Zierikzeesche Nieuwsbode 1 i LAPPENDAG I abonnement: Vrijdag 25 Aug. 1922. zierikzeesche courant. advertentiën: EERSTE BLAD. B. H. IDELER, DINSDAG 29 AUG.a.s. LAPPENDAG. BEKENDMAKING. Uurwerk Raadhuistoren. Algemeen Overzicht. buitenland. alleen r o¥£Rsmm/m Pr^s per 3 maanden 1,50, franco per post ƒ1,80. Voor het buitenland per jaar 10,-—. Afzonderlijke nummers 5 eent. Versohynt Maandag, Woensdag en Vrijdag. van 1—3 regels 60 ets., van 4 regels en daarboven 20 ets. per regel. Reclames 30 ets. p. regel. By contract belangryke korting. 78ste JAARGANG. - No. 10818. Inzending op den dag van nit- Dir. i J. DE LOOZE Jr, Ultg.-M, M, J. KOSTEN 8*V8 vMr "®- Dit nummer bestaat nit 3 bladen. ZIERIKZEE. Alle soorten Lappen worden dien dag op de toonbanken uitgestald en tegen lage prijzen opgeruimd. Men profiteere Dinsdag a.s. van deze buitengewone Ellemaat en prtys staat op elke LAP. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzeb, vestigen de aandacht van belang hebbenden op de navolgende artikelen van de nieuwe Pensioenwet 1922, Stbl. No. 240. Art. 40. 1. Voor pensioen wordt ingekocht de tijd, dien een ambtenaar na het tijdstip van het in werking treden van deze wet, boven den leeftjjd van 18 jaren heeft doorgebracht: a. in een onbezoldigde betrekkingwaaraan, ware zij bezoldigd, uitzicht op pensioen zou zijn verbonden en waarvan de vervulling recht geeft op en onmiddellijk gevolgd wordt door de hoedanigheid van ambtenaar; b. in zijdelingschen dienst van den Staat, een provincie, een gemeente, een waterschap, een veenscbap of een veenpolder in één of meer der bij algemeenen maatregel van be stuur aan te wijzen betrekkingen, wanneer die tijd al dan niet in vereeniging met diensttijd in zgdelingscben dienst vóór het tijdstip van het in werking treden dezer wet ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking beeft geduurd, of wanneer bij onmiddellijk, althans zonder wezenlijke onder breking, door diensttijd als ambtenaar is ge volgd. 2. De als inkoopsom te betalen bijdrage beloopt voor elk jaar van den tijd, bedoeld in bet eerste lid onder a en b, een bedrag overeenkomstig een tarief, dat wordt vast gesteld bij algemeenen maatregel van bestuur. 3. De bjjdrage is verschuldigd door het lichaam, dat de belanghebbende onbezoldigd of zjjdelings beeft gediend. Toelichting. Deze inkoop is Imperatief de ambtenaar kan zich daaraan niet ont trekken. De artikelen 41 en 42 regelen de vaststelling van het in te koopen tijdvak en van de verschuldigde bijdrage, zoomede be taling der bijdrage en verhaal van een deel daarvan op den ambtenaar. Art. 134. 1. Met de in het tweede lid genoemde beperking en onder de in bet vijfde lid ge stelde voorwaarde kan voor pensioen worden ingekocht de tijd dien een ambtenaar vóór het tijdstip van het in werking treden van deze wet, boven den leeftijd van 18 jaren als ambtenaar, (ook als tydelyk ambtenaar), in zijdelingschen dienst, bedoeld in artikel 40, eerste lid onder b, of in een onbezoldigde betrekking, bedoeld in artikel 40, eerste lid onder a, heeft doorgebracht, met uitzonde ring van den tyd die onder de werking van een vroegere wet reeds voor pensioen geldig was of die op grond van zoodanige wet voor pensioen reeds is of nog wordt ingekocht voorts de tijd dien een ambtenaar vóór 1901 als rector van, als leeraar aan of boven den leeftjjd van 18 jaren als beambte by eene bijzondere school voor booger onder wijs, bedoeld in artikel 56, eerste lid, B, beeft doorgebracht na bet jaar waarin het geregeld deelnemen van leerlingen dier school aan een der in dat artikel bedoelde examens een aanvang lieeft genomen. 2. Om voor pensioen te kunnen worden inge kocht moet diensttijd in zjjdelingschen dienst, bedoeld in het eerste lid, hetzij onmiddellijk, althans zonder wezenlijke onderbreking, zyn gevolgd door diensttijd als ambtenaar of onmiddellijk, althans zonder wezenlijke onder breking, aansluiten aan dietfsttyd in zijde lingschen dienst na het tijdstip van in werking treden van deze wet, die voor pensioen wordt ingekocht, hetzij, al dan niet in ver eeniging met diensttijd in zijdelingschen dienst na dat tydstip, ten minste twee jaren zonder onderbreking hebben geduurd. S. Diensttijd, bedoeld in het eerste lid, kan slechts in zyn geheel voor pensioen werden ingekocht. 4. Niet voor pensioen kan worden inge kocht diensttijd waarover reeds pensioen werd verleend. 5. Hij die op het tydstip van het in werking treden van deze wet ambtenaar is moet binnen zes maanden na dat tijdstip en by die later als ambtenaar wordt aangesteld moet binnen zes maanden na den dag van ingangzynerbenoeming de volgende stukken aan den Pensioenraad zenden a. zijn gezamenlijke aanstellingen als ambtenaar of in onbezoldigde betrekkingen met ingang van een tydstip voorafgaande aan dat van het in werking treden van deze wet of indien het den inkoop van diensttijd in zydelingschen dienst betreft met uit zondering van dien na 1 Juli 1912 in zyde lingschen Staatsdienst een stuk uit den tyd der dienstvervulling, waaruit van de indienstneming rechtstreeks of zydeiinga blijkt, of indien aannemelijk wordt gemaakt dat zulk een stuk niet kan worden over gelegd, andere gegevens die de indienst neming staven b. gegevens waaruit blykt van den duur van den in elke der onder a bedoelde be trekkingen doorgebraebten tijd c. een stuk waarby hy verklaart er genoegen mede te nemen, dat het in het eerste lid van artikel 137 genoemde deel der daar bedoelde bijdrage op hem wordt verhaald. 6. De Pensioenraad stelt het voor pensioen in te koopen tydvak en het bedrag der verschuldigde bydrage vast en geeft dat bedrag op aan het lichaam dat het ver schuldigd is. Toelichting. Deze inkoop is facultatief; de ambtenaar is dus niet verplicht van de bevoegdheid toj, inkoop gébruik te maken; doet hij zulks niet, dan kunnen de hier- bedoelde diensten later niet met pensioen worden vergolden. De artikelen 135136, 137 en 138 regelen het bedrag van de inkoopsom, de wijze van betaling dier som en verhaal (van een deel daarvan) op den ambtenaar. Art. 140. De tyd, gedurende welken ambtenaren, die de verklaring, bedoeld in artikel 6 der wet van 5 Juni 1905 Staatsblad no. 154), artikel 39 der Pensioenwet voor de byzondere leeraren 1913, artikel IV, 2 der wet van 5 Juni 1905 Staatsblad no. 152), of artikel 61 der Pensioenwet voor de gemeente ambtenaren 1913, hebben afgelegd, dienten gevolge niet pensioengerechtigd zyn geweest, kan op den voet van de artikelen 134 tot on met 138 voor pensioen worden ingekocht. Toelichting. De ambtenaren in dit arti kel bedoeld, hébben indertijd de verklaring afgelegd, dat zij niet tot de pensioenregeling wilden toetreden; thans vallen zij van rechts wege onder deze wet en kunnen zj zich wat het eigen pejisioen aangaat, niet meer aan de wet onttrekken; zj zijn bevoegd den tjd gedurende welken zj tengevolge van de in dertijd afgelegde verklaring niet jjensioen- gerechtigd zijn geweest, voor pensioen in te koopen. Art. 141. 1. Gepensionneerde onderwijzers kunnen hun tydelyken dienstyd als onderwijzer, be last met eene waarneming, bedoeld in art. 33 der laatstelijk by de wet van 14 Juli 1919 (Staatsblad no. 493) gewijzigde wet van 17 Augustus 1878 Staatsblad no. 127), of art. 41 der Lager onderwyswet 1920, voor zoover niet reeds voor pensioen ingekocht, nog op den voet van de artikelen 134 en 135 voor pensioen inkoopen. 2. Zij worden voor de toepassing van het vijfde lid van artikel 134 beschouwd als amb tenaren, in dienst op het tydstip van het in werking treden van deze wet. 3. In de plaats van een stuk, bedoeld in het vyfde lid van artikel 134, onder c, moeten zjj overleggen een stuk, waarby zjj verklaren er genoegen mede te nemen, dat de bijdrage voor inkoop op bun pensioen wordt inge houden. 4. De inhouding van die bydrage op het pensioen geschiedt in twee jaren, in twee gelijke termijnen. Art. 156. 1. Door of voor ambtenaren, die de ver klaring bedoeld in artikel 26 der Weduwen- wet voor de ambtenaren 1890, artikel 6 der wet van 5 Juni 1905 (Staatsblad no. 154), artikel 23 der Weduwen wet voor de onder wijzers 1905, artikel II der wet van 20 Juni 1913 (Staatsblad no. 299), of artikel 44 der Weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913 hebben afgelegd en dientengevolge geen uitzicht op pensioen hebben voor bun na te laten betrekkingen, moet alsnog binnen vier jaren na het tydstip van bet in werking treden van deze wet aan het fonds worden betaald bet bedrag, dat in het geheel door of voor hen voor weduwen- en weezenpensioen zou zijn bygedragen, indien zjj zoodanige verklaring niet hadden afgelegd. Ten aanzien van de voor gemeenteambtenaren verschul digde by dragen, is artikel 32 der Weduwenwet voor de gemeenteambtenaren 1018 van toepassing. 2\ Ten opzichte van de ambtenaren, bedoeld in bet eerste lid, is deze wet voer- zooveel hare op bet weduwen- en weezen pensioen betrekking hebbende bepalingen betreft, niet van toepassing, wanneer die ambtenaren het verlangen hiertoe in den vorm eener schriftelijke verklaring te kennen geven aan den Pensioenraad. Zij, die op het tydstip van het in werking treden van deze wet in dienst zijn, moeten binnen drie maanden na dat tydstip en zjj die na dat tydstip als ambtenaar worden herplaatst, moeten binnen drie maanden na den dag van ingang van hun herplaatsing zoodanige verklaring aan den Pensioenraad doen toekomen. Toelichting. De hierbedoelde ambtenaren ■worden in het pensioenfonds deelgerechtigd, tenzj zj opnieuw bj den Pensioenraad bin nen drie maanden na de inwerkingtreding der wet, of na het tijdstip der herplaatsing eene verklaring aan den Pensioenraad inzenden, dat zj, wat het weduwen- en weezenpensioen betreft, niet onder de pensi oenregeling willen vallen. Doen zij dit niet, dan zijn zj voor hunne na te laten betrék- kingen deelgerechtigd, en moeten het in alinea 1 bedoelde bedrag voldoen aan het fonds. In verband met de in genoemde artike len aangehaalde termijnen, wordt mede gedeeld, dat de Pensioenwet 1 Juli 1922 In werking Is getreden. Aan hen, voor wie de toepassing der voren staande artikelen van belang kan zijn, wordt aangeraden, daarvan binnen de voorgeschre ven termjjnen ter Gemeente-Secretarie kennis te geven; nadere inlichtingen, mede omtrent verdere bepalingen der wet als o.a. omtrent het gemis van een akte van aanstelling, toor- den aldaar verstrekt. Zierikzee, den 23 Augustus 1922. A. J. F. FOKKER VAN CRATESTETN, VAN RENGERSKERKE, Burgemeester. P. F. WITTERMANS, Secretaris. De Raad der gemeente Zierikzee; Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Gelezen het advies van de Commissie voor de Strafverordeningen; heeft besloten: vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging der Alge- meene Politieverordening voor de gemeente Zierikzee. Artikel 1. Aan artikel 27 wordt toegevoegd als derde lid: Het is verboden in de openbare wande lingen zich op of in de perken of grasranden te bevinden. Artikel 2. Tn artikel 36 wordt achter het woord pa pieren ingelascht: „vruchtenschillen". Artikel S. Na artikel 91 wordt opgenomen een nieuw artikel 91öia, luidende als volgt: Het is verboden op de openbare straat op zoodanige wjjze te staar-, te liggen of te kitten of uitstallingen te plaatsen of te hebben, dat daardoor liet vrije verkeer of do toegang tot eenige woning of winkel wordt versperd. Eveneens is het verboden op den hoek van Viscbslop en Oude Haven, op de boeken, die de op den Dam uitkomende straten met den Dam maken, op den hoek van Melk markt en Schuithaven, van Mol en Schuit haven, van Appelmarkt en Korte Sint-Jan straat, en van Oude Haven en Nieuwe Haven, en vóór de huizen, die deze hoeken vormen, te liggen of te zitten of tegen de muren of palen te zitten of te leunen. Artikel 4. In artikel 159 sub a, wordt tusschen 91 én 98 ingelascht „91&?V. Aldus vastgesteld ter openbare Raadsver gadering van 4 Augustus 1922, No. 10. A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, Voorzitter. F. NAEREBOUT, l.'-Secretaris. 'Zijnde deze verordening aan Gedeputeerde Staten van Zeeland volgens hun berigt van den 18 Augustus 1922, No. 113 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschiedt, waar het behoort, den 24 Augustus 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, Burgemeester. P. F. WITTERMANS, Secretaris. De BURGEMEESTER en WET- Mii HOUDERS van Zierikzib doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van 4 Augustus 1922, No. 10, is vastgesteld de volgende verordening De BURGEMEESTER en WET- BPIB HOUDERS van Zierikzee doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van 4 Augustus 1922, no. 9, is vastgesteld de volgende verordening: De Raad der gemeente Zierikzee Gelet op het voorstel der Commissie van Fabricage, alsmede op het advies der Com missie voor de Strafverorderingen heeft besloten: vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging der Verorde ning tot voorkoming en blussching van brand in de gemeente Zierikzee Artikel 1. Achter het le lid van artikel 1 der Ver ordening tot voorkoming en blussching van brand in deze gemeente, wordt gevoegd: „deze bepaling geldt niet voor gebouwen, waarvoor krachtens artikel 23 der Verorde ning als bedoeld by de Woningwet door Burgemeester en Wethouders vrijstelling is verleend". Artikel 2. Achter het 2e lid van artikel 1 der boven bedoelde verordening worden gevoegd de volgende woorden: „of gepopt". Aldus vastgesteld ter openbare Raadsver gadering van den 4 Augustus 1922, No. 9. A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, Voorzitter. F. NAEREBOUT, wnd. Secretaris. Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 18 Augustus 1922, No. 114, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24 Augustus 1922. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, Burgem. P. F. WITTERMANB, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zierikzbe maakt bekend, dat gedurende Maandag den 28«ten Augustus a.s.het Uurwefk: op den Raadhuistoren buiten ■werking zal zyn gesteld. Zierikzee, 25 Augustus 1922. De Burgemeester voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE. voor oogen, dat men zal voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg, onver schrokken de gekozen gedragslijn zal blij ven volgen ondanks deze pogingen tot ondermijning in het geloof, dat nog eens in het groene Erin rust zal heerschen. Deze slag treft het Iersche volk te zwaarder, daar nog maar heel kort ge leden, Arthur Griffith, de president van de Dail Eireann, hen door den dood ont viel. Twee voorname tegenstanders van den ohvërzoenlijken de Valera zijn thans van 't wereldtooneel verdwenen. De Engelsche persorganen verhelen hun ongerustheid niet ten opzichte van den nu geschapen toestand in Ierland, in verband met dezen politieken moord, waarmee de na-oorlogsche atmosfeer in Europa be zwangerd schijnt. Deze moord is wellicht een symptoom van de te verwachten ineenstorting van 't verzet tegen de voorloopige Iersche regeering en de onderteekenaars van het Engelsch-Iersche verdrag, want gewoon lijk zijn gewelddaden als bovengenoemde uitspattingen van een volk, dat tot wan hoop is geraakt en geen uitweg meer ziet. Met belangstelling wordt in alle lan den de pogingen gadegeslagen van den Oostenrijksc'hen bondskanselier, die op reis is gegaan om voor zijn als geen spoedige hulp opdaagt tot ondergang gedoemd land' bronnen aan te boren, die het tijdelijk op de been kunnen houden. De pogingen van dr. Seipei heb- 'ben tot op het huidige oogenblik nog geen succes gehad, maar door deze daad is /och meer dan anders' de aandacht op de kern van de oude dubbelmonarchie gevestigd, daar men vooral in Frank rijk vreest voor een nieuwe alliantie en wel tusschen Praag, Weenen en Rom©. De Fransche regeering heeft in ver band met deze politieke gebeurtenissen den Oostenrijkschen kanselier naar Parijs uitgenoodigd. Het doet vreemd aan dat Italië en Frankrijk plotseling belangstelling gaan toonen voor het voor kort 'bijna ver geten land aan den Donau, dat uit de rij der naties scheen verdwenen, althans geen'invloed meer tezat om de belang stelling in zijn bestaan op te wekken. Een telegram in ons Woensdagnummer heeft den moord op Michael Collins, het hoofd der voorloopige regeering vari den Ierschen Vrijstaat, reeds gemeld. Met den dood van Collins is een van Ierland's dapperste en bekwaamste zonen heengegaan, een van de weinigen, die het hoofd koel hield bij! de woelingen, waar aan zijn zwaar beproefd geliefd Erin bloot stond. De dood van dezen moedigen strijder voor de rust van Ierland is een aanslag op het moreel van het rustige deel van het Zuid-Iersche volk, welks geloof aan de eerste eischen van rust en orde voor de welvaart van het zwaarbeproefde land, men door moorden, als thans gepleegd, tracht te ondermijnen. Men mag evenwel verwachten met het uitgevaardigde manifest van den chef van den Staf van het Vrijstaatsohe leger PRËCO'/J «VEN KALMTE BIJ EXAMENVREE^OVER/MN- -MROjLAPElOOTttlO.ONRWT EN GEJAAGDHEID PU «OKER OO CENT BU ELKE DR0CI/T» Verkrygbaar Drogisteryen v. d. VALK en GUDDE te Zierikzee, L. Q. v. ZALT- BOMMEL te Tholen en JOH. LEUNE te Stavenisse. Michael Collins doodgeschoten. Het bericht van het doodschieten van Collins heeft groote verontwaardiging ge wekt, omdat men erkende dat, toen hij als bevelhebber der Sinn Feiners op trad tegen de Britsche troepen, hij steeds op eerlijke wijze heeft gestreden. Toen de rebellen dezer dagen hun nederlaag in het open veld moesten erkennen, maak ten zij bekend, dat zij voornemens waren een guerilla-oorlog te beginnen, waarna zij een keer zelfs een Roode Kruiswagen aanvielen. De plaats, waar Collins werd doodgeschoten, ligt in een woest, eenzaam gebied. De chef van den staf van het leger van den Ierschen Vrijstaat heeft een verklaring uitgegeven over het doodschieten van Col lins, waarin hij zegt: Blijf kalm op uw posten. Ga moedig en onversaagd aan uw arbeid. Laat geen wreede daad van weerwraak uw ongerepte eer bezoedelen. Elk donker uur, dat Michael Collins sedert 1916 doormaakte, scheen zïijn moed en kracht slechts te stalen. Elk uwer blijft erfgenaam van dezen moed en kracht. Elk uwer neemt zijn onvoltooide taak over. Geen ontmoediging op dit uur, het verlies van een kameraad zal u niet doen versagen. De geheele Iersche pers uit haar af schuw over den moord op Collins, welke biji de huidige crisis als een nationale ramp Wordt beschouwd. In de doods berichten wordt Collins een man van de daad genoemd, een onversaagd leider, die een schoon tegenwicht vormde te1 genover Griffith, die een geleerde en staatsman was. De dood van Collins is oorzaak dat er nog slechts één van de onderteeke naars van het Iersche verdrag in func tie is, nl. Duggan, staatssecretaris van binnenlandsche zaken van den Vrijstaat. De 'bladen leggen den nadruk op de moeilijkheid opvolgers voor Griffith en Collins te vinden om den arbeid tot her stel van de orde en 'de vestiging van een stabiele regeering op den grondslag van het verdrag voort te zetten. He/ nieuws van Collin's dood heeft ontsteltenis veroorzaakt in Dublin en Bel fast, want ondanks de politieke meenings- verschillen was Collins in Ulster alge meen geacht- De vriend in nood. In de eerste dagen der Duitsche revo lutie ontdekte de Berlijnsche arbeiders- en soldatenraad in een Berlijnsch depar tement een som van eenige millioenen Roemeensche lei. Men besloot, aldus de ^,Tag", dit geld ter ondersteuning aan de Nederlandsche communistische partij te zenden om deze in staat te stellen een actie ten gunste van het Duitsche prole tariaat te ondernemen. Een partijgenoot kreeg opdracht het geld over de Nederl, grens te smokkelen. De man werd echter bij de grens door de Nederlandsche con troleurs teruggejaagd. De Duitsche tolbe ambten, die dit merkten, vonden zijn op treden eonigszins verdacht en achtervolg- slapeloosheid, onrust, gej aagdheid. Gebruik MUMHAFZDT'S Zen uw- fa bl ett&n. den hem. De communistische koerier vluchtte in het huis van een, vriend, een zekeren Broemeling, die, hem reeds eerder met raad en daad had bijgestaan en wierp een groot deel van den Roemeenschen schat in het varkenshok, een ander ge deelte werd in een oude mand verstopt, en de rest in de kachel verbrand. Toen de Duitsche grenspolitie het huis binnen drong kon zij niets meer vinden en moest zij dus onverrichterzake weer verdwij nen. Nadat elk gevaar geweken was, wilde de koerier zijn geld terug hebbben. Broe meling beweerde echter in het geheel slechts 83.000 lei te hebben gevonden. De man had zich de rest eenvoudig toege- eigend. De Berlijnsche arbeiders en solda tenraad diende toen een klacht tegen hem in en hij werd tot een jaar gevangenis straf veroordeeld. Het rijksgerechtshof heeft eerst thans zijn verzoek om herziening van het pro ces van de hand gewezen. De communistische conferentie. De Times brengt nog enkele bizonder- heden omtrent de iri het begin dezer maand te Moskou gehouden communisti sche conferentie. Op den dag vóór de slui ting der bijeenkomst kwam de kwestie van de b'uitenlandsché concessies ter spra ke. Rykof verklaarde, dat de Sowjetregee- ring meer dan ooit behoefte had aan bui- tenlandsch kapitaal en technische hulp, welke moesten worden verkregen in het belang der communistische partij en daar om moesten de meeste bolsjewieksche be ginselen worden opgegeven. Als dit niet geschiedde, was de val van het sovjet regime onvermijdelijk. Elke dag uitstel, elk protest van degenen, die den ernst van den toestand niet wilden inzien, brach ten den dag van de ineenstorting naderbij. Anderen verklaarden, dat de huidige bolsjewieksche leiders volkomen hadden gefaald in hun taak en eischten hun ver vanging door anderen, als zij niet bereid waren al hun krachten te wijden aan het economisch herstel des lónds. Trotzky, buitengewoon opgewonden, schreeuwde, dat het noodig was de monden te sluiten van al degenen, die de regeering becriti- seerden. De vergadering liet Trotzky ech ter'niet uitspreken, maar overstemde hem door allerlei kreten. Sjlanikof, de leider der arbeidersoppo sitie, trachtte de orde te herstellen. Hij diende een resolutie in, waarin geëischt werd, dat de regeering al haar aandacht zou wijden aan den economischen weder opbouw, terwijl de miiitaire autoriteiten de noodige maatregelen zouden nemen ter versterking der militaire positie van Sow- jet-Rusland. Deze motie bevredigde de meerderheid en werd aangenomen. Trotzky bracht vervolgens dë behande ling der oppositie ter sprake en hij ver klaarde, dat er drastische maatregelen moesten worden genomen om haar te bestrijden. Hierop ontstond opnieuw een tumult en allerlei beleedigingen werden Trotzky naar het hoofd geslingerd. Hij deed nog pogingen om zijn rede voort te zetten, maar de president, die niet in staat was den storm te bezweren, was genoodzaakt de zitting te sluiten en te verklaren, dat de conferentie was geëin digd. Het proces te Moskou. Het vonnis door de Moskousche recht bank over de sociaal-revolütionnairen ge veld, werd volgens de Times op de vol gende wijze aan de gevangenen bekend gemaakt: Op den tweeden dag na de bèëindiging van het proces werd een kennisgeving van dëft onder-dommandant iii de gevangenis aangeplakt, welke als volgt luidde: „Mij is opgedragen u méde te deelen, dat het doodvonnis, door dë rechtbank uitgespro ken, bekrachtigd is door de al-Russische executieve. Maakt u gereed. Indien een van u iets aan zijn verwanten wenscht mede te deelen, moet ik èr onmiddellijk van in kennis worden gesteld". De gevangenen schreven aan hun bloed verwanten en wachtten van 10 uur dea

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1922 | | pagina 1