achtneming van art. 264 en 266 cler
gemeentewet, terwijl dan ook uit de hef
fingsverordening zou moeten blijken, bij
welke inkomens de belastingplichtigen
vermogend, minder-vermogend en min
vermogend moeten geacht worden.
Daar het van groot belang geacht moet
worden, dat zij vóór 1 September de
noodige goedkeuring op die verordening
verkregen hebben, achten Burgem. en
Weth. het raadzaam, dat de raad de
vastgestelde verordening intrekt, en deze
opnieuw vaststelt met weglating van de
categorie van mindcr-vermogenden, wel
ke er bij amendement van den heer
Doeleman is ingebracht.
Wordt dit gedaan, dan is het bezwaar
van Gedep. Staten ondervangen. Mocht
in het vervolg door den raad alsnog 'n
verordening in de schoolgeldheffing ge-
wenscht worden, dan kan daartoe altijd
nog besloten worden en de zaak kalm
in orde gebracht worden.
Naar aanleiding van het voorstel van
Burgem. en Weth. zijn er twee amende
menten, één van vier raadsleden, en
één van den heer Doeleman, waarvan
wij den inhoud niet kunnen mededeclen,
omdat zij niet voorgelezen en behandeld
zijn geworden, daar op* verzoek van den
voorzitter de amendementen zijn inge
trokken. Zij, die echter met de nu voor
gestelde regeling niet kunnen instem
men, kunnen later met elkander over
een andere regeling confereeren. Nu is
het zaak aan te nemen, wat Burgem.
en Weth. voorstellen.
Conform het voorstel van Burgem. en
Weth. wordt besloten.
Ter tafel komt het voorstel der com
missie voor de strafverordeningen tot
wijziging der verordening op 't slachten
van vee en het verkoopen van vleesch.
De heer De Crane heeft verschillende
brochures over deze aangelegenheid ge
lezen, en daaruit o. a. ontwaard, dat bij
jgebruik van het schietmasker hel vleesch
niet behoorlijk uitblocdt. Hebben, vraagt
spreker Burgem. en Weth. een schiet
masker laten komen?
De voorzitter: Burgem. en Weth. heb
ben een schietmasker laten komen. En
dit voldoet. De heer De Crane heeft in
de laatste zitting voorgesteld de behan
deling dezer verordening aan te houden,
teneinde belanghebbenden in de gele
genheid te stellen hun gevoelen te uiten.
Kennis is genomen van de stukken in
het plaatselijk blad. Burgem. en Weth.,
die aan de hand gaan van de veeartsen
in deze gemeente, vinden geen reden een
verandering in de verordening te bren
gen, alhoewel hij persoonlijk overtuigd
is, dat de Joodsche manier van slachten
geen wreede is. Men kan het vrij laten,
of de Joodsche manier nemen, of het
slachtmasker invoeren. Men beschouwt
het schietmasker als de minst pijnlijke
manier.
De heer Gelderman maakt bezwaar
tegen de invoering van gemeentewege
van 't slachtmasker. De Joodsche slacht
methode wordt in enkele abattoirs toe
gepast. Bovendien zijn de geleerden het
met elkander niet eens, welke methode
de beste is. Wij verkeeren in dit opzicht
nog in het stadium van onzekerheid. Er
is geen reden een bepaling in het leven
te roepen, die door velen niet verlang<|
wordt, door de slagers ook niet, die er
niet eens nota van genomen hebben. Hij
zou het zoo laten, als het nu is.
Spreker is er wel voor in de verorde
ning de bepaling op te nemen, dat vóór
het slachten eenige bossen stroo op den
grond uitgespreid worden.
De voorzitter: De leden der commissie
voor de strafverordeningen zijn vurige
voorstanders van het schietmasker.
De heer De Crane heeft verschillende
brochures over deze zaak gelezen, en
ook verschillende slagers gesproken, en
is op grond van een en ander tegen hel
schietmasker. Hel vleesch bloedt min
der uit, en is spoediger aan bederf on
derhevig.
De heer Van den Bout: Hel dooden
met 't schietmasker is niet nieuw. Vroe
ger geschiedde de bedwelming met een
ijzeren hamer met een lange steel. Dit
is vervangen door afsteking van den
nekspier. En nu is in de plaats daar
van gekomen het slachtmasker, dal niet
ruw en altijd zeker is. Of het vleesch
vroeger uitgebloed was, weet hij niet,
maar dit weet hij wel, dat de mcnschen
het gegeten hebben.
De heer Fokker: De heer Gelderman
heeft gezegd, dat hij het zoo wil laten,
zooals het nu is. Maar spreker heeft
wel eens gehoord, dat de beesten op een
schandalige manier gemarteld worden.
De knechts deden dit, zoodat de patroons
Kt aan te pas kwamen. Een algemccne
maatregel zal aan die marteling paal
en perk stellen. Daarom zal hij vóór 't
voorstel der commissie voor de straf
verordeningen stemmen.
Gezegd is, dat de slagers er niet mede
ingenomen zijn. Waaruit, vraagt spre
ker, is dat gebleken? Niemand van de
slagers heeft er zich over beklaagd. En
«al waren zij er nu ook allemaal legen,
dan is hij er nog -voor.
De heer Potvliet, lid der commissie
voor de strafverordeningen, laat de ver
dediging van het voorstel over aan den
heer De Vrieze.
De heer De Vrieze zet uiteen, dat er
drie methoden zijn om 't dier te dooden,
het schietmasker, het afsteken van het
verlengde merg, en de Joodsche methode
van slachten, die bestaat in het door
snijden der halsaderen met één messe-
streek. De poolen zijn daarbij samen
gebonden. Spreker is van gevoelen, dat
de Joodsche slachtmethode wel pijn ver
oorzaakt. De hersenen bloeden leeg. De
Joodsche halssnede oefent een gewel
dige prikkeling op het hart uit. Als
daarentegen :t schietmasker goed wordt
toegepast, dan is het beest ongevoelig.
Wanneer van Joodsche zijde beweerd
wordt, dat bij aanwending van 't schiet
masker het beest niet goed uitblocdt,
dan is dat onjuist. En dat het vleesch
minderwaardig zou zijn, is ook onjuist.
Spreker wil niemand in zijn gods
dienstige gevoelens krenken. Maar het
schietmasker is de meest humane ma
nier het beest te dooden.
De voorzitter brengt het betreffende
artikel in stemming, dat met elf legen
twee stemmen wordt aangenomen.
De heeren De Crane en Gelderman
stemden tegen.
Hierop wordt de geheele verordening
in stemming gebracht. Zij wordt met
twaalf tegen één stem aangenomen.
Tegen stemde de heer De Crane.
Aan de orde is het voorstel van
Burgem. en Weth. om aan het bestuur
der schietvereeniging „Zierikzee", voor
defi op 18, 19, 20, 23, 26 en 27sten Juli
te houden nationalen schietwedstrijd 'n
verguld zilveren medaille beschikbaar
te stellen.
Op feesten van dien aard is veel be
zoek van buiten te verwachten, waar
door de gemeente indirect gebaat wordt.
De heer Potvliet deelt mede, dat hel
rekwest bij den raad reeds was inge
diend, toen hem door een lid van het
bestuur werd gezegd, dat men liever
een bijdrage in geld ontving.
De voorzitter acht dit niet wcnschelijk.
De heer Pol vliet: Men zou 'n bijdrage
kunnen geven, teneinde aan hel bestuur
gelegenheid te geven daarvoor 'n kunst
voorwerp te koopen.
De heer Gelderman: Een verguld zil
veren medailjc kost f 6,50. En als wij
een bijdrage geven, dan kost het ons
wellicht f 25.
De heer Pol vliet bestrijdt den heer
Gelderman.
De heer De Vrieze verklaart een
ijverig lid te wezen van de schietver
eeniging ..Zierikzee'. Nu is de toestand
der kas van dc schietvereeniging zeer
slecht. Wij hebben groote uitgaven ge
had, voor een kuil van gewapend beton,
voor den aanleg van telefoon en schiet
baan, enz.
De heer Van den Bout: Dus dc vcr-
eeniging is failliet.
De heer Dc Vrieze: Neen. een vett*
cenijging als de onze gaat niet failliet.
Nu zijn zooveel toezeggingen van prij
zen en medailles gedaan, dat men liever
een geldelijke bijdrage had.
De heer Polvliet stelt voor 'n bijdrage
tot een bedrag van tien gulden te geven.
De heer Doeleman stelt voor, aange
zien die wedstrijdien een indirect voor
deel voor de gemeente zijn. aan dc
schietvereeniging „Zierikzee" f 10 toe te
kennen en n verguld zilveren medailje.
De heer Polvliet neemt 't amendement
van den heer Doeleman over.
De heer Fokker: In hel rekwest wordt
een medailje gevraagd. En nu komt
in strijd met liet adres een lid van den
raad iets anders voorstellen.
De heer Doeleman: Men blijft altijd
het recht houden een amendement in
te dienen op het voorstel van Burgem.
en Weth.
De heer Polvliet: Men is op den dag,
waarop het adres was ingediend, bij
hem geweest. Spreker heeft toen aan
geraden naar de secretarie te gaan en
het adres terug te vragen, teneinde er
een renvooi op te -maken.
Het door den heer Doeleman geamen
deerd voorstel wordt in stemming ge
bracht en met elf legen twee stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren
Fokker en Timmerman.
Ter tafel komt 'l voorstel van Burgem.
en Weth. om naar aanleiding van liet
Verzoek van de gebr. Schot om de pacht-
bvereenkomst van een perceel grond met
tien jaren te verlengen, die verlenging
toe te staan voor vijf jaren, dus lol
30 Juni 1920.
Gebr. Schot hebben aan het perceel
kosten noch moeite gespaard, terwijl
de opbrengst niet evenredig is geweest
aan de kosten. Het is daarom billijk
den pachttijd te verlengen met 'n termijn
van vijf jaar, teneinde binnen een niet
al te langen tijd een en ander opnieuw
onder de oogen te kunnen zien en
weder met Schol te kunnen onder
handelen.
De heer Ribbens acht deze zaak van
groot gewicht. Vroeger maakte de visch-
vangsl hier een voorname tak van be
staan uit. Sedert eeuwen reeds is dc
naam Zierikzee van de markt verdwe
nen. Nu is 'n kentering gekomen. Dank
zij de mosseljcultuur begint onze ge
meente weer eenigen naam te krijgen.
Deze mossefen vinden veel aftrek in
Mcchelen en Antwerpen. De mosselcul-
luur alhier wordt door de gebroeders
Schol gedreven. Zij hebben reeds drie
jaren achtereen groote bedragen aan
die cultuur ten koste gelegd; natuurlijk
met dc bedoeling de mosselbanken in
dc toekomst productief, winstgevend te
maken. Vlug gaat dal niet in zijn werk.
Dc mossel toch heeft vijf jaren noodig
om tol ontwikkeling te komen. Nu zou
spreker met het oog op een en ander
de pacht niet tol vijf, maar lol tien
jaar verlengd willen zien.
De heer Gelderman kan zich met 'l
amendement van den heer Ribbens niet
verccnigen.
De heer Boone: Meer dan eens is
gezegd, dat publiek verpachten raad
zaam is. Tien jaren te verpachten acht
hij niet wcnschelijk. Hij is daarom tegen
hel amendement—Ribbens.
De voorzitter: Er is heel veel voor
om aan hel verzoek van gebr. Schot te
voldoen. Zij hebben veel aan die per-
ceelcn ten koste gelegd. De. meerderheid
van het college van Burgem. en Weth.
vond tien jaren een ontzettende?! lijd
Maar namen die perceelen op, dan zou
tten wij na verloop van vijf jaren over
de kosten kunnen praten. Na die vijt
jaren kunnen wij met hen onder
handelen.
De heer Gelderman zou willen, dat
men na vijf jaren in eerste instantie
aan de gebr. Schot vroeg, of zij meer
willen geven. En zoo dit niet l geval
mocht wezen, dan zou hij de pei'ceelen
publiek willen verpachten.
De heer Ribbens zegt, dat hij gebr.
Schol op het oogenblik van winst geen
sprake is. Zij trachten de perceelen
beter te maken.
Aangezien thans bijna de geheele Oos-
lerschelde beneden Zierikzee en ook de
aan Zierikzee bchoorende gronden in
cultuur zijn gebracht, is er gi-oole kans,
dat meerdere visscliers zich in dc nabij
heid van die gronden zullen vestigen.
Zouden wij ons niet schamen moeten,
indien door tegenwerking die mcnschen
op Flaauwcrs of de Schclliock huizen
gingen bouwen? Laten wij ons hcrinne-
ren, dat in 1835 door het zich blind
staren op eenige enkele tientallen gul
dens Zierikzee vooi* duizenden schade
leed. Immers Brouwershaven kreeg 'n
volledig loodswezen, lonnenmagazijn,
enz., en Zierikzee kreeg niets. Gered is
nog iels door den vader en grootvader
van den heer W. C. de Crane, die in
brochures een en ander in hel licht
hebben gesteld.
Spreker stelt hierop voor de bewoners
van Zierikzee, die de visscherij uitoefe
nen, in de hand te werken, en verklaart.
dal dit in het belang van onze gemeente
is. Men verlenge den pachtlermijn van
de gebroeders Schot met tien jaren.
De heer Fokker, beamend het gespro
kene door den heer Ribbens, geeft den
Raad in overweging zich op een zoo
ruim mogelijk standpunt te stellen. Wij
staan op een keerpunt. Wij kunnen de
Visscherij, die in opkomst is, bevorderen,
of den kop indrukken. De groote for
tuinen zijn uit Zierikzee verdwenen.
Laat ons trachten nieuwe bronnen van
inkomsten te scheppen. Laat ons dank
baar zijn, als wij weer een visschers-
bevolking kunnen krijgen, want daar
uit kunnen allerlei vooi-deelen voor de
gemeente voortspruiten. Men moet in
het begin deze zaak bevorderen. Niet
tegen te spreken is, dat wij meer zullen
kiajgen bij een publieke verpachting van
de perceelen. Maar hij zou er altijd
tegen zijn, als wij die verpachten aan
mcnschen van buiten. Maar laten wij 'l
gunnen aan de vier of vijf visscliers,
die hier wonen. Komen er nog eenige
bij, dan hebben wij binnen eenige jaren
een visscliers vloot. Misschien zal de ge
meentekas eenige höndcrde guldens meer
krijgen bij een publieke verpachting,
maar het gevolg zal wezen, dat dc vis
scliers naar elders gaan. Spreker somt
de voordeden van een visschersbevol-
king op. Deze is in den regel zeer
vruchtbaar, en koopt alles hier. Wij
slaan op den drempel van een nieuw
gebouw, laat ons de deur niet dicht
doen, maar haar open laten, opdat een
ieder binnen kan komen.
De heer Koopman is vroeger altijd
voor publieke verpachting geweest. Nu
is hij beter op de hoogte. Het is bijna
niet mogelijk een visschersperceel te
pachten dan op langen termijn. Lange
verpachting acht hij gewcnschl. Hij is
het met den heer Fokker eens. Als hij
Van den Bout vraagt, acht gij verpach
ting van grond telkens voor zeven jaren
wcnschelijk, dan zal hij zeggen neen.
Vijf jaren pacht, daar hebben de mcn
schen niets aan.
De heer Ribbens wil '1 duidelijk licht
hierop laten vallen, dal het in liet be
lang van Zierikzee is niet met vijf, maar
met tien jaren de pacht te verlengen.
Verpachten wij het slechts voor vijf
jaren, dan zullen zij, die pachten, roof-
vischvangsl uitoefenen, hetgeen dc waar
de der perceelen voorzeker aanmerkelijk
zal doen dalen-.
Dc voorzitter brengt in stemming hel
amendement van den heer Ribbens. Het
wordt met bijkans algemccne stemmen
aangenomen. Alleen de heer Boone stem
de legen.
Bij de rondvraag vraagt «le heer Van
Os of aan Burgem. en Weth. bekend
is de slechte locstand van het Tweedtu
Weegje nabij de nieuwe mestvaalt.
De voorzitter: Dc toestand is hersteld,
de weg is in orde.
De heer Van den Bout maakt gewag
van 't onderloopen van eenige perceelen
langs 't Dijkwaler, waardoor menschcn
schade geleden hebben.
Dc voorzitter: Er zijn maatregelen ge
nomen het in het vervolg te voorkomen.
De voorzitter sluit hierop dc ver
gadering.