Zierikzeesche Nieuwsbode TWEEDE BLAD bclioorciule by (le van Vrijdag 18 Febr. 1921, no. 10586. BUITENLAND. Het Belgische Loodswezen. De afdeeling marine van lvcl Bel gische ministerie van Spoorwegen heeft teen begin gem na kt met liet bes Inde eren der mogelijkheid om het Belgische lbodswezen voor de ïScjielde naar Zeebrugge over te brengen; Een beslissing is echter nog niet genomen. BINNENLAND. Eerste Kamer. Zitting van Woensdag 16 Febr. Voortgegaan wordt met de behande ling der wijziging van de Postwèt. Minister Konig deelt mede, dat de Mi nister van Binnenlandsche zaken de voor de gemeenten uit de opheffing van den portvrijdom voortvloeiende kosten niet door zijn departement zal doen dragen. De heer Van Embden beveelt aan, ter tegemoetkoming aan de bezwaren van gemeenten betaling bij abonnement tot regel te maken. De heer Fokker vraagt, of het niet zeer onbillijk is, dat de departementen bergen stukken aan de gemeenten kun nen zenden krachtens art. 1, op welke stukken de gemeenten verplicht zijn te antwoorden, welk antwoord port kost. De gemeenten worden zoo tot hooge uit gaven door de departementen gedwon gen. De minister dupliceert. Er zou groot bezwaar zijn tegen uitstel van invoering Van tie nieuwe tarieven met een maE%id. Hij kan zich wel vereenigen met het denkbeeld, gemeenten van bijvoorbeeld boven 5000 zielen ook in de gelegenheid te stellen, een abonnement te nemen. Hij heeft er echter bezwaren tegen, van de diensten aan allerlei grut, zooals de af gevaardigde het noemde, bewezen, een al- gemeene rekening op te maken. De heer Van der Feltz vraagt toezeg- gnig, dat het artikël betreffende afschaf fing van den portvrijdom niet zal Wor- fing ingevoerd, voordat de Kamer door middel van een novelle, opnieuw gele genheid zal hebben gehad zich te ver klaren. De minister belooft te zullen overwe gen of een novelle wenschelijk is. Aan de orde zijn daarna de Huurwetten. De heer Van der Hoeven bepleit met kracht de opheffing der huurwetten, welke het onderhoud der oude wonin gen en den bouw van nieuwe belemme ren. Aan den allerverschrikkelijksten Wo- ningnood kan slechts .een einde komen door krachtige ontwikkeling - van -parti culier initiatief. Hij dringt aan op toe passing van den''"modernen alcoofbouw, gelijk in Rotterdam géschiedt. De behan deling van dit wetsontwerp wordt ge schorst tot Donderdag 12 uur. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 16 Febr, Na Comité-generaal ter behandeling van een huishoudelijke aangelegenheid doet de voorzitter het voorstel het ont werp voor de electriciteitsvoorziening op de agenda te plaatsen. Dit wordt aange nomen met 40 tegen 36 st. De motie-Van den Tempel (steun aan werkloozenkassen a fonds perdu) wordt verworpen met 50 tegen 26 st. De motie- Van Rijzewijk: maatregelen in het be lang van industrieën en overleg met de organisaties wordt aangenomen met 39 tegen 36 st.; de motie-Van Ravesteijn (uitkeering vol loon aan werkloozen) wordt verworpen met 74 tegen 3 st. Aan de orde is de Begrooting van Cara^ao. £>e heer Van Vuuren dringt aan op hervorming van het vertegenwoordigend stelsel in de kolonie en op betere uit voering van de gelijkstelling van open baar en bijzonder onderwijs. De heer De Jonge bepleit verbetering van de salarissen en de rechtspositie der ambtenaren. De Minister hoopt dat spoedig een wij ziging van het regeeringsreglement tot stand zal kunnen komen. Hij zegt een eerlijke uitvoering der gelijkstelling toe. f)e begrooting wordt z.h.s. aangenomen. «Daarna is aan de orde de Begroo ting van pfosterijen, telegrafie en tele fonie. De heer De Muralt klaagt over den slechten gang van zaken bij de pos terijen en over de verkeerde leiding van het hoofdbestuur. De heer Van Beresteijn verdedigt de motie, ten gunste van de overneming van gemeentelijke telefoonnetten door het Rijk. Spr. dient voorts een motie in, uitsprekende, dat de afschaffing van den portvrijdom niet mag meebrengen, dat de kosten van het verzenden van boe ken uit bibliotheken en archieven niet mogen drukken op de ontvangers. De heer Weitkamp verdedigt een mo tie, waarin de wensch uitgesproken wordt, dat ver afwonende telefoongebrui kers niet meer zullen behoeven te beta len dan de andere aangeslotenen. De heer Van Stapele meent, dat som mige ambtenaren aan het hoofdbestuur vervangen moeten worden door meer ac tieve en meer deskundige personen. De heer Oud bepleit positieverbetering voor verschillende groepen van ambtena ren. De heer Smeenk steunt de motie-Van Beresteijn, betreffende het overnemen van gemeentelijke telefoonnetten. Hij dringt aan op meer Zondagsrust. De heer Wintermans vraagt positie verbetering van kantoorhouders. Mevrouw Groeneweg wenscht keuring van vrouwelijke ambtenaren door vrou welijke artsen. Dinsdag 22 Febr. voortzetting. Uit Stad en Provincie. Dankbaar Weenen. Het Zeeuwsch Comité voor leni ging van den nood le Weenen lieeiT verschillende bewijzen ontvangen van de groote dankbaarheid die er te Weenen heersen t ovêr het wer ken der Zecuwsche bevolking tot leniging van den nood aldaar. In het eerste schrijven, onderlee- kend door niej. Mary de Bordes, staat o.a., door Uwe milde gaven zullen wij in staat zijn wederom ceil onnoemelijk aantal meisjes, die «ou derwed zijn, een gelukkige zes we ken te verschaften. Het is dan ook uit hun naam, dat ik U nogmaals van mijne oprechte dankbaarheid overtuig. Een tweede brief, dntvangen na dat de trein met levensmiddelen uit Zeeland te Weenen was aangeko men, ib'ehel'st o.a. „Zpterdagavond is de trein met zijn kcjslbare lading uit Zeeland gelukkig binnengeko men, die ons weer in ataat slclt aan lal' vian families nijpenden nood le lenigen, zoomede de voeding van ongeveer 8000 kinderen op de be waarscholen der stad Weenen en in ons hersteltinlgsoord Neuling- bach voort te zetten. Uit naam van deze ongelukkige en onschuldige slachtoffers van den wereldoorlog verzoeken Wij' U het. milddadige Zeeuwscihe wik. onzen hartelijken dank voor de beliagrijke liefdega ven te willen overbrengen, die een zoo heerlijk bewijs zijn, dat ware 'mensclïenliiefde in uwe schoonc provincie alom te vinden is. In de geschiedenis dezer treurige dagen van Oostenrijk staat de Ncderland- sche naam nu reeds met gouden letteren gegrift, de Zeeuwen kun nen er echter trolsch op zijn, dal zij, zoowel in December 1919 als niüj door hunne milde giften daar toe in zoo ruime mate hebben bij gedragen." OUD-VOSMEER. Door heeren Ge deputeerde Staten is beslissing ge- no'men inzake een verzoek van het waterschap Oud-Vosscmeer, betref fende een uitwateringskwestie v,an de polders van Vrijberge. Sedert de bedijking der gronden van Vrijber ge, althans sedert vorige eeuwen had de suatie plaats dezer gronden door den Hikkepolder. In 1900 werd het stoomgemaal de „Drie groote Polders" gesticht en bij over eenkomst werd toen betaald door het Bestuur van Vrijberge f 15,35. In de jaren 1918-19 en 1919-'20 be taalde de gelanden der Drie groote Polders respectievelijk f 12 en f 10 per TLA.; wat voor Vrijberge te gen denzelfden grondslag, daar hij 60,-23.60 II.A. groot is, zoude te- dragen f 722,83 en 1' «02.36. Daar alles als één Poldergebied niöet beschouwd worden wat be-, treft bemalingsinrichling, zooals dit ook geschiedt met de Polders Broek- en Rooland onder Tholen, die méde sueeren over de Drie groote Polders, wordt billijk ge? acht, dat voortaan Vrijberge zijn bijdrage verhoogt in den zin der Drie groote Polders, is bepaald, dal door het Waterschap Viiijberghe voortaan jaarlijks wegens recht van doortocht van zijn polders door hel waterschap Oud-Vossemeer, aan dat waterschap zal worden be taald oen som berekend voor liet hiervoren vermelde beginsel, dat de gronden in de betrokken polders of waterschappen alle naar den zelf den maatstaf zullen bijdragen. ONDERWIJS. Bij Ivon. besluit van 15 dezer is, met ingang van 1 Sept. aan den lieer J. A. de Bruijhe, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als directeur van- en leer aar aan de R. H. B.. S., te Zierikzee, met dank betuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. Bij raadsbesluit van S Sept. 1880 werd de heer J. A.. de Bruyne be noemd lot lieeraar aan de toenma lige Gem1. H. B, S. in geschiedenis en staatswetenschappen, welke be trekking hij' 1 Jan. 1881 aanvaardde. Tevoren was hij leer aar aan de H. B. S.. te Schiedam. Den 22 Juli 1901 werd hij' tot directeur der in richting benoemd, welke betrekking hij bleef waarnemen toen den len September 1907 de school' aan het Rijk overging. Ruim 40 jaar is dj1 heer De Bruijhe aan de IJ. B. S. werkzaam geweest; hij heeft ze zien groeien en uitbreiden, terwijl ze mannen heeft gekweekt, die thans voorname posten in 's lands dienst of elders bekleeden. Moge den directeur na zijn been gaan uit de school1 op 1 Sept. een welverdiende rust beschoren zijn. OUD-VOSSEMEER. Naar wordt gemeld hebben zich bij herhaalde oproeping drie sollicitanten aange meld voor de betrekking, van on derwijzeres aan de O.L. school al hier. VAN HEINDE EN VER. De beroemde tenor Caruso is ster vende. De algemeene verkiezingen voor 't Belgische parlement zullen nog vóór No vember a.s. plaats hebben. In het Westen van het graafschap Cork (Ierland) zijn verschillende spoor bruggen opgeblazen. De stad Bantry is volkomen geïsoleerd. De Sinn Feiners hebben, naar verluidt, aldaar veel wa pens en munitie bijeengebracht. Uit Cadix (Spanje) wordt gemeld, cfat onweersbuien daar over een ge bied van veertig kilometer groote schade hebben aangericht Rivieren traden bui ten hun oevers en veroorzaakten groote. schade. Huizen zijn ingestort en door het water weggevoerd. Veel vee is verdron ken; verbindingswegen zijn afgesneden, het telegrafische verkeer is gestoord. MARKTBERICHTEN. ZIERIKZEE, 18 Febr. Aanvoer ge ring. Tarwe f 18 a f21; Chcvalier- flörsl' f 18 a f 20; Bruine boonen f 15 a f 17; AardappelenBonte f 7; Eigenheimers 1' 5,50 per 70 K.G.: ,Uien (kleine) f 3,50, groote f 2,50 per 50 K.G. Fiuanclöel Nieuws. Beurs van Amsterdam. 17 Februari. STAATSLEENINGEN. NEDERLAND. V.K. Heden N.W. S. obl. 1918 f 100 5 89% 87'/16 N.W. S. obl. 1918 - 500 5 87%„ 88% N.W. S. obl. 1918 - 1000 5 86l5/i« 867/ie N.W. S. obl. 1919 - 100 5 9211/lfl 92% N.W. S. obl. 1919 - 500 5 92% 92% N.W. S. obl. 1919 - 1000 5 92%6 92<710 N.W. S. obl. 1916 - 100 4% 94% 84% N.W. S. obl. 1916 - 500 4V9 86 86 N.W. S. obl. 1916 - 1000 4% 86 /3 86V« N.W. S. o,bl. 1917 - 100 4V, 81%16 82% N.W. S. obl. 1917 - 500 4% 81 82 N.W. S. obl. 1917 - 1000 41/, 79 79 N.W. S. obl. 1916 - 100 4 791s/18 79l3/i« N.W. S. obl. 1916 - 500 4 79 799/lfl N.W. S. obl. 1916 - 1000 4 7778% N.W. S. obl. - 1000 3 56% 56% N.W. S. eert. - 1000 3 56 /9 56% N.W. S. eert. - 1000 2l/s 48% 48% BULGARIJE. Hypoth. Leen 1892 6 28'/j 28% Tabaksleening 1902 5 25 25% Zegelleening -1904* 5 291/4 26 Bel. vr. goud-obl. 1907 4 l/a OOSTENRIJK. Obl. in papier 5 zilver 5 B. vr. Kr. Jan./Juli 4 33/]fi Bel. vr. Mei/Nov. 4 PETR.-ONDERNEMINGEN. Kon. Ned. Petr. f 1000 A. 541 532 Kon. Ned. Petr. R. v. A. 537 532 Kon. Petr. t 100 O. A. 544V2 542 Kon. Ned. Petr. R. v. O. A. 542 539 Dollars (bank) f 2,85-f 2,90; Marken (gr.) f 4.87-f 5,— id. (rood) f 4,90—f 5,10; Kronen (1000) f0,470,58Eng. bank papier f 11,32—f 11,38; Fransoh bank papier f 21,30—21,80; Belg. bankpapier f 22 10 f 22.60. Een ernstig woortl aan de land arbeiders vau liet kleine Nederland van een Hollandscb arbeider, die 16 jaar in Rusland gewerkt heeft. Hét is mij niet te doen het eën of ander stelsel te verdedigen, ook niet om U te rajen, hoe gij moet handelen, doch alleen om U bekend te maken met den toe stand onder de landarbeiders van het grootste land van Europa; zcoals gij hieruit zult begrijpen, bedoel ik Rusland. Ex- wordt in deze woelige tijden hier over dagelijks veel geschreven en gespro ken, doch grootendeels door lieden, die. de ellende niet aan den lijve ondervonden hebben, dien daardoor dus alleen van verre eenoordeel kunnen vormen. Door mijn 16-jarig verblijf in Rusland, door de goe de kennis der Russische taal en ten slotte door mijn huwelijk met een Russische vrouw, acht ik mij voldoende van de zaken op de hoogte om dit ernstig woord tot U te richten, temeer daar ik drie jaren in het door communisten of wel bolsjevviki bestuurde Rusland verblijf ge houden heb. Het is een woord tot overweging en nadenken. Wanneer men ontevreden is met een bestaanden toestand, is men zoo gaarne geneigd' lieden, die beloven Uw toestand te uerbeteren, te gelooven. Indien ge luis tert naar die mooie woorden, lijkt het werkelijk of het maar een kleinigheid zou zijn, om het leven gemakkelijker en beter voor U in te richten. Als men voortdurend daarop gewezen wordt, en daarbij net in de gelegenheid gesteld wordt, de zaken ook eens van een ande ren! ka At te beschouwen, wordt het ge loof in deze lieden steeds sterker. Maar ach, men komt zoo dikwijls bedrogen uit, als die mooie woorden in daden worden omgezet, want theorie en praktijk zijn zoo geheel verschillend. Dit nu is het geval in het groote Rusland. Het leven der landarbeiders was niet rooskleurig en is hel nooit geweest. Maar de schuld hiervan ligt ook veel bij de menschen zelf. Het was nog vóór den oorlog in het jaar 1913, dat ik mijn zomervacantie met vrouw en kinderen doorbracht op een groot dorp jn het Tambowski gouverne ment, ongeveer 350 K.M. van de stad Moskou en niet ver van de provincie stad Lebedjan verwijderd. In dien tijd heb ik mij eens goed op de hoogte ge steld van het leven der landarbeiders in het hartje van Rusland. In de streek, waarover ik spreek, is de natuurlijke ge- stelcfiheid van het land eenigszins anders dan; in ons land'. De strenge winter heeft tengevolge, dat alle landarbeid tusschen 1 October en 1 April stil staat. Door de -vruchtbaarheid van den bodem en dien warmen zomer kan het in Aug. gezaaide wintergraan in het volgend jaar Juli gemaaid worden. Ik zeg gemaaid, want in het Tambowski-gouvernement wordt het koren net als gras gemaaid, daarna tot schoven gebonden, waarna het op hoopen van 52 schoven te zamen ge voegd en eenige dagen op het land ge droogd wordt. Dit maaien gaat zeer vlug, waarvoor de zeis speciaal is ingericht. Gedurende mijn verblijf in deze streek héb ik dikwijls aan deze wierkzaamheden mede geholpen. In den drukken tijd werkt men daar ook van zonsopkomst tot zons ondergang. Eigenaardig is, dat in 't Tam bowski-gouvernement weinig gras groeit, waardoor koeien en paarden hoofdzake lijk met graan en haver gevoed worden. De welgesteldheid van den landarbeider is zeer verschillend en ligt grootendeels aan hemzelf. De dorpen zijn zoo inge richt, dat de boerderijen lange straten vormen, Een klein dorp bestaat uit één straat. Hoe grooter dorp, hoe meer stra ten er zijn. Gewoonlijk bestaat het huis uit twee kamers, een voor winter- en een voor zomerverblijf. Het is gebouwa van steen of hout. Het land dat bebouwd wordt, ligt rondom het dorp en is dik wijls zoo uitgestrekt, dat het eind ervan sojvly wel anderhalf of een uur ver is. Het gebeurt, dat het land voor 't winter graan aan het eene eind van het dorp en de haverakker op het andere eind ge legen is, soms wel twee- tot twee en een half uur van elkaar verwijderd. Deze, van oudsher bestaande eigenaardigheid van het Russische landbouwbedrijf is voor productief werken natuurlijk zeer on- voordeelig. Ik zeide, dat de welgesteldheid van den landarbeider veelal aan hem zelf ligt. De vlijtige landbouwer begeeft zich tegen den winter, als zijn werkzaamheden zijn afgeloopen, naar de groote stad om den een of anderen werkkring te zoeken, welke vroeger altijd wel te vinden was. Zij, die dit doen, zijn vee.al jonge lie den, die door verschillende omstandJg- heden met weinig land bedeeld zijn. In dien hij zoon was uit een groot gezin, kon de vader bij huwelijk van één ot meer zonen meestal niet aan ieder zoo veel land afstaan, dat zij door dit zelf te bebouwen en een eigen hofstede in te richten, in hun levensonderhoud zouden kunnen voorzien. Daarom begaven zulke jonge landbouwers zich des winters naar de steden. Het grootste deel van het ver diende gela stuurden zij naar hun ouders, du- daar dan langzamerhand land, vee, paarden en benoódigdheden voor de toe komstige hofstede voor kochten. Dit wa met vlijt en zuinigheid in een jaar of zes wei bijeen te krijgen. Bovendien wera de grond in het dorp voor een boerderij gratis afgestaan. Dikwijls wordt er be weerd, aat de Russische arbeider vree- selijk gebrek leed. Dit is op ieder toe te passen; die lui is en niet zuinig leeft. Ik kan U verzekeren, dat de Russische land arbeider een goed bestaan kon heboen. Hij, die in den drukken tijd het eerst op het land en het laatst thuis kwam, be hoorde ongetwijfeld steeds tot de welge stelde landarbeiders. Daarentegen benoor den zij, die meenden: „Kom ik er van daag niet, dan kom ik er morgen wel", tot degenen, die de grootste armoede leien, want dikwijls was dan „morgen'* een deel van den oogst b'edorven. Soms was het echter zoo gesteld op zijn dorp, dat hij met den basten wil van de;wereld geen land kon koopen, omdat het niet te koop was. Doch hierin werd hij, indien hij zich tot de regeering richtte, gehol pen, die hem in Siberië, waar overvloed van prachtig vruchtbaar land was, een stuk aanwees en hem behulpzaam was bij het bouwen van een hofstede. Tijdens den wereldoorlog van 1914 bezocht ik Ph feen ziékenh'uis te Moskou een ge wonde vriend. Naast dezen vriend lag een Sibériër uit de buurt van Irkoetsk, die ons in een gesprek vertelde, dat zijn vader uit de buurt van Moskou geboor tig was. Hij had in zijn dorp geen land kunnen koopen, was naar Siberië gegaan, had eenige jaren bij een welgestelden boer aldaar gewerkt en met het verdien de geld en regeeringssteun op zeer bil lijke voorwaarden land gekocht en een boerderijtje gebouwd. Zoo was hij voor zich zelf begonnen, „en nu", zei deze. Siberiër, „moet U eens zien, wij zijn met vier broers thuis, vader is nog flink en werkt hard mede. Wij hebben 22 paarden, 15 koeien, 20 varkens, ik weet n et hoeveel schapen en zóóveel land, dat wij het n et eens zonder hulp bebou wen kunnen". Zoo was het vóór de groote revolutie in 1917. En hoe is het nu in Rusland gesteld'? Is het er beter op ge worden? Als U deze regels leest, zal het U niet moeilijk vallen dat zelf te beoor- deelen. Volgens de theorie van het Bols jewisme moet het land aan de gemeen schap komen, en hij die het bebouwen wil, moet het persoonlijk doen. Zoo wer den het land, het vee, de paarden en de landbouwmachines van den grooteh boer verdeeld ondér landarbeiders, die geen land' hadden. Er was echter geen sprake van een eerlijke verdeeling. Het was root met het recht van den sterkste. Uroote troepen overvielen en plunderden de boerderijen. Ieder nam, wat hij te pakken kon krijgen. De hevigste twisten, vecht partijen met moord en doodslag waren hiervan natuurlijk de gevolgen. De een trof een vruchtbaar, de ander een on vruchtbaar stuk land, waardoor naijver en groote ontevredenheid ontstond. De Sowjetregeering trachtte wel eenige der groote boerderijen in hun geheel voor zidh te hoüden, maar de boeren wilden daar niet aan en eisehten het land in eigendom. Deze proefneming van zelf bestuur commune genoemd, is een groote bestuur, commune genoemd, is een groote mislukking geworden. Alle samenwerking, alle lust t ot arbeiden is weg. Ieder is bang dat hij meer werkt dan zijn buur man, terwijl de vruchten van den ar beid voor allen hetzelfde zijn. De boer derij waar vroeger de grootste zindelijk heid bestond, is geheel vervuild, het vee, de paarden, de werktuigen, alles wordt verwaarloosd. Nergens heerscht gezag en orde. jn het begin meenden de land arbeiders nu eigenaren geworden te zijn van hetgeen zij genomen hadden. Doch dti bleek uitgesloten in Sowjet-Rusland. Eigenaar is nu niemand meer, al heeft hij ook jarenlang land bezeten. Dit is nu de praktijk van de zoo toegejuichte theorie van het bolsjewisme. Als vroe ger vóór deze revolutie de Czaren-regee- ring op goedkoope wijze land verstrekte, was men eigenaar en als men na jaren lang hard werken moede was geworden, kon men zijn eigendom verkoopen of verpachten. Dan had men een goeden ouden dag. Maar nü Nu krijgt men wel land zonder er voor te betalen, maar ontvangt het slechts in bruikleen, zoo lang men het persoonlijk bebouwt. Hoe moet men aan zaad, werktuigen, wagens, enz. komen Dat alles is in Sowjet-Rusland vernield of verwaarloosd en van nieuwen aanvoer is geen sprake. Stel U eens voor dat deze zaken wel te krijgen waren, dan zoudt ge na lange jaren hard werken, op een gegeven oogenblik door ouderdom of ziekte dien arbeid niet meer kunnen verrichten. Dan zoudt ge Uw land dus kwijt zijn en de l/rucjiten van Uw harden arbeid, ja, die plukt een ander. Ge werkt niet voor U zelf, doch voor de gemeenschap. Dat wil zeggen: datgene, wat ge voortbrengt, Uw oogst, het kalf, het veulen, ja zelfs de melk en de eieren, daarover hebt ge geen vrije beschikking. Ge zijt daarvan geen eigenaar. De Sowj et-Regeering be paalt welke hoeveelheid gij met Uw ge zin noodig hebt, en het overige wordt van U weggehaald indien de Sow jet- Regeering het noodig vindt, ontvangt ge daarvoor een kleinigheid in ruil, niet in geld, maar in het een of ander huishou delijk artikel of iets dergelijks. Zoo is men nu in plaats van in dienst te zijn van een goedsbezitter of groo- ten boer, in dienst van de gemeenschap, zonder dat de vrucht van Uw arbeid, Uzelf toekomt. Indien de Sowjet-Regee- ring het in het belang der gemeenschap, noodig acht kan zij Uw eenigste paard of eenigste koe weghalen, zonder dat ge iets hebt in te brengen. Gij begrijpt wel dat de landarbeiders in het geheel n.et tevreden zijn met deze regeling. Een gevolg hiervan is al weer, dat bij der gelijke gelegenheden de hevigste twisten plaats heoben en zich dikwijls de gru welijkste tafereelen afspelen. Het spreekt toch van zelf dat de boe ren hun producten niet maar zoo vrij willig afgeven, zij weren zich geweldig tegen dezen maatregel, waarbij heele pro vinciën in opstand komen. Bij zulke opstanden hebben al honder. uen landarbeiders hun leven gelaten. Men heeft nu speciale troepen uitgerust, die proviandeeringstroepen genoemd worden. Bij verzet tegen deze troepen is al me nig dorp in vlammen opgegaan. Een boer mag op straffe des doods zijn pro ducten niet aan particulieren verkoopen. Er eiin voorbeelden dat de boer het graan liever in den grond verstopt en laat verrotten, dan het aan het Sowjet-Be- stuur af te geven. De hongersnood is in Sowjet-Rusland nu zoo gestegen, dat in het Tambowski-gouvernement, waar in 1918 nog volop te eten was, nu zelfs het graan dat voor zaad bestemd was, opge- eischt is door de Sowjet-Regeering. In het laatste seizoen zijn daardoor vele landerijen onbebouwd gebleven en wa ren de boeren verplicht om, ten einde aan den hongerdood te ontkomen, vele mijlen ver op zoek te gaan naar levens middelen tegen ruil van eenig huisraad of huishoudelijk artikel. Dit nu vrienden is, wat ik mij verplicht achtte U te ver tellen, wat ik met eigen oogen aan schouwd en zelf ondervonden heb. Nog maals herhaal ik: men is zoo gauw ge neigd hen te gelooven, die zeggen dat zij Uw toestand willen verbeteren. Mijn ondervinding heeft mij geleerd, dat zij die dit doen zich niets anders ten doel stéllen, dan hun eigen zak te spekken, door in troebel water te visschen. Fr. W. KORNMAN.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1921 | | pagina 6