BIJVOEGSEL behoorende b(J de tu VRIJDAG 9 MAART 1917, i«. 9978. BECHTZAKEV. Bern ontaarde Trouw Een 23-jarige vvaschvrouw te Rot- lerdam zou in 't najaar van 1916 geruimen tijd achtereen haar 3-jarig dochtertje dagelijks in haar woning alleen hebben gelaten, op een kamer van welke zij de deur dan afgesloten en den sleutel meegenomen had. Be klaagde zou het kind op die kamer hebben achtergelaten zonder voedsel en verzorging, zoodat het kindje ten. laatste door een agent van politie, die door buren gewaarschuwd was, in een staat van verregaande vervuiling en verwaarloozing was aangetroffen. Bekl. verklaarde, dat haar man van .haar weggegaan was en haar zonder geld of middel van bestaan had ach tergelaten. Zij had toen getracht als waschvroiiw den kost te verdienen en werk gevonden, dat haar van des morgens zeven tot twaalf uur en van halftwee des namiddags lot 's avonds zeven uur van huis gehouden had. Zij had naar haai- meening' niet anders kunnen doen dan het kind thuislaten en het geraden gevonden de deur der kamer op slot te doen. Als zij om 12 uur 's middags en 7 uur des avonds thuisgekomen was, had zij hel kind je eten gegeven, als zij dat had. Bekl. gaf toe, dat er aan de verzorging van haar kind wel wat ontbroken had. maar beweerde, dat zij niet beter had kunnen geven dan zij had ge daan. Een agent van politie verklaarde, dat buren vart de vrouw op 'n politie post waren komen klagen; getuige was toen op; onderzoek uitgegaan. Hij had de vrouw des avonds opgewacht eh haar tegen twaalf uur 's nachts naar huis zien komen. Hij had haar zien naderen in gezelschap van een man, met wien zij gearmd had ge- loopen. Getuige had de vrouw daar op aangehouden en was te zamen met haar en een harer buurvrouwen naar haar woning gegaan. Op haar kamer, waar vrijwel alle meubelen ontbroken hadden, had ge tuige het kind in vervuilden toestand aangetroffen, 't Was blijkbaar juist opgestaan van een bed, dat uit niets anders dan een ouden stroozak be staan had. Evenals dat bed en de bedstede, die de vrouw zelf in ge bruik zou hebben gehad, had de geheele kamer den indruk gemaakt van volkomen verwaarloosd te zijn. Het onderzoek van getuige had voorts uitgewezen, dat bekl. haar avonden gewoonlijk in danshuizen sleet en dat haar man haar maan delijks geld had gezonden. Uit verklaringen van buurvrouwen bleek, dat bekl. in .den laatsten tijd van 's morgens zeven uur tot tegen middernacht afwezig was gebleven en het kindje dan in de afgesloten, geheel vervuilde kamer, zonder voed sel alleen had gelaten. Het O. M. eischte tegen bekl., ter zake van het iemand tot wiens on derhoud, verzorging of verpleging zij krachtens de wet verplicht is, opzet telijk in een hulpeloozen toestand brengen en laten, twee jaar gevan genisstraf. Aaabestedligeii, Terkooplagei, enz. GOES. Alhier is aanbesteed de bouw van een veilingsgebouw voor de veiiingsvereeniging „Zuid-Beve land". Er waren 9 inschrijvers, laag ste was de heer D. B. J. Arenlz te Kloetinge, voor f 28.000. Het werk is provisioneel gegund aan den voor- laatsten inschrijver, den heer D. v. Maris te Kapelle, voor f 30.465. Het Pokkeageraar. Dr. Ruijseh wijst op het gevaar, dat ons uit de oorlogvoerendelanden bedreigt van opnieuw besmet te wor den door de pokken. Naar 't scheen was het gevaar bedwongen, de ziekte die nog in 1870/71 vele duizenden hier te lande ten grave sleepte, scheen voor goed geweken en een zekere rust kwam over ons. Maar, helaas! in Duitschland is zij weer via Rusland en Oostenrijk bin nengeslopen en in nagenoeg alledee- len des rijks, ook in Beieren, Wur- temburg en Baden, vertoont zich de ziekte, ook in verschillende plaatsen in de nabijheid van onze grenzen. Wanneer men daarbij bedenkt, dat ook in Oostenrijk-Hongarije voort durend de pokken blijven heerschen dan behoeft het geen betoog, dat onder de gegeven omstandigheden strenge waakzaamheid dubbel plicht is, vooral ook opdat de eerste gé vallen zoo spoedig mogelijk herkend worden en opdat tijdig door snel toe gepaste maatregelen van afzondering van zieken en verdachten, waartoe het kon. besluit van 22 Januari 1917 (no. 193), de krachtigste middelen aan de hand geeft, zooveel mogelijk gedaan worde om ook thans weer hel dreigende gevaar af te wenden. „Prlaeess Mollta". In den avond van den oen Maart is 't Britsche koopvaardijschip „Prin cess Melita" binnen den Hoek van Holland gekomen; bij onderzoek bleek het. schip bewapend te zijn. Den gezagvoerder werd order ge geven onmiddellijk weder naar zee te vertrekken. Het schip vertrok hierop naar zee. Den volgenden mor gen keerde het stoomschip terug en verzocht 'n zwaar zieken opvarende aan den wal te mogen afgeven en drinkwater voor de reis naar Enge land te mogen laden; beide werd toe gestaan onder beding den meesten spoed te betrachten. Daarna stoomde het schip weder naar zee; in den morgen van 7 Maart keerde 't schip echter terug en verklaarde de gezag voerder kanon en affutage overboord te hebben geworpen. Na grondig onderzoek bleek, dat inderdaad geen kanon en affuil meer aan boord waren en werd mitsdien vergunning verleend naar Rotterdam op te stoo- men. Het sleuwe ocrlogsbrood. De Naaml. .Venn. Velsen's Eleclri- sche broodbakkerij te Rotterdam heeft een proefbrood gebakken vol gens een mengsel van producten, waaruit het a.s. oorlogsbrood moet worden samengesteld. Naar de directie mededeelt is dc kwaliteit, van dit brood uitnemend en vormt t een zeer smakelijk voed sel; altijd in aanmerking genomen dat het oorlogsbrood is. Het eenige waardoor het afwijkt van het brood dat in dagen van overvloed werd ge bakken, is een bizondere nasmaak; wie kieskeurig is, zal genoeg op dit oórlogsbrood weten af te dingen, doch wanneer men de bizondere om standigheden in aanmerking neemt, zal men moeten erkennen, dat het a.s. oorlogsbrood goed en deugde lijk is. IJ.. In hel laatst van de vorige week zijn van Harlingen zes mosselsche pen uitgevaren naar de Waddenzee. Men vreest, dat thans, nu de zee vol ijs drijft, deze schepen in het ijs be kneld zullen geraken. Door de bepa lingen van de Distributiewet is de hoeveelheid proviand gering en zal er dus gebrek aan levensmiddelen ontstaan, wanneer de wal niet kan worden bereikt. Mosselen is tlan het eenige voedsel. Ook de brandstoffenvoorraad is niet groot. Éen schip kan men van uit Harlingen zien zitten. He Zomertijd. j In dc Tweede Kamer heeft Minister Posthuma medegedeeld, dat 'n wets ontwerp tot invoering van den zo mertijd reeds van den Raad van State is terugontvangen. Het zal dus binnenkort worden ingediend. Naar men verneemt, wordt in dit wetsontwerp voorgesteld den zomer tijd te doen ingaan op.l April a.s. Wanneer 1> deie oorlog getladlgdt „Hot interview van Haig" (waarin de Eugelsche opperbevelhebber een ver pletterende nederlaag voor de Duitechera aankondigde) „ia vrijwel verloochend meldt het Engelsche blad The Nation. Minister Henderson heeft op xijn optimis- mo afgedongen en we worden uitge- noodigd om ons op een langen oorlog voor te bereiden, die misschien door de verschrikkelijke slachting van de komende veldslagen zal worden verkort, maar niet uitgemaakt. „Er zijn nu twee eoorten voorspellin gen. De eene is, dat het gebrek aan geld bij alle partijen den oorlog van den zomer zoo goed als ten einde zal brengen. De andere is, dat gebrek aan geld nooit een einde aan een oorlog maakt, zoo lang financiers de ruilmid delen kunnen opblazen en in waarde verminderen en zoo de toekomstige ellende der volkeren voorbereiden, en dat de oorlog zal voortduren, zoolang de oorlogegeest dien voedt. Laten wij dua niet ons zelf misleiden. De jongeling schap van Europa zal Bterker dan ooit geaderlaat worden; het vuur van haat en hartstocht, dat de volken verteert, zal hooger en booger opvlammen. Het jaer 1917 is donker aangebroken, het zal nog donkerder avond hebben. „Waar gaan we dan heen? Naar een oorlog met gebroken ruggegraat, gevoerd tussohen volken op krukken Ik ben er bang voor. Aan weerskanten schijnt een ramp uitgesloten. Onze eigen vrees is verlicht. Het is niet waarschijnlijk dat Duitschland ons door den honger zal kunnen dwingen, zelfs indien ze alle onzijdigen van de zee kon houden en daar is geen kijk op kan er in onze drie voornaamste rantsoenen, suiker brood en vleesch, gemakkelijk worden voorzien. Maar Duitschland's eigen voor raden schijnen tot over den volgenden oogst heen te kunnen duren. Als er

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1917 | | pagina 9