaressen. De heer J. ter Laan protesteert er tegen, dat de hoofd-ambtenaren te veel' personeel hebben aangenomen en 't 'la ger en middelbaar personeel daarvan de dupe wordt. Minister Heemskerk wtil de gehuwde ambtenaressen bij ontslag laten voor gaan, omdat jonge mannen en jonge on gehuwde vrouwen kostwinner voor zich zelf of anderen kunnen worden. De minister acht het standpunt-Dres- selhuijs onaanvaarbaar door de groote moeilijkheden, t. a. v. de casuïstiek. De motie-Westerman maakt de zaak tot een kw'estie van rechterlijke organisatie en heeft uitstel van ontslag tot gevolg. Een commissie van beroep is niet noodig, daar de administratie onpartijd'g oordeelt en bovendien beroep openstaat. Minister Van Swaaij deelt mede, dat 48 telefonisten vrijwillig ontslag vroe gen, 260 gehuwde ambtenaressen ontslag is aangezegd en nog 800 jongë vrouwen bij de telefonie overcompleet zijln. Mej. Westerman dient een twieede mo tie in, strekkende te voorkomen, dat amb tenaressen worden ontslagen, omdat zïj getrouwd zijn. De motie-Groeneweg'(handhaving der ouoe itgeling) wordt verworpen met 52— 26 stemmen. De motie-Westerman (in stelling beroepsinstantie) wordt verwor pen met 52—28 stemmen. Bij de behandeling van het wetsont werp verlenging product:ebelasting voor 1923 en invoering aard-oliebelasb'ng voor 1923. spreekt de heer IJzerman zich uit voor dit correct:ef op extra-wnnstbelas- ting. Spr. acht aard-oliebelast'ng billijk en noodzakelijk, vooral omdat tot heden deze cultuur-aan den fiscus 's ontsnapt. Hij bestrijdt de bezwaren tegen dit ontwerp. Wanneer het ontwerp wordt verworpen, wordt het evenwicht der be grooting van 1923 verstoord. Uit Stad en Provincie. NJEUWERKERK. Vergadering van den gemeenteraad, gehouden op Vrijdag 18 Januari j.l. Tegenwoord:g alle leden. De jaarwedde van den keuringsveearts wordt voor 1924 bepaald op f 2190. Op een ver zoek van P. J. Bosters te Nieuw!-Vos- meer om een subsid'e van f 100 voor een te openen autobusdienst Anna Jacoba- polder—Roosendaal wordt afwijzend be schikt. Op een verzoek van L. van Bem- den, om ontheffing van schoolgeld Wordt gunstig besch:kt, wanneer blijkt dat de motieven, waarop de aanvraag berusten, juist zijn. Vastgesteld wordt een besluit tot wijzig:ng der begrooting voor 1923. Vastgesteld worden verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld voor het gewbon lager onderwijs, met het navolgende tarief van heffing: per kind bij een belastbare som, bedoeld -n art. 37 der wet op de inkomstenbelasting. 1914 van f 700 t/m. f 1000 'per jaar 2,60; f 1000—f 1500 f 3,50; f 1500-. 200 f 4,50; f 2000—f 3000 i 6, f 3000 f 4000! f 8; f f000-f 5000 f 11;, f 5000 f 7500 f 14; meer dam) f 7500 f 17. De heer Geleijnse heeft gehoord, dat de pomp enkel modder geeft en acht het gewénscht, dat ze afdoende wordt ver beterd. De heer Stoutjesdijk bespreekt den toegang naar de begraafplaats; het is daarmee treur'g gesteld. Een afheining van vlechtwerk belemmerde bij een on langs plaats gehad hebbende begraving een gedeelte van den wieg. De dreef is voorts heelemaat begroeid; hoewel dit in zekere tijden van het jaar niet zoo gemakkelijk is te voorkomen, kon de toesland toch beter zijn. Het spijt spr. voor de gemeente, welke in vele op zichten hoog staat aangeschreven, dit te moeten zeggen. De voorzitter zegt den laatsten tijd niet op de begraafplaats te zijn geweest; hij heeft opdracht ge geven om de dreef te onderhouden, doch in het najaar komt daar wéinig 'van. Wanneer de dreef thans nog niet ,:s schoongemaakt, zal hij last geven dit alsnog te doen. De dreef is eigendom van de familie Dalebout; de gemeente heeft alleen recht van uitbaning. Deze familie moet dus de afheming onder houden en spreker zal daar ook op wij zen en verzoeken, dat dit geschiedt. De heer Geleijnse weet van vooraan staande menschen in de gemeente, dal ze reeds geruimen tijd hebben gedacht over een beteren toegangsweg naar de begraafplaats, n.l. over Braamswéide. Spr. zou het -toejuichen, wanneer B. en W. met een voorstel in dien zin kw'amen om een goeden toegangsweg naar de begraafplaats te verkrijgen en zou het op prijs stellen, Wanneer B. en W. in de volgende vergader'ng met een antwéord konden komen. De voorzitter voelt hier niets voor; het zal veel geld kosten. De heer van de Zande zou het beter vinden met Dalebout over een te komen de dreef aan de gemeente lie verkoopen en deze dan wat te verbree- den. De voorzitter zegt toe, dat B.en W. dit punt zullen bespreken. Aan een nieuwe weg zal hij het allerlaatst den ken; dal woedt veel te duur. De heer Van Klinken denkt, dat het beter is een nieuwe begraafplaats aan te leggen, .Wanneer de bestaande vol is. Deze is toch nimmer te verbeteren. De voorzitter antwoordt, dat de begraafplaats nooit vol komt. De 'achtergelegen tuintjes zijn met tertijd voor uitbreiding der begraafplaats bestemd. Hierna sluiting. De bevolking dezer gemeente bo droeg op 1 Januari 1923 1843 inwéners. Door vertrek en overlijden verminderde dit aantal met 155, terwijl het door ves tiging en geboorte vermeerderde mat 186; op 1 Januari 1924 wlas het aantal in woners 1874. Er werden '15 huwelijken gesloten. OUDj-VOSSEMEER. Een zoontje van P. Pollie alhier, geraakte even vóór school tijd bij de Openbare school onder een kar. Het kind werd per auto thuis ge bracht, maar gelukkig bleek bij genees kundig onderzoek, dat de verwonding niet ernstig was. Er kan met genoeg, aangedrongen worden op voorzichtig rij den vóór de school, gedurende den tijd dat de school aangaat. Door den havenmeester J. D. Quist, die deze betrekk:ng ongeveer 35 jaren vervulde, is eervol ontslag gevraagd. Op het gebied vhn openbare ver makelijkheden zijn wij h'er met verwend. Vorige week gat evenwel een tooneelclub uit Steenbergen alhier een tooneelvoor- stelljng, deze week hadden we een bios- coopvertooning. Spoedig zal ook het Re derijkersgezelschap „Eendracht" alhier bij den heer Ampt een mooie tooneelvoor- stelling geven. ST.-MAARTENSDIJK. Openbare ver gadering van den raad der gemeente, ge houden op Dinsdag 22 Januari j.l. De vo.orzitter heet de heeren :n het nieuwé jaar hartelijk welkom. H'iJ' hoopt dat het voor hen en hunne gezinnen een zeer gelukkig en voorspoedig jaar moge zijn. Hij' herdenkt in zeer gevoelvolle woorden de verliezen die de heeren Koopman, Priem en hijzelf hadden te lijden. Hij bidt allen Gods zegen toe. Besloten wordt toe te treden als lid der vereeniging van Nederlandsche ge meenten. De contributie zal bedragen, f 41,50, het entreegeld f 6. Door deze toe treding hoopt men andere kosten te be sparen. Het adres der gemeente Werken dam inzake wijziging der Hooger en Middelbaaronderwijswet wordt voor ken nisgeving aangenomen nu de vereeniging van Nederlandsche gemeenten deze zaak ter hand heeft genofhen. Het bestuur der Christelijke Zangvereniging verzoekt uit voering te mogen geven ;n de gemeente bewaarschool. Het verzoek wordt inge- wilpgd, mits de uitvoering op een Vrij dag gegeven Wordt, het locaal zal in den zelfden toestand moeten worden terug gebracht na afloop der ultvoer'ng als waarin het voor dié uitvoering is gevon den. Overleg zal gepleegd moeten wor- t den met het hoofd der bewaarschool. Door D. v. Gorsel wordt verzocht hem in pacht te Willen doen houdsri een stuk land, thans döor hem gepacht van de Wied. A. Hoek. Het land heeft naar hij bericht, bemesting zeer noodig. Besloten wordt van Gorsel te berichten dat het land uit pacht komt bij eventueel over lijden der pachteres. I-Iij zal B. en W. kennis moeten geven van het doen be mesten van het land en de kosten die hiervan het gevolg zijn. Bij eventueele noodzakelijkheid zal dan een opvolgende pachter de geleden schade moeten ver goeden. Enkele ingezetenen hadden ge vraagd land te koopen ten behoeve der landarbeiderswet. B. en W. hadden hier aan gemeend geen gevolg te moeten ge ven omdat de inzet reeds zeer hoog Was. Besloten wordt tot rioleering der keet- hil. De heer C. B. van Bohemen bericht aangaande de schilderijen. Een aanvang met het werk is begonnen. De lijsten echter zijn zeer slecht en dreigen uit elkaar te vallen. Hij meent dat verbe tering zeer noodzakelijk is daar „een mooi kostuum met kapotte schoenen even min -staat als een hersteld schilderij in een defecte lijst". B. en W. hebben ge vraagd Wat de kosten der lijsten bij hor stel zouden bédragen, waarop tot heden echter nog geen bericht is ingekomen. Heeren Gedeputeerde Staten verzoeken een administratieve wijziging te willen aanbrengen in de begroot'ng 1924. Hier aan 'wordt voldaan. De jaarwedden der fWeth. zijn van f 150 p. jaar voor elk te ruggebracht voor elk op{ t 135. Van den Christelijken landarbeidersbond is een verzoek ingekomen om werkverschaffing- of steun verlenging. Te dezer zake zal Vrijdag a.s. een vergaaéring 'worden gehouden van leden van den raad met polderbestuur en W. Armen. Het dagelijksch bestuur van de Z.L.M. bericht voornemens te zijn een cursus op te richten in landbouwhuisf- houdkunde, en verzoekt: a. een subsidie 'van f 544,80; b. een verw'armd, verlicht, geregeld schoon gehouden en voldoend gemeublieerd locaal beschikbaar te wil len' stellen. De voorzitter is zeer voor in williging van het verzoek en wijst te dezer zake op de Nijverheidsonderiwiijis- Wtet. Van het gevraagde subsidie komt veel weer aan de gemeente terug inge- De misdaad alia eeuwen dcor (Belangwekkende processen in den loop der tijden.) I. De valsclio Martin Gnerre. Alle eeuwen door, ondanks geheel ver schillende toestanden van beschaving en ontwikkeling, zijn vrijwel dezelfde harts tochten te constateeren, die de menschen geleid en bewogen hebben: dorst naar bezit, naar eer, naar macht. En alle eeuwen door hebben misdaden plaats ge had om een dez'er of wel enkele dezer te ziamen te verkrijgen. Somwijlen zijn het minder de misdaden zeiven dan de omstandigheden, waaronder zij werden bedreven en de wijze waarop, die het daaruit voortvloeiend proces belangwek kend maken. En dengene, die een blik werpt op de meest bekende dezer pro cessen, op die, welke soms door het toe val, soms opzettelijk aan de vergetelheid zijn ontrukt, valt het op, dat ook op het gebied van misdaad en slechtheid er „weinig nieuws is onder de zon"! In de jaren, dat de mogelijkheid van telegraaf of telefoon zelfs niet kon wor den voorzien, dat aan een burgerlijken stand om de identiteit van de indivi duen vast te stellen, nog niet werd ge dacht; dat de diligences in 't meerendeel zelfs van de beschaafde landen nog een onbekend iets waren, traden in het stadje Artigat van de diocees Rieux in Frank rijk (tegenwoordig de hoofdstad van het gelijknamige kanton van 't departement der Haute Garonne) twee kinderen in het huwelijk: de elfjarige Martin Guerre on de tienjarige Bertrande de Rolz1. Ons schijnt een dergelijk kinderhuwelijk niet alleen Zonderling, maar tegelijk mon strueus; in die dagen echter was 't geen Zeldzaam voorkomend iets. De vorsten- huwelijken, gelijk de geschiedenis ons maar al te zeer leert, hadden het voor beeld in dezen gegeven; de aristocratie was de vorsten nagevolgd, en in tal van streken waren het weer de gegoede bur gerlijke familiëff, die de voetsporen der aristocratie wenschten te drukken. Wat van vele dergelijke kinderhuwelijken te verwachten viel, bleef ook hier niet uit; schoon alle de gebruikelijke vormen, zelfs de feestelijke geleiding van het jonge echtpaar naar het slaapvertrek, waarin de eerste huwelijksnacht zou worden doorgebracht, niet ontbrak; schoon deze kinderen dadelijk als man en vrouw naast elkander leefden, was er van een wer kelijk echtgenootelijke verhouding geen sprake. Toen op deze wijze een drietal jaren waren voorbijgegaan, en Martin, opgegroeid tot een flinken stevigen jon gen, niet de minste neiging vertoonde om van Zijne echtelijke rechten gebruik le maken, verontrustten zich de familie leden en de belangstellende buren; slechts Bertrande behield vertrouwen in haar echtgenoot. En weer een zestal jaren ver liepen op dezelfde wijze; de jonge echte lieden hadden den leeftijd bereikt, waar op de normale samenleving tusschen man en vrouw niet vreemd meer was, maar nog vertoonde Martin geen neiging om zich als zoodanig te ontpoppen. Zij vroe gen de bijzondere genade der Kerk voor hun huwelijk, en in de dagen, dat zij zich daartoe voorbereidden, gebeurde het, dat zij. op een uitstapje zijnde met een ander ëchtpaar, door een onweer werden over vallen, genoodzaakt werden nachtverblijf te zoeken in een boerenwoning, en. daar was het, dat plotseling Martin het eerst in zijn Bertrande ook werkelijk zijn echt- genoote zag. Voor wie daaraan nog mocht twijfelen, bracht het volgend jaar het bewijs in den vorm van den kleinen Sanxi,. een aardigen jongen. Maar nauwelijks gelukkig vader gewor den, slechts weinige maanden deelheb bend aan dit geluk, was Martin Guerre plotseling verdwenen. Sommigen hadden hem gezien, den zak op den rug, den stok in de hand, den weg naar Toulouse opgaande, maar verder wist men van niets. Het heette wel, dat Martin zijn vader had vertoornd, dat hij hem enkele maten graan had afgenomen en dat hij nu diens boosheid ontvluchtte. Maar dat alleer kon de reden niet zijn en men kwam al spoedig tot de algemeene over tuiging, dat een zekere neiging tot vage- bondage, de behoefte om vreemde landen te zien en de dorst naar avonturen hem op een onbekenden weg hadden geleid. Martin was afkomstig uit de Baskische landen, en de eigenaardige aard dezer bewoners bracht men met Zijn vertrek in verband. Hoe het Zij, acht lange jaren bleef Martin weg; Zijn kind groeide op tot een aardig, speelsch knaapje; Ber trande nam als quasi-weduwe haar in trek eerst bij haar vader, later bij haar oom Pierre Guerre, die hoofd der familie was geworden. En alles ging Zijn gewo nen gang in Artigat, en. men was op het punt - Martin Guerre geheel te ver geten. Totdat, even plotseling als hij was verdwenen, Martin op een goeden dag weer in de "straten van het stadje verscheen, bij buren navraag doende, oude kameraden de hand drukkende en zich, zonder eenige aarzeling te toonen, naar zijn oud huis begevende. Toen hij vertrok had hij snor noch baarde en hij kwam terug met een ringbaard en met Zware snorren; zijn gezicht was gebruind, hij was dikker geworden, maar voor het oog waren zijn trekken nog zoozeer aan die van Martin Guerre voor acht jaren gelijk, dat niemand twijfelde of hij was het. Niemand, ook niet de verlaten Ber trande, die zich onmiddellijk in zijn ar men wierp en hem op zijn verlangen den kleinen Sanxi toonde, die hij met kussen overdekte. Men slachtte het vette varken ter eere van den terugkeerenden zoon, vrienden en bekenden kwamen uit alle deelen van het stadje toeloopen; men stelde vragen aan Martin Guerre, en men ontving antwoorden, zoo duidelijk, zoo gedetailleerd, zoo juist, dat men aan zijn identiteit niet kon twijfelen, hadde men daaraan ook maar -jedacht. Verwijten werden er bijna niet gedaan. Bertrande zelf had hem vergeven en wien bleef dan nog iets te verwijten over? Om zijn ver- J trek te verklaren, vertelde hij, dat een plotselinge afkeer hem had bevangen van het gelukkige, vreedzame, maar eento- nige en saaie leven dat hij leidde; dat hij j zich had geschaamd niets in de wereld te zijn en te doen. Een paar landsknech ten, die door Artigat gingen, hadden hem ertoe gebracht dienst te nemen bij een compagnie en onder de vanen van Ko ning Hendrik II, die juist tegen de En- gelschen en tegen den Keizer was te velde getrokken, had hij gestreden. Hij had de belegeringen van Metz, van Toul en van Verdun bijgewoond, en vertelde ervan met levendigen gloed. Toen in 1556 de wapenstilstand te Vaucelles werd ge sloten, had Martin Guerre, verlangend zijn land terug te zien, verlangend ook naar vrouw' en .kind, de wapenen neer gelegd, en hier was hij nu. Alles ging goed, gedurende maanden, ja jaren. Des avonds, rustig bij het vuur gezeten met" zijn vrouw, haalden beiden herinneringen uit vroeger dagen op en meer dan eens kwam uit Martin's geheu gen een bijzonderheid naar voren, 'die slechts de echtgenoot zelf kon weten. Martin werd een gezocht verteller; een trouw echtgenoot, die ,in drie jaren tijds Zijn vrouw twee kinderen schonk, waar van er een spoedig stierf. Tot dusverre bleven beiden bij oom Pierre Guerre in wonen, deze administreerde ook de er fenis van Martin's vader, en Bertrande had onder zijn eigenlijk voogdijschap ge leefd. Dit werd Martin, na verloop van een drietal jaren, moede; hij wilde zich een eigen tehuis stichten; hij vroeg af rekening aan Zijn oom. Een afrekening, voor die dagen niet zonder belang, om dat alleen zijne goederen een waarde van 7.000 livres vertegenwoordigden. Dit voorstel viel weinig in den smaak van oom Pierre. Hij ried het hem af; Martin en zijn vrouw waren aldus goed ge vestigd, en hij belastte zich gaarne met het beheer. Het kwam tot minder aan gename woordenwisselingen, vervolgens tot twisten, ja eindelijk tot handtastelijk heden. Zoover kwam het zelfs, dat oom Pierre een zekeren- Jean d'Escorneboeuf, die, voor een geheel andere zaak, van den Senechal van Toulouse de bevoegd heid had verkregen om Martin Guerre in arrest te stellen, op hem afstuurde, ter wijl hij tegelijkertijd een complot tegen hem smeedde, dat hem het leven had kunnen kosten, indien zijn jonge vrouw zich niet over hem 'had geworpen en op die wijze de bedreiging van het reeds opgeheven ijzer had verlamd. Schijnbaar schikte zich alles, het arrest van Martin werd opgeheven, en oom en hij schudden elkander de hand.. Maar die vredesst'chting Was inderdaad slechts schijn. Want den volgenden dag deed Pierre Guerre zich m zijn waren aard kennen; hij stelde tegen Martin een vervolging in, op grond van niets meer of minder dan dat hij een schurk, en een oplichter was, d:e zich valschelijk voor den werkelijken Martin Guerre uit gaf en daarin op wlonderlijke wijze was geslaagd, geholpen door een treffende gelijkenis. Twee getu'gen kon hij aan voeren, een herbergier en zijn vrouwl uit een in de nabijheid gelegen oord, die hem waren komen vertellen, dat een sol daat, toevallig daar verblijvende, den naam van Martin Guerre had hooren noemen. Toen men dezen soldaat echter den z.n. Martin Guerre h3d aangewe zen, had hij1 ontkend, dat het deze Was, en gezegd, dat de werkelijke Martin Guerre in Vlaanderen was achtergebleven. Hij kon zich niet vergissen, w'ant deze laatste had een houten been tengevolge van eene verwonding, opgedaan in den slag van St.-Laurent. Bertrande onmid dellijk ondervraagd, bleef volhouden, dat de z.n. valsche Martin Guerre haar -wer kelijke man was; voor haar bestond aan vankelijk geen twijfel. Maar door z.n. bewijzen in het nauw gebracht, week haar zekerheid steeds meer, en eindelijk b'leek zij bereid om, zij het ook in het geheim, de aanklacht tegen dengene, dien zij totdusverre als haar teruggekeerden echtgenoot had beschouwd, te onder steunen. Aan den rechter van Rieux werd nu het Woord gelaten. Deze ondervroeg al lereerst Martin Guerre; nam hem een lang en miniüeus verhoor af, waaruit de beklaagde echter zoo zegevierend moge lijk te voorschijn trad; op geen enkele vraag, hem terecht gesteld, wias hij het antwoord schuldig gebleven; hij had her inneringen opgehaald, die onmogelijk iemand anders dan de werkelijke Martin Guerre kon te voorschijn brengen. Op zijn verzoek Wérd hij ,met Bertrande geconfronteerd; ook werden enkele an dere geluigen gehoord, die hem, Ware hij wérkelijk Martin Guerre, van zeer nabij betroffen. Zoozeer nam de zaak een wénding te zijnen gunste, dat de sequestratie van de goederen en de persoon van Bertrande wérd gelast gedurende het verder onder zoek. Nu had eveniwél de reeds aange haalde soldaat, die dezen bal aan het rollen bracht, ook den naam genoemd van een zekere Du Tilh, genaamd Pan- sette, afkomstig uit Sagias, Van Wélk individu kon worden geconstateerd, dat deze geruimen tijd uit zijn geboorte plaats was verdwenen. Een onderzoek te dezer plaatse wérd, zoo goed als dat in die dagen mogelijk wtas, ingesteld, maar met dat al bleven er een 30 of '40 getuigenissen ten gunste van den be klaagde over, die hem als den ^werke lijken Martin Guerre herkenden, waar tegenover dan stonden een 50, die in hem den genoemden Arnauld Du Tilh meenden te zien; een 60 of 70 anderen twijfelden, maar vonden de gelijkenis met Martin Guerre toch wél frappantVan den rechter van Riaux wérd een waar Salomo's oordeel gevergd, en hij toonde zich waardig tot deze taak. Want wat deed hij Hiji liet den kleinen Sanxi voor zich brengen, én constateerde na langdurig onderzoek, dat deze niet op zijn vader, maar wél op de zusters van Martin Guerre geleek. En op dezen toch zeker niet overmatig vasten grondslag, sprak hij als zijn oordeel uit, dat de be klaagde zich inderdaad ten onrechte in de positie van Martin Guerre had inge drongen, en niemand anders was eh zijn kon dan Arnauld Du Tilh, genaamd Pan- sette. 'Zoodat hij als bedrieger en op lichter veroordeeld wérd om 'het hooofd te verliezen en ifa zijn dood gevieren deeld te worden. Ja, men spotte er niet mede in die dagen. Het kan niet al te zeer verwonderen, dat de valgche Martin Guerre gelijk Wij hem nu mogen noemen, zich bij deze uit spraak niet neerlegde. Hij teekende hoo ger beroep aan bij de rechtbank te Tou louse en voor deze heeft zich daarna het merkwaardig rechtsged:ng afgespeeld, merkwaardig om het object zelf en ook om de bijkomende omstandigheden, waar- Van* ons door Jean de Coras, -destijds raadsheer bij het Parlement van Toulouse en kanselier van de Konmgin van Na- var ra, de bijzonderheden tot in de klein ste onderdeelen 'zijn beschreven. Deze Jean de Coras heeft aan dit rechtsge ding zelfs geheel een boekwérk gewijd, dat later in het Latijn is vertaald. Naar, den aard dier dagen Was de inleiding langer dan het eigenlijk boekwérk zelf; zoo uitgebreid zette deze schrijver zijïi onderwerp op, dat in d'e inleiding de vraag of Achilles op werkelijk loyale Wijze Hector onder de muren van Troje heeft gedood, er uitvoer'g in wérd be sproken. Het kan dan ook geenszins ver- Wonderen, dat de nauwgezette rechts geleerde, die zich m Jean de Coras meer dan eens vertoont, niet tevreden was met slechts te verhalen van het verloop van het proces, maar in de beschrijving ervan zijn eigen standpunt invlocht. Zoo stelde hij de inderdaad niet onbelangrijke vraag, of Martin Guerre zich' door zijn lange afwézigheid niet schuldig had ge maakt aan alles wat was geschied, en of hij eigenlijk niet aan zijn -vrouw een vrijbrief had gegeven om het met den echtelijken trouw' niet al te nauw te ne men En tegelijk vroeg hij' zich af of Bertrande de Rolz niet diende te wérden veroordeeld, wanneer kwam vast te staan, dat dégene, dien zij voor haar man had gehouden, niet de wérke lijke Martin Guerre was Op welken grond dit laatste berustte, tenzij dan dat men haar wilde straffen voor overtre ding, hoe willekeurig ook', van de goede' zeden van dien tijd, is niet Wél uit te maken; het merkwéardige in dit 'geval Was wel, dat er van bigamie geen sprake kon zijn, eenvoudig omdat er geen twieede huwelijk gesloten was. JSlot Voifft:

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1924 | | pagina 4