sMri Zierikzeesche 0 Nieuwsbode püS
GRIEP.
PIANO'S.
F.' A.S.J. DEKKER,
I E
PETROF
Woensdag 25 Jan. T922. zierikzeesche courant, ff'fl sui/t ,'s "z
Landstorm.
buitenland.
Een wereldfirma als het huis
goes utrecht.
binnenland.
Zierikzes vóór honderd jaren.
v t M w t>y contract belangrijke korting.
Ala voorbehoedmiddel wordt geprezen:
„Vul een glas half vol met warm water
en roer daarin een eetlepel Abdijsiroop.
Hiermede vijf maal daag» goed gorgelen".
Ingezonden Mededeelingen.
Gevonden voorwerpen
Twee centuren, een portemonnaie, een
handschoen, een takelkettiug, een hor
logeketting, een broche, een gladharige
bruine hond.
Inlichtingen te bekomen aan 't Bureau
van Politie te Zierikzee, van des mor
gens 10 tot 12 en des namiddags van
2 tot 4 en van 8 tot 9 uur.
De Commissaris van Politie,
R. P. BRONS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt
bekemd, dat door den Inspecteur van den
Vrjjwilligen Landstorm is bepaald, dat bet
onderricht der vooroefeningen aan jonge
lingen van 1618 jaar wordt verdeeld over
twee leerjaren.
Voor bedoelde jongelingen is de gelegen
heid nog opengesteld, zich op te geven tot
uiterlijk 1 Mnart a s.
De aangifte daartoe kan ook ter Gemeente
secretarie geschieden.
ZïiRiKZBK, 24 Januari 1922.
De Burgemeester voornoemd,
A. J. F. FOKKER VAN CRATESTETN
VAN RENGERSKERKE.
Hoeveel een roebel waard ia.
Met welke fantastische bedragen men
tegenwoordig in Rusland moet rekenen
bij de gewone dagelijksche inkoopen,
blijkt uit een telegram uit Helsingfors
aan de „Morning Post" Hierin wordt
een uittreksel gegeven uit een particulier
schrijven, dat drie weken geleden door
een bewoner van Petrograd is verzonden.
Uit den brief blijkt, dat de kosten
van het levensonderhoud door de jong
ste depreciatie van den roebelkoers ont
zaglijke afmetingen hebben aangenomen.
Een goudstuk van tien roebel was op
het oogenblik, dat de brief werd ver
zonden, een millioen driehonderdduizend
roebel waard. Drie weken tevoren was
de waarde nog „slechts"' 720.000 roebels.
Het gezin van. een beambte der sov
jets, die elfduizend roebel per maand
salaris ontvangt, moest over datzelfde
tijdvak November j.l. vier millioen
achthonderdduizend roebel uitgeven voor
het aankoopen van de meest noodzake
lijke levensbehoeften.
Een moeilijk© redding.
Aan de „Times" wordt uit Nieuw-Zee-
land het pakkend verhaal van esn red
ding ter zee gemeld. In een radio-be
richt, in Nieuw-Zeeland opgevangen, werd
gemeld, dat de schoener Hellen E. Sper
ling, op weg van New-Castle naar Pa
poea Zondagmorgen in een hevigen storm
lek sloeg. Het schip seinde draadloos
dringend om hulp. DeAustralische krui
ser Melbourne ging met vollen stoom
naar de aangeduide plek en seinde
draadloos, den schoener Zondagnamiddag
te twee uur te kunnen bereiken. De
schoener seinde terug: „Wij kunnen het
geen uur langer uithouden; het schip
loopt vol water, de golven siaan over,
de reddingbooten kunnen het in deze
zeeën niet bolwerken".
Een later bericht van den schoener
meldde dat een der redding booten bij
het neerlaten werd verpletterd. De schoe
ner rolde heftig en de bemanning be
reidde zich er op voor in de golven om
te komen. De kruiser seinde terug:
„Houdt moed, wij bereiken u zeker".
jn Nieuw-Zeeland verbeidde men den
uitslag met groote spanning. Later kon
de kruiser berichten, den schoener te
hebben bereikt, en na veel moeite de ge-
heele 'bemanning te hebben geren door
olie op de golven te werpen.
De lastercampagne van Talie.
Na langdurig en met eindeloos geduld
voortgezette pogingen is, naar het Journal
meldt, de directeur van het politie-labo-
ratorium te Lyon, er in geslaagd de
schrijfster te ontdekken van de noodlot
tige anonieme brieven, welke gedurende
enkele maanden onder de vreedzame be
woners van het stadje Tulle zooveel pnheil
hebben gesticht. Een onderzoek van ver
schillende proeven van schrift heeft de
zekerheid verschaft, dat de daderes een
jong meisje is, Angèle Laval. De verden
king was op haar gevallen door het
feit, dat bijkans iedereen in Tulle het
slachtoffer der campagne was geworden,
behalve een jonge vrouw, mevr. Moury.
Men meende aanvankelijk in deze de dade
res te zien, doch zij bleek onschuldig. Ge
durende den oorlog was zij als stenoty
piste werkzaam geweest op 't bureau
van haar toekomstigen man, te zamen met
Angèle Laval. Toen zij na den oorlog met
den heer Moury in het huwelijk trad, had
dit de jaloerschheid van Angèle dermate
opgewekt, dat deze haar afschuwelijke
campagne begon in de hoop mevr. Moury
tot wie zij' zich niet richtte, in verdenking
te brengen.
Uit dit alles is echter niet goed te
begrijpen, hoe het jonge meisje zóó uit
muntend van de intiemste aangelegen
heden der burgerij op de hoogte was, en
zelfs politiemaatregelen haar geen dag
onbekend konden blijven.
Een afschuwelijke roofmoord.
In een dorp in de omgeving van de
stad Danzig is Zondag een vreeselijk
bloedbad aangericht. In het huis van een
inwoner, ;dat door de ongewone stilte,
welke er heerschte, het wantrouwen der
dorpelingen had gewekt, vond men den
bewoner, zijn vrouw, zijn beide schoon
ouders en zijn 4 kinderen door bijl
slagen van het leven beroofd. De ge-
heele inboedel was door de moordenaars
overhoop gehaald, kasten waren open
gebroken en alle voorwerpen van waar
de, benevens een som gelds, waren me
degenomen. Als de vermoedelijke da
ders van dezen afschuwelijken roofmoord
wordt een drietal mannen verdacht, die,
naar enkele dorpelingen zich herinneren,
zich in het rijtuig der vermoorde fa
milie hebben verwijderd.
De nood in Rusland.
De leider der Zweedsche hulpexpeditie
te Samara in Rusland schrijft aan Bran-
ting het volgende Het verschrikkelijke
lijden der bevolking hier noopt mij om
een vurig beroep te doen op de Zweed
sche regeering en het Zweedsche volk,
opdat zij blijven hulp verleenen ter be'
strijding van een der vreeselijkste en
felste rampen in de geschiedenis der
menschheid. Er zijn plaatsen in het hon-
gergebied, waar de bevolking er zoo
kent geen hooger doel, dan door
schitterende prestaties zich het
rertronwen Tan haar clientèle
waardig te maken.
PETROF Instrumenten
zjjn duurzaam en daardoor
goedkoop.
Fraaie serteering.
Nieuwste modellen.
Hoofdvertegenwoordigers:
ontzettend £ajan toe is, dat de mënschen
er krankzinnig door worden. Men is er
reeds begonnen met het opeten der lij
ken; thans vangt men zelfs aan, men
sehen te dooden teneinde aan eten te
komen.
Actie tegen het dure reizen.
In teen te Amsterdam gehouden verga
dering, waar negen en dertig vereeni-
gingen en lichamen uit Groningen
Drente, Limburg en Zeeland vertegen
woordigd waren en eveneens van mee
werking van de betrokken vereenigingen
uit Friesland bleek, is besloten, dat uit
de vijf genoemde provincies een krach
tige actie zal worden op touw gezet om
te komen tot weerinvoering van de kilo-
meterkaarten, waarvan de afschaffing een
groot extra nadeel is voor de bewoners
dier provincies.
Politietroepen.
In verband met een waarschijnlijk be
langrijke inkrimping van de politie-troe-
pen zal voorloopig daarbij geen nieuw
personeel meer worden gedetacheerd.
Afschaffing portvrijdom.
Het ligt in de bedoeling van de re
geering, zoo spoedig mogelijk over 'te
gaan tot uitvoering van de wettelijk voor
geschreven bepaling tot afschaffing van
den portvrijdom. Verder, dat na afschaf
fing va.i vrijdom, de kosten van verzen
ding van op den openbaren dienst be
trekking hebbende correspondentie, uit
gaande van de gemeentebesturen, door
het rijk worden gedragen; de daartoe
noodige credieten zullen aan de Staten
Generaal worden aangevraagd. In ver
band hiermede is aan de gemeentebestu
ren verzocht, in de werkweek van 23
tot en met 28 dezer een telling te hou
den van het totale aantal door of na
mens den raad, B. en W. (c. q. door
een wethouder) en door den burgemees
ter verzonden stukken, welke op den
openbaren dienst betrekking hebben.
De buskruitwet.
Naar de Nieuwe Ct. verneemt, ligt bij
de regeering een nieuw wetsontwerp ge
reed, waarvan de indiening spoedig kan
worden tegemoet gezien, betreffende de
regeling van den aanmaak van buskruit
en „springstoffen".
De verkoop tab kleeren aan Polen.
Omtrent den verkoop van kleeren heeft
de minister van landbouw vroeger aan
de Tweede Kamer medegedeeld:
„De heer Hertzberger slaagde er in,
den voorraad goederen nagenoeg in zijn
geheel te verkoopen aan de Poolsche re
publiek en hem werc( een commissieloon
toegekend van 3 pet. van den verkoop
prijs van alle goederen, welke in voor
raad waren bij het Rijkskantoor en niet
meer konden worden gedistribueerd, wel
ke commissie eveneens gevraagd was
door en in uitzicht gesteld aan derden,
die vergeefsche pogingen tot dien ver
koop deden.
De heer Hertzberger deed bovendien te
genover de betaling van die commissie
afstand van alle rechten, hem uit de
overeenkomst verder toebehoorende.
Aan hem werd uit dien hoofde een to
taal bedrag uitgekeerd van f 514,988,25.
Naar het Vaderl. verneemt, Zijn de der
den, in deze aanhaling vermeld, opgeko
men tegen de weigering, hun commissie
uit te betalen op grond dat hun pogin
gen vergeefsch zouden zijn geweest. Zij
ontkennen, dat hun pogingen geen suc
ces hebben gehad, en hebben de zaak
aan de beslissing van den rechter onder
worpen.
Dat de heer Hertzberger van Polen
commissieloon had bedongen en uitbe
taald gekregen, zooals de Telegr. heeft
gemeld, lean, meent het Vaderl., niet
iuist zijn: hij zou zich dan door beide
partijen hebben laten betalen.
De Pa«« overleden.
Zaterdagmorgen reeds bereikten ons be
richten dat de Paus tengevolge van een
griepaanval was overleden. Het bericht
werd bij nadere telefonische informatie
niet bevestigd, hoewel verscheidene bla
den Zaterdagavond het droeve nieuws
reeds bevatten, hetgeen evenwel in het
zelfde nummer moest worden tegenge
sproken, als zijnde voorbarig.
Zondagmorgen 6 uur is de Paus eerst
overleden; de berichten over zijn toestand
deden reeds vorige week het einde ver
wachten.
Paus Benedictus XV werd den 24 Nov.
1854 te Genua als markies Giacoma della
Chiessa geboren. Na op 2-/-jarigen leef
tijd tot priester te Zijn gewijd, volgde
hij de loopbaan der adellijke geeste
lijken, welke na een bijzondere voor
opleiding, ook een tijdlang aan den ker
kelijk diplomatieken dienst verbonden
werden. Den 3en September 1914* dus
op 59-jarigen leeftijd, werd hij, nadat
hij pas 4 maanden te voren tot kar
dinaal was verheven, door het conclave
tot paus gekozen.
Een paus is voor den buitenstaander
een legendarische figuur, maar de woor
den door hem gesproken in de eerste
encycliek, waarin hij zijn geloofsgenoo-
ten voorhield: een ieder hebbe voldoen
de aan deze belijdenis ,,Mijn naam is
Christen en mijn bijnaam is Katholiek",
zullen in de herinnering blijven voort
leven. Men heeft den thans ontslapen
Kerkvorst ook wel den „vredespaus" ge
noemd, doordat hij van den aanvang af
als bemiddelaar tusschen de oorlogvoe
rende naties het vredeswerk heeft hel
pen bevorderen, hoewel zijn, hoe goed
bedoelde, pogingen gestrand zijn op de
klippen der onverzoenlijkheid van de mo
gendheden.
De overleden paus heeft zijn vredes-
actie tijdens den oorlog in voorzichtige
banen weten te houden, zoodat ze ook
bij mislukking geen schadelijken terugslag
had en hij heeft geen gelegenheid laten
voorbijgaan liefdewerk voor krijgsgevan
genen en gewonden met onpartijdigheid te
steunen. Den allerlaatsten tijd heeft hij
tevens millioenen geschonken aan geld
en levensmiddelen voor hongerend Rus
land.
Rome's 261ste paus heerscht niet meer
op 't Vaticaan.
Keuringsdienst van waren.
Kon de kantonrechter vóór de inwer
kingtreding van de Warenwet den knoei
ers geen hoogere straffen opleggen dan
f 25,— boete of 6 dagen hechtenis, thans
is dit anders geworden. De keurings
verordeningen bedreigen overtreding met
straffen tot f 2000 boete of 6 maanden
hechtenis. Voor den kantonrechter te Am
sterdam verschenen Maandag drie per
sonen wegens het afleveren van melk
van ondeugdelijke samenstelling. Zij hoor
den respectievelijk tegen zich eischen
principiëele hechtenis van een maand;
f 100 boete of 30 dagen hechtenis en
f 300 boete of 100 dagen hechtenis.
De Tleeschkeuringswet.
De Maatschappij van Dierengeneeskunde
heeft, naar aanleiding van een actie onder
de bewoners van het platteland tegen de
Vleeschkeuringswet, een adres aan den
minister gericht, waarin zij nadrukkelijk
betoogt, dat het verbod van huisslachtin-
gen van zoo vitaal belang is, dat zonder
deze de wet uit een oogpunt van volksbe
lang alle waarde verliest. Bovendien be
vatten volgens het adres de geuite bezwa
ren geen andere grond dan eigenbelang
en hiermede kan in een zoo gewichtige
vraag moeilijk rekening worden gehou
den. Waar bezwaren tegen de keuring
van huisslachtingen bestaan, drukken deze
alleen op hen, die met de uitvoering der
wet zijn belast, en niet op de veehouders.
De Maatschappij wil het na zooveel strijd
verkregen fundamenteele beginsel der
wet onverzwakt gehandhaafd zien.
Verkiezing Eerste Kamer.
De Provinciale Staten van Friesland
hebben tot lid van de Eerste Kamer ter
voorziening in de vacature, ontstaan door
het overlyden vanMr. H Binnerts, by
de tweede stemming gekozen de heer
J. E. van Weideren baron Rengers (vrijz.)
te IJsbrechtum, oud-voorzitter van de
Friesche Maatschappij van Landbouw.
De Rijksmiddelen.
De Rijksmiddelen hebben in het afge-
loopen jaar 1.6 millioen minder opge
bracht dan in 1920.
Dat het totaal bedrag minder zou zijn
dan dat van 1920 was te verwachten.
Buitengewoon voorspoedig was 1920 met
een accres van 110.7 millioen tegen 79.7
over 1919 en 14.1 over 1918. Het ver
schil der totaal-opbrengst is eigenlijk
niet eens groothet volgend jaar zullen
wel lager cijfers te boeken vallen. Thans
berust de opbrengst der inkomsten- en
tantième-belastingen, die een steeds
grooter bijdrage waren gaan leveren,
nog grootendeels op zeer gunstige be-
dryfsinkomsten.
Minder gaven vooral registratierech
ten, dan volgen de invoerrechten, de
zegelrechten en de geslachtaecijns.
Meer leverden vooral op de inkomsten
belasting, gedistilleerd, dividend- en
tantièmebelasting en grondbelasting.
Daar de successierechten een zeven
III.
De bevolking, die in 1822 slechts 6150
zielen telde (het laagste cijfer niet alleen
van de 19e eeuw, maar wellicht sinds vier
eeuwen terug), vond, evenals nu haar
bestaan in handel, nijverheid, visscherij,
scheepvaart, landbouw en winkelnering.
De buitenlandsche handel werd toen uit
geoefend op Frankrijk, Spanje, Portugal
en Rusland met acht schepen, waarvan
er vier behoorden aan Willem Cannen-
burg, een aan Marinus Christianus de
Crane, een aan Johannes Nelemans en
twee aan hier gevestigde Engelsche zee-
en kusthandelaars. Van die koopvaardij
schepen waren alle opvarenden leden van
de hier sedert 1735 gevestigde „Slaven-
beurs".
Die handel gaf nog vertier en levendig
heid, de pakhuizen op de Oude en Nieuwe
Haven voldeden aan de bestemming, (waar
voor ze gebouwd waren en het uitrusten
der schepen verschafte aan nering en in
dustrie een aardigen omzet.
Op het gebied der nijverheid zag het er
honderd jaren geleden wel wat levendiger
uit dan nu. Men had toen nog twee brou
werijen, nl. „de Haan" op .de Appelmarkt
(nu D 366) en „de Witte Leeuw" op den
hoek van de Nieuwe Boogerdstraat en de
Krepelstraat (nu C 94). De eerstgenoemde
werd gedreven door Jacobus Quirinus Ver-
haaren, de laatste door Cornells Wijn
malen en sedert 1821 door de kinderen van
wijlen Andreas Berjg. Bij heele en halve
vaten kon men daar ook Leuvensch-, Fa-
robier en Lambiek koopen. Looierijen
telde men er twee, beide in en bij de
Lange Nobelstraat gevestigd. De eene van
Adriaan Buijze in het perceel nu A 163,
de andere van Johannes Fitzner, in de
gebouwen bij het Jannewekken, later over
genomen door de familie Buijze. Mee-
stoven waren er vier: „de Wereld" bij het
Sas, „de Zon" iets verder aan den pro
vincialen weg, „het Hart" buiten de Zuid-
wellepoort en „de Star" buiten de Nobel-
poort, inrichtingen, die successievelijk in
1898, 1876, 1884 en 1890 verdwenen zijn.
Twee touwslagerijen voorzagen in de be
hoeften van scheepvaart, landbouw, enz.
Voorts had men een zeepziederij, een zout
keet, een bezemmakerij, een traankokerij,
twee grutmolens, twee zaagmolens, een
olie- en gortpelmolen en vier korenmolens.
Oesterputten telde men er twee bij het
Westhavenhoofd en sedert 1819 een bij
het Sas. Deze laatste behoorde aan A. J.
van Borrendam, de beide eerste aan de
in Holland gevestigde firma Varkevisser,
Dorrepaal en Co. en de hier bestaande
firma Cats en Co. Toen in 1821 bij Bor-
rendamme eene nieuwe inlaag gelegd
werd en de eigenaars der beide oester
putten daarvan voor hun bedrijf nadeelen
ondervonden, vroegen ze als schadever
goeding het groote bedrag van f 64.650, dat
ten slotte tot f 8600 voor de. eerste en tot
f4650 voor de tweede firma werd terug
gebracht. In 1822 werd echter al een oes
terput bij het Hoofd opgeruimd en de
materialen, palen, balken en planken ver
kocht, waarvan men nog. na tientallen!
jaren herinneringen in het Vrije zag. De
overgebleven put werd gebezigd voor
mesting van Engelsche oesters. Voor de
winkelnering, die destijds meer dan thans
van de stoep als uitstallingsplaats gebruik
maakte, was de goede stand niet zoo tot
het centrum der stad beperkt als tegen
woordig en ook de puien der winkels
hadden nog geen behoefte aan groote
ruiten of bij zonderen bouw om de
aandacht te trekken. Alleen aan onder
scheidene uithangteekens en uithang
borden bemerkte men wat er te koop
was. Gapers bij apothekers en drogisten,
rookende mooren bij tabakshandelaars,
tonnetjes bij kruideniers, scheerbekkens
bij barbiers wezen aan waar men een en
ander vinden kon. En sommige bedrijven
trof men aan op plaatsen der stad, waar
men ze nu, zeker niet zoeken zou. Zoo ves
tigde iemand in 1821 in de Zuidwellestraat
een zilversmidswinkel. Maar al waren naar
het uiterlijk de winkels door den vorm
van deuren of ramen meestal niet van ge
wone woonhuizen te onderscheiden, in
wendig konden toonbanken, winkelkasten,
doozen en kisten er kunstvaardig behan
deld uitzien, vooral bij apothekers. Van
de vijf in 1822 hier wonende apothekers,
hadden Francois Roelof Bennet van der
Grijp (D 382) en Philibert Lijphart Maatjes
(C 114) zeer fraaie winkelinterieurs. Eene
proeve van winkelkasten van 1825 vindt
men nog in den goud- en zilversmidswin
kel bij het Havenplein (D 373). Bakkers
winkels zagen er zeer eenvoudig uit en
personen, die, zooals tegenwoordig, uit
sluitend banketbakker waren, kende men
toen hier nog niet. De ouderwetsche bak
ker, met zijn slaapmuts op, die des Zater
dagsavonds als het versche brood uit den
oven was, op een horen blies, was vóór
honderd jaren hier een gewoon verschijn
sel en onderscheidene bedaagden onder
onze lezers zullen zich ook nog wei een
enkelen van dat uitgestorven type her
inneren (van Nieuwland senior, Wilten-
burg e. a.)
Naast den handel, de nijverheid en de,
winkelnering noemen wij als een rijke
bron van bestaan de visscherij.
Na het diep verval onzer stad in den
Franschen tijd zijn hier in 1817 en 1818
loffelijke pogingen gedaan om nieuwe
bronnen van bestaan te openen. Wij, die
eene eeuw later leven, weten hoezeer die
goedgemeende en met de beste verwach
ting op touw gezette onderneming helaas
jammerlijk is te niet geloopen. Gesteund
door aandeelen der burgerij, door bijdra
gen uit 't legaat-Mogge en door subsidiën
van het Rijk, heeft die nieuw opgerichte
visscherij (haringvisscherij en beug- of
wintervaart) zich niet staande kunnen
houden.
Over 1821 had de onderneming geen
voordeelen opgeleverd en werden de voor
uitzichten teleurgesteld. Door den lagen
prijs van de visch konden de uitgaveiv
over 1820 en vroegere jaren niet bestreden
worden zonder steun uit de stedelijke kas.
Op een verzoek aan den Koning had deze
in 1821 eene premie van f500 geschonken
aan acht schepen, die de beugvisscherij
hadden uitgeoefend. In 1822 voeren elf
vischschepen van hier en tot dekking van
het toen bestaand tekort van f 21.000 had
Z. M. f20.000 uit 's Rijks kas, bij wijze
van voorschot, toegekend, dat terugge
geven kon worden, als de omstandigheden
mochten beteren of de financiën der stad
zulks toelieten. In verband met het uit
varen en terugkeeren der vischschepen
werden wat sedert 1796 niet had plaats
gehad bedestonden en dankdagen ge
houden. De bedestonden hadden plaats in
Juni, in de Kleine Kei-k; de dankdagen,
meer bepaald „visscherspreeken" genoemd,
werden in November of December des
avonds in de dan schitterend verlichte St.-
Lievens Monsterkerk gehouden, welke
plechtigheid tallooze bezoekers, ook van
het platteland, naar de kerk lokte. Om
de kaarsen dan spoedig vlam te doen
vatten werden de pitten wel eens met
terpentijn bevochtigd en door den aanvan
kelijk opstijgenden walm werden meestal
vleermuizen uit het houtengewelf der kerk
gedreven, welke fladderende diertjes voor
sommige predikanten een reden waren
de godsdienstoefening spoediger dan ge
woonlijk te doen eindigen.
Nadat Ds. Johannes de Wit op 9 Juni
1622, 's namiddags 5 uur in de Kleine
Kerk eene bedestond gehouden had, voe
ren op 13 Juni de haringbuizen „de Kroon
prins" en „de Haringvisscherij" en de jager
„de Hoop" uit, welke laatste 15 Juli terug
keerde met 281/2 ton haring.
Gelijk bekend is, heeft deze nieuw oo-
gerichte visscherij doorloopend teleurstel
ling en verliezen opgeleverd en in 1836
is het laatstovergebleven schip op de
kust van IJsland vergaan.
Nevens de visscherij hebben we reeds
den oesterhandel genoemd, terwijl kreef
ten uit Noorwegen werden aangevoerd.
Behalve voor koopvaardij- en visch
schepen bood de Oude en de Nieuwe
Haven ook ligplaats aan menig vaartuig
voor de binnenvrachtvaart, de zooge
naamde „breede beurt", om nu nog van
de diverse beurtschepen (waarover la
ter) te zwijgen. Al die vaartuigen ga
ven voornamelijk aan het stadsgezicht
van de Oude Haven met haar zwaar ge
boomte een ongemeen levendig voorko
men. Hier lag een schip aardewerk of
steenen, daar eikenhout (meest tusschen
de Steenen brug en de houten brug)
te lossen. Iets verder, tusschen de stee
nen brug en de Mol, lagen de turf
schepen, zoo dat dit gedeelte der Oude
Haven wel de turfkaai werd genoemd.
Bij de lossing van turf waren voorna
melijk de leden van het Sint-Jans of
Zakkedragersgilde in actie, waarom ze
dèèr hun verenigingslokaal (de z.g.n.
Zakkedragerskelder) hadden.
Daar de Steenen brug twee gemet
selde bogen van eenigszins' verschillen
de wijdte had, konden daardoor slechts
schepen van bepaalde breedte en met
gestreken mast doorvaren.
(WordI oen>olg\d