Burgerlijke Stand.
ADVERTENTIEN.
Tevredenheidsverklaring.
Waarlyk too voegt het Hbld. hieraan
toe, wanneer de Frauschen meenen, dat
zulke insinuaties het middel zyn om
OQS te nopen ons in de armen der
entente te werpen, hebben z|j het
toch mis!
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag.
De heer Ruys de Beerenbrouck acht
het begrijpelijk, dat de regeering in deze
omstandigheden vertrouwen vraagt van
de volksvertegenwoordiging, maar dat
deze niet blindelings behoeft te volgen.
Hij ontkent, dat versterking onzer weer
macht de kans zou vergrooten, dat ons
land in den oorlog wordt betrokken, en
.wijst met nadruk op, het karakter van
een noodwet, dat het ontwerp draagt.
'Het mag niet geacht worden een stap
te zijn in de richting van algemeenen
oefenplicht. De aflossing der landweer
is voor velen een belangrijke maatregel,
die hen over, veel bezwaren zal doen
heenstappen. Spr. is dus voor het ont
werp, maar. hij vraagt nog eenige inlich
tingen, o. a. hoe de Minister met de
landstormlichtingdie juist geoefend
wordt, bij demobilisatie denkt te doen?
Ook de heer De Jong klaagt over on
voldoende toelichting en verklaart in
opdrijving van.de sterkte onzer weer
macht wei degelijk gevaar te zien voor
onze veiligheid. Spr. ziel in 't ontwerp
slechts een middel tot versterking dei-
reserves en een aflossingswet en nood
maatregel. Hij vraagt o. a. wat geschie
den zal met het kader van den vrij wil
ligen landstorm, dat door deze wet bij
den landstorm wordt ingedeeld, en of
dit zijn graad zal behouden?
De heer De Geer ziet het hoofddoel
van het wetsontwerp in versterking der
reserves, niet in aflossing van de land
weer. Spr. is er van overtuigd, dat de
regeering niets anders beoogt dan hand
having onzer neutraliteit en dat de mee
ning hieromtrent niet verdeeld is. Hij
zou niet durven beweren, dat er geen
schijn of schaduw bestaat voor vrees,
dat legeruitbreiding onze neutraliteit in
gevaar kan brengen; daarom verheugt
het hem, dat de regeering in haar ant
woord nog eens met nadruk haar
neutraal standpunt uiteenzette. Wij be
treuren het lot der in oorlog zijnde lan
den, maar willen zelf er builen blijven,
en alleen wie onze neutraliteit schendt
is onze vijand.
Wij zullen bij onze neutrale houding
blijven volharden met het oog op de
belangen van den vrede, welke door ons
zouden kunnen worden gediend, omdat
de Jiooge en heilige belangen van ons
zelf en anderen daarmede nauw ver
bonden zijn. Spr. ontkent, dat de „or-
logszuchtige propaganda1', zooals 't stre
ven naar landstormuitbreiding in het
land is genoemd, voor de Kamer een
reden kan zijn om aan het ontwerp
haar steun te onthouden, al onderschat
de Minister de van bedoelde zijde ge
voerde actie niet. Op 't karakter der wet
zou een verkeerd stempel gezet worden
door er. uit pacifistisch oogpunt tegen
te stemmen.
De heer Ter Laan (Den Haag) zegt,
dat wij het eenige land zijn, dat tijdens
den oorlog zijn weermacht versterkt.
(Stemmen: Zwitserland ook! Noorwe
gen ook!) De heer Ter Laan: Dat maakt
geen verschil, wat het aflossingskarakler
van het ontwerp betreft, het zal toch
zes maanden duren eer de oudste land
weerlichting naar huis kan gezonden
worden, maar het grootste bezwaar er
tegen is, de versterking van het militai
risme, die van dit ontwerp, het gevolg
zal zijn.
Spr. betoogde voorts, dat versterking
van ons leger ons begeerlijk maakt voor
één der partijen. Hij wijst er op, dat de
aflossing niet in de Memorie van Ant
woord staat, maar dat de Minister blijft
weigeren, ook na krachtigen aandrang
door de commissie van rapporteurs, dit
in de wet te zetten.
Spr. dringt er op aan, ook zonder
aflossing, de lichting 1908—1909 naar
huis te zenden. Hij is er van overtuigd,
dat het naar huis zenden van de land
weer ook zonder aflossing mogelijk is,
en daarom is hij tegen het ontwerp, aan
welks karakter van noodwet spr. niet
hecht; daarom dringt hij aan op uit
stel tot het weder vrede is.
Dit wetsontwerp zou ons, met ver
wezenlijking van andere militaire plan
nen, 60 millioen "kosten per jaar. Spr.
zou er de voorkeur aan geven, de militie
van 1916 op te roepen. Dan krijgt men
28000 man. Hij dient een motie in om
onmiddellijk de twee oudste landweer
lichtingen naar huis te zenden, waarbij
tegelijk de mogelijkheid wordt uitge
sproken om de geheele landweer naar
huis te zenden.
De lieer Nierstrasz zou een gelijke
behandeling van de vrijwillige land-
stormers met hen, die onder deze wet
vallen, een slechte belooning vinden voor
de door hen getoonde vaderlandsliefde.
Hij vraagt dus, dat de gegradueerden
hun graad behouden; dat zij allereerst
voor kaderopleiding in aanmerking ko
men; dat de lijd voor iiKheeling in depóts
voor hen zal verkort worden. Voorts
vraagt spr. wat er zal geschieden met
hen, die niet onder deze wet zullen
vallen.
De vergadering is daarna verdaagd)
tot Vrijdagochtend elf uur.
Besloten wordt, zoo noodig. Vrijdag
avond en ook Zaterdag te vergaderen.
Eerste Kamer.
In de gisteren gehouden zitting van
de Prov. Staten van Noord-Brabaut^is
rar. L. H. Regout herkozen tot lid van
de Eerste Kamer.
Een barmhartige SamarltaanHohe.
De correspondent van het Handels
blad aan het front schryft
Dezer dagen was ik in den omtrek
van Béthune. Ik was na al het ont
zettende leven ver achter de loopgraven
in een eenzamen hollen weg terecht
gekomen.
Plotseling by een kromming van den
weg, zag ik een gedaante blijkbaar in
gebukte houding voor my uitgaan. Het
leek my iets vreemds. Kon dit wel een
men8ch zyn Ik versnelde myn pas en
had na een minuut of tien ingehaald
wat daar voor my uitging. Ik stond
verstomd en daarvoor was alle reden.
Ik zag een meisje van naar schatting
23 jaar, dat een half over haar rug
hangenden jongen Engelschen infanterist
droeg. De jonge man had een schot in
den schouder gekregen en zou, na voor-
loopig verbonden te zyn, zich alleen
naar het veldhospitaal begeven. Doch
hy raakte van den weg af en kwam
terecht op den minder gebruikten
binnenweg.
Door bloedverlies en vermoeienis was
hij bewusteloos geraakt en zoo had de
zuster, want 't meisje was een Engelsche
verpleegster, hem gevonden. Daar ze
minstens een half uur van den eersten
post af was, had zy besloten den jongen
man er heen te dragen. Het moedige
en resolute meisje stond wel toe dat ik
nu myn aandeel in het dragen nam in
den last. Ik trok myn jas uit, maakte
er een draagzeil van en zoo brachten
we onze vracht naar het drie kwartier
verder gelegen veldlazaret, 't Meisje
smaakte de voldoening den dokter te
hooren zeggen, dat de jonge man nu
nog behouden kon blyven. Doch reeds
stond ze gereed haar onderbroken
wandeling voort te zetten. Door haar
bedektelyk uit te vragen, kwam ik nog
te weten, dat ze tot een der Engelsche
ministerfamilies behoorde. Maar zy
wilde niet dat er melding gemaakt
werd van wat zy gedaan had.
De toestand in Berrie.
De buitengewone correspondent van
het Berl. Tagebl. te Boekarest seint
aan zyn blad, dat hy ernstig moet waar
schuwen voor berichten, die de toe
standen in Servië zoo donker mogelijk
afschilderen. Hy heeft met vele betrouw
bare personen gesproken, die uit Servië
terugkeerden en die allen zonder uit
zondering verklaarden, dat de Serviërs
volstrekt geen gebrek lyden, dat er op
het oogenblik geen epidemiën meer be
staan, en dat de troepen na 6 maanden
wapenstilstand in goede conditie zyn.
De Amerikaansche gezant te Boeka
rest, Wopicka, keerde van een lange
reis door Servië naar zyn standplaats
terug. Hy was daar in de gevangenen
kampen ook werkzaam voor de centrale
mogendheden, daar de belangen
dier landen in Servië waarneemt. Ook
hy verklaarde dat de toestand in Servië
zeer dragelyk is.
Dezelfde gezant verklaarde na zyn
terugkeer te Boekarest aan den corres
pondent van de Temps aldaar, dat de
Serviërs al het mogelijke hadden gedaan
om de typhus te bestryden, die ondanks
de heldhaftige opoffering der Servische
geneesheeren zeer veel slachtoffers onder
de krijgsgevangenen heeft gemaakt.
Pas toen later buitenlandsche sanitaire
missies aankwamen, kon de epidemie
krachtig bestreden worden. De Pransche
missie, die Serviërs en Oostenrijkers
verpleegde, verkreeg dank zy krachtige
desinfectie-middelen uitstekende resul
taten. De Serviërs maakten volstrekt
geen onderscheid tusschen vriend en
vyand en behandelden hen op voet van
volmaakte gelijkheid.
Een ontmoeting die Indruk maakte.
Mozart was zeven jaar, toen hij door
zijn vader voor het eerst van Salzburg
naar Weenen werd gebracht. Het heele
vermogen van vader en zoon bestond uit
enkele guldens, waarvoor zij een rijtuig
namen, om zich van het hotel, waar zy
hun intrek hadden genomen, naar het
keizerlijk slot te doen brengen. Da&r
gekomen, zette de jonge Wolfgang zich
aan de piano en speelde een van die
kleine stukjes, door hemzelven gecompo
neerd, en die hij op zoo allerbevallig6te
wijze wist voor te dragen.
Toen 't concert was afgeloopen, vroegen
de aartshertoginnen Caroline en Maria
Antoinette verlof aan haar moeder, om
den kleinen pianist het slot eens te laten
zien. Zij namen Mozart ieder bij een
hand en voerden hem juichend mee.
„Als wij eens blindemannetje speel
den?" stelde Maria Antoinette voor, toen
zij in de „groote zaal" waren gekomen.
„Goed", antwoordde Wolfgang, „bind mij
maar een doek voor de oogen".
„Antoinette nam haar zakdoek en bond
hem dien om; maar Mozart, die niet
gewend was aan de gladde parketvloeren,
gleed uit en kwam met zoo'n smak neer,
dat hij hardop begon te huilen.
Terwijl aartshertogin Caroline eens
hartelijk lachte om dit verdriet, tilde
Antoinette den kleiueu musicus behoed
zaam op, troostte en liefkoosde hem wat,
waarop 't ventje met de oogen vol dank
baarheid en bewondering heel ernstig
tot haar zei:
„Wil je mijn vrouw worden, Antoi
nette
De jonge aartshertogin was zóó verrukt
over dit aanzoek, dat zy gauw naar
haar moeder liep, al juichend:
„Mama, mama' Wolfgang wil met mij
trouwen! Is dat niet aardig?"
„Maar beste jongen", sprak de keizerin,
„om een aartshertogin te trouwen, moet
men mooie kleeren hebben."
Het kind keek bedrukt voor zich.
„Ja, waar zal ik die vandaan halen?"
vroeg hy. „Want ik ben maar hóól arm.
Antoinette moet my dus maar nemen,
^ooals ik ben".
„O, zeker hoor, ik kies jou en geen
ander!" beloofde de kleine Prinses, ter
wijl zy hem, ten afscheid, onstuimig om
den hals viel.
Den volgenden ochtend hield een ver
gulde koets voor het hotel „Le Boeuf
Blanc" stil.
Een kamerheer steeg er uit en kwam
aan Mozart, uit naam vau de keizerin,
een volledig pak prachtige kleeren
brengen, zoodat zijn kleine bruid hem
wéér zag, met kanten manchetten,
zijden kousen en een kleinen degen
op zij.
Gave de hemel, dat de ongelukkige
Oostenrijksche prinses eenvoudig „me
vrouw" Mozart was geworden, in plaats
van koningin van Frankrijk.
Haar lot zou wellicht minder droevig
zijn geweest.
Heer tot Jongen die zit te hengelen.
Hoer: „Jongen kan je mij ook zeggen
hoe lang ik werk heb om dal naaste
dorp Ie bereiken?"
Jongen kijkt voor zich en zwijgt.
Ilccr: „Hoor jc niet jongen?"
Jongen: „Wat blieft u* mijnheer?"
Heer: „Of je mij kunt zeggen, hoe
Jang ik moet loopen naar het dorp?"
Jongen kijkt voor zich uit.
Heer loopt vertoornd verder.
Jongen kijkt hem na en roept: „Mijn
heer! Mijnheer!"
Heer loopt terug: „Wat is 't jongen?"
Jongen: ,,U hebt nog een half uur
werk, eer u in het dorp benl".
Heer hoos: „Wel jongen, dat had jc
me toch straks wel kunnen zeggen".
Jongen: „Neen, mijnheer, ik wist toen
niet hoe hard u liep."
Aardappelen.
Naar aanleiding van de buitengewone
stijging van de prijzen der aardappelen,
heeft, naar de N. 11. Crt. meldt, de Rol-
terd. combinatie fn de aardappelen-,
groenten- en fruithandel telegrafisch den
Minister van Landbouw verzocht, den
uitvoer van aardappelen slop te doen
zetten.
TELEGRAMMEN.
's-GRAVENHAGE, 23 Juli. Tweede
Kamer. Landstor in wet. De
heer Duymaer van Twist, het aflos-
singsdocl van liet ontwerp toejuicbénd,
vraagt, wanneer met de oefeningen zal
worden begonnen en hoe grool de eerste
groep zal zijn. Hij bepleit oefening bij
hel veldleger, daar die vlugger gaat en
meer manschappen tegelijk zullen kun
nen worden geoefend en ook de man
schappen van den vrijwilligen land
storm.
De heer Brummelkamp bestrijdt o. a.
het standpunt der Chr. socialisten en
hun beroep op het programma der anli-
rev. partij, voor vrijstelling van dienst
wegens conscientie-bczwaren. Bij de op
positie tegen het ontwerp is Jan Salie
aan het woord geweest.
De heer Scheurer komt o. m. op tegen
pers-illustraties en den landstorm be
lachelijk makende prentbriefkaarten.
Spr. werischte, dat de regcering zich
zoo krachtig mogelijk tegen de molie-
Ter Laan zal uitspreken.
De heer Lobman betoogt liet onvol
doende van het wetsontwerp, waarvan
hel effect eerst na den oorlog zal blij
ken. Hij verzekert de motie-Ter Laan
na aanneming waarvan de regeering niet
langer de verantwoordelijkheid zal kun
nen dragen.
De heer Van Raalte vervolgt hoever
dal de regecring de door de commissie
van rapporteurs voorgestelde wijzigin
gen in considirancc zal overnemen. Op
<le vraag van den heer Spiekman zegt
Minister Cort van der Linden, dat de
beroepscommissie voor vergoeding in
voorbereiding is.
De heer Spiekman trekt daarop zijn
desbetreffende motie in.
Dc heer Schaper vraagt, of de suppl.
landbouw-begrooting (dc kosten van de
bruinbroodvoorziening) ook nog behan
deld zal worden, daar de Kamer over
de prijsstijging der levensmiddelen een
hartig woordje met den Minister heeft
le spreken.
Dc voorzitter geeft in overweging dit
dan door het stellen van schriftelijke
vragen te doen.
De heer Fock meent, dal de heer De
Geer te groote aandacht schonk aan de
pogingen van sommigen om ons volk ïft
den oorlog te drijven. Dc regeering kan
in liet naleven van onze neutraliteit op
't geheele volk rekenen. Hij bestrijdt de
motie-Ter Laan en de eenvormigheid
van den vrijwilligen landstorm.
Den lieer Van Doorn gaat dit ontwerp
nog niet ver genoeg'. Wij moeten ons niet
op 't standpunt stellen de ware vredes-
vrienden te zijn, zoolang wij niet sterk
genoeg zijn. als men door alles nice zou
willen.
De heer Duys meent, dat wij dit nooit
worden.
IV heer Van Doorn bestrijdt verder
de meening, dal het ontwerp de oorlogs
zuchtige stemming in ons land zou ver
sterken.
Dc heer Van Raalte betoog! de oppo
sitie tegen het ontwerp minder sterk
zou zijn geweest, indien liet beter was
toegelicht, terwijl nu in menig gezin
de schrik is geslagen. Voor hel invoeren
vafi nieuwe beslissingen is dc lijd thans
nog niet daar en wij moeten ons be
palen lot een uoodregeling. Spreker
wijst uitvoerig op het doel van het ont
werp, n.l. versterking der legerreserves.
- Naar wij vernemen, heeft II. M,
de Koningin wederom een bedrag van
I 50.000 geschonken aan liet Kon. Nat.
Steuncomité.
In aansluiting van 't bericht nopens
de dankbetuiging uit naam van dc Duil-
sche regeering lot den Minister van
Buitenlandsche Zaken, inzake de uit
wisseling van invalide krijgsgevangenen,
vernemen wij, dat ook dc Goiivcriieiir-
Gcneraal in België aan den Ncderl. Ge-
zantschapsraad te Brussel zich waar-
deerend heeft uitgesproken over de
vriendelijkheid op ons gebied aan het in
België aangekomen transport bewezen.
PARIJS, 23 Juli (Officieel). In de
streek van het Champ de Chalóns
trachtten vijandelijke vliegers bommen
te werpen op troepen, dorpen en spoor
wegstations. De vliegers werden hevig
beschoten. Wij hebben de Linge top
ten N. van Miinster bezet. In de Vo
gezen kregen wy vasten voet.
PETROGRAD, 23 Juli. (Officieel). In
de streek van de Schwali groepeeren
de vijanden zich op verscheidene wegen.
Op het Narevfront hadden verbitterde
gevechten plaats, waarbjj de kozakken
gedurende een aanval een Duitsche
compagnie over de kling joegen. Aan
den rechteroever van de Weichsel
bezetten onze troepen een vooruit
geschoven stelling. De gevechten
tusschen de Weichsel en de Bug nemen
een hardnekkig karakter aan. De vyand
concentreert zyn krachten in verschil
lende richtingen. Stroomopwaarts van
de Bug zuiverden wy de streek van
vijanden en maakten 1400 gevangenen.
ROME, 23 Juli. (Officieel). Ons offensief
ontwikkelde zich gisteren verder langs
het Isonzofront. Ondanks de vijandelijke
tegenaanvallen, die ten doel hadden onze
bruggen aan de' Isonzo af te breken,
slaagden wij er in overal onze stellingen
te handhaven en rukten op verscheidene
punten vooruit. Wy maakten opnieuw
500 vijanden krijgsgevangen, terwyl een
groote hoeveelheid wapens en munitie
in onze handen vielen.
Uit de verkenningen van onze vliegers
en verklaringen van gevangenen blykt,
dat de vijand versterkingen outvangt,
die in alleryl worden aangevoerd, ten
einde zijn zware verliezen aan te vullen.
ZIERIKZEE.
Tjjd van Hoogwater en van Laagwater.
Juli.
Maans-
oaderdom.
H.W.
L.W.
o. m.
a. m.
21. W.
10
voorm.
837
2.06
nam.
9.00
2 36
22.
11
voorm.
9.53
309
nam.
10.23
3.47
23.
12
voorm.
11.18
4.26
nam.
11.53
512
24.
13
voorm.
5 45
nam.
0.36
6.23
25.
14
voorm.
1.12
6.46
nam.
1.46
7.23
26. M.
ft 91
voorm.
2.14
741
u.oi n.
nam.
2.39
8.17
27.
IC
voorm.
3.09
8 30
nam.
3.30
9.05
co
O0
■3
17
voorm.
4.00
9.1G
nam.
4.17
9.51
Tiid van H.W. te Dordrecht 3.15 uur
L.W. 5.30
later.
ZIERIKZEE.
Geboren:
15 Juli. Johanna, d. van Marinus Hejjboer en
van Johanna Martina Yerwest.
15 Petrus Franciscus, z. van Wilhelm
Dalebout en van Jannetje Kornelia van
den Berge.
15 Pieternella Willemina, d. van Adriaan
Flikweert en van Kaatje Kort.
15 Joppa, d. van Daniël van der Wekken
en van Maatje Johanna Moermond.
17 Wilhelmina Johanna Anna, U. van
Willem Karei Schot en van Christina
Bergers.
17 Jacob Marinus, z. van Andries Boude-
wijn Schell en van Cornelia Laurina
Wagemaker.
Overleden:
19 Juli. Fran9 Capelle, 74 j., wedn. van Anna
Magdalena Koster (overl. te Noord-
gouwe).
21 Cornelia Machiel Mallander, 7 j., z.
22 Willemina van Westenbrugge, 24 j.,
ongeh. d.
CORRESPONDENTIE.
Tholen. Voor de beantwoording van
een zuivere rechtsvraag, raadplege men
een rechtsgeleerde.
De Redactie.
Heden overleed, na een langdurig
en smartelijk lijden, ons geliefd
Zoontje en Broertje,
CORNELIS MACHIEL,
op den jeugdigen leeftijd van T
jaar en 6 maanden.
Zibrikzeb, 21 Juli 1915.
J. J. MALLANDER.
CL. MALLANDER—Danb
en Kinderen.
Heden ontviel ons plotseling on re
veel geliefde Echtgenoote en zorg-
volle Moeder, Behuwd- en Groot
moeder,
CORNELIA CAPELLE,
in den ouderdom van 69 jaar en
3 maanden.
Haar leven was een duidelijke
getuigenis van de blijde hope die in
haar was.
Dat de Heere haar tot zich io
Zjja heerlijkheid heeft opgenomen
sterke ons in dit groot verlies.
Bruinisse, 22 Juli 1915.
J. C. VAN RHEE.
CORNELIA VAN RHEE.
M. VAN RHEE.
L. VAN RHEE—Bbrman.
J. C. DE WAALvan Rh na.
T. DE WAAL.
J. C. VAN RHEE.
D. H. VAN RHEE.
en Kleinkinderen.
Voor de vele blijken van belang
stelling, ondervonden tijdens de ziekte
en het overlijden van onzen geliefden
Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Groot
vader, J. OTTE Wz., betuigen wij onzen
hartel fjken dank.
Bruinissb, 22 Juli 1915.
Wed. J. OTTEde Koning.
Hiermede betuigen wjj onzen
harteltyken dank aan dr. ITTMANN en
de Zusters van het Ziekenhuis te Noord-
gouwe voor de liefderijke verpleging
aan onzen Echtgenoot, Vader, Behuwd-,
Groot- en Overgrootvader, den heer JAN
OTTE Wzn., bewezen.
Brvinisbb, 22 Juli 1915.
Namens de Familie,
Wed. J. OTTE—de Koning.
De coulante uitbetaling van zjjn ge
storven Venien, verzekerd in de afdeeling
Veulenverzekering, bij de Zwoisehe
Paarden-enVeeTcrzekerlng-MaatschappQ,
gevestigd te Zwolle, Weezenland 2 en
3, Directeur G. H. J. TERVOERT,
Adjunct-Directeur S. J. ROORDA, geeft
ondergeteekende aanleiding om zijn volle
tevredenheid te betuigen aan genoemde
Maatschappij.
Zonnbmairb, 15 Juli 1915.
P. V. DIJKE.
Vertegenwoordiger: L. KRIJGER te
Brouwershaven.
Zij, die iets te vordtren
hebben van - of verschul
digd zjjn aan den boedei van wijlen
den Heer F. CAPELLE, gewoond heb
bende te Zierikzee en overleden te
Noordgouwe, den 19den Juli 1915,
gelieven daarvan opgavs of betaling
te doen ten kantore van den Notaris
J. 8. L. KORTEWEG te Zierikzee,
w6ór of op 5 Augustus s.s.