Zierikzsssche Nieuwsbode
DUPLO
DUPLO
DUPLO
DUPLO
Uit de geschiedenis der
Zierikzeesche Gilden.
B IJ VOEGSEL
behoorende by de
van Tr|jdag 13 April 1923, no. 19914
BUITENLAND.
De Slavenhandel ln Abeselnlë.
De „Times" bevat een ingezonden stuk
van een hooggeplaatst militair in Abes-
sinië over den slavenhandel aldaar. De
schrijver verklaart, dat in Zuid-Abessinië
het gebied over een streek van 300 mijl
geheel is ontvolkt en verwoest door de
slavenjagers, terwijl in dat gebied meer
dan een millioen inboorlingen zijn ver
moord of weggevoerd sinds den "dood van
Menelik. Het meerendeel dezer slaven is
naar de baai van Tajoera gevoerd fcSj1
Fransch Somallland tegenover Arabië en
de golf van Aden. In de laatste jaren,
sinds den dood van keizer Menelik in
1912 heeft de slavenjacht met alle wreed
heid weer in het land vasten voet ge
kregen. Bij den dood van dien monarch
werd het grootste deel van Abessinië aan
volslagen anarchie prijsgegeven. De gou
verneurs van het rijke Zuidelijke jjeel
van het land gebruikten hun post om
zichzelf te verrijken. Gedurende de regee
ring van Menelik werden de overwonnen
negerstammen in het Zuiden van Abes
sinië wel als slaven behandeld, doch zij
werden niet van hun woonplaatsen weg
gevoerd. Bij den dood van Menelik ver
anderde dit evenwel. Iedere plaatselijke
gouverneur aldaar verkocht de bevolking
van zijn district zoo spoedig mogelijk,
zoodat men thans ven de Kenta-kolonie
naar het Noorden kan reizen door Abes
sinië zonder een levende ziel te ontmoe
ten. Vroeger was dit land gelijk een
vruchtbaren tuin; thans liggen er de ge
raamten in de zon te bleken en getuigen
de overblijfselen van menschelijke wonin
gen van vroegeren voorspoed. Deze toe
standen kunnen bezwaarlijk langer wor
den geduld. Het is nog slechts een kwes
tie Van tijd en de Abessiniërs zullen goed
georganiseerde invallen in het Britsche
gebied gaan doen met het doel, er slaven
te rooven.
In de haven van Dzjiboeti ligt reeds
een Fransche patrouilleboot teneinde den
slavenhandel tusschen Abessinië en,"Arabië
tegen te gaan. Doch wat kan één zulk
een boot uitrichten? In 1920 2ag een mis
sie van het Britsbhe ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken op een reis door Abes
sinië overal troepen slaven, die door het
land, werden gevoerd, naar de kust om
daar te worden verhandeld.
Wat Is tegen dezen slavenhandel te
doen vraagt de. schrijver tenslotte. Hij
herinnert er aan, dat de Volkenbond
voornemens is de kwestie in September
as In h<»harvrfoliag to nomon on dringt or
op aan, dat zoo spoedig mogelijk zeer
kraeehtige maatregelen worden genomen,
daar de salvenhandelaars met halve maat
regelen den spot zullen drijven.
BINNENLAND.
Uitvoering Yleeschkeurlngswrf.
Op vragen van den heer Weitkamp, lid
van de Tweede Kamer, betreffende de
uitvoering van de Vleeschkeuringswet,
heeft de minister van arbeid, handel en
nijverheid' geantwoord:
1. Bij de behandeling van hoofdstuk
XA der Staatsbegrooting hebben leden der
Tweede Kamer, die nauw contact houden
met landbouwkringen, hun voldoening uit
gesproken over de soepele en tactvolle
wijze, waarop de Vleeschkeuringswet
wordt uitgevoerd. De ondergeteekende
heeft zich dan ook verwonderd over de
eerste der hem gestelde vragen en moet
deze ontkennend beantwoorden. Hij houdt
zich evenwel aanbevolen voor mededee-
ling van bezwaren, die ondervonden wor
den, opdat hij die kan onderzoeken en
zoo noodig en mogelijk wegnemen.
2. Zeer zeker is de ondergeteekende be
reid, zooveel het in zijn vermogen staat,
te bevorderen, dat rekening wordt gehou
den met de toestanden ten plattelande,
mits het gevaarlijke misbruik, dat vóór
de invoering van de wet bij noodslachtin-
gen voorkwam, geweerd blijve.
Hij meent echter er de aandacht op te
moeten vestigen, dat de uitvoering van de
Vleeschkeuringswet goeddeels berust bij
de gemeentebesturen. Het is niet waar
schijnlijk, dat plattelandsgemeentebesturen
onvoldoende rekening zouden houden met
de plaatselijke omstandigheden. Voor zoo
ver onbekendheid met de wettelijke voor
schriften in het spel is, vindt ieder ge
meentebestuur bij de inspectie steeds ge
hoor tot voorlichting.
De Prins nanr Mecklenburg.
Prins Hendrik is voornemens zich Vrij
dag 20 dezer Voor eentge dagen naar
Mecklenburg te tegeven ter bijwon'ng van
een dienst te Schwerin gewijd aan de
nagedachtenis van zijn moeder, de Groot
hertogin Mane, die den 22sten April ten
vorigen jare ten Koninklijken Paleize te
's Gravenhage overleed.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag II April.
De algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting worden hervat.
Minister Ruys de Beerenbrouck zet zijn
rede voort. Spr. zegt, dat onze weermacht
zoo groot zal moeten zijn, dat wij onzen
plicht tot verdediging kunnen nakomen.
Preventie is onze eerste taak. De regeering
staat niet onder invloed van militaristische
stroomingen. Over de wijzigingen van de
wet op de besmettelijke ziekten wordt
nog overleg gepleegd. Ten aanzien van
de reconstructie van het kabinet meende
spr., dat er geen reden voor het kabinet
was ontslag aan te vragen. Spr. stelt prijs
op samenwerking van de rechterzijde en
de regeering. Bij de behandeling van prin-
cipiëele kwesties, als die betreffende Zon
dagswet en lijkverbranding, moeten alle
rechter partijen voor een vruchtbare sa
menwerking iets van haar meening laten
vallen. De regeering kan niet meewerken
tot invoering van de doodstraf. Afschaf
fing van den stemplicht zal zij ernstig in
beraad nemen.
Minister de Geer zegt, de premie voor
pensioenen niet te kunnen verlagen. Spr.
is voornemens eventueel het saldo op den
crisisdienst te bestemmen tot dekking van
de tekorten op woningvoorschotten. Voor-
loopig zal de regeering niet overgaan tot
afschaffing of uitbreiding van de staats
loterij. Spr. betoogt verder, dat de belas
tingdruk veel te zwaar is, maar hij ver
werpt het middel, de directe belastingen
te verminderen en Indirecte sterk te ver
meerderen door een verhooging van de
invoerrechten- Spr. bestrifdt voorts ile op
vatting van den heer de Gijselaar ten aan
zien van het saldo van het leeningsfonds
1914. Een ontwerp tot wijziging van de
Successiewet heeft het departement ver
laten. Het beoogt vermindering van de
successierechten in bijzonder harde geval
len. Voor een paniekstemming ten aanzien
van de veiligstelling van den gulden is
geen reden.
Pe veiligstelling van den gulden is
onze groote sociale taak vooral in het
belang van den arbeider. De heer De
Geer bestrijdt voorts den heer Van Emb-
den met diens „eenzijdige en onvoldoende
bezuiniging op de defensie-uitgaven" en
den heer Wibaut „wiens efficientymetho-
de niet genoeg bereikt" .Naast de effi
ciency zijn opofferingen noodig. Het rap
port der commissie betreffende de finan
cieele verhouding tusschen rijk en ge
meenten zal 1 Mei verschijnen. Spr. zegt
toe na het ontvangen van dat siotadvies,
het ontwerp aanhangig te zullen maken
betreffende nooduitkeering '23, gegrond
op nieuwe gegevens en in den geest
der Staatscommissie.
De heer Van Wassenaar van Catwïjick
is bevreesd voor depreciatie van den gul
den in Ned.-Indië.
De heer Wibaut repliceert.
De vergadering wordt daarna verdaagd
tot Donderdagmorgen 11 uur.
Zitting van Donderdag 12 April.
De algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting 1923 werden voortgezet.
De heer Van Lanschot repliceert. Hij
dringt aan op een positieve verklaring,
dat de gemeenten woningbouwvoorschot-
ten moeten restitueeren. Hij is teleurge
steld door de verklaring van de regee
ring, dat deze geen protectionistische po
litiek wil voeren.
De heer De Vos van Steenwijk repli
ceert en critiseert de houding van den
premier in zake de kabinetsformatie.
De heer Van Embden repliceert en be
toogt, dat Nederland op het stuk van
uitgaven voor de defensie geen rekening
houdt met het lidmaatschap van den Vol
kenbond. Na de pauze wordt namens de
commissie tot onderzoek van de geloofs
brieven van het nieuw gekozen lid mr.
P. E. Briët verslag uitgebracht. De com
missie stelt voor, tot toelating van den
heer Briët te besluiten. Aldus wordt be
sloten.
De heer Van Embden zet daarna zijn
rede voort. De phrase van den minister
president, dat Nederland de plaats moet
innemen, die het toekomt, klinkt ver
heven, maar wat beteekent ze tegenover
een machtig eskadrille vliegtuigen of-1000
K.G. koolmonoxyde? Machtmiddelen ter
verdediging van ons land hebben slechts
relatieve waarde, en spreker meent, dat
men voor 100 millioen evenmin voldoende
bewapend kan zijn als voor 30 millioen,
zooals zijn motie voorstelt.
Voorts bestrijdt hij de methode van
minister De Geer, die dc defensie rekent
tot alle andere takken van staatszorg,
waarop een gelijke bezuiniging moet wor
den toegepast. De defensie dient als een
geheel aparte tak van staatszorg be
schouwd te worden. Spreker kan zijn mo
tie niet intrekken, omdat hij meent, daar
door de regeering te kunnen afhelpen van
den waan van het absolute minimum.
lilt Stad en Provincie
SEROOSKERKE. Daar op den dag van
candidaatstelling voor leden van den ge
meenteraad op 10 April jJ. slechts een
lijst is ingeleverd, bevattende de namen
van de heeren J. de Roo, N. Moelker, P.
Goemans, P. A. Lcgcmate, J. Klompe, W.
Oosse Mz., L. Padmos, P. Berrevoets Sz.
en P. C. Landegent, zal de nu zittenda
Raad, bestaande uit de zes eerstgenoem-
den, in z'n geheel terugkomen, met als
nieuw lid dhr. L. Padmos.
DUIVENDIJKE. Op den stemmingsdag
voor de prov. staten werd door een drie
tal kiezers bij het stembureau een klacht
ingediend in verband met dc plaatsing
der stemlessenaars ten opzichte der zit
plaats van de leden van het stembureau,
met verzoek deze klacht te vermelden
in het proces-verbaal der stemming. Na
de opening der biljetten werd door den
voorzitter van het stembureau van deze
klacht mededceling gedaan aan de in het
lokaal aanwezige kiezers.
ZONNEMAIRE. Voor candidaten van den
gemeenteraad zijn Dinsdag dezelfde lijsten
ingeleverd, die in deze courant van 30
Maart zijn vermeld.
Ter gelegenheid van het 50-jarig be
staan van het muziekgezelschap „Nut en
Uitspanning" alhier, zal op den 2en Pink
sterdag a.s. een bondsconcours gehouden
worden. De verschillende besturen maken
alle toebereidselen om het den bezoekers
zoo aangenaam mogelijk te maken.
ST.-PHILIPSLAND. Voor de a.s. ge
meenteraadsverkiezingen zijn 6 lijsten in
gediend: 1. A. A. v. Nieuwenhuijzen, L.
J. v. Nieuwenhuijzen, J. A. Stols, J. Geel
hoed, F. Schreuder; 2. P. J. de Ruijter,
A. W. Beurkens, J. Neele, K. M. van
Dijkc, G. C. Noorthoek; 3. Th. A. Bou-
deling, J. van Strien Cz., A. Wisse; 4. A.
M. v. Dijke; 5. L. Neele; 6. F. de Ronde.
POORTVLIET. Door de Staatkundig
Gereformeerde partij zijn candidaat ge
steld voor den gemeenteraad: 1. C. van
der Male; 2. C. P. Vogelaar; 3. W. J.
Boogaart; 4. Jac. van Oost; 5. D. M.
Kievit; 6. A. B. van de Vate.
RECHTZAKEN.
Een proces over een bontmantel van
f 49,000.
Men zal zich de procedure herinneren,
eenigen tijd geleden in Engeland gevoerd
door een groot Haagsch Modehuis tegen
de erven van een destijds in Nederland
geïnterneerd Engelsth officier, teneinde
betaling te bekomen van een sabelbont-
mantel van f 40,000, door dien officier
gekocht voor een Haagsche dame. De
Engelsche rechter wees de vordering af,
op grond dat de overeenkomst een oor
zaak in strijd met de goede zeden zou
hebben en veroordeelde de eisthende fir
ma in de proceskosten.
Deze laatste beproefde daarop haar ge
luk voor de rechtbank te 's Gravenhage
en dagvaardde de erven tot betaling. De
zen stelden tegenover de vordering het
verweer, dat reeds eenmaal, zij het door
den Engelschen rechter, over dezelfde
quaestie was geoordeeld en Vorderden
hunnerzijds reconventioneel de proceskos
ten, zijnde 1306.11/2 pd. st. De rechtbank
overwoog dat ieder de gevolgen van zijn
eigen daad moeten drrgen en dat billijk
heid en goede trouw medebrengen dat
eischeres die de gedaagden vrijwillig voor
den Engelschen rechter riep, ook zelf
aan diens uitspraak gebonden is, al valt
die beslissing in haar nadeel uit.
Geen verandering wordt hierin, gebracht
door het feit, dat de Engelsche rechter
het Engelsche recht heeft toegepast;
eischeres had hierop verdacht moeten
zijn, toen zij geheel vrijwillig het oor
deel van die autoriteit inriep. Daargela
ten of men hier te doen heeft met een
gewijsde zaak, staat het in ieder geval
eischeres niet vrij nu zij eenmaal in
het ongelijk is gesteld de vordering op
nieuw hier te lande doen gelden. Der
halve werd zij niet ontvankelijk ver
klaard. In reconventie werd beslist dat
de Haagsche firma zich ook ten aanzien
van de kosten moet gedragen naar het
oordeel van den door haar zelf inge
roepen rechter. De verplichting tot be
taling der kosten is een noodzakelijk ge
volg van de omstandigheid dat zij in het
ongelijk was gesteld en is veroorzaakt
door het eigen optreden in het buiten
land. Deze veroordeeling in Engeland is
hier te lande een voldoende grondslag
om tot een overeenkomstige veroordee
ling te geraken.
Het gevorderde bedrag werd derhalve
toegewezen.
SPORT.
ZIER1KZEE. Ajax I-D.S.O. I 2-1. Uit
geloofde medaille aan Ajax toegekend.
PREDIKBEURTEN.
Zondag 15 April.
Zlerllcseo. Ned. Herr. Kerk. Nieuwe Kerk.
'■Yoora. 10 ure, da. Stcenbeek (Doopabed.)
Kleine Kerk. 'a Voorm. 10 ure, da. Helder
en 's avond* 9 SO ure, da. de Leur. Lulh.
Kerk, Geen dienat. Geref. Kerk. 10 en 9 ure,
da. Wielen ga. Chr. Geref. Kerk. 9.30, 2 en 6
ure, Preekleten. Evangelisatie Jeruël II. 10
en 7 ure, Gewone dienst.
(erkwerve. 2 ure, dr. Proost,
farooskerke. 2 ure, da. Boogaard.
Bargb. 9.90 ure, da. Boogaard.
Remsse. 9.80 ure, da. Leendertz.
I. v. ROSSEM's beste CURACAO
1. II tb te Pruim- en BookUbak.
I« eageuu.d en geurig yh nature.
I« Terkrtygbaar k 12 et per Va one.
(Inger. med.)
Noordwelie. 2 ure, da. Leendertz.
Haamstede. 2 ure, da. v. Griethujjsen.
Geref. Kerk. 9.30 en 2 ure, da. Goudhuij*
(Yoorber. H. A.) Oud-Geref. Kerk. 9.30 en 2
ure, Leeakerk.
Etkeraes. 9.30 ure, da. Poort. Geref. Kerk.
9.30 en 2 nre, da. Laarman.
Brouwershaven. 10 ure, dr. Preost. Geref.
Kerk. 9.30 en 2 ure, da. G. Dalhuizen vau
Doora.
Zonnemaira. 9.39 ure, da. de Leur. Geref.
Kerk. 9.30 ea 2 ure, da. Hoek.
Noordgouwe, 9.30 ure, da. v. Griethugean.
Drolschor. 9.S0 nre, da. v. d. Griend.
Ouwerkerk. 2 ure, da. Helder (Doopabed.)
Nleawerkerk. 9.30 en 2 ure, da. v. d.
Liaden. Geref. Kerk. 9 90, 2 en 5.80 ure,
LeesdlensL Oud-Geref. Kerk. 9, 2 en 5 ure,
Leeadienst.
Oovterland. 9.30 en 2 ure, dr. Weeda.
Geref. Kerk. 9.30, 2 en 9 ure, da. v. d. £nde
van Kamperland. Geref. Gem. 9.30, 2 en 5.80
ure, Leeakerk.
Slrjaoslani. 9.60 ure, da. de Roode.
Brntnlcee. 9.30 en 2 ure, da. Waarden-
karg. Geref. Kerk. 9.30 en 2 ure, Leeakerk.
Geref. Gem. 9.80, 2 en 8 ure, Leeskerk. Oud-
Geref. Kerk. 9, 2 en 5 ure, Leeskerk.
A.-J."Polder. Geref. Kerk. 9.30 en 2 ure,
Leeakerk.
8t.>Plllpaland. 9.30 en 2 ure, da. Los.
Oud-Geref. Kerk. 9, 2 en 5.80 uro, da. Boone.
Tbolen. 9.80, da. Keiler en 2 ure. da.
Datema. Geref. Kerk. 9.80 en 2 ure, ds. Veld
kamp. Geref. Gem. 9.80, 2 en 6 ure, Leeskerk.
St.-Maartensdijk. 9.30, Leeskerk en 2 ure,
da. Keiler. Oud-Geref. Gem. 9.80, 2 en 9 ure,
Leeakerk.
Ond-Voeaemeer. 9.80, da. Van Griethuizen
am 2 ure, Leeadienst. Geref. Kerk. 9.30 en 2,
da. Staal; 5.30 ure, Leeadienst.
Poortvliet. 9.80, ds. Verschoor (Bevest.
nieuwe lidmaten) en 2 ure, idem. Geref.
Kerk. 9.80, 2 en 6 ure, Leeskerk.
Ccherpeaisse. 9.30, ds. W. J. Keiler (Bed.
H. Avondm en 8 ure, idom. Oud-Geref. Kerk.
9.30, 2 en 5.30 ure, Leeakerk.
Staveniase. 9.30, ds. Moerman (Bevest.
lidmaten en Voorber. H. A.) en 2 nre, idem.
Oud-Geref. Kerk. 9.30, 2 en 5.80 ure, Leeskerk.
St.-Anoaland. 9.30. Leeakerk en 2 ure,
da. Vau Griethugzen. Geref. Kerk. 9.80, 2
en 5. ure, Leeskerk.
TAN HEINDE KN TER:
Te Evanger, een Noorsch dorp, zijn
30 huizen geheel door brand Vernield.
Liam Lynch, de chef van den Ier-
schen rebellenstaf, is aan zijn wonden
bezweken.
De „Matin" publiceert een oproep
van grootvorst Alexander van Rusland
aan alle christenvolken, om zedelijken
steun te verleenen teneinde de Russen
te helpen, die door de sovjet-regeering
■worden vervolgd wegens hun godsdien
stige overtuiging.
Een draadloos telegram uit Moskou
meldt, dat het proces tegen den vroe-
geren aartsbisschop Tiehon tot 17 April
is uitgesteld.
6 Ierschc rebellen, bij wie wapenen
werden aangetroffen toen zij werden ge
vangen genomen, na eenige maanden van
gevangenschap, 2ijn terechtgesteld.
Het Kramersgildev ook wel genoemd
het Coomans- of St.-Nioolaasgilde, be
vatte de winkeliers en kooplieden. Het
had zijn gildedag op 6 Dec. en wordt
reeds Vroeg 'Vermeld. Stukken in het ar
chief van het gilde klimmen tot 1368
op. Zijne gildebrieven zijn van 1512 en
1763, met eene ampliatie van 1785. Een
ondergilde ervan was het hoedenmakers-
of Sint Laurensgilde. Paruikmakers be
hoorden sedert 1736 en oude kleerkoo-
pers en uitdraagsters sedert 1755 tot
't Kramersgilde. Vreemde kramers moch
ten alleen op de jaarmarkt de stad met
hunne waren bezoeken en buiten die markt
slechts op Woensdagen en Zaterdagen.
Herhaaldelijk verzocht ons gilde aan den
Raad om het leuren door vreemden en
Joden zooveel mogelijk te beperken. Win
keliers, die uitverkochten, mochten in de
eerstvolgende drie jaren opnieuw geen
winkel openen. Deken en ommegangers
van het gilde gingen op zijn minst twee
maal 's jaars rond om na te gaan of scha
len, balansen, gewichten, ellen en maten
geijkt waren en of ze voldeden aan maat
en gewicht. In 1423 stichtte het gilde in
een der kapellen van de Sint Lievensmons-
terkerk aan de Noordzijde een altaar met
het beeld van den Heiligen Nicolaas. Toen
in September 1572 't zilverwerk der gilde-
altaren aan Thesaurieren der stad werd
ingeleverd, werd ook de zilveren vergulde
mijter van St.-Nicolaas ten stadhuize ge
bracht, Dit versiersel woog 23 onsen; het
andere zilveren altaar-gereedschap 33 on
sen. In 1426 vereerde het Kramersgilde
met drie andere gilden samen aan 't beeld
ivan den patroon der stad Sint Lieven,
een zilveren kruis en een zilveren nijptang.
Het laatstgenoemde voorwerp doelde op
het marteltuig, waarmede Sint Lieven ge-
pijnigd was. In 1467 sohonk Catheline
meester Andries Smyts weduwe aan het
gilde acht gebouwtjes of kamers in het
Vrije.
Uit den aard der zaak telde 't Kramers
gilde vele leden en aan de gildemaaltijden,
die tot het einde der 18e eeuw jaarlijks
gehouden werden (meestal in de Zout
keet in de Poststraat C 93), namen dan
70 a 80 personen deel.
Het Bakkersgilde had tot patroon Sint
Autbertus en de 'bakkerinnen tot patrones
Sint Lucia. De naamdag der laatste werd
later als gildedag op 13 December ge
vierd. De gildebrief was van 1528; in 1803
stelde de Raad een nieuw reglement vast
voor de brood-, koek- en suikerbakkers
en de koks of pasteibakkers.
Brood-, koek- en pasteibakkers had
den, zooals de' woorden aanduiden, afzon
derlijke eetwaren te bakken. Maar menig
maal klaagde de een, dat de ander op zijn
terrein kwam. Het was daarom niet over
bodig, dat de Raad in 1776 ieders werk
kring afbakende. Uit dit besluit kan men
zien, wat er een anderhalve eeuw geleden
zooal gebakken werd. Aan de broodbak'
kers werd overgelaten het bakken van
alle soort van brood en beschuit, krente-
en kruidekoekjes, bestellen, witte bollen,
zoute en zoete krakelingen, soezen, kran-
selingen, kaakjes, timpjes, boterbiesjes en
verder Paasch-, Pinkster- en Kerstbrood.
Koekbakkers bakten alle soorten zoete-
koek, Spaansch roggebrood, speculaas,
moppen, hijlikmaker, kaneelkoekjes, Haag
sche bollen, suikerbrood, colombijntjes, sui
kerkoekjes, fonteinkoek, suikerbollen, pe-
peibollen, grof en fijn banket, letterkoek,
trouwkoek, duimpjes, spekjes en knlppel-
tjes, terwijl zij ook soezen mochten bak
ken. Eindelijk waren de koks of pastei
bakkers gerechtigd tot het braden van
alle soort van vleesch (het braden van
varkensvleesch was vrij gelaten), wild
braad, hoenders en duiven; het bereiden
van pasteien, het koken van alle soort
vleesch, hammen en soepen.
In 1629 werd de proef vastgesteld om
in het gilde aangenomen te kunnen wor
den als bakkersbaas. Deze bestond uit
1 het bakken van een tarwebrood van 4
stuivers, een kropbrood van 4 stuivers,
een roggebrood van 4 stuivers en een
wittebrood van 2 stuivers. Bakkers en
broodverkoopers moesten het brood ver-
koopen volgens het gewicht, dat door
de beëedigde broodwegers werd vermeld
aan de kerkdeuren. Op de beide dijken
mocht men geen bakoven zetten of brood
in de vensters ten verkoop leggen, dan
met toestemming van den Raad. Ook werd
het aan een bakker verboden voor iemand
te bakken, die bij een ander collega nog
schuld had van brood. In 1577 werd ver
boden op Zondagvoormiddag tusschen 9
en 11 uur, tijdens de predicatie, brood te
verkoopen. Volgens eene bepaling van 1595
moest men ten minste 18 jaar oud zijn
om bakkersbaas te kunnen worden; later
is de leeftijd daartoe op 20 jaar bepaald,
terwijl men een jaar bij een vrijmeester
in de leer moest zijn geweest.
Blijkens het reglement van 1803 mochten
de bakkers des Zondags slechts bakken
met toestemming van den President van
den Raad; voorts mocht geen particulier
in zijn oven voor een ander bakken.
In 1655 waren er hier 46 bakkersbazen
en bakkerinnen, in 1703 waren er 53. In
1677 werd de deken van het gilde, Jan
Corff, afgezet, omdat hij te licht brood
verkocht had, terwijl hij nog al uitdeeler
van brood aan de armen was. In 1765
bepaalde de Raad dat het aantal Roomsche
bakkers niet meer mocht zijn dan xf3 van
het geheel; in 1789 waren er 19 Gerefor
meerde en 10 Roorrische bakkers. Toen
in 1795 de gildebroeders weigerden voor
de Franschen te bakken, werd hun dit
gelast, op straffe dat hun zaak gesloten
zou worden.
Het Molenaar sgilde had tot patroon Sint
Victor, wiens gedenkdag op 10 October
viel. Gildebrieven werden in 1506 en 1607
door den Raad verleend. Uit eerstgenoem-
den zien wij o. a., dat het maalloon voor
een zeef tarwe 4 grooten (10 cent) be
droeg, dat de molenaars, nóch hun vrou
wen, knechts of meiden op Zaterdag op
de korenmarkt mochten komen; dat ze
op Zondagen en sommige heiligendagen
niet mochten malen, enz.
In 1558 telde men alhier 8 korenmole
naars, die alle beboet werden, omdat ze
afgesproken hadden het koren niet meer
bij de inwoners met hunne kar te halen
en te brengen. In 1599, toen er nog 9
windkorenmolens waren, verzochten de
molenaars geen nieuwe molens meer te
laten oprichten, daar ze meenden, dat
4 of 5 genoeg waren. De Raad nam het
verzoek in gunstige overweging.
Reeds in de 16e eeuw kwam het voor,
gelijk het nog tot het laatst der 18e eeuw
het geval was, dat de korenmolens alhier
elk aan twee eigenaars, ieder voor de
helft, behoorden. Misschien vond dit ge
bruik zijn oorsprong in de omstandigheid,
dat er altijd meer gildebroeders waren
dan molens en door het halveeren van
de bezitting meer personen konden deel
nemen aan het bedrijf.
Een eigenaardige kwestie deed zich
in 1658 voor. Bij1 de ordonnantie van 23
September 1637 hadden de Staten van
Zeeland bepaald, dat korenmolenaars bij
«de verklaren, moesten, niet te zullen
fraudeeren jegens de pachters Van de
belasting op het gemaal. In 1658 nu ble
ken alle molenaars te Zierikzee en ook
eenige van hel platteland ongezind te
Zijn om dien eed af te leggen en lieten
liever hunne molens stilstaan. Daar dit
voor de burgerij groolc ongelegenheid
Veroorzaakte, kwam de stedelijke regee
ring tussjchenbeide en besloot alle wei
gerachtige molenaars het poorterschap
te ontzeggen, hun te doen aanzeggen
binnen 24 uren de stad en het Poort
ambacht te ontruimen en orde erop te
stellen dat de molens in gang werden
gehouden. Dit raadsbesluit, op 20 Oc
tober 1658 genomen, werd den volgen
den dag uitvoerbaar verklaard en de
weerspannigen door een stadsbode aan
gezegd de stad "binnen genoemden ter
mijn te verlaten, onder bedreiging bij
niet-opvolging voorbeeldig gestraft te zul
len worden.
Aanvankelijk hielden de molenaars voet
bij stuk en verlieten de stad; maar in
de vergadering van den Raad van "31
October werd reeds medegedeeld, dat ze
berouw toonden, waarom ze weer in de
stad lan tot den eed werden toegelaten.
In 1700 werd op verzoek der molenaars
het maalloon per zak van 6 op 7 stui
vers gebracht. Er Werd toen per week
ten hoogste 350 zak graan gemalen. Dit
loon Was in 1785 nog hetzelfde, wanï
een verzoek om het te verhoogen tot 8
stuivers werd toen afgeslagen,
In 1812 Waren hier nog in werking 4
korenmolens, 1 oliemolen, 1 gortmolen
en 1 houtzaagmolen; in 1824 telde men
4 korenmolens, 2 zaagmolens, 1 olie- en
gortmolen en 2 grutmolens.
(Wordt vervolgd).