Zierikzeesche Nieuwsbode
TWEEDE BLAD
behoorende by de
van Try dag 1 Dec. 1922, no. 10860.
Gemeenteraadsvergadering
van Zlerikzep,
gehouden op Woensdag 29 Nov. j.l.,
des 's nam. 2 uur.
Voorzitter: de burgemeester, mr. A. J.
F. Fokker van Craijensteijn van Rengers-
kerke.
Aanwezig alle leden; één vacature. De
notulen van de vergadering van 30 Oct.
j.l. hebfren ter visie gelegen en worden
onveranderd vastgesteld.
Van mevr. van Nouhuijs is bericht inge
komen, dat zij hare benoeming tot regen-
tesse van het Burgerweeshuis aanneemt;
idem van den heer J. A. Legemaat, dat
hij zijn benoeming tot regent aanneemt.
Van Ged. Staten is bericht ingekomen,
dat voor wijziging der grenzen der ge
meente Zierikzee geen termen aanwezig
worden geacht.
De voorzitter memoreert wat indertijd
besloten is om aan te vragen de gren
zen der gemeente uit te breiden. Nu Ged.
Staten berichten, dat geen termen aanwe
zig worden geacht tot wijziging der gren
zen over te gaan, is de vraag gewettigd:
zullen wij ons daarbij neerleggen? Ver
schillende gemeenten doen dat niet! B.
en W. stellen voor, dat de Raad zich zal
wenden tot den minister van Binnenl.
Zaken met betrekking tot grensuitbrei-
ding der gemeente.
De heeren Panny en Versteeg bespreken
nader de kwestie der combinatie van som
mige gedeelten, die nu onder andere ge
meenten thuis hooren.
De voorzitter licht toe, dat de bewoners
van den Gouweveerpolder feitelijk Zie-
rikzeeënaars zijn. Zij komen hier ter markt
en ter kerk; hetzelfde kan worden ge
zegd van vele menschen die onder Schud-
debeurs wonen en te Noordgouwe thuis
behooren. Dat sommige gemeenten daar
van nadeel zouden ondervinden, is voor
ons, aldus de voorzitter, nog geen argu
ment om niet te probeeren grenswijziging
te krijgen.
Uit een algemeen oogpunt is 't billijk,
dat zij, die op Zierikzee zijn aangewezen,
ook bij Zierikzee behooren.
De heer Doeleman had ook met het
idee van B. en W. kunnen medegaan, in
dien zij hadden voorgesteld, het hier bij
te laten, evenals hij nu met het thans
gedane voorstel genoegen neemt.
Het voorstel van B. en W. wordt daarop
z. h. s. aangenomen.
Van het bestuur der hier bestaande t.b.c.
vereeniging is een adres ingekomen met
het verzoek voor 1923 f 500 subsidie uit
de gemeentekas te mogen ontvangen.
Op voorstel van den voorzitter wordt
dit adres in handen gesteld van B. en W.
ter fine van prae-advies.
Van een aantal werkeloozen is eveneens
een adres ingekomen, waarin de Raac*
wordt uitgenoodigd een besluit te nemen
inzake werkverschaffing. Zij sommen in
dit adres eenige straten op die opgeknapt
kunnen worden, idem ten aanzien van
sommige riolen, het bouwen van arbei
derswoningen, demping van slooten enz.
Kan de raad hiertoe niet overgaan, dan
wordt een betere steunregeling gevraagd.
Ook dit adres is pas ingekomen en
wordt daarom teruggezonden naar B. en
W. ter fine van prae advies.
De heer Versteeg deelt mede, dat hij
waar hij in de vorige vergadering heeft
gestemd vóór het voorstel van B. en W.
inzake de steunregeling van deze stem
ming is teruggekomen, daar hij de steun
regeling, zooals die door de commissie
van Advies wordt toegepast, onvoldoende
vindt. Hij1 is van plan in een volgende
raadszitting met een voorstel te komen.
De verordening betreffende het in- en
uitjagen van schepen is thans aan de
orde. Het komt B- en W. voor, het
jagen van schepen onder toezicht van
de gemeente te stellen, opdat het in-
en uitjagen regelmatig in zijn werk kan
gaan; dit is te. meer geWenscht, daar het
jaa,gpad over een dijik, welke door de
gemeente verpacht wordt; teneinde ech
ter 'te voorkomen dat aan jaagloon te
veel wordt bedongen, is volgens de hier
bij gevoegde concept-verordening een ta
rief vastgesteld, waar niet boven gegaan
mag worden.
De heer de Broekert meent, dat in
deze verordening niets over de controle
gezegd wordt en vermoedt dat het de
oude sleur op zal gaan.
De voorzitter stelt hem dienaangaande
gerust, omdat ook de havenmeester con
trole houdt.
Ook de heer Catshoek stelt een vraag
naar aanleiding van deze nieuwe ver
ordening, doch wordt ook door den voor
zitter gerust gesteld.
Bij punt 4 der agenda stellen B. en
W. voor f f 14,100 a 21/2 inge
schreven op het Grootboek der N.W.S.,
te verkoopen. Dit bedrag behoort feite
lijk aan het „Bommencomité", doch is
destijds op naam der gemeente gesteld
door B. en W., omdat weth. Timmer
man als penningmeester graag van de
verantwoordelijkheid af wilde zijn en
daar het geld daar goed bewaard was.
Hetgeen B. en W. voorstellen is een
voudig een «formaliteit en de raad keurt
dan ook zonder discussie of stemming het
•voorstel goed.
,Mej. C. F. Wittenberg vraagt tegen 1
Febr. e.k. eervol ontslag als onderwij
zeres aan school A. B. en W'. stellen
voor het gevraagde ontslag te verlee-
nen, waartoe conform wcrdt besloten.
Aan de orde is thans de hoofdschotel
dezer vergadering, n.l. de gemeente-be-
grooting met bijbegrootingen voor 1923.
De heer de Broekert is rapporteur der
commissie.
De commissie komt in haar rapport tot
de conclusie dat onder het grootste aan
tal inwoners dezer gemeente een daling
van inkomsten heeft plaats gehad, waar
tegenover staat, dat er minder uitgaven
zijn wat het levensonderhoud betreft.
Volgens de commissie zal het' belastbaar
inkomen der gemeente belangrijk onder
dat van 1921 dalen; de gemeentelijke uit
gaven dienen ook verminderd te worden,
zoodat de plaatselijke inkomstenbelas
ting minder zal moeten bedragen dan in
genoemd jaar. In de begrooting worden
door B. ep W. geen voorstellen gedaan om
de uitgaven te verminderen.
1 De commissie is zoo vrij geweest in
haar rapport verschillende voorstellen tot
bezuiniging te doen. Zij hoopt, dat de
Raad van den ernst der tijden overtuigd
zal zijn.
De jaarwedden werden in de commissie
aan een bizondere bespreking onderwor
pen. Men was algemeen van meening, nu
de tijdsomstandigheden zooveel anders
zijn geworden dan toen de verhoogde
tractementen werden vastgesteld, het ge-
wenscht zou zijn, deze aan een algemeene
herziening te onderwerpen.
Het bevreemdt de commissie, dat B.
en W. niets daaromtrent hebben voorge
steld en verzoeken den Raad haar te wil
len 'pteunen om B. en W. te verzoeken
aan de bevoegde autoriteiten de wedden
als volgt vast te stellen.
Jaarwedde van den burgemeester f4000
(thans f4500); idem van den secretaris
f4200 (thans f 4700); idem van den ge
meente-ontvanger f 2200, in verband met
de veel verminderde werkzaamheden
(thans f2750); idem van den archivaris
f 2200 (thans f 2400)idem van den heer
Naerebout f2100.
Het presentiegeld, voor 1923 op f 720
geraamd, wenscht de commissie af te
schaffen.
De postJicht en brandstoffen" wenscht
de commissie met f200 te verminderen en
de jaarwedde van den ambtenaar van den
burgerl. stand tot-f200 (thans f310). De
jaarwedde van den ambtenaar belast met
het toezicht op de invordering der plaat
selijke belastingen wenscht de commissie
met f200 te verminderen en te brengen
op f300.
De ontvangloonen voor het innen der
havengelden worden vastgesteld op 15 0/0
in plaats van 20 °/o, die voor het innen
van de belasting op het nederleggen van
goederen op havens en kaden op 20 0/0
in plaats van 25 0/0.
Het komt de commissie voor dat de
uitgaven voor de politie voor een kleine
plaats als Zierikzee veel te hoog zijn.
Zij stelt daarom den Raad voor aan de
regeering te willen mededeelen, dat een
salaris van f 2500 voor den Commissaris
van politie alhier voldoende wordt ge
acht in verband met de werkzaamheden.
Voorts zou zij de functie van agent voor
den buitendienst willen laten vervallen
op het oogenblik, dat er een vacature
komt en v. d. Hoek in 't gewone corps
als gewoon agent kon invallen.
Op denzelfden dienst wenscht de com
missie bij art. 5 f100 te schrappen voor
vuur en licht.
Bij de afdeeling „Brandweer" wenscht
de meerderheid der commissie op art. 3
.„verdere kosten" (hieronder zijn begrepen
de vergaderingskosten) f150 te bezuinigen
en te brengen op f325; de minderheid
stelt voor den post met f100 te vermin
deren.
Bij „Straatverlichting" stelt de com
missie voor op het Havenplein minder
lantaarns te doen branden, hetgeen een
besparing van f 300 zal geven.
Het tractement van den gemeente-bouw
meester wenscht de commissie vastge
steld te zien op f 2300. De subsidie van
het Burgerl. Armbestuur zou kunnen ver
laagd worden tot f15000, daar het tarief
voor de verpleegden in het verplegings-
huis is verlaagd. De Commissie zou wil
len voorstellen voor aden, die in ge
meentedienst zijn en waarvoor de ge
meente de pensioensbijdrage betaalt, het
zóó te regelen, dat 8% pCt. zal worden
verhaald op de tractementen. De subsidie
van „J. G. O. B ad f50, wenscht de
commissie in te trekken.
Het totaalcijfer der voorgestelde bezui
nigingen bedraagt f 10782.
Verder stelt de commissie voor de op
centen op de dividend- en tantièmebelas
ting te brengen op 40, hetgeen naar schat
ting een meerdere ontvangst van pl.m!.
f800 zal opleveren.
De Inkomstenbelasting dient te wor
den teruggebracht tot het bedrag beneden
dat van 1921, anders zal zeker, in verband
met de daling van het belastbaar inkomen,
het percentage der heffing veel te hoog
worden.
Het bedrag der bezuiniging en meerder
inkomen wordt voorgesteld op f 11582.
De H. O. kan teruggebracht worden tot
f91418.
De commissie meent voorts, dat de
mestsorteering dient te worden afgeschaft,
daar de uitkomsten slecht zijn.
Bij de begrooting van de Gasfabriek
wil de commissie voorstellen het maxi
mum-salaris van den directeur te bepalen
op f3700.
Voor het overig personeel, waarvoor de
fabriek aan pensioensbijdrage betaalt, wil
zij de commissie een heffing van
81/2 pCt. zien toegepast.
Aan de Mem. van Antwoord op het
rapport der begrotingscommissie is het
volgende ontleend
'Het verwijt der commissie, dat B. en
W. niet gekomen zijn met bezuinigingen,
speciaal niet met voorstellen tot ver
laging der jaarwedden noemt B. en W.
onbillijfk. Het komt 'hun college voor,,
dat de commissie zich op een al te per
soonlijk standpunt stelt. B. en W. heb
ben kannen bezuinigen op de begrooting.
Er is tegenwoordig een strooming merk
baar om zg. te bezuinigen door te tornen
aan de jaarwedden vaJi het gemeente-
personeel; dit mag niet den naam „be
zuiniging" dragen.
B. en W. achten het zeer onbillijke
en strijdig tegen alle begrippen van recht
om aan eenmaal aan ambtenaren, zonder
eenig voorbehoud, gewaarborgde salaris
sen te tornen.
De voorstellen der commissie zijn ree|ds
veroordeeld, om 'eenige ambtenaren te
treffen en salarissen trachten te verla
gen, alsof deze ambtenaren de oorzaak
Zijn van de hooge kosten en zij alleen
dus getroffen moeten worden; men moet
de fouten zoeken, waar die bestaan.
Wanneer de raad eenig rechtsgevoel
bezit, zal hij niet dulden, dat op deze
wijze de ambtenaren de dupe worden van
een willekeurige handeling; de commis
sie zelf heeft blijkbaar geen weg ge
weten met haar voorstellen, want de
voorstellen toonen lijn nóch beginsel. De
commissie haalt voorts in haar rappprt
aan, dat de H.O. voor 1923 teruggebracht
moet worden tot het bedrag van 1921.
B. en W. hadden verwacht een be
moedigend voorstel te vernemen, omdat
de post H.O. voor 1923 f 15000 lager is
geraamd dan in 1922.
Bij' de begrooting voor 1923 is nog
niet eens rekening gehouden met het
feit, dat in 1921 en 1922 resp. een extra-
bijdrage is ontvanger van f 8207,45 en
f 11756,45, terwijl de kans groot is dat
voor 1923 ook een extra-uitkeering Wordt
gekregen; de post H.O. kan dan nog
worden verlaagd.
In verhouding met 1921 en 1922, is
het cijfer voor den H.Ö. voor 1923 zeer
gunstig en vertoont dit niets onrust
barends. Wat de commissie in haar al
gemeene beschouwingen vertelt ten aan
zien van het levensonderhoud, als zou
dat zooveel goedkooper zijn geworden,
wijzen B. en W- er op, dat huishuur,
belasting, brandstoffen, huish. hulp verre
van goedkoop zijn geworden.
De commissie merkt ook op, dat zij,
die vaste inkomens hebben, niet onder
de mindere ontvangsten leden, doch wel
profiteerden van de lagere prijzen. Doch
wat moesten in de dure jaren, toen de
salarissen nog niet groot w'aren, de amb
tenaren niet betalen En nu sinds een
tweetal jaren de ambtenaren wat meer
redelijker bestaan hebben, wil men hen
weer gaan verlagen.
Op grond van deze beschouwingen en
gezien het votum in den raad van 17
Nov. j.l., ten opzichte van de Wedden
van den gemeente-ontvanger, stellen B.
ten W. voor deze posten, waarbij' de
commissie verlagingen voorstelt van jaar
wedden, stilzwijgend voorbij te gaan.
Ten aanzien van het presentiegeld stel
len B. en W. voor afwijzend'te beschik
ken.
Tegen den post „licht en brandstoffen"
hebben B. en W. geen bezwaar, hoewel
zij: er niet voor instaan, datt. de post
na deze vermindering aan het bedrag
komt als Wcrdt voorgesteld.
Of in de toekomst de agent met den
buitendienst belast, gemist kan worden,
kan onder het oog wprden gezien als
er een vacature komt.
In de vergadering Van 30 Nov. '18
is de wenschelijkheid uitgesproken om
toezicht te houden buiten de kom der
gemeente. Op voorstel van den heer Doe
leman is toen besloten bij' het Rijk een
poging te doen om een veldwachter te
'krijgen. Toen is een agent voor den
buitendienst aangesteld. Ook tegen den
poSt „vuur en licht politiebureau" bestaan
bijl B. en W. principieel geen beZwaren.
Bij' art. 3 van afd. 2 (Brandw'eer) wen
schen B. en W. niet aan de vergade
ringskosten te tornen, op grond van de
redenen door B. en W. ontvjouwd in
het vorig jaar.
B. en W. achten het niet ge wenscht
op „licht" te bezuinigen, waar de com
missie oen kleiner aantal lantaarns op
't Havenplein wil laten branden. Wat het
voorstel der commissie ten aanzien der
vermindering van de subsidie aan het
Burgerl. Armbestuur betreft, adviseeren
B. en W. dezen post niet met f 500
te verlagen, daar voorgesteld wordt een
subsidie aan de Wijkverpleging te ver
strekken -en deze door diet Armbestuur
te doen betalen.
Ten aanzien van het verhaal der pen
sioensbijdragen voor de ambtenaren, ach
ten B. en W. het gewenscht af te wach
ten 'wat Rijk en Provincie zullen doen.
Wat de subsidie aan de J.G.O.B. betreft,
deze wienschen B. en W. ook te laten
vervallen. Het heffen van 15 extra op
centen op de dividend- en tantième-
belasting, achten B. en W. niet goed
gezien; het zou ook de kleinere zaken
treffen. De bestaande regeling ten aan
zien van het straatvuil wenschen B. en
W. te handhaven.
De heer de Broekert: De commissie
heeft gemeend niet onbeantwoord te mo
gen laten wat B. en W. in hun Mem'.
V. Antwoord mededeelen.
De commissie heeft het systeem, ten
opzichte der bezuiniging toegepast: wie
den in eigen tuin en gemeend rekening
tc moeten houden, dat er ook nog bur
gers in Zierikzee zijn die pl.m. 1 ton
aan belasting hebben op te brengen.
B. en W. zeggen dat het zeer on
billijk is wat de commissie heeft voor
gesteld en dat zulks ejders niet zal
geschieden.
In Epe is door de A.-R. raadsfractie
voorgesteld de loonen van alle ambtena-
.ren met ruim' 16 pCt. te verlagen.
Het verweer van B. en W., waar zij in
hun memorie van antwoord zeggen, dat
de voorgestelde verlagingen lijn noch be
ginsel vertoonen, acht de commissie niet
oorbaar. De commissie heeft niet anders
dan het algemeen belang op 't oog gehad.
De lijn is bezuiniging en het beginsel de
draagkracht der bewoners.
Spr. had van den burgemeester ver
wacht, dat deze het voorbeeld van die
van Leiden had gevolgd en zelf had voor
gesteld zijn tractement te verlagen.
B. en W. stellen voor de posten, waarop
de commissie wil bezuinigen, stilzwijgend
voorbij te gaan. Bij stemming zal dit
worden uitgemaakt en zij, die te betalen
hebben, kunnen daaruit concludeeren, dat
het grootste gedeelte van den raad nog
niet rijp is voor stappen, die tot bezuini
gingen leiden. De commissie concludeert
dat B. en W. niet bereid zijn, nu het tij
is verloopen, de bakens te verzetten. Zij
wenscht voorts geen pensioenaftrek.
De heer Pijleman wenscht geen be
schouwing te houden over de begrooting
in 't algemeen, maar wel over het rap
port der commissie en de daarop ver
schenen Mem. van Antwoord. Het rap
port staat volgens spr. iri 't teeken van
de z.g. bezuiniging, en de lijn, die ge
volgd is, is vel kronkelingen. De konse-
kwentie is op stap gegaan en te hooi
en te gras is men te werk gegaan. Het
gaat niet *op aldus de heer Pijle
man 'biji ëën gedeelte van *t perso
neel het salaris te bezuinigen en een
ander gedeelte onaangetast te laten. Wan
neer men met een verlagingsvoorstel ge
komen was over heel de linie, dan zou dat
konsekwent zijn geweest. Nu is het ook
mogelijk, zegt spr., .dat daar verkiezings
motieven achter schuilen. Spr. herinnert
voorts aan hetgeen hij in de laatste ver
gadering betoogde nopens het verkregen
recht der ambtenaren. Is inkrimping doo;r
niet vervullen bij vacature mogelijk, dan
gaat spr. daarmede actoord. Door de
opmerking der oommissie, wat betreft
de terugbrenging der Inkomstenbelasting
tot het bedrag beneden dat van 1921,
veroordeelt zij haar eigen houding, des
tijds in den raad aangenomen.
Deze stelling acht dhr. Pijïeman zon
derling en meent dat de logica hier
Zoek is.
De commissie had z.i. ook moeten wij
zen op een vermindering van den post
H.O. met f 15000 en voorts op 't feit
dat [de uitgaven voor een groot deel
het gevolg zijn van 't uitvoeren vian.
maatregelen, [welke door 't Rijk wor
den opgelegd. De kans bestaat dat voor
1923 de exlra-uitkeering van het Rijk
hooger zal zijn dan in de achter ons
liggende jaren, zoodat de H.O. wellicht
nog lager zal worden.
De heer W. den Bo\sr herinnert aan
zijn ten vorigen jare gehouden betoog,
waar hij sprak, dat bij de vele donkere
wolken die opkwamen, dit lichtpunt werd
ontwaard, dat er in geestelijk opzicht her
leving merkbaar was, hetgeen hoop gaf
voor de toekomst'. Voor spr., als A.-R.,
is dit oojc het eenige vaste standpunt
om1 de groote moeilijkheden te' over
winnen, dat God boven ons de historie
leidt. Spr. hoopt dat door den burge
meester aandacht zal worden geschonken
aan de Zondagsrust en Zondagsheiliging.
Voorts wijst hij er op, dat B. en W.
geen voorstellen 'wenschen te doen óm
te komen tot verlaging van de hoogste
salarissen van de gemeente-ambtenaren.
Het antwoord van B. en W. op 't
rapport de!r commissie bevredigt dhf:.
den Boer niet en wel in 't bizonder, dat
eerst afgewacht zal worden, wat 't 'Rijk
doet.
De heer Panny wenscht nog gaarne
iets aan 't rapport toe te voegen en
wel, dat het geheele antwoord van B.
en W. een ambtenaarsgeest ademt, het
geen hem begrijpelijk voorkomt 11a 't
geen ten opzichte van het opstellen der
Mem. v. Antwoord is gebleken. Spr.
voor zich meent dat het totale-belasting-
cijfer tot vèr beneden dat van '21 zal
moeten dalen, om te kunnen komen tot
een draagbare heffing. Als men ziet, dat
middenstanders en werklieden hun inko
men zien dalen; dat vermoedelijk de
rechtbank zal weggaan; dat gegoede be
woners pogingen aanwenden om te ver
trekken, dan vindt spr. dat ernstige po
gingen tot bezuiniging moeten worden
aangewend.
Wethouder Koopman wijst er op, dat4
uit het rapport is gebleken, dat er ook*
een minderheid was in 't college van
B: en W. en dat was hij. Voor 't over-
groote deel gaat hij evenwel met B.
en W'. mede. Hij is echter van meening
dat de financieele draagkracht der ge
meente sterk afneemt en den gang van
zaken met reuzenschreden achteruit gaat.
De meening, neergelegd in de Mem. van
Antvyoord ten aanzien van het cijfer van
den H.O., dat voor 1923 niets onrust
barends vertoont, deelt spr. volstrekt
niet. Spr. ziet de toekomst van Zierikzee
niet rooskleurig in; verdwijnt ook nog
de rechtbank, dan wordt het een land-
bouwstad je.
Ten aanzien van het verkregen recht
der ambtenaren, verwijst spr. naar de
meening van drie zeer democratische men
schen uit den Amsterdamschen raad, n.l.
Wibaut, Vliegen en de Miranda. Deze 3
bewindsmannen staan niet op 't standpunt,
dat aan de loonen en salarissen van het
gemeentepersoneel niet mag worden ge
tornd. Zij erkennen dat in oorlogstijd de
verhooging van die loonen is uitgegaan
boven het normale peil. En al willen zij
trachten van het aldus verkregen voor
deel iets te bewaren voor bedoeld per
soneel, toch gevoelen zij, dat zij niet ge
heel afwijzend kunnen staan tegenover po
gingen om tot wijziging der arbeidsvoor
waarden van het gemeentepersoneel, i. c.
het Amsterdamsche, te komen.
Hieruit blijkt, dat zij niet het verkregen
recht erkennen.
De post van f 103000 voor den H. O. acht
spr. te hoog; voor tal van menschen zal
het volgens hem onmogelijk zijn, gezien
de achteruitgang ,en 'werkeloosheid, die
hooge belastingen op te brengen.
De heer Versteeg betoogt, dat in de
Amsterdamsche raad ook medegedeeld is,
er in de allerlaatste plaats aan de loonen
en salarissen zal worden getornd. Weth.
Wibaut heeft ook een staatje voorgelezen,
waaruit bleek, dat 6 Amsterdamsche win
keliers meer dan f280.000 inkomen had
den. Spr. gaat met den heer Pijleman me
de. Het zou een treurige zaak zijn, wan
neer de gemeente er zwak voor ging
staan, dat direct maar op de ambtenaren
zou worden verhaald. Naar aanleiding van
hetgeen de heer de Broekert aanvoerde
nopens den burgemeester van Leiden, die
f 12000 verdiende, en vrijwillig f 2000 ver
mindering voorstelde, merkt spr. op, dat
voor het overblijvende deel, n.l. f 10.000,
nog wel burgemeesters genoeg zullen ge
vonden worden, om dat ambt waar te
nemen. Hij beklaagt voorts de menschen
uit Epe, die onder dat gemeentebestuur
staan.
Wethouder Timmerman wijst er op, dat
de raad te Epe tot een verlaging van 16
pCt. overging, omdat de salarissen aldaar
veel hooger waren dan hier. Spr. wijst
o. a. op Goes, wat de bezoldiging der
gemeente-ambtenaren betreft.
De heer Doeleman was niet van plan
geweest het woord te voeren, waar hij
als lid der begrootingscommissie geheel
op 't standpunt staat van den voorzitter
dier commissie. Spr. wenscht geen ver
gelijkingen te maken zooals door %eth.
Timmerman werd gedaan. Ook is het
niet noodig reclame te maken voor de
verkiezingen en van propaganda ishet
rapport vreemd. Dit aan 't adres van
den heer Pijleman. De lijn, die de com
missie gevolgd heeft, is geweest, van
boven af beginnen. Spr. wijst er op, dat
vele ambtenaren der gemeente nog tijid
vinden om andere werkzaamheden te
verrichten. De lijn, die de oommissie
heeft gevolgd, is geweest, of 't moge-
lijfk en billijk was dat men met ver
laging der wedden kwam. De commis
sie was overtuigd, dat er iets -aan ge
daan moest worden. De toestand leidt
er toe; we kunnen niet blijven leven, zoo-
als wij tot nu toe gedaan hebben. Spr.
haalt het wetsontwerp van minister de
Visser hierbij aan. Als ook op het onder
wijs niet bezuinigd wordt, zal er op 't
laatst geen geld meer zijn om 't on-,
der wijs te b etal en.
De voorzitter: Namens B. en W. 'wensch
ijk het een en ander in 't mi'ddien te
brengen. Met sommige sprekers verschil
ik van meening. Spr. maakt de commis
sie er geen verwijt van dat zij met hare
voorstellen is gekomen. Hij apprecieert
de moeite die ze zich heeft getroost
met het onderzoeken dezer begrooting. Het
resultaat is echter van geringe beteeke-
nis geweest. Als men nu weet dat de
laatste sluitpost te hoog is geraamd, en
de commissie na haar nauwgezet onder
zoek niet anders heeft kunnen krijgen
dan het cijfer van ongeveer f 7000, dan
is dit wel een bewijs dat de commissie
geen kans heeft gezien andere voorstel
len te doen.
B. en W. zijn daarom niet met an
dere voorstellen kunnen komen. Andere
bezuinigingen zijn niet voor te stellen;
'de begrooting is reeds veel ingekrom
pen, zoodat het voor B. en W- niet mo
gelijk is geweest sommige posten nog
meer in te krimpen.
'Zij vond het college van B. en W.
geen vrijheid te bezuinigen op de trak
tementen. Toen de salarissen zouden wor
den verhoogd, is er in den raad een stem
opgegaan om die verhooging tijdelijk te
doen zijn. Doch dit voorstel is door de
meerderheid verworpen. Door die ver-
werping is toen vast komen te staan,
dat de tractementen in elk geval voor
de toen in dienst zijnde ambtenaren zou
den zijn gewaarborgd.
Wanneer de commissie haar taak nog
breeder had opgevat, dan had zij eens
moeten onderzoeken, waarin die groote
toename van uitgaven is gelegen. In het
algemeen is het niet waar wat beweerd
wordt, dat het leven hier in Zzee zoo duur
is. Het overtreft de gemeenten van dezelf
de grootte niet. Door te beweren, dat
het leven hier zooveel duurder zou zijn,
zouden menschen, welke zich hier wilden
gaan vestigen, afschrikken. Dat de belas
tingen hoog zijn, zal niemand betwisten;
ook niet om ze te verminderen als het
poodig is. Aan de hand der begrooting van
1913 leest de voorzitter eenige cijfers voor
die duidelijk demonstreeren dat de uit
gaafposten over de geheele linie zijn vern
hoogd.
De vraag kan gedaan worden: In wel
ke soort van uitgaafposten zit dat het
meest; hoe komen wij tot zulke groote
bedragen en wat is er voor te doen?
Juist de bedragen, die den H. O. haar
boven brengen, zijn ons door het centr.
bestuur opgelegd; noodeloos en nutteloos
bezwaren zij de begrooting.
Daar is allereerst gekomen, merkt de
voorzitter op, de keuring op de waren.
Het resultaat is van geen beteekenis ge
weest voor deze gemeente. Alleen waar
voorheen geen klachten vernomen werden
toen de gemeente de melkkeuring zelf
ter hand nam, hoort men nu van allen
kant klachten. Men heeft voorts van hoo-
gerhand gekregen de VleesChkeuringswet,
het Nijverheidsonderwijs (dat bijdragen
uit de gemeentekas zal eischen voor leer
lingen uit de gemeente, die elders zoo'n
inrichting van onderwijs wenschen te be
zoeken); de nieuwe archiefwetde nieuwe
pensioenwet, uitkeering aan werkeloozen,
ongevallen- ~en invaliditeitswet, arbeidsbe
middeling en den bouw der biz. school.
Het zijn allen staatsuitgaven, waartoe wij
als gemeente verplicht zijn geworden. Het
zou onbillijk zijn, wanneer de gemeente,
die meent de begrooting te moeten gaan
verminderen, dit zou willen vinden op de
salarissen van enkelen. Het kwijtschelden