B IJ VOEGSEL
Uit Stad en Provincie.
i
Nederl. Anti-Oorlograad.
behoorcide b(J de
T*n WOENSDAG 13 JANUARI 191(1,
no. 9800.
ST.-MAARTENSDIJK. 10 Jan. Hcclen
it vend werd alhier de jaarlij ksche alge-
mecHC ledenvergadering gehouden van
de vereeniging „Het Groene Kruis'
Ongeveer 70 leden waren opgekomen.
De voorzitter, de burgemeester, opende
de vergadering met een toepasselijk
woord op de tijdsomstandigheden.
Hierna werden door den secretaris,
den heer Tazelaar, de notulen Ier vorige
vergadering voorgelezen en liet jaarver
slag uitgebracht, waaruit bleek, dat liet
ledental in het jaar 1915 met 11 is toe
genomen en op 1 Januari 1916 bedroeg
449. Ook deelde de secretaris mede, dat
door het bestuur was besloten om hen,
die bedankten als lid en later weder
lid wenschten te worden, wanneer zij
van de middelen gebruik moesten ma
ken, te verplichten zooveel te storten in
de kas der vereeniging als hunne con
ïrihutie zou hebben bedragen van af
het tijdstip van hun bedanken als lid
tot huu nieuwe toetreding. Voorts be
handelde de secretaris in het kort de
tuberculose en de middelen om liaar te
bestrijden) zulks in verband met een
besluit van het bestuur om aan de alge
meene vergadering voor te stellen een
alinea aan art. 1 der statuten toe le
voegen, waarin speciaal gezegd wordt,
dat de vereeniging zicli ook zal bezig
houden met de bestrijding der tuber
culose. De opneming dezer clausule in
de statuien is noodig, wil de vereeni
ging aanspraak kunnen maken op Rijks
subsidie voor tuberculose-bestrijding
Vervolgens wordt door den penning
meester, den heer Rijnberg, verslag uit
gebracht over de financiën der vereeni
ging. Hieruit bleek, dat de ontvangsten
bedroegen f 278,455 en de uiig. f 125,60,
zoodat er een goed slot te boeken viel
van f 152,855. De penningmeerstcr, hel
aantal leden besprekende, wees cr op.
dat nog ongeveer 200 gezinnen geen lid
der vereeniging zijn, terwijl toch ieder
van het nut der vereeniging voor het
algemeen wel overtuigd zal zijn.
Ook de voorzitter besprak dit punt
en wees er tevens nog op, dat 't bedrag
van confributiën eigenlijk nog ie laag
Is in verhouding tot het aantal leden,
dat thans 450 bedraagt. Hij merkte hier
bij neg op, dat er nog veel meer ten ge
rieve van de leden zou kunnen aan
geschaft worden, indien zij, die daartoe
in staat zijn, hunne bijdrage wat ver
hoogden.
Dé begrooting voor het volgende
dienstjaar werd vastgesteld in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van f 392,005.
Het ligt in de bedoeling van het be
stuur, waarschijnlijk in den loop van
dit jaar een spreker te laten optreden,
ter behandeling van het onderwerp: „De
tuberculose en haar bestrijding'.
Alsnu wordt aan de orde gesteld het
door don secretaris meegedeelde be
stuursvoorstel lot wijziging der statu
ten, als voren genoemd. Met algemeene
steramen kon men zich hiermede ver
eenigen.
Een lid merkte nog op, dat men door
opneming van dit artikel in de statuten
moeilijk zou kunnen toepassen, wat door
hel bestuur besloten is, ten aanzien van
uitgetreden leden der vereeniging. daar
in verband met eventueele rijkssubsi
die aan geen tuberculoselijders hulp zou
mogen worden geweigerd.
De secretaris gaf toe, dat men geen
hulp van dc vereeniging zou mogen
weigeren, doch stelde daar tegenover,
dat men dan een afzonderlijke ver
eeniging ter bestrijding van tuberculose
zou moeten oprichten, wat ook zijn be
zwaren had, vooral in een kleine plaats.
Over 't algemeen was men liet eens
dat er in de praktijk wel aanpassing
zou zijn.
Als laatste pun! was aan «Ie orde
de verkiezing van 3 bestuursleden, we
gens periodieke aftreding van de heeren
N. Polderman, voorzitter, W. M. Rijn
berg, penningmeester en P. Kodde. Met
nagenoeg algemeene stemmen werden
deze heeren weder als bestuurslid her
kozen, terwijl zij allen verklaarden be
reid te zijn weder als zoodanig te blijven
fungeeren, onder dankbetuiging aan dc
vergadering voor het in hen gestelde
vertrouwen.
Daar bij de rondvraag niemand meer
iets op Jiet hart had, sloot dc voorzitter
onder de beste wenschen voor den bloei
der vereeniging de vergadering.
Een adelfyke beklaagde.
Dal een oude adel ij ke dame als be
klaagde in de rechtzaal verschijnt, ge
beurt niet allen dag.
Vorige week echter stond voor de
Bossche rechtbank terecht de een en-
zestigjarige gravin de W. de \V. v. K.
Schim'. K. uit hel Limburgsche.
Ze had drie zoons als officier in het
leger en dezen vochten aan het «front.
De een had niet verlof van onze Ko
ningin, toen de oorlog uitbrak, dienst
genomen in het Duitsche leger, terwijl
een schoonzoon eveneens aan 1 front
was als officier.
Haar dochter, die met. dezen officier
getrouwd was, had haar verblijf ver
laten en was gaan samenwonen met
familie op een landgoed in Westfalen.
Nu waren de kinderen ziek geworden en
er was daar niet aan incel of rijst te
komen. Daar van daan had de doch
ter naar haar moeder Jiier te lande
geschreven om meel en rijst en de oude
gravin liet haar equipage voorkomen,
laadde rijst, meel en brood onder het
vpelk'.eed en begaf zich op weg naai*
Duilschland.
Een barer zonen verzamelde koper
en had haar geschreven om oud koper
te sturen. Ook hieraan gaf de gravin
gevolg, zij laadde in haar rijtuig een
heclen zak met oude hulzen, eveneens
mei bestemming voor Duilschland.
Maar de kommiezen kregen argwaan
en Stelden een onderzoek in 't rijtuig
in, met het gevolg, dal ze de smokkel
waar ontdekten en twee keer achter
elkaar proces-verbaal legen haar op
maak len.
Toen ze voor de rechtbank moest ver
schijnen, liet zij verstek gaan in
meening, dat het wel met geldboeten
zou afloopen. Voor het eerste proces
legde de rechtbank een boete op van
zes en-zestig gulden, voor het tweede
echter een maand gevangenisstraf.
Bij het tweede geding had zwaar ge
wogen de omstandigheid door den kom
mies verhaald, als zon de gravin, toen
hij sommeerde om halt te houden, tot
den koetsier gezegd .hebben „durch*
fahren", waardoor zc zich zelf en den
koetsier aan groot gevaar had bloot
gesteld.
Van deze vonnissen was ze nu »n
verzet g' komen, in de hoop, dal de gc-
vangei isstraf zou veranderd worden in
een geldboete.
De officier vroeg van het eerste von
nis bekrachtiging en cischte in de tweede
zaak eveneens een geldboete van zes-en-
zestig gulden.
De verdediger, die verschillende mo
tieven aanvoerdde, vroeg een niet te
zware geldboete.
Ford's expeditie.
Iii dc grootc zaal van den Dierentuin
in Den Haag heeft Maandagavond de
Ford-expeditie haar eerste openbare
vergadering gehouden. Dc galerijen en
de zaal waren eivol. liet podium was
overvloedig met groen versierden
het spreekgestoelte met het dundoek der
Yercenigde Staten bekleed. Toen dc
leden der expedilie het podium betra-
denx, werden zij met applaus begroet,
De heer Knobel, lid van 't regeüngs-
comité en van de Tweede Kamer, leidde
de vergadering.
Vorstermaii van Otyen-fonds.
Er is een commissie gevormd, be
staande uit bestuursleden van de Mij
lol bevordering van Landbouw en Vcc-
teelt in Zeeland, afgevaardigden uit de
afdeelingsbesturcn van die Maatschappij,
van verschillende vereenigingen en com
missies op landbouw- en vceteeltgebied
c-ii een paar oud-lecrlingcn van wijlen
den heer G. Vorsterman van Oijen.' over
leden te Aardenburg, met het doel te
komen tot het stichten van een Vor
sterman van Oijen-fonds, waarvan de
bedoeling zal zijn om in den geest van
de» overledene te handelen door ont
wikkeling te brengen aan minder ge
goeden bij studie en opleiding, door hen
financieel te steunen. Secretaris-pen
ningmeester der commissie is de lieer
Tj. B. E. Kielslra te Middelburg.
Weldoen.
Een liefdadige instelling liet in Den
Haag langs tic huizen collecteeren. Bij
de teil ing der ontvangsten ontdekte men
een valsch dubbeltje. Ecu volgende col
lecte bevatte weer een valsch geldstukje
en men kwam lot de conclusie, dat in
een bepaalde straal steeds een valsch
geldstukje in de bus werd geworpen.
Men giste... had vermoedens.... en besloot
bij een dame, wonende op zeer goeden
stand, een leege bus te presenteeren. Het
bedrog kwam uit, want het bleek, dal
Hie dame geruiinen lijd valsch geld op
hel altaar der weldadigheid offerde....
Een adres van de Deutsche Friedens
gesellschaftten gunste van
den vrede.
De „Dsutsohe Friedensgesellschaft
waarvan prof. L. Quidde te München
de vooraitter is, heeft tot de leden van
den Rjjksdag het verzoek gericht te
bevorderen, dat de Rijkskanselier
groote trekken zal bekend maken, op
welke voorwaarden Duitschland tot
vredesonderhandelingen bereid zou zijn.
In dit adres wordt voorop gesteld,
dat thans het oogenblik voor vredes
besprekingen is aangebroken. Een paar
maanden geleden kondon militaire over
wegingen nog een bedenking opleveren
tegen het openen van vredesonder
handelingen. Beide oorlogvoerende par
tijen bevonden zich te midden van
militaire krijgsverrichtingen in het
Oosten, waarvan ieder voor zich een
gunstig gevolg verwachtte. Thans zijn
deze krijgsverrichtingen geëindigd en is
in de naaste toekomst geen militaire
ebeurtenis van gewicht te verwachten,
leohts iu de verre toekomst zou nog
een ingrijpende verandering der be
staande militaire verhouding mogelijk
zjju. Die toekomstige gebeurtenis is
echter te onzeker en zou te groote
offers vergen, dan dat op dezen grond
zou mogen worden algezien van een
poging, althans door besprekingen tot
iet einde van den verschrikkeljjksten
oorlog die ooit het menschdom ge
teisterd heeft, te geraken.
De „Deutsche Friedensgesellschaft',
begrijpt, dat hot niet mogelijk zal zjjn
reeds onmiddellijk met een geheel uit
gewerkt stelsel van vredesvoorwaarden
te komen. Maar twee verklaringen zou
de Rijkskanselier kunnen geven, waar
door de weg tot verdere bespreking
wellicht zou worden gebaand: dat het
niet in de bedoeling ligt de Duitsohe
Regeering, na iel!Handigheid van kleine
volkeren aan te tasten en dat de
Duitsche Regeering vooraan wil staan
in de rijen der volkeren, die op ont
wikkeling van het volkenrecht ter
voorkoming van nieuwe oorlogen aan
dringen.
De eerste verklaring het behoud
der zelfstandigheid der kleine volkeren
wordt reeds door de militaire ver
houdingen geboden. Duitschland heeft
op het oogenblik ongetwijfeld uit militair
opzicht de sterkaie positie, maar toch
kan men niet zeggen dat de tegenpartij
„overwonnen" is. Duitschland heeft het
militaire „overwicht", is geen „over
winnaar". Van een opleggen van
vredeswoorwaarden aan een overwonnene
is geen sprake. Reeds uit dezen hoofde
noodzaakt de militaire toestand van
eventueele annexatie-eischen af te zien.
Maar andere overwegingen moeten
naar de „Deutsche Friedensgesellschaft"
met grooten nadruk betoogt, tot dezelfde
gevolgtrekking leiden.
D< opname van vreemde elementen
in het Duitsohe Rijk zou niet zijn een
versterking maar een verzwakking der
natiunale eeuheid. De annexatie van
een volk zou iedere mogelijkheid op de
duurzaamheid van den toekorustigen
vrede wegnemen, zou de ontwijfelbare
bron voor oen revanche-oorlog warden.
De annexatie zou tevens ten gevolge
hebben, dat het Duitsche volk zou
worden buitengesloten buiten het vrede
lievende samenlevendat na dezen
oorlog tusschen oorlogvoerende en 011
zjjdige Staten wederom zal aanvangen.
En annexatie zou zjjn een inbreuk op
de onschendbare rechten der kleine
volkeren, welke door alle Staten moeten
worden geëerbiedigd!
Ten aanzien van het tweede punt,
dat de Rijkskanselier op den voorgrond
zou behooren te ztellen, de ontwikke
liog van het volkenrecht, betoogt de
„Deutsche Friedensgesellschaft" welk
een groot voorrecht het voor do
Duitsche Regeering zou moeten zjjn
alduz eigen nationale belangen en
tevens de belangen der geheele mensch-
heid gelijkelijk te dienen, öeen betere
waarborgen voor de duurzaamheid van
den toekomstigen vrede dan de her
vorming van het volkenrecht. Duitschland
en de andere volkeren hebben gelijkelijk
belang bij de aanvaarding van het be
ginsel der vrije zee en van de open-
deur-politiek op het gebied van den
handel tusschen Europa en niet-Euro-
peesche landen. En Duitschland zoowel
als alle andere volkeren hebben niet
minder een levensbelang er bij, dat
verdragen worden gesloten en inter
nationale instellingen worden in het
leven geroepen, waardoor de wereld
tegen het uitbreken van nieuwe oorlogen
zal worden gewaarborgd.
Ingezonden Stokken.
Da salarissen der Onderwijzers.
Alvorens onze beschouwing te vervolgen zijn
we verplicht een kleine fout te herstellen. Op
het laatste van ons voorgaand artikel noemden
wo enkele gemeenten, die f 600 nis aanvang-
salaris geven, dit moet zjjn f 050. De aandacht
van talrpke gemeenteraadsleden hierop te ves'
tigen, is geenszins overbodig.
Professor Mr. Treub sprak een viertal jaren
geleden op een vergadering, belegd door den
Bond de volgende tvoorden:
„Er is in Nederland geen enkele positie van
zoo groote sociale beteekenis, als die van den
onderwjjzer, die zoo slecht betaald wordt als
déze,"
Wanneer de wapenon-stryd tot het verloden
behoort en de vrede haar scepter zwaait, zal
de economische oorlog met meerdere kracht,
dan tot nogtoe worden hervat. Of een volk
den concurrentiestrijd met andere natiën kan
voeren met kans op succes zal afhangen van
de mute van ontwikkeling, die het bezit niet
alleen in de hoogere, maar ook in diepere lagen
der maatschappij.
Voor do breede lagen van het Nederlandsche
volk is de lagere school nagenoeg het eonigo
middel, om zich voor te bereiden tot bet
latere leven. Voor talrijke anderen wordt het
fondament gelegd, waarop moet voortgebouwd.
Plicht zal dus zjjn, dat gestreefd wordt naar
een zoo groot mogolyke volmaking van dit in
stituut. Naast inrichting is dit bovenal te be
reiken, wanneer men te beschikken heeft over
uitstekende leerkrachten.
Vèel iiangt van de opleiding af, doch niet
alles.
De salariëoring is hier van zeer groo'en in
vloed. In Nederland wordt dit ^chjjnbaar heele-
maal niot ingezien. De „Volksschoolminister"
Carlson in Zweden hoeft gezegd: „Naast een
goede oploiding der onderwijzers is voor goed
volksonderwjjs niets van zooveel belang als
afwezigheid van fnancïfele zorg bij de op
voeding".
En beziet men de salarissen in het vroeger
op hot gebied van onderwys zoo achterljjke
Zweden, dan bljjkt, dat de genoemde minister
zjjn uitspraak in daden hoeft omgezet.
Zoo hebben de volgonde plaatsen een eind-
salaris, uitgedrukt in guldens: Stockholm 2266- c,
Suudsval 1866%» Karlstad 1800, Göteborg 2000,
iMalmö 2000, N'irrküping 1866*3, Geile 2000 enz.
Zoowel groote als kleine plaatsen met goede
salarissen.
Zweden ia do laatste 25 jaren sterk vooruit
gegaan. Op 't gebied van handel, maar vooral
vau nyverbeid kan het met eore worden ge
noemd. Op 't gobied van beschaving on kunst
staat Zweden aan de spits van de kleine Staten,
't Aantal misdaden is sterk verminderd. In dit
licht beschouwd is de vraag gewettigd, of er
ook verband bestaat tusschen volksontwikkeling
en nationale welvaart?
In Nederland weet men evenwel de zaak beter.
Daar laat men den volksopvoeder gebukt gaan
onder iiaancii ele moeilijkheden. Daar betaalt
men het slechts uit geheel West-Europa. Danr
praat men in het Parlement, zeer waardeerend
over don onderwijzer. Daar is het noodig, dat
ze wachtens moede tot drie malen toe bij
duizenden en duizenden naar Den Haag en
Rotterdam trekken om hun armoede te demon*
streoron. Daar betaalt men brag- of sluis-
meesters politie agentenrijksveldwachters
commiezon en nachtwakers vaak nog boter dan
onderwijzers. Daar voelt men in de gemeente
raden zooveel voor hen, dat men om de begrooting
de begrooting te laten de tractementen niet ver
hoogt. Daar vindt men burgemeesters, die uit
stekend kunnen pleiten voor zichzel fen heel
kalmpjes 100 of 200 pop opstryken, zonder één
woord ten gunste van de volksopvoeders te
zeggen. Daar dwingt men jonge mannen celibatair
jte hljjven als straf, dat zy tot taak hebben, het
edelste wat een onder bezit, de kindoren op te
voeden. Daar noodzaakt men de gehuwden tot
zuinigheid, die aan gierigheid grenst, terwijl men
hen bespot om bun groene of .kale jas of
anderszins, maar al te vaak vergetend, boe ook
gedwongen gewoonte oen tweede natuur kan
worden. Daar maar het wordt eentonig.
Dat toeh eens begrepen werd, van hoe groot
belang voor het welslagen van het onderwijs
het is, dat de beroepsliefde niet wordt gedoofd.
Slechts liefde en toewjjding kunnen de één,
drie of vjjf talenten van het kind tot volle ont
plooiing brengen. Het vroolyke kinderhart eisebt
opgeruimdheid en blijmoedigheid van den
opvoeder. Hoe gemakkelyk valt oen taak niet
als we opgewekt zjjn? Reeds jaren geleden be
weerden een dokter en een nrts, dat vroolyk-
heid een onaitputtelyke bron is van geestelijke
en lichamelijke kracht Ren goed onderwijzer
suggereert niet zelden zyn leerlingen tot
vroolykheid.
Stel u nou eejis voor de vroolykheid van een
i'ongen collega, die studeert en steeds te kort
omt
De opgewektheid van den onderwijzer die
gedwongen celibatair is]
De blijmoedigheid van den gehuwden opvoeder
met zyn kaal jasje en zjjn tweede natuur, de
zuinigheid in optima forma
Daar komt by een allerbelangrijkste factor,
n.l. het peil waarop de onderwijzers staan. En
dat peil wordt voor een groot deel beheerscht
door dé materieele positie van doze ambtenaren.
Voor wetenschappelijk of vaktjjschrift blijft
geen geld over, evenals voor geregelde aan-
chafling van boeken. Ieder onderwijzer heeft
helaasl maar al te vaak een lust om zich te.
abonneeren of een boek te koopon moeten
bedwingen.
deestel\jke verarming it daarvan het nood
lottig gevolg.
En reizen? Want tot verfrissching van geest
en verruiming van gezichtskring is dat nood
zakelijk. Och, meestal bepaalt het zich tot het
bezoek tan een familielid. Teekenend is het,
dat korten tyd geleden een paar collega's
moesten bekennen nooit in een diergaarde te
zjjn gewoost. la welk een malle positie ver-
keorden zy, toen bleek, dat enkele hunner
leerlingen daar wel een bezoek hadden gebracht.
Zoo is er meer. Slag op slag gevoelt de onder-
wjjzer zjjn tekort aan kennis on beschaving.
Tolkons en telkens weer moet hjj zichzelf
erkennen do mindere te zjjn van hen, die naar
de grooto sleden zyn getrokken.
Doch ook eon onderwyzer is per slot van
rekening menscli. Door horhaalde teleurstellingen
wordt het gemis aan kennisdorst en boschavings-
drang geringer en met een scbynwysgeerig oog
beschouwen ze do wereld.
Ze doen hun plicht naar hun Geste weten en
de wilde haren vallen één voor één uit. Het
zyn beste, brave burgers, echte kinderen hunner
omgeving geworden heusch niet
door onze schold.
Maar er is geen geld!
Ministers praten het voor. Gemeenteraadsleden
/.eggen het na. .We zouden het graag gelooven
als we konden.
Mr. Patyn heeft tocli 24 October 1912 uit
gerekend, dat ons na'ionaal inkomen in 10
jaren steeg met 87Vj millioen, alleen uit bezit
van geld on grond, nog zonder bet bezit van
personen, die f 13000 en minder hebben, mede
te rekenen. Nu is weliswaar de mobilisatie ge
komen, die schatten verslindt, maar dooi* de
oorlogswinsten zjjn er schatten verdiend. Ver
gissen we ons niet, dan is de voorraad aan
edele metalen in de Bank met drie honderd
millioen toegenomen.
Een deskundige beweert, dat er bjj helling
wol een paar honderd millioen uit de oorlogs
winsten zjjn te balen.
Nederland is klaarblijkelijk niet zoo arm als
wel wordt gezegd als de salarissen der onder
wijzers aan de orde zyn.
Landbouw en veeteelt geven enorme winsten
in de laatste jaren.
Daarom missen de gemeenteraden bet zedolyk
recht geldargumenten tegen betere salariëering
te bezigen.
Wie bjj de onderwjjzets d. w. bjj onderwjjs
en. opvoeding bet koopmansstandpunt van:
vraag en aanbod, inneemt is in het wezen der
zaak oen vjjand van volksontwikkeling en volks
verheffing.
We wensohen te eindigen met te verklaren
zeer onvolledig te zyn geweest. Indien hier en
ginds door ons achryven een vooruitstrevend*
geest tot nadenken is gedwongen, achten we
de moeite ruimschoots beloond. Misschien
schynt or hier en daar een lichtstraal op het
levenspad van eon collega.
mijnheer de Redacteur, zeggen we be
leefden 'dank voor de genoten gastvrijheid.
W. G. QÜAKKELAAR,
Bestuurslid van de Afd. Tholen en
St.-Filipsland v. d. B. v. N. O.
Sint-Annaland, 8 Januari 1916,
Mijnheer de Redacteur t
Dat er rare monschon op de wereld zjjn, wist
ik langer dan vandaag, en dat er altyd menschen
zjjn, die vinden, <lat ze knapper zyn dan de leden
van den raad, dat wist ik ook ai, maar dat je,
als je zoo dom bent om dat te denken, dat ook
nog laat drukken in de krant, dat. weet ik pas
sinds Zaterdag.
Wio is er nu in de twintigste eeuw tegen het
spoor? Neen, schippertje (dat zal je wel zyn),
ik geloof, dat het allemaal maar larie is en dat
e de overheid wil negeeron, zooals met die
caaimuur. Ze zeggen wel, dat dit veel minder
had kunnen kosten, maar hooren zeggen ia
hooren leugenen, en waarom hebt u dan die
muur niet voor minder aangenomen?
Neen, schipper, of wat u bent, zoo gooien ce
het geld niot weg, dan zon het niet zoo donker
zyn overal met den avond, want op den Hoender-
weg, in 'tweegje en in den Dorpsweg kan je
geen hand voor je oogen zien, en dat is goed
ook, dan schrik je zoo niet van den modder
Neen, geld weggooien doen ze niet, en daar
heeft de raad geljjk aan. Het is enkel om té
scheldén, zooals laatst Critas met de stemming
in de kerken over familieregeering. Dat was
ook alleen om op den secretaris af te geven,
die altyd zoo hard moet werken en dan toch
iedereen nog helpt. Maar dat weet hjj zeker
niet, omdat hij nog wel erg jong zal zjjn.
Dan kan hjj het ook niet weten, hoe by dien
meester, nog naar Amerika hielp, en hoeveel
andere menschon tegenwoordig nog. Nu toch
weer die jongen op zyn kantoor; dat is edel,
want de meesten zeggen altyd maar: van je
familie moet je het hebben, maar hg niet.
Ik wil maar zeggen, dat het allemaal slechts
kletsen is over het spoor. Op Sint-Maartensdjjk
vonden ze 'took te duur, dat is jammer, want
nu vinden ze 't hier ook to dour, omdat men
hen altijd nadoet. Maar dat is toch wel goed
ook, want daar praten ze altyd in den raad, en
dan hebben ze het hier niet te doen; dan knikken
ze maar ja'of neen, zooals het moet, en woorden
hebben ze dan nooit met mekaar.
Hoor eens, schipper, jü hebt een gladde manier
van praten met je spreekwoorden, maar die ken
ik ook wel, zoo bijv., met eerbied gesproken,
schoenmaker, houd u by uw leest.
De boeren hebben het altjjd gedaan; maar
een schip krjjgt geen mond- en klauwzeer. Of
schippers het wel eens hebben, daar ben ik nog
niet zoo vast van. Doch stukken schrijven kan
je niet. Maar daarom toch goede vrinden.
Mjjnheer de Redacteur, laat hem niet meer
in uw krant schrijven, want hy weet niet wat
lig zegt.
De hartelijke groeten van uw dienaar
N. N.
Do geunt by den Pans.
Een bericht vau 't agentschap Stefani
uil Rome meldt, dat de Paus den nieuw-
benoemden gezant der Nederlanden, jhr.
Van Nispen tot Sevenaer ontvangen heeft,
die zijn geloofsbrieven heeft overhandigd,
-j
MARKTBERICHTEN.
ROTTERDAM, 11 Jan. Op de vee
markt waren aangevoerd 39 paarden,
8 veulens, 1333 magere en 785 vette run
deren, 195 vette, 559 nuchtere en 90
graskalvereit, 1 schaap of lam, 1 varken,
185 biggen, 30 bokken of geiten. Koeien
38 tot 44 h 50 ctl. ossen "36 1<ot 4a a 48 ct.,
stieren 10 tot 42 a 43»/$ ct., vette kalveren
32V2 tot 62V* 70 ct„ alles per half kilo.
Melkkoeien f 185 5 f 375, kalfkoeien
f 195 i\ 1 400, stieren f 130 a f 400, pin
ken f 95 a f 140, graskalveren f 40 A
f 80, vaarzen f 140 f 190, alles mager
vee; biggen 1' 13 h f 17, slachtpaarden
'f 200 u f 250, werkpaarden f 200 A
1 350, hitten f 200 A f 300. Nuchtere kal
veren: fok- f 23 f 36, slacht- f 15
f 23. Biggen f 1.60 5 f 1,80 per week.
De aanvoer van koeien en ossen op
de veile markt was ruim. De handel
was redelijk en de prijzen waren nog
hoog. Beste spoelingbeesten gingen nog
lot 2 ccnl boven noteering. Stieren niet
redelijken aanvoer en iangzamen han
del. De prijzen bleven ongeveer op de
zelfde hoogte. Vette kalveren met goeden
aanvoer. Dc handel was behoorlijk en
de prijzen waren vooral in de beste
soorten nog hoog Een enkel best kalf
ging nog wel 5 .cent boven noteering.
Op de magere markt was de aanvoer
van melk en kalfkoeien flink. De handel
was sleepend en de prijzen ondergingen
bijns geen verandering. Jong vee met
behoorlijken aanvoer, Iangzamen handel
en vrijwel oude prijzen. Graskalveren
met beperkten aanvoer, weinig handel
en onveranderde prijzen. Nuchtere fok-
en slachtkalveren met redelijken aan
voer. De handel was vlug en de prijzen
waren hooger. Men kocht bijna uitslui
tend voor Duitschland. Werk-, slacht
paarden en hitten met goeden aanvoer.
Dc handel was redelijk en de prijzen
waren vrijwel gelijk aan die der vorige
week. Biggen met behoorlijken aanvoer
en redelijken handel. Dc prijzen onder
gingen niet veel verandering.
Rollerdamsclu' Eierniveiling (in
exploitatie bij de V. P. N.): kippeneienen
f 0.75 5 f 8, eendeneieren f 7 5 f 7,03,