Zierikzeesche Nieuwsbode
MALAISE.
B IJ VOEGSEL
behoorende by de
van Try dag 1 Dee. 1923, no. 11015.
BUITENLAND.
De ramp In Italië.
Van regeeringswege wordt in Italië
een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar
de oorzaken van de overstrooming, dat
echter tot nu toe geen positief resultaat
heeft opgeleverd. Volgens den minister
van Openbare Werken zou door den aan
houdenden regenval een grondverschui
ving hebben plaats gehad, waardoor een
onvoorziene druk op den afsluitdam werd
uitgeoefend.
Het waterreservoir van Gleno, dat de
electrische drijfkracht vormde voor de
vele fabrieken, is thans buiten werking,
zoodat duizenden arbeiders van hun
broodwinning zijn beroofd. Tweehonderd
lijken van slachtoffers der vreeselijke
overstroomingsramp zijn reeds geborgen;
de meeste er van zijn onherkenbaar ver
minkt. Dit is de eerste droeve oogst van
deze catastrofe. Men weet in Italië, dat
er veel en veel meer menschenlevens
te betreuren zijn. Maar vele lieden, die
«door de doorbraak en overstrooming ver
rast zijn, werden door de neerstortende
massa's verpletterd zoodat het ver
klaarbaar is, dat men in de lager ge
legen deelen van het schoone gewest
van Bergamo thans herhaaldelijk deelen
van menschelijke lichamen terugvindt....
Het zaï wel lang duren, eer de tragische
balans geheel en al is opgesteld.
De koning van Italië is persoonlijk zijn
deelneming komen betuigen aan de ge
troffenen in de eens zoo bloeiende streek.
De schade wordt begroot op 200 milli-
oen lire. Niet alleen het water uit het
aan den voet van de Monte Gleno aan
gelegde meer is met donderend geweld
in het dal neergekomen, maar ook dat
uit de rivier de Oglio, dat nog gevoed
was door de sneeuwmassa's, die bij de
jongste smelt van de bergen waren neer
gestort. Zelfs het meer van Iseo, dat op
meer dan 30 K.'M. afstand ligt, is door
de stijging van het water tengevolge
van de dijkbreuk buiten zijn oevers ge
treden. De weinigen, die van hooger ge-
legenpunten het ontzettend gebeuren ga
desloegen, beschrijven het tooneel, dat
zich voor hen afspeelde, als „erger dan
de hel". Reusachtige vlammen sloegen
hoog op toen het water over de ovens
vloog van de vijf electrische krachtsta
tions, die alle vernietigd zijn. De rivier
de Dezzo leek wel een vuurstroom, zeg
gen ooggetuigen.
De directeuren van de banken zjjn
het terrein van de ramp komen opnemen
en hebben naar de overblijfselen der
brandkasten gezocht. Zij vonden niets:
vermoedelijk zijn de safes geheel onder
puin en zand bedolven.
Het reddingswerk is thans in vollen
gang, maar het behoort tot de moeilijk
ste karweien, die men zich kan voor
stellen. De ramp heeft aan duizenden
stuks vee het leven gekost, menige land
man verloor er heel zijn hebben en hou
den mee.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
i De Tweede Kamer wordt tegen a.s.
Dinsdagmiddag 1 uur bijeengeroepen ter
behandeling van het 'nitiatiefvoorstel van
den heer Fleskens tot verlenging van
den duur van het Schoenenwetje.
Als eerste punt de behandeling van
het verzoek van den heer van Ravesteyn
om verlof tot het richten van vragen
tot de regeering naar aanleiding van het
vertrek van den gewezen Duitschen
Kroonprins.
De postcheque- en girodienst.
Naar „De Msb." verneemt, is men thans
aan den Postchèque- en Girodienst met
het nazien en verbeteren der rekeningen
en het baseeren de administrate op
den nieuwen voet, zooals in het rapport
van de Nederlanische Bank aan den mi
nister van Waterstaat 's aangegeven, zoo
goed als gereed. Binnenkort zullen aan
de rekeninghouders de afrekeningen wor
den toegezonden met de saldi op 4 Oct
met verzoek om aan den Postchèque- en
Girodienst mee te deelen of de berekenin
gen kloppen met die der rekeninghou
ders zelf. Zoodra eventueele verschillen
zullen zijn opgelost, zal de dienst kun
nen worden heropend. Men verwacht, dat
dit tegen 1 Januari a.s. zal zijn.
Omtrent "het systeem, dat bij de her
opening zal gevolgd worden, n.l. centra-
lisat-'e of beperkte decentralisatie, is aoor
den min'ster van Waterstaat nog geen
beslissmg genomen.
Uit Stad en Provlnole
ST.-MAARTENSDIJK. Openbare verga
dering van den Raad dezer gemeente,
gehouden op Dinsdag 4 December. Behal
ve de heer Vroegop, die wegens verblijf
elders niet kon tegenwoordig zijn, zijn
alle leden present. Medegedeeld wordt
't proces-verbaal kasopneming gemeente
ontvanger. In kas was en moest zijn
f 18309,281/2- Goedgekeurd bij K. B. van
3 October 1923, no. 23, de nieuwe ver
ordening op de heffing van schoolgeld,
't Raadsbesluit betreffende overeenkomst
met het waterschap Sint-Maartensdijk,
strekkende tot overname in beheer en
onderhoud van de brug over de Oostvest,
wordt aangevuld, dat de brug ook in
eigendom aan de gemeente zal overgaan.
Mededeeling wordt gedaan van het Kon.
besluit, waarbij aan de gemeente-secre
taris uitwoning is verleend tot 1 Sept.
1924. Het besluit tot vaststelling van de
jaarwedde van de keuringsveearts voor
den tijd van één jaar is door H.H. Gedep.
Staten goedgekeurd. De zangvereeniging
„Vooruitgang zij ons Streven" wordt ver
gunning verleend een uitvoering te geven
in de gemeente-bewaarschool met voor
waarde dat moet worden zorggedragen
dat de school terstond weder in den toe
stand wordt gebracht na afloop van het
feest, zooals zij te voren is bevonden.
De voorzitter doet mededeeling van een
ontvangen schrijven van den Minister van
Financiën, dat het bedrag van f 941,18,
destijds wegens vermeende distributie
schuld op de uitkeering ingevolge de
wet van 24 Mei 1897 aan de gemeente in
gehouden, thans weder aan haar zal wor
den terugbetaald. Hij brengt hiervoor dank
aan Z.E. den heer Commissaris der Ko
ningin, aan H.H. Ged. St., die te dezer
zake zonder eenige terughouding de z/ijde
van het gemeentebestuur kozen. De heer
Quakkelaar meent, dat een groot deel
der hulde mede toekomt aan den zoo
vroeg ontslapen heer Rijnberg, wiens zeer
nauwkeurige administratie telkens de
groote fouten van het Rijks Centraal Ad
ministratiekantoor voor de distributie van
levensmiddelen uitwees. Op een verzoek
van de slagers uit het centrum „St.-
iMaartensdijk", de keurloonen voor vee
en vleeseh te verlagen, wordt na toe
lichting besloten deze zaak aan te hou
den tot het dienstjaar 1923 zal zijn alge»
loopen en zal kunnen worden nagegaan
of daling der keurloonen mogelijk en
wenschelijk is. De besturen der bijbehoo-
rende gemeenten hadden bericht accoord
te gaan met het voorstel van B. en W.
dezer gemeente dienaangaande. Het ge
meentebestuur van Stavenisse verzoekt
weder subsidie toe te kennen voor de
stoombootverbinding Stavenisse-Zijpe. Het
verzoek wordt mede gesteund door H.H.
Ged. St. van Zeel. Als de belanghebben
de gemeenten het door H.H. Ged- St.
gestelde bedrag niet bijeen brengen, zal
ook de provincie waarschijnlijk 't subsidie
aan de R.TM., groot f5000, intrekken.
Bur gem. en Weth. achten het verdwijnen
van het bootje niet in het belang van de
gemeente en stellen daarom alsnog voor
f 250 subsidie toe te kennen. Over dit
voorstel staken de stemmen; vóór de
heeren Groenewege, Kloet en Quakke
laar; tegen de heeren Hage, Koopman
en Priem.
De oudercommiss:e heeft een verzoek
ingediend weder vervolgonderwijs te wil
len doen geven. De kosten worden ge
raarad op f 250,—, plus verlicht en ver
warmde localite't. De meerderheid van
den raad was van meening, dat de ouders
der kinderen de helft :n deze kosten be
hoorden mede te betalen. Hierna kwam
in behandeling de verordening tot hef
fing van een haven- en kaa'geld. Een en
ander lokte heel wat discussie uit. Met
één stem tegen, de heer Hage, werd be
sloten het havengeld te brengen van
71/2 op 10 cent per 1000 k.g. laadvermo
gen voor elke reis. Van de producten
werd het kaaigeld voor de bieten ge
bracht van 10 op 12 ct. per 1000 k.g.
Enkele andere artikelen als kruideniers
waren, laarzen, spek, reuzel, tabak enz.
werden thans vrijgesteld, daar de op
brengst nauwelijks de kosten aan admin'-
stratie dekten. Het abonnement voor de
in deze gemeente wonende schippers
werd gebracht van 5 op 7*/o m3a! het
verschuldigde voor één reis of 75 ct. per
1000 k.g. laadvermogen, voorzoover geen
motorschepen zijnde; voor een motoischip
werd het abonnement gebracht op 15
maat het verschuldigde (vroeger 10 maalj
voor een reis of f 1,50 per 1000 K.G.
laadvermogen. De invordermgsverorde-
ning werd zoodan'g gewijzigd dat van
elke overtreding of niet-naleving der ver
ordening proces-verbaal moet worden op
gemaakt en de overtreding kan worden
gestraft met hechtenis of geldboete.
Dc verhooging van het abonnement
vond ook bij den heer Quakkelaar be
strijding. De geheele verorden:ng zoowel
de heffings- als 'nvorderingsvccordening
werd ten slotte aangenomen met 4 tegen
2 stemmen, tegen de heeren Hage en
Quakkelaar. De verordening op de invor
dering van de plaatselijke inkomstenbe
lasting werd ingevolge de wet van 17
Maart 1923, Staatsblad 91, gewSjzigd.
Tot onderwSjzer met verplichte hoofd-
acte werd benoema de heer P. J. Carme-
joole te Middelburg. Met alg. stemmen
werd wegens periodieke aftreding her
benoemd tot lid van het w'eezen algemeen
armbestuur, de heer D. G. Elenbaas- Met
één stem tegen (de heer Koopman) 'werd
besloten tot aansluit'ng aan de water-
leid'ng van alle openbare gebouwen. Vol
gens opgaaf werden de kosten beraamd
op f 106,871/2- Bi) de rondvraag vestigde
de heer Koopman de aandacht van B.
en W. en den raad op de w'enscflileliijk-
heid tot het doen opnemen in een ge
sticht van twee krankz-'nnigen. De voor
zitter deed mededeeling van de circulaire
van den min'ster van Binnenl. Zaken in
zake opname van krankzinn-'gen te Gheel
(België). Het gemeentebestuur zal overleg
plegen omtrent bijbetaling in de kosten
en bovendien :nformeeren wat de ver-
plegingskosten zijn te Gheel. De heer
Quakkelaar véstigde de aandacht op de
modder in de Molenstraat, die noodza
kelijk behoort te worden schoongemaakt;
hij informeerde voorts wanneer de ge
meente-ambtenaren de pensioensbijdragen
moeten betalen over 't jaar 1923. Nadat
de voorzitter had medegedeeld dat de
zaak admin'stratief in orde was en dat
de ambtenaren bekend zijn met het be
drag dat door hen moet worden gestort
sloot de voorzitter de vergadering.
RECHTZAKEN.
De relleijes te Kntwyk.
De kantonrechter te Leiden heeft uit
spraak gedaan inzake het houden van
een optocht door socialistische jeugdgroe
pen op 9 September te Katwijk, zonder
toestemming van B. en W. van die ge
meente, waarbij deze jeugdgroepen met
Katwijkers zijn slaags geraakt. De kan
tonrechter heeft de beide beklaagden, lei
ders van enkele groepen, M. J. G. en mej.
J. H. R., beiden uit Utrecht, vrijgespro
ken op grond, dat weliswaar een der
getuigen de gemeente-secretaris van Kat
wijk, heeft verklaard, dat hier gesproken
kon worden van een optocht, doch dat
de beide andere getuigen, onder wie een
hoofdonderwijzer, hebben verklaard, dat
het geen optocht was, en dat aan de ver
klaringen van den hoofdonderwijzer, op
grond, dat deze meermalen optochten van
kinderen organiseert en dus geacht mag
worden wel te kunnen beoordeelen, wat
een optocht is, meer waarde moet wor
den gehecht dan aan die van den eersten
getuige.
Onsmnkeiyk geneesmiddel.
Voor het kantongerecht te Oostburg
werd Dinsdag behandeld eene zaak tegen
iemand uit Leiden, beklaagd van het on
bevoegd uitoefenen der geneeskunde, in
casu het als zoodanig toedienen van een
geneesmiddel tegen hoest aan iemand uit
Biervliet.
Uit het verhoor van getu:gen bleek,
dat beklaagde sinds lang zijn praktijken
in Zeeuwsch-Vlaandercn uitoefent
Verschillende getuigenverklaringen en
het rapport van apotheker van de Garde
uit Middelburg, die als deskundige werd
gehoord, bewezen, dat genoemd genees»
middel niets anders was dan.... urine.
Het 'O. M. wees in een krachtig requisi
toir op het gevaar, zich aan dergelijke
kwakzalvers over te leveren, daar in deze
zaak weer eens was gebleken, hoe som
mige individuen niet terugdeinzen hunne
medemenschen de minstwaardige stoffen
als geneesmiddel toe te dienen.
Verschillende omstandigheden beletten
den ambtenaar de hoogste straf te vra
gen. De eisch was f30 boete, subs. 60
dagen hechtenis.
LANDBOUW EN VEETEELT.
Zeeuwsche Landbouwmaatschsppy.
Maandag is onder voorzitterschap van
den heer mr. P. Dieleman te M'ddelburg
een algemeene vergadering van de Maat
schappij tot bevordering van landbouw'
en veeteelt 'in Zeeland gehouden, welke
werd bijgewoond door den directeur van
den landbouw', den inspecteur, den heer
Kakebeeke, den commissaris der Konin
gin 'n Zeeland en ten deele ook door
den burgemeester van Middelburg, den
regeeringscomnrssaris bij de Mpij. Zee
land, den heer A. de Vulder van Noor
den en den directeur d:"er Mpij1., den
heer Waller.
Vastgesteld werd de begrooting voor
1924, zooals die dopr het bestuur was
ontworpen. De contributieregeling zal zijn
als voor 1923, maar vrouwen en inwo
nende familieleden van bedrijfsleden zul
len lid kunnen worden voor f 1. De
heer C. Zwagerman, rijkszuivelvisiteut'
voor Zeeland, hield een :'nleiding over
de productie, den afzet en de prijszet
ting van de Zeeuwsthe boter en kwam
tot de conclusie, dat het wenschelijk is,
dat er voor geheel Zeeland reken,ing
wordt gehouden met den prijs 20oals die
op de Middelburgsche markt wordt vast
gesteld, maar dan moeten alle Zeeuwsthe
boerinnen daaraan medewerken en daar
toe riep hij de hulp van kringen en dorps-
vereeniglngen m.
De heer B. Gerritzen, rijkstu:nbouwoon-
sulent te Londen, hield een rede over den
afzet van Zeeuwsthe land- en tuinbouw
producten in Engeland. Voor den uitvoer
van vleeseh is Zeeland alleen van belang,
voor wat betreft varkensvleesch; verde*
telt het mede vooral door bessen.
Spr. behandelde het wetsontwerp dat
in Engeland aanhangig is om de ioland-
sche producten en ook die u"t de do
minions te beschermen, en meende, dat
men door scherpe keuring, evenals d't
reeds voor vleeseh geschiedt, moet zor
gen ook goede vruchten enz. te leveren,
waarbij ook goede sorteering en goede
verpakkinsr een belangrijke rol spelen.
Bij de op deze rede volgende discus
sies, wees zoowel de heer dr. van Hoek
als een der aanwezige leden er op, dat
wel eens over het vervoer per boot der
producten is geklaagd, maar beide brach
ten hulde aan de directie van de maat
schappij Zeeland, die alles doet om aan
de wensthen der verzenders tegemoet te
komen. De heer Gerritzen wees er o.a-
op, dat men het in Engeland den buiten-
landsche handel niet makkelijk tracht
te maken, wat o.a. bleek toen men klaag
de over de kwalite:t van het ingevoeKl
vleeseh en een onderzoek ter plaatse
door den inspecteur van het veeartsenij-
kundig staatstoezicht aantoonde, dat een
op,de 10,000 ingevoerde dieren was af
gekeurd en daaraan nog niet veel slechts
was te bespeuren.
1 Tenslotte besprak jhr. J. van Vreden-
burch, voorzitter van het Nederlandsch
Wat zijn de oorzaken daarvan Twee
feiten kunnen we nu wel als gegeven
factor aannemen, n.l. dat sinds 1914 het
maatschappelijk vermogen gedaald en dat
de bevolikng s'nds 1914 eer toe dan
afgenomen is. Het is duidelijk dat, waar
sedert 1914 in de technische samenwer
king tusschen kap:taal en arbeid geen
noemenswaardige verandering rs geko
men, het verminderde vermogen niet het
zelfde aantal arbeiders als 'n 1914 tegen
het overeenkomstig den prijsindex ge
stegen voor oorlogstoon rendabel te Werk
kan stellen, dat er een te veel aan levende
productieve krachten bestaat en we eigen
lijk van overbevolking kunnen spreken.
Door welke maatregelen kunnen die
ongerijmde toestanden verbeterd worden,
m. a. w'. op welke wijze ware een toe
stond te scheppen waarin zoo we'nig mo
gelijk middelen tot het vormen van wel
vaart verloren gaan
Die maatregelen zijn verschillend, moe
ten alle gericht zijn op vergroot'ng van
het rëele inkomen en vermogen en 'n
groote trekken genomen worden door:
le. Particulieren; 2. De Overheid: staat,
gemeente, enz1.; 3e. op internationaal ge
bied werkzame personen; ad. Ie.: De
particulieren moeten er zich van be
wust worden, dat als eerste vereischte
voor het komen tot een betere econ. toe
stand de grootst mogelijke zuin:gheid in
acht genomen en de grootst mogelijke
arbeidsintensiteit bereikt moet worden,
dat het reële inkomen zooveel mogelijk
vergroot en dat daarop zooveel mogelijk
bespaard moet worden ten bate van het
vermogen. Vooral de leiders in handel
en industrie en uitvinders kunnen een
invloed ten goede u'toefenen, de eersten
door het inslaan van nieuwe wegen, het
aanknoopen van nieuwe connecties, ten
einde het door de :neenstortmg van Euro
pa verloren afzetgebied te compenseeren,
de laatsten door het verbeteren van het
technische product:eproces, waardoor de
productiekosten kunnen dalem.
ad. 2e.: ook de overheid moet
a. Van zijn ambtenaren de grootst mo
gelijke arbeidsprestat e vorderen en het
zuin gheidsprincipe niet bestaande in
het vermijden van proauctieve, doch in het
vermijden van onproductieve uitgaven
zoo streng mogelijk doorvoeren teneinde
een sluitende begroot'ng te krijgen en
de belastingen te kunnen verm'nderen.
b. Maatregelen nemen om den particu
lieren genegen te maken de grootst mo
gelijke arbeidsintensiteit te ontwikkelen
en de grootst mogelijke zuin'gheid in acht
te nemen. Daartoe kan de Overheid me
dewerken door het verminderen van den
druk, waaraan industr:e, handel en land
bouw onderworpen zijn, dus eenerzijds
door vermindering der belastingen
waartoe de maatregelen onder a genoemd
reeds leiden en door het sluiten van
gunstige vrijhandelsveraragen (zoo noo-
dig met behulp van dreigementen met re
presaillemaatregelen), anderzijds door het
opheffen van vele in de oorlogsjaren en
de eerste vredesjaren geheel misplaatst
genomen drukkende sociale maatregelen.
Behoort het dan niet tot de taak van
den staat, de sociale positie van ver
schillende klassen te verbeteren? Zonder
twijfel doet de staat door verbetering
van den arbeidersstand een nuttig so
ciaal werk, ook al gaat d't aanvankelijk
ten deele op kosten van een andere, be
ter gesitueerde klasse. Het principe ver-
oordeelen we dus niet, doch wel het mo
ment waarop die maatregelen genomen
werden. Evenmin als de arts het k'nd
met een ruggegraatsverkromming :n den
koorts of uitputtingstoestand hei.gymnas
tiek mag laten verrichten, mag de staat
in de ongezonde koorts of u'tputtings-
periode dure, de productieve organen van
het maatschappelijk leven zwaar tref
fende, sociale maatregelen nemen. Slechts
in een perode van werkelijke gezondheid
en vooruitgang kan de maatschappij de
weelde van kostbare sociale proefnenv'n-
gen verdragen. Sociale maatregelén, ge
nomen in de gezonde groe'penode 1896
1914 waren geheel op haar plaats; de so
ciale maatregelen genomen :n de on
gezonde hoogconjunctuurperiode 1914
1920 en bestendigd in den momenteelen
uitputfngstoestand, zijn ten eenen male
misplaatst;
c. Maatregelen tegen de werkelooshei J
nemen, n.l. de werkeloozen steunen, ech
ter door andere middelen dan de momen-
teele poliriek van royale, dure en on
productieve werkelooshe:dsondersteuning
'welke de arbeidsschuwhe'd bevordert en
tot ongezonde toestanden leidt, zooals
het volgende voorbeeld aantoont.
Vroeger werd door het vrije spel van
vraag en aanbod bepaald hoeveel arbei
ders en tegen welk loon ze in het maat
schappelijk verkeer geplaatst konden
worden. Tegenwoordig Js dat anders. De
arbeiders hebben z!ch m vakverenigin
gen georganiseerd en zijn een econ. en
politieke macht geworden. Tegenwoor
dig slu'ten vaak de vakverenigingen met
dc ondernemingen collect'eve arbeidscon
tracten af, waarbij de arbeidsvoorwaar
den geregeld en het loon vastgesteld
wordt en de ondernemers slechts op die
vastgestelde voorwaarden arbeiders :n
dienst mogen nemen. Was vroeger het
gevolg van een conjunctuurvermindering
dat en het loon en het aantal te wiark
gestelde arbeiders daalde, momenteel :s
het gevolg dat het loon of op peil blijft
of slechts in zeer geringe mate daalt,
waartegenover echter het aantal te'werk
gestelde arbeiders in veel sterkere mate
dan vroeger het geval was vermindert en
een veel grootere werkeloosheid ontstaat,
zoodat deze malaisetijd eenerzijds een
betrekkelijk kleine groep jjoed betaalde
arbeiders, anderzijds een betrekkelijk
groote groep werkeloozen te zien geeft
Het is natuurlijk het goede recht van de
arbeiders zich te organiseeren en een
soort monopolie te vormen, evenals het
het goede recht is van den ondernemer
om door een monopolie de markt te
beheerschen. Wat zou echter het oordeel
over den staat zijn, die tot den gemono-
poliseerden ondernemer zegt: „Waarde
vrind. Stel de prijzen van je product maar
zoo hoog vast als je w'ilt. Wel is waar
zul je als je den prijs verhoogt, aan ge
ringere afzet voor je product vinden,
doch dat is niets; het overschot dat je
op de markt niet kunt plaatsen, neem :k
dan voor een goede prijs van je over".
Een verniet'gende crltiek op den staat
die zoo handelde zou niet uitblijven,
vooral en terecht niet van socialistische
zijde. Doch deze gewraakte politiek volgt
de overheid wel ten gunste van de ar
beidersorganisaties, beschouwt dit zelfs
als een moreele plicht. „Waarde arbei
dersorganisaties" zegt de staat, „stel het
loon maar zoo hoog vast als je wlilt.
Blijf je in mala'setijd op je stuk staan
en bewill'g je niet in een loonsdaling,
dan kan wel is waar de industrie min
der arbeiders plaatsen en zal de werke
loosheid toenemen, doch dat is niets, laat
je daardoor niet weerhouden en stuur
de werkeloozen maar naar mij toe, want
ik zal voor hen zorgen". Wat deert het
den vakvereenigen dat hun poFtiek een
groote groej) werkeloozen doet ontstaan?
De Overheid springt immers toch bij
De arbeiders d!e werkzaam gesteld wor
den zijn met die politiek volkomen te
vreden, evenals het 1 uiste gedeelte van
de werkeloozen. waarvan slechts een
'deel, het beste gedeelte, ontevreden is
en critiek uitoefent, echter niet op de
vakvereenigJngen doch op ae maatschap
pij en het kapitaFsme.
(Moet de staat de werkeloozen dan
maar aan hun lot overlaten? Geenszins.
Zonder twijfel is het een moreele plicht
van den staat zich het lot van de werke
loozen, die buiten hun schuld in dien
toestand geraakt zijn, aan te trekken,
doch eveneens is het een groote fout
door te groote royaliteit den werkeloo
zen van het gevoel dat de werkeloosheid
een onaangename toestand beteekent, te
verlossen en niet alleen „ook", doch
zelfs „bij voorkeur" dat gedeelte der
arbeiders, dat door eigen schuld n.l,
door schuld van de vakvereenigingspoli-
tiek werkeloos geworden is, te steunen
en daardoor de machtspolitiek van de
arbeidersorganisaties in de hand te wer
ken ten koste van de belangen van alle
andere groepen, ten koste van de maat
schappelijke productie en het algemeen
belang.
De staat moet op andere wijze de wer
keloosheid bestrijden. Waar de onder a
en b genoemde factoren aan handel en
industrie nieuwe ontplooiingsmogelijkhe
den bieden, kan hierdoor de werkeloos
heid reeds verminderd worden, echter
niet in voldoende mate. Hier moet de
staat 'ingrijpen en overtuigd van het feit,
dat de momenteele overbevolking niet
van voorbijgaanden aard, doch voorloo-
pig een blijvende toestand is, in de eerste
plaats de emigratie bevorderen naar lan
den, waar geen overbevolking bestaat,
niet alleen van de handenarbeiders, doch
ook van de gestudeerde arbeidskrachten
die anders gevaar loopen tot een klasse
van geleerd proletariaat te degradeeren,
in de tweede plaats de niet emigreerende
niet door eigen schuld werkeloos gewor
den arbeiders die niet aangesloten zijn
bij een „hoogloonpolitiek" volgende vak-
vereeniging, productief te werk stellen
waartoe de overheid wel steeds ge
legenheid zai kunnen vinden. Ik denk hier
niet in de laatste plaats aan de droog
legging der Zuiderzee, welker uitvoering
momenteel veel beter econ. te rechtvaar
digen is dan toen de zoogenaamde goede
conjunctuur heerschte tegen een loon dat
steeds iqts beneden het pe;l in handel en
industrie bestaande blijft, en in de derde
plaats de alzijdige vakontwikkeling be
vorderen, waardoor het gevaar dat de
niet in loondienst zijnde arbeider tot de
werkeloozen gerekend moet worden, ver
mindert.
ad. 3: Kunnen staat en particulieren
door de allergrootste zuinigheid in acht
te nemen wat niet in de laatste plaats
geboden is ten bate van de positie en
stabiFteit van onze Nederlandsche gelds-
eenheid en door bij gelijken prijs aan
producten van Nederlandsche origme de
voorkeur te geven, de maatschappelijke
ontwikkeling van Nederland bevorderen,
ook op internationaal politiek gebied
werkzame personen kunnen een gezegen-
den invloed uitoefenen. Hoewel we de als
gevolg van de door de entente geëischte
oorlogsschatting ontstane Duitsche valu-
taconcurrentie momenteel voor Neder
land noch als onverdeeld ongunstig, noch
als onverdeeld gunstig beschouwen, legt
ze toch aan onze landbouw, industrie en
handel hinderpalen in den weg, welke
de ontwikkeling belemmeren en voor onze
toekomst een ongunstige factor beteeke-
nen, zoodat we met recht het internatio
nale genie, dat in staat is de bij het ver
drag van Versailles en op de verschillen
de conferenties ontstane brouwsels te ver
beteren, dat in staat is uit den Europee-
schen chaos betere econ. eenheden te
scheppen, in staat is Duitschland van de
moordende schadeloosstellingsplicht te be
vrijden en in staat is een vruchtbare
internat"onale economische samenwerking
tot stand te brengen, dankbaar kunnen
zijn.
Summa summarum hebben we noch
reden tot overdreven optimisme, noch
reden tot overdreven pessimisme. De
maatschappij is zeer ziek geweest, is nog
ziek, doch op den weg naar beterschap.
De crisis is doorstaan en gelukkig, we
leven nog. Wat we noodig hebben is
slechts een arts die de juiste middelen
weet voor. te schrijven om weer tot den
gezonden toestand te komen en die hel
herstellingsproces van het maatschappe
lijk leven in de juiste banen weet te
leiden' G. A. H. WIEBOLS.