ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE
Vrijdag 10 Maart 1916.
DERDE BLAD.
NIEUWSTIJDINGEN.
CZ ierikzeesche
C o u r a n t).
ABONNEMENT.
Prjjs per drie maandent 1,80.
Franco per poit- 1,60.
Voor het buitenland per jaar- 10,
Alionderljjke nurameri- 0f)6.
Verichgnt Maandag, Woensdag en Vrjjdag.
72ste JAARGAN8. N*. 9825.
Diraotaur A. J. DE LOOZE Jr.
Uitaavai-HoofdradaeteuFi Jk. FrSnKEL.
ADVERTENTIE N.
Van 13 regelsf 0,80.
Elke regel meer- 0,10.
Reclames per regel0,16.
Bjj contract belangrijke korting.
Intending op den dag ran uitgave vóór S.IO ure.
VrQstolltog van «ten dienst wegens eigen
vrQwilligen dienst, broederdienst
of aanwezigheid van In hetzelfde jaar
geboroa broeders of halfbroeders.
De BURGEMEESTER der gemeente Zierikzee
brengt tei kennis van belanghebbenden, dat
ten aanzien van vrijstelling van den dienst bij
de militie om een der hierboven vermelde
redenen het volgende geldt:
Eigen vry willige dienst.
Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens
eigen vrywilligen dienst moet worden overgelegd
een bewys van dienst of een uittreksel uit bet
stamboek.
Voor hen, die nog dienen óf wier verbintenis
nog loopende is, worden deze stukken door de
zorg van de daarbij betrokken autoriteiten by
den Militieraad ingediend, zonder eenige be
moeienis van de zijde van belanghebbenden.
Voor zooveel betreft ingeschrevenen voor de
militie, die gediend hebben, maar niet meer in
dienst zijn, moet het opgeven van de reden van
vrijstelling, indien dit niet reeds bjj de in
schrijving heeft plaats gehad, door of vanwege
hen geschieden ter Secretarie dezer gemeente,
tusschen 21 en 31 Maart, by voorkeur op
Donderdag 23 Maart a.s., des voormiddags
tusschen 9 en 12 uur.
Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen en
bet indienen van de vereischte stukken.
Modebrongon van zakboekje of paspoort is
zeer gewcnscht.
Broederdienst.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat van
eon even getal broeders of halfbroeders de
helft en van een oneven getal de grootere helft
wordt vrygesteld, en voorts, dat een broeder,
die ter inlijving bestemd is, met betrekking tot
vrijstelling wegens broederdienst wordt gelijk
gesteld met een broeder, die dient. De wet be
paalt nl., dat vrijstelling wegens broederdienst
f wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens
wettige broeder of halfbroeder hefcqj bestemd
is ter inlijving of wel dient of gediend heeft
bij do Militie, lietzjj als vrijwilliger dient of
gediend heeft bjj de zeemacht, bjj bet
leger hier te lande of by de koloniale
troepen; wat het eerste geval het
bestemd zijn ter inlijving bij de militie
betreft, tenzjj bet voor de inlijving bepaalde
tydstip reeds verstreken en hy niet ter inlijving
opgekomen is.
Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens
broederdienst moet worden overgelegd:
ln. een bewjjs van bestemming ter inlijving,
een bewys van dienst of een uittreksel uit het
stamboek van eiken wettigen broeder of half
broeder, die ter inlyving bestemd is, dient of
gediond heeft, zoomede ten aanzien van eiken
wettigen broeder of halfbroeder, voor wien een
plaatsvervanger is gesteld, een bewys van dienst
of een uittreksel uit het stamboek van den
plaatsvervanger;
2". een getuigschrift betrelfende de wettige
broeders en halfbroeders van den ingeschrevene.
De stukben, onder 1°. bedoeld, worden, voor
y zoover de reden van vrijstelling reeds by de
inschrjjving is of binnen den hierna te noemen
tjjd ter Secretarie dezer gemeente alsnog wordt
opgegeven, zonder verdere bemoeienis van de
zjjde van den ingeschrevene opgevraagd en
ingediend.
Tot het opmaken van het getuigschrift, onder
2". bedoeld, moet door of vanwege den inge
schrevene aanvraag worden gedaan ter Secretarie
dezer gemeente, tusschen 21 en 81 Maart, bij
voorkeur op Donderdag 23 Maart a.s, des
voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Daarbij
moet door of vanwege den ingeschrevene
worden gezorgd voor de tegenwoordigheid van
twee getuigen, die meerderjarige mannelijke
personen moeten zjjn, van wie kan worden aan
genomen, dat zjj met het gezin, waartoe de
ingeschrevene behoort, voldoende bekend zyn.
Medebrengen van zakboekjes of van paspoorten
is zeer gewenscht.
Het getuigschrift wordt in den regel opge
maakt door den Burgemeester der gemeente,
waar de belanghebbende voor de militie is in
geschreven, doch kan ook door een anderen
Burgemeester worden opgemaakt.
Zyn er twee of meer broeders of halfbroeders
in hetzelfde jaar geboren en moet aan een of
meer van hen vrijstelling wegens broederdienst
worden verleend, dan wordt in de zitting van
y den Militieraad door loting uitgemaakt, aan
wien of aan wie hunner de vrijstelling zal
worden toegekend. Onder zekere voorwaarden
kunnen zjj echter, met afwijking hiervan, by
onderlinge overeenkomst aanwyzen wie hunner
om bedoelde reden zal of zullen worden vrij
gesteld. Minderjarigen moeten voor zulk een
overeenkomst de toestemming hebben van hem
of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij
over hen uitoefent.
Het aangaan van de overeenkomst en het
verleenen van de toestemming kan geschieden
hetzij schriftelijk ten overstaan van den Burge
meester of vau een door dezen daartoe aange
wezen gemeente-ambtenaar, bjj voorkeur op
don hiorvoren bedoelden dag, betzy mondeling
in de zitting van den Militieraad.
Aanwezigheid ran In hetaelfde jaar ge
boren broeders of halfbroeders.
Deze aanwezigheid kan ook op zich zelf
reden tot vrijstelling geven, zonder dat er reden
tot vrijstelling wegens broederdienst bestaat.
De wet bepaalt namelijk onder zekere voor
waarden: Indien twee of meer broeders, die
geen recht op vrystelling wegen9 broederdienst
konnen doen gelden, in hetzelfde jaar 2yn ge
boren, wordt de helft van hun getal of, zoo dit
oneven is, de grootere helft vrygesteld.
Om voor vrijstelling om de hierbedoelde reden
in aanmerking te komen, moet door of vanwege
den ingeschrevene tnsschen 10 en 18 Juli ter
Secretarie dezer gemeente aanvraag worden
gedaan tot het opmaken van een daartoe
vereischt getuigschrift.
Wie van de brooders of halfbroeders zal of
zullen worden vrygesteld, wordt uitgemaakt
door een loting of bjj overeenkomst, op dezelfde
wyze als hiorvoren omschreven is onder
„Broederdienst", doch voor dit geval moet het
opmaken van een schriftelijke overeenkomst
en het geven van oen schriftelijke toestemming
geschieden in de maand Juli, by voorkeur
tegelijk met het opmaken van het voor vrij
stelling vereischt getuigschrift.
Om vrygesteld te worden wegens eigen vry-
willigen dienst of wegens broederdienst, moet
de reden van vrystelling bestaan op 21 MAART
van het jaar, waarin omtrent hem, voor wien
vrijstelling wordt gevraagd, door den Militieraad
uitspraak moet worden gedaan.
Om vrygesteld te worden wegens aanwezig
heid van in hetzelfde jaar geboren broeders of
halfbroeder, moet de reden van vrijstelling be
staan op het oogenblik, waarop do Militieraad
uitspraak doet.
Zierikzee, den S Maart 1916.
De Burgemeester voornoemd,
L. KOOPMAN Cz., Weth., 1°.-Burgemeester.
Vrijstelling
wegens kostwinnerschap.
De BURGEMEESTER der gemeente Zieuikzef.
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
vrijstelling wegens kostwinnerschap
wordt verleend aan hem, door wiens verblijf in
werkelyken dienst voldoende middelen tot
levensonderhoud zouden komen te ontbreken
aan zyn gezin of aan dat, waartoe hij behoort
of waarin hy als pleegkind is opgenomen, dan
wel aan peison8n, die hem in den eersten of
den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap
bestaan.
Geldt het iemand, die reeds is ingelijfd, dan
wordt de vrystelling niet verleend, zoo de
belangen van den dienst het wensclieljjk maken
haar niet te verleenen en by toekenning eener
vergoeding van ten hoogste een gulden per
dag voldoende in de middelen tot levensonderhoud
van het gezin of van bedoelde personen zou
worden voorzien.
Voor bet kostwinnerschap in den zin van de
Militiewet wordt niet vereischt, dat de eenige
of voornaamste bron van inkomsten gelegen is
in den arbeid van den militieplichtige, doch is
het voldoende, indien door zjjne mogelijke
dienstvervulling de gezamenlijke inkomsten dei-
betrokkenen met een zoodanig bedrug zouden
ivorden verminderddat het overblijvende niet
meer gezegd kan u-orden voor hen „voldoende
middelen tot levensonderhoud'" te vertegen-
ivoordigen.
Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens
kostwinnerschap moet worden overgelegd een
staat van inlichtingen, opgemaakt door den
burgemeester der gemeente, waar de belang-
üebbonde voor de militie is ingeschreven of
voor welke hij heeft geloot. De staat kan echter
ook door een anderen burgemeester worden
opgemaakt, als daarvoor een bizondero reden
bestaat. Indien het bezwaren oplevert, den staat
van inlichtingen hier te lande te doen opmaken,
kan in de plaats van zulk een staat worden
overgelegd lietzjj een gelijksoortig, hetzy een
ander in het buitenland opgemaakt stuk, waaruit
met genoegzame zekerheid de omstandigheden
blijken, welker bekendheid voor de beoordeeling
van het recht op vrystelling noodig is.
Door of vanwege dengene, die vrystelling
verlangt wegens kostwinnerschap, moet zooveel
mogelijk ter secretarie der gemeente aanvraag
worden gedaan tot het opmaken van bedoelden
staat van inlichtingen, en wel:
1°.' tusschen 21 en 31 Maart van het jaar,
waarin het inschrijvingsregister is gesloten,
ingeval de reden van vrystelling aanwezig was
op eerstgenoemden datum:
2°. in de maand November van het jaar,
voorafgaande aan dat, waarin hy zou moeten
worden ingelyfd:
a. ingeval de reden van vrystelling is ontstaan
tusschen 21 Maart en 1 November van
eerstbedoeld jaar;
b. ingeval hjj opnieuw vrystelling vraagt en
by by de eerste maal verkeerde in het
geval, omschreven onder a
3°. binnen een maand nadat de reden van
vrystelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats
gehad op of na 1 November van het jaar,
voorafgaande aan dat, waarin hjj is of zou
moeten worden ingelyfd:
4°. in de maand, op één na voorafgaande aan
die, waarin de loopende vrystelling eindigt,
ingeval hy opnieuw vrystelling vraagt en lig
by de eerste maal verkeerde in het geval,
omschreven onder 3°.
Degene, die aanvraag doet tot liet opmaken
van zulk een staat van inlichtingen, dient
zooveel mogelyk daarbij opgaven te verstrekken
omtrent de omstandigheden, waarin de militie
plichtige en waarin het gezin of de naaste
bloed- of aanverwanten verkeeren.
By voorkeur zal voor bet opmaken van staten
van inlichtingen, ten behoeve van het aanvragen
van vrystelling wegens kostwinnerschap, voor
zoover dit tusschen 21 en 31 Maart moet
geschieden, zitting worden gehouden op
Maandag 27 Maart a.s., des voormiddags
tusschen 9 en 12 uur.
Het vorenstaande geldt niet alleen voor hen,
die voor het eerst ztfn ingeschreven, muur
ook voor hen, die voor de llohtlng van het
volgend jaar opnieuw zfyn Ingeschreven.
Tot dezen behooren_ o.a. atf, die het vorig
jaar ttydeltjk zfya vrijgesteld bjj eeue uitspraak
van Gedeputeerde Staten, die vóór 1 September
onherroepelijk is geworpen, orbfl een Koninklijk
besluit, dat vóór dien datum Is genomen op
een ingesteld beroep.
Omtrent de vrijstelling wegens kostwinner
schap wordt beslist door Gedeputeerde Staten,
zoo de reden van vrystelling aanwezig is op
21 Maart van het jaar, waarin het inschrijvings
register gesloten is; anders door de Koningin.
Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts
tijdelijk en wel ten hoogste viermaal voor een
jaar en daarna, zoo de grond voor de vrystelling
ook bjj de ten vjjfden male te nemen beslissing
nog aanwezig bljjkt, voorgoed verleend.
Voorts wordt ook vrijstelling verleend, in het
gevat, dat een dienstplichtige, aan wien geen
vrystelling is verleend wegens kostwinnerschap,
zoodanig persoonljjk onmisbaar is voor de
instandhouding dor middelen van bestaan van
zyn gezin of van dat, waartoe hjj behoort of
waarin hy als pleegkind is opgenomen, dan
wol van personen, die hem in den eersten of
den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap
bestaan, dat zyn aanwezigheid daarvoor dringend
noodzakelijk is.
Tot het verkrijgen van vrystelling op dezen
grond moet worden gehandeld in overeen-
komstigen zin als tot bet verkrijgen van
vrijstelling wegens kostwinnerschap
Omtrent het verleenen van vrystelling wegens
aanwezigheid van het bedoeld geval wordt
echter uitsluitend beslist door de Koningin.
Zierïkzbe, den 8 Maart 1916.
De Burgemeester voornoemd,
L. KOOPMAN Cz., Weth., iVBurgem.
van
Vrijstelling
geestelijken enz.
De BURGEMEESTER der Gemeente Zikrikzee
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
vrijstelling van den dient bU de militie wordt
verleend:
1°. aan den geestelijke, den bedienaar van
den godsdienst, den zendeling-leeraar, den
broeder-diakoon van een godsdienstige ver-
eeniging en den Roomsch-Katholieken orde
broeder, die tot een binnen het Ryk gevestigde
kloosterinrichting behoort
2". aan den student in de godgeleerdheid en
den zendeling-kweekeliug, die aan een by
algemeenen maatregel van bestuur aan te
wijzen inrichting van onderwijs tot geeestelyke,
tot bedienaar van den godsdienst of tot
zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den
proefbroeder, die tot broeder-diakoon van een
godsdienstige vereeniging wordt opgeleid.
Wie geacht worden een dezer hoedanigheden
te bezitten, is omschreven in een tweetal
tabellen, die door belanghebbenden tor secretarie
dezer gemeente kuunen worden geraadpleegd.
Door of vanwege degene, die op grond van
een dezer hoedanigheden vrystelling verlangt,
moet een verklaring, waaruit het bezit dezer
hoedanigheid bljjkt, worden ingeleverd bij den
burgemeester der gemeente, waar hy voor do
militie is ingeschreven of voor welke hij heeft
geloot.
De verklaring moet zjjn ingericht overeen
komstig een model, waaromtrent ter secretarie
der gemeente inlichtingen kunnen worden
verkregen.
De inlevering moet geschieden;
1". vbbr 1 April van het jaar, waarin het
inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de
reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart
van bedoeld jaar
2°. in de maand November van het jaar, voor
afgaande aan dat, waarin de belanghebbende
zou moeten worden ingeljjfd:
ingeval de reden van vrijstelling is ontdaan
tusschen 21 Maart en 1 November van eerst
bedoeld jaar;
b. ingeval hjj opnieuw vrystelling vraagt en hy
bjj de eerste maal verkeerde in het geval,
omschreven onder a\
3°. binnen eene maand nadat de reden van
vrystelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats
gihad op of na 1 November van het jaar, waarin
hjj is of zou moeten worden ingeljjfd;
4°. in de maand, op één na voorafgaande aan
die, waarin de loopende vrijstelling eindigt,
ingeval hy opnieuw vrystelling vraagt en hy
bjj de eerste maal verkeerde |in het geval,
omschreven onder 3°.
Voor hem, die vermeld is op het inschijj vingi-
register voor de militie, dat laatsteljjk gesloten
is, en op 21 Maart na de sluiting een der
voornoemde hoedanigheden bezit, moet de ver
klaring op genoemden datum worden afgegeven
of moet althans uit de verklaring blyken, dat
de toestand, die grond tot vrijstelling oplevert,
op dien datum aanwezig was.
Voor hem, die eerst later een van bedoelde
hoedanigheden verkrijgt, moet in de verklaring
de toestand worden vermeld, geljjk die is op
het oogenblik der afgifte, en mag de afgifte
niet geschieden vóór het tijdvak, binnen hetwelk
de verklaring moet worden ingeleverd,
Wat geldt voor hen. die voor het eert zflu
ingeschreven, geldt ook voor hen,"die voor de
lichting van het volgend jaar o p n 1 e n w zHn
Ingschreven. Tot dezen behooren o.a. zij, die
het vorig Jaar tijdelijk zijn vrijgesteld bij eene
uitspraak van Gedeputeerde Staten, die vóór
1 September onherroepelijk Is geworden, of
bij een Koninklijk beBluit, dat vóór dien datuin
is opgenomen op een Ingesteld beroep.
Omtrent de vrystelling van de hiervoren be
doelde personen wordt belist door Godeputoerde
Staten, zoo de' reden van vrystelling aanwezig
is op 21 MAART van het jaar, waarin het
inschrijvingsregister gesloten isanders door
do Koningin.
Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts
TIJDELIJK en wel ten hoogste viermaal voor
een jaar en daarna, zoo de grond voor de
vrystelling ook by de ten vijfden male te nemen
beslissing nog aanwezig blijkt, VOORGOED
verleend.
Zierikzee, den 8 Maart 1916
De Burgemeester voornoemd,
L. KOOPMAN Cz., Weth., 1°-Burgem.
ITALIË.
De hoofdredacteuren van de Italiean-
sehe bladen Tribuna en Idea Nationale
hebben een feilen pennenatrijd bezegeld
door een tweegevecht op den degen,
waarin de Idea Nationale het moeet
afleggen. Haar hoofdredacteur ia door
een steek in den arm gewond. Het door
de verzoening na het duel bijgelegde
geachil liep over Albanië.
NEDERLAND.
AMSTERDAM. Dinadagnacht ia een
alas aan den Haarlemmerweg te water
geraakt en de passagier, een heer van
dertig-jarigen leeftijd, verdronken.
De a tax kwam van de gasfabriek en
reed de verbindingabrug af, om op den
Haarlemmerweg te komen. Waar de brug
overgaat in den weg, ligt, vlak langs de
boomen, een trottoirband. Door de aneeuw
merkte de chauffeur niet opdat de
trottoirband een centimeter of tien uitstak
boven den grond, lange de boomen, die
niet geplaveid ia. Hot voorwiel kwam
met den binnenkant tegen de buitenzijde
van het troittoir aan, kreeg een rak, en
.tengevolge van de vaart, die de wagen
gekregen bad door het afrijden van de
brug, lag bet voertuig meteen te water.
Een voorbijganger waarschuwde aan
stonds de politie op bet Van Hogendorp-
pU in, en met behnip van een dreg was
de chauffeur, die boven op de anto ge
klommen was, spoedig gered. Per brancard
werd hij naar het gaethnis gebracht.
De passagier bad de rniteD stnkgeslageD,
waardoor de auto dadelijk volliep en
omsloeg. De ingenieur van de gasfabriek,
die op bet geschreeuw was toegeloopeu,
begaf zich nog met een ladder in het
ijskoude water om te pogen bet portier
te openeD, maar deze poging mislukte.
De brandweer, die gealarmeerd waa, ver
mocht al evenmin voor de redding iets
te doen.
Tegen balfvier verscheen Sincka toestel
op het terrein, en even voor halfvijf was
de auto opgehaald.
OUD-BEIJERLAND. Over exploitatie
van de stoomtram op de Zuidbollandsche
eilanden door do RotterdamscheTramweg-
maatssbappij hebben reeds verschillende
Sereonen en vereenigiugen klachten ter
ennis van de directie dier maatschappij
en van de betrokken autoriteiten gebracht
doch tot verbetering van de miestanden
leidden deze klachten niet.
De vereeniging Ond-Bsierlands ge
meentebelang heeft nu gemeend te
moeten trachten tot een gezsmelijke
krachtige actie te komen. Zij heeft daar
toe een uitgebreide grievenlijet opgesteld
en deze ter kennis gebracht van de be
sturen der gemeenten, in de Hoeksche
Waard gelegen, daarbij de medewerking
van die besturen inroepende om door
samenwerking verbetering te verkrijgen
in de wijze, waarop de tram geëxploiteerd
wordt.
De burgemeester der gemeente Oud-
Beierland heeft hierinaanleidinggevondeu
tot zjjn collega's op dit eiland een uit-
noodiging te richten tot bet houden van
een samenkomst. Naar aanleiding daar
van zijn de vorige week alhier bijeen
gekomen [de burgemeesters der gemeenten
Oud-Beijerland, Nieuw-Beijerland, Piers-
bil, Qoudszwaard, Mijnsbeerenland, West
maas, Pnttershoek en Stegenvan de
overige burgemeesters was, op éér uit
sondering na, bericht van verhindering
ingekomen vergezeld van de medcdeeling
dat zij hnn inBtemmming betuigden met
bet doel der bijeenkomst.
De vereohillende grieven werden uit
voerig besproken en nog aaDgevnld. De
burgemeesters waren het er over eens,
dat bet noodzakelijk is, dat een krachtige
actie worde opgezet, en zjj verklaarden
zich allen tot samenwerking bereid.
Er werd besloten, dat een volledige
grievenljjst ter kennis van den Minister
van Waterstaat en van den raad van
toezicht op de spoorwegen zal worden
gebracht, met het verzoek om afdoende
verbetering. De gemeentebesturen zullen
dan hun instemming met het verzoek
betnigen.
Ter vergadering werd in berinnering
gebracht de actie, gevoerd door de ver
eeniging van burgemeesters en secre
tarissen op de eilanden Overtlakkee en
Goedereede en het verzoek door de
gemeentebesturen van Puttereboek,
Maasdam en Strjjeu korten tjjd geleden
tot de autoriteiten gericht, de exploitatie
van de tram betreffende, en tevens werd
meegedeeld dat meermalen verzoeken
om verboteriug in een of ander opzicht,
tot de directie der maatschappij gericht,
onbeantwoord bleven en geen resultaat
opleverden.
De grieven zullen ook ter kennis
gebracht worden van de leden der
Tweede Kamer voor do districten
Ridderkerk en Brielle, welke beide
heeren ook tot het bijwonen van deze
bijeenkomst waren uitgenoodigd, doch
verhinderd waren aan die uitnoodiging
gevolg te geven.
Men ziet opnieuw, dat de directie
der Rotterdameche Tramweg-Maat
schappij zich niet om ernstige grieveu
bekreunt, maar onbekommerd haar
gang gaat. Hieruit ie deze leering te
trekken, dat bet vrjj wat verkieselijker
is een lokaaltrein te hebben dan een
tram, waarbij men afhankelijk ia van
een maatschappij, die met de belaDgen
van het publiek weinig of geen
rekening houdt.
Db Redactie.
Uit Stad en Provincie.
ZIERIKZEE. Aan het verslag van de
Gezondheidscommissie alhier, over het
jaar 1915, onlleenen wij T vozende:
De algemeene gezondheidstoestand was
gunstig; besmettelijke ziekten kwamen
ook dit jaar slechts in geringen getale
voor, en hadden behoudens enkele ge
vallen, een goedaardig karakter.
De commissie meende de aandacht
van den hoöfd-inspecteiir der Volksge
zondheid le moeten vestigen op 'I feit,
dat in de gemeenten Zièrikzee en Brou
wershaven respectievelijk 70 en 10 sche
pen met Belgische vluchtelingen i hoofd
zakelijk visschfers) hadden ligplaats ge
nomen, een bevolking vertegenwoordi
gende van. circa 500 en 75 personen.
Geconstateerd werd, dat de havens,
varin bedoelde schepen lagen, door
de bewoners daarvan werden gebezigd
voor loozing van faeces en urine, ander
zijds het water uit die havens werd ge
bezigd voor hel wasschen van viscli,
salade enz., zoofiat naar het oordeel der
commissie gevaar voor besmetting geens
zins uitgesloten scheen.
Dit schrijven leidde lol een bespreking
met den inspecteur der Volksgezondheid,
ddn heer G. Oostetfbaan, welke daartoe
de vergadering der commissie van 12
Mei bijwoonde; bedoelde inspecteur
achtte de door de commissie geopperde
bezwaren niet van zeer ernstigën aard.
en beschouwde den toestand volstrekt
niet als zoo gevaarlijk, als de commissie
en was van meening, dat het nemen
vin afdoende en ingrijpende maatrege
len, indien al mogelijk, door den beslhan-
den toestand niet voldoende gemotiveerd
was. al kon worden toegegeven, dat in
theorie besmettingsgevaar aanwezig was,
weshalve de inspecteur in overweging
gaf. in den toestand te berusten.
Vooral de belangrijke verversching van
het water door eb en vloed, waarbij de
waterstand ongeveer 2Vs M. wisselt, gaf
den Inspecteur aanleiding tot zijne, van
de commissie afwijkende meening om
trent het bestaan en de mate van be
smettingsgevaar, terwijl daartoe even
eens bijdroeg liet feil, dat toch reeds
door cle riolen faeces in de havens te-
reëht komen, zoodat het gevaar voor hel
ontstaan van ziekten door gebruik van
hel havenwater in ongeveer even groote
mate aanwezig scheen, ook indien dc
bevolking der schepen daarin niet defae-
ceerdc.
Ten opzichte van eventueel te nemen
maatregelen, gesteld daarvoor bestond
voldoende grond ,was genoemde inspec
teur de meening toegedaan, dat ver
plaatsing der schepen hel besmettings
gevaar slechts zou verplaatsen, en eer
grootcr dan kleiner maken, aangezien
waarschijnlijk moeilijk andere plaatsen
zouden te vinden zijn, waar de schepen