ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Woensdag 10 December 1813. RpNA Cacao Van Houten's ir SU EERSTE BLAD. OPENBARE AANBESTEDING llimtKK AiMSTMG OPENBARE AANBESTEDING Agent van Politie. Feest- en Propaganda-Avond Afdeeling Zierikzee (Z i c r i k z e e s c h e C o u r a n t). ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit bladdat iederen MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Afzonderlijke nummers 5 cent. Voor het buitenland, verzending ééns per week, f 10 per jaar by vooruitbetaling. 70ste JAARGANG, No. 9477. Directeur i A. J. DC LOOZE Jr. Uitgever-Hoofdredacteur A. FRANKEL. Redacteur. J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—8 regels 30 etsmeerdere regels 10 ets. Bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Het tarief hiervoor is aan het bureau verkrijgbaar. Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrjjdagsmiddags uiterlijk 2 ure. Dit nummer bestaat uit twee bladen. AAZaecAoui s&t'Tic/cst&ris- AA /AcmAcm/, AcAA ^aumAai/ /im>xm/Acm/ ~em/ twen/ A^ummc/<x^.m^nKm/ Aam//w^AAd- *amAe/ct/ AtamA -voAx/c/ AcA^a /itam/Actce/ A^cc^CAAC^C/ yvcAAc^C/ ■occoaxr mAA t^ccA mccaAca AcAi/ Aa A&tccAem^f. Aam/^aAè^c/^mAe/mmm/., Aem/ AcAjicAam/ 'Wcrv ^CCAOAA mtccmc^i/ ■^eAA A*A ^c^camAdAa /iA AtstmAcm/ ptcjA/ AaA miscu&t/ Ac/ AcAcmAcm/ Ad. BERICHT. Zij, die zich met I Januari a.s. op ons blad abonneeren. ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. De Directeur, A. J. DE LOOZE Jr. op Woensdag 17 December 1913, des middags 12 uur, ten Raadhuize van Zierikzee, van „Het uitvoeren van Onderhouds werken, Herstellingen en Ver- „nieuwingen aan de Gebouwen, „Kunst- en andere Werken der „Gemeente, gedurende het jaar „1914, in vier perceelen, t. w. Eerste perceel: De openbare Bebouwen. Poorten, Torens, Riolen, Stadsbrand- en Vroon paden, enz. Tweede perceel: De Kaaimuren. Derde perceel: 11e Beschoeiingen en Paalwerken. Vierde perceel: De Bruggen. Aanwijzing op Woensdag 10 December e.k., des voormiddags te 10 uur, waartoe gegadigden moeten bijeenkomen ten kantore van den Gemeente-Bouwmeester, b|j wien inmiddels inlichtingen te be komen zijn. Bestekken ad 25 cent, alsmede de nieuw vastgestelde voorwaarden be- hoorende by de bestekken, ad 15 cent, zijn verkrijgbaar ter Gemeente-Secretarie «n ten kantore van den Gemeente- Bouwmeester. op Woensdag 17 December 1913, des namiddags te 2 uur, ten Raadhuize van Zierikzee, van: „De levering van vier Paarden, be- noodigd tot het halen en vervoeren „van haard-ascb, vuilnis en straat- „mest, alsmede faecale stoffen, „modder, enz., binnen deze ge beente". Nadere inlichtingen verstrekt de Gemeente-Bouwmeester, eiken werkdag de aanbesteding voorafgaande, van des voormiddags 9J tot lij uur. De voorwaarden der aanbesteding zijn ter Secretarie verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent. op Woensdag den 17 December 1913, des voormiddags te 11 uur, ten Raad huize, van: „Het uitgeven van het Gemeenteblad „van Zierikzee over het jaar 1914". De voorwaarden der aanbesteding liggen ter lezing ter Gemeente-Secretarie. SOLLICITANTEN naar de vacant komende betrekking van Agent van Politie der 2e klasse, in de gemeente Zierikzee, behooren zich by gezegeld verzoekschrift véór den 21 December 1913 te wenden tot den Burgemeester, zullende zy zich, desgewenscht, iederen werkdag tusschen 2 en 3 uur des namid dags en tusschen 7 en 8 uur des avonds persoonlyk kunnen aanmelden bij den Commissaris van Politie op het politie bureau. Persoonlijke aanmelding by den Burgemeester is vooralsnog niet noodig. Aan genoemde betrekking is ver bonden een aanvangsjaarwedde van f 550, na 3 dienstjaren f 575 en na 8 dienstjaren f 600, benevens vrtye uniformkleedlng, schoeisel en wapening. Bovendien is aan de Agenten van Politie te Zierikzee met hunne vrouwen en kinderen beneden den leeftijd van 15 jaar, vrfle geneeskundige behandeling toegekend. Vereischten zijn: niet ouder dan 30 jaar, goed zedelyk gedrag en vrij van het gebruik van sterken drank. der van den De Concertzaal was, gelijk te ver wachten was, gisterenavond boordevol. Tal van oudjes, die in den voormiddag hun wekelyksch pensioen voor de eerste maal aan het postkantoor in ontvangst hadden genomen, hadden zich tydig naar de zaal begeven, teneinde den feestavond, waartoe zy waren uit genoodigd, by te wonen. Met een welkomstlied, dat door allen gezongen werd, werd de avond ingeleid. Hierop hield de heer A. Frankel de volgende toespraak: Geachte toehoorders en toehoorderessen Met groot genoegen ziet het bestuur dezer afdeeling, dat gy in zoo grooten getale alhier zyt opgekomen. Opgekomen om gezamenlyk feest te vieren wegens het verblydend feit, dat het beginsel van den Bond voor Staats- pensionneering heden in geheel Nederland, in noord en zuid, in oost en west, zy het dan nog ook op een gebrekkige wyze, zij het dan ook op een wyze, die op verre na niet aan het door den Bond gestelde doel beantwoordt, voor het eerst zijn toepassing vindt. Inzonderheid verheygt het ons, dat gij, bejaaxdeu van lagen, aan onze uitnoodiging dezen feestavond by te wonen, gereedelyk hebt gevolg gegeven. Uit naam der afdeeling, ja, ik raag veilig zeggen, uit naam van den gwheclen Bond voorStaatsponsionneering, heet ik u ter dezer plaatse van ganscher havte welkom. Voor u in de allereerste plaats is deze dag, waarop gij aan het postkantoor uw eerste wokelijksche uitkeering van twee gulden gingt halen, een gewichtige, een heugelyke dag. Hy beteekent voor veler uwer, zooal geen kentering, dan toch een verbetering in hun moeilyke levensomstandigheden. Jarenlang hebt gij, zoolang gy de kracht bezat, gewerkt en gezwoegd om het hoogst noodige voor u, uw vrouw en uw kinderen te kunnen verdienen. En van hetgeen gy verdiendet, hebt gy, hetzy omdat uw loon slechts toe reikte Jpor de bevrediging van uw dagelijkjhe behoeften, hetzy omdat gy firtantieer achteruit zijt gegaan, voor uw ouden dag weinig of niets kunnen oversparen. Zoodat, teneinde geen gebrek te lyden, gy op de hulp van anderen waart aan gewezen, gy op anderen moest steunen. Van dezen dag echter af zult gy niet meer in die mate, waarin gy het tot nu toe waart, van anderen afhankelijk zyn. Elke week toch zal de staat u een pensioen van twee gulden uitkeeren, niet als een aalmoes, maar als een recht, waarop gij wegens uw welbesteed leven ten volle aanspraak hebt. En dat u toegekende recht kan, welke politieke partij ook aan de regeering moge komen, u nooit meer ontnomen worden. Dat behoudt gy als een verkregen recht, totdat het den Schepper van het Heelal behaagt u tot zich te nemen. Moge die tijd evenwel nog verre zijn Moogt gij, bejaarden van dagen, nog vele jaren genot hebben van het staats pensioen, voor de verkrijging waarvan de Bond van Staatspensionneering jarenlang een vurigen strijd gevoerd heeft, een strijd, waarop met zelfvoldoening hy kan terugblikken. Immers gy, die heden Uw pensioen voor het eerst hebt geïnd, zyt voor ons de levende vruchten van dien stryd. Wanneer wij u hier aanschouwen, dan beseffen wij levendig, dat die stryd toch niet geheel en al te vergeefs is geweest. Dan wordt de overdiende smaad, die vaak het deel was van hen, die vooraan in de gelederen stonden, en onvermoeid streden, geheel vergeten. Want werden niet zij, die, wind en weer trotseerend, belangeloos van het eene oord naar het andere trokken, overal het Staatspensioen predikend, voor volksmisleiders uitgekreten? Heette het niet, dat zij misdadig handelden, daar, gelyk beweerd werd, zij een nooit te verwezenlijken illusie den volke voorspiegelden. Het staatspensioen, dat komt er nooit, zeiden onze tegenstanders in hun organen, en inmiddels werkten zij met alle middelen om het veldwinnen van onze denkbeelden tegen te gaan. Edochde voormannen in onze beweging, en tot dezulken mogen wy, wat onze streek betreft, zeker wel ds. Van Veen en jhr. De Muralt rekenen, lieten zich hierdoor niet van hun stuk brengen, maar schreden standvastig voort op den door hen ingeslagen weg, omdat zy geloofden in de gerechtigheid der zaak, die zij voorstonden, en daardoor de overtuiging in zich omdroegen, dat eens het recht zich baan zal breken. En het heeft zich baan gebroken. De gewezen minister Talma, die geheel en al het Duitsche stelsel van dwangverzekering in zijn wet op de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering had gevolgd, heeft zelf door zyn bekend artikel 369 in dat stelsel bres geschoten, en daarmede het Trojaansche paard der Staatspensionneering binnengehaald. Onder den invloed namelijk der machtige beweging, die van den Bond voor Staatspensionneering uitging, heeft hy als overgangsbepaling voorgesteld, dat zy, die den leeftijd van zeventig jaar bereikt hebben, een wekelyksche uitkeering van f 2 zouden ontvangen, wanneer zy in de tien jaren, die onmiddellijk aan het in werking treden van dit artikel, of aan de vervulling van zyn zeventigste jaar voorafgaan, te zameii gedurende ten minste 156 weken in loondienst hebben gearbeid voor een loon, lager dan f 1200 per jaar. En die bepaling werd door de Tweede Kamer aangenomen, in weerwil dat daardoor van die wekelijksche uitkeering alle zeventigjarigen en ouderen zouden zyn uitgesloten, die niet in loondienst zyn geweest, zooals tal van personen, die zelfstandig als baasje gewerkt hebben, en ook een groot aantal vrouwen. Wel was door mr. Goeman Borgesius, mr. Drukker en mr. Tydeman een amendement op dit artikel voorgesteld om de uitkeering van f 2 aan een ieder te geven, die behoeftig, 70 jaar en van een goed levensgedrag is, maar dat araendement werd verworpen. Links stemde éénparig voor. Rechts evenwel stemde unaniem tegen. Ware dit amendement aangenomen geworden, dan zouden thans niet zoovelen van die uitkeering uitgesloten zyn, die haar toch zoo dringend behoeven. Maar ondanks die afstemming is artikel 369 een belangrijke, niet genoeg zaam te waardeeren stap op den weg naar het staatspensioen. En al moge ook die bepaling slechts als overgangsbepaling bedoeld zyn, zy is beslist niet het einde, maar het begin der triumf van ons beginsel. En dit te meer, omdat, dank zy den afgevaardigde Duys en hiervoor heeft deze voorzeker aanspraak op aller waardeering zy werd losgemaakt van de invoering der wet op de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering. Hy stelde namelyk by amendement voor, dat genoemd artikel binnen zes maanden na de afkondiging van Talma's dwangwet in werking zou treden. En Minister Talma nam, om redenen van hooger politiek, die ik niet nader behoef aan te duiden, maar die een ieder wel kent, wanneer bij zich slechts herinnert, dat de stembusstrijd voor de deur stond, dat amendement over. Om diezelfde redenen van hooge politiek, stemde de rechterzijde in onze Tweede Kamer vóór dat amendement. Met dit amendement nu deed de staats pensionneering practisch haar intrede in ons staatsleven. Haar intrede, zeg ik, want wij hebben op geen stukken na wat wy hebben moeten. Wel is, wat verkregen is, niet meer te hernemen. De staatsman toch, die het waagde de schendende hand aan verkregen rechten te slaan, zou, miskennend een grondregel van het recht, zyn eigen graf graven. Wel is, wat verkregen is, van niet te noemen gewicht. Maar er moet nog zooveel veroverd worden. Want er zyn in ons vaderland nog duizenden van het staatspensioen ver stoken, die wegens hun betreurens- waardigen stoffelyken toestand, gepaard met hun hoogen leeftijd, daarop zedelyk aanspraak hebben. Er zyn in ons vaderland nog duizenden, die den pensioensleeltyd niet bereikt hebben, maar niet by machte zyn pensioenspremie wekelijks te betalen. Met het oog op een en ander moet dus gestreefd worden om aan alle ouden van dagen, die het van noode hebben, een wekelyksche uitkeering uit de openbare kas te varzekeren. De bedeelden daarvan uit te sluiten, gelyk minister Treub voorstelt, ware een hardheid en een onrecht. In Engeland werden, toen daar voor het eerst de staatspensionneering werd ingevoerd, de bedeelden ook uitgesloten, maar inziende de hardheid en het onrecht van die uitsluiting, is de regeering spoedig daarvan teruggekomen. Met de elders opgedane ervaring doe men hier te lande zyn voordeel. Ook gaat het niet aan personen uit te sluiten, die gevangenisstraf hebben ondergaan. Door de straf toch wordt het misdrijf geboet. De uitsluiting ware een nieuwe straf. Ongeoorloofd en ook in stryd met de strafrechtpleging zou het zijn iemand voor hetzelfde door hem gepleegde feit tweemalen te doen boeten. Onze gemeenschappelijke actie zij derhalve voortaan gericht èn op de uitbreiding van het beginsel van staats pensionneering, dat aan artikel 369 ten grondslag ligt, èn op de bestrijding van de voorgestelde uitsluitingen. In de tweede plaats moet, wanneer in de wet het denkbeeld is opgenomen staatspensioen te geven aan alle zeventig jarigen, die daaraan behoefte hebben, en dit denkbeeld ons volksleven zoodanig beheerscht, dat geen enkele staatkundige party den moed meer heeft het te bestryden, geijverd worden voor ver laging van de leeftijdsgrens, en voor verhooging van het pensioensbedrag, want de thans aangenomen leeftijdsgrens van zeventig jaar is te hoog, en het nu uitgekeerd wekelyksch pensioens bedrag van f 2 is te laag. Maar raadzaajn is het deze twee eischen thans niet op den voorgrond te plaatsen. Laat ons taktisch handelen, pogen het bereikbare binnen te halen, en niet in eens te veel verlangen, opdat wy, om een plastisch beeld te gebruiken, niet het deksel op onze neus krijgen. Ons einddoel drie gulden 's weeks staatspensioen aan alle 65-jarigen, zoo wel mannen als vrouwen, kunnen wy met het oog op de huidige politieke gesteldheid en den staat van 's lands schatkist thans niet bereiken. Laten wy daarom met bedachtzaam heid en beleid optreden; voet voor voet terrein trachten te veroveren, en dan zullen wy toch ten slotte komen, waar wij wezen moeten. Dit is naar myn overtuiging de weg, dien wy, leden van den Bond, hebben in te slaan. Allen in het geweer dan om in ge sloten gelederen op dien weg voorwaarts te schrijden, waarop wy heden zege vierend den eersten stap hebben gezet. Wie nog niet bij den Bond aangesloten is, sluite zich aan, en worde een wakkere strijder voor onze zaak. En wie wel is aangesloten, werve nieuwe strijders. De eerste overwinning is behaald, en zij, die vandaag hun uitkeering voor het eerst mochten innen, zyn de zege- teekenen, die wij in den stryd veroverd hebben. Daarop mogen wy alleen trotsch zijn. Maar by die overwinning mogen wij het niet laten, want er is nog veel werk te verrichten. Uit naam toch van duizenden arme ouden van dagen, die, omdat zy geen loonarbeiders zyn, nog geen staats pensioen hebben, maar smachtend er naar uitzien, omdat zy het zoo brood- noodig hebben, uit naam van duizenden, die van hun karig loon of geringe ver dienste geen premie kunnen betalen, roepen wy u allen toe, volhardt in den stryd. En als wy dat doen, als ieder onzer zijn plicht doet, als elk aangesloten lid zich soldaat mede gevoelt in de ge lederen van ons Bondsleger, dan moet dit kan niet uitblijven ons hoogstaand beginsel ten slotte zegevieren. Spreker onderwierpnadat hy zyn toespraak ten einde had gebracht, de volgende motie aan het oordeel der vergadering. Hy verzocht, wanneer die motie haar instemming kon wegdragen, dit door opstaan te kennen te geven. De motie luidde: De afdeeling Zierikzee van den Bond voor Staatspensionneering, in vergade ring byeen den 9den December 1913; spreekt haar vreugde uit over het feit, dat van dezen datum af duizenden ouden van dagen in ons vaderland, mannen en vrouwen, van staatswege een wettelyk verzekerde uitkeering zullen ontvangen, en beschouwt dit resultaat van de jarenlange actie voor Staatspensioen als een eerste stap in de goede richting; betreurt het, dat ten gevolge van de verkeerde inkleeding van het beginsel, dat aan artikel 369 van de wet Talraa ten grondslag ligt, vooralsnog duizenden anderen van die uitkeering zullen zyn verstoken

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1913 | | pagina 1