alle cadavers van paarden HU URCOM MISSIE WET. HUUROPZEGGINGSWET. RESERVOIRS ADVERTENTIEN. Bond van Paardenfokkers in Schouwen en Duiveland. Algemeene Vergadering BEKENDMAKING. Verhuren: (Voorkoming van onredelijke huuropdrijving.) Benevens Kettingen, kon stellen. Daar komt waarschijnlijk bij, dat Duitschland b.v. voor zijn kolen wel een zeer hoogen prijs zal vragen, wat het voorbeeld van Zwit serland wel te kennen geeft. Zwit serland heeft n.l. bij de nieuwe .han delsovereenkomst, die 't met Duitsch land gesloten heeft, het dubbele moe ten betalen van den vóór dezen betaal den p;rijs, dat wil zeggen bijna... tien maal zooveel als in vredestijd! iWat voor de kolen geldtgeldt natuurlijk voor alle artikelendie Duitschland afgeeft. Zwitserland heeft het dan ook reeds begrepen, dal het zooveel het eenigszins kan voor zich zelf dient te zorgen. Krachtige maat regelen zijn er genomen. Met ziju onvruchtbaren rotsbodem kan 't lang met in zijn eigen behoeften voorzien. Maar wat mogelijk is, gebeurt. Elk hoekje, dat eenigszins voor den bouw van voedingsmiddelen geschikt is, moet daarvoor worden ingericht. Geen bleekveld je wordt gespaard. De par ken worden beplant en bepoot. Con troleurs gaan rond om onwillige of trage eigenaars op hun plicht te wijzen.- -- De geheele jeugd helpt mee. De ge- mobiliseerden eveneens. Zoo tracht 'Zwitserland zijn bodemproductie tot het hoogst mogelijke op te voeren. En wat doet Nederland nu? vraagt een in Zwitserland vertoevende land genoot.. Hij antwoordt zelf: Lange ko lommen worden in de Hollandsche bladen geschreven over graan, dat ,uit Amerika zal komen, en wij goed- geloovige Hollanders.... gelooven het. Nederland ziet den ernst van den toestand nog niet volkomen in. Het vertrouwt nog steeds op een denk- beeldigen bondgenoot en begrijpt niet, dat het voor zich zelf moet zorgen. het zich aan Zwitserland-spie gelen. Nog is het niet te laat. Laat men 'in Limburg de kolenproduclic met alle kracht en energie uitbreiden. Laat inen de bodemproductie tot het 'grootst denkbare maximum opvoeren. xZwitserland waarschuwt en Holland moet luisteren. Ingezonden Stukken Onderwijzerssalarissen. Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding der opmerkingen van „Critious" in uw blad van 26 April j.l., over bovenstaand onderwerp, verzoek ik U beleefd me eenige plaatsruimte af te staan. De geest, die uit dit artikel spreekt, lgkt me n.l. een gevaar voor de belangen der onderwijzers, en dit des te meer, omdat het stak op mjj don indrak maakt, geschreven 9e zjjn door iemand, die bjj de vaststelling der salarissen medezeggingschap zal hebben. Ten eerste wensch ik te protesteeren tegen de qualifioatie der onderwijzers met minimum salaris als: „de minste leerkrachten" en „minderwaardigen". Ze zgn alleen de minst- betaalden, in 't algemeen niet wegens geringere bekwaamheden, doch door den achterlijken toestand op onderwijsgebied, die in deze streken nog bestaat, door de al te geringe waardeering der autoriteiten en machthebbers van de moeiljjke onderwgi-taak. Ik aoht het onnoodig, hierop verder in te gaan. Die trap naar onzen stand had achterwege behooren te big ven. Waar „Criticus" betoogt, dat de salaris wetgeving door de nieuwe wet van 23 Febr. '18 verward en gecompliceerd is geworden, ben ik het volkomen met hem eens. De voor beelden, die hg echter geeft, om de onbilljjke werking daarvan te illustreeren, zjjn m. i. een beetje al te „sprekend". „Criticus" zal mjj en anderen ten zeerste verpliohten met een nanwkeurige beojjfering, hoe hjj aan die ge tallen gekomen is. Voorloopig kan ik ze niet anders beschouwen dan als gefantaseerd, om stemming te maken. Daardoor wordt de zaak vertroebeld en daartegen wensoh ik op te komen. De kwestie die opgelost moet worden, is deze. De nienwe rjjksbgdrage vult de salarissen volgens de regeling aan, naar gelang van het aantal dienstjaren, tot een bedrag van 700 tot 1225 gulden. Wgzigingen in de salaris regeling na 1 Oct. '17 hebben op de bepaling van dit bedrag geen invloed. In de gemeenten, die toen het slechtst betaalden, is dns de verhooging het grootst. Nu zjjn met ingang van 1 Jan '18 de meeste regelingen iets ver beterd. Boven de daarbij toegekende bedragen zal echter aan de onderwijzers de vethooging van 't Rijk uitgekeerd moeten worden. Daar door ontstaat een verkeerd systeemdat ben ik volkomen met „Criticus" eens. Een paar voorbeelden ter toelichting. In gem. X bestond 1 Oct. '17 een salaris regeling volgens de wetteljjke minima, die opgevoerd is tot 600—1100 volgens de door Ged. Staten van Zeeland aangegeven norm. Een onderwijzer met maximum aantal dienst jaren had daar "dus een salaris van 825 en ontvangt over 1918 1100 gld. plus 400 gld. In Y. Bestaande regeling 600 tot 900, nieuwe 600 tot 1100. Salaris van onderw. als boven 1100 plus 325 gld. In Z. Bestaande regeling 700—1000, nieuwe 700 tot 1200. Salaris van onderw. als boven 1200 plas 225 gld. Duidelijk bljjkthierait het gebrekkige systeem. „Critioas" zoekt de oplossing van de moeilijkheid nu in een richting, die ik on juist en ongeoorloofd acht. Hg spoort aan, den wenk van minister Cort van der Linden te volgen, om zoogenaamd eventueel niet bedoelde dubbele salarisver- hooging bjj de nienwe regeling te voorkomen. D. w. z.: verlaag de salarissen weer en neem dns met de eene hand terug, wat ge met de andere gegeven hebt. Criticus vindt blijk baar de nienwe regelingen van 1 Jan. 1918 voortreffelijk en is uitermate bevreesd, dat er nog wat moer aan de onderwijzers wordt uitbetaald. Wg zjjn van een andere meening o. i. zjjn alle regelingen op Sohoüwën- DuiveUnd totaal onvoldoende. We staan in die meening wetke) jjk niet alleen, integendeel. In de kamer i* ev bjj de laatste debatten door sprekers van links en Teohts nadruk kelijk op gewezen, dat de bedragen die het Rijk thans aan de onderwijzers waarborgt, reiteljjk te laag ejjn, dat men alleen nit fioaocieele overwegingen niet verder durfde gaas. Welnu, die bedragen zgn thans voor etn onderwijzer zonder hoofdakte 7001225 gulden Op geheel Schouwen en Duiveland is geen enkele regeling aangenomen, die zoo „ver" gaat. Hiermee is da aansporing van Criticus ver oordeeld. De kosten, voortvloeiende uit de regelingen van 1 Jan '18, zgn door de ge meenteraden toegestaan. Nu geeft het Bgk een extra-bijdrage van minstens 100 gld. per onderwijzer, in de mpeste gevallen meer (tot 400 gld.) Mogen die bedragen nu op de salarissen worden gekort, zooals Critious wil? Wg achten dit een handelwijze, die niet door den beugel kan en waartegen we ons met alle kracht zullen verzetten, indien ooit dergeljjke practjjken zullen worden toegepast. De wet van 23 Febr., bedoeld als een ver betering van de positie der onderwijzers, zon dan eeu voordeeltje worden voor de gemeente kas, terwijl deze vorm vsn wetgeving juist is gekozen, om dat le voorkomen. Hoe wg ons dan de oplossing denken? Na het voorgaande zal het duidelijk zgn. De regelingen, die dit jaar opnieuw vastgesteld woeteu worden, zullen waarschjjnlgk vrg lang van kracht btjjven. In het belang van het .ouderwijs is het daarom gewenscht, dat er nu eens afdiende maatregelen worden genomen. De taak der gemeentebesturen is dus: de salatisregelia gen roet gebrnikmaking van de verhoogde rijksbijdragen (per onderwijzer van minstens 100 tot 400 gulden) opvoeren tot eeu bekoorlijk peil. Over dat peil hopen we onze meening nog wel eens kenbaar te maken. We hopen door dit schrijven bereikt te hebben, dat de autoriteiten zich niet door .Criticus" laten verleiden tot een georgani- seerden aanslag op de beurs der onderwijzers ten voordeele van de gemeentekassen. Met dank voor de plaatsing. Uw dw. dur. W E. B. DE JONGI. Voorz. der afd. Soh.D. van den Bond van Ned. Onderw;. Ziebïkzee, den 10 Mei 1918. Mijnheer de Redacteur! Mogen wg u beleefd verzoeken met een paar regels te antwoorden op het ingezonden schrijden in de Nieuwsbode van Woensdag betreffende de vleeschdhtributie en dan be ginnen met de erkenning dat deze regeling verre van volmaakt is, maar haar oorzaak viudt in de eerste noodslachting op April, toen door ons nog niet was bedaoht het bonstelse), zooals dit voor visoh is ingevoerd en waarom toen werd begonnen met de ver- strekkibg op bon no. 112 nit de bonboekjes. Hierdoor kreeg een deel der bevolking vlees oh op bon 112 en werd de noodzakelijk heid geboren door te gaan totdat deze bon is verbruikt en dus elk zjjn deel, hetzjj dau vroeger of later, heeft bemachtigd. Zoodra deze bon is verdwenen wordt ook voor vlesich begonnen met de seriebons en is een toeloop als na plaats bad niet meer mogeijjk. Wel zullen altjjd enkelen dan tot oen volgende distributie moeten waohten, daar men vooruit nooit kan bepalen, hoe- velen op een gegeven oogenblik van hnn recht tot opnemen znllen gebruik maken en men dus steeds aan meerderen de gelegen heid moet géven, maar dit zou ook bjj een verdeeling over wjjken of gedeelten van wijken het geval zgn, waarbij dan nog het bezwaar zonde komen, dat men eerst van huis tot huis moest nagaan hoeveel personen zich daarin boven het jaar bevinden. Met dank vóór de opname. De Commissie van bijstand voor de Levensmiddelenvoorziening L. DOELIMAN. A. TIMMERMAN Cz. Middelburg, 7 Mei 1918. Mijnheer de Redacteur t In Uw blad van j.l. Zaterdag las ik met verbazing een ingezonden stak vanNieuwer- kerkwaarvan de inzendster zioh „een meisje" noemt, 't Sohjjnt dat de inzendster toch niet erg op de hoogte is van de daar ter plaatse bestaande toestanden. Na enkele waarheden gebruikt zg een paar rare uit drukkingen, die ik niet kan begrijpen, b.v.: „Onaangename concurrentie" en „een niet- mede-werken" I Hoe komt inzendster er aan de oprichting van een 2de zangkoor op een dorp „onaan gename concurrentie" te noemen. Een zang koor is tooh geen handelsvereeniging, die probeert een andere den weg af te snijden. Dat nietl Er zou alleen nit op te maken zgn, dat de een den ander verdringen wilde. En dat is toch nooit het geval geweest en is het ook niet. Even tevoren gewaagt zg van „een niet medewerken" en daarna van „een-niet-aau- sluiten". Mag ik eens wat meedeelen, wat nood zakelijk is om geen verkeerde gedaohten te vormen, aangaande de plaatselijke toestanden te Nieuwerkerk. Enkele jaren waren we gewoon, op Kerstfeest viering der Zondagsaohoolkinderen aldaar, eenige zangnummertjes ten gehoore te krjjgen. Ook op het laatste feest was dit het geval. De zangers en zangeressen waren leden van de Jongelings- en kleine Meisjes- vereeniging, met nog eenige andere zang- lnstigen, waarvan de meesten den leeftjjd van 15 jaren nog niet bereikt hadden. Dezen nu begeerden een koortje te vormen, dat zoo af en toe repeteeren en iets nieuws leeren zou. Dit is ook geschied; een zangclubje, als onder af deeling van de reeds genoemde ver- eenigingen. Hoe kon nu tooh samen gegaan worden met een zangkoor, dat bjjna een jaar bestond, waarvan de leden den leeftijd van 16 jaren moesten bereikt hebben. Daar was immers geen spiake van Dat moet iets apaits zgn. 't Was gewoon een kinderkoor; dat er later personen bg zgn gekomen, die den ouderdom van 16 jaren te boren gingen, neemt nog steeds het feit niet weg dat samengaan, samenwerken, medewerken onmogelijk was. 'k Juich zeer toe, de laatste gedachte van inzendster, n.m. te trachten eecs een ver- eeniging op te richten, die, met een des kundige aan het hoofd, wat ten gehoore en voort kan brengen dat nog de moeite waard wasmaar 'k wil inzendster tooh aan raden, niet dingen in oen publiek blad te schrijven, waarvan geen sprake kan zgn, en wat ook niet waar is. U dankend voor de plaatsruimte. JOH.s WANDEL. Heden overleed, na een lang durig en geduldig lijden, mijn ge liefde Echtgenoot, de Heer Pieter Verseput, in den ouderdom van ruim 67 jaren. Zonnemaire, 9 Mei 1918. J. P. VERSEPUT— van Putte. Heden overleed, na een langdurig en geduldig lijden, onze geliefde Broeder, Behuwdbroeder en Oom, de Heer Pieter Verseput, in den ouderdom van ruim 67 jaren. Zonnemaire, 9 Mei 1918. r N. VIERGEVER— Noordqouroe.l Verseput. I A. VIERGEVER. J. VERSEPUT. P. VERSEPUT— Zonnemaire. HockeHoogenioom. i E. BLOM—Verseput. C. P. BLOM. Heden overleed, na een lang durig en geduldig lijden, onze geliefde Behuwdbroeder, de Heer Pieter Verseput, in den ouderdom van ruim 67 jaren. Zonnemaire, 9. Mei 1918. M. VAN PUTTE. I C. J. VAN PUTTE— Zonne- Labrijn maire. i Wea# j. yAN PUTTE— Delst. Nieuwer- Wed. D. A. LABRIJN kerk. j Van Putte. A. VAN DERCINGEL-- Kenk- i Van Putte. werve. p. j.vaNDERCINGEL. Onzen dank aan allen, die blijken van belangstelling gaven, tijdens de ziekte en na het overlijden van onze geliefde Echtgenoote, Moeder, Behuwd- en Grootmoeder, ANNA HODDE. Serooskerke, 9 Mei 1918. Namens verdere Familie, JACOB DE RIJKE. Hiermede betuigen wij onzen hartelijken dank voor de vele blijken van deelneming, bij het overlijden van onzen geliefden Vader, Behuwd- en Grootvader, den Heer M. S. POLAK, zoowel van hier als elders ondervonden. Zierikzee, 10 Mei 1918. Namens de Familie, A. C. L. POLAK. Hierbij onzen inntgen dank voor de buitengewoon vele hartelijke en stoffelijke bewijzen van belangstelling, bij gelegenheid onzer Gouden Bruiloft ondervonden. Serooskerke, 10 Mei 1918. M. DEN BLEIJKER. - A. DEN BLEIJKER— van 't noORDENDE en Familie. op Dinsdag 14 Mei, 's voormiddags 11,30 ure (N. T.), bij den Heer O. Verwer. Agenda: Opening. Notulen. Jaarverslag. Rekening. Verkiezing bestuursleden wegens ontslagname van den Voorzitter en periodieke aftreding van den Heer A. C. de Oude. Vaststelling keuringsdagen. Benoeming Keurings-Commissie en verder voorkomende zaken. Rondvraag en sluiting. M J. KLOMPE, Secretaris. Het BESTUUR van den Polder DRE1SCHOR zal, op Vrijdag don 17 Mol 1918, des avoDds ten 7 ure. in de herberg van Mej. de Wed. C. W. de Mul te Dreischor, V. het GRASGEWAS, staande aan den Noordzeedijk, om te maaien; 2 den DIJK langs den polder „Dreischor's-Nieuwland", voor den tijd van 7 jaren. Tevens zal de NAËTTING van den Zeedijk te koop worden aangeboden. Dreisohor, 26 April 1918. Het Bestwwr van dm Polder Dreischor J. DOELEMAN Jz, Dijkgraaf. P. A. G. VAN DIJK, Onto," De HUURCOMMISSIE voor Zierikzee vestigt de aandacht van huurders en verhuurders van woningen in de gemeente Zierikzee, op de navolgende bepalingen der Huurcommissiewet I. Het is verboden als verhuurder eene hoogere vergoeding te bedingen (onder welken naam of in welken vorm ook) voor het gebruik eener woning in de qemeente Zierikzeedan de huurprijs, voor die woning geldende op of laatstelijk vóór A. 1 Jmuari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten hoogste 4,per week bedraagt B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur meer dan 4,per week bedraagt Een en ander tenzij dié hoogere huurpnjs vooraf is goedgekeurd of vastgesteld dooi' de Huurcommissie. II. Is eene woning,, respectievelijk vóór of op 1 Januari 1916 of 1918, naai de onderscheiding hoven gemaakt, niet verhuurd geweest, dan vraagt de verhuurder aan de Huurcommissie schatting van den huurprijs op: A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten hoogste 4,— per week bedraagt B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur meer dan f 4,per week bedraagt. Bij evengemeld verzoek kan tevens verzocht worden een hoogeren, in het verzoek te.vermelden huurprijs goed te keuren, dan waarop de Huur commissie dezen met inachtneming van het in het voorgaand lid bepaalde mocht schatten. Tenzij de Hnurcommissi# dezen hoogeren huurprijs mocht goedkeuren, geldt als huurprijs de door haar gesohatte som. III. Tan aanzien van eene nieuw gebouwde woningna 1 januari' 1916 of 1918 (naar de onderscheiding, boren onder A en B gemaakt) voor het eerst in gebruik genomen, is het verboden, een hoogeren huurprijs te bedingen, dan die waarvoor de woning voor het eerst is verhuurdtenzij deze hoogere huurpnjs vooraf door de Huurcommissie is goedgekeurd. IV. Was de verhoogde huurprijs reeds bedongen vóir de instelling der Huur commissie, dooh na A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten hoogste f 4,per week bedraagt B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur meer dan 4,— per week bedraagt Dan is de verhsölrder gehouden binnen eene maand na de instelling der Huurcommissie (dit is voor Zierikzee uiterlijk op 1 Juni a.shetzij bij de Huurcommissie een verzoek in te dienen tot goedkeuring van dien hoogeren huurprijs, hetzij zich jegens den huurder bereid te verklaren, den huurprijs te verlagen tot dien van 1 Januari 1916 of 1918, naar gelang het eene woning betreft, onder A of onder B genoemd. V. Hij, die in deze gemeente vóór den dag der instelling der Huureommissie (zijnde 1 Mei 1918) eene woning verhuurd heeft, welke vóór of op 1 Januari 1916 of 1918 (naar gelang der onderscheiding, boven onder ,4 en B gemaakt) niet verhuurd is geweest, vraagt binnen eene maand na de instelling der Huurcommissie (voor Zierikzee mitsdien uiterlijk op 1 Juni a.s.j schatting van den huurprijs op A. 1 Januari 1916, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur ten hoogste 4,per week bedraagt B. 1 Januari 1918, voor zooveel betreft woningen, waarvan de huur meer dan 4.per week betreft. Bij evengemeld verzoek kan tevens worden verzocht een bij het verzoek te vermelden hoogeren huurprijs goed te keuren, dan waarop de Commissie dezen met in achtneming van het bij het voorgaand lid bepaalde, mocht schatten (deze goedkeuring kan ook nst de schatting gevraagd worden, mits het daartoe strekkend verzoek werde ingediend binnen eene maand, nadat omtrent de schatting iB beslist.) VI. Hij, die in deze gemeente vóór de instelling der Huurcommissie, eene huur overeenkomst heeft aangegaan, waarbij hg ten aanzien eener nieuw gebouwde, en (naar de onderscheiding onder A en B gemaakt) na 1 Januari 1916 of 1918 voor het eerst in gebrmk genomen woning, een hoogere huurprijs bedongen heeft dan waarvoor die woning het eerst is verhuurd geweest, is gehouden, binnen eene maand na de instelling der Huurcommissie (voor Zierikzee derhalve uiterlijk op 1 Juni a.s.), hetzij bij de Huurcommissie oen^ verzoek in te dienen tot goedkeuring van dien hoogeren huurprijs, hetzij zich jegens den huurder bereid te verklaren, den huurprijs te verlagen tot dien, waarvoor de woning voor het eerst werd verhuurd. VII. Keurt de Huurcommissie de gevraagde verhooging niet goed, dan geldt als huurprijs het door de Huurcommissie daarvoor vast te stellen bedrag. VIII. Verhuurders, welke een der bovenstaande bepalingen overtreden, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste duizend gulden. Alle verzoeken, in vorenstaande bepalingen, genoemd, moeten schriftelijk in twee gelijkluidende exemplaren worden ingediend bij den Secretaris der Huurcommissie, bij wien tegen betaling der kosten de bij Koninklijk Besluit vastgestelde formulieren verkrijgbaar zijn. De Secretaris is voor'het geven van inlichtingen omtrent de Huurcom missiewet en de Huuropzeggingswet eiken werkdag van 10 tot 12Va ten Gemeentehuize te spreken. Zierikzee, 6 Mei 1918. De Huurcommissie voornoemd, Mr. H. POLVLIST, Voorzitter. P. F. WITTERMANS, Secretaris. De HUURCOMMISSIE. maakt hekend: 1®. ingesteld voor de Gemeento Zierikzee 2«. 3°. 4°. dat huurders van woningen zich BINNEN EENE WEEK NA OPZEG GING der huur, kunnen wenden tot de Huurcommissie, mst verzoek, die opzegging nietig te verklaren; dat indien voor het eindigen der huur geen opzegging wordt vereisokt (en mitsdien de huur eindigt door het enkel verloop van den tijd, waar voor zij is aangegaan), de huurder zich kan wenden tot de Commissie, met verzoek te bepalen, dat een nieuwe huur zal tot stand komen, welk verzoek moet worden ingediend uiterlijk DRIEMAANDENVQORHET EINDE DER HUURindien deze voor eon jaar of langer is aangegaa», en uiterlijk TWEE WEKEN voor het eindigen dor huur, indien deze voor korter tijd is aangegaan; is evenwel in de huurovereenkomst een tjjd bepaald voor het aangaan eener nieuwe huur, dan moet het verzoek worden ingediend binnen EENE WEEK na het verstrijken van genoemd tijdstip; dat door het TIJ D I Q indienen yan de in beide voorgaande zinsneden bedoelde verzoekschriften, de bestaande huur in stamd blijft, totdat omtrent het verzoek is beslist; dat alle verzoeken SCHRIFTELIJK in tweevoud moeten worden ingediend bij DEN SECRETARIS DER COMMISSIEbg wien modellen der verzoek schriften tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. De Huurcommissie voornoemd, Mr. H. POLVLIET, Voorzitter. P. F. WITTERMANS, Secretaris. Zieri-kzee, 2 Mei 1918 De VEEVERZEKERING „D.E.L." wenscht te verkoopen barer Leden, van af 1 Juni a.s. tot 1 Juni 1921. Inschrijvingsbiljetten met prijzen voor beneden 2 Jaar en daar boven (keu ring voor koopers rekening), in te leveren vóór Maandap 13 Mei, 's middags 12 uur, bij den Directeur J. C. VAN DER MAAS. Tegen hooge prijzen te koop gevraagd in alle afmetingen, zwaarte der platen, van 4 tot 6 m.M. zwadr 6 m.M. Aanbiedingen onder nummer 10 aau hef Bureau vaq dit blad.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1918 | | pagina 6