ADYERTENTIEN. haar oogen, als had ze geen dubbelen moord op haar geweten. Breed is het toonbeeld van een ge degenereerden landarbeider, die onder den invloed van dit raan-wyf is geraakt. De arme kinderen van Pieneraan zyn voorloopig liefderijk opgenomen door den landbouwer Los, die zelfs verklaard heeft, een meisje van 12 jaar, dat ongelukkig is, in zyn huishouden te willen blyven verplegen. Invaliditeitswet. In de laatste dagen komen by het departement van landbouw, nijverheid en handel onderscheidene verzoeken in van personen die wenschen benoemd te worden tot lid of secretaris eener commissie van advies over rente-aanvragen van art. 369 der Invaliditeitswet, of wel, die wenschen benoemd te worden tol tusschenpersoon, om de 70-jarigen in hunne gemeente, by de invulling hunner aanvragen om rente behulpzaam te zyn. In 't belang der requestranten wordt hun geraden zich niet te wenden tot het departement, maar tot den Commissaris der Koningin, zoo zy eene benoeming wenschen als lid of secretaris eener commissie, en tot den burgemeester hunner woonplaats, zoo zy als tusschen persoon wenschen te worden aangewezen. 0Stel Protest tegen een verkiezing. Tegen een uitslag der stemming voor den gemeenteraad in het II district van Vlissingen werden twee protesten inge diend. In het district werd de heer P. Merckens (anti-rev.) herkozen met een stem boven do volstrekte meerderheid, n.l. met 424 stemmen, waar de meerder heid 423 bedroeg. Het eerste protest werd ingediend, omdat een lid van het stembureau, kiezer in het Ille district, in het lie ge stemd heeft, en het tweede, omdat on geveer 50 kiezers (een pagina van de kiezerslyst zou zyn overgeslagen) geen oproepingskaart zouden hebben ont vangen. Daar van deze protesten in het proces verbaal melding is gemaakt, zal de raad dus hieromtrent een beslissing moeten Rentabiliteit van de bemesting van het hooiland. Om het hooi naar waarde te schatten, moet men eens denken aan jaren, dat er geen of weinig hooi is en men het ontbrekende moest aanvullen met kracht voer als verschillende soorten van koeken, meel, enz. Dan eerst weet men wat hooi waard is. Eu toch nog niet geheel en al. Want men denkt er dan wellicht nog niet aan, dat, hoe goed men ook voert, dit voer nog niet in de schaduw kan staan van zeer goed hooi. Gras en hooi voor zekere producties eenigszins aangevuld met een zekere hoeveelheid ander voer is op stuk van zaken het beste en natuurlijkste veevoeder, maar het moet goed zijn. In goed hooi is de voedingsverhouding b.v. juist geschikt voor melkkoeien. Vandaar dat een goed landbouwer alles moet aanwenden, om de gras- en hooiopbrengst tot een maximum op te werken. Daartoe is noodig, dat ook na den eersten hooioogst de weiden ge dwongen worden een rijke tweede snede op te brengen. Dat kan men bereiken door na het hooien, het hooiland nog een matige hoeveelheid chilisalpeter te geven. Stel, dat men per H.A. 100 kg. chilisalpeter uit laat zaaien, zoo dun en gelijkmatig mogelijk, dan kan dat aan gezamenlijke kosten van aankoop en uitzaaiïog ten hoogste f 14 kosten. Daardoor kan, verschillende hooiland- proeven hebben dat reeds uitgewezen, een bruto opbrengst geleverd worden van, op zijn minst genomen, f 50 a f 60 per H.A., waarvan dan ten minste de helft meeropbrengst is. Deze cijfers zijn ge middelde. Een en ander hangt in de eerste plaats af van den hooiprijs en het weer. Maar in doorsnee zijn de cijfers juist. Een uitgave van f 14 levert dus 'n winst op van minstens f 25 f 14 f 11. Gewoonlijk zal het meer zijn, dat blijkt uit de gansche berekening. Maar al ware het niet meer, dan nog is er reden de weidebemesting na de eerste snede niet na te laten. Immers, er is nog een ander motief Door de bemesting met chilisalpeter verbetert de aard en de samenstelling van het gras. En deze factor ontglipt onze berekening. Maar wij moeten hem toch laten gelden bij onze overwegingen. De rentabiliteit van chilisalpeter op hooiland is dus zeer belangrijk. De garderobe van Torsteltyke personen. Aangaande de garderobe van vorste lijke personen weet de Manufacturier tal van aardige bi zonderheden mede te deelen. Zoo lezen we b.v. dat bijna alle vorsten van Europa zich slechts eenmaal per jaar de maat laten nemen. Volgens die maat wordt dan een modepop vervaar digd, waarmede de kleermaker zich verder behelpt. Zoo doet keizer Wilhelm II, wiens talrijke uniformen bijna uit sluitend in Berlijn vervaardigd worden, doch wiens burger-garderobe geheel uit Londen komt, bij Poole, den kleermaker der koningen en den koning der kleer makers, die geen jas of pantalon „dicht", als de opdrachtgever niet minstens door baron Rothschild of door de vorsten Thurn en Taxis aanbevolen is. De Duitsche kroonprins heeft bij een Berlijnsch kleermaker zijn plastisch beeld staan. Van wijlen koning Edward wordt ver teld, dat hij on-modern geworden garde robe, steeds zoo gauw mogelijk wegdeed. De rokcostuums en smokings werden aan het personeel van 's konings club gezonden, de gewone bestanddeelen van de één jaar oud zijnde garderobe kreeg 's vorsten eigen personeel, terwijl de dessous, de meest geraffineerde producten van Parij8che fantasie, onder de armen werden verdeeld. Koningin Alexandra ging, toen haar gemaal nog in lëVen was, alle jaren eenige dagen naar Parijs oin er hare toiletten te bestellen. Vóór den rouw droeg zij bij voorkeur tiju lila of ook dof crème. Haar rij- kloereu worden in Engeland vervaardigd en moeten steeds onberispelijk zitten, willen zij in haar oogen genade vinden. Haar hoftoiletten worden, nadat zij een maal dienst hebben gedaan voor het doel, waarvoor zij oorspronkelijk bestemd waren, veranderd en voor andere gezel schapstoiletten gebruikt. Dit geschiedt ook met de hoeden, die steeds zeer klein van model zijn. Maar handschoenen ver bruikt Alexandra enorm veel; zij draagt, bijna altijd handschocnou, zelf9 wanneer zy schrijft, en deze worden expresselijk voor haar vervaardigd. Haar speldogeld bedraagt ongeveer f 25,000. De keizerin van Rusland verbruikt circa f 10,000 meer, ofschoon zij vol strekt niet aan een bepaalde som kleed geld gebonden is. Zij draagt alleen bij hoffeesten, bij ontvangst van vorstelijke personen, enz. galakleeding. Verder is zij de eenvoudigheid zelve, geeft voor dagelijksch gebruik de voorkeur aan eenvoudige kleeren en draagt vooral sinds de laatste jaren steeds zwarte costuums met als eenig versiersel witte kantjes aan de col. De Duitsche keizerin staat in veel op zichten met de koningin van Engeland gelijkze hebben een gelijk bedrag aan kleedgeld en dezelfde voorliefde voor kleuren. Maar waar de laatste twee- tot driemaal daags van handschoenen ver wisselt, ziet men den hoed der Duitsche keizerin bijna nooit zonder struisveeren, welker zeldzame kwaliteit reeds menige dame in verrukking heeft gebracht. Haar kleederen en boeden worden bijna uit sluitend in Duitschland vervaardigd. Zij legt steeds een fijnen smaak aan den dag, die voornaamheid aan soliditeit doet gepaard gaan en iedere al te rijke gar neering der toiletten vermijdt. Ze moet echter wel rekening houden met de enorme eischen, die baar hooge positie haar stelt. De Pruisische prinsessen ziju gewoon haar gebruikte garderobe aau hare gezelschapsdames en kameniers te schenken. Vaak kan men in Berlijnsche bladen discrete aanbiedingen vinden van afgedankte courtoilettende schenking toch wordt met het oog hierop gedaan. De prachtlievendste van alle rogeerende vorstinnen is wel onze koningin. Men wil weten, dat zij voor hare kleeding jaarlijks circa f 45000 uitgeeft. Zij legt een besliste voorliefde aan den dag voor wit, groen, blauw en oranje, vermijdt daarentegen alle mogelijke roode tinten. Voor struisveeren besteedt zij verbazend hooge prijzen, al bereiken die ook niet de hoogte van de sommen, die koningin- weduwe van Italië, Magaretha, tijdens het leven van haren gemaal voor oude, uit de hand vervaardigde kanten offerde, d.I. f 35000 en meer, welke onkosten zij echter uit haar privé-inkomsten bestreed. De jonge koningin Helena ziet zich door de omstandigheden wel genoodzaakt, haar toilet-uitgaven zooveel mogelijk te bekrimpen. Haar donkere schoonheid veroorlooft haar lichte, scherpe kleuren te dragen en hoe eenvoudig haar toiletten ook mogen gemaakt zijn, steeds ziet de vorstelijke vrouwe er voornaam uit. Zij laat nooit de keuze van een toilet over aan den tailleur, doch bezoekt zelve de winkels om te vinden wat haar bevalt en wat tevens aan haar beurs geen al te hooge eischen stelt. Ook haar staatsie toiletten onderscheiden zich door een eenvoudige wijze van vervaardiging. De koningin van Noorwegen wedijvert te dien opzichte in bescheidenheid met haar. Deze besteedt jaarlijks voor haar geheele garderobe niet meer dan ruim f 100Q0. Voor dagelijksch gebruik draagt zij bij voorkeur eenvoudige witte en crême-kleurige stoffen en voor gezelschaps toiletten neemt zij bijna altijd luchtige, teere, lichtrose tinten. De Duitsche kroonprinses, die in tegen stelling met de keizerin maar zelden iets in Berlijn laat maken en het meeste uit Parijs laat komen, gaat door voor de best geklocdo Pruisische prinses. De koningin-woduwe van Portugal, Maria Pia, gold, toen baar gemaal nog leefde, voor de bestg'-kleede vrouw uit geheel Europa. Van Fransche afkomst zijnde en gedeeltelijk in Frankrijk opge voed, is haar de kunst zich chic te kleeden, als 't ware aangeboren. Zonder ten minste, volgens hare opvatting, ver kwistend te zyn, gebruikt zij iu den regel alleen al miustens 12 rijcostuums per jaarbesteedt veel tyd en zorg aau haar toilet, dat steeds onberispelijk moot zitten. Een rijkleed, dat ook maar het minste plooitje vertoont, wordt door haar als iets beslist onmogelijks beschouwd. Maar Maria Pia heeft dan ook bet lot van alle verkwistende schuldenmakers gedeeld. Zij werd door een Lissabonsche tailleur voor f 60000, liet bedrag eener onbetaalde kleermakersrekening vervolgd. Do advocaat van do koninklijke groot moeder hield voor do rechtbank staande, dat do koningin boven de wet staat! Doch het hooge gerechtshof beslist, dat dit privilegie alleen aan den koning werd verleend en Mari& Pia. werd dus tot betalen veroordeeld. Zomer 1913. Do hitte in de westelijke Staten van Noord-Amerika blijft aanhouden. Talrijke fabrieken en kantoren zijn gesloten. De hitte veroorzaakte in de nabijheid van de stad Peru een spoorwegongeluk, waarbij 25 personen ernstig gekwetst werden. De trein was namelijk outspoord, doordat tengevolge van de warmte de rails ge barsten waren. Tijdens de herdenking van den oorlog met do Zuidelijke Staten, zakten in de Gettysburg in Pennsvlvanië tengevolge van do hitte 2 oudslrijdors dood ineen een vijftigtal verkeert in zeer zwakkcD toestand, terwijl or een honderdtal zieken zijn. Do overheid heeft, echt Amerikaausch, voorzorgsmaatregelen genomen voor de berging der eventueele slachtoffers, die de warmte ten prooi zullen vallen, door een duizendtal lijkkisten in eeu naburig station ter beschikking te stellen want er is nog geen enkele kans op verandering van temperatuur. Maandag zijn in Chicago weer 39 personen door de warmte ge storven. Ook uit andere steden der Westelijke staten komen dergelijke be richten. In den staat Utah daarentegen heorscht een ijzige koude. Hevige sneeuwbuien hebben de rivieren doen zwellen, die groote stukken land onder water zetten en groote verwoestingen aanrichten. Ver scheidene personen zijn bevroren. Uit Hongarije komen berichten van zware regens, die reeds 12 dagen achtereen de akkers en velden overstroomen. De rivieren zijn buiten haar oevers getreden en bedreigen de omgeving. Te Resicza wordt het landgoed Ostung met over strooming bedreigd. De benedenstad van Frauzensfeld staat geheel onder water. Ook Boegos is gedeeltelijk overstroomd. Te Oermenyes had een aardstorting plaats, waarbij een gezin, uit vier personen be staande, den dood vond. In Rusland laat de weersgesteldheid eveneens veel te wenschen over. De Zuid-Westelijke spoorwegen zijn door de zware onweersbuien gedeeltelijk verwoest. Bij Wolotsjisk is door bet instorten van een brug, de spoorwegverbinding met Oostenryk verbroken. By Tsjerbinowka is de lijn Imerinka-Odessa gestoord. Ingezonden Stukken. zlbrikzee, 7 Juli 1913. Mijnheer de Redacteur l Alhoewel U, over de aangelegenheid van het ingezonden stuk, rakend den voetbalwedstrijd Z. V. V.—Z. V., het debat gesloten hebt, was bij deze mijn beleefd verzoek, 't onderstaande nog te willen opnemen ter weerlegging der onwaar heden in genoemd stuk. Allereerst maakt de heer Hannink bezwaar over het feit, dat er geen molding gemaakt is, dat het slechts een combinatie was van Z. V. en Sparta, die tegen Z. V. V. speelde. Doch waarom schrijft dan genoemde heer bij de aan vrage om tegen Z. V. V. te spelen, dat Z. V., behoudens enkele spelers, met haar 1ste elftal zal komen. Wij konden dus gerust schrijven dat Zeeland Vooruit I tegen Z. V. V. zou spelen. Waarom komen zij dan met 5 man op? Verder over het 2de doelpunt van Z. V. V. Indien de bal op de lijn gestopt was, zou ik hierover zeker niet gesproken hebben, doch de bal zat wel terdege (wat uw doelman zelf ver klaard hoeft). Er werd toen natuurlijk door Z. V. V. geappelleerd, doch de scheidsrechter floot doorspelen, waaraan Z. V. direct gehoor gaf om de zaak ongedaan te maken. Nu komt de heer Hannink wel met al zjjn spelregels voor den dag, doch deze zijn hier totaal misplaatst. Nu iets over het bewuste punt van Zeeland Vooruit. Ik geef gewonnen dat de doelman door den Z. V. links-buiten werd aangevallen, doch dat hij met bal en al over de fijn geduwd werd is beslist onwaar; de Z. V. links-buiten deed zelf nog moeite om bjj den bal te komen, die op minstens 1 M. van beide spelers aflag, toen plots een toeschouwer, die achter 't doel stond, in 't veld kwam en de bal wegtrapte. Trouwens behoefde genoemde toeschouwer niet zoo ver het speelveld te betreden daar de bal om ongeveer 20 c M. van de ljjn lag. De scheids rechter stond toen ongeveer midden in 't veld. Is het dan te veel geschreven, dat hii het op zoo'n afstand niet constateeren kan en aus zoo'n beslissing niet kan geven. Mjjns inziens had hij den bal op dat punt op moeten gooien. Ten slotte nog dit: Het verwondert uiij ten zeerste dat de heer Hannink zoo party trekt voor den scheidsrechter. Deze wordt in mijn verslag nog meer aangevallen als Zeeland Vooruit. Naar aanleiding hiervan zou ik haast zeggen: „De pot verwijt den ketel dat hij zwart is", of vergeet misschien de lieer Hannink dat Zeeland Vooruit, bij de onlangs alhier gehouden serie-wedstrjjden, toen ze het tegen E. M. M. uit Middelburg moest afleggen, bij hoog en bij laag beweerde, dat de scheidsrechter op de hand der Middelburgers geweest was? Wat nu zyn opmerking betreft om het niet te durven onderteekenen, raakt kant noch wal. Ik had dit als wedstrijdverslag ingestuurd, waar onder de redactie „ingezonden" plaatste. Ik ver meen toch ook 't onder de sportrubriek stond en niet onder de ingezonden stukken. Of moet men soms wedstrijdverslagen ook al önderteekenen? Heuscli, hiertoe behoort geen mannenmoed, ge achte heer HanninkDe wedstrijdverslagen van Z. V. V. worden steeds door mij opgemaakt, en geloof niet ik ooit een onjuiste opgave in gestuurd heb. Mag men echter niet recht voor onrecht laten gelden? *U, Mijnheer de Redacteur, mijn beleefden dank betuigend voor de welwillende opname, verblijf ik met hoogachting ED. KOHSCHUl.TE, Secretaris Z. V. V. Na lezing van bovenstaand ingezonden stuk meenden wjj de billijkheid te kort te doen, wanneer wy_daaraan een plaats weigerden. Maar diezelfde billijkheid eischt ook, dat wij aan de wederpartij, die de aangevallene in deze is, de gelegenheid tot verweer niet onthouden. Maar hiermode zal dan ook onherroepelijk het debat worden gesloten. pE rei>ACT(E: M{jnheer de Redacteur Ik vind het niet ondienstig om het publiek van Stavenisse eens op de hoogte te brengen, inzakede benoeming van een gemeente- opzichter. Men moet dan weten, dat door meerdere verkregen werkzaamheden de vroegere gemeente opzichter verplicht was te bedanken, vraagde derhalve tegen 1 Juli '13 zijn ontslag, hetwelk eervol door den gemeenteraad werd verleend. Vier sollicitanten dongen naar de opengevallen betrekking, te weten: de heer Vriens uitTholen, doch daar zijn sollicitatiebrief ongezegeld was, kwam deze niet in aanmerking, de andere waren le. P. C. II. van Oost, een zoon van den vroegeren ambtenaar; 2e. C. de Rooij, timmerman 3e. D. Dane, rustend metselaar, wonende allen alhier. Zoo ver mij bekend, en dit is juist, want het is zelf door no. 1, en door den vader van no. 2 gezegd, bezochten deze heeren allen' de leden van den raad, verzoekende hun steun. No. 2 echter is niet persoonlijk bij mij ge weest. De reden hiervan was, dat ik een oom van den sollicitant no. 1 ben, en dat daarom no. 2, de heer C. de Rooij, zeide, op dat raadslid behoef ik niet te rekenen, want hij begreep ook zeer goed, dat het hemd nader is dan de rok. Dit zou dus voor mij ondergeteekende de eerste reden zijn om mijn stem aan mijn neefje P. C. H. van Oost te geven. Toch zijn er nog wel meer anderé redenen, doch de lezer oordeele zelf. Ik zal echter de zaak nader toelichten ter verduidelijking. Op de gehouden gemeenteraads vergadering van Vrijdag 27 Juni '13, waren aanwezig weth. Hage, de leden C. Dorst, H. J. Dorst, A. II. v. d. Slikke en mijn persoon. De voorzitter Van Doorninck stelde namens Burgem. en Weth. voor over te gaan tot de benoeming van een opzichter. Niemand werd aanbevolen. Het scheen alzoo, dat het Dagelyksch Bestuur het geheel aan de leden overliet. Niet één sollicitant werd besproken, het voor niet en ook het tegen niet, de raadsleden gingen vrij uit, er was geen voordracht ter aanbeveling door Burgem. en Weth. opgemaakt. De uitslag der stemming was, dat de heer Van Oo6t drie stemmen op zich vereenigde en de heer C. de Rooij 2 stemmen verkreeg. De heer Van Oost was clus door den raad benoemd. Ik mag en wil wel zeggen één stem van onder geteekende en van wie de andere lezers? (Dit stemmen gaat met briefjes). Het lieve leventje komt echter achterna. De vader van De Roojj beschuldigt mij maar eens effentjes, dat ik het mede-raadslid v. d. Slikke heb omgepraat (om niet te zeggen omgekocht. Dit laatste werd wel niet gezegd, doch zijn uitdrukking was een be- teekenisvolle handeling. Maar ik vraag, waarom was weth. Steendijk niet aanwezig, [deze is toch de oom van De Roojj, waarom toch? Aan het stembureau is hij verschenen. Ily gaat naar den hof om groenten en gaat in zijn stal zyn paard voederen. Een ziek been wordt als de oorzaak van zijn wegblijven genoemd. Zou dit been soms luisteren naar een benoeming? Ik weet het niet, doch het klinkt raar, het klopt zoo aardig bij elkaar, dat Burgem. en Weth. geen aanbeveling deden, waarom toch? En, Mjjnheer de Redacteur, nu haalt men de politiek er bij, dat wil zeggen in het nummer van de Zierikzeesche Nieuwsbode van 30 Juni '13, kwam een ingezonden stuk voor, geteekend door de mij bekende, zich noemende „Gloriam", die moest eens in dat lasterlijk stuk die be noeming aanhalen, doch wat beweegt dien man toch, om in zijn stuk die benoeming aan te halen. Was hjj soms in die benoeming be trokken? Zou, wanneer De Rooij was benoemd, zij dit zaakje samen hebben uitgevoerd? Ware het nu niet beter geweest, dat de vader van De Rooij in plaats van op mij kwaad te zijn, den heer v. d. Slikke eens aansprak Daar deze zijn stem aan De Rooij beloofd schijnt te hebben, althans volgens den vader van De Rooij. Doch hoe ook, ik zelf wil niet over de woorden en uitlatingen van De Rooij's vader oordeelen. Dit laat ik over aan het publiek. In den Achterweg weet men daar wel over mede te praten. Ik vermeen alzoo vrij uit te gaan, en wijs alle beschuldigingen van De Roojj van mji af. in de verkiezingsdagen kan mon zulks ver wachten, doch pamfletten "f lastertaal zjjn afkeurenswaardige propaganda, on daar doe ik niet aan mede. Dank zeggende voor deze opname. Hoogachtend, A. J. VKRSTKAATE, Raadslid. Stavenisse, 4 Juli 1913. TELEGRAMMEN. VGravenliage, 7 Juli. De Koningin heeft hedenmiddag op op Het Loo in audiëntie ontvangen den Minister van Staat, Jhr. mr. A. T. de Savornin Lohraan. Rotterdam, 7 Juli. GRANEN. Buitenlaudsche zeer vast, meeste artikelen hooger. Meel, f 12,50, doch stil. Biunenlandsche Tarwe f 11 af 12,75, overige f 10 k f 10,75. MaisLa Plata, f 131. Lijn- en Voerzaad f 11,75 a f 12,50; Karwijzaad, f 13,25. Vlas. Geen aanvoer. Aardappelen. Veel aanvoer, weinig vraag. Westlandsclie klei f 2 f 3, zand f 2,50 k f 3. Eieren. Zeeuwsche f 4,70 f 4,90. Overmaassche f 4,90 k f 5. VEE. 140 Runderen, 38 43 ct. 296 Kalveren, 45 k 52| ct. 1134 Schapen of Lammeren32 35 ct., Lammeren3S£ ct. 733 Varkens 261 29 ct., lichte 271 a 28} ct., handel algemeen matig. MARKTBERICHTEN. Tholen, 5 Juli. Aan de weekmarkt waren d>e prijzen als volgt Jarige Zeeuwsche tarwe f 7,50 4 f 8,50, nieuwe f k f rogge f 6,f 6,75, nieuwe f a f zomergerst. f j\ f wintergerst f 5,75 k f 6,25, haver f 4,70 A. f 5,bruine boonen f 9, k f 11,—, witte f 10,A f 12,voer- erwten f 7,A f 7,50, kookerwten f 8,k f 9,wikken f a f paardeboonen f 7,50k f 9,50, per 11.L.koolzaad f d f karwijzaad f k f per 50 K.G., uien f k fchalotten f k f per 50 K.G., kipeiereu f 3,75 a f 4,per 100 stuks, grasboter f 0,65 a f 0,70 hooiboter f A f per J K.G. G o b o r e n APOLONIA AATKA, Dochter van J. DEN ENGELSMAN en A. W. DEN ENGELSMAN- Bu de Vaatk. Noordgouw k, 4 Juli 1913. Getrouwd: JANNES MARINUS HUBREGTSE en PIETERNELLA CORNELIA VAN DER MAAS, die, mede namens wederzijdsche familie, hun liarteltyken dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling, bij bun huwelijk ondervonden. Noordwelle, 4 Juli 1913. Den 10 Juli hopen onze liefde Ouders: M. BLOM en J. MATTHIJSSE, hunne 50-JarIge Echtrereenlging te herdenkeD. Burgii, Juli 1913. Hunne dankbare Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen. Zoo de Heere wil en zij leven, hopen onze geliefde Ouders en Pleegouders MARINUS ADRIAAN VIS PIETERNELLA OVERBEEKE, op Vrydag 11 Juli a.s. hunne 50-jarlgo Echtveroonlglog te herdenken. zonnemaire, Juli 1913. Hunne dankbare Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen USUI Zoo de Heere wil en zy leven, |f hopen onze geliefde Ouders: |f JACOBUS MARINUS MOERLAND BB i't en ELENA HOLIER, ft* op Vrydag 11 Juli a.s., hun irf 25-JarIge Echtrereenlglug te herdenken. Stavenisse. gf Hun dankbare Kinderen. Heden overleed, na een smartelijk doch geduldig lijden, onze innig geliefde en teerbeminde Dochter, Zuster en Verloofde, Engelina Jacoba Jannetje duist, in den leeftijd van 22 jaar. Oun-VossioiEER, 5 Juli 11)13. JACOBUS QUIST. MAKIA P. QUISTRijstknuii.. BASTIAAN E J. QUIST. D1NGENA C. QUIST. JACOB C. QUIST. MARIA P. QUIST. ANTHONIE CHR. RIJSTENB1L.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1913 | | pagina 2