Zierikzeesche Nieuwsbode MALAISE. B IJ VOEGSEL behoorende by de van Try dag 1 Dee. 1923, no. 11015. BUITENLAND. De ramp In Italië. Van regeeringswege wordt in Italië een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar de oorzaken van de overstrooming, dat echter tot nu toe geen positief resultaat heeft opgeleverd. Volgens den minister van Openbare Werken zou door den aan houdenden regenval een grondverschui ving hebben plaats gehad, waardoor een onvoorziene druk op den afsluitdam werd uitgeoefend. Het waterreservoir van Gleno, dat de electrische drijfkracht vormde voor de vele fabrieken, is thans buiten werking, zoodat duizenden arbeiders van hun broodwinning zijn beroofd. Tweehonderd lijken van slachtoffers der vreeselijke overstroomingsramp zijn reeds geborgen; de meeste er van zijn onherkenbaar ver minkt. Dit is de eerste droeve oogst van deze catastrofe. Men weet in Italië, dat er veel en veel meer menschenlevens te betreuren zijn. Maar vele lieden, die «door de doorbraak en overstrooming ver rast zijn, werden door de neerstortende massa's verpletterd zoodat het ver klaarbaar is, dat men in de lager ge legen deelen van het schoone gewest van Bergamo thans herhaaldelijk deelen van menschelijke lichamen terugvindt.... Het zaï wel lang duren, eer de tragische balans geheel en al is opgesteld. De koning van Italië is persoonlijk zijn deelneming komen betuigen aan de ge troffenen in de eens zoo bloeiende streek. De schade wordt begroot op 200 milli- oen lire. Niet alleen het water uit het aan den voet van de Monte Gleno aan gelegde meer is met donderend geweld in het dal neergekomen, maar ook dat uit de rivier de Oglio, dat nog gevoed was door de sneeuwmassa's, die bij de jongste smelt van de bergen waren neer gestort. Zelfs het meer van Iseo, dat op meer dan 30 K.'M. afstand ligt, is door de stijging van het water tengevolge van de dijkbreuk buiten zijn oevers ge treden. De weinigen, die van hooger ge- legenpunten het ontzettend gebeuren ga desloegen, beschrijven het tooneel, dat zich voor hen afspeelde, als „erger dan de hel". Reusachtige vlammen sloegen hoog op toen het water over de ovens vloog van de vijf electrische krachtsta tions, die alle vernietigd zijn. De rivier de Dezzo leek wel een vuurstroom, zeg gen ooggetuigen. De directeuren van de banken zjjn het terrein van de ramp komen opnemen en hebben naar de overblijfselen der brandkasten gezocht. Zij vonden niets: vermoedelijk zijn de safes geheel onder puin en zand bedolven. Het reddingswerk is thans in vollen gang, maar het behoort tot de moeilijk ste karweien, die men zich kan voor stellen. De ramp heeft aan duizenden stuks vee het leven gekost, menige land man verloor er heel zijn hebben en hou den mee. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. i De Tweede Kamer wordt tegen a.s. Dinsdagmiddag 1 uur bijeengeroepen ter behandeling van het 'nitiatiefvoorstel van den heer Fleskens tot verlenging van den duur van het Schoenenwetje. Als eerste punt de behandeling van het verzoek van den heer van Ravesteyn om verlof tot het richten van vragen tot de regeering naar aanleiding van het vertrek van den gewezen Duitschen Kroonprins. De postcheque- en girodienst. Naar „De Msb." verneemt, is men thans aan den Postchèque- en Girodienst met het nazien en verbeteren der rekeningen en het baseeren de administrate op den nieuwen voet, zooals in het rapport van de Nederlanische Bank aan den mi nister van Waterstaat 's aangegeven, zoo goed als gereed. Binnenkort zullen aan de rekeninghouders de afrekeningen wor den toegezonden met de saldi op 4 Oct met verzoek om aan den Postchèque- en Girodienst mee te deelen of de berekenin gen kloppen met die der rekeninghou ders zelf. Zoodra eventueele verschillen zullen zijn opgelost, zal de dienst kun nen worden heropend. Men verwacht, dat dit tegen 1 Januari a.s. zal zijn. Omtrent "het systeem, dat bij de her opening zal gevolgd worden, n.l. centra- lisat-'e of beperkte decentralisatie, is aoor den min'ster van Waterstaat nog geen beslissmg genomen. Uit Stad en Provlnole ST.-MAARTENSDIJK. Openbare verga dering van den Raad dezer gemeente, gehouden op Dinsdag 4 December. Behal ve de heer Vroegop, die wegens verblijf elders niet kon tegenwoordig zijn, zijn alle leden present. Medegedeeld wordt 't proces-verbaal kasopneming gemeente ontvanger. In kas was en moest zijn f 18309,281/2- Goedgekeurd bij K. B. van 3 October 1923, no. 23, de nieuwe ver ordening op de heffing van schoolgeld, 't Raadsbesluit betreffende overeenkomst met het waterschap Sint-Maartensdijk, strekkende tot overname in beheer en onderhoud van de brug over de Oostvest, wordt aangevuld, dat de brug ook in eigendom aan de gemeente zal overgaan. Mededeeling wordt gedaan van het Kon. besluit, waarbij aan de gemeente-secre taris uitwoning is verleend tot 1 Sept. 1924. Het besluit tot vaststelling van de jaarwedde van de keuringsveearts voor den tijd van één jaar is door H.H. Gedep. Staten goedgekeurd. De zangvereeniging „Vooruitgang zij ons Streven" wordt ver gunning verleend een uitvoering te geven in de gemeente-bewaarschool met voor waarde dat moet worden zorggedragen dat de school terstond weder in den toe stand wordt gebracht na afloop van het feest, zooals zij te voren is bevonden. De voorzitter doet mededeeling van een ontvangen schrijven van den Minister van Financiën, dat het bedrag van f 941,18, destijds wegens vermeende distributie schuld op de uitkeering ingevolge de wet van 24 Mei 1897 aan de gemeente in gehouden, thans weder aan haar zal wor den terugbetaald. Hij brengt hiervoor dank aan Z.E. den heer Commissaris der Ko ningin, aan H.H. Ged. St., die te dezer zake zonder eenige terughouding de z/ijde van het gemeentebestuur kozen. De heer Quakkelaar meent, dat een groot deel der hulde mede toekomt aan den zoo vroeg ontslapen heer Rijnberg, wiens zeer nauwkeurige administratie telkens de groote fouten van het Rijks Centraal Ad ministratiekantoor voor de distributie van levensmiddelen uitwees. Op een verzoek van de slagers uit het centrum „St.- iMaartensdijk", de keurloonen voor vee en vleeseh te verlagen, wordt na toe lichting besloten deze zaak aan te hou den tot het dienstjaar 1923 zal zijn alge» loopen en zal kunnen worden nagegaan of daling der keurloonen mogelijk en wenschelijk is. De besturen der bijbehoo- rende gemeenten hadden bericht accoord te gaan met het voorstel van B. en W. dezer gemeente dienaangaande. Het ge meentebestuur van Stavenisse verzoekt weder subsidie toe te kennen voor de stoombootverbinding Stavenisse-Zijpe. Het verzoek wordt mede gesteund door H.H. Ged. St. van Zeel. Als de belanghebben de gemeenten het door H.H. Ged- St. gestelde bedrag niet bijeen brengen, zal ook de provincie waarschijnlijk 't subsidie aan de R.TM., groot f5000, intrekken. Bur gem. en Weth. achten het verdwijnen van het bootje niet in het belang van de gemeente en stellen daarom alsnog voor f 250 subsidie toe te kennen. Over dit voorstel staken de stemmen; vóór de heeren Groenewege, Kloet en Quakke laar; tegen de heeren Hage, Koopman en Priem. De oudercommiss:e heeft een verzoek ingediend weder vervolgonderwijs te wil len doen geven. De kosten worden ge raarad op f 250,—, plus verlicht en ver warmde localite't. De meerderheid van den raad was van meening, dat de ouders der kinderen de helft :n deze kosten be hoorden mede te betalen. Hierna kwam in behandeling de verordening tot hef fing van een haven- en kaa'geld. Een en ander lokte heel wat discussie uit. Met één stem tegen, de heer Hage, werd be sloten het havengeld te brengen van 71/2 op 10 cent per 1000 k.g. laadvermo gen voor elke reis. Van de producten werd het kaaigeld voor de bieten ge bracht van 10 op 12 ct. per 1000 k.g. Enkele andere artikelen als kruideniers waren, laarzen, spek, reuzel, tabak enz. werden thans vrijgesteld, daar de op brengst nauwelijks de kosten aan admin'- stratie dekten. Het abonnement voor de in deze gemeente wonende schippers werd gebracht van 5 op 7*/o m3a! het verschuldigde voor één reis of 75 ct. per 1000 k.g. laadvermogen, voorzoover geen motorschepen zijnde; voor een motoischip werd het abonnement gebracht op 15 maat het verschuldigde (vroeger 10 maalj voor een reis of f 1,50 per 1000 K.G. laadvermogen. De invordermgsverorde- ning werd zoodan'g gewijzigd dat van elke overtreding of niet-naleving der ver ordening proces-verbaal moet worden op gemaakt en de overtreding kan worden gestraft met hechtenis of geldboete. Dc verhooging van het abonnement vond ook bij den heer Quakkelaar be strijding. De geheele verorden:ng zoowel de heffings- als 'nvorderingsvccordening werd ten slotte aangenomen met 4 tegen 2 stemmen, tegen de heeren Hage en Quakkelaar. De verordening op de invor dering van de plaatselijke inkomstenbe lasting werd ingevolge de wet van 17 Maart 1923, Staatsblad 91, gewSjzigd. Tot onderwSjzer met verplichte hoofd- acte werd benoema de heer P. J. Carme- joole te Middelburg. Met alg. stemmen werd wegens periodieke aftreding her benoemd tot lid van het w'eezen algemeen armbestuur, de heer D. G. Elenbaas- Met één stem tegen (de heer Koopman) 'werd besloten tot aansluit'ng aan de water- leid'ng van alle openbare gebouwen. Vol gens opgaaf werden de kosten beraamd op f 106,871/2- Bi) de rondvraag vestigde de heer Koopman de aandacht van B. en W. en den raad op de w'enscflileliijk- heid tot het doen opnemen in een ge sticht van twee krankz-'nnigen. De voor zitter deed mededeeling van de circulaire van den min'ster van Binnenl. Zaken in zake opname van krankzinn-'gen te Gheel (België). Het gemeentebestuur zal overleg plegen omtrent bijbetaling in de kosten en bovendien :nformeeren wat de ver- plegingskosten zijn te Gheel. De heer Quakkelaar véstigde de aandacht op de modder in de Molenstraat, die noodza kelijk behoort te worden schoongemaakt; hij informeerde voorts wanneer de ge meente-ambtenaren de pensioensbijdragen moeten betalen over 't jaar 1923. Nadat de voorzitter had medegedeeld dat de zaak admin'stratief in orde was en dat de ambtenaren bekend zijn met het be drag dat door hen moet worden gestort sloot de voorzitter de vergadering. RECHTZAKEN. De relleijes te Kntwyk. De kantonrechter te Leiden heeft uit spraak gedaan inzake het houden van een optocht door socialistische jeugdgroe pen op 9 September te Katwijk, zonder toestemming van B. en W. van die ge meente, waarbij deze jeugdgroepen met Katwijkers zijn slaags geraakt. De kan tonrechter heeft de beide beklaagden, lei ders van enkele groepen, M. J. G. en mej. J. H. R., beiden uit Utrecht, vrijgespro ken op grond, dat weliswaar een der getuigen de gemeente-secretaris van Kat wijk, heeft verklaard, dat hier gesproken kon worden van een optocht, doch dat de beide andere getuigen, onder wie een hoofdonderwijzer, hebben verklaard, dat het geen optocht was, en dat aan de ver klaringen van den hoofdonderwijzer, op grond, dat deze meermalen optochten van kinderen organiseert en dus geacht mag worden wel te kunnen beoordeelen, wat een optocht is, meer waarde moet wor den gehecht dan aan die van den eersten getuige. Onsmnkeiyk geneesmiddel. Voor het kantongerecht te Oostburg werd Dinsdag behandeld eene zaak tegen iemand uit Leiden, beklaagd van het on bevoegd uitoefenen der geneeskunde, in casu het als zoodanig toedienen van een geneesmiddel tegen hoest aan iemand uit Biervliet. Uit het verhoor van getu:gen bleek, dat beklaagde sinds lang zijn praktijken in Zeeuwsch-Vlaandercn uitoefent Verschillende getuigenverklaringen en het rapport van apotheker van de Garde uit Middelburg, die als deskundige werd gehoord, bewezen, dat genoemd genees» middel niets anders was dan.... urine. Het 'O. M. wees in een krachtig requisi toir op het gevaar, zich aan dergelijke kwakzalvers over te leveren, daar in deze zaak weer eens was gebleken, hoe som mige individuen niet terugdeinzen hunne medemenschen de minstwaardige stoffen als geneesmiddel toe te dienen. Verschillende omstandigheden beletten den ambtenaar de hoogste straf te vra gen. De eisch was f30 boete, subs. 60 dagen hechtenis. LANDBOUW EN VEETEELT. Zeeuwsche Landbouwmaatschsppy. Maandag is onder voorzitterschap van den heer mr. P. Dieleman te M'ddelburg een algemeene vergadering van de Maat schappij tot bevordering van landbouw' en veeteelt 'in Zeeland gehouden, welke werd bijgewoond door den directeur van den landbouw', den inspecteur, den heer Kakebeeke, den commissaris der Konin gin 'n Zeeland en ten deele ook door den burgemeester van Middelburg, den regeeringscomnrssaris bij de Mpij. Zee land, den heer A. de Vulder van Noor den en den directeur d:"er Mpij1., den heer Waller. Vastgesteld werd de begrooting voor 1924, zooals die dopr het bestuur was ontworpen. De contributieregeling zal zijn als voor 1923, maar vrouwen en inwo nende familieleden van bedrijfsleden zul len lid kunnen worden voor f 1. De heer C. Zwagerman, rijkszuivelvisiteut' voor Zeeland, hield een :'nleiding over de productie, den afzet en de prijszet ting van de Zeeuwsthe boter en kwam tot de conclusie, dat het wenschelijk is, dat er voor geheel Zeeland reken,ing wordt gehouden met den prijs 20oals die op de Middelburgsche markt wordt vast gesteld, maar dan moeten alle Zeeuwsthe boerinnen daaraan medewerken en daar toe riep hij de hulp van kringen en dorps- vereeniglngen m. De heer B. Gerritzen, rijkstu:nbouwoon- sulent te Londen, hield een rede over den afzet van Zeeuwsthe land- en tuinbouw producten in Engeland. Voor den uitvoer van vleeseh is Zeeland alleen van belang, voor wat betreft varkensvleesch; verde* telt het mede vooral door bessen. Spr. behandelde het wetsontwerp dat in Engeland aanhangig is om de ioland- sche producten en ook die u"t de do minions te beschermen, en meende, dat men door scherpe keuring, evenals d't reeds voor vleeseh geschiedt, moet zor gen ook goede vruchten enz. te leveren, waarbij ook goede sorteering en goede verpakkinsr een belangrijke rol spelen. Bij de op deze rede volgende discus sies, wees zoowel de heer dr. van Hoek als een der aanwezige leden er op, dat wel eens over het vervoer per boot der producten is geklaagd, maar beide brach ten hulde aan de directie van de maat schappij Zeeland, die alles doet om aan de wensthen der verzenders tegemoet te komen. De heer Gerritzen wees er o.a- op, dat men het in Engeland den buiten- landsche handel niet makkelijk tracht te maken, wat o.a. bleek toen men klaag de over de kwalite:t van het ingevoeKl vleeseh en een onderzoek ter plaatse door den inspecteur van het veeartsenij- kundig staatstoezicht aantoonde, dat een op,de 10,000 ingevoerde dieren was af gekeurd en daaraan nog niet veel slechts was te bespeuren. 1 Tenslotte besprak jhr. J. van Vreden- burch, voorzitter van het Nederlandsch Wat zijn de oorzaken daarvan Twee feiten kunnen we nu wel als gegeven factor aannemen, n.l. dat sinds 1914 het maatschappelijk vermogen gedaald en dat de bevolikng s'nds 1914 eer toe dan afgenomen is. Het is duidelijk dat, waar sedert 1914 in de technische samenwer king tusschen kap:taal en arbeid geen noemenswaardige verandering rs geko men, het verminderde vermogen niet het zelfde aantal arbeiders als 'n 1914 tegen het overeenkomstig den prijsindex ge stegen voor oorlogstoon rendabel te Werk kan stellen, dat er een te veel aan levende productieve krachten bestaat en we eigen lijk van overbevolking kunnen spreken. Door welke maatregelen kunnen die ongerijmde toestanden verbeterd worden, m. a. w'. op welke wijze ware een toe stond te scheppen waarin zoo we'nig mo gelijk middelen tot het vormen van wel vaart verloren gaan Die maatregelen zijn verschillend, moe ten alle gericht zijn op vergroot'ng van het rëele inkomen en vermogen en 'n groote trekken genomen worden door: le. Particulieren; 2. De Overheid: staat, gemeente, enz1.; 3e. op internationaal ge bied werkzame personen; ad. Ie.: De particulieren moeten er zich van be wust worden, dat als eerste vereischte voor het komen tot een betere econ. toe stand de grootst mogelijke zuin:gheid in acht genomen en de grootst mogelijke arbeidsintensiteit bereikt moet worden, dat het reële inkomen zooveel mogelijk vergroot en dat daarop zooveel mogelijk bespaard moet worden ten bate van het vermogen. Vooral de leiders in handel en industrie en uitvinders kunnen een invloed ten goede u'toefenen, de eersten door het inslaan van nieuwe wegen, het aanknoopen van nieuwe connecties, ten einde het door de :neenstortmg van Euro pa verloren afzetgebied te compenseeren, de laatsten door het verbeteren van het technische product:eproces, waardoor de productiekosten kunnen dalem. ad. 2e.: ook de overheid moet a. Van zijn ambtenaren de grootst mo gelijke arbeidsprestat e vorderen en het zuin gheidsprincipe niet bestaande in het vermijden van proauctieve, doch in het vermijden van onproductieve uitgaven zoo streng mogelijk doorvoeren teneinde een sluitende begroot'ng te krijgen en de belastingen te kunnen verm'nderen. b. Maatregelen nemen om den particu lieren genegen te maken de grootst mo gelijke arbeidsintensiteit te ontwikkelen en de grootst mogelijke zuin'gheid in acht te nemen. Daartoe kan de Overheid me dewerken door het verminderen van den druk, waaraan industr:e, handel en land bouw onderworpen zijn, dus eenerzijds door vermindering der belastingen waartoe de maatregelen onder a genoemd reeds leiden en door het sluiten van gunstige vrijhandelsveraragen (zoo noo- dig met behulp van dreigementen met re presaillemaatregelen), anderzijds door het opheffen van vele in de oorlogsjaren en de eerste vredesjaren geheel misplaatst genomen drukkende sociale maatregelen. Behoort het dan niet tot de taak van den staat, de sociale positie van ver schillende klassen te verbeteren? Zonder twijfel doet de staat door verbetering van den arbeidersstand een nuttig so ciaal werk, ook al gaat d't aanvankelijk ten deele op kosten van een andere, be ter gesitueerde klasse. Het principe ver- oordeelen we dus niet, doch wel het mo ment waarop die maatregelen genomen werden. Evenmin als de arts het k'nd met een ruggegraatsverkromming :n den koorts of uitputtingstoestand hei.gymnas tiek mag laten verrichten, mag de staat in de ongezonde koorts of u'tputtings- periode dure, de productieve organen van het maatschappelijk leven zwaar tref fende, sociale maatregelen nemen. Slechts in een perode van werkelijke gezondheid en vooruitgang kan de maatschappij de weelde van kostbare sociale proefnenv'n- gen verdragen. Sociale maatregelén, ge nomen in de gezonde groe'penode 1896 1914 waren geheel op haar plaats; de so ciale maatregelen genomen :n de on gezonde hoogconjunctuurperiode 1914 1920 en bestendigd in den momenteelen uitputfngstoestand, zijn ten eenen male misplaatst; c. Maatregelen tegen de werkelooshei J nemen, n.l. de werkeloozen steunen, ech ter door andere middelen dan de momen- teele poliriek van royale, dure en on productieve werkelooshe:dsondersteuning 'welke de arbeidsschuwhe'd bevordert en tot ongezonde toestanden leidt, zooals het volgende voorbeeld aantoont. Vroeger werd door het vrije spel van vraag en aanbod bepaald hoeveel arbei ders en tegen welk loon ze in het maat schappelijk verkeer geplaatst konden worden. Tegenwoordig Js dat anders. De arbeiders hebben z!ch m vakverenigin gen georganiseerd en zijn een econ. en politieke macht geworden. Tegenwoor dig slu'ten vaak de vakverenigingen met dc ondernemingen collect'eve arbeidscon tracten af, waarbij de arbeidsvoorwaar den geregeld en het loon vastgesteld wordt en de ondernemers slechts op die vastgestelde voorwaarden arbeiders :n dienst mogen nemen. Was vroeger het gevolg van een conjunctuurvermindering dat en het loon en het aantal te wiark gestelde arbeiders daalde, momenteel :s het gevolg dat het loon of op peil blijft of slechts in zeer geringe mate daalt, waartegenover echter het aantal te'werk gestelde arbeiders in veel sterkere mate dan vroeger het geval was vermindert en een veel grootere werkeloosheid ontstaat, zoodat deze malaisetijd eenerzijds een betrekkelijk kleine groep jjoed betaalde arbeiders, anderzijds een betrekkelijk groote groep werkeloozen te zien geeft Het is natuurlijk het goede recht van de arbeiders zich te organiseeren en een soort monopolie te vormen, evenals het het goede recht is van den ondernemer om door een monopolie de markt te beheerschen. Wat zou echter het oordeel over den staat zijn, die tot den gemono- poliseerden ondernemer zegt: „Waarde vrind. Stel de prijzen van je product maar zoo hoog vast als je w'ilt. Wel is waar zul je als je den prijs verhoogt, aan ge ringere afzet voor je product vinden, doch dat is niets; het overschot dat je op de markt niet kunt plaatsen, neem :k dan voor een goede prijs van je over". Een verniet'gende crltiek op den staat die zoo handelde zou niet uitblijven, vooral en terecht niet van socialistische zijde. Doch deze gewraakte politiek volgt de overheid wel ten gunste van de ar beidersorganisaties, beschouwt dit zelfs als een moreele plicht. „Waarde arbei dersorganisaties" zegt de staat, „stel het loon maar zoo hoog vast als je wlilt. Blijf je in mala'setijd op je stuk staan en bewill'g je niet in een loonsdaling, dan kan wel is waar de industrie min der arbeiders plaatsen en zal de werke loosheid toenemen, doch dat is niets, laat je daardoor niet weerhouden en stuur de werkeloozen maar naar mij toe, want ik zal voor hen zorgen". Wat deert het den vakvereenigen dat hun poFtiek een groote groej) werkeloozen doet ontstaan? De Overheid springt immers toch bij De arbeiders d!e werkzaam gesteld wor den zijn met die politiek volkomen te vreden, evenals het 1 uiste gedeelte van de werkeloozen. waarvan slechts een 'deel, het beste gedeelte, ontevreden is en critiek uitoefent, echter niet op de vakvereenigJngen doch op ae maatschap pij en het kapitaFsme. (Moet de staat de werkeloozen dan maar aan hun lot overlaten? Geenszins. Zonder twijfel is het een moreele plicht van den staat zich het lot van de werke loozen, die buiten hun schuld in dien toestand geraakt zijn, aan te trekken, doch eveneens is het een groote fout door te groote royaliteit den werkeloo zen van het gevoel dat de werkeloosheid een onaangename toestand beteekent, te verlossen en niet alleen „ook", doch zelfs „bij voorkeur" dat gedeelte der arbeiders, dat door eigen schuld n.l, door schuld van de vakvereenigingspoli- tiek werkeloos geworden is, te steunen en daardoor de machtspolitiek van de arbeidersorganisaties in de hand te wer ken ten koste van de belangen van alle andere groepen, ten koste van de maat schappelijke productie en het algemeen belang. De staat moet op andere wijze de wer keloosheid bestrijden. Waar de onder a en b genoemde factoren aan handel en industrie nieuwe ontplooiingsmogelijkhe den bieden, kan hierdoor de werkeloos heid reeds verminderd worden, echter niet in voldoende mate. Hier moet de staat 'ingrijpen en overtuigd van het feit, dat de momenteele overbevolking niet van voorbijgaanden aard, doch voorloo- pig een blijvende toestand is, in de eerste plaats de emigratie bevorderen naar lan den, waar geen overbevolking bestaat, niet alleen van de handenarbeiders, doch ook van de gestudeerde arbeidskrachten die anders gevaar loopen tot een klasse van geleerd proletariaat te degradeeren, in de tweede plaats de niet emigreerende niet door eigen schuld werkeloos gewor den arbeiders die niet aangesloten zijn bij een „hoogloonpolitiek" volgende vak- vereeniging, productief te werk stellen waartoe de overheid wel steeds ge legenheid zai kunnen vinden. Ik denk hier niet in de laatste plaats aan de droog legging der Zuiderzee, welker uitvoering momenteel veel beter econ. te rechtvaar digen is dan toen de zoogenaamde goede conjunctuur heerschte tegen een loon dat steeds iqts beneden het pe;l in handel en industrie bestaande blijft, en in de derde plaats de alzijdige vakontwikkeling be vorderen, waardoor het gevaar dat de niet in loondienst zijnde arbeider tot de werkeloozen gerekend moet worden, ver mindert. ad. 3: Kunnen staat en particulieren door de allergrootste zuinigheid in acht te nemen wat niet in de laatste plaats geboden is ten bate van de positie en stabiFteit van onze Nederlandsche gelds- eenheid en door bij gelijken prijs aan producten van Nederlandsche origme de voorkeur te geven, de maatschappelijke ontwikkeling van Nederland bevorderen, ook op internationaal politiek gebied werkzame personen kunnen een gezegen- den invloed uitoefenen. Hoewel we de als gevolg van de door de entente geëischte oorlogsschatting ontstane Duitsche valu- taconcurrentie momenteel voor Neder land noch als onverdeeld ongunstig, noch als onverdeeld gunstig beschouwen, legt ze toch aan onze landbouw, industrie en handel hinderpalen in den weg, welke de ontwikkeling belemmeren en voor onze toekomst een ongunstige factor beteeke- nen, zoodat we met recht het internatio nale genie, dat in staat is de bij het ver drag van Versailles en op de verschillen de conferenties ontstane brouwsels te ver beteren, dat in staat is uit den Europee- schen chaos betere econ. eenheden te scheppen, in staat is Duitschland van de moordende schadeloosstellingsplicht te be vrijden en in staat is een vruchtbare internat"onale economische samenwerking tot stand te brengen, dankbaar kunnen zijn. Summa summarum hebben we noch reden tot overdreven optimisme, noch reden tot overdreven pessimisme. De maatschappij is zeer ziek geweest, is nog ziek, doch op den weg naar beterschap. De crisis is doorstaan en gelukkig, we leven nog. Wat we noodig hebben is slechts een arts die de juiste middelen weet voor. te schrijven om weer tot den gezonden toestand te komen en die hel herstellingsproces van het maatschappe lijk leven in de juiste banen weet te leiden' G. A. H. WIEBOLS.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1923 | | pagina 5