fceesche Nieuwsbode Brieven uit Zierikzee. Provinciale Staten van Zeeland. B IJ VOEGSEL behoorende bij de van MAANDAG 10 JUNI 1918, no. IOI69. NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLAND GRONINGEN. De 14-jarige zoon van B. Cohen stond aan de Zuidcr- kuipen aldaar naai* het voetbalspel van enkele jongens te kijken. Cohen jstond achter een van zijn vriendjes, die hem vroeg om een paar sigaretten voor hem te gaan halen. Hij zou dit doen, doch moest eerst den veter van zijn schoen vastmaken. Toen hij zich hukte stootte hij met den linkerslaap legen de knie van zijn kameraadje. Hij is toen eveii naar huis geweest en speelde ?s avonds zelfs nog weer op straal. De knaap ging naai* lied toen de pijn heviger begon te worden. Zijn ouders vonden het kereltje dien nacht dood te bed. De politie heelt naar dit tragisch ongeluk 'n onderzoek ingesteld, maar het wil haar voorkomen, dat hier van schuld of misdrijf geen sprake is. Visscherijberichten BRUINISSE. Gedurende de vorige week werden van de Zuiderzee aange voerd ruim 2000 tonnen mosselzaad voor eigen consumptie. Er werden geen mosselen verzonden. Uit Stad en Provincie. KERKWERVE. Tot directeur van de gementewerken te Tegal (Java), is benoemd de heer P. N. Evertse, ge boren alhier. RENESSE. Gieternamiddag deed zich hier een treurig ongeval voor. De heer H. van Alkmaar, vergezeld van zijn echtgeaoote, werd op zijn fietstocht onwel. Nadat hij was afgestapt, zakte hij in elkaar. Bij den heer A. V. in huis gedragen, bleek de man reeds overleden te zijn. NOORD WELLE. De heer D. van Hoepen, vroeger werkzaam ter secretarie alhier, is benoemd tot Secretaris der gemeente Eemnes bij Baarn. BROUWERSHAVEN. Van den mili tairen commandant is bericht ontvangen, dat er geen bezwaar bestaat dit jaar de kermis op den gewonen tijd te houden. Onvoorziene omstandigheden voorbe houden zal deze dit jaar dus weer plaats hebben. THOLEN. Bij Kon. besluit is be noemd tot sub.-griffier bij de recht bank te Amsterdam, mr. J. Krabbe, thans griffier bij liet kantongerecht alhier. Post- en Telegrafie In 1918 worden ten minste 10 plaat sen als surnumerair der posterijen en telegrafie, waaronder één c. q., twee voor eene vrouwelijke candidaat, be schikbaar gesteld voor hen, die in hel bezit zijn van een eind-diploma van eene Hoogere Burgerschoolgymna sium of daarmede gelijkgestelde in richting van onderwys. Aanmelding behoort te geschieden bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie te 's-Gravenhage, vóór 1 September e. k. Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den directeur van liet post- en tele graafkantoor te Zierikzee. Onderwijs Voor het examen krankzinnigen ver pleging 2e gedeelte slaagde o. a. mej. P. L. Kik, vroeger le Nieuwerkerk, thans werkzaam aan liet instituut le Bak kum. HAAMSTEDE. Benoemd lol onder wijzer aan de ppenb. school alhier de beer M. J. van 't Hof te Heinkens- zandL Aanbestedingen. Verkoopingen, enz. WISSENKERKE. Bij de op 7 dézer alhier gehouden aanbesteding van hel gewoon jaarlijksch onderhoud aan den Vliefcepolder, raming f 3421,70, werd ingeschreven als volgt: V. C. P. Bolier, Scherpenisse, f4325; J. de Bree, Ter- neuzen, f 4360; C. Klaassen, Zaam slag, f 4500; J. iM. Dekker, Brouwers haven, f 4610. Laagste inschrijver was de heer Bolier te Scherpenisse, voor f 4325. NIEUWERKERK, 7 Juni. Ten over staan van notaris Korteweg werden heden alhier op de hofstede van Mevr. de wed. Labrijnvan Putte, publiek verkocht Paard met veulen, voor f 1950, f 1700 en f 1560; paarden voor f 1390, f 1175, f 1100; 2-jarige ruin voor f910; 2-jarige merrie voor f 1125; jaarlingruin voor f 520; jaarlingmerrie voor f775; Koeien voor f 510, f 502; kalfvaars voor f 390; ossen voor f 270, f 276, f 207, f 230, f 100; vaarzen voor f 290, f 220, f 212, f 101 en f 101; varken voor f 195; Kalkoenen voor f 15,50 f 19,— per stuk. Het Nederlandsche volk bestaat tegen woordig voor 9/io uit smokkelaars. Was voorheen in het algemeen voor namelijk winstbejag de machtige prikkel tot smokkelarij, heden ten dage zijn het de benarde tijdsomstandigheden en in verband daarmede de niet altijd prak tische en redelijkeregeeringsvoorschriften als de beweegredenen van het smokkelen te beschouwen. Is de categorie,# smokkelaars uit winstbejag, tengevolge van het in dezen wereldoorlog te behalen reuzenvoordeel aanmerkelijk toegenomen, nu door blok kade eu uitvoerverbod de volken van onderscheidene oorlogvoerende staten ^aan tal schier onmisbare levensbenoo- digdheden schromelijk gebrek lijden, daarnaast is van lieverlede een niet minder talrijke, zoo niet nog grooter groep van smokkelaars ontstaan, die, gehoorzamend aan de natuurwet van zelfbehoud, de mini3terieele beschikkin gen, die den verkoop, het vervoer en den uitvoer van tal van producten be perken of verbieden, zonder de minste gewetenswroeging overtreden. Tuaschen beide categoriën bestaat uit een zedelijk oogpunt een hemelsbreed verschil. Men kan toch iemand, die smokkelt om zich te verrijken, zelfs niet vergelijken, laat staan gelijkstellen met iemand, die smokkelt uit voorzorg, uit noodzaak, uit zelfbehoud. Tot de laatste groep behooren onge twijfeld duizenden en duizenden land- genooten. Een ieder immers, die hiervoor in de gelegenheid is, en daartoe eenigszins bij machte is, smokkelt. Elke goede huisvrouw smokkelt met met of zonder bonboekje, teneinde haar man en kroost van het noodige te kunnen voorzien. Elke bewoner der groote steden, die op reis is en huiswaarts keert, smokkelt in koffer of valies. Elke landbouwer smokkelt, wanneer hij van de tarwe, die hij verbouwd heeft, een mud of twee achterhoudt, teneinde zijn gezin en zijn veldarbeiders behoorlijk te kunnen voeden, of wanneer I hij yan de gerst, die hij geoogst heeft, j een paar mud tot voeding van zijn pluimvee afneemt. En hoevele Zierikzeënaren, hoevele bewoners van Schouwen—Duiveland hebben niet reeds voor den volgenden winter zoogenaamde smokkelkolen inge slagen. Terecht liet de Overheid ait oog luikend toe. Zij ging daarbij van het verstandige standpunt uit, dat zij, die zich nu van die kolen voorzien hebbenin het komend winterseizoen öf in het geheel niet, öf minder behoefte aan distributie kolen zullen hebben, hetgeen aan hen, die niet hebben ingeslagen, ten goede zal komen, wanneer van elke ingezetene opgave verlangd wordt van de hoeveel heid kolen, die hij in voorraad heeft, en bij den minsten twijfel aan de juist heid dier opgave nauwkeurige huis zoeking gedaan wordt. Veilig mag met het oog op dat alles de vraag gesteld worden, wie smokkelt tegenwoordig niet. Ook Brinio heeft op dien regel geen uitzondering gemaakt. Ook hij heeft gesmokkeld, hiertoe door de noodzakelijkheid gedreven. Voor zijn kippen namelijk kon hij, welke pogingen hij ook aanwendde, geen voer bekomen. Vergeefs was al zijn moeite bij hande laar en landbouwer. Ook zijn schrijven aan den Secretaris der Afdeeling Zeeland van de V. P. N. te Goes had geen gunstig resultaat. Ten slotte heeft hij zich gewend tot den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Op dit schrijven ontving hij van het Rijksbureau voor de distributie van graan en meel te 's-Gravenhage het vol gend antwoord. „Naar aanleiding van Uw adres aan „Zijn Excellentie den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, ons ter „afdoening in handen gesteld, hebben „wij de eer U mede te deelen, dat de „beschikbare voorraad veevoeder niet „toelaat voor kippen iets beschikbaar te „stellen. „Zeer vele verkeeren in hetzelfde ge- „val als het Uwe, zoodat wij billijk heidshalve geen uitzondering mogen „maken. „Aan Uw verzoek kan derhalve niet „worden tegemoet gekomen. Brinio had dus nul op rekwest ge kregen. En daar hij om redeneD, die voor hem van overwegenden aard waren, zijn kippen niet wilde laten slachten, noch minder wilde laten verhongeren, zoo besloot hij den weg der smokkelarij te betreden. Het gelukte hem wat achterwindsel voor zijn hoenders machtig te worden. Wij leven echter in een tijd, dat tot moreele schade van de Nederlandsche bevolking het onkruid der aanbrengerij in ons land welig tiert. Schrijver weet niet, of het waar is dat in sommige gemeenten de aan brengers zelfs belooning ontvangen, maar wel weet hy, dat het doel van den aanbrenger in dit geval volkomen be reikt werd. Op het achterwindsel toch werd beslag gelegd. Duizenden balen bruine boonen kostelijk menschenvoedsel, liggen in het Amsterdamsche Veem te bederven, maar op wat achter windsel, vermengd met de excrementen van ratten en mui zen, wordt beslag gelegd. Wanneer Brinio de eer had lid van de Tweede Kamer te wezen, dan zou hij tot Zijn Excellentie, den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de bescheidene vraag richten, hoe in ons land de eierproductie en de kippen- teelt bevorderd kunnen worden, wanneer aan het pluimvee het zoo noodige voer onthouden wordt. Zijn Excellentie zal toch wel weten, dat als de hoenders geen of geen vol doend voer krijgen, zij geen eieren leggen. En niet alleen dat de eierproductie op houdt, maar het is ook een feit, dat de kuikens, die tegenwoordig uitgebroed worden, zwak zijn, en dientengevolge meerendeels sterven. Schrijver heeft in 't algemeen belang zijn geval hier besproken, opdat de Min. van Landbouw, Nijverheid en Handel, wien een exemplaar van de Zierikzeesche Nieuwsbode zal worden toegezonden, daar door tot de overtuiging komt, dat zoowel in het belang der eierproductie als in dat eener behoorlijke voortteling van het pluimvee het dringend noodig is, daar voor voer in voldoende mate beschikbaar te stellen. Zierikzee, 6 Juni 1918; BRINIO. (Zomerzitting). In druk zijn verschenen een deel van de voorstellen van Gedep. Staten, welke in de a.s. zomerzitting van de Provin ciale Staten onzer provincie zullen be handeld worden. De twee voornaamste voorstellen van deze thans verschenen, zijn wel die in zake de herziening van het algemeen reglement voor de polders en waterschappen en van het reglement van politie voor de polders en waterschappen. Beide voorstellen met hun memories van toelichting vormen heele boekdeelen, en wij moeten ons dan ook beperken tot het noemen van enkele zeer belang rijke wijzigingen in beknopten vorm. Wat betreft het algemeen reglement merken wij daarom het volgende op: Tot nu toe bestond het reglement uit hoofdstukkenparagraven en artikels, dit zal worden titels, hoofdstukken, arti kels en paragraven. Dit wordt gedaan om nog betere aan wijzingen te kunnen geven. Bepaald wordt, dat voortaan door de Prov. Statemeec naam aan een nieuwen polder zal worden gegeven. Bij het hoofdstuk van de zeewering en oeververdediging worden aan het toezicht der polderbesturen naast de bij het Rijk in onderhoud zijnde werken, ook die welke bij de provincie in onderhoud zijn, onttrokken. Opgenomen is thans in het reglement de- verplichting tot waterpassing en het nemen van dwarsprofielen aan de dijken, hetgeen in de praktijk wel onder het geven van inlichtingen werd begrepen, maar dat toch beter uitdrukkelijk kan worden bepaald. Voorgesteld wordt inzake de bepaling der schadeloosstelling en de regeling van het gemeenschappelijk beheer en onder houd van binnendijken, waarvan door een polderbestuur van anderen ophoo ging wordt gevorderd, deze over te laten aan Gedep. Staten. Een belangrijke wijziging is, dat in het vervolg niet alleen de waterleidingen moeten worden opgegeven, die bij de polders of waterschappen in onderhoud zijn, maar ook die bij anderen in onder- boud zijn, opdat Gedep. Staten een staat kunnen vaststellen, evenals het geval is met den ligger der wegen en voetpaden Daar zulks meermalen tot verschil van meenir.g aanleiding gaf, is thans definitief neergeschreven, dat voor de bepaling wie stemgerechtigd zijn, ook het in eigendom hebben van vroonen en vrij- landen, waarvan geschotgeheven wordt, tot kiesbevoegdheid aanleiding geeft. Een uitbreiding wordt gegeven aan de bevoegdheid van vrouwen om stem bevoegd te zijn, daar de gehuwde vrouwen ook als stembevoegde voor anderen kan optreden in dezelfde gevallen als nu reeds de man. Met het oog op de tal rijke kwesties van bevoegdheid, welke zich bij de poldervergaderingen voordoen, wordt het wenschelijk geacht, lijsten van stembevoegdheid in het leven te roepen en zijn eenige artikelen aan de inrichting van die lijsten besleed, waarin, o. a. bepaald wordt, dat de be sturen de lijst in Januari moeten her zien, dat er beroep op hunne beslissing in deze bestaat en dat eventueel bij beroep of hooger beroep toegekende bezwaren voor einde Maart opnieuw wijziging der lijst nooclig maken. In overeenstemming met desbetref fende ministrieele circulaires wordt het benoemen van dijkgraven, plaats ver van- i gers, en gezworenen niet toegestaan, indien de bedoelde personen denouder- dom van 70 jaar hebben bereikt. Opgenomen is een bepaling, dat dijk- I graven of gezworenen niet mogen werk- zaam zijn als advocaat of procureur in j rechtsgedingen, waarin de polder of het waterschap betrokken is. Een belangrijke wijziging is gebracht in het hoofdstuk, dat de bevoegdheid en den werkkring van het polderbestuur regelt, door „het nemen van voorzorgs maatregelen in oogen blikken van gevaar" te vervangen door „het uitoefenen van de bij art. 1 no. 15 der wet van 9 Mei 1902 vermelde bevoegdheden, die vooral bij gevaar, als b.v. watersnood, van groot belang kunnen zijn. De mogelijkheid wordt geopend, dat een vrouw tot ontvanger-griffier wordt benoemd. Uit de bepaling omtrent het afleggen van eed of belofte, zijn vervallen de woorden „overeenkomstig zijne gods dienstige meening" in overeenstemming met de in de staatswetten vrijgelaten keus tusschen eed of verklaring en belofte. Aan Gedep. Staten wordt de bevoegd heid gegeven de kassen der ontvangers op te nemen of te doen opnemen. Ook krijgen zij bevoegdheid waterbouwkun dige ambtenaren te ontslaan, evenals zij dit ontvangers kunnen doen. De be zoldiging der waterbouwkundige amb tenaren wordt aan de goedkeuring van Gedep. Staten onderworpen. Een nieuwe bepaling is ook, dat 8chotplichtige landen, welke vergraven worden of wegens verandering van be stemming door den rechthebbende tijdelijk of definitief onvruchtbaar wor den, schotplichtig blijven, terwijl thans ook wordt vastgelegd, dat voor een be paald werk een afzonderlijk dijkgeschot geheven kan worden van de landen, welke bij dat werk belang hebben. Ten slotte merken wij nog op, dat de datum van inwerkingtreding wordt ge noemd op 1 Mei 1919. Het reglement van politie, dat vroeger bestond uit paragrafen en artikelen, be staat gewijzigd uit hoofdstukken, artikelen en paragrafen. Ook in dit reglement zijn ten deele maar redactie wijzigingen en verduide lijking van de bestaande omschrijvingen voorgesteld. Van de andere wijzigingen noemen wij o.a. die, waarbij het plaatsen van hoopen van aarde, zand, steen of andere voorwerpen, niet alleen voor buiten- en waterkeerende dijken, maar ook voor alle andere dijken wordt verboden. Op aanzegging van het polder dijkbestuur zullen de gebruikers der grasëtting op de buiten- en waterkeerende dijken moeten maaien en zijn zij verplicht die grasëtting steeds vrij van onkruid te houden. Opgenomen is in navolging van de bepalingen ten deze in de bijzondere reglementen voor Schouwen en voor Walcheren, een artikel, waarbij bevor derd wordt het verdelgen van konijnen in duinen en dijken. Uit ^dezelfde bijzondere reglementen is overgenomen een bepaling, dat om wonenden de specie uit de waterleidingen gedolven op hun land moeten ontvangen. Inzake het verleenen van vergunning voor het laten grazen van paarden of runderen op de buitendijken, wordt ffie- paald, dat deze vergunning in geen ge val van 15 October tot 15 April wordt verleend. Overeenkomstig het desbetreffende verzoek stellen Gedep. Staten voor aan G. Adriaansens te Walsoorden te ver- koopen de perceelen 783 en 764 van sectie B der gemeente Hontenisse, ge legen langs den weg van Walsoorden naar Hulst, groot 580 en 360 M2. tegen 20 cent per M2. Naar aanleiding van een verzoek van - den raad van Stoppeldijk om eene subsidie van f 150 per jaar in de be zoldiging van een vroedvrouw, stellen Gedep. Staten voor aldus te besluiten, zulks na ingewonnen advies van den inspecteur der volksgezondheid. zwaaiplaats door officieele waarnemingen worden geconstateerd. Waar de gemeente ook gevraagd heeft haar de subsidie over 1917 uit te betalen, deelen Gedep. Staten mede, dat uit de bij den Hoofd-Ingenieur van den Provincialen Waterstaat en den directeur van den Stoombootdienst op de Ooster- Schelde ingewonnen berichten gebleken is, dat de zwaaiplaats over dat jaar niet een diepte heeft gehad van 2,50 M. beneden laag water. Waar alzoo aan de gestelde voorwaarden niet is voldaan kunnen zij niet adviseeren de uitbetaling te doen plaats hebben. Ten slotte stellen Ged. Staten voor, op het verzoek afwijzend te beschikken Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van Johs. Leenderse te Wemel- dinge, stellen Ged. Staten voor in de voorwaarden, waaronder aan Leendertse subsidie is verleend voor zijn wagen- dienst van Wemeldinge naar station Vlake, op te nemen, dat, in afwijking van de bepaling, er 5 keer per dag heen en weer moet worden gereden, Ged. Staten met L. zoodanige regelingen mogen treffen, als in verband met en gedurende den beperkten treinendienst op den Staats spoorweg van Goes naar Bergen op Zoom zullen wenschelijk blijken. Door A. Frederikse te Ierseke wordt gevraagd om f500 subsidie per jaar, voor een omnibusdienst van Ierseke naar het station Ylake. Voorgesteld wordt daartoe te besluiten. In verband met een desbetreffend verzoek van het bestuur van het mili tair tehuis te Middelburg en met oog op het groot aantal militairen, dat thans het tehuis bezoekt, stellen Ged. Staten voor, de subsidie te verhoogen van f 150 op f250. De goedkoope kleeren. Het Volk deelt er de volgende bij zonderheden over mede. De bedoeling is om van grondstoffen, die door de regeering verstrekt worden, in de groote confectiefabrieken te laten makenwinter- kinderpakjes, costuumrokken, lekenhemdenborstrokken, broeken en dekens. De winterjassen zouden tegen een prijs van f 15 tot f 20 verkrijgbaar worden gesteld, de costuumrokken tegen f4 tot f6. Ook de andere goederen zullen voor beduidend lagere prijzen dan thans gevraagd worden, verkrijgbaar worden gesteld. Omslagdoeken voor vrouwen en meisjes voor circa f2 en een-persoons dekens in den prijs van f2 tot f2,50. Sommige volgens het deze inspecteur had den wensch uitgesproken dat de gemeente Boschkapelle dezelfde vroedvrouw voor haar gemeente zou aanstellen, maar de raad had hier tegen bezwaren, die Gedep. Staten als billijk erkennen. In overeenstemming met het Kon. Besluit van 16 Juni 1916, waarbij een nieuwe regeling getroffen wordt voor de toekenning van Rijksbijdragen in de verpleegkosten van behoeftige krank zinnigen, stellen Gedep. Staten voor ook de voorwaarden van de Provinciale bijdrage zoo te wijzigen, dat die ook gelden voor in observatie of in open afdeelingen behandelde patiënten. Door den burgem. en weth. van Zie rikzee is namens den raad gevraagd om de voorwaarden volgens welke een sub sidie van f 200 werd verleend voor het onderhoud van de zwaaiplaats in de haven aldaar, te wijzigen en te lezen „dat deze subsidie zal worden uitbetaald in December van elk jaar, wanneer aan Gedep. Staten is gebleken, dat de zwaai plaats in den loop van het jaar buiten gewoon lage waterstanden en abnormale omstandigheden voorbehouden geen hinder in de uitoefening van den provin cialen stoombootdienst beeft opgeleverd." In het desbetreffend besluit der Prov. Staten werd besloten te bepalen, dat de subsidie zal worden uitbetaald in Dec. van elk jaar, wanneer aan Ged. Staten is gebleken, dat de zwaaiplaats in den loop van dat jaar eene diepte heeft behouden van 2,50 M. beneden laag water bij een middellijn van 45 M. Tegen de gevraagde wijziging der voorwaarde bestaat naar de meening van Gedep. Staten bezwaar, omdat daarvan het gevolg zou ziju dat de beantwoording van de vraag, of de zwaaiplaats eene voldoende diepte en breedte heeft, ge heel van subjectieve opvattingen zou afhangen. De beoordeeling op de ver laagde wijze zou ongetwijfeld tot be zwaarlijk te beslissen geschillen aanlei ding geven, terwijl die moeilijkheden zich met voordoen, indien zooals thans geschiedt, de breedte en de diepte der groote fabrieken waren, blad, niet zeer genegen te verwerken, omdat de te maken winst te klein zou zijn. Doch het gevaar om bij weigering verstoken te blijven van brandstoffen, schijnt hier en daar wel geholpen te hebben. Het blad dringt er op aan, dat het niet wordt een „eenheidsjas", doch zoo wel in model als in kleur geen bizondere eenheidsteekenen te vinden zijn. Voor ondergoed zou dat desnoods er minder op aankomen. Men stelt zich voor aan ieder die binnen de vast te stellen welstandsgrens valt, te verstrekken een jas en twee stuks ondergoed van ieder soort, terwijl de versleten jas weer zal moeten worden ingeleverd. Bommen op Sas-van-Gent en Koewacht. (Officiëel). Het ministerie van Buiten- landsche Zaken deelt het volgende mede: u In den nacht van 20 op*21 Mei j.l. te jwJ f 11-25 namiddag zijn door een onbekend vliegtuig, dat zich in Zuidelijke richting over Sas-van-Gent bewoog, zeven bommen geworpen, waarvan drie op Nederlandsch gebied terecht gekomen zijn zonder per soonlijke ongelukken te veroorzaken. In dien zelfden nacht wierp te 1.30 namiddag een vliegtuig tien bommen nabij Koewacht, wederom zonder per soonlijke ongelukken teweeg te brengen, doch waarvan één aanzienlijke schade aanrichtte aan gebouwen en gereed schappen. Het onderzoek der gevonden scherven heeft uitgemaakt, dat de bommen in beide gevallen van Britsch maaksel waren. Aangezien hieruit blijkt, dat eenige der Britsche vliegtuigen, welke in den bewusten nacht een aanval op het be zette gedeelte van België uitvoerden, zich aan dit werpen van bommen hebben schuldig gemaakt, heeft Harer Majesteit's Gezant te Londen opdracht ontvangen bij de Britsche Regeering met nadruk te protesteeren tegen deze ernstige schendingen van Nederlandsch gebied, welke steeds in aantal toenemen en welke de Britsche Regeering dooi de meest strenge orders dient te voor komen. In een aantal andere gevallen, waarin eenigen tijd geleden bommen van Britsch maaksel uit vliegtuigen op Nederlandsch gebied werden geworpen, heeft de Brit sche Regeering tot dusver ontkend, dat Britsche vliegtuigen de schuldigen waren. De gedachtenwisseling daarover wordt intusschen voortgezet. Middel tegen nachtvorsten. Twee landbouwers te Wiessel waren niet ten onrechte bevreesd voor de uit werking der mogelijke nachtvorsten in den nacht van Dinsdag op Woensdag. Zij sjouwden aan de windzijde hunner boekweitakkeri hoeveelheden hout en bleven den nacht een waakzaam oog houden. Toen het vriespunt bijna ge naderd was, staken zij de vuren op en dikke rookwolken dwarrelden over de teere planten heen en verdreven de rij-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1918 | | pagina 5