ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Maandag 24 November 1913. TWEEDE BLAD. NIEUWSTIJDINGEN. i (Z ierikzeeschc Cour a n t ABO N:N E M E N T. De abonnementsprys van dit bladdat iederen MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Afzonderlijke nummers 5 cent. Voor het buitenland, verzending ééns per week, f 10 per jaar bjj vooruitbetaling. 70ste JAARGANG. No. 9470. Directeur i A. J. DE LOOZE Jr. Uitgever-Hoofdredacteurs A. FRAN HEL. Redacteurs J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. By abonnement op voordeelige voorwaarden. Het tarief hiervoor is aan het bureau verkrijgbaar. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrydagsmiddags uiterlijk 2 ure. AMERIKA. Eenige dagen geleden had op de Hudson een tragisch scheepsongeluk plaats, hetwelk door de personen, die er by betrokken zyn, bizondere belangstelling verdient. Een echtpaar Bishop en een familie Smith, die destyds slechts ter nauwernood aan de ontzettende rarap van de „Titanic" waren ontkomen, onder namen een gemeenschappelijk tochtje per motorboot op de Hudson-rivier. Op nog onopgehelderde wijze brak de schroefas vlak bij den motor af, en het ranke vaartuigje was nu weerloos aan den tamelijk krachtigen golfslag prijsgegeven. Het duurde niet lang of het bootje sloeg om en alle opvarenden, ten getale van vijf, waarvan geen enkele kon zwemmen, kwamen jammerlijk om het leven. SPANJE. Een tweetal leden van de afdeeling militaire vliegers, welke deel uitmaakt van het Spaansche expeditie-korps in Marokko, hebben Donderdag een avon tuur beleefd, dat tot dusverre wel eenig zal zyn in de geschiedenis der militaire aviatiek, en waarbij zy beiden zwaar gewond, er ternauwernood het leven hebben afgebracht. Telegrammen uit Tetoean melden omtrent d t voorval het volgende De Spaansche opperbevelhebber hechtte er veel aan, het aantal en de verdeeling der vyandige legermacht rondom Tetoean te kennen, en een en ander te weten te komen aangaande de Anghera en Wad Ras Kabylas. Deze zware taak werd toevertrouwd aan de vliegersafdeeling, en vier vliegmachines vertrokken uit Tetoeau om de opdracht van den opper bevelhebber te gaan volbrengen. Een dezer machines was een twee dekker, bestuurd door luitenant Rios, vergezeld van den kapitein der genie Manuel Carreiro als verkenner. Zy ont waarden een groep Mooren op een hoogte, bekend Conicoheuvel, dicht bij den mili tairen post van Lauzien, en luitenant Rios stuurde zijn toestel onmiddellijk in die richting. Toen de machine op den Conico heuvel aanvloog, bevond zy zich ongeveer 3000 voet boven den zeespiegel, maar by het naderen van de hoogte liet de bestuurdes haar 2000 voet dalen. De Mooren, die de« bewegingen van de vliegmachine met de grootste belang stelling volgden, begaven zich naar den hoogsten top van den heuvel en toen het toestel een wijden boog boven de hoogte begon te beschrijven om zich naar het kamp van Dar Harcha te be geven, waar zich de vliegtuigloodsen bevinden, openden zy een hevig geweer vuur op den mekanieken reuzenvogel boven het hoofd. Het geratel der losbrandingen, dat de ooren der vliegers bereikte, werd spoedig gevolgd door het fluiten der kogels in onaangename nabijheid. Enkele kogels sloegen plat tegen de ribben der vleugels, maar andere gingen er glad doorheen, en de moedige vliegers, die in hun twee dekker lang niet zoo goed beschermd zitten als in het „schuitje" van een raonoplaan, zouden spoedig bemerken hoe uiterst gevaarvol hun onderneming was. Luitenant Rios werd door een kogel getroffen, en kapitein Barreiro door twee, en in beide gevallen waren de wonden van ernstigen aard. Door de opwinding echter hechtten noch bestuurder, noch verkenner in den beginne eenige aandacht aan hun wonden, en naar het scheen had de machine weinig te lyden gehad. Zy gingen dus door met het vervullen van hun opdracht, Rios met het besturen der machine, Barreiro met het waarnemen der stellingen en het aantal der Mooren. Spoedig echter riep de hevige pijn hunner wonden en het bloed, dat over hun uniformen stroomde, het besef by de officieren wakker, dat zy zich in een hoogst gevaarlyke positie bevonden. Ofschoon hij zich iedere minuut zwak ker voelde worden, door het zware bloedverlies, hield de bestuurder zyn machine, nadat hy haar een halven cirkel had doen beschryven, met bewonderens waardige koelbloedigheid in bedwang, terwijl achter hem kapitein Barreiro's stem hem aanmoedigde. Er moesten meer dan tien mijlen worden afgelegd alvorens zij het kamp bij Tetoean weder zouden bereiken, en luitenant Rios moest het uiterste van zijn wilskracht vergen om zyn machine zwevende te houden. Ondertusschen hadden toeschouwers tusschen Lauziën en Tetoean den spoe- digen terugkeer der vliegmachine waar genomen en vermoed, dat er iets niet in orde was. Toen het zweeftuig het kamp naderde, begon het te dalen alsof de bestuurder naast den stadsmuur wenschte te dalen. Deze onverwachte manoeuvre de tweedekker zou naar Dar Harcha zijn gegaan veroorzaakte groote opge wondenheid onder de getuigen van dezen zweefval en schonk hun de overtuiging, dat er iets verkeerd was. Tot hun groote opluchting kwam de tweedekker echter in een sierlijken bocht vlak bij de kamp- tenten neers-rijken. Generaals, officieren en soldaten, kwamen uit het kamp toe- loopen, om te vernemen wat er gaande was. Luitenant Rios kon alleen van zyn zitbankje komen. Een kogel was hem bij het lies in 't lichaam binnengedrongen en aan de rechterzyde weder naar buiten gekomen. Kapitein Barreiro echter zat onbeweeglyk stil, naar allen schyn dood, met twee kogels in het onderlyf, die een zeer gevaarlijke wond hadden veroor zaakt. Beide officieren werden dadelijk naar het hospitaal overgebracht. De machine bleek drie kogelgaten in één der linker draagvlakken te hebben gekregen. Generaal Marina zond onmiddellijk een telegram aan den Spaanschen Minister van Oorlog, waarin hij de twee moedige vliegers, die bijna zeker hun wonden niet zullen overleven, althans wat Bar reiro aangaat, voor promotie voordroeg, ENGELAND. De vorige week is, naar de Daily Chronicle meldt, het Duitsche stoom schip „Nana", dat door een ander Duitsoh schip werd gesleept, in de haven van Falmouth aangekomen. Aan boord van de „Nana", die men verloren waande, bevond zich alleen de kapitein. Kitte genaamd. Vier dagen heeft hy in volle zee aan boord van het verlaten schip doorgebracht. Hy deed het vol gende verhaal van zyn avonturen: Ver leden week Vrijdag, terwijl er een zware storm woedde, liet de equipage, die uit vyf man bestond, een reddings boot in zee, maar de kabel, waarmede de bbot aan het schip was bevestigd, brak, en de vyf mannen in de sloep dreven af. Zij werden later opgepikt, door de vrachtboot „China". Onder tusschen was de kapitein geheel alleen aan boord gebleven van een schip, waarvan de machines niet meer func tioneerden. Verscheidene malen gaf hy aan stoomschepen, die passeerden, nood signalen, maar deze werden niet opge merkt. De kapitein durfde niet te gaan slapen en had de grootste moeite ge durende vier dagen achtereen wakker te blijven. Ook had hy geen ander voedsel tot zijn beschikking dan negen kleine beschuiten. Het eenige, wat ik doen kon, aldus de kapitein, was aan het roer te blijven en af te wachten, of er hulp kwam opdagen. Daar ik geen stoom had, moest ik al mijn krachten inspannen om vóór den wind te houden, Dikwyls stond ik op het punt, het op te geven, maar de gedachte aan myn vrouw ondersteunde me, en ik gaf den moed niet op. Eindelijk bemerkte ik Maandagmiddag om 1 uur ongeveer een stoomschip, dat tot myn groote blijdschap mijn signalen opmerkte en mij redde, DENEMARKEN. Denemarken is de laatste dagen door hevige stormen geteisterd, die heel wat schade en onheil hebben aangericht. Te Hividesande zijn de kanaaldijken weg geslagen te Loegstoer varen de booten door de straten en zoo komen uit tal van andere dorpen berichten van over- strooraingen. Op verschillende plaatsen is de spoorwegverbinding verbroken, terwyl ettelyke schepen tydens den storm gezonken zyn. Ook moeten tal van personen ora het leven zyn gekomen, In Zweden heeft de storm eveneens groote verwoestingen aangericht. DUITSCHLAND. Uit Düsseldorf komt het bericht, dat de Rijn Woensdag zijn hoogsten stand, 4,85 meter, bereikt heeft. Sedert Donder dagavond valt een daling van het water op te merken en daar ook van den Boven-Ryn berichten over een lageren waterstand komen, is op een verdere daling te rekenen. Op het oogenblik zyn aan den Beneden-Rijn nog verschillende landerijen overstroomd. - Vrijdag werd bij den aanvang der terechtziting als getuige de gewezen huwelyks-makelaar Katz gehoord, die een rijks-architect een echtgenoote met een vermogen van minstens 300.000 Mark bezorgen zou. Hij had tot dekking der eerste' onkosten een bedrag van 300 Mark ontvangen, waarvan hij de helft aan beklaagde, gravin von Treuberg, had gegeven. Deze beweert naar Frank furt am Main gereisd en daar met prinses Alexandra zu YsenburgBüd- dingen in verbinding getreden te zyn. Advocaat Bahra verklaarde, dat het dringend noodzakelijk was genoemde prinses als getuige te dagvaarden, daar zij bevestigen zou, dat beklaagde van haar de lyst der vier huwelijks-candi- daten, waarvan vroeger reeds sprake is geweest, ontvangen had. Vervolgens werd een geval behandeld, waarbij gravin von Treuberg beschuldigd wordt den oud-luitenant R. geld en brieven ontstolen te hebben. Getuige R. kwam by zyn verhoor herhaaldelijk in tegenspraak met de beweringen van beklaagde. Hij verklaarde in de jaren van zijn verkeeren met gravin von Treuberg, 10.000 Mark uit gegeven te hebben, terwyl deze juist verzekert, haar minnaar, dien zy oprecht liefhad, en die haar zelfs van een huwelijk gesproken had, meermalen geldelijk gesteund te hebben". Van October 1909 tot October 1910 heeft zy, naar haar zeggen, ongeveer 11.000 Mark ten behoeve van R. besteed. Ook zou hy tweemaal op haar geschoten hebben. Vergadering van den Gemeenteraad te St.-Maartensdijk, op Vrijdag 21 November. Tegenwoordig alle leden. De voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Onder de ingekomen stukken komt voor een schrijven van Gedep. Staten meldende, dat de goedkeuring op de benoeming van een onderwijzer is uit gesteld tof een volgende vergadering, in verband met informaties bij den districts schoolopziener. Alsnu komt aau de ordebehaüdeliug der onteigening van de „Kleine kaai" en de aanvraag aan het Rijk voor- de daar voor benoodigde gelden. De voorzitter stelt voor een (bedrag aan te vragen van f 8500 of zooveel meer of minder als later blijken zal noodig te zijn. Het bedrag der geheele taxatiesom is f 7223,70. De heer Rijnberg informeort naar de taxatiesom van den grond. De voorzitter deelt mede, dat deze bedraagt f 2625. De heer Rijnberg merkt op, dat er dan voor taxatie van den bouw overblijft f 4598,70; hierin wordt door het Rijk voor de helft vergoed, blijft alzoo voor de gemeente te betalen f 2299,35 hierbij gevoegd de taxatie van den grond, blijft alzoo voor de gemeente te betalen het bedrag van f 4924,35. Betaalt dus het Rijk terstond het voor haar verschuldigde, dan behoeft de gemeente niet zoo'n groot bedrag aan te vragen. Naar aanleiding dezer opmerking antwoordt de voorzitter, dat het Rijk niet in contanten betaalt, wat het hiervoor verschuldigd is, zoodat de ge meente het volle bedrag moet aanvragen. De heer Rijnberg repliceert hierop, dat het Rijk, voor wat betreft het zijn verschuldigde, dan mee moet helpen betalen in de annuïteit eu alzoo aan zich zelve moet terugbetalen. De voorzitter bevestigt dit, en zegt, dat het zoo gaat en de gemeente betaalt wat zij schuldig is in de annuïteitsrente. Op deze wijze vindt ook de heer Rijnberg hot goed, en met algemeene stemmen wordt daarop de aanvraag goedgekeurd. Voorts kwam ter tafel een schrijven van Gedep. Staten, waarin mededeeling wordt gedaan, dat voQrloopig geen goed keuring kan worden verleend aan het besluit van den raad, waarbij aan alle gemeente-ambtenaren wordt opgelegd de betaling der volle bij de wet vastgestelde procenten van inkoopsom en salaris ter verkrijging van pensioen. Gedep. Staten wenschen derhalve vermindering van betaling door de ambtenaren en dat een hooger bedrag door de gemeente zal worden betaald. De voorzitter geeft naar aanleiding van dit schrijven in overweging een ander besluit te nemen, en vraagt of iemand hieromtrent iets heeft mede te deelen. De heer Rijnberg meent, dat Gedep. Ssaten niet het recht hebben hunne goedkeuring aan het genomen besluit te onthouden, daar dit voldoet aan de bepalingen der wet, zoodat de gemeente raad volkomen vrij is. De heer Bastiaanse is het hiermede volkomen eens, en acht de lasten der gemeente hoog genoeg. De heer Gakeer informeert, als het Gedep. College weer zijn goedkeuring weigert, hoe het dan gaat; overigens is hij voor handhaving van het genomen raadsbesluit; hij meent, dat anders de raad wel niets zou te zeggen hebben. De heer Rijnberg meent, dat het besluit later wel goedgekeurd zal worden, wat de voorzitter zeer betwijfelt. Op voorstel van den voorzitter wordt de zaak nog eens in stemming gebracht, doch met algemeene stemmen wordt besloten als de vorige maal, n.l. dat op de ambtenaren zooveel zal worden ver haald als de wet toelaat. Daarna wordt door den voorzitter medegedeeld, dat was ingekomen van den opper-brandmeester, den heer O. van Iwaarden, eene opgave van onkosten, gemaakt bij den brand op de hofstede van G. de Wilde Gz., op Vrijdag 14 November j.l. Hierop komt voor, dat er aan bier, brood, jenever, enz. was verbruikt voor f 142,70, dat er totaal was gewerkt 516 uur en dat er ruim 60 man hadden gewerkt. De voorzitter vindt dit getal manschappen veel te hoog. Er wordt besloten 15 cent per uur uit te betalen en aan den brandmeester een vergoeding van f 2,50 toe te kennen, zoodat het totaal der onkosten dan bedraagt f 130. Alle leden spreken hun misnoegen uit over den gang dezer zaken. De heer Rijnberg zegt, dat het ook onverantwoordelijk is, dat al deze uitgaven doodden brandmeester worden uitgevoerd alleen het blusschingswerk is voor den brandmeester, doch wat voor rekening der gemeente particulier wordt uitgegeven, mag niet zonder toestemming van den burgemeester gebeuren. Maar als de bnrgemeester niet meer aanwezig is, doet de brandmeester wat in zijn oog noodig is. De heer Rijoberg achtte het beter, dat er uit den raad één of twee leden werden benoemd om zoo noodig den burgemeester by te staan of bij diens afwezigheid te kunnen optreden. De overige leden zouden zulks ook beter vinden, doch tot een voorstel kwam het niet. Bij suppletoir kohier wordt nog een ingezetene in den hoofdelijken omslag aangeslagen, die pas in de gemeente zich heeft gevestigd. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de vergadering. mogelijk inkomen. Eerst echter moet de staatscommissie voor de evenredige vertegenwoordiging haar rapport hebben ingediend. Het vrouwenkiesrecht mag niet worden gebonden aan de eischen van maat- 8chappelijken welstand. De onder het vorig kabinet aangenomen militaire wetten zal de regeering loyaal uitvoeren. Zij is niet van plan den bouw van het fort te Vlissingen te staken. Verbetering van de salarissen der onderwijzers is voorloopig van de regeering niet te verwachten. Een wetsontwerp tot nadere regeling van het vakonderwijs is in voorbereiding. De Radenwet zal zeer ingrijpend worden gewijzigd. De ouderdomszorg zal geheel en al uit de Invaliditeitswet worden gelicht. Een afzonderlijk ontwerp-Ouderdomswet zal spoedig inkomen. De ongevallen verzekering zal worden uitgebreid tot den landbouw. Een voorstel tot gedeeltelijke invoering van den tienurigen arbeidsdag wordt voorbereid. Binnen betrekkelijk korten tijd zal inkomen eeu wetsontwerp tot herziening van het Wetboek van Strafvordering. De successiebelasting zal, ook in de rechte lijn worden verhoogd. In be werking is een herziening der zegel belasting, waarbij ook wordt overwogen een heffing van beurstransactiën. De suikeraccijns kan niet worden verlaagd. Of het wetsontwerp tot verruiming van het plaatselijke belastinggebied zal worden gehandhaafd, is nog niet beslist. Een voorstel, om de wet op het recht van vereeniging en vergadering te wijzigen, is van de regeering niet te verwachten. Het onderzoek van den uitwendigen staat van het paleis te Amsterdam is nog niet geëindigd. Een voorloopig rapport is wel ingekomen, maar omtrent de daarin voorgestelde maatregelen is nog geen beslissing genomen. Dit rapport kan niet worden overgelegd. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft geen nader bericht gezonden omtrent de teruggave van het paleis aan de gemeente. Voorstellen tot liscale herziening van het tarief van invoerrechten zijn van de regeering niet te verwachten. De noodzakelijkheid daarvan is haar niet gebleken. Re plannen der Regeering. Verschenen is de Memorie van Antwoord betreffende Hoofdstuk I der Staat8begrooting. De meest belangrijke mededeelingen zijn de volgende: Een voorstel tot herziening vau art. 192 der Grondwet (onderwijsvraagstuk) is van de regeering niet te verwachten. De maatregelen, die genomen moeten worden in verband met de financieel© en paedagogische zelfstandigheid van het bizonder onderwijs, knnnen buiten de Grondwet om gaan. De Grondwetsherziening zal niet worden uitgesteld tot het eind der loopende periode, maar zoo spoedig De Amersfoortsche vergiftigingszaak, Eenige dagen geleden maakten wy melding van het feit, dat te Amersfoort het lijk opgegraven was van zekeren de K. Men verdacht n.l. zyn vrouw ervan, dat zij haar man zou vergeven hebben. Dit laatste maakte de justitie op uit eenige uitlatingen van den stil levenden boer de B., by wien de K.'s vrouw vóór en ook weer na haar mans dood, huishoudster was. Waarschynlyk in verband met het resultaat van het onderzoek van eenige deelen van het opgegraven lyk, te Utrecht verricht, is Woensdagmorgen op last der justitie een onderzoek ge schied in de woning van genoemde de B., die met de weduwe van de K. en haar kind samenwoont te Brummen. Na afloop van deze huiszoeking, over welks resultaat nog niets bekend is ge worden, is het huis van de B. onder bewaking van de politie gesteldde inwonenden mogen hun woning niet verlaten. De recherche had zich geruiraen tyd in den omtrek van het huis, waar De Bruin en zyn huishoudster woonden, opgehouden, alvorens zy tot de arrestatie en huiszoeking overging, vermoedelijk met het doel, om zich te vergewissen, of beiden in het huis aanwezig waren. Nadat de verdachten naar het gemeente huis waren geleid, ora een voorloopig verhoor te ondergaan, werdén zy ge vankelijk naar het station gebracht. De Bruin woont hier slechts korten tyd, en leefde stil. De burgemeester van Brummen leidde het onderzoek. Eenige uren nadat de man en zyn huishoudster waren wegge voerd, werd het 2-jarig kindje van de vrouw naar Deventer gebracht.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1913 | | pagina 1