Z.zeesche Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
behoorende bij de
ven W0ENSDA6 16 OCTOBER 1819.
no. 10378
Beknopt vertlag van de
Vergadering van dei Gemeenteraad
te Zlerikzee,
gehouden op Zaterdag 11 Ootober,
des namiddags ten 2 ure.
(Shi).
Ter voldoening aan de voorschrif
ten der gewijzigde wet op liet Lager
Onderwijs bieden Burgem. en Wet'h
een concept-verordening aan, rege-
tend het getal onderwijzers op de
openbare scholen voor Lager en
Meer uitgebreid Lager Onderwijs en
de Herhalingsschool, de wijze van uit
betaling hunner jaarwedden en de
inhouding dier jaarwedde bij verlof
tot afwezigheid.
In verband hiermede hoeft de afd.
Zierikzee van het Ned. Onderwijzers
genootschap verzocht: a. lol de
Kroon het verzoek te richten de bui
ten de gewone schooltijden vallende
lesuren te willen heloonen met het
zelfde bedrag als hetgeen voor het
herhalingsonderwijs in deze gemeente
wordt gegeven; b. dé bepaling om
trent de inhouding; der jaarwedden
van het onderwijzend personeel hij
ziekteverlof in overeenstemming Ie
brengen met de regeling voor de rijks
ambtenaren, en die van de militifc-
plichtigen zoo mild mogelijk te
maken. Ten opzichte van punt
merken Burgem. en Wet'h. op, dat
dergelijke uren, voor zoover lum he
leend is, niet meer bestaan, nu de
buitengewone uren voor herhalings-
onÖerwijs afgeschaft werden. En ten
aanzien van punt b merken zij op,
dal de bestaande verordening, welke
nog kort geleden opnieuw is vastge
steld, voldoet aan de billijke wen-
schen, te meer, nu de door de Ged
Staten verzochte bepaling is opgeno
men.
De heer Pijleman stelt voor in art
4 te lezen in plaats van „kan wor
den verlof verleend", „wordt verlof
verleend", en licht zijn amendement
nader toe.
De heer Doeleman vindt het amen
dement van den 'heer Pijleman ge-
vaarlijk, omdat men dan de macht
uit handen geeft. En wij mogen die.
macht niet prijsgeven, gelijk door spr.
nader wordt aangetoond.
De heer Pijleman persisteert hij
zijn meening.
De heer Catshoek vereenigt zich
mét het denkbeeld van den heer
Pijleman. Het geval heeft zich voor
gedaan met den onderwijzer Van
Rhoon. Deze was absoluut niet in
staat de school te bezoeken.
Na nog eenig debat werd het
amendement van den heer Pijleman
in stemming gebracht en verworpen.
Vóór stemden de heeren Van Burgh,
Pijleman, Catshoek en Versteeg.
Naar aanleiding van een schrijven
van 'het hoofd der School A stellen
Burgem. eh Wet'h. voor het onder
wijs in de nuttige handwerken aan
die séhiool hetwelk gedurende 2 uren
in de week buiten de schooluren ge
geven wordt, den 31sten December
te doen eindigen, en met ingang van
1 Januari 1920 aan de twee met hel
onderwijs belasLe onderwijzeressen,
aan de dames' C. T. Wittenberg en
A. F. Breetvelt, eervol ontslag als
zoodanig te verleenen onder danklje-
tuiging voor de door haar bewezene
diensten.
De heer Versteeg vraagt, waarom
men dat onderwijs doet eindigen,
daar er toch veel gebruik van ge
maakt wordt.
De voorzitter: Hel voorstel is ge
daan naar aanleiding van een sdirij
ven van den heer V^n Ballegooijen.
Dit schrijven werd hierop voorge
lezen.
Daarna' werd het voorstel van B.
en W. met algemeene stemmen aan
genomen.
Burgem. en Weln. steilen voor aan
de Padvindersvereeniging alhier gra
tis in igebruik af te staan een gedeelte
der voormalige ambachtsschool, be
vattend kamer, keuken en opkanier.
De heeren Heirribach en Unger stel
len zich, gelijk de voorz. mededeelt,
voor eventueele schade borg.
De heer Verjsteeg zegt tegen te
zullen stemmen.'
De heer Koopman verwondert zich'
daarover. Hij nteenkle, dat sport in
de socialistische lijir lag.
Dc heer Versteeg: Wij doen wel
aan sport, maar niet laan militairisme.
Steun aan de padvinders, is steun
aan het militairismh.
Het voorstel van Burgem. en Weln.
wordt hierop in stemming gebracht
en aangenomen. Dc' heer -Versteeg
stemde tegen. i
Ter tafel komt het adres van den
heer A. Anker, waarin hij aan den
Raad verzoekt le niet te doen de
door Burgem. en Wetli. gedane op
zegging van huur van liet terrein
achter de Kleine Kerk. Bfirgem. en
Wetli. stellen voor afwijzend op dat
adres te beschikken en tevens Burg.
en Wetli. le machtigen liet bedoelde
terrein in 't openbaar te verpachten.
Er zijn meer gegadigden voor liet
terrein, zoodat het in bet belang van
de gemeente is publiek te verpach
ten. De opbrengst zal dan zeer zeker
hooger wezen. De opzegging is ge
heel en al van Burgem. en Wetli.
uitgegaan, en geen enkel persoon
heeft getracht te onderkruipen.
De heer W. den Boer steil in liet
liclit, dat men aan iemand een terrein
waaraan hij lang en veel gearbeid
heeft, wil ontnemen. Hij mag im
mers niet onderhands pachten. Maar
claimen tegen slaat men in andere ge
vallen hel onderhands pachten toe.
Dil acht spreker inconsequent.
De heer Doeleman is een voor
stander van publieke verpachting,
evenals de neer W. den Boer. De
heer Anker heeft echter om hel be
sproken terrein geschikt te maken
voor wielerbaan en tennisbaan, kosten
gemaakt en heeft dil gedaan in de
mecning, dat hij onderhands pach
ter zou blijven. Nu Burgem. on
Wetli. publieke verpachting voor
stellen, komt zijn belang in hel ge
drang. De lieer Anker is wel geneigd
meer pacht te betalen dan nu. Twee
tennisclubs hebben zich aangemeld
óm hel terrein van de gemeenle tc
pachten. Maai* die kunnen hel van
den heer Anker, pachten. Men be
denke, dat de heer Anker tan liet
terrein de notodigie kosten heeft gehad.
Indien de gemeente geeji finantiëele
sCliade lijdt, zou hij' er voor zijn den
toestand le laten voortbes laan. Hij
is er tegen om liet terrein achter
de Kleine Kerk publiek le verpachten.
Laten Burgem. en Weth. den lieer
Anker polsen, wat hij geven wil.
De heer Koopman: Hel eenigo
argument is, dat le weinig liolaald
wordt. De wielerbaan is verdwenen.
Thans is liet een tennisbaan. Hier
voor worclt i' 50 pacht betaald. De
uitgaven van de gemeente stijgen on
rustbarend. Nu mag men toch ook
wel eens denken aan verhooging der
inkomsten.
De voorzitter stelt in 't licht, dal
de inkomsten van den heer Anker
meer zijn geworden. Laten wij geen
beslissing nemen, maar den lieer
Anker vragén, of hij bereid is meer
te betalen.
Conform het voorstel van den heer
Doeleman wordt besloten, zoodat de j
zaak wórdt aangehouden.
De heer Lunenberg vraagt, of B. i
en W. wel bevoegd zijn op tc zeggen.
Behoort de opzegging niet lot tie com-
pelentie van den Raad.
De voorzitter: Nu de zaak wordt
aangehouden, zullen wij dat nazien.
Aan de orde is het adres van net
zake het sluiten der verguniiings-
lokalen en bierhuizen op kermis
dagen.
Het Drank weer-Comité namelijk ver-
«ooht gebruik te maken van art. 7, ïste
lid der Drankwet, en van art. 135 Ge
meentewet en te bepalen, dat gedurende
de kermisdagen de vergunningen en
bierhuiien in deze gemeente gesloten
moeten zijn, subsidiair te bepalen, dat
vergunningen en verlofzaken slechts ge
opend mogen zijn voor zoover de houder
b.v. een moord. Hij haalt twee feiten
aan, waaruit blijkt, dat de betreffende
personen onder den invloed van sterken
drank waren.
De heer Koopman zegt, dat de be
doelde personen niet uit Zierikzee waren,
maar uit de buitengemeenten hier ge
komen waren.
De voorzitterGesprokeu is geworden
van ergerlijke feiten van dronkenschap.
Uit de rapporten der politie blijkt, dat
geen verbalen voor dronkenschap zijn
opgemaakt.
Do heer W. den Boer. Ter bevorde
ring van de stoffelijke belangen worden
de loonen verhoogd, maar vcor de zede
lijke belangen wordt niets gedaan. Het
zedelijk belang moest zijns inziens op
den voorgrond atft&n. Verheft de men-
sohen, dan wordt het stoffelijke ook
beter. Gaheele gezinnen zijn ton gevolge
van de dronkenschap tot ondergang ge
doemd. Ook in Noorwegen schaft mei
den sterken drank af. Spreker is voor
het voorstel van het Drankweer-Comité.
De heer Doeleman kan vereenigingen,
die het dronkenmansleven bestrijden,
krachtig steunen, matr hij vindt 't erg,
dat de gemeenteraad aan menschen, die
geen misbruik van sterken drank maken,
verbieden wil op zekere dagen een bor
rel te nemen. In Arnhem wcb tijdens
de feesten het verkoopen van sterken
drank na *es des avonds verboden.
Hier was tijdens de kermis de verkoop
niet verboden. Kn toch zijn er te dezer
stede geen ongeregeldheden gebeurd
De mensohen, waarop de heer Den
Boer doolde, waren per auto hier ge
komen. Hij kan er zich niet mee ver
eenigen om tot 6000 of 6000 menschen
hier to zeggen, jullie moogt geen borrel
of glas bier drinken. Ga%t hij in andere
opzichten dikwerf met den hoer Den
Boer m®6, in deze zaak staat hij tegen
over hem.
De heer Koopman zegt, dat bij per
soonlek geen sterken drank gebruikt,
maar hij voelt er niets voor om iemand
te verbieden een borrel te gebruiken.
Dr. Van der Kwast heeft gezegd, een
borrel schaadt niet. Do heeren medici
zijn het blijkbaar wat dit punt betreft
met elkaar niet eens. Spreker is er
beslist tegen allen het gebruik van
sterken drank te verbieden.
Het voorstel van B, en W. wordt
hadden, naar den heer Koopman gegaan
en deze heeft hun gezegd, dat het hem
voorkomt billijk te wezen, dat de werk
lieden betaling voer het opsteken der
lantarens krijgen. De heer Koopman
hoeft dat wel in de gascommissie ont
kend, maar hij heeft het terdege gezegd.
Hij leest hierop d.e volgende verklaring
voor: „Ondergeteekenden Th. Sies,
„A. Klink, A. v. Loo, M. Bakker, ver
klaren bij deze, dat z|j in de maand
„April een bezoek hebben gebracht bjj
„den heer L, Koopman Cz., in zijn
„qualiteit als voorzitter der gasfabriek
„om te spreken over een loonkwestie
„met de stokers en de hulpstokers. Dat
„bij deze besprekingen ook is ter sprake
„gekomen het niet betalen van loon aan
„de lantarenopstekers Nolet en Schults
„Dat de heer Koopman bij dit onderheud
„heeft verklaard, dat het niet opging
„die mensohen dit werk voor niets te
„laten verrichten, dooh dat daarvoor
„loon zou moeten worden betaald",
(w. g.) Th. Sies, A. v. Loo, A. Klink
en M. A. Bakker.
Spreker herhaalt dat de heer Damen
in do maand Maart verklaard heeft,
dat zij met 1 April van het lantaren-
opsteken af zouden wezen. Later heeft
h\j gezegd: jullie moeten het maar zoo
lang doen, totdat een andere benoemd is
De behandeling van het personeel laat
ook veel te wenschen over. Op zekeren
dag werd Nolet belast met zeker werk.
Do heer Damen gelast hem daarmede
te eindigen en droeg hem anderen arbeid
op. De d'recteur heeft hierop Nolet ver
weten, dat hij met het door hem opge-
gedragen werk had opgehouden. De
heer Damen zeide, dat hij Nolet met
niets belast had. Toen is de directeur
op zoo onheusohe manier tegon Nolet
opgetreden, dat eer. andere arbeider den
directeur naar de keel wilde vliegen,
waarin hij door 2ijn collega's werd tegen
gehouden. Welke achting, zegt spreker,
moeten de arbeiders voor een directeur
hebben, die aldus optreedt. Met het
advies van den direoteur kan hij niet
m8degaan. Hij stelt voor, dat de lantaren-
opstekers zullen krijgen f 100 voor de
diensten, die sjj hebben bewezen. Voorts
stelt hij voor een arbitrage-commissie te
j benoemen, tot beslechting der gesohillen
De voorzitter heeft den heer Catshoek
hieiop in stemming geacht. en -et ptfi.Tw1S MÏ"
L's6 at™ zrr ATi:n-4 u«d,
W. den Boer, De Broekert, Cats
Boer,
hoek en Timmerman.
Ter tafel komt het adres van de Af-
deeling Zierikzee van den Nederl. Bond
vau Werklieden in openbare diensten
en bedrijven, waarin verzooht wordt om
de werklieden, die belast zijn gewesst
met hst aansteken der straatlantaarns
buiten het gewone weikrooster, deze
overuren te betaten In verband met
de door den heer Catshoek gedane vraag
in zake dit punt leggen B. en W. over
een schrijven van den Direoteur der
gasfabriek met het advies afwijzend op
dit adres te beschikken op grond van
de in dit schrijven genoemde feiten.
Uit dit sohrijven blijkt het volgende:
In normale tijden vóór en in het be
gin van den oorlog was het loon van
de terrein werkers f9 in de week. Tevens
waren zij belast met het ontsteken van
de oirca 200 straatlantarens, waarvoor
zij f3 per week ontvingen. Bij de gas-
bespariug werd de strar.t verliohting tot
een minimum beperkt en tot 22 inge
krompen. Na den bommenaanval werd
zella ln het geheel geen straatverlichting
gegeven. Toch werd het loon van f 3
in al dien tgd uitgekeerd. Bovendien
kregen de terreinwerkers ook duurte-
toeslag. In 1919 werden de loonen op
nieuw vastgesteld, ten givolge waarvan
de duurtetoe3lagen vervielen, 't Loon van
de terrein werkers werd toen vastgesteld
op f 16—f 18 per week, met de verplich
ting om zoolang d8 stra?.tverlichtiug nog
niet was uitgebreid, als tijdelijke lanta
rensaanstekers dienst te do9n. Uit de
!!2Lr,b!^ s
sterken drank of bi9r in sjjn inrichting
te verkoopen of te doen verkoopen B.
en W. stellen voor, hierop afwijzend t8
beschikken. De kermis is wel voorbij,
maar deze afwijzende beschikking wen-
sohen B. en W. ook voor een volgenden
keer uitgestrekt te zien. Op kermis en
andere dergelijke feestdagen hebben zioh
in dezo gemeente nimmer ergerlijke feiten
van dronkenschap voorgedaan, zoodat B.
en W. geen reden aanwezig achten op
het verzoek in te gaan.
De heer Catshoek wil aan het adres
tegemoet komen, en gediuende de kermis
en andere feestdagen het tappen van
aloohol en bier verbieden.
De heer Timmerman is afwezig geweest
toen het adres in het college van B. en
W. is behandeld geworden. In Arnhem,
waar hij toefde, is een besluit door den
burgemeester uitgevaardigd geworden,
dat gedurende de feestdagen na zes uur
dea avonds geen alooholhoudende dr.cn-
ken mochten verkocht worden. Dit besluit
heeft goed gewerkt.
De heer Fokker zegt, dat men moet
verdraagzaam wezen. De ééne houdt van
een borrel, de andere niet. En nu gant
het niet aan dat iemand, die niet van
een borrel houdt, een ander, die er wel
van houdt, dwingt geon sterken drank
te gebruiken. Er is op de kermis alhier
Seen kwestie van dronkemanstooneelec.
In nu wil men niet alleen het gebruik
van spiritualiën verbieden, maar zelD
dit verbod tot bier uitstrekken. MoeUn
de mensohen dan saliemelk drinken?
De heer W. den Boer: De heeren van
het Dagelijksoh Bestunr hebben gezegd,
dat hier ter stede gedurende de kemr's
niet s ergerlijks gebeurt.
Spreker vraagt, moet er eerst iets
ergerlijks gedurende de kermis gebeuren,
Schultz blijkt, dat deze met ingang van
1 April 1819 tot terreinwerker, tevens
tijdelijk befast met lanlaarnopsleken door
de oommissie der gasfabriek is aan
gesteld tegen een loon van f832 jaarlijks,
met twee jaarlijkeohe verhoogingen van
f52 tot het maximum van f936. Nooit
is er sprake van geweest, dat z\j na 1
April enz. voor het opsteken van de 22
lantarens zouden worden betaald, Den
lston September werden zij van de taak
van lantarenopsteker onthoven.
De heer Catshoek zegt, deze zaak
onderzocht te hebben. De Directeur
dor gasfabriek beweert, dat bij aan de
terreinwerkers niet heeft gezegd, dat zij
voor het aansteken der geslantarens
extra betaling zouden genieten. Spreker
heeft met de arbeiders der gasfabriek
een oonferentie gehad, En nu hebben
deze hem verklaard, dat al wat de
Direoteur heeft gezegd, van A—Z ge
logen is. De Direoteur is onbetrouwbaar
en in deze niet eerlijk. De heer Damen
heeft in een onderhoud met het perso
neel medegedeeld, dat de twee lantaren-
opstekers van het opsteken der lantarens
van 1 April af ontheven zijn. Spreker
leest de volgende verklaring voor:
„Ondergeteekenden verklaren bij deze,
„dat in begin Maart aan het geheele
„personeel dor gasfabriek in het sohaft-
„lokaal door den heer Damen o. a. is
„medegedeeld, dat met ingang van 1
„April j l. de lantarenopstekers Sohults
„en Nolet ven deze betrekking ontheven
„zouden worden
w. g. Ph. Sohultz, H. Nolet, Th. Sies,
A van Loo, A. Kliok, M A. Bakker.
Die mensohen zijn, toen hun gesegd
werd dat «ij geen reoht op extra-loon
te maken hebben met het ter tafel
gebrachte onderwerp. Hij protesteert er
tegen, wat hij den directeur ten laste
legt, namelijk, dat de werklieden alle
waarheid spreken en dat de direoteur
leugens vertelt, onbetrouwbaar en on
eerlijk is. Hij protesteert er tegen, dat
door een lid van den Raad een aohtens-
waardig ambtenaar openlyk aan de kaak
wordt gesteld en van hem verklaard
wordt, al wat U zegt, is onwaar.
Uit de akte van aanstelling blijkt,
dat die mensohen zijn aangesteld tot
terreinwerker en tevens tot lantaarn
opsteker. Zij hebben met het opsteken
der lantaarns werk verricht, hetwelk
zij moesten verriohten.
De heer Koopman herinnert den heer
Catshoek er aan, dat de voorzitter bij
de installatie der raadsleden er op ge-
wazen heeft, dat d8 raadsleden kraohtens
de wet verplicht zijn op te komen voor
de belangen der gehecle burgerij en
niet voor klassebelangen. Spreker ver
wijt den heer Catshoek groote eenzijdig
heid en partijdigheid in deze. Hij heeft
alleen gehoor! de werklieden, maar
niet den directeur, nooh de oommissie
der gasfabriek. Op de gasfabriek had
hij inzage kunnen krijgen van de
notulen en andere stukken, en daaruit
kunnen ontwaren, dat met 1 April de
loonsverhooging in werking getreden
is en dat uit de akte van aanstelling
duidelijk blijkt, dat de terreïnwerkers
tevens belast zijn met het aansteken
der gaslantaarns, waarvoor zij dus niet
extra behoeven betaald te worden. Maar
de heer Catshoek vond het beter zich
niet rechtstreeks tot ons te wenden. Hij
gaf er de voorkeur aan aohter onzen
rug te werken. Hij heeft zioh sohrifte-
lijk tot den heer Damen gewend. Spre
ker leest dit sohrijven voor:
Zierikzee, 28 Sept. 1919.
WelEdele Hoerl
In. mijn kwaliteit van raadslid had
ik de vorige week een onderhoud met
het personeel der gasfabriek alhier. In
dat onderhoud kwam o. a. voor, dat U
in Maart j.l. bij een mededeeling aan
het personeel, betreffende arbeidsvoor
waarden en loonen, ook moet hebben
gezegd, dat de lantaarnopstekers Sohults
en Nolet met ingang van 1 April 1.1.
van die functie zouden worden ontheven,
Gaarne vernam ik per omgaande of
deze mededeelirg juist is, en zoo ja, in
wiens opdracht U handeldet, toen U
deze mededeeling deedt. Om dit,sohrjj-
ven als origineel te gebruiken, zou ik
liefst zien, dat U Uw antwoord aan de
ommezijde dezes mij doet toekomen
Vertrouwende, U wel aan mijn ver
zoek zult willen voldoen.
Met achting,
(w.g.) J CATSHOEK.
H«:t antwoord op dit sohrijven was
als volgt:
Apeldoorn, 24 Sept. 1919.
Gelichte Heer Catshoek 1
Aan Uw verzoek voldoe ik gaarne,
des te m8er, omdat een en ander niet op
een misverstand, doch op een grove
onwaarheid berust.
Het verwondert mij, dat Nolet en
Sohults nu mij aanwezen als de man,
die hun de betrefiende mededeeling
zou hebben gedaan. Ik ken U dan ook
verzekeren, dat noch door don direoteur,
nooh door mij, van ontheffing gesproken is.
Daags ra de vergadering der gaa-
oommissie is het geheele personeel op
het kantoor gekomen, en alleen door
den directeur ia mededeeling gedaan
van de genomen besluiten. Mij is ook
niet bekend, dat een besluit was ge
nomen, om Nolet en Schults van hunne
funotie te ontheffen. Dus, hoe kan dan
door mij zoo iets aan de betrokkenen
worden medegedeeld?
Er is gexegd: Nolet en Sohultz zullen
van hun funotie ontheven worden wan
neer de beperkte straatverlichting wordt
opgeheven, tenzij er eerder mooht wor
den' besloten een of meer lantf&m-
opBtekers aan te stellen. Deze mede
deeling is door hen zeer goed begrepen
en Sohultz heeft er op laten volgen
„best m'nheer".
Ziedaar, heer Catshoek, de were toe
dracht der zaak Vertrouwende hiermede
aan uw verzoek te hebben voldaan.
Achtend,
(w. g.) H. A. DAMEN.
Na de voorlezing van bovenstaande
brieven vervolgt sprekerDo heer Cats
hoek heeft den heer Damen verzooht
diens brief terug te zenden en op de
achterzijde er van het antwoord te
sohrqven. Maar de heer Datuen heeft
een afschrift gemaakt van den brief
▼an den heer Catshoek. Zoowel zijn
brief [als het antwoord van den he?,r
Damen heeft de heer Catshoek echter
niet voorgelezen, Hij heeft deze achter
baks gehouden, omdat zij niet in zijn
kraam te pas kwamen. Spreker vindt
het onverantwoordelijk, dat de heer
Catshoek tegen den heer Prakke zoo 1b
uitgevaren, een uitstekenden directeur,
die al het mogelijke voor de werklieden
doet. Maar herhaaldelijk is het voor
gekomen, dat de mensohen dronken op
de fabriek zijn gekomen. Zoo iets kan
en mag niet gedoogd worden Spreker
besluit met de verklaring, dat hot, on
derzoek van den heer Catshoek hoogst
eenzijdig en partijdig is geweest.
De voorzitter verzoekt de leden de
disoussies tot de zaak zelve to beperken.
De heer Catshoek zegt, dat do ibe-
trouwbaarheid van den direoteur, v aar
van hij gewaagde, onjuist is op;:3't.
Hij bedoekte daarmede, dat de dirccteu
in deze aangelegenheden verkeerd is
opgetreden. De heer Koopman zs'.de aioh
te verwonderen, dat hij zijn schrijven
aan den heer Damen en het antwoord
van dezen aan hem niet voorgel -.en
heeft. Met opzet heeft hij dit nagelaten,
omdat tussohen den directeur eu de
cammissie der gasfabriek met den hoer
Damen reeds vooraf over deze kwestie
was onderhandeld.
De heer KoopmanDat moet be
wijzen.
De heer CatshookAl de_ werklieden
hebben verklaard, dat wat ia den brief
van den heer Damen staat, o. vv .n in.
De voorzitterDe vraag is hier niet,
of wat de directeur, wat de hef r D»m$n,
of wat de werklieden gezegd hebben,
juist is; vraag is, of de beide werklieden
recht hebben op schadeloosstelling voor
het aansteken der gaelantarens. Zij heb
ben daarop geen reoht, omdat dit tot
hnn werkzaamheden behoorde. Zij heb
ben geen 6xtra-werk vorrioht.
De heer Koopman aoht zich verplioht
te protestesren tegen de onbetrouwbaar
heid van den heer Catshoek, die beweert
dat de oommissie der gasfabriek mst
den heer Damen onderhandeld heeft. Hij
roept den heer Pyleman en de anders
leden der gasoommiesie op om te ge
tuigen, dat deze bewering geh8ul en al
in strijd met de waarheid is.
De heer Pyleman bevestigt onomwon
den 't gesprokene van den heer Koopman,
en begrijpt niet, hoe de heer Catshoek
zoo iets durft beweren.
De heer Catshoek zegt op de gasfabriek
te zijn geweest tot het instellen van eon
onderzoek, maar hij is er op oen uur
geweest, dat de direoteur er niet wab en
is toen onverriohter zake ter-^gekeerd.
Met den heer Pyleman in zijn functie
van lid dör commissie voor de gasfabriek
heeft hij eohter geconfereerd en o er tie
kwestie gesproken, zoodat het verwilt
van den heer Koopman geen j vond heeft.
De heer Pyleman: SlechtJ eenmaal is
dit het geval geweest en wel toen spre
ker in zijn qualiteit van ambtenaar der
belssting ten huize van den hser Cats
hoek moest wezen. Toen ia er over ge
sproken geworden.
De voorzitter stelt voor de disoussies
te sluiten.
Van socialistische zijde werd op stem
ming aangedrongen.
In stemming wordt gebracht het
voorstel van den vooriitter. Est werd
aangenomen. Tegen stemden de heeren
Catshoek en Versteeg. Hierop werd in
stemming gebraoht het voo-atel van
B. en W. om op het adres van de afd.
Zierikzee van den Nederl. Bond van
werklieden in openbare diensten en
bedrijven afwijzend te beschikken. Met
10 tegen 3 stemmen werd het aangeno
men. Tegen stemden de heeren Van
Burgb, Catshoek en Versteeg.
Ter tafel komt een adres van den Bond
van werklieden in openbare rneten
over de vaststelling; eoner nionre Loon
regeling voor het geme^ntepeTSoneel. In
dit padres wordt verzocht le mtkeuïmg
aan allen, die in dienst der gemeente
zijn, van ten minste f100 zoo spoedig
mogelijk; 2e een,;nieuwe looi igeling
vast te stellen op den grondslag van
oen minimumloon van f24 per week
in overleg met dc organ.satio.
B. en W. stellen vo op uit adres
afwqzend te besohikVen, döoh een com
missie uit den Raad te benoemen, die