Ingezonden Mededeelingen. Nog een vijand. Van de leden waren 3 gestorven: de aan de volksbibliotheek f 5. heeren J. .W. Slager, J. Moerland en dc wed. C. Goedegebuure. Daar familieleden van hun het lidmaatschap overnamen, is het ledental er niet door verminderd. Eerst laat waren de vele werkzaam heden afgcloopen. Toen dankte dc voor zitter hen vooral, die daaraan een groot aandeel gehad hebben, sprak de hoop •uit, dat. er spoedig vrede mag komen, en sloot vervolgens de vergadering. k E R K S I E p w s. Ned. Herv. Kerk. THOLEN, 18 Pehr. Iledenavimd trad alhier op Ds. Broekers van St.-Maartens- dyk, «niks in 't belang van den Oeret. /endingsbond. Zyn Eerw. had tot tekst woorden gekozen Hand. 17 2223. De opkomst was bevredigend. Ry het verlaten van het kerkgebouw werd gecollecteerd ten bate van bovon- genoemden Zendiugsbond. Landbouw en Veeteelt. KERKWERVE. Aan het verslag van de landbouwvereeniging „A.B." alhier over 1914 is het volgende ontleend Aangekocht werden in t geheel 355743 K.G. artikelen, ter gezamenlijke waarde van 19610,48, dit is pl. m. 90000 K.G. tot een waarde van pl.m. f 5000 minder clan in 1913, wat aan den oorlogstoe stand is te wijten. Het aantal leden draaide om de 74. Het bestuur bestaat uit de volgende heeren: C. J. Boogerd. M. Boot, J. Evertse, G. v. d. Sluis en C. Boot, resp. voorzitter, idee-voorzitter, secretaris, penningmeester, en 5 be stuursleden. RECHTZAKEN. Verbod» optocht. Onder eenige meer dan gewone helangetelling werd heden voor den kantonrechter mr. Roudewynse alhier behandeld de strafvervolging tegen J. J. van Langen, secr. van den Haagschen lleatuurdershond, beklaagd van in den avond van 14 Dec. 1914, zonder voor- aigaande vergunning van den burge meester dezer gemeente, een .optocht" t«u «.onra. .luiiRnden personen, waaraan geen vorstelijke personen deel uMnon, te hebben gehouden. Bekl. Van langen ontkende, dat een .optocht" was georganiseerd. Er was alleen maar eene demonstratie gehouden met het doel om te protesteeren tegen te lage uitkeeringen door het gemeente bestuur en door het steuncomité aan militairen en werkloozen. Bjj het .orga- niaeeren" van die .wandeling" was gezegd, dat de deelnemers daaraan op een bepaalde plaats (het Lange Voorhout) zouden aanwezig zyn, om vandaar uit eene .wandeling" door de stad te maken. Die .Wandeling" was gemaakt en op de Oroote Markt ging men uiteen. Op de vraag van den kantonrechter, of daarop de Groote Markt bjj het ont binden van den stoet tot de menschen- raassa eene redevoering was gehouden, antwoordde de heer Van Langen, dat eene redevoering door hem niet was gehouden, maar dat hy alleen de menschen heeft verzocht rustig, kalm en ordelijk uiteen te gaan, aan welk verzoek ook is voldaan. Ten betooge dat geen „optocht" is gehouden, voerde de heer Van Langen nog aan, dat er aanvankelijk wel sprake van ïb geweest om een .optocht" te houden, maar dat men ten slotte heeft besloten geen „optocht" maar slechts eene „wandeling" te houden. En op dien grónd heeft men dan ook geen vergunning gevraagd. Nog vroeg de kantonrechter of er geen vaandel voor aan de stoet is medegevoerd. Rekl. antwoordde ont kennend. Er was alleen een groot zwart doek, niet voor aan in den stoet, maar midden in den volksmenigte, gedragen door eenige personen, op welk doek vermeld stonden de woorden „Stiyd(t) tegen den honger" Het aantal personen dat aan de ..wandeling" deelnam, schatte bek), op 10.000. (In de ten laste legging was slechts sprake van „eenige duizen den". Men meende, zei de kantonrechter drie vier duizend). Een inspecteur van politie, als ge tuige behoord, verklaarde o.a. dat de politie bemoeilijkt was geworden hy hare pogingen om het zwarte doek in beslag te nemen. De personen die het doek droegen, verwijderden zich en verdwenen onder de menigte. De ambtenaar van het Openhaar Ministerie, jhr. mr. Lunsigh Wiohers, herinnerde dal in het betrekkelijk art. (268) der polilie-verordening in het alge meen wordt gesproken van liet houden van een „optocht" zonder nadere aan duiding van wat er onder een optocht wordt verstaan. „Alle optochten op de openbare" atraat (behalve dan die bjjv. waaraan vorstelijke personen deelnemen) zjjnjin genoemd artikel verboden. Het verschil tusschen bewoordingen van de dagvaarding en de bewering van bekl. beslaat alleen in eene woordenkeus. De e.g. „wandeling" welke hier zou zyn gehouden, beschouwde de ambtenaar als een „optocht" in den zin der polietie- verordening. Wat belieft den persoon tegen wien de vervolging is ingesteld, merkte spr. nog op, dat z. i. ook de eerste de beste deelnemer had kunnen vervolgd worden, maar dat Z. E. A. het 't beate heeft ge oordeeld den leider te vervolgen. Nog deelde de ambtenaar mede, «lat hier z. i. sprake moet zyn van «'éa feit (een voortgezette handeling). Geëiscbt werd tegen beklaagde f 10 boete, sub. 2 dagen hechtenis. Als verdediger van beklaagile tiad op mr. .1. A. Bosenveldt, advocaat tn Utrecht. Deze betoogde dat ten onrechte deze beklaagde wegens liet houden van een optocht zonder vergunning is ver volgd. In de eerste plaats kan niet ieder voor zich een optocht houden. Wel kunnen meerdere personen te zaraen een optocht houdefi en kan ieder voor zich daaraan deelnemen. Wat beklaagde gedaan heeft met be trekking tot dezen z g. „optocht" (tot deze wandeling) is slechtz dat hy er een einde aan heeft gemaakt door het ontbinden er van en daarmede heeft hy dan eene lofwaardige daad verricht. Hy heeft gezorgd voor het in goede orde vertrekken van de menschen die aan de wandeling deel namen. Beklaagde en zyn medestanders of deelnemers aan de wandeling hebben een schitterend hewys geleverd van de zelf-discipline die men zich had opge- legd. Nog deed de verdediger, naar aan leiding van wat in de getuigenver klaring van den polilie-inspecteur voor kwam omtrent het gebeurde opmerken, dat een politie-ambtenaar niet heeft uit te maken wat een optocht is. Pleiter concludeerde tot vrijspraak, maar vroeg tevens eene geformuleerde beslissing, waaruit ook met het oog op de toekomst opdat men wete wat onder optocht is te verstaan zou blijken, dat hier van geen optocht sprake is geweest. De heer Van Langen beklaagde zich nog over het ruw optreden der politie en bestreed de lezing door de politie gegeven met betrekking tot moeilijk heden bjj de inbeslagneming van het xwartj* doek. Nog deelde beklaagde medein antwoord op eene desbetreffende vraag van den kantonrechter, dal hy niet weet of er vorstelijke personen aan de wandeling hebben deelgenomen, maar dat hjj de mogelijkheid daarvan niet uitgeoloten acht. Uitspraak over 14 dagen. Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1—5 regels 75 Cts.; elke regel moor 15 Cts. Er waait op liet oogenblik eeu slechte wind, een griepwind. Deze ziekte maakt dit jaar des te meer slachtoffers, waar de organismen minder weerstand blyken te bezitten. De sombere tijden, die wjj beleven, hebben velen zwak gemaakt en de vermogens tot weerstand afgestompt. De microbe van de griep heeft na vry spel. Men denke er aan, dat in tjjd van opidemie het gebruik van de Pink Pillen de kracht geeft de microbe te weerstaan. De Pink Pillen ver sterken u 7.00 goed en zoo spoedig, dat uw lichaam niet meer het geschikte terrein er voor is. De Pink Pillen vermeerderen in belangrijke verhouding de ^bloembolletjes en geven er de verdedigende eigenschappen aan, die nan de dageljjks herhaalde aanvallen van do kwaal doen weerstand bieden. De Pink Pillen zijn het geneesmiddel, dat in tijden van epidemie moet genomen wordon. Hun gebruik maakt u onvatbaar en vormt eon soort van vaccinatie. Indien gjj pas de griep hebt gehad, vergeet dan niet, dat gjj» om uw arm verzwakt organisme te herstellen, een wederbelever van het bloed van groote kracht noodig hebt. De Pink Pillen zyn do krachtigste wedorbclevor van het bloed en versterker der zenuwon. De Pink Pillen zjjn verkrijgbaar ii 1' 1,75 por doos on f 9,per 6 doozen by het lloofd- Depfit der Pink l'illon, Dacostakade 15 huis, Amsterdam; voor ZierUaeo en Omstreken bp J. W. Gudde, drogisterij, Onde Haven firma VV. v. d. Leur, Kaaiatrant, Steenbergen M. Schot Ie Tholen ou in allo goede apotheken en drogisterijen. lil liet bureau van den censor. De volgende ondeugende charge ie door het llbld. ontleend aan het liügelechö weekblad Truih, dat dus blijkbaar de knnet niet verleerd heeft, vrijmoedig en geestig critiek te oefenen. De censor zit in zijn bureau en drukt op het electriseho belletje, teneinde zijn medewerker lo laten binnen komen. „Wel, Slopsley, te er nieta moord dadigs aan de orde, of iets anders opwekkends?" „Niels opwekkends, sir. In Frank rijk giet het van den regen; alles lijdt daar aan rheuraatlek, |en de modder is er zoo dik, dat niemand een voet kan verzetten. Aan het front beschikt niemand over voldoende overschoenen, regenjassen en pnrapluies". „Gelukkig, dat het er even be roerd mee slaat voor die verd Pruisen. Wat is er voor nieuws overigens „Hier is een telegram sir, dat do Franschen onder generaal Pan Elzaa Lothariugon hebben iugonomon bijna bovendien hebben zij ouder de Beieren een vreeselijk bloedbad aangericht". „Kijk *s aan, meneer Rlopsley, het schijnen wel dezelfdo dorpen, die de vorige week al door de Belgen zijn ingenomen. Laat daarom op dozo stad nu een bajonetaanval door onze Engelecho troepen plaats hebben en dood daarbij 5000 Sak8ers. Ia, laten we er ditmaal maar eens Saksers van maken, want we hebben in geen week een enkelen Sakser gedood. Schrap de Franschen weg uit je telegram; (laar wordt al te veel over geschreven. We moeten "hier dus voorloopig een stokje voor steken". „Door wie zullen we den baionot- aauval laten ondernemen, sir? De Hoog landers hehl»eu de vorige week pas hun beurt gehad, en de leren en Walessers hebben Woensdag reeds het werk gedaan. Sir Peter Swizzlehurst, de bevellieblrer van Guierat, was vandaag hier, en vroeg cf we niet wat voor aijn Hindoes en Sikhs konden doen. IHj merkte op, dat dit goed zou zijn voor ons wereldryk". „Een barre ezel, die Swizzlehurst, maar Kitchener en hij ziin vrienden. Vernietig dus' een Saksisch legerkorps door de Sikhs, gewapend met strijdbijlen, of wat ze anders voor suij-vnorwerpen gebrniken, en voeg er do sterfwoorden uit bun Sonbahdar, of hoe dat ding anders moge heeten, aan toe. Wat voor storf- woordon gebruikt een Sikh, Slopsley?" „Ik weet het waarachtig niet, sir, ik heb nooit een Sikh gezien, en nooit een lijkrede door hen hooren uitspreken. Maar weot u - do menschen, die onze telegrammen lezen, weten er even weinig van als wij zelf". „Bliksem, Slopsley, je bent pienter. Laten we eens kijken. Noem dien Sikh b.v. lUdjah Soubakdar Rautankar, dat klinkt nog al OosterBch, vind je niet? Laat hem sneuvelen met z'n eenen arm om een al uk veldgeschut en den auderen arm ten hemel geheven, terwijl hij sta melt: „Ik sterf voor hot Engelsche wereldrijk „Zullen we hem niet laten zingen, sir, eon „God save the King"? U weet, sir, dat dit beter in stijl is. lu alle variéié3 doen ze het ook zoo. „Laat ze zingen wat je wilt, mits die zwarte kerels maar zingen kunnen. Wat is er venier voor nieuws in de gruwel-afdeoling?" „Ik vrees, sir, dat alle gruwelen zoo'n beelje opgebruikt zijn. Die geschie denis met Leuven en met de kathedraal van Reims wordt wel een beetje oud bakken". „'t Blijft toch een goed gegeven, Slopslev. 11 ona ooicüc uomhienanoologon wat warm. Dood nog eens 50,(XX) Oosten rijkers. Laat verder een opstand uit- brekon in Oost-Pruisen. Kondig vast aan dat de Vereenigde Staton aan Dnitach- land den oorlog gaan verklaren. Laat de Russen een stad met 7 medeklinkers veroveren. En wanneer je voor vandaag nog wal uoodig hebt, laat dan een epi demie uitbreken in het leger van den DuiUclien Kroonprinp, b.v. van mazelen. Ik ga lunchen, Slopsley; stoor me dus niet, lenzy er werkelijke berichten moch ten binnen komen". Uitroer fan vleeseliwaren ene. De Kamer van Koophandel enz. te Maastricht heeft in hare zitting van Donderdagavond na besprekingen over den economischen toestand, de styging der vleeschpryzen en de schaarschte van het varkensvleesch, besloten zich telegrafisch tot den Minister van Land bouw enz. te wenden met verzoek on middellijk te willen overgaan tot het uitvaardigen van een verbod van uitvoer van vleesch in eiken vorm. Tevens zal zÜ zich wenden tot alle Kamers van Koophandel in Limburg en Noord- Brabant om adhaesie. De „F SI" aan 't werk. Door een schot uil deze lanceerbuis deed op den '»den September I014 de commandant den Engelschen kruiser „Pathfinder" zinken, staat op een zilveren plaatje, dat vrienden van den commandant, kapitein-luitenant Hersing, op een lanceerbuis van de „U 21" deden bevestigen. Sedert dien datum heeft de „U 21" reeds weer veel nadeel aan de vijandige scheepvaart toegebracht. De comman dant Hersing heeft niet te klagen, dat zjjn werk in Duitschland op geringen prijs wordt gesteld. Elke post brengt hera geschenken, bloemen, zelfs huwelijksaanzoeken. De stamtafel van het stationscaf»'* te Ofien- hach zond hera zelfs „derlig zilverlingen", een zending, die hy voor de bemanning bestemde en waarvan hy zei„Derge lijke zendingen komen maar al te weinig binnen". Kort na 20 Januari was de „U 21" weer uitgcloopen en lag voor de. haven van Liverpool op de loer. Daar kwamen een dikke schoorsteen met twee masten te voorschijn, zy behoorden aan de „P.eneniachan" en de „U 21" hooft hem met haar oog, dal een weinig boven de lichte golfjes uitsteekt, bespeurd. Dicht voor de „Beiicruaehari" duikt de „U 21" op, vertoont de DuiUche vlag en roept door de spreekbuis: „stop!" Gehoorzaam draait de Engelschmau hy. Wat voor oen lading hebt u in? Gemengde lading. U hebt 10 minuten lyd om met de bemanning van boord in de booten te gaan. De scheepspapieren neemt u mee en levert ze hier af. De kapitein krabbelt zich achter het oor. De bemanning ligt met de ellebogen op do verschansing en staart het kleine grijze zeemonster aan. Op da „U. 21" wordt een kanon op hot stoomschip gericht. Nu roept de kapitein van het stoom schip haastig een hevel tot zyn mannen. De matrozen snellen naar do kooien en komen mot bundels onder do armen weer boven. Van woerskanten wordt oen boot te water gelaten. In die van de „11. 21" zitten vier mannen. In die van do „Bencruachan" springt de be manning van het schip. Waar zijn uw papieren De kapitein krabbelt zich weer achter 't oor. 'k Heb ze vergoten, kapitein. Vergeten? Stap dan by myn vier man in de boot. Uw mannen blijven by my al» gijzelaars aan boord. Weer betreedt de Engelschman zyn schip, haalt de papieren en ziet, hoe de Duitschers een springlading aau kyn schip bevestigen. De hoot met de vier Duit8chers en den Engelschmau nadert de „U. 21weer. Daar klinkt een donder slag over de lersclie Zee, een rookzuil stygt op en de „Bencruachan" tuimelt op zyde. Vyf mihuten later is het schip gezonken. So long, captain! Met de hand wuift commandant Her sing den kapitein en diens mannen een afscheidsgroet toe, daalt met de zijnen in 'tluik af en de „U. 21" verdwijnt onder water. Nog is de boot met de opvarenden van de „Bencruachan" aan den horizon zichtbaar en reeds nadert do Linda Blanche". Weer klinkt het: Stopt En weer vergeet ook deze kapitein de scheeps papieren. En kort daarna is ook de „Linda Blauche" gezonken. En weer kort daarna is een kolenschip denzelfden weg gegaan als de beide anderen. Nadat de „U 21" nog oen luchtschepen- loods ouder vuur genomen had, waarbij zij niet kon vaststellen of en welke schade door haar werd aangericht, is deze duikboot, nadat de Engelsche admi raliteit 30 torpedojagers uitgezonden heeft om naar de ,U 21" en haar basis te zoeken, voor eenigen tijd spoorloos verdwenen. Of zij ooknu de 18de Februari in het land is, weer zooveel van zich "zal doen spreken En of zij den bemanningen weer de 10 minuten tot redding zal toestaan Sympathie voor Ierland. John de Courev Mac Don nel 1 deelt iu Daily News mede hoe zijn dochters uit Brussel naar Engeland wisten te ontkomen. Zij hadden langzamerhand genoeg gekregen van die stad en besloten haar onder alle omstandigheden te ver laten. Ofschoon haar verzekerd werd, dat het voor een Engelsche onderdaan nutte loos verlof te vragen om te vertrekken, en het onmogelijk was zonder pas te reizen, begaf de oudste zich toch naar den Amerikaanschen gczanl, Mr. Brand Whitlock, wien zij verzocht haar een briefje mee te geven voor den Duil- schen commandant. Daarna begaf zij zich naar de Kommandanteur. De schildwachten lachten haar uit. toen zij vertelde, wat zij wilde, maar brachten haar toch bij den „Oberleut- nanf hoofd van de afdceiing „paspoor ten". Bulderend ontving haar de offi cier. I is een Engelsche riep hij .Ik ben een Icrsche", antwoordde zij. „Oh, zeide de Duitscher, neem me dan niet kwalijk. Wilt u niet gaan zit ten, juffrouw?" Zijn toon was plotseling veranderd en zijn gelaat straalde van welwillendheid. Ilij luisterde opleltend naar wat mijn dochter te vertellen had. schrijft mr. Mac Donnell, toonde groote belangstel ling voor haar lol omniet vier jongere zusters en haar jongsten broeder lo Brussel te moeten achterblijven, maar was erg verbaasd, dal ik vertrokken was. „Waarom is uw vader weggegaan vroeg hij nicer dan eens. .Omdat u hem anders zoudl hebben gearresteerd en naar Duitschland ge zonden". zeide mijn dochter. „Een Ier arresteeren., nooit'riep de Oberleuthapt, „Waarom zouden we dat doen?" „Engelschen en leren zijn voor n toch hetzelfde", merkte mijn dochter op. „Volstrekt niet", was hel zenuwach tige antwoord van den officier, die aan liet gesprek een einde maakte door mijn dochter nog eens te verzekeren, dal hij zou doen wat hij kon De woorden van den OberLeutnant hadden mijn dochter maar half gerust gesteld, want zij wist, dat Ieren en En gelschen gelijkelijk waren gearresteerd en in dezelfde cel hadden gezeten. O. ih. hadden zij den Engelschen predikant te Brussel drie dagen en twee of drie Iersche priesters negen dagen vastge houden, opgesloten in een cel met Jocv> key's en staljongens Zij waren gedwon gen geweest op dezelfde britsen te slapen en denzelfden kost te eten. Bovendien herinnerde mijn dochteiy zich, dat op den dag, dat ik was ge-" vlucht, vier Duitschers van de geheime politie aan mijn huis waren gekomen om me te arrestecren, en nogal erg hadden opgespeeld toen deze bemerkten, dal ik ontsnapt was. Niettemin ging zij op den - bepaalden dag naar dc Kommandanteur terug. De Oberleutnant verwachtte haar reeds. Op het oogenblik, dat zij zijn bureau binnentrad, overhandigde hij haar een exemplaar van de New-York Worldwaarin hij met blamv potlood een artikel had aangestreept, waarin den Duitschers onmenschelijk gedrag jegens vrouwen werd verweten. „U ziet", zeide hij, toen mijn dochter hel artikel had gelezen, „wat ze van ons zoggen en welk kwaad zij van ons zeg gen 1' kunt ze vertellen, dat het niet waar is, want... en niet een theatrale buiging overhandigde hij haar de pas poorten: „Dit is mijn wraak". AL# TE DWAAS. In die deelen van ons land, waar de slaat van beleg of die van oorlog is afge kondigd, is het woord thans aan het militaire gezag. Het militaire is op het oogenblik no. 1 en wij zijn de ecrslcn om te erkennen, dat het niet anders kan. Men mag verwachten, dat dc mili taire autoriteiten zooveel mogelijk reke ning houden met hetgeen het burgerlijk leven vraagt. En niet minder billijk— dc eisch, dat in dezen tijd niet vergeten wordt, dat er een Grondwet is, die hel recht van vereeniging en van vergade ring van den Nederlandschen burger heeft gewaarborgd. Met hel bestaan dier burgerrechten schijnt bij lijd en wijle niet ieder gezaghebber bekend. Dc bla den brachten ons deze week het bericht, dat de militaire autoriteit te. Sneek een vergadering, waar een mejuffrouw Min- nema uit Amsterdam zou spreken over vrouwenkiesrecht, had verboden. Wij hebben nog eens gekeken of dit bericht soms kwam-Uit 'n bekende'plants Tjnder den rook van Haarlem, doch neen, er staat duidelijk, in de Lemmer is 't ver bod uitgevaardigd. Misschien is de ver- bodgevende commandant een verstokt vrijgezel of wellicht een fel tegenstander van vrouwenkiesrecht, 't Kan ook zijn. dat hij door buitenlandsche spionnen was ingelicht, dat de kiesrechtdames hommen onder haar rokken hadden ver borgen! Hoe komt zoo'n commandant er anders toe een dergelijke vergadering te verbieden? Of zouden we liier mis schien le doen kunnen hebben met een over de schreef gaande aanmatiging? In het laatste geval zal een nog hoogere autoriteit dan de legerautoriteit van Sneek deze laatste onder 't oog dienen te brengen, dat er in Nederland nog altijd een Grondwet is, waarvan art. 9 luidt: „Het regt der ingezetenen tot ver eeniging en vergadering wordt erkend De wet regelt en bcperkl de uitoefe ning van dat regt in het belang der openbare orde". Wij zijn benieuwd of tijdens den slaat van beleg te Sneek een vergadering over vrouwenkiesrecht in strijd met dc open bare orde werd geacht! Vooruit. CORRESPONDENTIE. Tot Heeren Correspondenten wordt 't verzoek gericht voortaan hun verslagen niet in telegramstijl, maar in duidelijke verstaanbare taal in te kteëden. De Redactie. TELEGRAMMEN. S-GRAVENHAGE, 19 Febr tweede Kamer. De heeren Schim van der l.oeff. Teenstra en De Wijkerslooth dc Weerdestcijn bestrijden het ontwerp tot wijziging van de wet op de paarden fokkerijen, beoogcride verplichte heng- slenkeuring facultatief te stellen. Minister Posthüma last in het ontwerp een nieuw artikel in om goed te keuren, dat wegens de tijdsomstandigheden dc najaarskëürlng niet heeft plaats gehad Op zijn verzoek wordt dc behandeling lol na de pauze geschorsl. teneinde dc redactie van liet ontwerp Ie kunnen ever wegen. Het wetsontwerp tot Verkoop van slaatsduingronden te s-Gravenhage, ten behoeve der gemeentelijke drink water leiding, wordt bestreden door dé heeren Dc Wijkerslooth de Weerdestcijn, De Visser van IJzcrdoorn. Van der Vélden en Bos. eti verdedigd door Jansen (.Den

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1915 | | pagina 2