Z.zeesche Nieuwsbode B IJ VOEGSEL behoorende bij de ven W0ENSDA6 16 OCTOBER 1819. no. 10378 Beknopt vertlag van de Vergadering van dei Gemeenteraad te Zlerikzee, gehouden op Zaterdag 11 Ootober, des namiddags ten 2 ure. (Shi). Ter voldoening aan de voorschrif ten der gewijzigde wet op liet Lager Onderwijs bieden Burgem. en Wet'h een concept-verordening aan, rege- tend het getal onderwijzers op de openbare scholen voor Lager en Meer uitgebreid Lager Onderwijs en de Herhalingsschool, de wijze van uit betaling hunner jaarwedden en de inhouding dier jaarwedde bij verlof tot afwezigheid. In verband hiermede hoeft de afd. Zierikzee van het Ned. Onderwijzers genootschap verzocht: a. lol de Kroon het verzoek te richten de bui ten de gewone schooltijden vallende lesuren te willen heloonen met het zelfde bedrag als hetgeen voor het herhalingsonderwijs in deze gemeente wordt gegeven; b. dé bepaling om trent de inhouding; der jaarwedden van het onderwijzend personeel hij ziekteverlof in overeenstemming Ie brengen met de regeling voor de rijks ambtenaren, en die van de militifc- plichtigen zoo mild mogelijk te maken. Ten opzichte van punt merken Burgem. en Wet'h. op, dat dergelijke uren, voor zoover lum he leend is, niet meer bestaan, nu de buitengewone uren voor herhalings- onÖerwijs afgeschaft werden. En ten aanzien van punt b merken zij op, dal de bestaande verordening, welke nog kort geleden opnieuw is vastge steld, voldoet aan de billijke wen- schen, te meer, nu de door de Ged Staten verzochte bepaling is opgeno men. De heer Pijleman stelt voor in art 4 te lezen in plaats van „kan wor den verlof verleend", „wordt verlof verleend", en licht zijn amendement nader toe. De heer Doeleman vindt het amen dement van den 'heer Pijleman ge- vaarlijk, omdat men dan de macht uit handen geeft. En wij mogen die. macht niet prijsgeven, gelijk door spr. nader wordt aangetoond. De heer Pijleman persisteert hij zijn meening. De heer Catshoek vereenigt zich mét het denkbeeld van den heer Pijleman. Het geval heeft zich voor gedaan met den onderwijzer Van Rhoon. Deze was absoluut niet in staat de school te bezoeken. Na nog eenig debat werd het amendement van den heer Pijleman in stemming gebracht en verworpen. Vóór stemden de heeren Van Burgh, Pijleman, Catshoek en Versteeg. Naar aanleiding van een schrijven van 'het hoofd der School A stellen Burgem. eh Wet'h. voor het onder wijs in de nuttige handwerken aan die séhiool hetwelk gedurende 2 uren in de week buiten de schooluren ge geven wordt, den 31sten December te doen eindigen, en met ingang van 1 Januari 1920 aan de twee met hel onderwijs belasLe onderwijzeressen, aan de dames' C. T. Wittenberg en A. F. Breetvelt, eervol ontslag als zoodanig te verleenen onder danklje- tuiging voor de door haar bewezene diensten. De heer Versteeg vraagt, waarom men dat onderwijs doet eindigen, daar er toch veel gebruik van ge maakt wordt. De voorzitter: Hel voorstel is ge daan naar aanleiding van een sdirij ven van den heer V^n Ballegooijen. Dit schrijven werd hierop voorge lezen. Daarna' werd het voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan genomen. Burgem. en Weln. steilen voor aan de Padvindersvereeniging alhier gra tis in igebruik af te staan een gedeelte der voormalige ambachtsschool, be vattend kamer, keuken en opkanier. De heeren Heirribach en Unger stel len zich, gelijk de voorz. mededeelt, voor eventueele schade borg. De heer Verjsteeg zegt tegen te zullen stemmen.' De heer Koopman verwondert zich' daarover. Hij nteenkle, dat sport in de socialistische lijir lag. Dc heer Versteeg: Wij doen wel aan sport, maar niet laan militairisme. Steun aan de padvinders, is steun aan het militairismh. Het voorstel van Burgem. en Weln. wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen. Dc' heer -Versteeg stemde tegen. i Ter tafel komt het adres van den heer A. Anker, waarin hij aan den Raad verzoekt le niet te doen de door Burgem. en Wetli. gedane op zegging van huur van liet terrein achter de Kleine Kerk. Bfirgem. en Wetli. stellen voor afwijzend op dat adres te beschikken en tevens Burg. en Wetli. le machtigen liet bedoelde terrein in 't openbaar te verpachten. Er zijn meer gegadigden voor liet terrein, zoodat het in bet belang van de gemeente is publiek te verpach ten. De opbrengst zal dan zeer zeker hooger wezen. De opzegging is ge heel en al van Burgem. en Wetli. uitgegaan, en geen enkel persoon heeft getracht te onderkruipen. De heer W. den Boer steil in liet liclit, dat men aan iemand een terrein waaraan hij lang en veel gearbeid heeft, wil ontnemen. Hij mag im mers niet onderhands pachten. Maar claimen tegen slaat men in andere ge vallen hel onderhands pachten toe. Dil acht spreker inconsequent. De heer Doeleman is een voor stander van publieke verpachting, evenals de neer W. den Boer. De heer Anker heeft echter om hel be sproken terrein geschikt te maken voor wielerbaan en tennisbaan, kosten gemaakt en heeft dil gedaan in de mecning, dat hij onderhands pach ter zou blijven. Nu Burgem. on Wetli. publieke verpachting voor stellen, komt zijn belang in hel ge drang. De lieer Anker is wel geneigd meer pacht te betalen dan nu. Twee tennisclubs hebben zich aangemeld óm hel terrein van de gemeenle tc pachten. Maai* die kunnen hel van den heer Anker, pachten. Men be denke, dat de heer Anker tan liet terrein de notodigie kosten heeft gehad. Indien de gemeente geeji finantiëele sCliade lijdt, zou hij' er voor zijn den toestand le laten voortbes laan. Hij is er tegen om liet terrein achter de Kleine Kerk publiek le verpachten. Laten Burgem. en Weth. den lieer Anker polsen, wat hij geven wil. De heer Koopman: Hel eenigo argument is, dat le weinig liolaald wordt. De wielerbaan is verdwenen. Thans is liet een tennisbaan. Hier voor worclt i' 50 pacht betaald. De uitgaven van de gemeente stijgen on rustbarend. Nu mag men toch ook wel eens denken aan verhooging der inkomsten. De voorzitter stelt in 't licht, dal de inkomsten van den heer Anker meer zijn geworden. Laten wij geen beslissing nemen, maar den lieer Anker vragén, of hij bereid is meer te betalen. Conform het voorstel van den heer Doeleman wordt besloten, zoodat de j zaak wórdt aangehouden. De heer Lunenberg vraagt, of B. i en W. wel bevoegd zijn op tc zeggen. Behoort de opzegging niet lot tie com- pelentie van den Raad. De voorzitter: Nu de zaak wordt aangehouden, zullen wij dat nazien. Aan de orde is het adres van net zake het sluiten der verguniiings- lokalen en bierhuizen op kermis dagen. Het Drank weer-Comité namelijk ver- «ooht gebruik te maken van art. 7, ïste lid der Drankwet, en van art. 135 Ge meentewet en te bepalen, dat gedurende de kermisdagen de vergunningen en bierhuiien in deze gemeente gesloten moeten zijn, subsidiair te bepalen, dat vergunningen en verlofzaken slechts ge opend mogen zijn voor zoover de houder b.v. een moord. Hij haalt twee feiten aan, waaruit blijkt, dat de betreffende personen onder den invloed van sterken drank waren. De heer Koopman zegt, dat de be doelde personen niet uit Zierikzee waren, maar uit de buitengemeenten hier ge komen waren. De voorzitterGesprokeu is geworden van ergerlijke feiten van dronkenschap. Uit de rapporten der politie blijkt, dat geen verbalen voor dronkenschap zijn opgemaakt. Do heer W. den Boer. Ter bevorde ring van de stoffelijke belangen worden de loonen verhoogd, maar vcor de zede lijke belangen wordt niets gedaan. Het zedelijk belang moest zijns inziens op den voorgrond atft&n. Verheft de men- sohen, dan wordt het stoffelijke ook beter. Gaheele gezinnen zijn ton gevolge van de dronkenschap tot ondergang ge doemd. Ook in Noorwegen schaft mei den sterken drank af. Spreker is voor het voorstel van het Drankweer-Comité. De heer Doeleman kan vereenigingen, die het dronkenmansleven bestrijden, krachtig steunen, matr hij vindt 't erg, dat de gemeenteraad aan menschen, die geen misbruik van sterken drank maken, verbieden wil op zekere dagen een bor rel te nemen. In Arnhem wcb tijdens de feesten het verkoopen van sterken drank na *es des avonds verboden. Hier was tijdens de kermis de verkoop niet verboden. Kn toch zijn er te dezer stede geen ongeregeldheden gebeurd De mensohen, waarop de heer Den Boer doolde, waren per auto hier ge komen. Hij kan er zich niet mee ver eenigen om tot 6000 of 6000 menschen hier to zeggen, jullie moogt geen borrel of glas bier drinken. Ga%t hij in andere opzichten dikwerf met den hoer Den Boer m®6, in deze zaak staat hij tegen over hem. De heer Koopman zegt, dat bij per soonlek geen sterken drank gebruikt, maar hij voelt er niets voor om iemand te verbieden een borrel te gebruiken. Dr. Van der Kwast heeft gezegd, een borrel schaadt niet. Do heeren medici zijn het blijkbaar wat dit punt betreft met elkaar niet eens. Spreker is er beslist tegen allen het gebruik van sterken drank te verbieden. Het voorstel van B, en W. wordt hadden, naar den heer Koopman gegaan en deze heeft hun gezegd, dat het hem voorkomt billijk te wezen, dat de werk lieden betaling voer het opsteken der lantarens krijgen. De heer Koopman hoeft dat wel in de gascommissie ont kend, maar hij heeft het terdege gezegd. Hij leest hierop d.e volgende verklaring voor: „Ondergeteekenden Th. Sies, „A. Klink, A. v. Loo, M. Bakker, ver klaren bij deze, dat z|j in de maand „April een bezoek hebben gebracht bjj „den heer L, Koopman Cz., in zijn „qualiteit als voorzitter der gasfabriek „om te spreken over een loonkwestie „met de stokers en de hulpstokers. Dat „bij deze besprekingen ook is ter sprake „gekomen het niet betalen van loon aan „de lantarenopstekers Nolet en Schults „Dat de heer Koopman bij dit onderheud „heeft verklaard, dat het niet opging „die mensohen dit werk voor niets te „laten verrichten, dooh dat daarvoor „loon zou moeten worden betaald", (w. g.) Th. Sies, A. v. Loo, A. Klink en M. A. Bakker. Spreker herhaalt dat de heer Damen in do maand Maart verklaard heeft, dat zij met 1 April van het lantaren- opsteken af zouden wezen. Later heeft h\j gezegd: jullie moeten het maar zoo lang doen, totdat een andere benoemd is De behandeling van het personeel laat ook veel te wenschen over. Op zekeren dag werd Nolet belast met zeker werk. Do heer Damen gelast hem daarmede te eindigen en droeg hem anderen arbeid op. De d'recteur heeft hierop Nolet ver weten, dat hij met het door hem opge- gedragen werk had opgehouden. De heer Damen zeide, dat hij Nolet met niets belast had. Toen is de directeur op zoo onheusohe manier tegon Nolet opgetreden, dat eer. andere arbeider den directeur naar de keel wilde vliegen, waarin hij door 2ijn collega's werd tegen gehouden. Welke achting, zegt spreker, moeten de arbeiders voor een directeur hebben, die aldus optreedt. Met het advies van den direoteur kan hij niet m8degaan. Hij stelt voor, dat de lantaren- opstekers zullen krijgen f 100 voor de diensten, die sjj hebben bewezen. Voorts stelt hij voor een arbitrage-commissie te j benoemen, tot beslechting der gesohillen De voorzitter heeft den heer Catshoek hieiop in stemming geacht. en -et ptfi.Tw1S MÏ" L's6 at™ zrr ATi:n-4 u«d, W. den Boer, De Broekert, Cats Boer, hoek en Timmerman. Ter tafel komt het adres van de Af- deeling Zierikzee van den Nederl. Bond vau Werklieden in openbare diensten en bedrijven, waarin verzooht wordt om de werklieden, die belast zijn gewesst met hst aansteken der straatlantaarns buiten het gewone weikrooster, deze overuren te betaten In verband met de door den heer Catshoek gedane vraag in zake dit punt leggen B. en W. over een schrijven van den Direoteur der gasfabriek met het advies afwijzend op dit adres te beschikken op grond van de in dit schrijven genoemde feiten. Uit dit sohrijven blijkt het volgende: In normale tijden vóór en in het be gin van den oorlog was het loon van de terrein werkers f9 in de week. Tevens waren zij belast met het ontsteken van de oirca 200 straatlantarens, waarvoor zij f3 per week ontvingen. Bij de gas- bespariug werd de strar.t verliohting tot een minimum beperkt en tot 22 inge krompen. Na den bommenaanval werd zella ln het geheel geen straatverlichting gegeven. Toch werd het loon van f 3 in al dien tgd uitgekeerd. Bovendien kregen de terreinwerkers ook duurte- toeslag. In 1919 werden de loonen op nieuw vastgesteld, ten givolge waarvan de duurtetoe3lagen vervielen, 't Loon van de terrein werkers werd toen vastgesteld op f 16—f 18 per week, met de verplich ting om zoolang d8 stra?.tverlichtiug nog niet was uitgebreid, als tijdelijke lanta rensaanstekers dienst te do9n. Uit de !!2Lr,b!^ s sterken drank of bi9r in sjjn inrichting te verkoopen of te doen verkoopen B. en W. stellen voor, hierop afwijzend t8 beschikken. De kermis is wel voorbij, maar deze afwijzende beschikking wen- sohen B. en W. ook voor een volgenden keer uitgestrekt te zien. Op kermis en andere dergelijke feestdagen hebben zioh in dezo gemeente nimmer ergerlijke feiten van dronkenschap voorgedaan, zoodat B. en W. geen reden aanwezig achten op het verzoek in te gaan. De heer Catshoek wil aan het adres tegemoet komen, en gediuende de kermis en andere feestdagen het tappen van aloohol en bier verbieden. De heer Timmerman is afwezig geweest toen het adres in het college van B. en W. is behandeld geworden. In Arnhem, waar hij toefde, is een besluit door den burgemeester uitgevaardigd geworden, dat gedurende de feestdagen na zes uur dea avonds geen alooholhoudende dr.cn- ken mochten verkocht worden. Dit besluit heeft goed gewerkt. De heer Fokker zegt, dat men moet verdraagzaam wezen. De ééne houdt van een borrel, de andere niet. En nu gant het niet aan dat iemand, die niet van een borrel houdt, een ander, die er wel van houdt, dwingt geon sterken drank te gebruiken. Er is op de kermis alhier Seen kwestie van dronkemanstooneelec. In nu wil men niet alleen het gebruik van spiritualiën verbieden, maar zelD dit verbod tot bier uitstrekken. MoeUn de mensohen dan saliemelk drinken? De heer W. den Boer: De heeren van het Dagelijksoh Bestunr hebben gezegd, dat hier ter stede gedurende de kemr's niet s ergerlijks gebeurt. Spreker vraagt, moet er eerst iets ergerlijks gedurende de kermis gebeuren, Schultz blijkt, dat deze met ingang van 1 April 1819 tot terreinwerker, tevens tijdelijk befast met lanlaarnopsleken door de oommissie der gasfabriek is aan gesteld tegen een loon van f832 jaarlijks, met twee jaarlijkeohe verhoogingen van f52 tot het maximum van f936. Nooit is er sprake van geweest, dat z\j na 1 April enz. voor het opsteken van de 22 lantarens zouden worden betaald, Den lston September werden zij van de taak van lantarenopsteker onthoven. De heer Catshoek zegt, deze zaak onderzocht te hebben. De Directeur dor gasfabriek beweert, dat bij aan de terreinwerkers niet heeft gezegd, dat zij voor het aansteken der geslantarens extra betaling zouden genieten. Spreker heeft met de arbeiders der gasfabriek een oonferentie gehad, En nu hebben deze hem verklaard, dat al wat de Direoteur heeft gezegd, van A—Z ge logen is. De Direoteur is onbetrouwbaar en in deze niet eerlijk. De heer Damen heeft in een onderhoud met het perso neel medegedeeld, dat de twee lantaren- opstekers van het opsteken der lantarens van 1 April af ontheven zijn. Spreker leest de volgende verklaring voor: „Ondergeteekenden verklaren bij deze, „dat in begin Maart aan het geheele „personeel dor gasfabriek in het sohaft- „lokaal door den heer Damen o. a. is „medegedeeld, dat met ingang van 1 „April j l. de lantarenopstekers Sohults „en Nolet ven deze betrekking ontheven „zouden worden w. g. Ph. Sohultz, H. Nolet, Th. Sies, A van Loo, A. Kliok, M A. Bakker. Die mensohen zijn, toen hun gesegd werd dat «ij geen reoht op extra-loon te maken hebben met het ter tafel gebrachte onderwerp. Hij protesteert er tegen, wat hij den directeur ten laste legt, namelijk, dat de werklieden alle waarheid spreken en dat de direoteur leugens vertelt, onbetrouwbaar en on eerlijk is. Hij protesteert er tegen, dat door een lid van den Raad een aohtens- waardig ambtenaar openlyk aan de kaak wordt gesteld en van hem verklaard wordt, al wat U zegt, is onwaar. Uit de akte van aanstelling blijkt, dat die mensohen zijn aangesteld tot terreinwerker en tevens tot lantaarn opsteker. Zij hebben met het opsteken der lantaarns werk verricht, hetwelk zij moesten verriohten. De heer Koopman herinnert den heer Catshoek er aan, dat de voorzitter bij de installatie der raadsleden er op ge- wazen heeft, dat d8 raadsleden kraohtens de wet verplicht zijn op te komen voor de belangen der gehecle burgerij en niet voor klassebelangen. Spreker ver wijt den heer Catshoek groote eenzijdig heid en partijdigheid in deze. Hij heeft alleen gehoor! de werklieden, maar niet den directeur, nooh de oommissie der gasfabriek. Op de gasfabriek had hij inzage kunnen krijgen van de notulen en andere stukken, en daaruit kunnen ontwaren, dat met 1 April de loonsverhooging in werking getreden is en dat uit de akte van aanstelling duidelijk blijkt, dat de terreïnwerkers tevens belast zijn met het aansteken der gaslantaarns, waarvoor zij dus niet extra behoeven betaald te worden. Maar de heer Catshoek vond het beter zich niet rechtstreeks tot ons te wenden. Hij gaf er de voorkeur aan aohter onzen rug te werken. Hij heeft zioh sohrifte- lijk tot den heer Damen gewend. Spre ker leest dit sohrijven voor: Zierikzee, 28 Sept. 1919. WelEdele Hoerl In. mijn kwaliteit van raadslid had ik de vorige week een onderhoud met het personeel der gasfabriek alhier. In dat onderhoud kwam o. a. voor, dat U in Maart j.l. bij een mededeeling aan het personeel, betreffende arbeidsvoor waarden en loonen, ook moet hebben gezegd, dat de lantaarnopstekers Sohults en Nolet met ingang van 1 April 1.1. van die functie zouden worden ontheven, Gaarne vernam ik per omgaande of deze mededeelirg juist is, en zoo ja, in wiens opdracht U handeldet, toen U deze mededeeling deedt. Om dit,sohrjj- ven als origineel te gebruiken, zou ik liefst zien, dat U Uw antwoord aan de ommezijde dezes mij doet toekomen Vertrouwende, U wel aan mijn ver zoek zult willen voldoen. Met achting, (w.g.) J CATSHOEK. H«:t antwoord op dit sohrijven was als volgt: Apeldoorn, 24 Sept. 1919. Gelichte Heer Catshoek 1 Aan Uw verzoek voldoe ik gaarne, des te m8er, omdat een en ander niet op een misverstand, doch op een grove onwaarheid berust. Het verwondert mij, dat Nolet en Sohults nu mij aanwezen als de man, die hun de betrefiende mededeeling zou hebben gedaan. Ik ken U dan ook verzekeren, dat noch door don direoteur, nooh door mij, van ontheffing gesproken is. Daags ra de vergadering der gaa- oommissie is het geheele personeel op het kantoor gekomen, en alleen door den directeur ia mededeeling gedaan van de genomen besluiten. Mij is ook niet bekend, dat een besluit was ge nomen, om Nolet en Schults van hunne funotie te ontheffen. Dus, hoe kan dan door mij zoo iets aan de betrokkenen worden medegedeeld? Er is gexegd: Nolet en Sohultz zullen van hun funotie ontheven worden wan neer de beperkte straatverlichting wordt opgeheven, tenzij er eerder mooht wor den' besloten een of meer lantf&m- opBtekers aan te stellen. Deze mede deeling is door hen zeer goed begrepen en Sohultz heeft er op laten volgen „best m'nheer". Ziedaar, heer Catshoek, de were toe dracht der zaak Vertrouwende hiermede aan uw verzoek te hebben voldaan. Achtend, (w. g.) H. A. DAMEN. Na de voorlezing van bovenstaande brieven vervolgt sprekerDo heer Cats hoek heeft den heer Damen verzooht diens brief terug te zenden en op de achterzijde er van het antwoord te sohrqven. Maar de heer Datuen heeft een afschrift gemaakt van den brief ▼an den heer Catshoek. Zoowel zijn brief [als het antwoord van den he?,r Damen heeft de heer Catshoek echter niet voorgelezen, Hij heeft deze achter baks gehouden, omdat zij niet in zijn kraam te pas kwamen. Spreker vindt het onverantwoordelijk, dat de heer Catshoek tegen den heer Prakke zoo 1b uitgevaren, een uitstekenden directeur, die al het mogelijke voor de werklieden doet. Maar herhaaldelijk is het voor gekomen, dat de mensohen dronken op de fabriek zijn gekomen. Zoo iets kan en mag niet gedoogd worden Spreker besluit met de verklaring, dat hot, on derzoek van den heer Catshoek hoogst eenzijdig en partijdig is geweest. De voorzitter verzoekt de leden de disoussies tot de zaak zelve to beperken. De heer Catshoek zegt, dat do ibe- trouwbaarheid van den direoteur, v aar van hij gewaagde, onjuist is op;:3't. Hij bedoekte daarmede, dat de dirccteu in deze aangelegenheden verkeerd is opgetreden. De heer Koopman zs'.de aioh te verwonderen, dat hij zijn schrijven aan den heer Damen en het antwoord van dezen aan hem niet voorgel -.en heeft. Met opzet heeft hij dit nagelaten, omdat tussohen den directeur eu de cammissie der gasfabriek met den hoer Damen reeds vooraf over deze kwestie was onderhandeld. De heer KoopmanDat moet be wijzen. De heer CatshookAl de_ werklieden hebben verklaard, dat wat ia den brief van den heer Damen staat, o. vv .n in. De voorzitterDe vraag is hier niet, of wat de directeur, wat de hef r D»m$n, of wat de werklieden gezegd hebben, juist is; vraag is, of de beide werklieden recht hebben op schadeloosstelling voor het aansteken der gaelantarens. Zij heb ben daarop geen reoht, omdat dit tot hnn werkzaamheden behoorde. Zij heb ben geen 6xtra-werk vorrioht. De heer Koopman aoht zich verplioht te protestesren tegen de onbetrouwbaar heid van den heer Catshoek, die beweert dat de oommissie der gasfabriek mst den heer Damen onderhandeld heeft. Hij roept den heer Pyleman en de anders leden der gasoommiesie op om te ge tuigen, dat deze bewering geh8ul en al in strijd met de waarheid is. De heer Pyleman bevestigt onomwon den 't gesprokene van den heer Koopman, en begrijpt niet, hoe de heer Catshoek zoo iets durft beweren. De heer Catshoek zegt op de gasfabriek te zijn geweest tot het instellen van eon onderzoek, maar hij is er op oen uur geweest, dat de direoteur er niet wab en is toen onverriohter zake ter-^gekeerd. Met den heer Pyleman in zijn functie van lid dör commissie voor de gasfabriek heeft hij eohter geconfereerd en o er tie kwestie gesproken, zoodat het verwilt van den heer Koopman geen j vond heeft. De heer Pyleman: SlechtJ eenmaal is dit het geval geweest en wel toen spre ker in zijn qualiteit van ambtenaar der belssting ten huize van den hser Cats hoek moest wezen. Toen ia er over ge sproken geworden. De voorzitter stelt voor de disoussies te sluiten. Van socialistische zijde werd op stem ming aangedrongen. In stemming wordt gebracht het voorstel van den vooriitter. Est werd aangenomen. Tegen stemden de heeren Catshoek en Versteeg. Hierop werd in stemming gebraoht het voo-atel van B. en W. om op het adres van de afd. Zierikzee van den Nederl. Bond van werklieden in openbare diensten en bedrijven afwijzend te beschikken. Met 10 tegen 3 stemmen werd het aangeno men. Tegen stemden de heeren Van Burgb, Catshoek en Versteeg. Ter tafel komt een adres van den Bond van werklieden in openbare rneten over de vaststelling; eoner nionre Loon regeling voor het geme^ntepeTSoneel. In dit padres wordt verzocht le mtkeuïmg aan allen, die in dienst der gemeente zijn, van ten minste f100 zoo spoedig mogelijk; 2e een,;nieuwe looi igeling vast te stellen op den grondslag van oen minimumloon van f24 per week in overleg met dc organ.satio. B. en W. stellen vo op uit adres afwqzend te besohikVen, döoh een com missie uit den Raad te benoemen, die

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1919 | | pagina 5