ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 10 Maart 1916. DERDE BLAD. NIEUWSTIJDINGEN. CZ ierikzeesche C o u r a n t). ABONNEMENT. Prjjs per drie maandent 1,80. Franco per poit- 1,60. Voor het buitenland per jaar- 10, Alionderljjke nurameri- 0f)6. Verichgnt Maandag, Woensdag en Vrjjdag. 72ste JAARGAN8. N*. 9825. Diraotaur A. J. DE LOOZE Jr. Uitaavai-HoofdradaeteuFi Jk. FrSnKEL. ADVERTENTIE N. Van 13 regelsf 0,80. Elke regel meer- 0,10. Reclames per regel0,16. Bjj contract belangrijke korting. Intending op den dag ran uitgave vóór S.IO ure. VrQstolltog van «ten dienst wegens eigen vrQwilligen dienst, broederdienst of aanwezigheid van In hetzelfde jaar geboroa broeders of halfbroeders. De BURGEMEESTER der gemeente Zierikzee brengt tei kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van vrijstelling van den dienst bij de militie om een der hierboven vermelde redenen het volgende geldt: Eigen vry willige dienst. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens eigen vrywilligen dienst moet worden overgelegd een bewys van dienst of een uittreksel uit bet stamboek. Voor hen, die nog dienen óf wier verbintenis nog loopende is, worden deze stukken door de zorg van de daarbij betrokken autoriteiten by den Militieraad ingediend, zonder eenige be moeienis van de zijde van belanghebbenden. Voor zooveel betreft ingeschrevenen voor de militie, die gediend hebben, maar niet meer in dienst zijn, moet het opgeven van de reden van vrijstelling, indien dit niet reeds bjj de in schrijving heeft plaats gehad, door of vanwege hen geschieden ter Secretarie dezer gemeente, tusschen 21 en 31 Maart, by voorkeur op Donderdag 23 Maart a.s., des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen en bet indienen van de vereischte stukken. Modebrongon van zakboekje of paspoort is zeer gewcnscht. Broederdienst. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van eon even getal broeders of halfbroeders de helft en van een oneven getal de grootere helft wordt vrygesteld, en voorts, dat een broeder, die ter inlijving bestemd is, met betrekking tot vrijstelling wegens broederdienst wordt gelijk gesteld met een broeder, die dient. De wet be paalt nl., dat vrijstelling wegens broederdienst f wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens wettige broeder of halfbroeder hefcqj bestemd is ter inlijving of wel dient of gediend heeft bij do Militie, lietzjj als vrijwilliger dient of gediend heeft bjj de zeemacht, bjj bet leger hier te lande of by de koloniale troepen; wat het eerste geval het bestemd zijn ter inlijving bij de militie betreft, tenzjj bet voor de inlijving bepaalde tydstip reeds verstreken en hy niet ter inlijving opgekomen is. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens broederdienst moet worden overgelegd: ln. een bewjjs van bestemming ter inlijving, een bewys van dienst of een uittreksel uit het stamboek van eiken wettigen broeder of half broeder, die ter inlyving bestemd is, dient of gediond heeft, zoomede ten aanzien van eiken wettigen broeder of halfbroeder, voor wien een plaatsvervanger is gesteld, een bewys van dienst of een uittreksel uit het stamboek van den plaatsvervanger; 2". een getuigschrift betrelfende de wettige broeders en halfbroeders van den ingeschrevene. De stukben, onder 1°. bedoeld, worden, voor y zoover de reden van vrijstelling reeds by de inschrjjving is of binnen den hierna te noemen tjjd ter Secretarie dezer gemeente alsnog wordt opgegeven, zonder verdere bemoeienis van de zjjde van den ingeschrevene opgevraagd en ingediend. Tot het opmaken van het getuigschrift, onder 2". bedoeld, moet door of vanwege den inge schrevene aanvraag worden gedaan ter Secretarie dezer gemeente, tusschen 21 en 81 Maart, bij voorkeur op Donderdag 23 Maart a.s, des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Daarbij moet door of vanwege den ingeschrevene worden gezorgd voor de tegenwoordigheid van twee getuigen, die meerderjarige mannelijke personen moeten zjjn, van wie kan worden aan genomen, dat zjj met het gezin, waartoe de ingeschrevene behoort, voldoende bekend zyn. Medebrengen van zakboekjes of van paspoorten is zeer gewenscht. Het getuigschrift wordt in den regel opge maakt door den Burgemeester der gemeente, waar de belanghebbende voor de militie is in geschreven, doch kan ook door een anderen Burgemeester worden opgemaakt. Zyn er twee of meer broeders of halfbroeders in hetzelfde jaar geboren en moet aan een of meer van hen vrijstelling wegens broederdienst worden verleend, dan wordt in de zitting van y den Militieraad door loting uitgemaakt, aan wien of aan wie hunner de vrijstelling zal worden toegekend. Onder zekere voorwaarden kunnen zjj echter, met afwijking hiervan, by onderlinge overeenkomst aanwyzen wie hunner om bedoelde reden zal of zullen worden vrij gesteld. Minderjarigen moeten voor zulk een overeenkomst de toestemming hebben van hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij over hen uitoefent. Het aangaan van de overeenkomst en het verleenen van de toestemming kan geschieden hetzij schriftelijk ten overstaan van den Burge meester of vau een door dezen daartoe aange wezen gemeente-ambtenaar, bjj voorkeur op don hiorvoren bedoelden dag, betzy mondeling in de zitting van den Militieraad. Aanwezigheid ran In hetaelfde jaar ge boren broeders of halfbroeders. Deze aanwezigheid kan ook op zich zelf reden tot vrijstelling geven, zonder dat er reden tot vrijstelling wegens broederdienst bestaat. De wet bepaalt namelijk onder zekere voor waarden: Indien twee of meer broeders, die geen recht op vrystelling wegen9 broederdienst konnen doen gelden, in hetzelfde jaar 2yn ge boren, wordt de helft van hun getal of, zoo dit oneven is, de grootere helft vrygesteld. Om voor vrijstelling om de hierbedoelde reden in aanmerking te komen, moet door of vanwege den ingeschrevene tnsschen 10 en 18 Juli ter Secretarie dezer gemeente aanvraag worden gedaan tot het opmaken van een daartoe vereischt getuigschrift. Wie van de brooders of halfbroeders zal of zullen worden vrygesteld, wordt uitgemaakt door een loting of bjj overeenkomst, op dezelfde wyze als hiorvoren omschreven is onder „Broederdienst", doch voor dit geval moet het opmaken van een schriftelijke overeenkomst en het geven van oen schriftelijke toestemming geschieden in de maand Juli, by voorkeur tegelijk met het opmaken van het voor vrij stelling vereischt getuigschrift. Om vrygesteld te worden wegens eigen vry- willigen dienst of wegens broederdienst, moet de reden van vrystelling bestaan op 21 MAART van het jaar, waarin omtrent hem, voor wien vrijstelling wordt gevraagd, door den Militieraad uitspraak moet worden gedaan. Om vrygesteld te worden wegens aanwezig heid van in hetzelfde jaar geboren broeders of halfbroeder, moet de reden van vrijstelling be staan op het oogenblik, waarop do Militieraad uitspraak doet. Zierikzee, den S Maart 1916. De Burgemeester voornoemd, L. KOOPMAN Cz., Weth., 1°.-Burgemeester. Vrijstelling wegens kostwinnerschap. De BURGEMEESTER der gemeente Zieuikzef. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt verleend aan hem, door wiens verblijf in werkelyken dienst voldoende middelen tot levensonderhoud zouden komen te ontbreken aan zyn gezin of aan dat, waartoe hij behoort of waarin hy als pleegkind is opgenomen, dan wel aan peison8n, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan. Geldt het iemand, die reeds is ingelijfd, dan wordt de vrystelling niet verleend, zoo de belangen van den dienst het wensclieljjk maken haar niet te verleenen en by toekenning eener vergoeding van ten hoogste een gulden per dag voldoende in de middelen tot levensonderhoud van het gezin of van bedoelde personen zou worden voorzien. Voor bet kostwinnerschap in den zin van de Militiewet wordt niet vereischt, dat de eenige of voornaamste bron van inkomsten gelegen is in den arbeid van den militieplichtige, doch is het voldoende, indien door zjjne mogelijke dienstvervulling de gezamenlijke inkomsten dei- betrokkenen met een zoodanig bedrug zouden ivorden verminderddat het overblijvende niet meer gezegd kan u-orden voor hen „voldoende middelen tot levensonderhoud'" te vertegen- ivoordigen. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens kostwinnerschap moet worden overgelegd een staat van inlichtingen, opgemaakt door den burgemeester der gemeente, waar de belang- üebbonde voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De staat kan echter ook door een anderen burgemeester worden opgemaakt, als daarvoor een bizondero reden bestaat. Indien het bezwaren oplevert, den staat van inlichtingen hier te lande te doen opmaken, kan in de plaats van zulk een staat worden overgelegd lietzjj een gelijksoortig, hetzy een ander in het buitenland opgemaakt stuk, waaruit met genoegzame zekerheid de omstandigheden blijken, welker bekendheid voor de beoordeeling van het recht op vrystelling noodig is. Door of vanwege dengene, die vrystelling verlangt wegens kostwinnerschap, moet zooveel mogelijk ter secretarie der gemeente aanvraag worden gedaan tot het opmaken van bedoelden staat van inlichtingen, en wel: 1°.' tusschen 21 en 31 Maart van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrystelling aanwezig was op eerstgenoemden datum: 2°. in de maand November van het jaar, voorafgaande aan dat, waarin hy zou moeten worden ingelyfd: a. ingeval de reden van vrystelling is ontstaan tusschen 21 Maart en 1 November van eerstbedoeld jaar; b. ingeval hjj opnieuw vrystelling vraagt en by by de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder a 3°. binnen een maand nadat de reden van vrystelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats gehad op of na 1 November van het jaar, voorafgaande aan dat, waarin hjj is of zou moeten worden ingelyfd: 4°. in de maand, op één na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrystelling eindigt, ingeval hy opnieuw vrystelling vraagt en lig by de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder 3°. Degene, die aanvraag doet tot liet opmaken van zulk een staat van inlichtingen, dient zooveel mogelyk daarbij opgaven te verstrekken omtrent de omstandigheden, waarin de militie plichtige en waarin het gezin of de naaste bloed- of aanverwanten verkeeren. By voorkeur zal voor bet opmaken van staten van inlichtingen, ten behoeve van het aanvragen van vrystelling wegens kostwinnerschap, voor zoover dit tusschen 21 en 31 Maart moet geschieden, zitting worden gehouden op Maandag 27 Maart a.s., des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Het vorenstaande geldt niet alleen voor hen, die voor het eerst ztfn ingeschreven, muur ook voor hen, die voor de llohtlng van het volgend jaar opnieuw zfyn Ingeschreven. Tot dezen behooren_ o.a. atf, die het vorig jaar ttydeltjk zfya vrijgesteld bjj eeue uitspraak van Gedeputeerde Staten, die vóór 1 September onherroepelijk is geworpen, orbfl een Koninklijk besluit, dat vóór dien datum Is genomen op een ingesteld beroep. Omtrent de vrijstelling wegens kostwinner schap wordt beslist door Gedeputeerde Staten, zoo de reden van vrystelling aanwezig is op 21 Maart van het jaar, waarin het inschrijvings register gesloten is; anders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts tijdelijk en wel ten hoogste viermaal voor een jaar en daarna, zoo de grond voor de vrystelling ook bjj de ten vjjfden male te nemen beslissing nog aanwezig bljjkt, voorgoed verleend. Voorts wordt ook vrijstelling verleend, in het gevat, dat een dienstplichtige, aan wien geen vrystelling is verleend wegens kostwinnerschap, zoodanig persoonljjk onmisbaar is voor de instandhouding dor middelen van bestaan van zyn gezin of van dat, waartoe hjj behoort of waarin hy als pleegkind is opgenomen, dan wol van personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan, dat zyn aanwezigheid daarvoor dringend noodzakelijk is. Tot het verkrijgen van vrystelling op dezen grond moet worden gehandeld in overeen- komstigen zin als tot bet verkrijgen van vrijstelling wegens kostwinnerschap Omtrent het verleenen van vrystelling wegens aanwezigheid van het bedoeld geval wordt echter uitsluitend beslist door de Koningin. Zierïkzbe, den 8 Maart 1916. De Burgemeester voornoemd, L. KOOPMAN Cz., Weth., iVBurgem. van Vrijstelling geestelijken enz. De BURGEMEESTER der Gemeente Zikrikzee brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vrijstelling van den dient bU de militie wordt verleend: 1°. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-diakoon van een godsdienstige ver- eeniging en den Roomsch-Katholieken orde broeder, die tot een binnen het Ryk gevestigde kloosterinrichting behoort 2". aan den student in de godgeleerdheid en den zendeling-kweekeliug, die aan een by algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen inrichting van onderwijs tot geeestelyke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-diakoon van een godsdienstige vereeniging wordt opgeleid. Wie geacht worden een dezer hoedanigheden te bezitten, is omschreven in een tweetal tabellen, die door belanghebbenden tor secretarie dezer gemeente kuunen worden geraadpleegd. Door of vanwege degene, die op grond van een dezer hoedanigheden vrystelling verlangt, moet een verklaring, waaruit het bezit dezer hoedanigheid bljjkt, worden ingeleverd bij den burgemeester der gemeente, waar hy voor do militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De verklaring moet zjjn ingericht overeen komstig een model, waaromtrent ter secretarie der gemeente inlichtingen kunnen worden verkregen. De inlevering moet geschieden; 1". vbbr 1 April van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart van bedoeld jaar 2°. in de maand November van het jaar, voor afgaande aan dat, waarin de belanghebbende zou moeten worden ingeljjfd: ingeval de reden van vrijstelling is ontdaan tusschen 21 Maart en 1 November van eerst bedoeld jaar; b. ingeval hjj opnieuw vrystelling vraagt en hy bjj de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder a\ 3°. binnen eene maand nadat de reden van vrystelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats gihad op of na 1 November van het jaar, waarin hjj is of zou moeten worden ingeljjfd; 4°. in de maand, op één na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt, ingeval hy opnieuw vrystelling vraagt en hy bjj de eerste maal verkeerde |in het geval, omschreven onder 3°. Voor hem, die vermeld is op het inschijj vingi- register voor de militie, dat laatsteljjk gesloten is, en op 21 Maart na de sluiting een der voornoemde hoedanigheden bezit, moet de ver klaring op genoemden datum worden afgegeven of moet althans uit de verklaring blyken, dat de toestand, die grond tot vrijstelling oplevert, op dien datum aanwezig was. Voor hem, die eerst later een van bedoelde hoedanigheden verkrijgt, moet in de verklaring de toestand worden vermeld, geljjk die is op het oogenblik der afgifte, en mag de afgifte niet geschieden vóór het tijdvak, binnen hetwelk de verklaring moet worden ingeleverd, Wat geldt voor hen. die voor het eert zflu ingeschreven, geldt ook voor hen,"die voor de lichting van het volgend jaar o p n 1 e n w zHn Ingschreven. Tot dezen behooren o.a. zij, die het vorig Jaar tijdelijk zijn vrijgesteld bij eene uitspraak van Gedeputeerde Staten, die vóór 1 September onherroepelijk Is geworden, of bij een Koninklijk beBluit, dat vóór dien datuin is opgenomen op een Ingesteld beroep. Omtrent de vrystelling van de hiervoren be doelde personen wordt belist door Godeputoerde Staten, zoo de' reden van vrystelling aanwezig is op 21 MAART van het jaar, waarin het inschrijvingsregister gesloten isanders door do Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts TIJDELIJK en wel ten hoogste viermaal voor een jaar en daarna, zoo de grond voor de vrystelling ook by de ten vijfden male te nemen beslissing nog aanwezig blijkt, VOORGOED verleend. Zierikzee, den 8 Maart 1916 De Burgemeester voornoemd, L. KOOPMAN Cz., Weth., 1°-Burgem. ITALIË. De hoofdredacteuren van de Italiean- sehe bladen Tribuna en Idea Nationale hebben een feilen pennenatrijd bezegeld door een tweegevecht op den degen, waarin de Idea Nationale het moeet afleggen. Haar hoofdredacteur ia door een steek in den arm gewond. Het door de verzoening na het duel bijgelegde geachil liep over Albanië. NEDERLAND. AMSTERDAM. Dinadagnacht ia een alas aan den Haarlemmerweg te water geraakt en de passagier, een heer van dertig-jarigen leeftijd, verdronken. De a tax kwam van de gasfabriek en reed de verbindingabrug af, om op den Haarlemmerweg te komen. Waar de brug overgaat in den weg, ligt, vlak langs de boomen, een trottoirband. Door de aneeuw merkte de chauffeur niet opdat de trottoirband een centimeter of tien uitstak boven den grond, lange de boomen, die niet geplaveid ia. Hot voorwiel kwam met den binnenkant tegen de buitenzijde van het troittoir aan, kreeg een rak, en .tengevolge van de vaart, die de wagen gekregen bad door het afrijden van de brug, lag bet voertuig meteen te water. Een voorbijganger waarschuwde aan stonds de politie op bet Van Hogendorp- pU in, en met behnip van een dreg was de chauffeur, die boven op de anto ge klommen was, spoedig gered. Per brancard werd hij naar het gaethnis gebracht. De passagier bad de rniteD stnkgeslageD, waardoor de auto dadelijk volliep en omsloeg. De ingenieur van de gasfabriek, die op bet geschreeuw was toegeloopeu, begaf zich nog met een ladder in het ijskoude water om te pogen bet portier te openeD, maar deze poging mislukte. De brandweer, die gealarmeerd waa, ver mocht al evenmin voor de redding iets te doen. Tegen balfvier verscheen Sincka toestel op het terrein, en even voor halfvijf was de auto opgehaald. OUD-BEIJERLAND. Over exploitatie van de stoomtram op de Zuidbollandsche eilanden door do RotterdamscheTramweg- maatssbappij hebben reeds verschillende Sereonen en vereenigiugen klachten ter ennis van de directie dier maatschappij en van de betrokken autoriteiten gebracht doch tot verbetering van de miestanden leidden deze klachten niet. De vereeniging Ond-Bsierlands ge meentebelang heeft nu gemeend te moeten trachten tot een gezsmelijke krachtige actie te komen. Zij heeft daar toe een uitgebreide grievenlijet opgesteld en deze ter kennis gebracht van de be sturen der gemeenten, in de Hoeksche Waard gelegen, daarbij de medewerking van die besturen inroepende om door samenwerking verbetering te verkrijgen in de wijze, waarop de tram geëxploiteerd wordt. De burgemeester der gemeente Oud- Beierland heeft hierinaanleidinggevondeu tot zjjn collega's op dit eiland een uit- noodiging te richten tot bet houden van een samenkomst. Naar aanleiding daar van zijn de vorige week alhier bijeen gekomen [de burgemeesters der gemeenten Oud-Beijerland, Nieuw-Beijerland, Piers- bil, Qoudszwaard, Mijnsbeerenland, West maas, Pnttershoek en Stegenvan de overige burgemeesters was, op éér uit sondering na, bericht van verhindering ingekomen vergezeld van de medcdeeling dat zij hnn inBtemmming betuigden met bet doel der bijeenkomst. De vereohillende grieven werden uit voerig besproken en nog aaDgevnld. De burgemeesters waren het er over eens, dat bet noodzakelijk is, dat een krachtige actie worde opgezet, en zjj verklaarden zich allen tot samenwerking bereid. Er werd besloten, dat een volledige grievenljjst ter kennis van den Minister van Waterstaat en van den raad van toezicht op de spoorwegen zal worden gebracht, met het verzoek om afdoende verbetering. De gemeentebesturen zullen dan hun instemming met het verzoek betnigen. Ter vergadering werd in berinnering gebracht de actie, gevoerd door de ver eeniging van burgemeesters en secre tarissen op de eilanden Overtlakkee en Goedereede en het verzoek door de gemeentebesturen van Puttereboek, Maasdam en Strjjeu korten tjjd geleden tot de autoriteiten gericht, de exploitatie van de tram betreffende, en tevens werd meegedeeld dat meermalen verzoeken om verboteriug in een of ander opzicht, tot de directie der maatschappij gericht, onbeantwoord bleven en geen resultaat opleverden. De grieven zullen ook ter kennis gebracht worden van de leden der Tweede Kamer voor do districten Ridderkerk en Brielle, welke beide heeren ook tot het bijwonen van deze bijeenkomst waren uitgenoodigd, doch verhinderd waren aan die uitnoodiging gevolg te geven. Men ziet opnieuw, dat de directie der Rotterdameche Tramweg-Maat schappij zich niet om ernstige grieveu bekreunt, maar onbekommerd haar gang gaat. Hieruit ie deze leering te trekken, dat bet vrjj wat verkieselijker is een lokaaltrein te hebben dan een tram, waarbij men afhankelijk ia van een maatschappij, die met de belaDgen van het publiek weinig of geen rekening houdt. Db Redactie. Uit Stad en Provincie. ZIERIKZEE. Aan het verslag van de Gezondheidscommissie alhier, over het jaar 1915, onlleenen wij T vozende: De algemeene gezondheidstoestand was gunstig; besmettelijke ziekten kwamen ook dit jaar slechts in geringen getale voor, en hadden behoudens enkele ge vallen, een goedaardig karakter. De commissie meende de aandacht van den hoöfd-inspecteiir der Volksge zondheid le moeten vestigen op 'I feit, dat in de gemeenten Zièrikzee en Brou wershaven respectievelijk 70 en 10 sche pen met Belgische vluchtelingen i hoofd zakelijk visschfers) hadden ligplaats ge nomen, een bevolking vertegenwoordi gende van. circa 500 en 75 personen. Geconstateerd werd, dat de havens, varin bedoelde schepen lagen, door de bewoners daarvan werden gebezigd voor loozing van faeces en urine, ander zijds het water uit die havens werd ge bezigd voor hel wasschen van viscli, salade enz., zoofiat naar het oordeel der commissie gevaar voor besmetting geens zins uitgesloten scheen. Dit schrijven leidde lol een bespreking met den inspecteur der Volksgezondheid, ddn heer G. Oostetfbaan, welke daartoe de vergadering der commissie van 12 Mei bijwoonde; bedoelde inspecteur achtte de door de commissie geopperde bezwaren niet van zeer ernstigën aard. en beschouwde den toestand volstrekt niet als zoo gevaarlijk, als de commissie en was van meening, dat het nemen vin afdoende en ingrijpende maatrege len, indien al mogelijk, door den beslhan- den toestand niet voldoende gemotiveerd was. al kon worden toegegeven, dat in theorie besmettingsgevaar aanwezig was, weshalve de inspecteur in overweging gaf. in den toestand te berusten. Vooral de belangrijke verversching van het water door eb en vloed, waarbij de waterstand ongeveer 2Vs M. wisselt, gaf den Inspecteur aanleiding tot zijne, van de commissie afwijkende meening om trent het bestaan en de mate van be smettingsgevaar, terwijl daartoe even eens bijdroeg liet feil, dat toch reeds door cle riolen faeces in de havens te- reëht komen, zoodat het gevaar voor hel ontstaan van ziekten door gebruik van hel havenwater in ongeveer even groote mate aanwezig scheen, ook indien dc bevolking der schepen daarin niet defae- ceerdc. Ten opzichte van eventueel te nemen maatregelen, gesteld daarvoor bestond voldoende grond ,was genoemde inspec teur de meening toegedaan, dat ver plaatsing der schepen hel besmettings gevaar slechts zou verplaatsen, en eer grootcr dan kleiner maken, aangezien waarschijnlijk moeilijk andere plaatsen zouden te vinden zijn, waar de schepen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1916 | | pagina 9