B IJ VOEGSEL Uit Stad en Provincie. i Nederl. Anti-Oorlograad. behoorcide b(J de T*n WOENSDAG 13 JANUARI 191(1, no. 9800. ST.-MAARTENSDIJK. 10 Jan. Hcclen it vend werd alhier de jaarlij ksche alge- mecHC ledenvergadering gehouden van de vereeniging „Het Groene Kruis' Ongeveer 70 leden waren opgekomen. De voorzitter, de burgemeester, opende de vergadering met een toepasselijk woord op de tijdsomstandigheden. Hierna werden door den secretaris, den heer Tazelaar, de notulen Ier vorige vergadering voorgelezen en liet jaarver slag uitgebracht, waaruit bleek, dat liet ledental in het jaar 1915 met 11 is toe genomen en op 1 Januari 1916 bedroeg 449. Ook deelde de secretaris mede, dat door het bestuur was besloten om hen, die bedankten als lid en later weder lid wenschten te worden, wanneer zij van de middelen gebruik moesten ma ken, te verplichten zooveel te storten in de kas der vereeniging als hunne con ïrihutie zou hebben bedragen van af het tijdstip van hun bedanken als lid tot huu nieuwe toetreding. Voorts be handelde de secretaris in het kort de tuberculose en de middelen om liaar te bestrijden) zulks in verband met een besluit van het bestuur om aan de alge meene vergadering voor te stellen een alinea aan art. 1 der statuten toe le voegen, waarin speciaal gezegd wordt, dat de vereeniging zicli ook zal bezig houden met de bestrijding der tuber culose. De opneming dezer clausule in de statuien is noodig, wil de vereeni ging aanspraak kunnen maken op Rijks subsidie voor tuberculose-bestrijding Vervolgens wordt door den penning meester, den heer Rijnberg, verslag uit gebracht over de financiën der vereeni ging. Hieruit bleek, dat de ontvangsten bedroegen f 278,455 en de uiig. f 125,60, zoodat er een goed slot te boeken viel van f 152,855. De penningmeerstcr, hel aantal leden besprekende, wees cr op. dat nog ongeveer 200 gezinnen geen lid der vereeniging zijn, terwijl toch ieder van het nut der vereeniging voor het algemeen wel overtuigd zal zijn. Ook de voorzitter besprak dit punt en wees er tevens nog op, dat 't bedrag van confributiën eigenlijk nog ie laag Is in verhouding tot het aantal leden, dat thans 450 bedraagt. Hij merkte hier bij neg op, dat er nog veel meer ten ge rieve van de leden zou kunnen aan geschaft worden, indien zij, die daartoe in staat zijn, hunne bijdrage wat ver hoogden. Dé begrooting voor het volgende dienstjaar werd vastgesteld in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 392,005. Het ligt in de bedoeling van het be stuur, waarschijnlijk in den loop van dit jaar een spreker te laten optreden, ter behandeling van het onderwerp: „De tuberculose en haar bestrijding'. Alsnu wordt aan de orde gesteld het door don secretaris meegedeelde be stuursvoorstel lot wijziging der statu ten, als voren genoemd. Met algemeene steramen kon men zich hiermede ver eenigen. Een lid merkte nog op, dat men door opneming van dit artikel in de statuten moeilijk zou kunnen toepassen, wat door hel bestuur besloten is, ten aanzien van uitgetreden leden der vereeniging. daar in verband met eventueele rijkssubsi die aan geen tuberculoselijders hulp zou mogen worden geweigerd. De secretaris gaf toe, dat men geen hulp van dc vereeniging zou mogen weigeren, doch stelde daar tegenover, dat men dan een afzonderlijke ver eeniging ter bestrijding van tuberculose zou moeten oprichten, wat ook zijn be zwaren had, vooral in een kleine plaats. Over 't algemeen was men liet eens dat er in de praktijk wel aanpassing zou zijn. Als laatste pun! was aan «Ie orde de verkiezing van 3 bestuursleden, we gens periodieke aftreding van de heeren N. Polderman, voorzitter, W. M. Rijn berg, penningmeester en P. Kodde. Met nagenoeg algemeene stemmen werden deze heeren weder als bestuurslid her kozen, terwijl zij allen verklaarden be reid te zijn weder als zoodanig te blijven fungeeren, onder dankbetuiging aan dc vergadering voor het in hen gestelde vertrouwen. Daar bij de rondvraag niemand meer iets op Jiet hart had, sloot dc voorzitter onder de beste wenschen voor den bloei der vereeniging de vergadering. Een adelfyke beklaagde. Dal een oude adel ij ke dame als be klaagde in de rechtzaal verschijnt, ge beurt niet allen dag. Vorige week echter stond voor de Bossche rechtbank terecht de een en- zestigjarige gravin de W. de \V. v. K. Schim'. K. uit hel Limburgsche. Ze had drie zoons als officier in het leger en dezen vochten aan het «front. De een had niet verlof van onze Ko ningin, toen de oorlog uitbrak, dienst genomen in het Duitsche leger, terwijl een schoonzoon eveneens aan 1 front was als officier. Haar dochter, die met. dezen officier getrouwd was, had haar verblijf ver laten en was gaan samenwonen met familie op een landgoed in Westfalen. Nu waren de kinderen ziek geworden en er was daar niet aan incel of rijst te komen. Daar van daan had de doch ter naar haar moeder Jiier te lande geschreven om meel en rijst en de oude gravin liet haar equipage voorkomen, laadde rijst, meel en brood onder het vpelk'.eed en begaf zich op weg naai* Duilschland. Een barer zonen verzamelde koper en had haar geschreven om oud koper te sturen. Ook hieraan gaf de gravin gevolg, zij laadde in haar rijtuig een heclen zak met oude hulzen, eveneens mei bestemming voor Duilschland. Maar de kommiezen kregen argwaan en Stelden een onderzoek in 't rijtuig in, met het gevolg, dal ze de smokkel waar ontdekten en twee keer achter elkaar proces-verbaal legen haar op maak len. Toen ze voor de rechtbank moest ver schijnen, liet zij verstek gaan in meening, dat het wel met geldboeten zou afloopen. Voor het eerste proces legde de rechtbank een boete op van zes en-zestig gulden, voor het tweede echter een maand gevangenisstraf. Bij het tweede geding had zwaar ge wogen de omstandigheid door den kom mies verhaald, als zon de gravin, toen hij sommeerde om halt te houden, tot den koetsier gezegd .hebben „durch* fahren", waardoor zc zich zelf en den koetsier aan groot gevaar had bloot gesteld. Van deze vonnissen was ze nu »n verzet g' komen, in de hoop, dal de gc- vangei isstraf zou veranderd worden in een geldboete. De officier vroeg van het eerste von nis bekrachtiging en cischte in de tweede zaak eveneens een geldboete van zes-en- zestig gulden. De verdediger, die verschillende mo tieven aanvoerdde, vroeg een niet te zware geldboete. Ford's expeditie. Iii dc grootc zaal van den Dierentuin in Den Haag heeft Maandagavond de Ford-expeditie haar eerste openbare vergadering gehouden. Dc galerijen en de zaal waren eivol. liet podium was overvloedig met groen versierden het spreekgestoelte met het dundoek der Yercenigde Staten bekleed. Toen dc leden der expedilie het podium betra- denx, werden zij met applaus begroet, De heer Knobel, lid van 't regeüngs- comité en van de Tweede Kamer, leidde de vergadering. Vorstermaii van Otyen-fonds. Er is een commissie gevormd, be staande uit bestuursleden van de Mij lol bevordering van Landbouw en Vcc- teelt in Zeeland, afgevaardigden uit de afdeelingsbesturcn van die Maatschappij, van verschillende vereenigingen en com missies op landbouw- en vceteeltgebied c-ii een paar oud-lecrlingcn van wijlen den heer G. Vorsterman van Oijen.' over leden te Aardenburg, met het doel te komen tot het stichten van een Vor sterman van Oijen-fonds, waarvan de bedoeling zal zijn om in den geest van de» overledene te handelen door ont wikkeling te brengen aan minder ge goeden bij studie en opleiding, door hen financieel te steunen. Secretaris-pen ningmeester der commissie is de lieer Tj. B. E. Kielslra te Middelburg. Weldoen. Een liefdadige instelling liet in Den Haag langs tic huizen collecteeren. Bij de teil ing der ontvangsten ontdekte men een valsch dubbeltje. Ecu volgende col lecte bevatte weer een valsch geldstukje en men kwam lot de conclusie, dat in een bepaalde straal steeds een valsch geldstukje in de bus werd geworpen. Men giste... had vermoedens.... en besloot bij een dame, wonende op zeer goeden stand, een leege bus te presenteeren. Het bedrog kwam uit, want het bleek, dal Hie dame geruiinen lijd valsch geld op hel altaar der weldadigheid offerde.... Een adres van de Deutsche Friedens gesellschaftten gunste van den vrede. De „Dsutsohe Friedensgesellschaft waarvan prof. L. Quidde te München de vooraitter is, heeft tot de leden van den Rjjksdag het verzoek gericht te bevorderen, dat de Rijkskanselier groote trekken zal bekend maken, op welke voorwaarden Duitschland tot vredesonderhandelingen bereid zou zijn. In dit adres wordt voorop gesteld, dat thans het oogenblik voor vredes besprekingen is aangebroken. Een paar maanden geleden kondon militaire over wegingen nog een bedenking opleveren tegen het openen van vredesonder handelingen. Beide oorlogvoerende par tijen bevonden zich te midden van militaire krijgsverrichtingen in het Oosten, waarvan ieder voor zich een gunstig gevolg verwachtte. Thans zijn deze krijgsverrichtingen geëindigd en is in de naaste toekomst geen militaire ebeurtenis van gewicht te verwachten, leohts iu de verre toekomst zou nog een ingrijpende verandering der be staande militaire verhouding mogelijk zjju. Die toekomstige gebeurtenis is echter te onzeker en zou te groote offers vergen, dan dat op dezen grond zou mogen worden algezien van een poging, althans door besprekingen tot iet einde van den verschrikkeljjksten oorlog die ooit het menschdom ge teisterd heeft, te geraken. De „Deutsche Friedensgesellschaft', begrijpt, dat hot niet mogelijk zal zjjn reeds onmiddellijk met een geheel uit gewerkt stelsel van vredesvoorwaarden te komen. Maar twee verklaringen zou de Rijkskanselier kunnen geven, waar door de weg tot verdere bespreking wellicht zou worden gebaand: dat het niet in de bedoeling ligt de Duitsohe Regeering, na iel!Handigheid van kleine volkeren aan te tasten en dat de Duitsche Regeering vooraan wil staan in de rijen der volkeren, die op ont wikkeling van het volkenrecht ter voorkoming van nieuwe oorlogen aan dringen. De eerste verklaring het behoud der zelfstandigheid der kleine volkeren wordt reeds door de militaire ver houdingen geboden. Duitschland heeft op het oogenblik ongetwijfeld uit militair opzicht de sterkaie positie, maar toch kan men niet zeggen dat de tegenpartij „overwonnen" is. Duitschland heeft het militaire „overwicht", is geen „over winnaar". Van een opleggen van vredeswoorwaarden aan een overwonnene is geen sprake. Reeds uit dezen hoofde noodzaakt de militaire toestand van eventueele annexatie-eischen af te zien. Maar andere overwegingen moeten naar de „Deutsche Friedensgesellschaft" met grooten nadruk betoogt, tot dezelfde gevolgtrekking leiden. D< opname van vreemde elementen in het Duitsohe Rijk zou niet zijn een versterking maar een verzwakking der natiunale eeuheid. De annexatie van een volk zou iedere mogelijkheid op de duurzaamheid van den toekorustigen vrede wegnemen, zou de ontwijfelbare bron voor oen revanche-oorlog warden. De annexatie zou tevens ten gevolge hebben, dat het Duitsche volk zou worden buitengesloten buiten het vrede lievende samenlevendat na dezen oorlog tusschen oorlogvoerende en 011 zjjdige Staten wederom zal aanvangen. En annexatie zou zjjn een inbreuk op de onschendbare rechten der kleine volkeren, welke door alle Staten moeten worden geëerbiedigd! Ten aanzien van het tweede punt, dat de Rijkskanselier op den voorgrond zou behooren te ztellen, de ontwikke liog van het volkenrecht, betoogt de „Deutsche Friedensgesellschaft" welk een groot voorrecht het voor do Duitsche Regeering zou moeten zjjn alduz eigen nationale belangen en tevens de belangen der geheele mensch- heid gelijkelijk te dienen, öeen betere waarborgen voor de duurzaamheid van den toekomstigen vrede dan de her vorming van het volkenrecht. Duitschland en de andere volkeren hebben gelijkelijk belang bij de aanvaarding van het be ginsel der vrije zee en van de open- deur-politiek op het gebied van den handel tusschen Europa en niet-Euro- peesche landen. En Duitschland zoowel als alle andere volkeren hebben niet minder een levensbelang er bij, dat verdragen worden gesloten en inter nationale instellingen worden in het leven geroepen, waardoor de wereld tegen het uitbreken van nieuwe oorlogen zal worden gewaarborgd. Ingezonden Stokken. Da salarissen der Onderwijzers. Alvorens onze beschouwing te vervolgen zijn we verplicht een kleine fout te herstellen. Op het laatste van ons voorgaand artikel noemden wo enkele gemeenten, die f 600 nis aanvang- salaris geven, dit moet zjjn f 050. De aandacht van talrpke gemeenteraadsleden hierop te ves' tigen, is geenszins overbodig. Professor Mr. Treub sprak een viertal jaren geleden op een vergadering, belegd door den Bond de volgende tvoorden: „Er is in Nederland geen enkele positie van zoo groote sociale beteekenis, als die van den onderwjjzer, die zoo slecht betaald wordt als déze," Wanneer de wapenon-stryd tot het verloden behoort en de vrede haar scepter zwaait, zal de economische oorlog met meerdere kracht, dan tot nogtoe worden hervat. Of een volk den concurrentiestrijd met andere natiën kan voeren met kans op succes zal afhangen van de mute van ontwikkeling, die het bezit niet alleen in de hoogere, maar ook in diepere lagen der maatschappij. Voor do breede lagen van het Nederlandsche volk is de lagere school nagenoeg het eonigo middel, om zich voor te bereiden tot bet latere leven. Voor talrijke anderen wordt het fondament gelegd, waarop moet voortgebouwd. Plicht zal dus zjjn, dat gestreefd wordt naar een zoo groot mogolyke volmaking van dit in stituut. Naast inrichting is dit bovenal te be reiken, wanneer men te beschikken heeft over uitstekende leerkrachten. Vèel iiangt van de opleiding af, doch niet alles. De salariëoring is hier van zeer groo'en in vloed. In Nederland wordt dit ^chjjnbaar heele- maal niot ingezien. De „Volksschoolminister" Carlson in Zweden hoeft gezegd: „Naast een goede oploiding der onderwijzers is voor goed volksonderwjjs niets van zooveel belang als afwezigheid van fnancïfele zorg bij de op voeding". En beziet men de salarissen in het vroeger op hot gebied van onderwys zoo achterljjke Zweden, dan bljjkt, dat de genoemde minister zjjn uitspraak in daden hoeft omgezet. Zoo hebben de volgonde plaatsen een eind- salaris, uitgedrukt in guldens: Stockholm 2266- c, Suudsval 1866%» Karlstad 1800, Göteborg 2000, iMalmö 2000, N'irrküping 1866*3, Geile 2000 enz. Zoowel groote als kleine plaatsen met goede salarissen. Zweden ia do laatste 25 jaren sterk vooruit gegaan. Op 't gebied van handel, maar vooral vau nyverbeid kan het met eore worden ge noemd. Op 't gobied van beschaving on kunst staat Zweden aan de spits van de kleine Staten, 't Aantal misdaden is sterk verminderd. In dit licht beschouwd is de vraag gewettigd, of er ook verband bestaat tusschen volksontwikkeling en nationale welvaart? In Nederland weet men evenwel de zaak beter. Daar laat men den volksopvoeder gebukt gaan onder iiaancii ele moeilijkheden. Daar betaalt men het slechts uit geheel West-Europa. Danr praat men in het Parlement, zeer waardeerend over don onderwijzer. Daar is het noodig, dat ze wachtens moede tot drie malen toe bij duizenden en duizenden naar Den Haag en Rotterdam trekken om hun armoede te demon* streoron. Daar betaalt men brag- of sluis- meesters politie agentenrijksveldwachters commiezon en nachtwakers vaak nog boter dan onderwijzers. Daar voelt men in de gemeente raden zooveel voor hen, dat men om de begrooting de begrooting te laten de tractementen niet ver hoogt. Daar vindt men burgemeesters, die uit stekend kunnen pleiten voor zichzel fen heel kalmpjes 100 of 200 pop opstryken, zonder één woord ten gunste van de volksopvoeders te zeggen. Daar dwingt men jonge mannen celibatair jte hljjven als straf, dat zy tot taak hebben, het edelste wat een onder bezit, de kindoren op te voeden. Daar noodzaakt men de gehuwden tot zuinigheid, die aan gierigheid grenst, terwijl men hen bespot om bun groene of .kale jas of anderszins, maar al te vaak vergetend, boe ook gedwongen gewoonte oen tweede natuur kan worden. Daar maar het wordt eentonig. Dat toeh eens begrepen werd, van hoe groot belang voor het welslagen van het onderwijs het is, dat de beroepsliefde niet wordt gedoofd. Slechts liefde en toewjjding kunnen de één, drie of vjjf talenten van het kind tot volle ont plooiing brengen. Het vroolyke kinderhart eisebt opgeruimdheid en blijmoedigheid van den opvoeder. Hoe gemakkelyk valt oen taak niet als we opgewekt zjjn? Reeds jaren geleden be weerden een dokter en een nrts, dat vroolyk- heid een onaitputtelyke bron is van geestelijke en lichamelijke kracht Ren goed onderwijzer suggereert niet zelden zyn leerlingen tot vroolykheid. Stel u nou eejis voor de vroolykheid van een i'ongen collega, die studeert en steeds te kort omt De opgewektheid van den onderwijzer die gedwongen celibatair is] De blijmoedigheid van den gehuwden opvoeder met zyn kaal jasje en zjjn tweede natuur, de zuinigheid in optima forma Daar komt by een allerbelangrijkste factor, n.l. het peil waarop de onderwijzers staan. En dat peil wordt voor een groot deel beheerscht door dé materieele positie van doze ambtenaren. Voor wetenschappelijk of vaktjjschrift blijft geen geld over, evenals voor geregelde aan- chafling van boeken. Ieder onderwijzer heeft helaasl maar al te vaak een lust om zich te. abonneeren of een boek te koopon moeten bedwingen. deestel\jke verarming it daarvan het nood lottig gevolg. En reizen? Want tot verfrissching van geest en verruiming van gezichtskring is dat nood zakelijk. Och, meestal bepaalt het zich tot het bezoek tan een familielid. Teekenend is het, dat korten tyd geleden een paar collega's moesten bekennen nooit in een diergaarde te zjjn gewoost. la welk een malle positie ver- keorden zy, toen bleek, dat enkele hunner leerlingen daar wel een bezoek hadden gebracht. Zoo is er meer. Slag op slag gevoelt de onder- wjjzer zjjn tekort aan kennis on beschaving. Tolkons en telkens weer moet hjj zichzelf erkennen do mindere te zjjn van hen, die naar de grooto sleden zyn getrokken. Doch ook eon onderwyzer is per slot van rekening menscli. Door horhaalde teleurstellingen wordt het gemis aan kennisdorst en boschavings- drang geringer en met een scbynwysgeerig oog beschouwen ze do wereld. Ze doen hun plicht naar hun Geste weten en de wilde haren vallen één voor één uit. Het zyn beste, brave burgers, echte kinderen hunner omgeving geworden heusch niet door onze schold. Maar er is geen geld! Ministers praten het voor. Gemeenteraadsleden /.eggen het na. .We zouden het graag gelooven als we konden. Mr. Patyn heeft tocli 24 October 1912 uit gerekend, dat ons na'ionaal inkomen in 10 jaren steeg met 87Vj millioen, alleen uit bezit van geld on grond, nog zonder bet bezit van personen, die f 13000 en minder hebben, mede te rekenen. Nu is weliswaar de mobilisatie ge komen, die schatten verslindt, maar dooi* de oorlogswinsten zjjn er schatten verdiend. Ver gissen we ons niet, dan is de voorraad aan edele metalen in de Bank met drie honderd millioen toegenomen. Een deskundige beweert, dat er bjj helling wol een paar honderd millioen uit de oorlogs winsten zjjn te balen. Nederland is klaarblijkelijk niet zoo arm als wel wordt gezegd als de salarissen der onder wijzers aan de orde zyn. Landbouw en veeteelt geven enorme winsten in de laatste jaren. Daarom missen de gemeenteraden bet zedolyk recht geldargumenten tegen betere salariëering te bezigen. Wie bjj de onderwjjzets d. w. bjj onderwjjs en. opvoeding bet koopmansstandpunt van: vraag en aanbod, inneemt is in het wezen der zaak oen vjjand van volksontwikkeling en volks verheffing. We wensohen te eindigen met te verklaren zeer onvolledig te zyn geweest. Indien hier en ginds door ons achryven een vooruitstrevend* geest tot nadenken is gedwongen, achten we de moeite ruimschoots beloond. Misschien schynt or hier en daar een lichtstraal op het levenspad van eon collega. mijnheer de Redacteur, zeggen we be leefden 'dank voor de genoten gastvrijheid. W. G. QÜAKKELAAR, Bestuurslid van de Afd. Tholen en St.-Filipsland v. d. B. v. N. O. Sint-Annaland, 8 Januari 1916, Mijnheer de Redacteur t Dat er rare monschon op de wereld zjjn, wist ik langer dan vandaag, en dat er altyd menschen zjjn, die vinden, <lat ze knapper zyn dan de leden van den raad, dat wist ik ook ai, maar dat je, als je zoo dom bent om dat te denken, dat ook nog laat drukken in de krant, dat. weet ik pas sinds Zaterdag. Wio is er nu in de twintigste eeuw tegen het spoor? Neen, schippertje (dat zal je wel zyn), ik geloof, dat het allemaal maar larie is en dat e de overheid wil negeeron, zooals met die caaimuur. Ze zeggen wel, dat dit veel minder had kunnen kosten, maar hooren zeggen ia hooren leugenen, en waarom hebt u dan die muur niet voor minder aangenomen? Neen, schipper, of wat u bent, zoo gooien ce het geld niot weg, dan zon het niet zoo donker zyn overal met den avond, want op den Hoender- weg, in 'tweegje en in den Dorpsweg kan je geen hand voor je oogen zien, en dat is goed ook, dan schrik je zoo niet van den modder Neen, geld weggooien doen ze niet, en daar heeft de raad geljjk aan. Het is enkel om té scheldén, zooals laatst Critas met de stemming in de kerken over familieregeering. Dat was ook alleen om op den secretaris af te geven, die altyd zoo hard moet werken en dan toch iedereen nog helpt. Maar dat weet hjj zeker niet, omdat hij nog wel erg jong zal zjjn. Dan kan hjj het ook niet weten, hoe by dien meester, nog naar Amerika hielp, en hoeveel andere menschon tegenwoordig nog. Nu toch weer die jongen op zyn kantoor; dat is edel, want de meesten zeggen altyd maar: van je familie moet je het hebben, maar hg niet. Ik wil maar zeggen, dat het allemaal slechts kletsen is over het spoor. Op Sint-Maartensdjjk vonden ze 'took te duur, dat is jammer, want nu vinden ze 't hier ook to dour, omdat men hen altijd nadoet. Maar dat is toch wel goed ook, want daar praten ze altyd in den raad, en dan hebben ze het hier niet te doen; dan knikken ze maar ja'of neen, zooals het moet, en woorden hebben ze dan nooit met mekaar. Hoor eens, schipper, jü hebt een gladde manier van praten met je spreekwoorden, maar die ken ik ook wel, zoo bijv., met eerbied gesproken, schoenmaker, houd u by uw leest. De boeren hebben het altjjd gedaan; maar een schip krjjgt geen mond- en klauwzeer. Of schippers het wel eens hebben, daar ben ik nog niet zoo vast van. Doch stukken schrijven kan je niet. Maar daarom toch goede vrinden. Mjjnheer de Redacteur, laat hem niet meer in uw krant schrijven, want hy weet niet wat lig zegt. De hartelijke groeten van uw dienaar N. N. Do geunt by den Pans. Een bericht vau 't agentschap Stefani uil Rome meldt, dat de Paus den nieuw- benoemden gezant der Nederlanden, jhr. Van Nispen tot Sevenaer ontvangen heeft, die zijn geloofsbrieven heeft overhandigd, -j MARKTBERICHTEN. ROTTERDAM, 11 Jan. Op de vee markt waren aangevoerd 39 paarden, 8 veulens, 1333 magere en 785 vette run deren, 195 vette, 559 nuchtere en 90 graskalvereit, 1 schaap of lam, 1 varken, 185 biggen, 30 bokken of geiten. Koeien 38 tot 44 h 50 ctl. ossen "36 1<ot 4a a 48 ct., stieren 10 tot 42 a 43»/$ ct., vette kalveren 32V2 tot 62V* 70 ct„ alles per half kilo. Melkkoeien f 185 5 f 375, kalfkoeien f 195 i\ 1 400, stieren f 130 a f 400, pin ken f 95 a f 140, graskalveren f 40 A f 80, vaarzen f 140 f 190, alles mager vee; biggen 1' 13 h f 17, slachtpaarden 'f 200 u f 250, werkpaarden f 200 A 1 350, hitten f 200 A f 300. Nuchtere kal veren: fok- f 23 f 36, slacht- f 15 f 23. Biggen f 1.60 5 f 1,80 per week. De aanvoer van koeien en ossen op de veile markt was ruim. De handel was redelijk en de prijzen waren nog hoog. Beste spoelingbeesten gingen nog lot 2 ccnl boven noteering. Stieren niet redelijken aanvoer en iangzamen han del. De prijzen bleven ongeveer op de zelfde hoogte. Vette kalveren met goeden aanvoer. Dc handel was behoorlijk en de prijzen waren vooral in de beste soorten nog hoog Een enkel best kalf ging nog wel 5 .cent boven noteering. Op de magere markt was de aanvoer van melk en kalfkoeien flink. De handel was sleepend en de prijzen ondergingen bijns geen verandering. Jong vee met behoorlijken aanvoer, Iangzamen handel en vrijwel oude prijzen. Graskalveren met beperkten aanvoer, weinig handel en onveranderde prijzen. Nuchtere fok- en slachtkalveren met redelijken aan voer. De handel was vlug en de prijzen waren hooger. Men kocht bijna uitslui tend voor Duitschland. Werk-, slacht paarden en hitten met goeden aanvoer. Dc handel was redelijk en de prijzen waren vrijwel gelijk aan die der vorige week. Biggen met behoorlijken aanvoer en redelijken handel. Dc prijzen onder gingen niet veel verandering. Rollerdamsclu' Eierniveiling (in exploitatie bij de V. P. N.): kippeneienen f 0.75 5 f 8, eendeneieren f 7 5 f 7,03,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1916 | | pagina 5