B IJ VOEGSEL behoorrnde b(J de ran YRIJDA0 33 FEBKUARX 1917, no. 9973. Vergadering van d-n Gemeenteraad te Zierikzee, op Zaterdag den lOien Februari 1917, des namiddaee ten 2 ure. De burgemeester, mr. A. J. F. Fokker, opende de vergadering. Aanwezig zijn deheerenDeVrieze, Doeleman, Den Boer, Koopman, De Crane, Van Nouhuys, Polvliet, Tim merman en Gelderman. De notulen, die ter visie gelegen hadden, werden onveranderd goed gekeurd. Voor kennisgeving werden aange nomen': 1°. de volgende brieven van Gedep. Staten, houdende goedkeuring van de raadsbesluiten, a. betreffende de aanvaarding van een schenking van mr. J. P. Cau; b. tot vaststelling van het suppl. kohier op de hondenbelasting over 1916; c. .tot wijziging der verordening tot regeling der jaarwedden van liet onderwijzerspersoneel aan de openb. lagere scholen; 2°. de mededeeling, a. over de opbrengst in 1910 van: afgeleverde graszoden, ad f 27,93; bagger, ad f 13,30; regenwater, ad f 4,62; het ledigen van beerputten, ad f 108; gebruik van gemeentegrond ad f 175,28; b. van den uitslag van aanbesteding van onderhoudswerken over 1917; c. van de motie cencr vergadering, belegd door de afdeeling Zierikzee van de S.D. A. P., van den Typografenbond en van de Coöpe ratie „De Dageraad". De inhoud dezer motie is reeds vroeger in dit blad medegedeeld 3°. eén brief van het bestuur van Vreemdelingenverkeer, waarin 't zijn instemming betuigt met de lofwaar dige plannen omtrent brug en nieu wen weg naar 't station, in verband met de toezegging van mr. J. P. Cau. Met het oog op de verfraaiing van de stad, die hiervan het gevolg zal zijn, welke de aantrekkelijkheid en het gemak voor vreemdelingen zeer zal verhoogen, verzocht het bestuur in alle bescheidenheid den Raad maatregelen te nemen, die leiden tot een spoedige afhandeling. Uitstel tot na den oorlog zal wellicht voor een langen duur- zijn, en naar de meening van het bestuur geen voordeel bie den, daar de materialen in de eerst volgende jaren wel niet in prijs zullen dalen. Ingekomen is na de vaststelling der agenda een brief van het burgerlijk Armbestuur, houdende wijziging der begrooting. Daar op de desbetref fende vraag van den voorzitter geen der leden bezwaar heeft tegen de dadelijke behandeling, werd zij aan de orde gesteld, en goedgekeurd. Wegens vertrek uit de gemeente werd afschrijving van den Hoofdei. Omslag verleend: aan de wed. W. J. Rensen, voor den tijd van vier maanden, tot een bedrag van. f 12, en aan H. G. de Boer, voor den tijd van drie maanden, tot een bedrag van f 12. Restitutie van den Hoofdei. Om slag wordt verleend aan de erfge namen van N. Plaating, tot een bedrag van f 5,475 en aan de erfge namen van J. C. Plaating, tot een bedrag van f 5,64, aan M. J. Arnold als' erfgenaam van Joh.s Theodoras Arnold Jr., tot 'n bedrag van f 19,125. Ter tafel komt een reclame tegen den aanslag in den Hoofdei. Omslag van M. C. de Vlieger. Deze wenscht op grond van de tijdsomstandigheden ontheffing. Op voorstel van den voorzitter wordt de aanslag gehandhaafd, als zijnde de reclame te laat ingekomen. Ingekomen is een brief van den heer J. C. van den Bout, waarin hij bericht, dat hij verhinderd is de ver gadering bij te wonen. Aan de orde komt het verslag der Commissie tot wering Van School verzuim. Dit verslag zal worden ge drukt en achter het Gemeenteverslag worden gevoegd. De rekening der bewaarschool van on- en minvermogenden over 1916 wordt in handen van een com missie gesteld, bestaande uit de hoeren Polvliet, Den Boer en Van Nouhuys. Voorlezing wordt gedaan van den volgenden brief van de commissie van toezicht op het Lager Onderwijs. 'Aan den Raad der gemeente Zierikzee. Aangezien wij de overtuiging heb ben, dal de Raad zich bij de ver vulling der vacature mr. Bakker in de commissie van toezicht op het lager onderwijs niet door het ge meentebelang, maar door persoon lijke overwegingen heeft laten leiden, hebben wij besloten ontslag te nemen als lid van bovengenoemde commis sie, hetgeen wij bij deze doen. De voorzitter: Burgem. en Wclh. betreuren ten zeerste, dat de com missie collectief ontslag heeft ge nomen. Met 't oog op de omstandig heid, dat verschillende onderwerpen bij de commissie aanhangig zijn, is 't gewenscht dadelijk tot benoeming van een nieuwe commissie over te gaan. Burgem. en Weth., die een aanbeveling hebben.opgemaakt, zou den gaarne dc afgetreden leden her kozen zien, behalve natuurlijk de vacature Spruyt. De heer Timmerman drukt zijn leedwezen uit, dat alleen linksche candidalen aanbevolen zijn, en geen rechtsche. Hij acht het gewenscht, dal met de bestaande gewoonte ge broken wordt. De voorzitter merkt op, dat bij het opmaken van de aanbeveling over de kwestie van rechts en links niet gesproken is, want het was er om te doen om de nu afgetreden leden der commissie ,te behouden. Deze hebben zelve door het indienen van een alphabetische voordracht schuld aan 't niet-herkiezen van mr. Bakker- Dc Raad heeft 'zeker gedacht, laten wij No. 2 eerst nemen, zonder daarbij een bedoeling te hebben gehad. Wan neer de Commissie er prijs opgesteld had, dat dezelfde weer,zou benoemd worden, dan had zij geen alphabe tische voordracht ingediend. Spreker wil echter namens den Raad zijn ver trouwen in de Commissie uitspreken. De heer Koopman: Er zitten recht- schcn in de Commissie. De heer Polvliet: Weten bij geval Burgem. en Weth., dat de Commissie die unaniem bedankt heeft, zich een herbenoeming zal laten welgevallen. Zoo niet, dan verrichten wij mon nikenwerk, wanneer wij hen herbe noemen. De voorzitter: Dat weten wij niet. Wij kunnen moeilijk elk lid indivi dueel gaan vragen of hij een even- tueele herbenoeming zal aannemen. Herkiest de Raad dc hoeren, dan blijkt daaruit, dat men hen toch wil behouden. In Middelburg is er indertijd ook een conflict geweest. De commissie bedankte, werd herbenoemd, en nam dc herbenoeming aan. Laat ons dat ook doen. De heer Gelderman verwondert zich over het voorstel van BurgTm. en Weth. Bij verschillende gelegen heden toch is gebleken, dat lusschcn de Commissie en den Raad geen har monie bestaat. De Commissie heeft vaak personen aanbevolen, van wie zij wist, dat deze den Raad niet aan genaam waren. Hij vindt het be denkelijk een commissie en bloc te herbenoemen, die vaak blijk gegeven heeft voor een conflict met den Raad niet terug te deinzen. Wordt zij her benoemd dan zal zij weer met candidalen komen, die ons niet aan genaam zijn. De heer Polvliet meent, dat dc heer Gelderman de bal misslaat. Iemand is lid van de Commissie, en wordt door den Raad uitgewipt. Hij vindt het begrijpelijk, dat de Com missie deswege haar ontslag heeft genomen. De heer Gelderman persisteert bij zijn meening. De heer Van Nouhuys vraagt, of de heer Gelderman kennis genomen heeft van den brief van den heer De Roode. Die brief is zeer duidelijk: er behoeft niets aan toegevoegd te worden. De heer Koopman vindt dien brief zeer arrogant. De heer Dc Crane betreurt ten zeerste, dat de Commissie haar ont slag heeft genomen, 't Is niet de' eerste maal, dat er een conflict met de Commissie is. Hij geeft in over weging, om bijaldien de Commissie leden bij hun besluit volharden, in de Commissie drie raadsleden te benoemen. Rijzen er dan conflicten, dan kunnen die raadsleden deze bij leggen. Hij is er voor de verordening op het Lager Onderwijs in dien geest te wijzigen. De voorzitter: Wat de heer De Crane bespreekt, is een andere kwestie. Hel betreft een wijziging van de verordening en deze is nu niet aan de orde. De hoeren Gelderman en Polvliet hebben tegen het voorstel van Burgem. en Weth., om te trach ten de Commissie te behouden, op positie gevoerd. Hij 'geeft beiden in overweging een voorstel te .doen. De heer Polvliet merkt op, dat bij tegen de herbenoeming van de Com missie geen oppositie liceft gevoerd. Hij heeft alleen maar gevraagd, of Burgem. en Weill, zeker weten, dat de Commissie het zal aannemen. Dc heer Doeleman kan met het voorstel van Burgem. en Weth. mede gaan, want wij hebben slechts tc be- oordeelen het schrijven der School commissie, waarbij deze collectief ontslag nam, en niet den brief van den heer De Roode, die aan den bur gemeester gericht is. Ware den brief aan den Raad geschreven, dan zou hij tegen het voorstel van Burgem. en "Weth. gestemd hebben. De voorzitter: Daar niemand een voorstel doet deze zaak aan Burgem. en Weth. te renvoyeeren, zoo zullen wij tot stemming overgaan. De uit slag er van was, dat de Commissie leden met groote meerderheid her kozen werden. Twee stemmen wfTren in blanco uitgebracht. De heer De Roode verkreeg 6, de heer Van Nou huys 8, mcj. Nardten 7, mevr. Gou verneur 7, de heer Van der Have 8, mevr. De Jongli 8, mevr. Geluk 2, en de heeren Timmerman en Bee- laerts. van Emmielioven elk één st: De voorzitter: De aftredende leden zijn met groote meerderheid herko zen, waaruit blijkt, dat dc Raad in hen vertrouwen stelt. Aan de orde is het voorstel van Burgem. en Weth. tot aanvaarding der schenking van grond in het ver lengde van de Lange Nobelstraat door den heer Korteweg. Naar aanleiding van 't adres van den heer J. S. L. Korleweg, waarbij deze de gemeente om niet aanbiedt een strook grond ter verkrijging cener betere verbinding van de kom der gemeente met het tramstation in liet verlengde van de Lange No belstraat, adviseeren Burgem. en Weth. onder dankbetuiging aan den heer Korteweg den grond in schen king te aanvaarden, ouder de vol gende voorwaarden, dat 1°. de nader kadastraal op te nieten strook grond ter breedte van 6 M. wordt afgestaan, én deze zich uit strekken zal in de richting als op het terrein is uitgezet, en een lengte zal hebben van de Noordelijke grens af van het erf van den heer A. Tim merman Cz. tot ivaar zij aansluit bij de Wandeling, zullende de kosten der kadastrale opmeting komen voor re kening van den heer Korteweg, doch de kosten der overdracht van den grond ten laste der gemeente; 2°. de gemeente voor haar rekening zoo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór 31 December a.s. zal uit voeren en verder doen onderhouden a. het maken van een weg van basaltslag over voornoemde strook grond, ter breedte van 3 M., welke weg echter niet voor rijweg mag dienen; b. het leggen van een rioolleiding in den greppel, loopende ten westen van die strook grond; c. het maken van een vasten dam, voorzien van cement-betonbuizcn, in dc sloot aan de Wandeling; d. het veranderen van liet plant soen, voor zoover dit voor het maken van bovengenoemde werken nood zakelijk is; e. het maken en onderhouden van een rustieke brug, breed 3 M., over de Versche Gracht vóór het tram station; 3°. de aan de strook te bouwen woningen een minimum-huurwaarde moeten hebben van f 300 per jaar; 4°. voor het in gebruik nemen van elke woning, aan de oostzijde van de straat, ten genoege van Burgem. en Weth. een liquster heg moet zijn geplant en behoorlijk onderhouden, in lengte gelijk aan dc totale breedte waarmede elke woning met bijbe- hoorend terrein aan de straat grenst, en in dc richting, zooals deze door Burgem. en Weth. nader zal worden bepaald; 5°. de hoofdleiding voor gas laten aan tc leggen in het trottoir, dat aan de westzijde van de straat 'komt te liggen, voor rekening komt van de eigenaars der huizen, welke langs de straat worden gebouwd. De zuivere kosten; welke in ver band met den aanleg van de straat ten laste der gemeente komen, be dragen f 2052. Burgem. en Weth. verzoeken den Raad hen te machtigen tot de uit voering der werken te zijner lijd over te gaan en de kosten te vinden door minder te redigreeren op Hoofdstuk XII 1 der Uitgaven. De Commissie van Fabricage had anders aan Burgem. en Weth. gead viseerd. Zij besloot namelijk niet af te wijken van haar niceiiing, n.l. om er met nadruk op aan te dringen den verbindingsweg, die toch in dc loc komst de hoofdweg van liet station naar de stad zal worden, niet met een of ander steenslag te verharden, doch te maken een klinkerbestrating. Naar haar meening is dit niet enkel gewenscht, doch strikt nood zakelijk, om redcli in een weg, welke met steenslag verhard is, later voor eventueelen aanleg van gas en water leiding van af de hoofdleiding naar de aan die straat te bouwen wonin gen niet gebroken kan worden, zon der den weg door de vele dwars- Icidingen, welke gemaakt moeten worden, geheel uit zijn verband te rukken. Waar de Commissie verder van oordeel was, dat niet enkel deze weg, doch alles wat hiermede annex is, als rioleering, aanleg van gaslei ding, plaatsen van lantaarns, ver anderen van het plantsoen met het noodige grondverzet enz., als één plan moet worden beschouwd, het welk in zijn geheel dient te worden uitgevoerd, zoodat de gemeente later niet weer voor eenige kosten van aanleg of anderszins komt te staan, heeft zij, alvorens deze zaak verder in behandeling te nemen, den ge meente-bouwmeester verzocht aan de hand van deze gegevens een nieuwe begrooling van kosten op te maken. Thans nu zij over deze cijfers kan beschikken, heeft zij besloten voor te stellen de aanbieding van den heer Korteweg onder de door hem gestelde voorwaarden niet te aanvaarden, als zijnde naar haar meening, gelet op de eischen daarin door den heer Korteweg gesteld, niet in overeen stemming te brengen met de belang rijke hooge kosten, welke voor de gemeente hieruit voortvloeien. Evenwel is zij van oordeel, dat de tot stand koniing van dezen weg voor dc gemeente een niet onbelangrijke aanwinst genoemd mag worden, doch dan ook alleen, wanneer de gemeente de volle zeggenschap verkrijgt over het soort van woningen, die aan dezen weg gebouwd mogen worden. De gemeente moet gewaarborgd zijn, dat, komt deze weg tot stand, hieraan enkel woningen gebouwd mogen worden met geen lagere huurwaarde dan door den Raad vast te stellen, om verder nog tc zwijgen over het aesthetïsche, zoodat elk bedrag, het welk de gemeente hieraan ten koste legt, hoe gering ook, in de toekomst niet te veel blijkt geweest te zijn. Zij verzoekt daarom Burgem. en Weth. dringend hun voorstel aan den Raad irronderstaanden zin te willen wijzigen. De strook grond door den heer Korteweg aan de gemeente gratis aangeboden, wordt volgaarne aan vaard, evenwel onder de volgende voorwaarden: I. dat de strook grond ter breedte van 6 M., wordt afgestaan in de rich ting zooals deze op het terrein is uitgezet, en de lengte van af de noor delijke grens van het erf van den heer A. Timmerman Cz. tot in aan sluiting met de Wandeling; II. dat de gemeente voor haar rekening zoo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór 31 December 1917, zal uitvoeren en doen onderhouden: o. het leggen van een klinkerbe strating over voornoemde strook ter breedte van 3 M.; b. het leggen van een hoofdleiding voor gas; c. net plaatsen van vier lantaarn palen en deze op dc hoofdleiding zal doen aansluiten; d. het leggen van een rioolleiding in den greppel, loopende ten westen van voornoemde strook grond; e. het maken van een dam, voor zien van cement-betonbuizen in de sloot aan de Wandeling; f. het veranderen van 't plantsoen, voor zoover dit voor het maken van bovengenoemde werken nood zakelijk is; g. het leveren en leggen van een rustieke brug, breed 3 M., over de Versche Gracht vóór 't tramstation; III. dat deze straat enkel aan de westzijde bebouwd mug worden, en deze woningen inoefen zijn gebaseerd op een minimum-huurwaarde van f 250 per jaar; IV. dat Burgem. en Weth. 't recht voor zich behouden omtrent 't stellen van eischen in zake het aesthetische van elk gebouw; V. dat vóór het in gebruik nemen van elke woning aan de tegenover gestelde zijde, de oostzijde van dc straat, ten genoege van Burgem. en Weth., een ijzeren hek moet worden geplaatst, in lengte gelijk aan de totale breedte, waarmede elke wo ning met bijbehoorend terrein aan dc straat grenst, en in de richting, zooals deze door Burgem. en Weth. nader zal worden bepaald; VI. dat adressant in deze kosten van aanleg de gemeente tegemoet komt door betaling van Vs gedeelte van de geheele aanlegkosten, doch ten hoogste tot een bedrag van Va gedeelte van f 4910, f 1636,67, te vol doen, zoodra de werken zijn tot stand gebracht, een en ander ter beoordee ling van Burgem. en Weth. Het schrijven der Commissie van Fabricage was geteekend door den voorzitter, den heer W. C. de Crane, en den secretaris, den heer v. Dorth. De heer Timmerman vraagt, of Burgem. en Weth. het advies der Commissie van Fabricage hebben opgevolgd om in overleg te treden met den heer Korteweg omtrent de betaling van '/a der kosten van be strating. De nieuw aan te leggen straat wordt namelijk 'n hoofdweg. I De Commissie van Fabricage zou daarom gaarne zien, dat die weg be- hoorliik bestraat werd en niet met basalt verhard werd. En hij gaf daarom in overweging den heer Kor teweg y» van de kosten der bestra ting te laten betalen. De heer Korte weg geeft een stuk grond cadeau ter waarde van f 300 5 f 400, maan maakt door den aanleg van de nieuwe straat een bate van f 6000, behalve nog den grond, dien hij voor bouwgrond heeft ingericht en niet verkocht. Nu hebben wij de zaak wel uit het oog punt van het gemeentebelang te be schouwen, maar het is toch goed dat wij het weten. Ernstig geeft hij in overweging een klinkerbestrating te maken. En onbillijk vindt hij het de eventueele bewoners van die straat te verplichten den aanleg der gas buizen 'door die straat te laten be talen. De hoofdleiding moet voor rekening der gemeente gelegd wor den. Men kan wel een straatbelasting heffen. De voorzitter: Ik kan zeggen, dat deze zaak een lijdensgeschiedenis is. Men is er reeds meer dan een half jaar mede doende. De leden van den Raad hebben uit de stukken kunnen zien, dat de Commissie van Fabricage de kosten geraamd heeft op f4120. Dat is zeer hoog. Zij wenscht, dat de heer Korteweg in de kosten der bestrating y3 bijdraagt. De voorzitter is bij den heer Kor teweg geweest en deze heeft hem ge zegd, dat hij 't onaangenaam vond, dat de zaak zoo lang duurt. Het was hem onverschillig, of de Raad hét al of niet doet. Hij is niet bereid ys der kosten van de bestrating te betalen. Toen hebben Burgem. en Weth. nader overlegd, en een voorstel ge daan, waardoor de finantiêele be zwaren eenigszins ondervangen wer den. De heer Korteweg had in zijn oorspronkelijk schrijven aangeboden een strook grond, mits dit van ge meentewege bestraat werd. Nu zou een straatweg het dubbele kosten van 't geen een weg van basalt zal" kosten. Met het oog hierop stapt de heer Korteweg van den straatweg af en neemt genoegen met een weg van basalt. Het voorstel van Burgem. en Weth. is een soort van middelweg lusschen de Commissie van Fabri cage en den heer Korteweg. Mocht de Raad het voorstel verwerpen de heer Korteweg dringt op een be slissing aan dan zal daarvan het gevolg wezen, dat ten slotte daar toch een weg zal komen, maar dan zal de gemeente heel wat meer moeten betalen, en dan krijgen wij geen grond en geen brug, dan erlangen wij niets. De heer Doeleman vertrouwt wel, dat Burgem. en Weth. al 't mogelijke zullen aangewend hebben om van den heer Korteweg te verkrijgen, wat mogelijk was. Hij gaat mede met het voorstel van Burgem. en Weth. en zou zoo noodig ook kunnen mede- gaan met het voorstel der Commissie van Fabricage tot aanleg van een straatweg. De kosten daarvan zullen wel goed gemaakt worden door de belastingendie de bewoners der nieuwe huizen zullen hebben te be talen. Hij vindt het echter niet goed, dat, waar de gemeente zoo groote onkosten heeft, men aan den heer Korteweg dank betuigt voor den aan geboden grond. Het is hier een wederzijdsche overeenkomst. De voorzitter van oordeel, dat de Raad het minste moet nemen, stelt voor de nieuwe straat met basalt te verharden, opdat het convenu met den heer Korteweg tot stand komt. Men kan later altijd meer doen, dan waartoe men zich verplicht heeft. De heer Den Boer zegt met het voorstel van Burgem. en Weth. mede te kunnen gaan. Maar het heeft hem in hooge mate bevreemd, dat men nu pas met de rioleering van den Snt.-Anthonie'sdam aankomtwaar over vroeger nooit gesproken is ge-, worden. De heer Timmerman: Reeds drie 1 jaren lang sukkelen wij met de rio leering opdenSt.-Anthoniesdam. Men is ten voile overtuigd, dat de riolee ring daar verbeterd moet worden, maar om de hooge kosten is het niet vcorgesteld. De heer Van Dordt heeft nog voor de jongste begrooting .de verbetering der rioleering voorgesteld maar zij werd om de kosten geschrapt. De heer Koopman zou over de geheele kwestie niet gesproken heb ben, ware het niet, dat hij zich ge noopt gevoelt op te komen tegen het- geen hier gezegd is geworden. De heer Korteweg wenschte eenige jaren geleden, dat de sloot aldaar gerio- leerd werd, waarop door den ge- meente-bouwmeester rapport werd uitgebracht. Deze zeide in dat rap port, dat het geen gemeentebelang was. Dit nu is in strijd met hetgeen de heer Timmerman gezegd heeft. Spreker wenscht Burgem. en Weth. schoon te wasschen van den blaam, dat zij nalatig zouden geweest zijn een gemeentebelang niet uit te voeren.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1917 | | pagina 10