heft in handen, hetgeen voor de huur der van groot nadeel is. Vroeger hadden hier de- winke liers ook alles te zeggen. Door de Coöperatie is daaraan een einde ge maakt. Hoe nuttig zij werkt, blijkt o. a. hieruit. Toen de regeerings- aardappelen gedistribueerd werden, was de maximum-prijs 6$ ct. per kilo. De distributie-commissie liet echter Weten, dat zij tegen S cent per kilo verkocht mochten worden. Daarop is evenwel de Coöperatie niet ingegaan. Zij hield zich aan den prijs van 6Vs ct. Een bouwcommissie, die de macht der huiseigenaren breekt, zou hier goed werk verrichten. De S. D. A. P. kan zich echter niet daarvoor span nen. Een dergelijke commissie moet een neutraal karakter dragen. jVij zullen ons wenden tot de besturen van de Liberale en de Anti-Revolu- tionnaire kiesvereeniging om met het bestuur der S. D.A. P. zulk een com missie in het leven te roepen. En wij zullen ons ook wenden tot de Centrale iWoningcommissie, die hier bestaat, maar die, zooals een lid er van hem heeft medegedeeld, slechts eenmaal vergaderd heeft. Die bouw commissie kan dan aan 't gemeente bestuur om finantiëelen steun vragen. •Het gemeentebestuur kan het geld daarvoor van den Staat krijgen. De heer Catshoek betwijfelt het, dat de levensmiddelencommissie goed werkt. Zij wil ons met aardappelen volstoppen. Braadvet wordt overal verstrekt, maar hier niet. Hij dringt er op aan, dat ook andere artikelen verstrekt worden. De maximum-prijs van het spek is vijf cent te hoog ge weest. De familieleden van den heer Doeleman krijgen meer dan de Coöpe ratie. Hierop werd de motie met alge- meene stemmen aangenomen. De voorzitter noodigt de landweer- pliehtigen van 1910, 1911, 1912 en 1913, die nu vier dagen moeten op komen, uit tot een vergadering, ten einde deel te nemen aan de beweging in den lande om' tot den Minister het verzoek te richten die opkomst niet te doen plaats hebben, maar deze te beperken tot een bloote inspectie. Mét het volgend slotwoord sloot spreker de vergadering: Ons doel is op te komen vo'or de nooden van den minderen man, niet uit partijbelang, maar uit plichtbesef. Sluit U bij ons aan. .Wij hebben den oorlog niet kunnen beletten, madr onze mhnnen uit alle landen willen trachteri in Stockholm voor den vrede een gyimdslag te vinden. /-^Verplaatst van hier naar Middel burg de heer J. C. Gouw, rijksklerk 3e kl. bij 's Rijks directe belastingen. OOSTERLAND. In de op Vrijdag gehouden vergadering van stembe voegde ingelanden van den polder Ooster- en Sir-Jansland werd de be grooting voor het dienstjaar 1917/18 in ontvang en uitgaaf vastgesteld op f 63151,36, met een onvoorzienpost van f 402,98V2. 't Dijkgeschot werd voor dit dienst jaar verhoogd met f 4,50 per HA. en zulks tengevolge van de buiten gewoon uitgevoerde werken aan de Noordzijde des polders. Aan mej. Th. Vijverberg—Hage, weduwe van den oud-dijkbaas, werd een jaarlijksch pensioen toegekend van f 100. Het bestuur deelde mede, dat het .weldra voorstellen ter tafel hoopt te brengen lol liet instellen van een fonds voor de weduwen der jongere beambten des polders. Voorts werd medegedeeld, dat met 15 Januari 1918 aflosbaar zullen zijn de obligatiën Nos. 14 en 38, leder groot 1' 500, der geldleening, in 1898 gesloten, waarmede die geldleening, oorspronkelijk groot I' 20.000, geheel is afgelost. tWISSENKERKE. tn de jongste raadsvergadering heeft de heer A. v. Hee medegedeeld, waarom hij zijn ontslag als raadslid heeft ingediend en liet toezicht op gemeentewerk enz. heeft neergelegd. Hij heeft on dervonden, dat de last of liet nadeel, dat voor sommigen uit enkele raads besluiten en maatregelen voortvloeit, aan hem geweten wordt, terwijl hij van 't college van. Bui-gem. en Weill, niet de medewerking ondervindt, waarop hij, toezicht oefenend op dc besluiten van dat college, aanspraak meent te hebben, en soms het tegen deel ervaart. Onder die omstandig heden wenschte iiij niel langer met den raad of met liet dagelijksch be stuur samen te werken. Het zou van, algemeen belang zijn, te vernemen, wat van de andere zijde daartegen is ingebracht. Da komende vredo. Konden we 't maar zeggen Als 't af- hiDg van de v o 1 k e d, dan zeer zeker zou de oorlog spoedig een einde nemen. Maar zegt Het Gentrum de diplomatie en al wat ouder dien naam b?grepen is, heeft hare eigen wegeD. Iutusschen komt er overal meer en meer een noodtoestand. Jawoi, speculanten, smokkelaars en dergelijke lieden maken „gcede zaken", zooals men dat noemt. Ei worden door deze en andere categoriëen van personen schatten „ver diend". Maar wie dragen de lasten? De ondervoeding maakt vele slacht offers en indien de oorlog niet binnen zéér kort een einde neemt, worden de volken met niets minder dan hongers nood bedreigd. De graanoogst was slecht in 1916. Hij belooft nog slechter te worden in 1917. Er is, volgeDS het internationale Landbouw-Ioetituut te Rome, een tekort van vele millioenen K.G. aan tarwe, aan rogge, en gerst. Ds Argentijnsohe ooget, die naar men weet in 't begin van 't jaar wordt binnen gehaald, was'de slechtste van de laatste zestien jaren. Het tekort aan werkkrachten is voor een groot deel oorzaak van dit ver schijnsel, terwijl nu ook het onguetige weer een zeer nadeeligen invloed uitoefent. In Amerika en eldeis komen tal van handen tekort op den akker, omdat er zooveel vraag ie voor de mnnitie-fabrieken, waar de hooge loonen ale een magneet werken. Eq iutussohen doen blokkade en duïk- bootoorlog groote voorraden Idkensmidde- len bederven, of verloren gaan op den bodem der zee. Met allerlei surrogaten tracht men in het stijgend gebrek aan deugdelijke groadBtoffm te voorzion. In een vergadering te OhrietiaDia is reeds de vraag besproken, of men het broodmeel niet met mos, rendiermos en Yelandsch mos zou kunnen vermengen I Zouden de volken dan, ten spijt van alle rimram, die men telkens weer in de pers en in de telegrammen kan lezen, niet emachten naar den vrede? De geit in de plaats van de koe. Nu de voedernood inkrimping van den veestapsl zal gaan eischen, kan de mede- deeling, dat de geit als melkgeefeter door haar mindere voedingseischen, de koe in do kleine bedrijven zou kunnen ver vangen, voor velen een uitkomst zijn. Onder de rubriek „Uit Buitenlandsche bladen", meldt „Het Nederlandsch Week blad voor Zuivelbereiding en Veeteelt" het volgende bericht onder het opschrift „De voordeelen van de geitenhouderij". Volgens dr. Klempenauer, leeraar in veetselt te Allenstein, zijn er voor de kleine boeren de volgende voordeelen in de geitenhouderij tegenover het houden van koeien gelegen: le. De benoodigde stalruimte is minder groot. 2s. Zoowel geringere aanschaffiings- koeten, als een grootere melkopbrenget vindt men, als men vergelijkt de melk- opb'rengst van ééa koe en de melkop brenget van geiten, die men met f ge deelte van het voeder voor ééa koe er op na kan houden. 3e. Bij ziek worden is de vermindering in melkopbrengst, bij sterven het verlies vau 'tdier geringer. 4 e. De geit lust ook voeder, dat op een mageren grond groeit; ja geeft er zelfs de voorkeur aan. 5 e. Bij de geit vindt men zelden of nooit tuberculosehaar melk verdient dus om deze reden voor kindervoeding de voorkeur boven koemelk. Jhr. Mr. A. F< do Savornin Lohmai. Het lid der Tweede Kamer, jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman, heeft Zondag zijn 80sten verjaardag gevierd. De heer Lohman, die in Groningen geboren werd en daar in 1861 promo veerde, was achtereenvolgens rechter te Appingedam ('61'66), rechter te 's-Her- togenbosoh ('66'72) en raadsheer te 's-Hertogenbosch ('72'84). Hij was ook hnogleeraar aan de Vrije Universiteit ('83—'90 en '91'96). Zjjn politieke loopbaan begon in 1879, toen de kiezers van Goes hem naar de Tweede Kamer zonden. Hij had zitting tot 1890, werd vervolgens minister van Binnenlandsohe Zaken in het kabinet-Mackay (tot midden '91), kreeg toen zitting in de Eerste Kamer ('92'94), om daarna weer voor Goes in de Tweede Kamer te komen. Hjj vervulde sindsdien zjjn mandaat tot heden. In 1909 werd hjj benoemd tot minister van Staat. Beperking van verbouw v»n gewassen. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft bepaald: 1°. In elke provincie wordt ingesteld een provinciale commissie, belast met het toezicht en de contröle op de maat regelen tot beperking van den verbouw van gewassen ingevolge art. 7 der Distributiewet 1916 (Cultuurcommissie) 2°. Tot leden dezer commissie worden o. a. benoemd Voor Zeeland: K. J. A. G. baron Collot d' Escury, te Kloosterzande, tevens voorzitter; W. Kakebeeke, te Goes; Fr. Kakebeeke, te Goes; jhr. J. van Vreden- bureb, te Tholen; C. van Westen, te Zierikzee; tot adviseerende leden: D. Bloemetna, rijketuinbouwleeraar, te Mid delburg; C. Stevens, rijkelandbouw- leeraar, te Goes.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1917 | | pagina 6