ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Maandag 5 October 1914.
TWEEDE BLAD.
Het winnen van goedkoop
veevoeder en werkverschaffing
tijdens de bietencampagne.
(Z ierikzeesche
C o u r a n t).
ABONNEMENT.
Prijs per drie maandenf 1,30.
Franco per post- 1,60.
Voor het buitenland per jaar- 10,
Afzonderlijke nummers- 0,05.
Verschijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag.
7lste JAARGANG. No. 9603
Directeur i A. J. DE LOOZE ir.
Uitgever-HoofdredacteurA. FRANKEL.
ADVERTENTIE N.
Van 1—3 regelsf0,30.
Elke regel meer- 0,10.
Reclames per regel- 0,15.
Bjj contract belangrijke korting.
Intending op den dag van uitgave vóór 8.30 ure.
Van veel groolcr béteekcnis nog dan
anders wordt dezen winter voor de vee
houders tie vraag: hoe brengen we ons
vee zoo goedkoop mogelijk door den
winter? Dc Zeeuwschc veestapel lelt on
geveer:
32500 paarden;
83000 runderen;
30800 schapen;
8000 geiten en bokken;
44000 varkens.
Dc kosten, verbonden aan de voeding
van dezen veestapel gedurende 110 a
150 staldagen zijn enorm. Grootcndeels
wordt dat vee met voedermiddelen uit
eigen bedrijf gevoederd. Als zoodanig
beschikt de Zeeuwschc boer gewoonlijk
over: weidehooi, klaverhooi,lucernehooi,
kanthooi, stroo van granen en peul
vruchten, kaf, voederbieten, pulp, haver
en afval van het graan en van de peul
vruchten. Daarnaast wordt echter ook
in Zeeland 'n grootc hoeveelheid kracht-
voeder aangekocht.
Graan- en peulvruchten uit eigen be
drijf worden grootcndeels verhandeld en
in de plaats daarvan koopt men ver
schillende krach tvoedermiddelen.
Dezen winter nu hebben wc le reke
nen met de volgende feiten:
Allereerst is de Veestapel grooler.
omdat jonge paarden en kalfvee dezen
herfst niet voldoende konden worden
afgezet. Ten tweede zijn de prijzen der
krach tvoedermiddelen buitengewoon ge
stegen.
De prijzen in onderstaand lijstje ma-
keil dit nader duidelijk. Ze zijn hoofd
zakelijk ontleend aan de prijs-courant
van een grootc coöperatieve vereeniging.
Sept. 1913. Sept. 1914.
p. 100 K.G.p. 100 K.G.
Maïsmeel.
Gerstemcel
Groninger zwarte haver
Groene Odessa-erwtén
Bruin rijslvoedermccl
Katoenzaadmeel
Soyakoek
Grondnotenkoek
Amerikaansch lijnmeel
7,40
8,33
7,90
8,25
6.
10,50
10,05
11,50
9,90
f 13,07
12,16
10,75
12,50
10-
13,25
12,10
12,50
11,60
De meerdere uilgaven, die, van deze
fstijging van de prijzen dier krach tyoeder-
ni id dele n het gevolg zijn, beleekenen ook
voor de Zeeuwschc landbouwers 'n groot
verlies.
Onder deze omstandigheden vooral is
het een groot voorrecht voor (le veehou
ders in onze provincie, dat het bedrijf
zelf zoovele voedermiddelen voortbrengt.
Door een verstandig gebruik hiervan en
door zoo weinig mogelijk verloren te
laten gaanmoet de Zeeuwschc boer
trachten dezen winter aan krachtvoeder
zooveel mogelijk le sparen.
De hooioogst is niet groot, maar dc
kwaliteit over het geheel is uitstekend,
Daarvan mag alleen verkocht worden,
wanneer zeer groote overvloed aanwe
zig is.
De oogst aan voederbieten staat
goed voor en van de suikerfabrieken
komt weer heel wat pulp beschikbaar.
Deze moet men zorgvuldig inkuilen, op
dat de verliezen zoo gering mogelijk zijn.
.Wanneer men voor de verschillende
diersoorten rantsoenen samenstelt uit de
voedermiddelen, waarover de Zeeuwsche
boer uit eigen bedrijf beschikt, blijkt, dat
vooral liet bestanddeel eiwit daarin moet
worden aangevuld. Daarom moeten ook
erwten- en boonenstroo, klaver- en lu-
cerne-hooi als voedermiddelen, die een
vrij hoog gehalte aan eiwit hebben, met
overleg .en spaarzaamheid gevoederd
worden. Verder moet men ook niet 'olij
ven zweren bij de krachtvoedermiddelen,
die men vroeger steeds gebruikte, maar
diegene onder de eiwitrijke voedermid
delen uitzoeken, waarvan de prijzen het
minst gestegen zijn. Daarvoor komen
in aanmerking: Amerikaansch lijnmeel,
vleeschmeel, soyakoek, grondnotenkoek
en misschien ook katoenzaadmeel
Het ligt echter hoofdzakelijk in mijn
bedoeling in dit artikel de aandacht te
vestigen op een bij-product van 'l eigen
bedrijf, waarover Zeeland in ruime mate
beschikt, en dal vooral ook door zijn
beteekenend gehalte aan eiwit, dit jaar
bizondere waarde heeft. Ik bedoel de
suikerbietenkoppen en bladeren, die tot
heden voor de voeding in "Zeeland nog
niet voldoende tot hun recht komen.
Vóór drie jaren werd op mijn voorstel
door de Zeeuwschc Landbouw-Maut-
schappij een commissie benoemd, die
tot plan had dit onderwerp in 'l bizon
der le bcsludceren. Mijn gegevens ontleen
ik dan ook voornamelijk dan liet mate
riaal, dat ik als secretaris van deze
commissie verzamelde.
In Zeeland verbouwde men in 1912
21213 II.A. met suikerbieten. Per 1I.A.
worden gemiddeld 27000 K.G. versché
koppen -f- bladeren verkregen. De lo-
laal-opbrengst bedraagt alzoo in Zeeland
573.751.000 K.G. Dit voeder bevat per
100 K.G. gemiddeld 1,1 K.G. verteerbaar
zuiver eiwit, 9,1 K.G. zetmeehvaarde.
100 K.G. van dit voedsel is gelijk waar
dig met 100 K.G. voederbieten -j- 2K.G.
katoenzaadmeel -j- 0,5 K.G. maïsmeel.
Ook slaat liet gelijk met 120 K.G. inge
kuilde pulp Jr- 2 K.G. katoenzaadmeel.
Het heeft dan ook bij dc tegenwoordige
voederpHjzen ten minste 'n waarde van
f 1 per 100 K.G.
Nu dezen winter dc voederprijzen zoo
buitengewoon hoog worden, en er mis
schien voedernood zal komen, moeten
de landbouwers al hun best doen om
van dit kostelijke voedsel zoo weinig
mogelijk verloren le laten gaan. Hike
A. suikerbieten levert ons in de kop
pen en bladeren voor een waarde van
gemiddeld 1' 270 aan voeder. Wanneer
we dit voeder in Zeeland geheel konden
benutten, kon de Zeeuwsche landbouw
daardoor 21000 X f 270 f 5.670.000
uitgaven voor voeder sparen.
De koppen en bladeren zonder betee
kenend verlies voor d<c voeding tol waar
de te brengen is niet mogelijk. Echter
mogen dit jaar de verliezen niet zoo
groot zijn als in gewone jaren in Zeeland
nog hel geval is. Op grond van de ver
zamelde ervaringen van vele landbou
wers en dc onderzoekingen van de reeds
vroeger genoemde commissie, meen ik
de volgende wijze van handelen als de
voordeeligste le moeten aanraden.
Zoodra de suikerbiclcnoogst begint
stalt men een deel van het vee op. Men
laat zooveel vee, met goede dekken op,
in de weide loopen, dat de dieren nog
behoorlijk gras hebben. Deze dieren blij
ven buiten lol het weiland zoo goed
mogelijk afgegraasd is. Daarna gaan ze
ook op stal. Bij voorkeur laat men het
jong vee van 1 jaar lot 21/2 jaar builen
loopen. Dc opgestelde dieren worden
nu hoofdzakelijk gevoed mei bielen-
koppen en bladeren, die met paard
en wagen regelmatig van liet bietenland
naar huis worden gevoerd. Een man
met kar en paard kan zeer goed 20
dieren verzorgen, zoodal de kosten niet
hoog worden.
Het gelukt zeer gemakkelijk 85 tyo
van alle koppen en bladeren weg te
voeren. Men heeft extra slroo noodig,
maar maakt ook veel mest. Onderstaand
leenige uitstekende rantsoenen voor dezen
lij<l'
A. Melkkoeien met een levend ge
wicht van 600 K.G., die 12 K.G. melk
per dag geven:
6 K.G. weitlehooi, 0,5 K.G. tarwekaf,
0,5 K.G. haverkaf, 11/2 K.G. grondnoten
koek, 40 K.G. bietenkoppen en bladeren,
B. Meslossen van 500 K.G., bij het
begin van de mestperiode:
2 K.G. weidehooi, 3 K.G. liaverstroo,
1 K.G. katoenzaadmeel, 60 K.G. bieten
koppen en bladeren.
C. Groeiend jong vee met 'n levend
gewichl van i 400 K.G.:
1 K.G. weidehooi, 3 K.G. liaverstroo,
0,5 K.G. katoenzaadmeel en 40 K.G. bic
tenkoppen en bladeren.
In plaats van katoenzaadmeel kan
men ook wel lijnmeel, lijnkoek, grond
notenkoek of -meel of ander eiwitrijk
krachtvoeder geven. 5 K.G. liaverstroo
is ongeveer gelijk te stellen met 21/2 K.G.
goed hooi. Later moet men de mcsl-
(lieren iels minder ruwvoer en iets meer
krachtvoer geven, liet eiwitgehalte in
liet krachtvoer mag dan iets dalen.
Opstallen voorkomt veel voedcrverlies
en bekomt de dieren veel beter dan liet
beweiden der bietenvelden. Daarom moei
liet vooral in dezen tijd zeer'worden
aanbevolen. Ter bestrijding van diarrhee
is het zeer wenschclijk per dier en per
dag 20 lot 45 gram phosphorzure kalk
over liet voeder le strooien. ITooger mag
men niet gaan. Men moet de gift rege
len naar het gewicht. Men moet ook dc
voederbakken goed zuiver houden.
Het veld, waar de koppen en bladeren
zijn weggevoerd, kan men nog beweiden
met schapen of jong vee, ctat nog bui
ten loopt. Jlet is echter heler op zwaron
kleigrond geen rundvee te brengen.
Boven beschreven wijze van voeren
kan men bij uitblijven vail vorsi. lol
eenige weken na het beëindigen van den
bietenoogst voortzetten.
De bietenverbouw is echter in de
meeste bedrijven van onze provincie zoo
uitgebreid, dat liet niet gelukt alle kop
pen en bladeren in (lpzen lijd te ver
voeren. Daarom moet' worden aanbe
volen met '11 tweede gedeelte der koppen
en bladeren als volgt le handelen. De
koppen en bladeren worden van elkaar
gescheiden. De koppen, naar de boerderij
vervoerd, worden daar op een droge
plaats, liefst op een grasvlakte, op een
hoop gelegd met een voet van 1 M. en
M- 1 M. hoog. Te zwaar mag men de
hoopen niet maken. Ze moeten een paar
maal worden omgezet. Alleen bij vorst
is het noodig met wat slroo te bedekken,
vooral aan de windzijde. Deze kóppen
zijn een uitmuntend voedsel voor paar
den, runderen en schapen.
Hel afhakken en vervoeren der kop
pen komt te staan op 4- f 15 per H.A
Men oogst gemiddeld 6700 K.G. koppen
per H.A. Deze bevatten in doorsnee 1 °/o
verteerbaar, zuiver eiwit en 14.9 °.o zet-
meelwaarde. 100 K.G. van deze koppen
zijn ongeveer gelijkwaardig niet ruim
100 K.G. voederbieten -j- 10 K.G. gerstc-
mecl. Tegenwoordig Sfcbben ze voor de
voeding een waarde van minstens I' 1,50
f 1,60 per 100 K.G. Wanneer men
alleen de koppen oogst, heeft men dus
voor f 100'voeder per H.A.
Na het afsnijden der koppen kan men
de velden nog met schapen beweidèn of
met jong vee. Op die manier wordt ook
nog oen gedeelte der bladeren benut.
M. i. moet men er naar streven
ten eerste zooveel mogelijk bladeren en
koppen verscli le vervoeren. Dan zoo
veel koppen le snijden, dal men al het
vee, nadat met vcrsche koppen en hin
deren moet worden opgehouden, nog
i 4 5 6 weken kan voeren met een
mengsel van de helft a Vr, voederbieten
en dc helft a */3 koppen. Onderstaand
weer eenige goed koop e rantsoenen
A. Melkkoeien met een levend gewicht
van 600 K.G. en 12 K.G. melk per dag:
K.G. weidehooi, 0,5 K.G. tarwekaf,
0,5 K.G. haverkaf. 1,5 K.G. grondno
tenkoek, 20 K.G. voederbieten en 20 K.t
koppen.
B. Mestdieren van 500 K.G. in liet
begin der mestperiode 1 K.G. weidehooi,
1 K.G. gesneden kanthooi, 1 K.G. ge
sneden erwtenstroo, 0,5 K.G. tarwekaf,
0,5 K.G. haverkaf, 0,5 K.G. vleeschmeel,
0,5 K.G. lijnmeel, 10 K.G. voederbieten
en 30 K.G. koppen.
C. Voor groeiend jong vee met een
levend gewicht van -r 400 K.G.:
1 K.G. weidehooi, 1 K.G. gesnedfen
kanthooi, 1 K.G. gesneden erwtenstroo.
0,25 K.G. tarwekaf, 0,25 K.G. haverkaf
0,50 K.G. vleeschmeel, 10 K.G. voorhie
len en 20 K.G. koppen.
De voederbieten laten zich natuurlijk
ook door ingekuilde of droge pulp ver
vangen. I11 plaats van 100 K.G. middel
soort mangelwortels, kan men H~ 110
K.G. ingekuilde of 111 K.G. droge pulp
geven. Met deze voedering brengt men
het tol ongeveer half Januari.
Ten slotte moet dan nog de rest van
dc bietenkoppen en bladeren op een
derde manier voor de voeding benut
worden. Zooals ik reeds zei, alles verscli
opvoeren gaal in de meeste bedrijven
niet. De kop.pen kan men ook niet ge
makkelijk langer dan tot half Januari
goed houden. Ze gaan dan schimmelen,
worden om te voederen gevaarlijk en
gaan achteruit in voedervvaarde. De rest
moet men daarom door inkuilen tegen
bederf behoeden. Belangrijke proeven
daarnaar in Zeeland ingesteld, hebben
geleerd
a. dat na 5 a 6 weken hel ingekuilde
voer le gebruiken is, doordien dan de
gistingen afgeloopen zijn;
l). (lat dc ingekuilde koppen en bl
deren een uitmuntend voedsel vormen
voor rundvee, schapen en paarden;
dal men van 100 K.G. ingekuilde
koppen en bladeren gemiddeld 70
K.G. ingekuild voedsel overhoudt, waar
van nog 2 a 3 K.G. afgaat voor be-,
'dorven voer van de kanten;
dat dit voedsel gemiddeld bevat
0,6 verteerbaar zuiver eiwit en 6 °/o
zetmeel waarde.
Om teleurstelling te voorkomen moet
de inkuiling goed geschieden en daarom
wordt aanbevolen hel volgende zorgvul
dig in acht te nemen:
Dc kuil maakt men bij voorkeur in
vasten grond. Dc breedte wordt niet le
groot genomen, bijv. 2 a 2V2 M. Dc vul
ling moet zoo mogelijk binnen 2plagen
geschieden; een duur van 3 of 4 dagen
is niet wenschclijk. Men neme daarom
de lengte zoo, dat men zeker is 'n kuil
2 dagen te kunnen afwerken. De
bodem van den kuil moet boven den
hoogstcn stand van hel grondwater lig
gen. Men geeft cenig verval, terwijl het
:iau le bevelen is aan den laagsten kant
met draineerbuizen een afvoerkanaal te
maken. De lengte-zijden worden recht
afgestoken, dc korte zijden schuin, zoo
dal men niet een voer over den hoop
kan rijden. Bodem en zijwanden wor
den met 'n zeer dunne laag stroo bedekt
Veel slroo is sterk af le keuren, omdat
er geen lucht mag worden ingesloten
I11 de vier hoeken plaatst men lood
recht gestelde latten. Daardoor gelukt
liet beter zoo op te stapelen, dat later
uitzakken voorkomen wordt. Men moet
de kuil bij voorkeur ook zoo maken,
dat men er aan alle zijden omheen kan
rijden. De opvolgende voeren worden
lan aan verschillende kanten gelost
Men moet trachten hel voer zoo zindelijk
mogelijk bijeen le brengen. Bij 'l lossen
(is hel zeer wenschclijk een paar mannen
op hel voeder le zetten, die het voer
gelijkmatig verdeden, vasttrappen en
met de spa stuk steken. Om 't voedsel
fvast ineen tc persen moet men af en toe,
zoolang de hoop daarvoor nog niet le
hoog is, met volle voeren daar overheen
rijden. Hoofdzaak voor goed gelukken
fis vast aantrappen. Komt jmen boven den
grond, dan neemt men den hóóp iels in,
om inzakken le voorkomen. Men kan
dc hoop maken lol ongeveer 21/* M. ho
ven den grond. Vervolgens dekke men
>k met een zeer dunne stroolaag af en
brengt men bovenop direct i 25 c.M.
grond. Natuurlijk zoo, dal geen ongelijk
matig zakken kan plaats hebben. Den
volgenden (lag dekt men met 60 c.M.
grond, terwijl men ook op de zijkanten
minstens 40 a 50 c.M. grond aanbrengt.
I)e bedekking van de zijkanten is Ier
halver lioogte niet zoo gemakkelijk.
Daarom is aan le bevelen daar met be
hulp van paaltjes schuine planken aar
le brengen, die liet afzakken van grond
voorkomen.
Nogmaals, totale afsluiting van de
lucht dus gebruik van zeer dunne
stroolagen, sterk aantrappen en zwaar
belasten snel vullen van de kuil en
voorkomen van uitzakken, zijn noodza
kelijke voorwaarden 0111 goed le slagen.
Later heeft men aan de kuil niets meer
tc doen, dan dc scheuren, die er in de
bedekking ontstaan, snel le vullen en
vast le trappen. Dc kuil mag niet inre
genen. Wanneer men over weinig lijd
en werkkrachten beschikt, kan men de
kuil natuurlijk ook op hel bietenveld
maken, 's Winters is er meer tijd voor
liet vervoer. De gisting is in 6 weken
afgeloopen en liet voeder kan daarna
gebruik! worden. Men moet dan de kuil,
van de lage zijde te beginnen, bij ge
deelten openen en eiken dag hel bcnoo-
digdc voer er uil halen.
Van 100 K.G. verscli voeder houdt
men 67 K.G. zuur voeder over. Ook
de samenstelling daarvan is door dc
gisting belangrijk veranderd. Het bevat
gemiddeld minstens 0,6 0/0 verteerbaar,
zuiver eiwit en 6 zetmeelwaarde
Wanneer men 85 0/0 van dc bladeren en
koppen per H.A. oogst, verkrijgt men
gemiddeld 15370 K.G. zuur voer. 100 K.G.
zuur voer zijn gelijkwaardig met onge
veer 70 K.G. voederbieten - D/2 K.G.
Amerikaansch lijnmeel. De waarde van
dit voeder bedraagt dus minstens f 0,65 a
f 0,70 per 100 K.G. Dc oogst van 1 H.A.
vertegenwoordigt voor de voeding een
waarde van ruim f 100. De totale kosten
voor ve.rvoereh en inkuilen komen of
f 20 5 f 25 per H.A.
Hel voeder wordt door het vee gaarne
genomen.
Goed reinigen van de voederbakken is
echter ook noodzakelijk. Onderstaand
weer eenige rantsoenen met dit voedsel:
A. Melkkoeien van 600 K.G. levend
gewicht, die 12 K.G. melk geven:
G K.G. weidehooi, 0,5 K.G. tarwekaf,
0,5 K.G. haverkaf, 1,25 K.G. Ameri
kaansch lijnmeel, ,1,5 K.G. grondnolen-
koelc, 20 K.G. voederbieten en 25 K.G.
zuur voer.
B. Mestossen van 575 K.G., tegen het
einde der mestperiode:
K.G. weidehooi, 0,5 K.G. gesneden
kanthooi. 1 K.G. gesneden erwtenstroo,
0,25 K.G. tarwekaf, 0,25 K.G. haverkaf,
0,5 K.G. Amerikaansch lijnmeel, 1 K.G,
grondnotenkoek, 3 K.G. tweede kwaliteit
tarwe, 15 K.G. voederbieten, 10 K.G.
pulp en 20 K.G. zuur voer.
C. Groeiend jong vee van 400 K.G.:
3 K.G. weidehooi, 2 K.G. gesneden
liaverstroo, 1,5 K.G. gesneden erwten-
fit 1*00, 15.K.G. voederbieten, 10 K.G. pulp,
20 K.G. zuur voer en 1 K.G. katoenzaad
meel.
Wanneer men dezen herfst in Zeeland
op voor omschreven wijze te werk gaat,
zal men de voedernood in onze provin
cie niet sterk behoeven te voelen. I11 het
kort komt het systeem dus op het vol
gende neer: Opstallen van een groot
gedeelte van het vee bij liet begin van
den bietenoogst. Afgrazen van de weiden
door goed gedekt jong vee. Op stal voe
ren met hoofdzakelijk vcrsche koppen
en bladeren lot i 14 dagen na liet be
ëindigen van den bietenoogst. Daarna
opstallen van al het vee. Vier lot zes
weken een rantsoen met overwegend
bietenkoppen. Ten slotte in den nawin-
ter, van af half Januari, '11 rantsoen
met veel ingekuilde koppen en bladeren.
~£en moeilijkheid van dit systeem is,
dat het nog al arbeid vraagt in een
uiterst drukken tijd. Dit bezwaar is
echter dit jaar wel le ondervangen. De
werkeloosheid in verschillende andere
bedrijven is van dien aard, dat men
wel eenige extra krachten zal kunnen
krijgen. En dit uitstekende voer is wel
wat extra loon waard. Ook is de arbeid,
verbonden aan hel verzamelen en ver
voeren van koppen en bladeren gemak
kelijk le leeren. Bij liet verzamelen van
koppen en bladeren moet men er naar
streven deze zoo zindelijk mogelijk bij
een le brengen. Dit geschiedt het best,
indieii men vóór hel vervoer koppen en
bladeren met hooivorken op kleine
hoopjes laat brengen. Op die wijze kan
er heel wat aarde worden afgeschud.
Ook in bedrijven, waar men veel bie
ten en weinig vee heeft, of daar, waar
men over veel voederbieten beschikt,
mogen dit jaar geen koppen en bladeren
worden ondergeploegd. I11 'l eerste geval
kan men trachten dit voeder aan andere
landbouwers te verkoopen, in 't tweede
geval kan men een gedeelte zijner voe
derbieten van de hand doen. Deze zullen
zeker dit jaar een goeden prijs opbren
gen. En nog iets anders ware misschien
te overwegen. Gewoonlijk verkoopt Zee
land in den herfst een groot aantal
kalf va ar zen en jonge paarden. Dezen
herfst zijn de prijzen daarvan bizonder
laag. Zij, die over veel goedkoop voeder
beschikken, zouden misschien voordee-
lige zaken maken, indien ze nu kalf-
vaarzen en misschien ook jonge paarden
opkochten. Deze dieren zullen zeer
waarschijnlijk a.s. voorjaar legen den
wei tijd veel meer gevraagd zijn.
Men verzuime vooral niet per dier en
per dag 20 lot 45 gram phosphorzure
kalk bij le voeren. Dit kost 1" 1,23
per 5 K.G., en moet bij betrouwbare
voederhandelaren worden gekocht.
De kwestie van het goed benutten van
Jiietenkoppen en bladeren is altijd, maar
speciaal dit jaar, voor onze provincie
van zeer groote betcekenis. Ondergetee-
kende hoopt daarom, dat de bieten-
verbouwers hel door hem aanbevolen
systeem zullen willen beproeven. Hij is
gaarne bereid aan hen, die nog meer
gegevens wenschcn, mondelinge of schrif
telijke adviezen te geven. Tevens beveelt
hij zich aan voor mededecling van opge
dane eiworingen.
De Rijks-Zuivelconsulent
voor Zeeland
C. ZWAGERMAN.