ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Vrijdag 1 Mei 1914.
f38,25
uu
HAAIJER. Tholen.
TWEEDE BLAD.
RECLAMES.
Verhuizen.
Vrede en strijd
(Z ierlkzeesche
C o u r a n t).
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit bladdat iederen
MAANDAGWOENSDAG en VRIJDAG verschijntis
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Voor het buitenland, verzending één» per week,
f 10 per jaar by vooruitbetaling.
70ste JAARGANG, No. 9537.
Directeurs A. J. DE LOOZE Jr.
Uitgever-HoofdredacteurA. FRANKEL.
Redacteurs J. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Van 13 regels 30 ets meerdere regels 10 ct».
By abonnement op voordeelige voorwaarden. Het
tarief hiervoor is aan het bureau verkrijgbaar.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdag»-Jen Vrydagsmiddag» uiterljjk vóór 9.30 ure.
1-5 regels 75 ets. Elke regel meer 15 ets.
is de prijs van ons Reclame
Rijwiel met dubbel klokken-
lager, met 2 jaar garantie op
alle wrijvende deelen en 1 jaar
op de banden.
in de meeste plaatsen is de eerste
Vlei de verhuisdag bij uitnemendheid
en daardoor voor velen een dag vol
emoties, vol gemengde gewaarwor
dingen.
Het behoort tot de groote uitzon
dering, dat de plek, waar eens
iemands wiegje stond" en die, waar
op hij in zijn laatste woning" ter
ruste wordt gelegd, door hetzelfde
dak werd overschaduwd. Voor de
meesten onzer is het leven ,,een statig
verreizen en vertrekken".
Den één wordt het wel is waar
vergund langer dan den ander te ver
toeven in de woning, hem tot een
tijdelijke verblijfplaats aangewezen,
alten worden, op enkele uitzonde
ringen na, van tijd tot tijd opgejaagd
van de „plek der ruste", om elders
een woonstee op te zoeken.
Er zijn van die menschen, die dooi
den aard hunner betrekking genood
zaakt zijn telkens en telkens te ver
huizen. Voor hen moge het nu niet
bizonder aangenaam zijn, zoo dik
wijls weder met hun „hebben en
houen te moeten opbreken, toch
wordt het heen en weer trekken voor
hen gaandeweg een gewoonte en het
afscheid van de plaats, waar zij eeni-
gen tijd hun tenten hadden opgesla
gen, valt de meesten hunner dan ook
zelden zwaar.
Gansch anders is het ecliter, wan
neer wij jarenlang een zelfde huis
hebben bewoond; een woning, waar
aan zoovele herinneringen zijn ver
bonden: herinneringen van lief en
leed, van vreugde en rouw, van ge
juich en van geween.
Neen, men verhuist niet zonder
reden
Hier is het de dood, die één
der eehtgenooteu heeft weggenomen,
waardoor de achterblijvenden onmo
gelijk meer kunnen blijven wonen,
waar men te zamen zoo vete geluk
kige jaren heeft doorgebracht.
Daar weer zijn financiëele rampen
de oorzaak, dat men zich met een
minder geriefelijke, op minder goe
den stand gelegen woning moet te
vreden stellen.
Elders weer. is het verhuizen een
gevolg van verbetering van levens
omstandigheden, waardoor het af
scheid van een plek, waaraan men
misschien reeds gehecht raakte, wordt
verzacht.
Hebt gij uw leeggehaald huis wel
eens voor het laatst doorgeloopen
Een kijkje genomen voor het laatst
in elk vertrekje, dat wellicht nooit
meer door u zal worden betreden?
Wat hebt ge toen wet gevoeld, op
zulk een oogenblik, terwijl ge in u
zelf bij eiken stap een „laatst vaar
wel" ftuisterdet
En als ge zelf trouw hebt mede-
geholpen 0111 uw bezittingen in te
pakken, wat is 11 toen niet veel door
de handen en door de gedachten ge
gaan
Hoevele, misschien onbeduidende
zaken hebt ge toen staan te bekijken,
dingen, die ge, in wie weet hoe 'n
langen tijd niet onder de oogen hadt
gehad! Wat een herinneringen uit
lang vervlogen dagen zijn bij dat be
kijken in u opgewekt!
Neen, niemand is Zoo koud of ge
voelloos, zoo weinig mensch, of la t
heengaan kosl hem een traan een
traan van weemoed of dankbaarheid.
Niemand zal gedachteloos een laat-
sten voetstap in de oude woning, die
11 ij gereedstaat te verlaten met al wat
hij heeft, of met al wat hij mist.
In zijn „Mooi Leven" heeft do
auteur (E. iw. Drijver) den verhuis
dag zoo mooi geschetst. Aan het stol
daarvan zegt hij: „Toen Jacob te
Berseba kwam, offerde hij offeranden
aan God", zoo luidt liet verhaal van
de tocht van den aartsvader op zijn
reis naar Egypteiand.
Onder hetgeen hij meenam naar de
nieuwe woonplaats, behoorde ook't
huisaltaar of wei zijn godenbeelden.
Een schoone les voor ieder, die
verhuizen gaat met zich te nemen
het heilig voornemen bij vernieuwing
te onderhouden de goede betrekking
met Hem, die van geen verreizen of
veranderen weet. .Weer opgebouwd
liet altaar, waarin gegrift staat: „tot
hiertoe heeft ons de Heer geholpen
en waarbij de Hoop schrijft „en. Hij
zal verder helpen".
Veel werd weggedaan uit de oude
woning, veel waarvan wij dachten,
dat het ons geen nul of dienst meer
doen kon, veel waarvan wij meenden,
dat liet ons nieuwe huis ontsieren zou.
daarentegen moest wat nieuws wor
den aangeschaft, om 't oude, verslete-
ne of niet meer passende te vervangen.
Zóó richten wij de nieuwe woning
zoo goed mogelijk in, opdat wij er
spoedig wennen. De omgeving zij
vreemd, dee's wanden mogen niet
spreken zooals de Genestet zegt
in dat mooie vers aan „Het Oude
Huis" gewijd, toch trachten we ons
weer thuis te gevoelen, en wij zullen
er Ihuis zijn, als we er maar weer
hebben, als voorheen elders, „het
zonnetje van binnen hel zonnetje
van blijmoedigheid, dankbaarheid en
tevredenheid.
„Ons leven is een staag verreizen
en vertrekken". Wij allen zijn al zoo
dikwijls verhuisd: Van den moeder
schoot naar den ruimen grond; van
de kinderkamer naar de school; van
de school naar het volle leven; van
't oude standpunt naar een nieuwe
gedachtensfeer; verhuisd van lucht-
kasteelen, waarin wij maar kort
mochten wonen, naar de vaak teleur
stellende werkelijkheid; verhuisd van
't land der vreugde naar dat dei-
smart en zoo meer!
Zóó was ons leven, goed be
schouwd, eigenlijk één groote ver
huisdag, en zoo zal het blijven totdat
de laatste verhuiswagen staat voor
onze deur. Niemand weet wanneer,
maar allen weten wij, dat die dag
eenmaal komt!
Op dien laatsten verhuisdag bij
tijds ons voorbereid, zóó, dat als wij
vertrokken zijn naar 't Onbekende
Land, in onze oude woonplaats velen
zijn, die ons missen, die ons blijven
liefhebben, die een goede herinnering
aan ons bewaren, door welke wij
voortleven met hen, lang hoelang!"
v. V.
Verslag van den Gsmeenteraad
te Stavenisse.
op Dinsdag 28 April 1914, des v.m. 10 ure.
Voorzitter de heer J. M. van Door-
ninck.
Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na lezing onveranderd goed-
keurd.
Ingekomen was een bericht van
de inrichting voor doofstommen
onderwijs te Rotterdam, dat zij ken
nis heeft genomen van het verhuizen
van den vader (A. Quist) van liet
verpleegde kind naar Rotterdam. De
verpleegkosten komen ten laste de
zer gemeente tot 1 Mei 1914. Op ver
zoek van den vader zegt de voor
zitter dank voor den ontvangen
steun aan zijn zoontje.
Ingekomen was een missieve van
H.H. Gedep. Staten, meldende de
ontvangst van het afschrift der vast
gestelde politie-verordening.
Eveneens goedkeuring van eenigc
af- en overschrijvingen, dienst 1913.
(Aangenomen voor kennisgeving).
Ingekomen was een verzoekschrift
van mej. M. G. Kaufmann om ont
slag als onderwijzeres. Dit wordt eer
vol gegeven tegen l Mei a.s. of zoo
veel later, als er' in de vacature zal
zijn voorzien.
Ingekomen missieve H.H. Gedep.
Staten, goedkeuring H. O. 1911
Eveneens afschrift van de ontvang
sten en uitgaven 1913 der Gezond
heidscommissie te Tholen. Aangeno
men voor kennisgeving.
Eveneens het proces-verbaal van
kasopname van den gemeente-ont
vanger, waaruit bleek, dat er moest
zijn en ook in kas was f 1208,21.
Ingekomen waren 2 adressen van
de beide weegbruggen alhier om een
rioleering onder het havenpleii) door
van de weegbrugkelders le mogen
aanleggen naar de havenkom. Hier
over had men discussie.
Burgem. en Weth. achten het be
lang niet groot genoeg om zulks toe
le staan, en ook om reden de straat
thans zoo mooi vlak ligt en er zeker
door lijden zal, en er ook bezwaar
voor de beschoeiing is. Zij stellen af
wijzing voor.
De heer H. .1, Dorst zegt, dat het
schoonmaken der weegbrugkelders
zeer lastig is, dat rioleering vlugger
werkt dan uitpomping en dit laatste
hinderlijk is bij weging, wanneer er
,een langen tijd water in staat.
De voorzitter zegt, dat de beschoei
ing het grootste bezwaar is.
De heer H. J. Dorst meent, dat
door den Raad voorwaarden tot weg
neming van bezwaren kunnen wor
den gemaakt.
De heer Potappel, kan zich met het
voorstel van Burgem. en Wetli. ver
eenigen, daar men hier zit voor een
gemeente- en niet voor n weegbrug-
belang.
De heer Hage verzoekt stemming
De heer C. L. Dorst vindt het gra
ven van een rioleering onder het ha
venplein bezwaarlijker dan de be
schoeiingskwestie.
De heer H. J. Dorst verzoekt den
Raad voorwaarden te maken om alle
bezwaren weg te nemen.
De heer C. L. Potappel meent, dat
er bezwaren zullen blijven bestaan,
al is het maar bij nabestrating.
De heer H. J. Dorst stelt voor de
beide vergunningen te verleenen.
Het wordt ondersteund door den
heer Broodman, maar verworpen met
l stemmen (C. L. Dorst, C. Potappel,
1.. Hage en A. J. Verstraate), tegen 2,
met 1 onthouding (,weth. Steendijk).
Aan de orde is de benoeming van
een onderwijzeres. De voordracht
luidt: Mej. J. van Splunter, Noord-
gouwe, A. J. van Damme, Zierikzee
en M. C. J. Rietveld de Hondt, Ierseke.
De voorzitter stelt voor tot benoe
ming over te gaan.
De heer C. L. Dorst vraagt het
woord en zegt, dat hij de opgemaakte
voordracht bevreemdend vindt, daar
een sollicitante van St.-Annaland niet
en een van Oude-Tonge wèl en ri. b.
per telegram voor een proefles op
geroepen is. Dit kost de gemeente aan
reiskosten te veel. Bovendien is het
vreemd, dat er juist 2 dames uit
Zierikzee op staan, zoodat het den
schijn heeft, dat de burgemeester
meer belang toont voor Zierikzee,
dan voor Stavenisse. Hij stelt voor
de benoeming aan te houden tot een
volgende vergadering, en de sollici
tante, mej. van Dijke van St.-Anna
land, zijnde in zijn oog gepasseerd,
alsnog een proefles te doen geven.
Mocht deze aan de eischen voldoen,
dan zou men den heer schoolopzie
ner wijziging der voordracht kunnen
verzoeken.
De voorzitter zegt, dat hij de insi
nuatie-Zierikzee ter zijde zet, dat de
voordracht volgens gewoonte is op
gemaakt en dat hèm geen schuld kan
verweten worden.
De heer Potappel zegt: Is de voor
dracht werkelijk door Burgem. en
iWeth. opgemaakt of is zij aan de
wethouders voorgelegd?
De voorzitter wenscht l'risschc
krachten en frisschen geest in de
school te brengen en daarom is deze
voordracht naar wensch opgemaakt.
De heer Verstraate is het eens met
vorige sprekers, maar voegt er aan
toe, waarom mej. Quakkclaar, die
hier tijdelijk werkzaam is geweest,
nu nog een proefles moest geven en
toch niet op de voordracht voorkomt.
.(Dat was niet noodig). Is de naam
Q. hiervan de oorzaak, dan had men
haar die teleurstelling kunnen be
sparen. Het bevreemdt hem ook, dat
No. 1 een briefkaart en No. 2 een
mondeling bericht van den voorzitter
ontving, meldende de voordracht en
den dag der benoeming, terwijl No. 3
niets ontving. Dit is een eenzijdige
handeling en af te keuren.
De voorzitter zegt, dat het waar is
van No. 1 en No. 2, maar dat het ge
woonte is, dat het schoolhoofd deze
berichten zendt, en dat hij meende,
dat No. 3 ook bericht had ontvangen.
De heer Verstraate zegt, als uwe
meening juist was, dan waren uwe
berichten overbodig. Ik nocpi het
eenvoudig zandstrooien in de oogen
der raadsleden en hun 'n voord ra elft
le geven met de bedoeling uit uw
voordracht een benoeming te moeten
doen.
De heer C. L. Dorst zegt, dat' in
Oude-Tonge pas een onderwijzeres
benoemd is, maar dat de sollicitante,
die hier per telegram ontboden werd,
aldaar gepasseerd is. Men kan niet
anders zeggen, dan dat hier'n luchtje
aan is.
De voorzitter zegt, dat het hem,
uit particuliere aanbevelingen, ge-
wenscht voorkwam alzoo te handelen.
De heer Verstraate zegt, dal, wan
neer er particuliere aanbevelingen
zijn, deze ook aan den Raad moeten
worden overgelegd, ten einde een ge
grond besluit te kunnen nemen. De
Raad en de Wethouders wenschen
evengoed frissche krachten en fris
schen geest in de school te brengen,
maar naar zijn inzien niet naar den
geest van den voorzitter, want dien
noem ik een verkeerden geest.
De voorzitter tracht zijn meening
te verduidelijken, waarop zoowel de
heeren C. E. Dorst als A. J. Ver
straate hem toevoegen, dat hij een
zijdig, onjuist en niet-gerechtvaar-
digd te werk is gegaan.
Het voorstel C. L. Dorst (gesteund
door A. J. Verstraate), om de benoe
ming uit te stellen, wordt aangeno
men met 4 tegen 3 stemmen. (Tegen
de heeren L Hage, H .1 Dorst en
C. Broodman).
De heer Verstraate drukt den
wensch uit, dat voortaan allen, die
op een voordracht staan, hiervan en
van den dag der benoeming kennis
krijgen, dat een voordracht alfabe
tisch worde opgemaakt, daar de
Raad van Stavenisse zelfstandig een
persoon uit de voordracht wil be
noemen en niet aan den leiband van
den voorzitter wil loopen. Ook nog,
dat de convocatiebiljetten zóó tijdig
worden uitgezet, dat er voldoende-ge
legenheid is, om de stukken te komen
inzien en te bestudeeren, terwijl een
Zondag daar tocl% niet voor gebruikt
kan of moet worden.
De voorzitter stelt aan de orde de
benoeming 'van 'n gemeente-opzichter
en stelt namens Burgem. en Weth.
voor om den heer P. C. H. van Oost.
met ingang van 1 Juli a.s., weder voor
een jaar te benoemen.
De heer H. J. Dorst kan zich hier
mede niet vereenigen, daar de per
soon minderjarig is en dit tot moeie-
lijkheden aanleiding kan geven.
De voorzitter vraagt aan spreker,
wat hij hiermede bedoelt, en voegt
er aan toe, dat Burgem. en Weth.
met genoegen een jaar met Van Oost
hebben samengewerkt en zij hem ge
rust kunnen aanbevelen.
De heer C. L. Potappel gelooft-niet,
dat er iemand in de gemeente is, die
zoo bekwaam is als Van Oost voor
gemeente-opzichter en raadt zijn be
noeming aan.
De heer H. J. Dorst zegt, dat er
moeielijkheden kunnen ontstaan met
derden, zooals bij de,kade onlangs.
De heer .Verstraate kan zeer góed
begrijpen, waarom de heer Dorst
tégen het voorstel van Burgem. en
Weth. is, maar wil dit liever niet ont
wikkelen, waarop de heer Dorst
zegt, dit liever vail den heer Ver
straate te willen hooren.
De heer Verstraate zegt, dat hij
stom en lomp is om te spreken over
moeielijkheden, wat de kade betreft.
De opzichter heeft gehandeld op last
van Burgem. en Weth., daartoe ge
machtigd door den Raad, zoodat de
bedoelde moeielijkheden door den
Raad zijn ontstaan. Van Oost heeft
zijn opdracht juist uitgevoerd, naar
genoegen van Burgem. en Weth.
De heer C. L. Dorst kan zijn er
varing mededeelen, dat Van Oost zijn
werk naar wensch kan vervullen en
mocht bij eventueele gevallen advies
noodig zijn, dan kan hij die ten allen
tijde bij zijn vader een bekwaam
deskundige verkrijgen. Hij beveelt
lieni dus aan.
Alhoewel de heer H. J. Dorst voor
gesteld had sollicitanten op tc roepen,
werd er overgegaan tot benoeming,
waarvan het resultaat was: benoemd
Van Oost met 5 stemmen. 2 blanco.
Aangeboden werd een verslag van
den toestand der gemeente over 1913.
Rondzenden aan de leden
Besloten werd tot verlenging met'
6 maanden van den ontruimingster-
I mijn van de onbewoonbaar verktaar-
1 de woning van C. Plansoen.
j Wegens meerdere opgedragen werk
zaamheden schoonhouden school
lokalen werd hel loon van P. G.
van t Veer verhoogd* van f 120 op
f 150, ingaande 1 Januari 1914.
Besloten werd lot cenige af- en
overschrijvingen begrooting 1913.
De voorzitter deelt mede, dat hij
aan den Commissaris der Koningin
verlof heeft aangevraagd van 2 Mei
tot 24 Mei a.s.
Bij de rondvraag geeft de heer Pot-
appel aan Burgem. en «Weth. in over-
j weging om langs de straat op den
Stoofdijk macadam aan te brengen.
I De heer Broodman zag gaarne, dat
bij de stoep van Bil, bij den toren,
de daar voorkomende gaten in den
weg met grind b.v. werden gevuld.
De heer Verstraate verzoekt betere
naleving van Art 100 en 117 der
politic-verordening en zet dit nader
uiteen, waarop de voorzitter zegt, dat
'n voorafgaande waarschuwing meer
praktisch is dan dadelijke bekeuring,
waarop de heer Verstraate zegt, ook
j prijs te stellen op een waarschuwing,
maar dat de havenmeester Stoel geen
misbruik mag maken om vergunning
j te verleenen en zoodoende sommige
artikels krachteloos maakt.
De heer C. L. Dorst vindt 't optre-
den van Stoel, zoowel als van den
burgemeester, soms ongerijmd en bij
niet verandering zal hij zich tot Mid
delburg wenden.
De voorzitter zegt, wat Middelburg
j betreft, zich hiervan niets aan te
trekken.
De heer Verstraate zegt, dat de
voorzitter, als hij wil, zeer vergeet
achtig is, in één woord, dat hij niet
1 het belang onzer gemeente dient.
Onder eenig rumoer, waarbij C. L.
Dorst, A. J. Verstraate en de voor-
zitter nog heen en weer praten, wordt
de vergadering door den laatste ge-
sloten.
1 DOOR
JAN KASZYCKI.
J Een beschermer van den oorlog schreef
l eens: „Een zeer oude waarheid is de
philosophische stelling, dat de strijd de
vader van alios is. Uit tegenstrijdigheden
liestaat liet leven, liet groeit slechts in
den „strijd om liet bestaan", zooals de
moderne natuurkundige dit noemt".
Het is niet waar, dat strijd de vader
van alles is, dat het mcnschelijk leven
uit tegenstrijdigheden bestaat. Hie per
sonen welke dat prediken, kunnen ons
niet bewijzen, dat 'l werkelijk zoo is. La
ten zij b.v. bewijzen, dat slrijd in 'n fami
lie geluk geelt. Laten zij bewijzen, dat te
genstrijdigheden in de gemeente voor
deelige resultaten geven! Laten zij het
feit aantoonen, dat na twisten tusschen