Ingezonden Mededeelingen.
Nog een vijand.
Van de leden waren 3 gestorven: de
aan de volksbibliotheek f 5.
heeren J. .W. Slager, J. Moerland en dc
wed. C. Goedegebuure. Daar familieleden
van hun het lidmaatschap overnamen,
is het ledental er niet door verminderd.
Eerst laat waren de vele werkzaam
heden afgcloopen. Toen dankte dc voor
zitter hen vooral, die daaraan een groot
aandeel gehad hebben, sprak de hoop
•uit, dat. er spoedig vrede mag komen,
en sloot vervolgens de vergadering.
k E R K S I E p w s.
Ned. Herv. Kerk.
THOLEN, 18 Pehr. Iledenavimd trad
alhier op Ds. Broekers van St.-Maartens-
dyk, «niks in 't belang van den Oeret.
/endingsbond. Zyn Eerw. had tot tekst
woorden gekozen Hand. 17 2223.
De opkomst was bevredigend.
Ry het verlaten van het kerkgebouw
werd gecollecteerd ten bate van bovon-
genoemden Zendiugsbond.
Landbouw en Veeteelt.
KERKWERVE. Aan het verslag van
de landbouwvereeniging „A.B." alhier
over 1914 is het volgende ontleend
Aangekocht werden in t geheel 355743
K.G. artikelen, ter gezamenlijke waarde
van 19610,48, dit is pl. m. 90000 K.G.
tot een waarde van pl.m. f 5000 minder
clan in 1913, wat aan den oorlogstoe
stand is te wijten. Het aantal leden
draaide om de 74. Het bestuur bestaat
uit de volgende heeren: C. J. Boogerd.
M. Boot, J. Evertse, G. v. d. Sluis en
C. Boot, resp. voorzitter, idee-voorzitter,
secretaris, penningmeester, en 5 be
stuursleden.
RECHTZAKEN.
Verbod» optocht.
Onder eenige meer dan gewone
helangetelling werd heden voor den
kantonrechter mr. Roudewynse alhier
behandeld de strafvervolging tegen J.
J. van Langen, secr. van den Haagschen
lleatuurdershond, beklaagd van in den
avond van 14 Dec. 1914, zonder voor-
aigaande vergunning van den burge
meester dezer gemeente, een .optocht"
t«u «.onra. .luiiRnden personen, waaraan
geen vorstelijke personen deel uMnon,
te hebben gehouden.
Bekl. Van langen ontkende, dat een
.optocht" was georganiseerd. Er was
alleen maar eene demonstratie gehouden
met het doel om te protesteeren tegen
te lage uitkeeringen door het gemeente
bestuur en door het steuncomité aan
militairen en werkloozen. Bjj het .orga-
niaeeren" van die .wandeling" was
gezegd, dat de deelnemers daaraan op
een bepaalde plaats (het Lange Voorhout)
zouden aanwezig zyn, om vandaar uit
eene .wandeling" door de stad te maken.
Die .Wandeling" was gemaakt en op
de Oroote Markt ging men uiteen.
Op de vraag van den kantonrechter,
of daarop de Groote Markt bjj het ont
binden van den stoet tot de menschen-
raassa eene redevoering was gehouden,
antwoordde de heer Van Langen, dat
eene redevoering door hem niet was
gehouden, maar dat hy alleen de menschen
heeft verzocht rustig, kalm en ordelijk
uiteen te gaan, aan welk verzoek ook
is voldaan.
Ten betooge dat geen „optocht" is
gehouden, voerde de heer Van Langen
nog aan, dat er aanvankelijk wel sprake
van ïb geweest om een .optocht" te
houden, maar dat men ten slotte heeft
besloten geen „optocht" maar slechts
eene „wandeling" te houden. En op
dien grónd heeft men dan ook geen
vergunning gevraagd.
Nog vroeg de kantonrechter of er
geen vaandel voor aan de stoet is
medegevoerd. Rekl. antwoordde ont
kennend. Er was alleen een groot zwart
doek, niet voor aan in den stoet, maar
midden in den volksmenigte, gedragen
door eenige personen, op welk doek
vermeld stonden de woorden „Stiyd(t)
tegen den honger" Het aantal personen
dat aan de ..wandeling" deelnam, schatte
bek), op 10.000. (In de ten laste legging
was slechts sprake van „eenige duizen
den". Men meende, zei de kantonrechter
drie vier duizend).
Een inspecteur van politie, als ge
tuige behoord, verklaarde o.a. dat de
politie bemoeilijkt was geworden hy
hare pogingen om het zwarte doek in
beslag te nemen. De personen die het
doek droegen, verwijderden zich en
verdwenen onder de menigte.
De ambtenaar van het Openhaar
Ministerie, jhr. mr. Lunsigh Wiohers,
herinnerde dal in het betrekkelijk art.
(268) der polilie-verordening in het alge
meen wordt gesproken van liet houden
van een „optocht" zonder nadere aan
duiding van wat er onder een optocht
wordt verstaan. „Alle optochten op de
openbare" atraat (behalve dan die bjjv.
waaraan vorstelijke personen deelnemen)
zjjnjin genoemd artikel verboden. Het
verschil tusschen bewoordingen van de
dagvaarding en de bewering van bekl.
beslaat alleen in eene woordenkeus. De
e.g. „wandeling" welke hier zou zyn
gehouden, beschouwde de ambtenaar als
een „optocht" in den zin der polietie-
verordening.
Wat belieft den persoon tegen wien
de vervolging is ingesteld, merkte spr.
nog op, dat z. i. ook de eerste de beste
deelnemer had kunnen vervolgd worden,
maar dat Z. E. A. het 't beate heeft ge
oordeeld den leider te vervolgen.
Nog deelde de ambtenaar mede, «lat
hier z. i. sprake moet zyn van «'éa feit
(een voortgezette handeling).
Geëiscbt werd tegen beklaagde f 10
boete, sub. 2 dagen hechtenis.
Als verdediger van beklaagile tiad
op mr. .1. A. Bosenveldt, advocaat tn
Utrecht. Deze betoogde dat ten onrechte
deze beklaagde wegens liet houden van
een optocht zonder vergunning is ver
volgd. In de eerste plaats kan niet
ieder voor zich een optocht houden.
Wel kunnen meerdere personen te
zaraen een optocht houdefi en kan
ieder voor zich daaraan deelnemen.
Wat beklaagde gedaan heeft met be
trekking tot dezen z g. „optocht" (tot
deze wandeling) is slechtz dat hy er
een einde aan heeft gemaakt door
het ontbinden er van en daarmede
heeft hy dan eene lofwaardige daad
verricht. Hy heeft gezorgd voor het
in goede orde vertrekken van de
menschen die aan de wandeling deel
namen. Beklaagde en zyn medestanders
of deelnemers aan de wandeling hebben
een schitterend hewys geleverd van de
zelf-discipline die men zich had opge-
legd.
Nog deed de verdediger, naar aan
leiding van wat in de getuigenver
klaring van den polilie-inspecteur voor
kwam omtrent het gebeurde opmerken,
dat een politie-ambtenaar niet heeft uit
te maken wat een optocht is.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak,
maar vroeg tevens eene geformuleerde
beslissing, waaruit ook met het oog op
de toekomst opdat men wete wat
onder optocht is te verstaan zou
blijken, dat hier van geen optocht sprake
is geweest.
De heer Van Langen beklaagde zich
nog over het ruw optreden der politie
en bestreed de lezing door de politie
gegeven met betrekking tot moeilijk
heden bjj de inbeslagneming van het
xwartj* doek.
Nog deelde beklaagde medein
antwoord op eene desbetreffende vraag
van den kantonrechter, dal hy niet
weet of er vorstelijke personen aan de
wandeling hebben deelgenomen, maar
dat hjj de mogelijkheid daarvan niet
uitgeoloten acht.
Uitspraak over 14 dagen.
Onder verantwoordelijkheid van den inzender).
Van 1—5 regels 75 Cts.; elke regel moor 15 Cts.
Er waait op liet oogenblik eeu slechte wind,
een griepwind. Deze ziekte maakt dit jaar des
te meer slachtoffers, waar de organismen minder
weerstand blyken te bezitten. De sombere tijden,
die wjj beleven, hebben velen zwak gemaakt en
de vermogens tot weerstand afgestompt. De
microbe van de griep heeft na vry spel.
Men denke er aan, dat in tjjd van opidemie
het gebruik van de Pink Pillen de kracht geeft
de microbe te weerstaan. De Pink Pillen ver
sterken u 7.00 goed en zoo spoedig, dat uw lichaam
niet meer het geschikte terrein er voor is.
De Pink Pillen vermeerderen in belangrijke
verhouding de ^bloembolletjes en geven er de
verdedigende eigenschappen aan, die nan de
dageljjks herhaalde aanvallen van do kwaal
doen weerstand bieden.
De Pink Pillen zijn het geneesmiddel, dat in
tijden van epidemie moet genomen wordon.
Hun gebruik maakt u onvatbaar en vormt eon
soort van vaccinatie.
Indien gjj pas de griep hebt gehad, vergeet
dan niet, dat gjj» om uw arm verzwakt organisme
te herstellen, een wederbelever van het bloed
van groote kracht noodig hebt. De Pink Pillen
zyn do krachtigste wedorbclevor van het bloed
en versterker der zenuwon.
De Pink Pillen zjjn verkrijgbaar ii 1' 1,75 por
doos on f 9,per 6 doozen by het lloofd-
Depfit der Pink l'illon, Dacostakade 15 huis,
Amsterdam; voor ZierUaeo en Omstreken bp
J. W. Gudde, drogisterij, Onde Haven
firma VV. v. d. Leur, Kaaiatrant, Steenbergen
M. Schot Ie Tholen ou in allo goede apotheken
en drogisterijen.
lil liet bureau van den censor.
De volgende ondeugende charge ie
door het llbld. ontleend aan het
liügelechö weekblad Truih, dat dus
blijkbaar de knnet niet verleerd heeft,
vrijmoedig en geestig critiek te oefenen.
De censor zit in zijn bureau en drukt
op het electriseho belletje, teneinde zijn
medewerker lo laten binnen komen.
„Wel, Slopsley, te er nieta moord
dadigs aan de orde, of iets anders
opwekkends?"
„Niels opwekkends, sir. In Frank
rijk giet het van den regen; alles lijdt
daar aan rheuraatlek, |en de modder is
er zoo dik, dat niemand een voet kan
verzetten. Aan het front beschikt
niemand over voldoende overschoenen,
regenjassen en pnrapluies".
„Gelukkig, dat het er even be
roerd mee slaat voor die verd
Pruisen. Wat is er voor nieuws overigens
„Hier is een telegram sir, dat do
Franschen onder generaal Pan Elzaa
Lothariugon hebben iugonomon bijna
bovendien hebben zij ouder de Beieren
een vreeselijk bloedbad aangericht".
„Kijk *s aan, meneer Rlopsley, het
schijnen wel dezelfdo dorpen, die de
vorige week al door de Belgen zijn
ingenomen. Laat daarom op dozo stad
nu een bajonetaanval door onze Engelecho
troepen plaats hebben en dood daarbij
5000 Sak8ers. Ia, laten we er ditmaal
maar eens Saksers van maken, want we
hebben in geen week een enkelen
Sakser gedood. Schrap de Franschen
weg uit je telegram; (laar wordt al te
veel over geschreven. We moeten "hier
dus voorloopig een stokje voor steken".
„Door wie zullen we den baionot-
aauval laten ondernemen, sir? De Hoog
landers hehl»eu de vorige week pas hun
beurt gehad, en de leren en Walessers
hebben Woensdag reeds het werk gedaan.
Sir Peter Swizzlehurst, de bevellieblrer
van Guierat, was vandaag hier, en vroeg
cf we niet wat voor aijn Hindoes en Sikhs
konden doen. IHj merkte op, dat dit goed
zou zijn voor ons wereldryk".
„Een barre ezel, die Swizzlehurst,
maar Kitchener en hij ziin vrienden.
Vernietig dus' een Saksisch legerkorps
door de Sikhs, gewapend met strijdbijlen,
of wat ze anders voor suij-vnorwerpen
gebrniken, en voeg er do sterfwoorden
uit bun Sonbahdar, of hoe dat ding anders
moge heeten, aan toe. Wat voor storf-
woordon gebruikt een Sikh, Slopsley?"
„Ik weet het waarachtig niet, sir, ik
heb nooit een Sikh gezien, en nooit een
lijkrede door hen hooren uitspreken.
Maar weot u - do menschen, die onze
telegrammen lezen, weten er even weinig
van als wij zelf".
„Bliksem, Slopsley, je bent pienter.
Laten we eens kijken. Noem dien Sikh
b.v. lUdjah Soubakdar Rautankar, dat
klinkt nog al OosterBch, vind je niet?
Laat hem sneuvelen met z'n eenen arm
om een al uk veldgeschut en den auderen
arm ten hemel geheven, terwijl hij sta
melt: „Ik sterf voor hot Engelsche
wereldrijk
„Zullen we hem niet laten zingen,
sir, eon „God save the King"? U weet,
sir, dat dit beter in stijl is. lu alle
variéié3 doen ze het ook zoo.
„Laat ze zingen wat je wilt, mits
die zwarte kerels maar zingen kunnen.
Wat is er venier voor nieuws in de
gruwel-afdeoling?"
„Ik vrees, sir, dat alle gruwelen
zoo'n beelje opgebruikt zijn. Die geschie
denis met Leuven en met de kathedraal
van Reims wordt wel een beetje oud
bakken".
„'t Blijft toch een goed gegeven,
Slopslev. 11 ona ooicüc uomhienanoologon
wat warm. Dood nog eens 50,(XX) Oosten
rijkers. Laat verder een opstand uit-
brekon in Oost-Pruisen. Kondig vast aan
dat de Vereenigde Staton aan Dnitach-
land den oorlog gaan verklaren. Laat
de Russen een stad met 7 medeklinkers
veroveren. En wanneer je voor vandaag
nog wal uoodig hebt, laat dan een epi
demie uitbreken in het leger van den
DuiUclien Kroonprinp, b.v. van mazelen.
Ik ga lunchen, Slopsley; stoor me dus
niet, lenzy er werkelijke berichten moch
ten binnen komen".
Uitroer fan vleeseliwaren ene.
De Kamer van Koophandel enz. te
Maastricht heeft in hare zitting van
Donderdagavond na besprekingen over
den economischen toestand, de styging
der vleeschpryzen en de schaarschte
van het varkensvleesch, besloten zich
telegrafisch tot den Minister van Land
bouw enz. te wenden met verzoek on
middellijk te willen overgaan tot het
uitvaardigen van een verbod van uitvoer
van vleesch in eiken vorm. Tevens zal
zÜ zich wenden tot alle Kamers van
Koophandel in Limburg en Noord-
Brabant om adhaesie.
De „F SI" aan 't werk.
Door een schot uil deze lanceerbuis
deed op den '»den September I014 de
commandant den Engelschen kruiser
„Pathfinder" zinken, staat op een
zilveren plaatje, dat vrienden van den
commandant, kapitein-luitenant Hersing,
op een lanceerbuis van de „U 21"
deden bevestigen.
Sedert dien datum heeft de „U 21"
reeds weer veel nadeel aan de vijandige
scheepvaart toegebracht. De comman
dant Hersing heeft niet te klagen, dat
zjjn werk in Duitschland op geringen
prijs wordt gesteld.
Elke post brengt hera geschenken,
bloemen, zelfs huwelijksaanzoeken. De
stamtafel van het stationscaf»'* te Ofien-
hach zond hera zelfs „derlig zilverlingen",
een zending, die hy voor de bemanning
bestemde en waarvan hy zei„Derge
lijke zendingen komen maar al te weinig
binnen".
Kort na 20 Januari was de „U 21"
weer uitgcloopen en lag voor de. haven
van Liverpool op de loer. Daar kwamen
een dikke schoorsteen met twee masten
te voorschijn, zy behoorden aan de
„P.eneniachan" en de „U 21" hooft hem
met haar oog, dal een weinig boven de
lichte golfjes uitsteekt, bespeurd. Dicht
voor de „Beiicruaehari" duikt de „U 21"
op, vertoont de DuiUche vlag en roept
door de spreekbuis: „stop!" Gehoorzaam
draait de Engelschmau hy.
Wat voor oen lading hebt u in?
Gemengde lading.
U hebt 10 minuten lyd om met
de bemanning van boord in de booten
te gaan. De scheepspapieren neemt u
mee en levert ze hier af.
De kapitein krabbelt zich achter
het oor. De bemanning ligt met de
ellebogen op do verschansing en staart
het kleine grijze zeemonster aan. Op
da „U. 21" wordt een kanon op hot
stoomschip gericht.
Nu roept de kapitein van het stoom
schip haastig een hevel tot zyn mannen.
De matrozen snellen naar do kooien en
komen mot bundels onder do armen
weer boven. Van woerskanten wordt
oen boot te water gelaten. In die van
de „11. 21" zitten vier mannen. In die
van do „Bencruachan" springt de be
manning van het schip.
Waar zijn uw papieren
De kapitein krabbelt zich weer achter
't oor.
'k Heb ze vergoten, kapitein.
Vergeten? Stap dan by myn vier
man in de boot. Uw mannen blijven by
my al» gijzelaars aan boord.
Weer betreedt de Engelschman zyn
schip, haalt de papieren en ziet, hoe de
Duitschers een springlading aau kyn
schip bevestigen. De hoot met de vier
Duit8chers en den Engelschmau nadert
de „U. 21weer. Daar klinkt een donder
slag over de lersclie Zee, een rookzuil
stygt op en de „Bencruachan" tuimelt
op zyde. Vyf mihuten later is het schip
gezonken.
So long, captain!
Met de hand wuift commandant Her
sing den kapitein en diens mannen een
afscheidsgroet toe, daalt met de zijnen
in 'tluik af en de „U. 21" verdwijnt
onder water.
Nog is de boot met de opvarenden
van de „Bencruachan" aan den horizon
zichtbaar en reeds nadert do Linda
Blanche". Weer klinkt het: Stopt En
weer vergeet ook deze kapitein de scheeps
papieren. En kort daarna is ook de
„Linda Blauche" gezonken.
En weer kort daarna is een kolenschip
denzelfden weg gegaan als de beide
anderen.
Nadat de „U 21" nog oen luchtschepen-
loods ouder vuur genomen had, waarbij
zij niet kon vaststellen of en welke
schade door haar werd aangericht, is
deze duikboot, nadat de Engelsche admi
raliteit 30 torpedojagers uitgezonden
heeft om naar de ,U 21" en haar basis
te zoeken, voor eenigen tijd spoorloos
verdwenen.
Of zij ooknu de 18de Februari in
het land is, weer zooveel van zich "zal
doen spreken En of zij den bemanningen
weer de 10 minuten tot redding zal
toestaan
Sympathie voor Ierland.
John de Courev Mac Don nel 1 deelt
iu Daily News mede hoe zijn dochters
uit Brussel naar Engeland wisten te
ontkomen. Zij hadden langzamerhand
genoeg gekregen van die stad en besloten
haar onder alle omstandigheden te ver
laten.
Ofschoon haar verzekerd werd, dat
het voor een Engelsche onderdaan nutte
loos verlof te vragen om te vertrekken,
en het onmogelijk was zonder pas te
reizen, begaf de oudste zich toch naar
den Amerikaanschen gczanl, Mr. Brand
Whitlock, wien zij verzocht haar een
briefje mee te geven voor den Duil-
schen commandant. Daarna begaf zij
zich naar de Kommandanteur.
De schildwachten lachten haar uit.
toen zij vertelde, wat zij wilde, maar
brachten haar toch bij den „Oberleut-
nanf hoofd van de afdceiing „paspoor
ten". Bulderend ontving haar de offi
cier.
I is een Engelsche riep hij
.Ik ben een Icrsche", antwoordde zij.
„Oh, zeide de Duitscher, neem me
dan niet kwalijk. Wilt u niet gaan zit
ten, juffrouw?"
Zijn toon was plotseling veranderd en
zijn gelaat straalde van welwillendheid.
Ilij luisterde opleltend naar wat mijn
dochter te vertellen had. schrijft mr.
Mac Donnell, toonde groote belangstel
ling voor haar lol omniet vier jongere
zusters en haar jongsten broeder lo
Brussel te moeten achterblijven, maar
was erg verbaasd, dal ik vertrokken was.
„Waarom is uw vader weggegaan
vroeg hij nicer dan eens.
.Omdat u hem anders zoudl hebben
gearresteerd en naar Duitschland ge
zonden". zeide mijn dochter.
„Een Ier arresteeren., nooit'riep de
Oberleuthapt, „Waarom zouden we dat
doen?"
„Engelschen en leren zijn voor n
toch hetzelfde", merkte mijn dochter op.
„Volstrekt niet", was hel zenuwach
tige antwoord van den officier, die aan
liet gesprek een einde maakte door mijn
dochter nog eens te verzekeren, dal hij
zou doen wat hij kon
De woorden van den OberLeutnant
hadden mijn dochter maar half gerust
gesteld, want zij wist, dat Ieren en En
gelschen gelijkelijk waren gearresteerd
en in dezelfde cel hadden gezeten. O. ih.
hadden zij den Engelschen predikant
te Brussel drie dagen en twee of drie
Iersche priesters negen dagen vastge
houden, opgesloten in een cel met Jocv>
key's en staljongens Zij waren gedwon
gen geweest op dezelfde britsen te slapen
en denzelfden kost te eten.
Bovendien herinnerde mijn dochteiy
zich, dat op den dag, dat ik was ge-"
vlucht, vier Duitschers van de geheime
politie aan mijn huis waren gekomen
om me te arrestecren, en nogal erg
hadden opgespeeld toen deze bemerkten,
dal ik ontsnapt was.
Niettemin ging zij op den - bepaalden
dag naar dc Kommandanteur terug.
De Oberleutnant verwachtte haar
reeds. Op het oogenblik, dat zij zijn
bureau binnentrad, overhandigde hij
haar een exemplaar van de New-York
Worldwaarin hij met blamv potlood
een artikel had aangestreept, waarin den
Duitschers onmenschelijk gedrag jegens
vrouwen werd verweten.
„U ziet", zeide hij, toen mijn dochter
hel artikel had gelezen, „wat ze van ons
zoggen en welk kwaad zij van ons zeg
gen 1' kunt ze vertellen, dat het niet
waar is, want... en niet een theatrale
buiging overhandigde hij haar de pas
poorten: „Dit is mijn wraak".
AL# TE DWAAS.
In die deelen van ons land, waar de
slaat van beleg of die van oorlog is afge
kondigd, is het woord thans aan het
militaire gezag. Het militaire is op het
oogenblik no. 1 en wij zijn de ecrslcn
om te erkennen, dat het niet anders
kan. Men mag verwachten, dat dc mili
taire autoriteiten zooveel mogelijk reke
ning houden met hetgeen het burgerlijk
leven vraagt. En niet minder billijk—
dc eisch, dat in dezen tijd niet vergeten
wordt, dat er een Grondwet is, die hel
recht van vereeniging en van vergade
ring van den Nederlandschen burger
heeft gewaarborgd. Met hel bestaan dier
burgerrechten schijnt bij lijd en wijle
niet ieder gezaghebber bekend. Dc bla
den brachten ons deze week het bericht,
dat de militaire autoriteit te. Sneek een
vergadering, waar een mejuffrouw Min-
nema uit Amsterdam zou spreken over
vrouwenkiesrecht, had verboden. Wij
hebben nog eens gekeken of dit bericht
soms kwam-Uit 'n bekende'plants Tjnder
den rook van Haarlem, doch neen, er
staat duidelijk, in de Lemmer is 't ver
bod uitgevaardigd. Misschien is de ver-
bodgevende commandant een verstokt
vrijgezel of wellicht een fel tegenstander
van vrouwenkiesrecht, 't Kan ook zijn.
dat hij door buitenlandsche spionnen
was ingelicht, dat de kiesrechtdames
hommen onder haar rokken hadden ver
borgen! Hoe komt zoo'n commandant er
anders toe een dergelijke vergadering
te verbieden? Of zouden we liier mis
schien le doen kunnen hebben met een
over de schreef gaande aanmatiging? In
het laatste geval zal een nog hoogere
autoriteit dan de legerautoriteit van
Sneek deze laatste onder 't oog dienen te
brengen, dat er in Nederland nog altijd
een Grondwet is, waarvan art. 9 luidt:
„Het regt der ingezetenen tot ver
eeniging en vergadering wordt erkend
De wet regelt en bcperkl de uitoefe
ning van dat regt in het belang der
openbare orde".
Wij zijn benieuwd of tijdens den slaat
van beleg te Sneek een vergadering over
vrouwenkiesrecht in strijd met dc open
bare orde werd geacht! Vooruit.
CORRESPONDENTIE.
Tot Heeren Correspondenten wordt 't
verzoek gericht voortaan hun verslagen
niet in telegramstijl, maar in duidelijke
verstaanbare taal in te kteëden.
De Redactie.
TELEGRAMMEN.
S-GRAVENHAGE, 19 Febr tweede
Kamer. De heeren Schim van der
l.oeff. Teenstra en De Wijkerslooth dc
Weerdestcijn bestrijden het ontwerp tot
wijziging van de wet op de paarden
fokkerijen, beoogcride verplichte heng-
slenkeuring facultatief te stellen.
Minister Posthüma last in het ontwerp
een nieuw artikel in om goed te keuren,
dat wegens de tijdsomstandigheden dc
najaarskëürlng niet heeft plaats gehad
Op zijn verzoek wordt dc behandeling
lol na de pauze geschorsl. teneinde dc
redactie van liet ontwerp Ie kunnen
ever wegen.
Het wetsontwerp tot Verkoop van
slaatsduingronden te s-Gravenhage, ten
behoeve der gemeentelijke drink water
leiding, wordt bestreden door dé heeren
Dc Wijkerslooth de Weerdestcijn, De
Visser van IJzcrdoorn. Van der Vélden
en Bos. eti verdedigd door Jansen (.Den