fceesche Nieuwsbode
Brieven uit Zierikzee.
Provinciale Staten van Zeeland.
B IJ VOEGSEL
behoorende bij de
van MAANDAG 10 JUNI 1918,
no. IOI69.
NIEUWSTIJDINGEN.
NEDERLAND
GRONINGEN. De 14-jarige zoon
van B. Cohen stond aan de Zuidcr-
kuipen aldaar naai* het voetbalspel
van enkele jongens te kijken. Cohen
jstond achter een van zijn vriendjes,
die hem vroeg om een paar sigaretten
voor hem te gaan halen. Hij zou dit
doen, doch moest eerst den veter van
zijn schoen vastmaken. Toen hij zich
hukte stootte hij met den linkerslaap
legen de knie van zijn kameraadje.
Hij is toen eveii naar huis geweest en
speelde ?s avonds zelfs nog weer op
straal. De knaap ging naai* lied toen
de pijn heviger begon te worden. Zijn
ouders vonden het kereltje dien nacht
dood te bed.
De politie heelt naar dit tragisch
ongeluk 'n onderzoek ingesteld, maar
het wil haar voorkomen, dat hier
van schuld of misdrijf geen sprake is.
Visscherijberichten
BRUINISSE. Gedurende de vorige
week werden van de Zuiderzee aange
voerd ruim 2000 tonnen mosselzaad
voor eigen consumptie. Er werden geen
mosselen verzonden.
Uit Stad en Provincie.
KERKWERVE. Tot directeur van
de gementewerken te Tegal (Java), is
benoemd de heer P. N. Evertse, ge
boren alhier.
RENESSE. Gieternamiddag deed zich
hier een treurig ongeval voor. De heer
H. van Alkmaar, vergezeld van zijn
echtgeaoote, werd op zijn fietstocht
onwel. Nadat hij was afgestapt, zakte
hij in elkaar. Bij den heer A. V. in
huis gedragen, bleek de man reeds
overleden te zijn.
NOORD WELLE. De heer D. van
Hoepen, vroeger werkzaam ter secretarie
alhier, is benoemd tot Secretaris der
gemeente Eemnes bij Baarn.
BROUWERSHAVEN. Van den mili
tairen commandant is bericht ontvangen,
dat er geen bezwaar bestaat dit jaar
de kermis op den gewonen tijd te houden.
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden zal deze dit jaar dus weer
plaats hebben.
THOLEN. Bij Kon. besluit is be
noemd tot sub.-griffier bij de recht
bank te Amsterdam, mr. J. Krabbe,
thans griffier bij liet kantongerecht
alhier.
Post- en Telegrafie
In 1918 worden ten minste 10 plaat
sen als surnumerair der posterijen en
telegrafie, waaronder één c. q., twee
voor eene vrouwelijke candidaat, be
schikbaar gesteld voor hen, die in hel
bezit zijn van een eind-diploma van
eene Hoogere Burgerschoolgymna
sium of daarmede gelijkgestelde in
richting van onderwys.
Aanmelding behoort te geschieden
bij het Hoofdbestuur der Posterijen
en Telegrafie te 's-Gravenhage, vóór
1 September e. k.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij
den directeur van liet post- en tele
graafkantoor te Zierikzee.
Onderwijs
Voor het examen krankzinnigen ver
pleging 2e gedeelte slaagde o. a. mej.
P. L. Kik, vroeger le Nieuwerkerk,
thans werkzaam aan liet instituut le
Bak kum.
HAAMSTEDE. Benoemd lol onder
wijzer aan de ppenb. school alhier
de beer M. J. van 't Hof te Heinkens-
zandL
Aanbestedingen.
Verkoopingen, enz.
WISSENKERKE. Bij de op 7 dézer
alhier gehouden aanbesteding van hel
gewoon jaarlijksch onderhoud aan den
Vliefcepolder, raming f 3421,70, werd
ingeschreven als volgt: V. C. P. Bolier,
Scherpenisse, f4325; J. de Bree, Ter-
neuzen, f 4360; C. Klaassen, Zaam
slag, f 4500; J. iM. Dekker, Brouwers
haven, f 4610.
Laagste inschrijver was de heer
Bolier te Scherpenisse, voor f 4325.
NIEUWERKERK, 7 Juni. Ten over
staan van notaris Korteweg werden heden
alhier op de hofstede van Mevr. de wed.
Labrijnvan Putte, publiek verkocht
Paard met veulen, voor f 1950, f 1700
en f 1560; paarden voor f 1390, f 1175,
f 1100; 2-jarige ruin voor f910; 2-jarige
merrie voor f 1125; jaarlingruin voor
f 520; jaarlingmerrie voor f775; Koeien
voor f 510, f 502; kalfvaars voor f 390;
ossen voor f 270, f 276, f 207, f 230,
f 100; vaarzen voor f 290, f 220, f 212,
f 101 en f 101; varken voor f 195;
Kalkoenen voor f 15,50 f 19,— per
stuk.
Het Nederlandsche volk bestaat tegen
woordig voor 9/io uit smokkelaars.
Was voorheen in het algemeen voor
namelijk winstbejag de machtige prikkel
tot smokkelarij, heden ten dage zijn het
de benarde tijdsomstandigheden en in
verband daarmede de niet altijd prak
tische en redelijkeregeeringsvoorschriften
als de beweegredenen van het smokkelen
te beschouwen.
Is de categorie,# smokkelaars uit
winstbejag, tengevolge van het in dezen
wereldoorlog te behalen reuzenvoordeel
aanmerkelijk toegenomen, nu door blok
kade eu uitvoerverbod de volken van
onderscheidene oorlogvoerende staten
^aan tal schier onmisbare levensbenoo-
digdheden schromelijk gebrek lijden,
daarnaast is van lieverlede een niet
minder talrijke, zoo niet nog grooter
groep van smokkelaars ontstaan, die,
gehoorzamend aan de natuurwet van
zelfbehoud, de mini3terieele beschikkin
gen, die den verkoop, het vervoer en
den uitvoer van tal van producten be
perken of verbieden, zonder de minste
gewetenswroeging overtreden.
Tuaschen beide categoriën bestaat uit
een zedelijk oogpunt een hemelsbreed
verschil.
Men kan toch iemand, die smokkelt
om zich te verrijken, zelfs niet vergelijken,
laat staan gelijkstellen met iemand, die
smokkelt uit voorzorg, uit noodzaak,
uit zelfbehoud.
Tot de laatste groep behooren onge
twijfeld duizenden en duizenden land-
genooten.
Een ieder immers, die hiervoor in de
gelegenheid is, en daartoe eenigszins bij
machte is, smokkelt.
Elke goede huisvrouw smokkelt met
met of zonder bonboekje, teneinde haar
man en kroost van het noodige te
kunnen voorzien.
Elke bewoner der groote steden, die
op reis is en huiswaarts keert, smokkelt
in koffer of valies.
Elke landbouwer smokkelt, wanneer
hij van de tarwe, die hij verbouwd
heeft, een mud of twee achterhoudt,
teneinde zijn gezin en zijn veldarbeiders
behoorlijk te kunnen voeden, of wanneer I
hij yan de gerst, die hij geoogst heeft, j
een paar mud tot voeding van zijn
pluimvee afneemt.
En hoevele Zierikzeënaren, hoevele
bewoners van Schouwen—Duiveland
hebben niet reeds voor den volgenden
winter zoogenaamde smokkelkolen inge
slagen.
Terecht liet de Overheid ait oog
luikend toe.
Zij ging daarbij van het verstandige
standpunt uit, dat zij, die zich nu van
die kolen voorzien hebbenin het
komend winterseizoen öf in het geheel
niet, öf minder behoefte aan distributie
kolen zullen hebben, hetgeen aan hen,
die niet hebben ingeslagen, ten goede
zal komen, wanneer van elke ingezetene
opgave verlangd wordt van de hoeveel
heid kolen, die hij in voorraad heeft,
en bij den minsten twijfel aan de juist
heid dier opgave nauwkeurige huis
zoeking gedaan wordt.
Veilig mag met het oog op dat alles
de vraag gesteld worden, wie smokkelt
tegenwoordig niet.
Ook Brinio heeft op dien regel geen
uitzondering gemaakt.
Ook hij heeft gesmokkeld, hiertoe door
de noodzakelijkheid gedreven.
Voor zijn kippen namelijk kon hij,
welke pogingen hij ook aanwendde, geen
voer bekomen.
Vergeefs was al zijn moeite bij hande
laar en landbouwer.
Ook zijn schrijven aan den Secretaris
der Afdeeling Zeeland van de V. P. N.
te Goes had geen gunstig resultaat.
Ten slotte heeft hij zich gewend tot
den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel.
Op dit schrijven ontving hij van het
Rijksbureau voor de distributie van
graan en meel te 's-Gravenhage het vol
gend antwoord.
„Naar aanleiding van Uw adres aan
„Zijn Excellentie den Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel, ons ter
„afdoening in handen gesteld, hebben
„wij de eer U mede te deelen, dat de
„beschikbare voorraad veevoeder niet
„toelaat voor kippen iets beschikbaar te
„stellen.
„Zeer vele verkeeren in hetzelfde ge-
„val als het Uwe, zoodat wij billijk
heidshalve geen uitzondering mogen
„maken.
„Aan Uw verzoek kan derhalve niet
„worden tegemoet gekomen.
Brinio had dus nul op rekwest ge
kregen.
En daar hij om redeneD, die voor
hem van overwegenden aard waren, zijn
kippen niet wilde laten slachten, noch
minder wilde laten verhongeren, zoo
besloot hij den weg der smokkelarij te
betreden.
Het gelukte hem wat achterwindsel
voor zijn hoenders machtig te worden.
Wij leven echter in een tijd, dat tot
moreele schade van de Nederlandsche
bevolking het onkruid der aanbrengerij
in ons land welig tiert.
Schrijver weet niet, of het waar is
dat in sommige gemeenten de aan
brengers zelfs belooning ontvangen, maar
wel weet hy, dat het doel van den
aanbrenger in dit geval volkomen be
reikt werd.
Op het achterwindsel toch werd beslag
gelegd.
Duizenden balen bruine boonen
kostelijk menschenvoedsel, liggen in
het Amsterdamsche Veem te bederven,
maar op wat achter windsel, vermengd
met de excrementen van ratten en mui
zen, wordt beslag gelegd.
Wanneer Brinio de eer had lid van
de Tweede Kamer te wezen, dan zou
hij tot Zijn Excellentie, den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel
de bescheidene vraag richten, hoe in
ons land de eierproductie en de kippen-
teelt bevorderd kunnen worden, wanneer
aan het pluimvee het zoo noodige voer
onthouden wordt.
Zijn Excellentie zal toch wel weten,
dat als de hoenders geen of geen vol
doend voer krijgen, zij geen eieren leggen.
En niet alleen dat de eierproductie op
houdt, maar het is ook een feit, dat de
kuikens, die tegenwoordig uitgebroed
worden, zwak zijn, en dientengevolge
meerendeels sterven.
Schrijver heeft in 't algemeen belang
zijn geval hier besproken, opdat de Min.
van Landbouw, Nijverheid en Handel,
wien een exemplaar van de Zierikzeesche
Nieuwsbode zal worden toegezonden, daar
door tot de overtuiging komt, dat zoowel
in het belang der eierproductie als in
dat eener behoorlijke voortteling van het
pluimvee het dringend noodig is, daar
voor voer in voldoende mate beschikbaar
te stellen.
Zierikzee, 6 Juni 1918;
BRINIO.
(Zomerzitting).
In druk zijn verschenen een deel van
de voorstellen van Gedep. Staten, welke
in de a.s. zomerzitting van de Provin
ciale Staten onzer provincie zullen be
handeld worden.
De twee voornaamste voorstellen van
deze thans verschenen, zijn wel die in zake
de herziening van het algemeen reglement
voor de polders en waterschappen en van
het reglement van politie voor de polders
en waterschappen.
Beide voorstellen met hun memories
van toelichting vormen heele boekdeelen,
en wij moeten ons dan ook beperken
tot het noemen van enkele zeer belang
rijke wijzigingen in beknopten vorm.
Wat betreft het algemeen reglement
merken wij daarom het volgende op:
Tot nu toe bestond het reglement uit
hoofdstukkenparagraven en artikels,
dit zal worden titels, hoofdstukken, arti
kels en paragraven.
Dit wordt gedaan om nog betere aan
wijzingen te kunnen geven.
Bepaald wordt, dat voortaan door de
Prov. Statemeec naam aan een nieuwen
polder zal worden gegeven.
Bij het hoofdstuk van de zeewering en
oeververdediging worden aan het toezicht
der polderbesturen naast de bij het Rijk
in onderhoud zijnde werken, ook die
welke bij de provincie in onderhoud
zijn, onttrokken.
Opgenomen is thans in het reglement
de- verplichting tot waterpassing en het
nemen van dwarsprofielen aan de dijken,
hetgeen in de praktijk wel onder het
geven van inlichtingen werd begrepen,
maar dat toch beter uitdrukkelijk kan
worden bepaald.
Voorgesteld wordt inzake de bepaling
der schadeloosstelling en de regeling van
het gemeenschappelijk beheer en onder
houd van binnendijken, waarvan door
een polderbestuur van anderen ophoo
ging wordt gevorderd, deze over te laten
aan Gedep. Staten.
Een belangrijke wijziging is, dat in
het vervolg niet alleen de waterleidingen
moeten worden opgegeven, die bij de
polders of waterschappen in onderhoud
zijn, maar ook die bij anderen in onder-
boud zijn, opdat Gedep. Staten een staat
kunnen vaststellen, evenals het geval is
met den ligger der wegen en voetpaden
Daar zulks meermalen tot verschil
van meenir.g aanleiding gaf, is thans
definitief neergeschreven, dat voor de
bepaling wie stemgerechtigd zijn, ook het
in eigendom hebben van vroonen en vrij-
landen, waarvan geschotgeheven wordt, tot
kiesbevoegdheid aanleiding geeft.
Een uitbreiding wordt gegeven aan de
bevoegdheid van vrouwen om stem
bevoegd te zijn, daar de gehuwde vrouwen
ook als stembevoegde voor anderen kan
optreden in dezelfde gevallen als nu
reeds de man. Met het oog op de tal
rijke kwesties van bevoegdheid, welke
zich bij de poldervergaderingen voordoen,
wordt het wenschelijk geacht, lijsten
van stembevoegdheid in het leven te
roepen en zijn eenige artikelen aan de
inrichting van die lijsten besleed,
waarin, o. a. bepaald wordt, dat de be
sturen de lijst in Januari moeten her
zien, dat er beroep op hunne beslissing
in deze bestaat en dat eventueel bij
beroep of hooger beroep toegekende
bezwaren voor einde Maart opnieuw
wijziging der lijst nooclig maken.
In overeenstemming met desbetref
fende ministrieele circulaires wordt het
benoemen van dijkgraven, plaats ver van-
i gers, en gezworenen niet toegestaan,
indien de bedoelde personen denouder-
dom van 70 jaar hebben bereikt.
Opgenomen is een bepaling, dat dijk-
I graven of gezworenen niet mogen werk-
zaam zijn als advocaat of procureur in
j rechtsgedingen, waarin de polder of het
waterschap betrokken is.
Een belangrijke wijziging is gebracht
in het hoofdstuk, dat de bevoegdheid
en den werkkring van het polderbestuur
regelt, door „het nemen van voorzorgs
maatregelen in oogen blikken van gevaar"
te vervangen door „het uitoefenen van
de bij art. 1 no. 15 der wet van 9
Mei 1902 vermelde bevoegdheden, die
vooral bij gevaar, als b.v. watersnood,
van groot belang kunnen zijn.
De mogelijkheid wordt geopend, dat
een vrouw tot ontvanger-griffier wordt
benoemd.
Uit de bepaling omtrent het afleggen
van eed of belofte, zijn vervallen de
woorden „overeenkomstig zijne gods
dienstige meening" in overeenstemming
met de in de staatswetten vrijgelaten
keus tusschen eed of verklaring en
belofte.
Aan Gedep. Staten wordt de bevoegd
heid gegeven de kassen der ontvangers
op te nemen of te doen opnemen. Ook
krijgen zij bevoegdheid waterbouwkun
dige ambtenaren te ontslaan, evenals
zij dit ontvangers kunnen doen. De be
zoldiging der waterbouwkundige amb
tenaren wordt aan de goedkeuring van
Gedep. Staten onderworpen.
Een nieuwe bepaling is ook, dat
8chotplichtige landen, welke vergraven
worden of wegens verandering van be
stemming door den rechthebbende
tijdelijk of definitief onvruchtbaar wor
den, schotplichtig blijven, terwijl thans
ook wordt vastgelegd, dat voor een be
paald werk een afzonderlijk dijkgeschot
geheven kan worden van de landen,
welke bij dat werk belang hebben.
Ten slotte merken wij nog op, dat de
datum van inwerkingtreding wordt ge
noemd op 1 Mei 1919.
Het reglement van politie, dat vroeger
bestond uit paragrafen en artikelen, be
staat gewijzigd uit hoofdstukken, artikelen
en paragrafen.
Ook in dit reglement zijn ten deele
maar redactie wijzigingen en verduide
lijking van de bestaande omschrijvingen
voorgesteld.
Van de andere wijzigingen noemen
wij o.a. die, waarbij het plaatsen van
hoopen van aarde, zand, steen of andere
voorwerpen, niet alleen voor buiten- en
waterkeerende dijken, maar ook voor
alle andere dijken wordt verboden. Op
aanzegging van het polder dijkbestuur
zullen de gebruikers der grasëtting op
de buiten- en waterkeerende dijken
moeten maaien en zijn zij verplicht die
grasëtting steeds vrij van onkruid te
houden.
Opgenomen is in navolging van de
bepalingen ten deze in de bijzondere
reglementen voor Schouwen en voor
Walcheren, een artikel, waarbij bevor
derd wordt het verdelgen van konijnen
in duinen en dijken.
Uit ^dezelfde bijzondere reglementen
is overgenomen een bepaling, dat om
wonenden de specie uit de waterleidingen
gedolven op hun land moeten ontvangen.
Inzake het verleenen van vergunning
voor het laten grazen van paarden of
runderen op de buitendijken, wordt ffie-
paald, dat deze vergunning in geen ge
val van 15 October tot 15 April wordt
verleend.
Overeenkomstig het desbetreffende
verzoek stellen Gedep. Staten voor aan
G. Adriaansens te Walsoorden te ver-
koopen de perceelen 783 en 764 van
sectie B der gemeente Hontenisse, ge
legen langs den weg van Walsoorden
naar Hulst, groot 580 en 360 M2. tegen
20 cent per M2.
Naar aanleiding van een verzoek van
- den raad van Stoppeldijk om eene
subsidie van f 150 per jaar in de be
zoldiging van een vroedvrouw, stellen
Gedep. Staten voor aldus te besluiten,
zulks na ingewonnen advies van den
inspecteur der volksgezondheid.
zwaaiplaats door officieele waarnemingen
worden geconstateerd.
Waar de gemeente ook gevraagd heeft
haar de subsidie over 1917 uit te betalen,
deelen Gedep. Staten mede, dat uit de
bij den Hoofd-Ingenieur van den
Provincialen Waterstaat en den directeur
van den Stoombootdienst op de Ooster-
Schelde ingewonnen berichten gebleken
is, dat de zwaaiplaats over dat jaar niet
een diepte heeft gehad van 2,50 M.
beneden laag water. Waar alzoo aan
de gestelde voorwaarden niet is voldaan
kunnen zij niet adviseeren de uitbetaling
te doen plaats hebben.
Ten slotte stellen Ged. Staten voor,
op het verzoek afwijzend te beschikken
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van Johs. Leenderse te Wemel-
dinge, stellen Ged. Staten voor in de
voorwaarden, waaronder aan Leendertse
subsidie is verleend voor zijn wagen-
dienst van Wemeldinge naar station
Vlake, op te nemen, dat, in afwijking
van de bepaling, er 5 keer per dag heen
en weer moet worden gereden, Ged. Staten
met L. zoodanige regelingen mogen treffen,
als in verband met en gedurende den
beperkten treinendienst op den Staats
spoorweg van Goes naar Bergen op
Zoom zullen wenschelijk blijken.
Door A. Frederikse te Ierseke wordt
gevraagd om f500 subsidie per jaar,
voor een omnibusdienst van Ierseke
naar het station Ylake.
Voorgesteld wordt daartoe te besluiten.
In verband met een desbetreffend
verzoek van het bestuur van het mili
tair tehuis te Middelburg en met oog
op het groot aantal militairen, dat thans
het tehuis bezoekt, stellen Ged. Staten
voor, de subsidie te verhoogen van f 150
op f250.
De goedkoope kleeren.
Het Volk deelt er de volgende bij
zonderheden over mede. De bedoeling
is om van grondstoffen, die door de
regeering verstrekt worden, in de groote
confectiefabrieken te laten makenwinter-
kinderpakjes, costuumrokken,
lekenhemdenborstrokken,
broeken en dekens.
De winterjassen zouden tegen een
prijs van f 15 tot f 20 verkrijgbaar
worden gesteld, de costuumrokken tegen
f4 tot f6. Ook de andere goederen
zullen voor beduidend lagere prijzen
dan thans gevraagd worden, verkrijgbaar
worden gesteld. Omslagdoeken voor
vrouwen en meisjes voor circa f2 en
een-persoons dekens in den prijs van
f2 tot f2,50.
Sommige
volgens het
deze
inspecteur had den wensch uitgesproken
dat de gemeente Boschkapelle dezelfde
vroedvrouw voor haar gemeente zou
aanstellen, maar de raad had hier tegen
bezwaren, die Gedep. Staten als billijk
erkennen.
In overeenstemming met het Kon.
Besluit van 16 Juni 1916, waarbij een
nieuwe regeling getroffen wordt voor de
toekenning van Rijksbijdragen in de
verpleegkosten van behoeftige krank
zinnigen, stellen Gedep. Staten voor
ook de voorwaarden van de Provinciale
bijdrage zoo te wijzigen, dat die ook
gelden voor in observatie of in open
afdeelingen behandelde patiënten.
Door den burgem. en weth. van Zie
rikzee is namens den raad gevraagd om
de voorwaarden volgens welke een sub
sidie van f 200 werd verleend voor het
onderhoud van de zwaaiplaats in de
haven aldaar, te wijzigen en te lezen
„dat deze subsidie zal worden uitbetaald
in December van elk jaar, wanneer aan
Gedep. Staten is gebleken, dat de zwaai
plaats in den loop van het jaar buiten
gewoon lage waterstanden en abnormale
omstandigheden voorbehouden geen
hinder in de uitoefening van den provin
cialen stoombootdienst beeft opgeleverd."
In het desbetreffend besluit der Prov.
Staten werd besloten te bepalen, dat de
subsidie zal worden uitbetaald in Dec.
van elk jaar, wanneer aan Ged. Staten
is gebleken, dat de zwaaiplaats in den
loop van dat jaar eene diepte heeft
behouden van 2,50 M. beneden laag
water bij een middellijn van 45 M.
Tegen de gevraagde wijziging der
voorwaarde bestaat naar de meening van
Gedep. Staten bezwaar, omdat daarvan
het gevolg zou ziju dat de beantwoording
van de vraag, of de zwaaiplaats eene
voldoende diepte en breedte heeft, ge
heel van subjectieve opvattingen zou
afhangen. De beoordeeling op de ver
laagde wijze zou ongetwijfeld tot be
zwaarlijk te beslissen geschillen aanlei
ding geven, terwijl die moeilijkheden
zich met voordoen, indien zooals thans
geschiedt, de breedte en de diepte der
groote fabrieken waren,
blad, niet zeer genegen
te verwerken,
omdat de te maken winst te klein zou
zijn. Doch het gevaar om bij weigering
verstoken te blijven van brandstoffen,
schijnt hier en daar wel geholpen te
hebben.
Het blad dringt er op aan, dat het
niet wordt een „eenheidsjas", doch zoo
wel in model als in kleur geen bizondere
eenheidsteekenen te vinden zijn. Voor
ondergoed zou dat desnoods er minder
op aankomen.
Men stelt zich voor aan ieder die
binnen de vast te stellen welstandsgrens
valt, te verstrekken een jas en twee
stuks ondergoed van ieder soort, terwijl
de versleten jas weer zal moeten worden
ingeleverd.
Bommen op Sas-van-Gent en Koewacht.
(Officiëel). Het ministerie van Buiten-
landsche Zaken deelt het volgende mede:
u In den nacht van 20 op*21 Mei j.l. te
jwJ f 11-25 namiddag zijn door een onbekend
vliegtuig, dat zich in Zuidelijke richting
over Sas-van-Gent bewoog, zeven bommen
geworpen, waarvan drie op Nederlandsch
gebied terecht gekomen zijn zonder per
soonlijke ongelukken te veroorzaken.
In dien zelfden nacht wierp te 1.30
namiddag een vliegtuig tien bommen
nabij Koewacht, wederom zonder per
soonlijke ongelukken teweeg te brengen,
doch waarvan één aanzienlijke schade
aanrichtte aan gebouwen en gereed
schappen.
Het onderzoek der gevonden scherven
heeft uitgemaakt, dat de bommen in
beide gevallen van Britsch maaksel
waren.
Aangezien hieruit blijkt, dat eenige
der Britsche vliegtuigen, welke in den
bewusten nacht een aanval op het be
zette gedeelte van België uitvoerden,
zich aan dit werpen van bommen
hebben schuldig gemaakt, heeft Harer
Majesteit's Gezant te Londen opdracht
ontvangen bij de Britsche Regeering
met nadruk te protesteeren tegen deze
ernstige schendingen van Nederlandsch
gebied, welke steeds in aantal toenemen
en welke de Britsche Regeering dooi
de meest strenge orders dient te voor
komen.
In een aantal andere gevallen, waarin
eenigen tijd geleden bommen van Britsch
maaksel uit vliegtuigen op Nederlandsch
gebied werden geworpen, heeft de Brit
sche Regeering tot dusver ontkend, dat
Britsche vliegtuigen de schuldigen waren.
De gedachtenwisseling daarover wordt
intusschen voortgezet.
Middel tegen nachtvorsten.
Twee landbouwers te Wiessel waren
niet ten onrechte bevreesd voor de uit
werking der mogelijke nachtvorsten in
den nacht van Dinsdag op Woensdag.
Zij sjouwden aan de windzijde hunner
boekweitakkeri hoeveelheden hout en
bleven den nacht een waakzaam oog
houden. Toen het vriespunt bijna ge
naderd was, staken zij de vuren op en
dikke rookwolken dwarrelden over de
teere planten heen en verdreven de rij-