alle cadavers van paarden
HU URCOM MISSIE WET.
HUUROPZEGGINGSWET.
RESERVOIRS
ADVERTENTIEN.
Bond van Paardenfokkers in
Schouwen en Duiveland.
Algemeene Vergadering
BEKENDMAKING.
Verhuren:
(Voorkoming van onredelijke huuropdrijving.)
Benevens Kettingen,
kon stellen. Daar komt waarschijnlijk
bij, dat Duitschland b.v. voor zijn
kolen wel een zeer hoogen prijs zal
vragen, wat het voorbeeld van Zwit
serland wel te kennen geeft. Zwit
serland heeft n.l. bij de nieuwe .han
delsovereenkomst, die 't met Duitsch
land gesloten heeft, het dubbele moe
ten betalen van den vóór dezen betaal
den p;rijs, dat wil zeggen bijna... tien
maal zooveel als in vredestijd!
iWat voor de kolen geldtgeldt
natuurlijk voor alle artikelendie
Duitschland afgeeft. Zwitserland heeft
het dan ook reeds begrepen, dal het
zooveel het eenigszins kan voor zich
zelf dient te zorgen. Krachtige maat
regelen zijn er genomen. Met ziju
onvruchtbaren rotsbodem kan 't lang
met in zijn eigen behoeften voorzien.
Maar wat mogelijk is, gebeurt. Elk
hoekje, dat eenigszins voor den bouw
van voedingsmiddelen geschikt is,
moet daarvoor worden ingericht. Geen
bleekveld je wordt gespaard. De par
ken worden beplant en bepoot. Con
troleurs gaan rond om onwillige of
trage eigenaars op hun plicht te
wijzen.- --
De geheele jeugd helpt mee. De ge-
mobiliseerden eveneens. Zoo tracht
'Zwitserland zijn bodemproductie tot
het hoogst mogelijke op te voeren.
En wat doet Nederland nu? vraagt
een in Zwitserland vertoevende land
genoot.. Hij antwoordt zelf: Lange ko
lommen worden in de Hollandsche
bladen geschreven over graan, dat
,uit Amerika zal komen, en wij goed-
geloovige Hollanders.... gelooven het.
Nederland ziet den ernst van den
toestand nog niet volkomen in. Het
vertrouwt nog steeds op een denk-
beeldigen bondgenoot en begrijpt niet,
dat het voor zich zelf moet zorgen.
het zich aan Zwitserland-spie
gelen. Nog is het niet te laat. Laat
men 'in Limburg de kolenproduclic
met alle kracht en energie uitbreiden.
Laat inen de bodemproductie tot het
'grootst denkbare maximum opvoeren.
xZwitserland waarschuwt en Holland
moet luisteren.
Ingezonden Stukken
Onderwijzerssalarissen.
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding der opmerkingen van
„Critious" in uw blad van 26 April j.l., over
bovenstaand onderwerp, verzoek ik U beleefd
me eenige plaatsruimte af te staan.
De geest, die uit dit artikel spreekt, lgkt
me n.l. een gevaar voor de belangen der
onderwijzers, en dit des te meer, omdat het
stak op mjj don indrak maakt, geschreven
9e zjjn door iemand, die bjj de vaststelling
der salarissen medezeggingschap zal hebben.
Ten eerste wensch ik te protesteeren tegen
de qualifioatie der onderwijzers met minimum
salaris als: „de minste leerkrachten" en
„minderwaardigen". Ze zgn alleen de minst-
betaalden, in 't algemeen niet wegens geringere
bekwaamheden, doch door den achterlijken
toestand op onderwijsgebied, die in deze
streken nog bestaat, door de al te geringe
waardeering der autoriteiten en machthebbers
van de moeiljjke onderwgi-taak. Ik aoht het
onnoodig, hierop verder in te gaan. Die trap
naar onzen stand had achterwege behooren
te big ven.
Waar „Criticus" betoogt, dat de salaris
wetgeving door de nieuwe wet van 23 Febr.
'18 verward en gecompliceerd is geworden,
ben ik het volkomen met hem eens. De voor
beelden, die hg echter geeft, om de onbilljjke
werking daarvan te illustreeren, zjjn m. i. een
beetje al te „sprekend". „Criticus" zal mjj
en anderen ten zeerste verpliohten met een
nanwkeurige beojjfering, hoe hjj aan die ge
tallen gekomen is. Voorloopig kan ik ze niet
anders beschouwen dan als gefantaseerd, om
stemming te maken. Daardoor wordt de zaak
vertroebeld en daartegen wensoh ik op te
komen.
De kwestie die opgelost moet worden, is
deze. De nienwe rjjksbgdrage vult de salarissen
volgens de regeling aan, naar gelang van het
aantal dienstjaren, tot een bedrag van 700
tot 1225 gulden. Wgzigingen in de salaris
regeling na 1 Oct. '17 hebben op de bepaling
van dit bedrag geen invloed. In de gemeenten,
die toen het slechtst betaalden, is dns de
verhooging het grootst. Nu zjjn met ingang
van 1 Jan '18 de meeste regelingen iets ver
beterd. Boven de daarbij toegekende bedragen
zal echter aan de onderwijzers de vethooging
van 't Rijk uitgekeerd moeten worden. Daar
door ontstaat een verkeerd systeemdat ben
ik volkomen met „Criticus" eens. Een paar
voorbeelden ter toelichting.
In gem. X bestond 1 Oct. '17 een salaris
regeling volgens de wetteljjke minima, die
opgevoerd is tot 600—1100 volgens de door
Ged. Staten van Zeeland aangegeven norm.
Een onderwijzer met maximum aantal dienst
jaren had daar "dus een salaris van 825 en
ontvangt over 1918 1100 gld. plus 400 gld.
In Y. Bestaande regeling 600 tot 900, nieuwe
600 tot 1100. Salaris van onderw. als boven
1100 plus 325 gld.
In Z. Bestaande regeling 700—1000, nieuwe
700 tot 1200. Salaris van onderw. als boven
1200 plas 225 gld.
Duidelijk bljjkthierait het gebrekkige systeem.
„Critioas" zoekt de oplossing van de
moeilijkheid nu in een richting, die ik on
juist en ongeoorloofd acht.
Hg spoort aan, den wenk van minister
Cort van der Linden te volgen, om zoogenaamd
eventueel niet bedoelde dubbele salarisver-
hooging bjj de nienwe regeling te voorkomen.
D. w. z.: verlaag de salarissen weer en neem
dns met de eene hand terug, wat ge met
de andere gegeven hebt. Criticus vindt blijk
baar de nienwe regelingen van 1 Jan. 1918
voortreffelijk en is uitermate bevreesd, dat
er nog wat moer aan de onderwijzers wordt
uitbetaald. Wg zjjn van een andere meening
o. i. zjjn alle regelingen op Sohoüwën-
DuiveUnd totaal onvoldoende. We staan in
die meening wetke) jjk niet alleen, integendeel.
In de kamer i* ev bjj de laatste debatten
door sprekers van links en Teohts nadruk
kelijk op gewezen, dat de bedragen die het
Rijk thans aan de onderwijzers waarborgt,
reiteljjk te laag ejjn, dat men alleen nit
fioaocieele overwegingen niet verder durfde
gaas. Welnu, die bedragen zgn thans voor
etn onderwijzer zonder hoofdakte 7001225
gulden
Op geheel Schouwen en Duiveland is geen
enkele regeling aangenomen, die zoo „ver"
gaat.
Hiermee is da aansporing van Criticus ver
oordeeld. De kosten, voortvloeiende uit de
regelingen van 1 Jan '18, zgn door de ge
meenteraden toegestaan. Nu geeft het Bgk
een extra-bijdrage van minstens 100 gld. per
onderwijzer, in de mpeste gevallen meer
(tot 400 gld.) Mogen die bedragen nu op de
salarissen worden gekort, zooals Critious wil?
Wg achten dit een handelwijze, die niet
door den beugel kan en waartegen we ons
met alle kracht zullen verzetten, indien ooit
dergeljjke practjjken zullen worden toegepast.
De wet van 23 Febr., bedoeld als een ver
betering van de positie der onderwijzers, zon
dan eeu voordeeltje worden voor de gemeente
kas, terwijl deze vorm vsn wetgeving juist
is gekozen, om dat le voorkomen.
Hoe wg ons dan de oplossing denken? Na
het voorgaande zal het duidelijk zgn. De
regelingen, die dit jaar opnieuw vastgesteld
woeteu worden, zullen waarschjjnlgk vrg lang
van kracht btjjven. In het belang van het
.ouderwijs is het daarom gewenscht, dat er nu
eens afdiende maatregelen worden genomen.
De taak der gemeentebesturen is dus:
de salatisregelia gen roet gebrnikmaking van
de verhoogde rijksbijdragen (per onderwijzer
van minstens 100 tot 400 gulden) opvoeren
tot eeu bekoorlijk peil. Over dat peil hopen
we onze meening nog wel eens kenbaar te
maken. We hopen door dit schrijven bereikt
te hebben, dat de autoriteiten zich niet door
.Criticus" laten verleiden tot een georgani-
seerden aanslag op de beurs der onderwijzers
ten voordeele van de gemeentekassen.
Met dank voor de plaatsing.
Uw dw. dur.
W E. B. DE JONGI.
Voorz. der afd. Soh.D. van den
Bond van Ned. Onderw;.
Ziebïkzee, den 10 Mei 1918.
Mijnheer de Redacteur!
Mogen wg u beleefd verzoeken met een
paar regels te antwoorden op het ingezonden
schrijden in de Nieuwsbode van Woensdag
betreffende de vleeschdhtributie en dan be
ginnen met de erkenning dat deze regeling
verre van volmaakt is, maar haar oorzaak
viudt in de eerste noodslachting op April,
toen door ons nog niet was bedaoht het
bonstelse), zooals dit voor visoh is ingevoerd
en waarom toen werd begonnen met de ver-
strekkibg op bon no. 112 nit de bonboekjes.
Hierdoor kreeg een deel der bevolking
vlees oh op bon 112 en werd de noodzakelijk
heid geboren door te gaan totdat deze bon
is verbruikt en dus elk zjjn deel, hetzjj dau
vroeger of later, heeft bemachtigd.
Zoodra deze bon is verdwenen wordt ook
voor vlesich begonnen met de seriebons en
is een toeloop als na plaats bad niet meer
mogeijjk. Wel zullen altjjd enkelen dan tot
oen volgende distributie moeten waohten,
daar men vooruit nooit kan bepalen, hoe-
velen op een gegeven oogenblik van hnn
recht tot opnemen znllen gebruik maken en
men dus steeds aan meerderen de gelegen
heid moet géven, maar dit zou ook bjj een
verdeeling over wjjken of gedeelten van
wijken het geval zgn, waarbij dan nog het
bezwaar zonde komen, dat men eerst van
huis tot huis moest nagaan hoeveel personen
zich daarin boven het jaar bevinden.
Met dank vóór de opname.
De Commissie van bijstand voor de
Levensmiddelenvoorziening
L. DOELIMAN.
A. TIMMERMAN Cz.
Middelburg, 7 Mei 1918.
Mijnheer de Redacteur t
In Uw blad van j.l. Zaterdag las ik met
verbazing een ingezonden stak vanNieuwer-
kerkwaarvan de inzendster zioh „een
meisje" noemt, 't Sohjjnt dat de inzendster
toch niet erg op de hoogte is van de daar
ter plaatse bestaande toestanden. Na enkele
waarheden gebruikt zg een paar rare uit
drukkingen, die ik niet kan begrijpen, b.v.:
„Onaangename concurrentie" en „een niet-
mede-werken" I
Hoe komt inzendster er aan de oprichting
van een 2de zangkoor op een dorp „onaan
gename concurrentie" te noemen. Een zang
koor is tooh geen handelsvereeniging, die
probeert een andere den weg af te snijden.
Dat nietl Er zou alleen nit op te maken
zgn, dat de een den ander verdringen wilde.
En dat is toch nooit het geval geweest en
is het ook niet.
Even tevoren gewaagt zg van „een niet
medewerken" en daarna van „een-niet-aau-
sluiten".
Mag ik eens wat meedeelen, wat nood
zakelijk is om geen verkeerde gedaohten te
vormen, aangaande de plaatselijke toestanden
te Nieuwerkerk.
Enkele jaren waren we gewoon, op
Kerstfeest viering der Zondagsaohoolkinderen
aldaar, eenige zangnummertjes ten gehoore
te krjjgen. Ook op het laatste feest was dit
het geval. De zangers en zangeressen waren
leden van de Jongelings- en kleine Meisjes-
vereeniging, met nog eenige andere zang-
lnstigen, waarvan de meesten den leeftjjd
van 15 jaren nog niet bereikt hadden. Dezen
nu begeerden een koortje te vormen, dat zoo
af en toe repeteeren en iets nieuws leeren
zou. Dit is ook geschied; een zangclubje, als
onder af deeling van de reeds genoemde ver-
eenigingen.
Hoe kon nu tooh samen gegaan worden
met een zangkoor, dat bjjna een jaar bestond,
waarvan de leden den leeftijd van 16 jaren
moesten bereikt hebben. Daar was immers
geen spiake van Dat moet iets apaits zgn.
't Was gewoon een kinderkoor; dat er later
personen bg zgn gekomen, die den ouderdom
van 16 jaren te boren gingen, neemt nog
steeds het feit niet weg dat samengaan,
samenwerken, medewerken onmogelijk was.
'k Juich zeer toe, de laatste gedachte van
inzendster, n.m. te trachten eecs een ver-
eeniging op te richten, die, met een des
kundige aan het hoofd, wat ten gehoore
en voort kan brengen dat nog de moeite
waard wasmaar 'k wil inzendster tooh aan
raden, niet dingen in oen publiek blad te
schrijven, waarvan geen sprake kan zgn, en
wat ook niet waar is.
U dankend voor de plaatsruimte.
JOH.s WANDEL.
Heden overleed, na een lang
durig en geduldig lijden, mijn ge
liefde Echtgenoot,
de Heer Pieter Verseput,
in den ouderdom van ruim 67 jaren.
Zonnemaire, 9 Mei 1918.
J. P. VERSEPUT—
van Putte.
Heden overleed, na een langdurig
en geduldig lijden, onze geliefde
Broeder, Behuwdbroeder en Oom,
de Heer Pieter Verseput,
in den ouderdom van ruim 67 jaren.
Zonnemaire, 9 Mei 1918.
r N. VIERGEVER—
Noordqouroe.l Verseput.
I A. VIERGEVER.
J. VERSEPUT.
P. VERSEPUT—
Zonnemaire. HockeHoogenioom.
i E. BLOM—Verseput.
C. P. BLOM.
Heden overleed, na een lang
durig en geduldig lijden, onze
geliefde Behuwdbroeder,
de Heer Pieter Verseput,
in den ouderdom van ruim 67 jaren.
Zonnemaire, 9. Mei 1918.
M. VAN PUTTE.
I C. J. VAN PUTTE—
Zonne- Labrijn
maire. i Wea# j. yAN PUTTE—
Delst.
Nieuwer- Wed. D. A. LABRIJN
kerk. j Van Putte.
A. VAN DERCINGEL--
Kenk- i Van Putte.
werve. p. j.vaNDERCINGEL.
Onzen dank aan allen, die
blijken van belangstelling gaven, tijdens
de ziekte en na het overlijden van onze
geliefde Echtgenoote, Moeder, Behuwd-
en Grootmoeder, ANNA HODDE.
Serooskerke, 9 Mei 1918.
Namens verdere Familie,
JACOB DE RIJKE.
Hiermede betuigen wij onzen
hartelijken dank voor de vele blijken
van deelneming, bij het overlijden van
onzen geliefden Vader, Behuwd- en
Grootvader, den Heer M. S. POLAK,
zoowel van hier als elders ondervonden.
Zierikzee, 10 Mei 1918.
Namens de Familie,
A. C. L. POLAK.
Hierbij onzen inntgen dank
voor de buitengewoon vele hartelijke en
stoffelijke bewijzen van belangstelling,
bij gelegenheid onzer Gouden Bruiloft
ondervonden.
Serooskerke, 10 Mei 1918.
M. DEN BLEIJKER. -
A. DEN BLEIJKER—
van 't noORDENDE
en Familie.
op Dinsdag 14 Mei, 's voormiddags
11,30 ure (N. T.), bij den Heer O. Verwer.
Agenda:
Opening.
Notulen.
Jaarverslag.
Rekening.
Verkiezing bestuursleden wegens
ontslagname van den Voorzitter
en periodieke aftreding van
den Heer A. C. de Oude.
Vaststelling keuringsdagen.
Benoeming Keurings-Commissie
en verder voorkomende zaken.
Rondvraag en sluiting.
M J. KLOMPE, Secretaris.
Het BESTUUR van den Polder
DRE1SCHOR zal, op Vrijdag don
17 Mol 1918, des avoDds ten 7 ure.
in de herberg van Mej. de Wed. C. W.
de Mul te Dreischor,
V. het GRASGEWAS, staande
aan den Noordzeedijk, om
te maaien;
2 den DIJK langs den polder
„Dreischor's-Nieuwland",
voor den tijd van 7 jaren.
Tevens zal de NAËTTING van den
Zeedijk te koop worden aangeboden.
Dreisohor, 26 April 1918.
Het Bestwwr van dm Polder
Dreischor
J. DOELEMAN Jz, Dijkgraaf.
P. A. G. VAN DIJK, Onto,"
De HUURCOMMISSIE voor Zierikzee vestigt de aandacht van huurders en
verhuurders van woningen in de gemeente Zierikzee, op de navolgende bepalingen
der Huurcommissiewet
I. Het is verboden als verhuurder eene hoogere vergoeding te bedingen (onder
welken naam of in welken vorm ook) voor het gebruik eener woning in de
qemeente Zierikzeedan de huurprijs, voor die woning geldende op of
laatstelijk vóór
A. 1 Jmuari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten
hoogste 4,per week bedraagt
B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur meer
dan 4,per week bedraagt
Een en ander tenzij dié hoogere huurpnjs vooraf is goedgekeurd of vastgesteld
dooi' de Huurcommissie.
II. Is eene woning,, respectievelijk vóór of op 1 Januari 1916 of 1918, naai
de onderscheiding hoven gemaakt, niet verhuurd geweest, dan vraagt de
verhuurder aan de Huurcommissie schatting van den huurprijs op:
A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten
hoogste 4,— per week bedraagt
B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur
meer dan f 4,per week bedraagt.
Bij evengemeld verzoek kan tevens verzocht worden een hoogeren, in
het verzoek te.vermelden huurprijs goed te keuren, dan waarop de Huur
commissie dezen met inachtneming van het in het voorgaand lid bepaalde
mocht schatten.
Tenzij de Hnurcommissi# dezen hoogeren huurprijs mocht goedkeuren,
geldt als huurprijs de door haar gesohatte som.
III. Tan aanzien van eene nieuw gebouwde woningna 1 januari' 1916 of 1918
(naar de onderscheiding, boren onder A en B gemaakt) voor het eerst in
gebruik genomen, is het verboden, een hoogeren huurprijs te bedingen, dan die
waarvoor de woning voor het eerst is verhuurdtenzij deze hoogere huurpnjs
vooraf door de Huurcommissie is goedgekeurd.
IV. Was de verhoogde huurprijs reeds bedongen vóir de instelling der Huur
commissie, dooh na
A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten
hoogste f 4,per week bedraagt
B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur
meer dan 4,— per week bedraagt
Dan is de verhsölrder gehouden binnen eene maand na de instelling der
Huurcommissie (dit is voor Zierikzee uiterlijk op 1 Juni a.shetzij bij de
Huurcommissie een verzoek in te dienen tot goedkeuring van dien hoogeren
huurprijs, hetzij zich jegens den huurder bereid te verklaren, den huurprijs
te verlagen tot dien van 1 Januari 1916 of 1918, naar gelang het eene
woning betreft, onder A of onder B genoemd.
V. Hij, die in deze gemeente vóór den dag der instelling der Huureommissie
(zijnde 1 Mei 1918) eene woning verhuurd heeft, welke vóór of op 1 Januari
1916 of 1918 (naar gelang der onderscheiding, boven onder ,4 en B gemaakt)
niet verhuurd is geweest, vraagt binnen eene maand na de instelling der
Huurcommissie (voor Zierikzee mitsdien uiterlijk op 1 Juni a.s.j schatting van
den huurprijs op
A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten
hoogste 4,per week bedraagt
B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur
meer dan 4.per week betreft.
Bij evengemeld verzoek kan tevens worden verzocht een bij het verzoek
te vermelden hoogeren huurprijs goed te keuren, dan waarop de Commissie
dezen met in achtneming van het bij het voorgaand lid bepaalde, mocht
schatten (deze goedkeuring kan ook nst de schatting gevraagd worden,
mits het daartoe strekkend verzoek werde ingediend binnen eene maand,
nadat omtrent de schatting iB beslist.)
VI. Hij, die in deze gemeente vóór de instelling der Huurcommissie, eene huur
overeenkomst heeft aangegaan, waarbij hg ten aanzien eener nieuw gebouwde,
en (naar de onderscheiding onder A en B gemaakt) na 1 Januari 1916 of
1918 voor het eerst in gebrmk genomen woning, een hoogere huurprijs bedongen
heeft dan waarvoor die woning het eerst is verhuurd geweest, is gehouden,
binnen eene maand na de instelling der Huurcommissie (voor Zierikzee derhalve
uiterlijk op 1 Juni a.s.), hetzij bij de Huurcommissie oen^ verzoek in te
dienen tot goedkeuring van dien hoogeren huurprijs, hetzij zich jegens den
huurder bereid te verklaren, den huurprijs te verlagen tot dien, waarvoor
de woning voor het eerst werd verhuurd.
VII. Keurt de Huurcommissie de gevraagde verhooging niet goed, dan geldt als
huurprijs het door de Huurcommissie daarvoor vast te stellen bedrag.
VIII. Verhuurders, welke een der bovenstaande bepalingen overtreden, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste duizend gulden.
Alle verzoeken, in vorenstaande bepalingen, genoemd, moeten schriftelijk
in twee gelijkluidende exemplaren worden ingediend bij den Secretaris der
Huurcommissie, bij wien tegen betaling der kosten de bij Koninklijk
Besluit vastgestelde formulieren verkrijgbaar zijn.
De Secretaris is voor'het geven van inlichtingen omtrent de Huurcom
missiewet en de Huuropzeggingswet eiken werkdag van 10 tot 12Va ten
Gemeentehuize te spreken.
Zierikzee, 6 Mei 1918. De Huurcommissie voornoemd,
Mr. H. POLVLIST, Voorzitter.
P. F. WITTERMANS, Secretaris.
De HUURCOMMISSIE.
maakt hekend:
1®.
ingesteld voor de Gemeento Zierikzee
2«.
3°.
4°.
dat huurders van woningen zich BINNEN EENE WEEK NA OPZEG
GING der huur, kunnen wenden tot de Huurcommissie, mst verzoek, die
opzegging nietig te verklaren;
dat indien voor het eindigen der huur geen opzegging wordt vereisokt
(en mitsdien de huur eindigt door het enkel verloop van den tijd, waar
voor zij is aangegaan), de huurder zich kan wenden tot de Commissie,
met verzoek te bepalen, dat een nieuwe huur zal tot stand komen, welk
verzoek moet worden ingediend uiterlijk DRIEMAANDENVQORHET
EINDE DER HUURindien deze voor eon jaar of langer is aangegaa»,
en uiterlijk TWEE WEKEN voor het eindigen dor huur, indien deze voor
korter tijd is aangegaan; is evenwel in de huurovereenkomst een tjjd
bepaald voor het aangaan eener nieuwe huur, dan moet het verzoek worden
ingediend binnen EENE WEEK na het verstrijken van genoemd tijdstip;
dat door het TIJ D I Q indienen yan de in beide voorgaande zinsneden
bedoelde verzoekschriften, de bestaande huur in stamd blijft, totdat omtrent
het verzoek is beslist;
dat alle verzoeken SCHRIFTELIJK in tweevoud moeten worden ingediend
bij DEN SECRETARIS DER COMMISSIEbg wien modellen der verzoek
schriften tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
De Huurcommissie voornoemd,
Mr. H. POLVLIET, Voorzitter.
P. F. WITTERMANS, Secretaris.
Zieri-kzee, 2 Mei 1918
De VEEVERZEKERING „D.E.L."
wenscht te verkoopen
barer Leden, van af 1 Juni a.s. tot
1 Juni 1921.
Inschrijvingsbiljetten met prijzen voor
beneden 2 Jaar en daar boven (keu
ring voor koopers rekening), in te leveren
vóór Maandap 13 Mei, 's middags 12
uur, bij den Directeur
J. C. VAN DER MAAS.
Tegen hooge prijzen te koop gevraagd
in alle afmetingen,
zwaarte der platen, van 4 tot 6 m.M.
zwadr 6 m.M.
Aanbiedingen onder nummer 10 aau
hef Bureau vaq dit blad.