ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag II April 1914.
TWEEDE BLAD.
Brieven uit de Hofstad.
(Z ierikzeesche
C o u r a n t
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit bladdat iederen
MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Voor het buitenland, verzending ééns per week,
f 10 per jaar by vooruitbetaling.
70ste JAARGANG.
NR. 9529.
Directeur i A. J. DE LOOZE-Jr.
Uitgever-Hoofdredacteur A. FRAHKEL.
Redacteur! J. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Van 18 tegel» 30 ct» meerdere regels 10 ct».
Bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Het
tarief hiervoor is aan het bureau verkrijgbaar.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden de» Maandags-,
Woensdag»- en Vrjjdagsmiddag» uiterlijk vóór 2.30 ure.
ITALIË.
Op haar landgoed by Vedano in
Lombardije is hertogin Litta op68-jarigen
leeftyd overleden. De hertogin heeft
indertyd als de schoonste vrouw van
Italië een belangryke rol gespeeld. Zij
stond D.l. zeer in den gunst bij Koning
Umberto. Zoo zelfs, dat toen de „re
galantuorao" nog leefde, het geschiedde,
dat de toenmalige Kroonprinses Margherita
in tegenwoordigheid van haar schoon
vader, den Koning, haar trouwring van
den vinger deed en met toornige stem
verklaarde, dat zij den ring niet meer
dragen zou, zoolang de hertogin aan
het Hof bleef verkeeren. De jalouzie
der Kroonprinses en later der Koningin,
maakte evenwel voor edeler gevoelens
plaats, toen op den avond van 29 Juli
1900 het lyk van den vermoorden
Koning Umberto naar het slot „Monza"
werd overgebracht. De Koningin liet
door den|hofkapelaan, de hertogin Litta
roepen, opdat zij den dooden Koning
nog eenmaal zien kon. Zoo was de
hertogin de tweede persoon die het lijk
van den Koning Umberto aanschouwd
heeft. Evenzoo wordt verteld, dat by
den dood van den jongen zoon der
hertogin in 1891, Koning Umberto
's nachts in het paleis-Litta verscheen
en langen tyd by het lijk vertoefde.
Het lyk van de hertogin zal in de
kapel in de villa „Vedono" worden
by gezet.
DU1TSCHLAND.
In den omtrek van Mannheim ont
moetten drie fietsryders een man die
een jachtgeweer droeg, waardoor zy
hem voor een strooper hielden en hem
wilde aanhouden. De man op zyn beurt,
geloofde met aanranders te doen to
hebben en loste een schot, met het
ongelukkig gevolg, dat één der wiel
rijders morsdood neerstortte. Zyn kame
raden keerden zich daarop woedend tegen
den moordenaar van hun makker en
mishandelden hem zóó, dat zya armen,
beenen en verscheidene ribben gebroken
werden. De toestand van den ongelukkige
is hopeloos.
Op den weg Biesdorf—Friederichs-
felde by Berlyn, is een huurkoetsier
's avonds door een onbekende, dien hy
op zyn verzoek liet mederyden, onver
hoeds aangevallen. De aanvaller schoot
hem met een revolver in den nek, wierp
een ijzerdraad om den hals van zyn
slachtoffer en sneed daarmede het vleesch
tot op de keel door. Vervolgens
spande hij het paard uit, doch werd
een door aankomende automobiel gestoord
en vluchtte ijlings. De automobilist nam
den zwaargewonden koetsier in zyn
auto op. Op de arrestatatie van den
misdadiger, is een belooning van 1000
mark gesteld.
BELGIË.
Brussel zal zich er weldra op kunnen
beroemen, den hoogsten toren der wereld
te hebben. De leden der internationale
commissie voor draadlooze telegrafie,
welke thans voor de tweede maal byeen
is gekomen, hebben de eerste steen
legging bygewoond van een toren van
383 M. hoogte, welke opgericht zal
worden ten einde de wetenschappelijke
onderzoekingen op elk gebied, voor
namelijk op dat der meteorologie, de
algemeene natuurkunde en der draad
looze telegrafie te vergemakkelijken.
Deze reusachtige toren wordt gebouwd
te Laeken by het koninklijke paleis.
Zooals men weet, is de Eiffeltoren slechts
300 M. hoog. De plechtigheid der eerste
steenlegging werd bijgewoond door ge
delegeerden van Duitschland, Engeland,
België, Frankrijk en Nederland.
L.III.
Daar heeft werkelijk het particulier
initiatief, dat by de overigens zoo nuttige
en noodige bemoeiingen van overheids
wege, in den laatsten tyd, in het Haagje
wel eens erg in den knel geraakte, op
eenmaal aan allen wie het aangaat een
duidelyk lesje komen geven. Men weet,
hoe het befaamde Haagsche-Schouwburg-
vraagstuk sedert jaren in hoogere en
lagere colleges van bestuur, mitsgaders
in allerlei soort commissies rondspookt.
En evenals de groote berg der oudheid,
die naar de bekende fabel, slechts een
onnoozel klein muisje baarde, zoo is te
onzent al het gedoe en geredeneer van
alle officieele en officieuse personen te
zaraen om het groote schouwburg-
probleem nu eens definitief op te lossen,
ten slotte op een doodgewonen, maar
peperduren ombouw van den bestaanden
schouwburg nedergekomen. Dat Da luttel
jaren de tonnen gouds daaraan ten koste
gelegd wel eens weggeworpen geld
zullen kunnen blijken, wordt reeds in
ruimen kring voorzien; dat bovendien
zich door deze oplossing der quaestie
feitelijk niemand volkomen bevredigd
gevoelt, ligt voor de hand. Tezeer toch
is daarbij het aloude wijze woord uit
het oog verloren, dat men geen nieuwe
wynzakken met oude verstellen moet.
Als wilde hy, al dat geschipper en
officieel gedoe nu eens een lesje komen
geven, heeft de heer Bouwmeester Jr.,
sedert verleden jaar exploitant van
zijn bloeiend tooneelgezelschap in den
aardigen schouwburg in de Wagenstraat,
eens laten zien, hoe men een schouwburg-
vraagstuk voor een stad als Den Haag,
dient aan te pakken. Hy heeft zich n.l.
den eigendom weten te verzekeren van
het groote woonhuis van den heer Van
Karnebeek Sr., den vader van onzen
burgemeester, waarover in een vorigen
brief reeds kort melding gemaakt is.
Noohthans was dit perceel te klein
om er een flink theater van te kunnen
makendies is ook het groote belendende
perceel er bygekocht, en thans gaat
men reeds met vluggen spoed met den
bouw beginnen.
Deze schouwburg, in de onmiddellijke
nabijheid van den gemeentelijken schouw
burg, zal weinig minder groot zyn;
tevens wordt hij geheel van den grond
opgetrokken en zal dus al de nieuwste
toepassingen op modern bouwgebied
kunnen bevattenkortom, met één hand
omdraaien is tot stand gebracht langs
particulieren weg, waarover langs den
officieelen gang jaren mede gemoeid
zyn geweest. De nieuwe schouwburg
zal bovendien in de eerste helft van het
a.s. winterseizoen reeds openen, en de
gemeentelijke schouwburg mag zich dus
wel haasten, wil de opening daarvan
niet, als mosterd na den maaltijd komen.
Een gerecht, dat juist op tyd ter
tafel kwam, is de verrassing geweest
die de machtige Haagsche Tramweg-
Maatschappij aan haar personeel bereid
heeft. Dezer dagen was het precies 10
jaar geleden, dat de electrificatie van
het bedrijf werd ingevoerd en de paarden
trams door electrische vervangen werden.
Niemand van het personeel, hoe talrijk
dit ook is, had gemeend, dat deze datum
tot iets bizonders aanleiding zou geven.
Hoe groot dan ook de verrassing was,
laat zich denken, toen namens de directie
werd bekend gemaakt, dat allen een
week extra-loon ontvangen zouden. Het
is nu de tyddat de ijverige huis
moeders schoonmaak houden, en het
valt licht te begrijpen, op hoe 'n gloeiend
steentje deze extra-bijdrage daar ont
vangen is. Inmiddels kost deze vrijgevig
heid der directie haar ruim 30.000 gld.,
zoo talrijk is het personeel. Maar
zy is er goed voor; de maatschappij is
een der bloeiendste in den lande en de
aandeelhouders hebben er in de laatste
jaren heusch zeer wél bijgevaren. Ook
de toekomst ziet er ook allesbehalve
donker uit; in die 10 jaar tyds is toch
de bevolking van 200.000 op 300.000
inwoners gekomen, en er wordt vry vast
op gerekend, gezien de stadige vermeer
dering, dat we over 10 jaar wel 400.000
Hagenaars zullen tellen. Deze reusachtige
toename komt natuurlijk in de eerste
plaats de groote vervoermaatschappijen
ten goede. Er zijn thans reeds 14 groote
lynen door de stad en het zal niet zoolang
meer duren of opnieuw is een vermeer
dering hiervan noodzakelijk. Neen, de
maatschappij kan die 30 mille best
missen, en het ijverige personeel, dat
by den dikwerf zeer zwaren dienst toch
immer zyn opgeruimdheid en beleefdheid
tegenover het publiek weet te bewaren,
wordt het van harte gegund. Een voor
beeld, dat ook wel eens andere groot-
werkgevers hier in de stad, ter harte
mogen nemen! JHAGEMAN.
Hot typische van de Chili-Salpeter.
De goedkoopsteeenig rationeele
stikstof bemesting is eigenlijk die, waarbij
het proces van omzetting, oplossing en
opname door de plantenwortels zoo kort
mogelijk verloopt. De stikstof, onder
welken vorm ze ook gegeven wordt, is
te duur om ze te gebruiken, als bodem
bemesting gesteld al dat de chemisch
geabsorbeerd wordende stikstof houdende
meststoften zonder verliezen, voor en na
tot hun recht kwamen. De stikstof wordt
het best gegeven als bemesting der
planten; d. w. z. men geve stikstof als
er planten op den akker staan of weldra
zullen komen, die onmiddellijk daarvan
gebruik kunnen maken, dus als bemes
ting by het zaaien of als overbemesting.
Als stikstofbemesting .dient dan in de
eerste plaats het chili-salpeter, omdat
het salpeterzuur door den bouwgrond
chemisch niet geabsorbeerd wordt
omdat het zout oplosbaar in het bodem
water direct ten dienste komt der plant.
Onder welken vorm de stikstof in den
bouwgrond wordt gebracht, hetzy in
den organischen of ammoniakvorm,
hetzy als salpeter, het is slechts in den
salpetervorm, dat zy in de planten treedt.
Het is voornamelijk in hun eerste groei
periode, dat de planten de meeste stikstof
verbruiken, het is dus duidelyk, dat de
salpetervorm de vorm is voor de stikstof
bemesting. Er komen, afgezien van de
bemesting met scheikundige meststoffen,
van stoppels, van den stalmest, stikstof-
houdende meststoffen genoeg in den
grond, die in den zomer, zoodra de
bodemtemperatuur tusschen 5° en 55°
C. is, by genoegzame aanwezigheid van
kalk en toetreding van lucht omgezet
kunnen worden in salpeter, die voor de
overige groeiperiode kin dienen.
Er is dus chili-salpeter noodig in het
eerste gedeelte, laat ons zeggen in de
eerste helft van het seizoen. Ea, als die
in gepaste hoeveelheid gegeven wordt
gewoonlijk tusschen 100 en 500 K.G.
per H.A. dan zal dat waarschijnlijk
goedkooper uitkomen dan dat men b.v.
zwavelzure ammoniak geeft in den herfst.
Van „goedkoop" gesproken, in het
algemeen neemt men aan dat de
ammoniak-stikstof ongeveer ,70 a
van de waarde heeft van de stikstof
uit chili-salpeter. Natuurlijk praten wy
allen, die dit beweren, den een of anderen
Duitschen professor na. My dunkt, dat
het theoretisch onmogelijk en empirisch
erg raoeilyk is, vast te stellen hoe de
verhouding is van de stikstof uit zwavel
zuren ammoniak en die uit chili-salpeter.
Het is natuurlijk, dat de ammoniak-
stikstof minder waard is dan de chili-
salpeter-stikstof en wel op grond van
bovengevoerde redeneering.
De vraag is of ze eigenlijk wel voor
vergelijking vatbaar zyn en of die ver
houding wel door een getal is uit te
drukken. De rol van het chili-salpeter
is toch een andere. Die is „eenig".
Eenig omdat zy niet te vervangen is
als overbemestingsmiddeleenig als
middel om op een gegeven oogenblik
den oogst te dwingen. Het wil mij dan
ook voorkomen, dat chili-salpeter in
zwavelzuren ammoniak nooit een mede
dinger kan zien, en dat zij, die het
eerste door het tweede willen vervangen,
zeer verkeerd doen.
Vliegongelukken.
Al is men op het gebied der aviatiek
reeds vry ver gevorderd en er in geslaagd
door steeds ingenieuser vindingen ver
schillende gevaarkansen weg te nemen,
toch blyft de vliegsport nog steeds een
zeer gevaarlijke sport, die nog vele offers
zal vragen vóór ze een hoogen graad
van volkomenheid zal hebben bereikt.
De droeve lyst van gevallen aviateurs
moet nog byna eiken dag worden aan
gevuld.
Op het vliegveld te Milaan is de
luitenant-aviateur Grippa door het
plotseling weigeren van den motor van
40 meter hoogte gevallen en onmiddellijk
gedood.
Te Parys steeg de vlieger Festulat
op met een passagier. Op 100 meter
hoogte kantelde het toestel, sloeg tegen
den grond en geraakte in brand.J Beide
inzittenden kwamen om het leven.
Op het vliegveld te Schleichsheim by
München zyn de officieren-aviateurs
Ruchti en Frankmeyer met hun toestel
gevallen. Frankmeyer werd op slag ge
dood, Rüchti werd zwaar gekwetst.
Emili Védrines, de jongste broeder
van den bekenden Jules Védrines, wilde
met een monoplan een proeftoch maken
boven het vliegveld van Bétheny in de
buurt van Reims, toen zyn toestel van
25 meter hoogte naar beneden smakte.
De aviateur werd dood onder zyn toestel
vandaan gehaald.
In de vliegwereld had Emile, evenals
zyn broer Jules, zich een goede reputatie
verworven. Hy deed o. a. van zich spreken
bij den in den afgeloopen zomer gehouden
Gordon Bennet-bekerwedstryd, waarby
hy no. 2 was en een snelheid bereikte
van 203 K.M. per uur.
In de macht van aan slang.
Een van Ceylono teruggekeerde
Engelschraan vertelt in een Londensch
blad een zeldzaam staaltje van moed en
tegenwoordigheid van geest van een
jonge vrouw. Het was ter gelegenheid
van een diner te Trincomalee. Het diner
was afgeloopen, wy zaten in den salon,
toen ik plotseling bemerkte, dat de anders
zoo levenslustige blik van de gastvrouw,
een lieftallige jonge vrouw, strak werd;
zy riep den aan de deur staanden in-
landsohen bediende toe, een schaal met
melk te halen en deze op de vacht te
plaatsen, waarop zy met haar voeten
zat. Ofschoon het bevel even rustig ge
geven werd als een gewone opdracht,
vermoedde ik dadelyk dat er zich een
slang in het vertrek moest bevinden.
Daar een haastige beweging den dood
kon beteekenen, zaten wy onbeweeglijk
maar onze blikken speurden in alle hoeken
van het vertrek. Maar er was niets te
zien. De melk werd gebracht en voor
zichtig op de vacht geplaatst, een paar
seconden, die ons een eeuwigheid toe
schenen en toen eindelijk verscheen
de slang. Wy zagen met ontzetting, hoe
een groote cobra zich van den enkel
der jonge vrouw losmaakte en naar de
melk kroop. Het ondier werd natuurlyk
dadelyk afgemaakt. Eerst toen de slang
dood op den grond lag, ontspanden zich
de sterk op de proef gestelde zenuwen
van de moedige vrouw, die bewusteloos
neerviel.
Engelsche Zeekaarten
Engelsche stafkaarten hebben, naar
de N. Ct. herinnert, sinds den Boerenoorlog
een slechten naam. Maar dat Engelsche
zeekaarten niet deugen, zouden wy voor
een fabel willen houden, als we niet
lazen, dat voor het hoogste gerechtshof,
waar de quaestie van de schuld van de
aanvaring tusschen de „Hawke" en de
„Olympic" ter sprake kwam, de Lands
advocaat moest toegeven, dat die boeien
tusschen Portsmouth en het eiland Wight,
juist voor den ingang der gewichtigste
Britsche oorlogshaven dus, op de ambte
lijke kaarten der Admiralty, verkeerd
aangewezen stonden.
Voorzichtigheid aanbevolen.
bijkantoor van een z.g. voorschotbank
van zeer twijfelachtige soliditeit was
begunstigd geworden, nog bytyds kon
worden gewaarschuwd door 't storten van
een waarborgsom van eenige duizenden
gulden.
Noord-Brabantsche Electrische.
De Hoofdcommissaris van politie te
's-Gravenhage vestigt er de aandacht
op, dat in de nieuwsbladen dikwijls
oproepingen verschijnen voor gegadigden
naar een betrekking als inspecteur of
agent van een of andere maatschappij
of voorschotbank of beheerder van een
bijkantoor, waarby storting van een
waarborgsom als voorwaarde van be
noeming wordt gesteld. Daar het her
haaldelijk is voorgekomen, dat reflectanten
aangelokt door voordeelige voorwaarden
de gevraagde som stortten en later tot
de ontdekking kwamen, dat hun geld
verloren was, wordt door den Hoofd
commissaris voornoemd aangeraden,
vooraf deugdelijke informatjën omtrent
de vertrouwbaarheid van zulke kantoren
in te winnen.
In de laatste dagen deed zich tweemaal
het geval voor, dat een dame van elders,
die op de wyze als boven vermeld, met
een benoeming tot direotrice van een
Uit een mededeeling van een verslag
gever van het Dagblad van N.-B., welke
een onderhoud had met prof. Van Swaay
over de elecrische centrale in Noord-
Brabant en over de regeeringsconcessie,
die o. m. de Zeeu wsche eilanden aan Noord-
Brabant wil vasthechten natuurlyk
wat levering van elect Hciteit betreft
wordt ook gezegd „De Provincie (N.-B.)
zal voor de Zeeuwsche electriciteit zeer
stellig meer waken dan voor de Noord-
Brabantsche. Zy levert den stroom
aan hare inwoners zoo goedkoop mogeljjk,
maar van menschen van buiten de grenzen
roag zij gerust wat verdienen". Over
twee jaren zou de electrische verlichting
in werking zyn.
Iagezonden Stokken.
Uitstrooien wan Norgesalpotor.
Sinds de tentoonstelling in Den
Haag, waar de Noorsche kalksal-
peter of Norgesalpeter door zijn bui
tengewoon goede uitwerking op veld
en luinbouwgewassen, den landbouw
kundigen bezoekers bizonder opviel,
vermeerderen zich de kenteekenen,
dat de concurrent in het toenemend
gebruik van Norgesalpeter een ge
vaar ziet voor den atzet van andere
slikstofmeststolfen en hij zich nu
ijverig bezig houdt met weinig faire
middelen zijn bedreigd bezit te ver
dedigen.
Daar het feit niet te loochenen is,
dat kalksalpeter ten opzichte van zij
ne werking aan de spits staat van
alle stikstofmeststol'fen, meent men
in zijne groote oplosbaarheid, die
mede een oorzaak is voor zijne ze
kere werking het middel gevonden
te hebben om zijn goede strooi-
baarheid af ie keuren en de Hol-
landsclïb landbouwers van het ge
bruik van deze uitstekende stikstof-
mest afkeerig te maken.
Op rekening daarvan is dan ook
I artikel te stellen, dat in den laat
sten lijd in verschillende landbouw
kundige bladen in verschillenden
vorm de ronde deed en dat steeds
over hetzelfde geval ging en den
dood van een arbeider aan het uit
strooien van Norgesalpeter toe
schreef. Ofschoon de lijkschouwing
„afwijking in de hersenen" ais oor
zaak van den dood vaststelde en
geen spoor van bloedvergiftiging ge
vonden werd, heeft men in die arti
kels vastgehouden aan het verzinsel,
dat Norgesalpeter de oorzaak van den
dood was geweest. Hier was de
wensch dus, dat Norgesalpeter wer
kelijk de doodsoorzaak ware. Dat
verzinsel ingang te doen vinden was
de wensch van belanghebbenden.
En de beide andere gevallen, waar
over artikelen bij andere stikstof-
mesten verscnenen zijn en waarin
men de verbranding aan handen en
beenen der arbeiders, die Norgesal
peter hadden uitgestrooid, als een
noodzakelijk gevolg van de groote
oplosbaarheid van Norgalsalpetm-
tracht te doen doorgaan, zijn als uit
zonderingen, niet ernstig op te nemen.
Trouwens, die verbranding nad
ook vermeden kunnen worden, wan
neer men de zoo eenvoudige en door
iedereen zoo gemakkelijk op te vol
gen gebruiksaanwijzing, die bij elke
zending is gevoegd, gevolgd had.
Bloedvergiftiging kan natuurlijk
overal ontstaan, waar de arbeider
zich niet ontziel met open wonden,
betzij aan beenen of armen, zicli
bloot te stellen aan een of andere in
fectie.
Een pleizier is het uitstrooien van,
onverschillig welke, meststof nu juist
niet, maar de bewering, dat Norge
salpeter lastiger uit te strooien is
dan een andere stikstofmest, wordt
door de ervaring in andere landen,