Zierikzeesche Nieuwsbode TWEEDE BLAD behoorende by de van Try dag 1 Dec. 1922, no. 10860. Gemeenteraadsvergadering van Zlerikzep, gehouden op Woensdag 29 Nov. j.l., des 's nam. 2 uur. Voorzitter: de burgemeester, mr. A. J. F. Fokker van Craijensteijn van Rengers- kerke. Aanwezig alle leden; één vacature. De notulen van de vergadering van 30 Oct. j.l. hebfren ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Van mevr. van Nouhuijs is bericht inge komen, dat zij hare benoeming tot regen- tesse van het Burgerweeshuis aanneemt; idem van den heer J. A. Legemaat, dat hij zijn benoeming tot regent aanneemt. Van Ged. Staten is bericht ingekomen, dat voor wijziging der grenzen der ge meente Zierikzee geen termen aanwezig worden geacht. De voorzitter memoreert wat indertijd besloten is om aan te vragen de gren zen der gemeente uit te breiden. Nu Ged. Staten berichten, dat geen termen aanwe zig worden geacht tot wijziging der gren zen over te gaan, is de vraag gewettigd: zullen wij ons daarbij neerleggen? Ver schillende gemeenten doen dat niet! B. en W. stellen voor, dat de Raad zich zal wenden tot den minister van Binnenl. Zaken met betrekking tot grensuitbrei- ding der gemeente. De heeren Panny en Versteeg bespreken nader de kwestie der combinatie van som mige gedeelten, die nu onder andere ge meenten thuis hooren. De voorzitter licht toe, dat de bewoners van den Gouweveerpolder feitelijk Zie- rikzeeënaars zijn. Zij komen hier ter markt en ter kerk; hetzelfde kan worden ge zegd van vele menschen die onder Schud- debeurs wonen en te Noordgouwe thuis behooren. Dat sommige gemeenten daar van nadeel zouden ondervinden, is voor ons, aldus de voorzitter, nog geen argu ment om niet te probeeren grenswijziging te krijgen. Uit een algemeen oogpunt is 't billijk, dat zij, die op Zierikzee zijn aangewezen, ook bij Zierikzee behooren. De heer Doeleman had ook met het idee van B. en W. kunnen medegaan, in dien zij hadden voorgesteld, het hier bij te laten, evenals hij nu met het thans gedane voorstel genoegen neemt. Het voorstel van B. en W. wordt daarop z. h. s. aangenomen. Van het bestuur der hier bestaande t.b.c. vereeniging is een adres ingekomen met het verzoek voor 1923 f 500 subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen. Op voorstel van den voorzitter wordt dit adres in handen gesteld van B. en W. ter fine van prae-advies. Van een aantal werkeloozen is eveneens een adres ingekomen, waarin de Raac* wordt uitgenoodigd een besluit te nemen inzake werkverschaffing. Zij sommen in dit adres eenige straten op die opgeknapt kunnen worden, idem ten aanzien van sommige riolen, het bouwen van arbei derswoningen, demping van slooten enz. Kan de raad hiertoe niet overgaan, dan wordt een betere steunregeling gevraagd. Ook dit adres is pas ingekomen en wordt daarom teruggezonden naar B. en W. ter fine van prae advies. De heer Versteeg deelt mede, dat hij waar hij in de vorige vergadering heeft gestemd vóór het voorstel van B. en W. inzake de steunregeling van deze stem ming is teruggekomen, daar hij de steun regeling, zooals die door de commissie van Advies wordt toegepast, onvoldoende vindt. Hij1 is van plan in een volgende raadszitting met een voorstel te komen. De verordening betreffende het in- en uitjagen van schepen is thans aan de orde. Het komt B- en W. voor, het jagen van schepen onder toezicht van de gemeente te stellen, opdat het in- en uitjagen regelmatig in zijn werk kan gaan; dit is te. meer geWenscht, daar het jaa,gpad over een dijik, welke door de gemeente verpacht wordt; teneinde ech ter 'te voorkomen dat aan jaagloon te veel wordt bedongen, is volgens de hier bij gevoegde concept-verordening een ta rief vastgesteld, waar niet boven gegaan mag worden. De heer de Broekert meent, dat in deze verordening niets over de controle gezegd wordt en vermoedt dat het de oude sleur op zal gaan. De voorzitter stelt hem dienaangaande gerust, omdat ook de havenmeester con trole houdt. Ook de heer Catshoek stelt een vraag naar aanleiding van deze nieuwe ver ordening, doch wordt ook door den voor zitter gerust gesteld. Bij punt 4 der agenda stellen B. en W. voor f f 14,100 a 21/2 inge schreven op het Grootboek der N.W.S., te verkoopen. Dit bedrag behoort feite lijk aan het „Bommencomité", doch is destijds op naam der gemeente gesteld door B. en W., omdat weth. Timmer man als penningmeester graag van de verantwoordelijkheid af wilde zijn en daar het geld daar goed bewaard was. Hetgeen B. en W. voorstellen is een voudig een «formaliteit en de raad keurt dan ook zonder discussie of stemming het •voorstel goed. ,Mej. C. F. Wittenberg vraagt tegen 1 Febr. e.k. eervol ontslag als onderwij zeres aan school A. B. en W'. stellen voor het gevraagde ontslag te verlee- nen, waartoe conform wcrdt besloten. Aan de orde is thans de hoofdschotel dezer vergadering, n.l. de gemeente-be- grooting met bijbegrootingen voor 1923. De heer de Broekert is rapporteur der commissie. De commissie komt in haar rapport tot de conclusie dat onder het grootste aan tal inwoners dezer gemeente een daling van inkomsten heeft plaats gehad, waar tegenover staat, dat er minder uitgaven zijn wat het levensonderhoud betreft. Volgens de commissie zal het' belastbaar inkomen der gemeente belangrijk onder dat van 1921 dalen; de gemeentelijke uit gaven dienen ook verminderd te worden, zoodat de plaatselijke inkomstenbelas ting minder zal moeten bedragen dan in genoemd jaar. In de begrooting worden door B. ep W. geen voorstellen gedaan om de uitgaven te verminderen. 1 De commissie is zoo vrij geweest in haar rapport verschillende voorstellen tot bezuiniging te doen. Zij hoopt, dat de Raad van den ernst der tijden overtuigd zal zijn. De jaarwedden werden in de commissie aan een bizondere bespreking onderwor pen. Men was algemeen van meening, nu de tijdsomstandigheden zooveel anders zijn geworden dan toen de verhoogde tractementen werden vastgesteld, het ge- wenscht zou zijn, deze aan een algemeene herziening te onderwerpen. Het bevreemdt de commissie, dat B. en W. niets daaromtrent hebben voorge steld en verzoeken den Raad haar te wil len 'pteunen om B. en W. te verzoeken aan de bevoegde autoriteiten de wedden als volgt vast te stellen. Jaarwedde van den burgemeester f4000 (thans f4500); idem van den secretaris f4200 (thans f 4700); idem van den ge meente-ontvanger f 2200, in verband met de veel verminderde werkzaamheden (thans f2750); idem van den archivaris f 2200 (thans f 2400)idem van den heer Naerebout f2100. Het presentiegeld, voor 1923 op f 720 geraamd, wenscht de commissie af te schaffen. De postJicht en brandstoffen" wenscht de commissie met f200 te verminderen en de jaarwedde van den ambtenaar van den burgerl. stand tot-f200 (thans f310). De jaarwedde van den ambtenaar belast met het toezicht op de invordering der plaat selijke belastingen wenscht de commissie met f200 te verminderen en te brengen op f300. De ontvangloonen voor het innen der havengelden worden vastgesteld op 15 0/0 in plaats van 20 °/o, die voor het innen van de belasting op het nederleggen van goederen op havens en kaden op 20 0/0 in plaats van 25 0/0. Het komt de commissie voor dat de uitgaven voor de politie voor een kleine plaats als Zierikzee veel te hoog zijn. Zij stelt daarom den Raad voor aan de regeering te willen mededeelen, dat een salaris van f 2500 voor den Commissaris van politie alhier voldoende wordt ge acht in verband met de werkzaamheden. Voorts zou zij de functie van agent voor den buitendienst willen laten vervallen op het oogenblik, dat er een vacature komt en v. d. Hoek in 't gewone corps als gewoon agent kon invallen. Op denzelfden dienst wenscht de com missie bij art. 5 f100 te schrappen voor vuur en licht. Bij de afdeeling „Brandweer" wenscht de meerderheid der commissie op art. 3 .„verdere kosten" (hieronder zijn begrepen de vergaderingskosten) f150 te bezuinigen en te brengen op f325; de minderheid stelt voor den post met f100 te vermin deren. Bij „Straatverlichting" stelt de com missie voor op het Havenplein minder lantaarns te doen branden, hetgeen een besparing van f 300 zal geven. Het tractement van den gemeente-bouw meester wenscht de commissie vastge steld te zien op f 2300. De subsidie van het Burgerl. Armbestuur zou kunnen ver laagd worden tot f15000, daar het tarief voor de verpleegden in het verplegings- huis is verlaagd. De Commissie zou wil len voorstellen voor aden, die in ge meentedienst zijn en waarvoor de ge meente de pensioensbijdrage betaalt, het zóó te regelen, dat 8% pCt. zal worden verhaald op de tractementen. De subsidie van „J. G. O. B ad f50, wenscht de commissie in te trekken. Het totaalcijfer der voorgestelde bezui nigingen bedraagt f 10782. Verder stelt de commissie voor de op centen op de dividend- en tantièmebelas ting te brengen op 40, hetgeen naar schat ting een meerdere ontvangst van pl.m!. f800 zal opleveren. De Inkomstenbelasting dient te wor den teruggebracht tot het bedrag beneden dat van 1921, anders zal zeker, in verband met de daling van het belastbaar inkomen, het percentage der heffing veel te hoog worden. Het bedrag der bezuiniging en meerder inkomen wordt voorgesteld op f 11582. De H. O. kan teruggebracht worden tot f91418. De commissie meent voorts, dat de mestsorteering dient te worden afgeschaft, daar de uitkomsten slecht zijn. Bij de begrooting van de Gasfabriek wil de commissie voorstellen het maxi mum-salaris van den directeur te bepalen op f3700. Voor het overig personeel, waarvoor de fabriek aan pensioensbijdrage betaalt, wil zij de commissie een heffing van 81/2 pCt. zien toegepast. Aan de Mem. van Antwoord op het rapport der begrotingscommissie is het volgende ontleend 'Het verwijt der commissie, dat B. en W. niet gekomen zijn met bezuinigingen, speciaal niet met voorstellen tot ver laging der jaarwedden noemt B. en W. onbillijfk. Het komt 'hun college voor,, dat de commissie zich op een al te per soonlijk standpunt stelt. B. en W. heb ben kannen bezuinigen op de begrooting. Er is tegenwoordig een strooming merk baar om zg. te bezuinigen door te tornen aan de jaarwedden vaJi het gemeente- personeel; dit mag niet den naam „be zuiniging" dragen. B. en W. achten het zeer onbillijke en strijdig tegen alle begrippen van recht om aan eenmaal aan ambtenaren, zonder eenig voorbehoud, gewaarborgde salaris sen te tornen. De voorstellen der commissie zijn ree|ds veroordeeld, om 'eenige ambtenaren te treffen en salarissen trachten te verla gen, alsof deze ambtenaren de oorzaak Zijn van de hooge kosten en zij alleen dus getroffen moeten worden; men moet de fouten zoeken, waar die bestaan. Wanneer de raad eenig rechtsgevoel bezit, zal hij niet dulden, dat op deze wijze de ambtenaren de dupe worden van een willekeurige handeling; de commis sie zelf heeft blijkbaar geen weg ge weten met haar voorstellen, want de voorstellen toonen lijn nóch beginsel. De commissie haalt voorts in haar rappprt aan, dat de H.O. voor 1923 teruggebracht moet worden tot het bedrag van 1921. B. en W. hadden verwacht een be moedigend voorstel te vernemen, omdat de post H.O. voor 1923 f 15000 lager is geraamd dan in 1922. Bij' de begrooting voor 1923 is nog niet eens rekening gehouden met het feit, dat in 1921 en 1922 resp. een extra- bijdrage is ontvanger van f 8207,45 en f 11756,45, terwijl de kans groot is dat voor 1923 ook een extra-uitkeering Wordt gekregen; de post H.O. kan dan nog worden verlaagd. In verhouding met 1921 en 1922, is het cijfer voor den H.Ö. voor 1923 zeer gunstig en vertoont dit niets onrust barends. Wat de commissie in haar al gemeene beschouwingen vertelt ten aan zien van het levensonderhoud, als zou dat zooveel goedkooper zijn geworden, wijzen B. en W- er op, dat huishuur, belasting, brandstoffen, huish. hulp verre van goedkoop zijn geworden. De commissie merkt ook op, dat zij, die vaste inkomens hebben, niet onder de mindere ontvangsten leden, doch wel profiteerden van de lagere prijzen. Doch wat moesten in de dure jaren, toen de salarissen nog niet groot w'aren, de amb tenaren niet betalen En nu sinds een tweetal jaren de ambtenaren wat meer redelijker bestaan hebben, wil men hen weer gaan verlagen. Op grond van deze beschouwingen en gezien het votum in den raad van 17 Nov. j.l., ten opzichte van de Wedden van den gemeente-ontvanger, stellen B. ten W. voor deze posten, waarbij' de commissie verlagingen voorstelt van jaar wedden, stilzwijgend voorbij te gaan. Ten aanzien van het presentiegeld stel len B. en W. voor afwijzend'te beschik ken. Tegen den post „licht en brandstoffen" hebben B. en W. geen bezwaar, hoewel zij: er niet voor instaan, datt. de post na deze vermindering aan het bedrag komt als Wcrdt voorgesteld. Of in de toekomst de agent met den buitendienst belast, gemist kan worden, kan onder het oog wprden gezien als er een vacature komt. In de vergadering Van 30 Nov. '18 is de wenschelijkheid uitgesproken om toezicht te houden buiten de kom der gemeente. Op voorstel van den heer Doe leman is toen besloten bij' het Rijk een poging te doen om een veldwachter te 'krijgen. Toen is een agent voor den buitendienst aangesteld. Ook tegen den poSt „vuur en licht politiebureau" bestaan bijl B. en W. principieel geen beZwaren. Bij' art. 3 van afd. 2 (Brandw'eer) wen schen B. en W. niet aan de vergade ringskosten te tornen, op grond van de redenen door B. en W. ontvjouwd in het vorig jaar. B. en W. achten het niet ge wenscht op „licht" te bezuinigen, waar de com missie oen kleiner aantal lantaarns op 't Havenplein wil laten branden. Wat het voorstel der commissie ten aanzien der vermindering van de subsidie aan het Burgerl. Armbestuur betreft, adviseeren B. en W. dezen post niet met f 500 te verlagen, daar voorgesteld wordt een subsidie aan de Wijkverpleging te ver strekken -en deze door diet Armbestuur te doen betalen. Ten aanzien van het verhaal der pen sioensbijdragen voor de ambtenaren, ach ten B. en W. het gewenscht af te wach ten 'wat Rijk en Provincie zullen doen. Wat de subsidie aan de J.G.O.B. betreft, deze wienschen B. en W. ook te laten vervallen. Het heffen van 15 extra op centen op de dividend- en tantième- belasting, achten B. en W. niet goed gezien; het zou ook de kleinere zaken treffen. De bestaande regeling ten aan zien van het straatvuil wenschen B. en W. te handhaven. De heer de Broekert: De commissie heeft gemeend niet onbeantwoord te mo gen laten wat B. en W. in hun Mem'. V. Antwoord mededeelen. De commissie heeft het systeem, ten opzichte der bezuiniging toegepast: wie den in eigen tuin en gemeend rekening tc moeten houden, dat er ook nog bur gers in Zierikzee zijn die pl.m. 1 ton aan belasting hebben op te brengen. B. en W. zeggen dat het zeer on billijk is wat de commissie heeft voor gesteld en dat zulks ejders niet zal geschieden. In Epe is door de A.-R. raadsfractie voorgesteld de loonen van alle ambtena- .ren met ruim' 16 pCt. te verlagen. Het verweer van B. en W., waar zij in hun memorie van antwoord zeggen, dat de voorgestelde verlagingen lijn noch be ginsel vertoonen, acht de commissie niet oorbaar. De commissie heeft niet anders dan het algemeen belang op 't oog gehad. De lijn is bezuiniging en het beginsel de draagkracht der bewoners. Spr. had van den burgemeester ver wacht, dat deze het voorbeeld van die van Leiden had gevolgd en zelf had voor gesteld zijn tractement te verlagen. B. en W. stellen voor de posten, waarop de commissie wil bezuinigen, stilzwijgend voorbij te gaan. Bij stemming zal dit worden uitgemaakt en zij, die te betalen hebben, kunnen daaruit concludeeren, dat het grootste gedeelte van den raad nog niet rijp is voor stappen, die tot bezuini gingen leiden. De commissie concludeert dat B. en W. niet bereid zijn, nu het tij is verloopen, de bakens te verzetten. Zij wenscht voorts geen pensioenaftrek. De heer Pijleman wenscht geen be schouwing te houden over de begrooting in 't algemeen, maar wel over het rap port der commissie en de daarop ver schenen Mem. van Antwoord. Het rap port staat volgens spr. iri 't teeken van de z.g. bezuiniging, en de lijn, die ge volgd is, is vel kronkelingen. De konse- kwentie is op stap gegaan en te hooi en te gras is men te werk gegaan. Het gaat niet *op aldus de heer Pijle man 'biji ëën gedeelte van *t perso neel het salaris te bezuinigen en een ander gedeelte onaangetast te laten. Wan neer men met een verlagingsvoorstel ge komen was over heel de linie, dan zou dat konsekwent zijn geweest. Nu is het ook mogelijk, zegt spr., .dat daar verkiezings motieven achter schuilen. Spr. herinnert voorts aan hetgeen hij in de laatste ver gadering betoogde nopens het verkregen recht der ambtenaren. Is inkrimping doo;r niet vervullen bij vacature mogelijk, dan gaat spr. daarmede actoord. Door de opmerking der oommissie, wat betreft de terugbrenging der Inkomstenbelasting tot het bedrag beneden dat van 1921, veroordeelt zij haar eigen houding, des tijds in den raad aangenomen. Deze stelling acht dhr. Pijïeman zon derling en meent dat de logica hier Zoek is. De commissie had z.i. ook moeten wij zen op een vermindering van den post H.O. met f 15000 en voorts op 't feit dat [de uitgaven voor een groot deel het gevolg zijn van 't uitvoeren vian. maatregelen, [welke door 't Rijk wor den opgelegd. De kans bestaat dat voor 1923 de exlra-uitkeering van het Rijk hooger zal zijn dan in de achter ons liggende jaren, zoodat de H.O. wellicht nog lager zal worden. De heer W. den Bo\sr herinnert aan zijn ten vorigen jare gehouden betoog, waar hij sprak, dat bij de vele donkere wolken die opkwamen, dit lichtpunt werd ontwaard, dat er in geestelijk opzicht her leving merkbaar was, hetgeen hoop gaf voor de toekomst'. Voor spr., als A.-R., is dit oojc het eenige vaste standpunt om1 de groote moeilijkheden te' over winnen, dat God boven ons de historie leidt. Spr. hoopt dat door den burge meester aandacht zal worden geschonken aan de Zondagsrust en Zondagsheiliging. Voorts wijst hij er op, dat B. en W. geen voorstellen 'wenschen te doen óm te komen tot verlaging van de hoogste salarissen van de gemeente-ambtenaren. Het antwoord van B. en W. op 't rapport de!r commissie bevredigt dhf:. den Boer niet en wel in 't bizonder, dat eerst afgewacht zal worden, wat 't 'Rijk doet. De heer Panny wenscht nog gaarne iets aan 't rapport toe te voegen en wel, dat het geheele antwoord van B. en W. een ambtenaarsgeest ademt, het geen hem begrijpelijk voorkomt 11a 't geen ten opzichte van het opstellen der Mem. v. Antwoord is gebleken. Spr. voor zich meent dat het totale-belasting- cijfer tot vèr beneden dat van '21 zal moeten dalen, om te kunnen komen tot een draagbare heffing. Als men ziet, dat middenstanders en werklieden hun inko men zien dalen; dat vermoedelijk de rechtbank zal weggaan; dat gegoede be woners pogingen aanwenden om te ver trekken, dan vindt spr. dat ernstige po gingen tot bezuiniging moeten worden aangewend. Wethouder Koopman wijst er op, dat4 uit het rapport is gebleken, dat er ook* een minderheid was in 't college van B: en W. en dat was hij. Voor 't over- groote deel gaat hij evenwel met B. en W'. mede. Hij is echter van meening dat de financieele draagkracht der ge meente sterk afneemt en den gang van zaken met reuzenschreden achteruit gaat. De meening, neergelegd in de Mem. van Antvyoord ten aanzien van het cijfer van den H.O., dat voor 1923 niets onrust barends vertoont, deelt spr. volstrekt niet. Spr. ziet de toekomst van Zierikzee niet rooskleurig in; verdwijnt ook nog de rechtbank, dan wordt het een land- bouwstad je. Ten aanzien van het verkregen recht der ambtenaren, verwijst spr. naar de meening van drie zeer democratische men schen uit den Amsterdamschen raad, n.l. Wibaut, Vliegen en de Miranda. Deze 3 bewindsmannen staan niet op 't standpunt, dat aan de loonen en salarissen van het gemeentepersoneel niet mag worden ge tornd. Zij erkennen dat in oorlogstijd de verhooging van die loonen is uitgegaan boven het normale peil. En al willen zij trachten van het aldus verkregen voor deel iets te bewaren voor bedoeld per soneel, toch gevoelen zij, dat zij niet ge heel afwijzend kunnen staan tegenover po gingen om tot wijziging der arbeidsvoor waarden van het gemeentepersoneel, i. c. het Amsterdamsche, te komen. Hieruit blijkt, dat zij niet het verkregen recht erkennen. De post van f 103000 voor den H. O. acht spr. te hoog; voor tal van menschen zal het volgens hem onmogelijk zijn, gezien de achteruitgang ,en 'werkeloosheid, die hooge belastingen op te brengen. De heer Versteeg betoogt, dat in de Amsterdamsche raad ook medegedeeld is, er in de allerlaatste plaats aan de loonen en salarissen zal worden getornd. Weth. Wibaut heeft ook een staatje voorgelezen, waaruit bleek, dat 6 Amsterdamsche win keliers meer dan f280.000 inkomen had den. Spr. gaat met den heer Pijleman me de. Het zou een treurige zaak zijn, wan neer de gemeente er zwak voor ging staan, dat direct maar op de ambtenaren zou worden verhaald. Naar aanleiding van hetgeen de heer de Broekert aanvoerde nopens den burgemeester van Leiden, die f 12000 verdiende, en vrijwillig f 2000 ver mindering voorstelde, merkt spr. op, dat voor het overblijvende deel, n.l. f 10.000, nog wel burgemeesters genoeg zullen ge vonden worden, om dat ambt waar te nemen. Hij beklaagt voorts de menschen uit Epe, die onder dat gemeentebestuur staan. Wethouder Timmerman wijst er op, dat de raad te Epe tot een verlaging van 16 pCt. overging, omdat de salarissen aldaar veel hooger waren dan hier. Spr. wijst o. a. op Goes, wat de bezoldiging der gemeente-ambtenaren betreft. De heer Doeleman was niet van plan geweest het woord te voeren, waar hij als lid der begrootingscommissie geheel op 't standpunt staat van den voorzitter dier commissie. Spr. wenscht geen ver gelijkingen te maken zooals door %eth. Timmerman werd gedaan. Ook is het niet noodig reclame te maken voor de verkiezingen en van propaganda ishet rapport vreemd. Dit aan 't adres van den heer Pijleman. De lijn, die de com missie gevolgd heeft, is geweest, van boven af beginnen. Spr. wijst er op, dat vele ambtenaren der gemeente nog tijid vinden om andere werkzaamheden te verrichten. De lijn, die de oommissie heeft gevolgd, is geweest, of 't moge- lijfk en billijk was dat men met ver laging der wedden kwam. De commis sie was overtuigd, dat er iets -aan ge daan moest worden. De toestand leidt er toe; we kunnen niet blijven leven, zoo- als wij tot nu toe gedaan hebben. Spr. haalt het wetsontwerp van minister de Visser hierbij aan. Als ook op het onder wijs niet bezuinigd wordt, zal er op 't laatst geen geld meer zijn om 't on-, der wijs te b etal en. De voorzitter: Namens B. en W. 'wensch ijk het een en ander in 't mi'ddien te brengen. Met sommige sprekers verschil ik van meening. Spr. maakt de commis sie er geen verwijt van dat zij met hare voorstellen is gekomen. Hij apprecieert de moeite die ze zich heeft getroost met het onderzoeken dezer begrooting. Het resultaat is echter van geringe beteeke- nis geweest. Als men nu weet dat de laatste sluitpost te hoog is geraamd, en de commissie na haar nauwgezet onder zoek niet anders heeft kunnen krijgen dan het cijfer van ongeveer f 7000, dan is dit wel een bewijs dat de commissie geen kans heeft gezien andere voorstel len te doen. B. en W. zijn daarom niet met an dere voorstellen kunnen komen. Andere bezuinigingen zijn niet voor te stellen; 'de begrooting is reeds veel ingekrom pen, zoodat het voor B. en W- niet mo gelijk is geweest sommige posten nog meer in te krimpen. 'Zij vond het college van B. en W. geen vrijheid te bezuinigen op de trak tementen. Toen de salarissen zouden wor den verhoogd, is er in den raad een stem opgegaan om die verhooging tijdelijk te doen zijn. Doch dit voorstel is door de meerderheid verworpen. Door die ver- werping is toen vast komen te staan, dat de tractementen in elk geval voor de toen in dienst zijnde ambtenaren zou den zijn gewaarborgd. Wanneer de commissie haar taak nog breeder had opgevat, dan had zij eens moeten onderzoeken, waarin die groote toename van uitgaven is gelegen. In het algemeen is het niet waar wat beweerd wordt, dat het leven hier in Zzee zoo duur is. Het overtreft de gemeenten van dezelf de grootte niet. Door te beweren, dat het leven hier zooveel duurder zou zijn, zouden menschen, welke zich hier wilden gaan vestigen, afschrikken. Dat de belas tingen hoog zijn, zal niemand betwisten; ook niet om ze te verminderen als het poodig is. Aan de hand der begrooting van 1913 leest de voorzitter eenige cijfers voor die duidelijk demonstreeren dat de uit gaafposten over de geheele linie zijn vern hoogd. De vraag kan gedaan worden: In wel ke soort van uitgaafposten zit dat het meest; hoe komen wij tot zulke groote bedragen en wat is er voor te doen? Juist de bedragen, die den H. O. haar boven brengen, zijn ons door het centr. bestuur opgelegd; noodeloos en nutteloos bezwaren zij de begrooting. Daar is allereerst gekomen, merkt de voorzitter op, de keuring op de waren. Het resultaat is van geen beteekenis ge weest voor deze gemeente. Alleen waar voorheen geen klachten vernomen werden toen de gemeente de melkkeuring zelf ter hand nam, hoort men nu van allen kant klachten. Men heeft voorts van hoo- gerhand gekregen de VleesChkeuringswet, het Nijverheidsonderwijs (dat bijdragen uit de gemeentekas zal eischen voor leer lingen uit de gemeente, die elders zoo'n inrichting van onderwijs wenschen te be zoeken); de nieuwe archiefwetde nieuwe pensioenwet, uitkeering aan werkeloozen, ongevallen- ~en invaliditeitswet, arbeidsbe middeling en den bouw der biz. school. Het zijn allen staatsuitgaven, waartoe wij als gemeente verplicht zijn geworden. Het zou onbillijk zijn, wanneer de gemeente, die meent de begrooting te moeten gaan verminderen, dit zou willen vinden op de salarissen van enkelen. Het kwijtschelden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1922 | | pagina 4