Brieven uit Berlijn.
wemelt van jonge en oude renteniers.
De jongeren trekken allen schrikkelijke
diplomaten-gezichten, zyn ijzig voor
zichtig in hun doen en laten, en geven
u den indruk, alsof het lot van Europa
van hun oordeel afhangt of afhangen
moest. Spraakzamer zijn de ouderen
blijkbaar weten zy ook meer van de
dingen af. En vraagt ge naar den naam
van dezen of genen vriendelijken ouden
heer, tien tegen één, of u wordt een
naam genoemd, die eenmaal klonk als
een klok in onze vaderlandsche samen
leving. Oud-residenten, oud-ministers,
oud-generaals, enz., ze zyn hier te kust
en te keur. En ik zet het u om een
behoorlijke commissie te vormen, voor
welk doel ook, zonder er minstens een
oud-minister, een baron of een graaf
buiten te houden. Dat is het „cachet"
zegt men hier, dat alleen de Haagsche
samenleving geven kan.
Oneerbiedigen noemen dat alles „koude
drukte" en ze hebben niet geheel ongelijk.
Maar als zy daarvan by sommige
gelegenheden doen blyken en in rond-
Hollandsch „maling" toonen te hebben
aan de poespas, dan valt den keurig
gehandschoenden Hagenaar de dood
schrik op het lyfoch arme, hy is ook
zoo weinig gewend aan de waarheid
zonder glacé-tjes aan.
Toch, hoe ook de geboren residentie-
bewoner of die er voor wil doorgaan
moge zyn, zyn eigenaardigheden beletten
hem niet een goed Nederlander te
zyn, waar het toch maar in ons kleine
vaderland het eerst op aankomt.
Nog maar een paar weken en met
het winter-seizoen van schouwburg en
concert, van avondpartijen en fancyfair's
enz. enz., is het gedaan. Dan sluiten
alle gelegenheden haar deuren voor
eenige maanden, om ze daarna weder
wagenwyd open te zetten voor de „uit
gaande wereld". Deze nu is hier bizonder
groot. Een bevolking van bjjna 300.000
zielenen daaronder duizenden en
duizenden met veel tyd enveel
geld, wat willen de schouwburg
directies meer. Want dat hier geen geld
zou zitten, gelijk wel eens in den lande
beweerd wordt, is met de feiten in
stryd. De jongste statistieke opgaven
wyzen het officieel uit: per hooid naar
bevolking is Den Haag de rijkste stad
van Nederland, met een vermogen van
f 1600; Amsterdam komt met f 1200,
Rotterdam met f 850 vermogen per
ingezetene achteraan. Dat wil dus
zeggen dat elk Haagsch gezin, bestaande
uit man, vrouw en b. v. 3 kinderen,
een vermogen moet hebben van f8000.
Menig huisvader hier zou u er van
kunnen vertellen, dat hy die som nooit
by elkander gezien beeft, laat staan
zyn bezit kan noemen. Maar met zulke
beuzelarijen als het verschil tusschen
theorie en praktijk bemoeit ach onze
eerzame statisticus nu eenmaal niet.
Jelui Hagenaars, becijfert hy, hebt
allen by elkaar het grootste vermogen
(ruim driehonderd dertig millioen gld.),
volgens Nederlandsche gemeenten be
rekend. Dat is dus voor elk idem-zooveel
per wiskunstig vastgestelde portie. Wie
er niet mede tevreden is, raag het zeggen,
maar aan de duiten van zyn portie kan
ik hem niet helpen.
HAGEMAN.
3~ April 1913.
Men moet het dan eindelijk wel
gaan begrijpen, dat de cinematograaf
geen werkelijke kunst levert. Wanneer
ge Berlijnsche couranten leest, wordt u
desgelijks deze onwederlegbare waarheid
opgedrongen. Wanneer men een kultuur-
mensch is, schaamt men zich diep naar
een „kino" te gaan, doch men gaat er
heen, soms zelfs naar twee of drie. Hier
bij de Nollendorfplatz wemelt het van
z. g. kientopps. De Mozartzaal is kino
onder den naam van Kamraerlichtspiele.
Vlak er naast is een nieuwe verrezen,
ee* met bouwstyl, een klassieke kino
der toekomst. Doch over deze beide
aantrekkelijke plaatsen wil ik niet
spreken, daar de muze der kunst er
niet haar intree houdt. Tusschenbeiden
bevindt zich echter het „Theater ara
Nollendorfplatz", waar tooneelkunst
gegeven wordt, en toch met een kino.
Men heeft hier de film op het tooneel
in het stuk gezet, dat allervernuftigst
in elkander zit. Het draagt den aan-
trekkelyken naam van „De extratrein
naar Nizza". Wanneer de vroege lente
over Berlyn komt, begint in het hart
van den braven Berlyner, die het
Westen der Friederichstad bewoont en
in zyn beurs een aantal goudstukken
te veel bezit," een onweerstaanbaar ver
langen te ryzen naar mildere streken te
vlieden om ver in het zuiden aan de
azure kust, onder helgroene palmen en
ultraraarynblauwe lucht, het zonnige
leven te genieten. Hy ziet er natuurlyk
in den regel meer van het groen, van
de speeltafel en het daaropliggende
goud als van groene palmen en gouden
zon. Hy bestelt bij den kelner, zelfs
wanneer deze een Duitscher is, zyn
glas Pilsener onder den naam van een
„bock blond", omdat hy nu eenmaal
aan de Riviera is. Deels in het wonder
land der Riviera, deels aan de oevers
van de Spree speelt de extratrein naar
Nizza". De hoofdpersonen zyn een film
fabrikant, die een cineinatograaf-tooneel-
speelster, een filmschoone voor zijn
bedryf moet engageeren, bij welke
gelegenheid zij op elkander verliefd
worden. De filmfabrikant heeft een vrouw,
een dochter en een schoonzoon, die vroeger
de schoone tooneelspeelster van heel
naby gekend heeft en die nu met een-
vriend een weddenschap aangegaan
heeft, ik geloof om de simpele som van
5000 francs, dat deze, die op de film
schoone verliefd is, haar niet zal kunnen
trouwen. Dan gaat het heele gezelschap
naar Nizza, en daar gaat het vroolyk
toe. Er is een sohoonheidswedstrijd,
karnaval en verdere drukte, terwyl
tusschen al die drukte door A met B,
B met C, C met D en D met A zich
intiem onderhoudt. De brave filra-
fabrikantsvrouw komt brieschende van
jalousie een trein later, omhelst by
vergissing een oberkelner, wat natuur
lyk dadelyk cinematografisch opgenomen
wordt, door een piccolo, die onder de
tafel de kruk draait. Er wordt gedanst,
gezongen, champagne gedronken, doch
er gebeurt niets ot de verradelyke film
zal het eenmaal na kunnen vertellen.
In de derde akte van het stuk nu, is
de koek op. Het geheele gezelschap is
weer naar de oevers van de Spree af
gezakt, met een kater, met vlammende
jalousie en een ontembare twistzucht.
Alles leeft op een vulcaan, familie-
catastrophen zweven even talryk in de
lucht als eendagsvliegen op een warmen
zomerdag. Maar dan, dan wordt de
cineraatograat vertoond, waarop al de
fraaie liefdesscènes te zien zyn. Het
publiek brult van genoegen, en let
totaal niet meer op de spelers, die
zichzelf op den linnen wand zieD. Dan
kust iedereen zyn eigen vrouw en de
extra-trein naar Nizza heeft geen
bizondere onheilen op zyn geweten.
Wanneer nu het publiek tevreden en
voldaan huiswaarts keert, hoort men
overal dezelfde opmerking. Jammer dat
er nog niet meer cinematograaf by was,
want deze blyft hier weer het spannende
element. Om nog eens een voorbeeld
te geven van de spannende werking
van de cinema op eenvoudige zielen
kan het volgende dienen. Voor weinige
dagen werd hier in een volkskino een
drama gespeeld. De handeling was
onder ademlooze spanning van het
publiek tot op de plaats gekomen,
waarop de heldin, die van plan is haar
yverzuchtige echtgenoote te bedriegen,
een brief krygt, waarin ze tot een rendez
vous wordt uitgenoodigd. Dan, op het
oogenblik dat ze uit wil gaan en den
brief op haar schrijftafel laat liggen,
roept plotseling uit de donkerè diepte
der toeschouwersruimte eert opgewonden
vrouwe8tera heel luid: De brief, pas op
den brief I De brave ziel had het zeer
juiste vermoeden, dat de jaloersche
echtgenoot het corpus delicti vinden
zou, en dat dan de ellende niet te
overzien zou zyn. Dit diepe meevoelen
met de heldin van de film wekte natuur
lijk groote hilariteit, en alles verheugde
zich op het oogenblik, dat het licht
weer zou op gaan, en men de gevoelige
te zien zou krijgen. Deze was echter
uit schaamte heimelijk weggeslopen.
Tegenwoordig vertoont men hier op
de volksscholen ook cinematografische
opnamen, waardoor getracht wordt den
leerlingen een juist beeld te geven van
het werk, dat in de verschillende be
roepen verricht wordt, met het doel
de kinderen in de keuze van een beroep
behulpzaam te zyn. Dit nu had onlangs
op één der scholen plaats, en de
meester gaf zich de grootst mogelijke
moeite zyn leerlingen door bizondere
toelichtingen den juisten indruk te geven.
Ten slotte wendde hy zich tot een der
leerlingen met de vraag, wat deze nu
wel zou willen. Kino-operateur, klinkt
het vast besloten uit den mond van den
kleinen Berlyner. Een beetje vreerad
moet de meester wel opgekeken hebben,
maar begrijpelijk was het ten slotte.
Zooals de lezers zich nog wel zullen
herinneren, heb ik in een van rayne
vorige brieven over de twist geschreven,
die tot een proces tusschen den keizer
en zyn pachter aanleiding gegeven had,
welk proces door den keizer verloren
werd. De zaak is sedert den lsten April,
dank zy de bemoeiingen van den kroon
prins, uit de wereld geholpen. Er is
een commissie naar Elbing gegaan, die
door den broeder van den pachter
ontvangen werd, en die in opdracht
van het kabinet van den keizer zeide,
dat het dezen speet de woorden over
den heer Sohst gesproken te hebben,
wat de keizer schriftelijk door zyn
particulier cabinet zou laten bevestigen.
Verder werd aan den heer Sohst een
titel of decoratie beloofd, wat volgens
enkele bladen op de kroonorde vierde
klasse zou uitloopen. De broeder van
den pachter verklaarde hierop, dat de
heer Sohst zich hierdoor volkomen ge
rehabiliteerd zou voelen. Daarna werd
de som van 120.000 Mark aangeboden,
voor de doode en levende inventaris
van Rehberg, voor onkosten en als
schadeloosstelling voor het eindigen
der pacht, welk aanbod aanvaard werd.
Verder verneemt men, dat het hoofd
van het beheer van het landgoed
Cadinen weldra zyn ontslag zal nemen.
A. v. H.
Dominee voorproever.
Men schrijft aan de N. It. C.
By een predikant in een klein
dorpje in de provincie Groningen werd
dezer dagen een emmertje vol geslacht
bezorgd, dat een der kerkeraadsleden
als geschenk aanbood. Het gezin van
predikant smulde ervan.
Des Zondagsmorgens by het uitgaan
van de kerk werd dominee door den
schenker aangehouden, die informeerde,
hoe het varkensvleesch gesmaakt had.
„Lekker", zei de predikant, die verder
zyn dank betuigde.
Het kerkeraadslid was voldaan
en gerustgesteld. „Den duur 'n mien
vrouw en ik d'r ook wel van eten",
zei hy: „want ie mouten wait'n, doom-
nie, dat tou wie t' zwien slachtten,
het dair d'r van binnen lèlk oetzag; en
de slachter vertrouwde het nait recht.
Moar om nou ain zwien van 500 pond
in de mis-dobbe te gooien Wie dochten
doora'nie har'n fiene tonge. Nou duren
wie 't ook wel eten!"
Koninkiyko familie in Dultschland.
H. M. Koningin Wilhelmina zal waar
schijnlijk tot 26 April te Hoherwald
blijven vertoeven en dan naar Nederland
teïugkeeren.
Prins Hendrik, die zoo goed als gehoel
hersteld is, zal na het vertrek van de
Koningin nog eenige weken blijven.
Van dit bericht werd echter nog geen
bevestiging ontvangen.
Concours-hippique te Borgon-op-Zoom.
Do West-Brabantsche Harddraverij en
concours-hippique vereeniging zendt ons
het voorloopig programma voor een
concours-hippique met concours voor
automobielen op 2en Pinksterdag te
Bergen-op-Zoom te houden.
Het programma vermeldt een nationaal
concours voor springpaarden, gereden
door heerrijders (ook voor rijkspaardeu);
een nationaal concours voor het beste
land bouw paard, zwaar wagenslag, een
spannen, toebehoorende aan een land
bouwer of fokker (hiervoor is als le prijs
f 50 uitgeloofd 4- f 10 aangeboden door
jhr. Van Vredenourcb indien de eigenaar
woont binnen de afd. „Tholen" van de
Zeeuwsche Landb.-Mij., 2e pry's f 25,
3e prys f 15, 4e prijs f 10, 5e prijs f5);
Regimentswedstrijd van het beste officiers
dienstpaard; Nat. concours voor het beste
landbouwpaard, licht wagenslag (prijzen
en premie als voor zwaar slag met verg.
zilv. med. by den eersten* prijs); Int.
concours voor springpaarden gereden
door heerrijders (ook voor rijkspaarden);
Nat. concours voor landbouwpaarden,
zwaar wagenslag, tweespannen (prijzen
als voor eenspannen, echter geen premie
bij den eersten prijs); Gymkhana voor
automobielen en concours voor de mooiste
automobiel.
De jury voor de concoursen landbouw
paarden bestaat uit de heeren Ph. J. van
Dixhoorn te Axel, H. A. van Hauken te
Wilhelminadorp en P. den Ouden te
Tilburg.
Inschrijvingen sluiten op 5 Mei 's avonds
te 10 uur bij den heer S. R. von Franck
te Bergen-op-Zoom.
De staatsspoor staat reductie op de
vrachten toe.
De tram Bergen-op-ZoomTholen laat
extra treinen loopen. MCt.)
Inge/,ouden Stukken.
Emma-bloe m,
ten bate der Tuberculosebestrijding.
Het Comité voor de Tuberculosebestrijding
doet wederom een beroep op den steun van
het publiek, tot aanvulling zijner kas, welke
geheel is uitgeput.
Sedert April van het vorige jaar kan het
Comité o. a* gedurende 6 maanden een patientje
doen verplegen in het ziekenhuis te Noord-
gouwe, V/-t maand een jongen doen verblijven
in een herstellingsoord der vereeniging voor
Vacantiekolonies (vanwaar bjj volkomen hersteld
terugkeerde), geregeld blijven voortgaan met
de behandeling eener vrouw met Finsen-stralen
te Leiden, om slechts het voornaamste te
noemen!
Dit alles vergde echter zooveel van onze
iinantien, dat hetgeen in de 8 vorige jaren door
den verkoop der Emina-bloem werd ontvangen
(te zamen ongeveer f 480), geheel is uitgegeven.
Aan allen, die sympathie gevoelen voor ons
streven, de taak, ons de voortzetting raogelyk
te maken
Zaterdag J9 April a.s., zal des namiddags
de Emma-bloem door jonge dames op straat
en aan de huizen te koop worden aangeboden,
waarvan de opbrengst geheel zal komen ten
bate van lyders aan tuberculose in Zierikzee.
Wij vertrouwen, dat wij niet te vergeefs een
beroep zullen doen op uw aller medewerking;
wij hopen dat wederom ruim zal worden ge
geven. door elk naar zyne krachten, en dat
ieder zich geroepen moge gevoelen, door het
koopen van een ui meur bloempjes, het zyne
l>jj te dragen tot bestrjjding der gevreesde
ziekte, de tuberculose
ZikriKzeb, 10 April 1918.
Het Comité der Emma-bloem voor
Tuberculosebestrijding,
Mej. A. J. MOELIKEH.
H. POLVLIET.
J. A. SPRUYT.
A. TIMMERMAN.
P. C. VAN DER VALK.
O. S. VERWER.
Tholbx, 7 April 1918.
Manheer de Redacteur!
Ten dienste van bet algemeen belang wenscht
Critas nogmaals eens te schrijven, on wel voor
ditmaal over de Vereeniging der Thoolsche
Bouwvereeniging. Vooraf wenscht hij echter
eenige opmerkingen te maken, die noodig zijn
op zyn laatste schrjjven.
Critas stelt zich steeds op het standpunt, dat
alhoewel behoorende tot één der politieke
partijen, bjj steeds van meening blijft dat de
politiek in onze kleine plattelandschc gemeente
eigenlijk in den gemeenteraad Jniet thuis be
hoort, maar dat veel meer bij het stellen van
candidaten voor dit college moest gezocht
worden naar onpartijdige en goed ontwikkelde
mcnschen, die verstand van zakon hebben. Critas
gelooft, dat men in Tholen nu reeds 80 a 40
jaren een verkeerd systeem gevolgd heeft, door
namelijk altijd uit te zien naar heeren, en voor
namelijk heeren met kapitaal. Zoolang dan ook
de mindere man niet doordrongen wordt van
deze lout, zal er gedurig af te dingen zijn op
onze stadsregeering, daar immers een rijk raensuh
zich nooit kan verplaatsen in de behoeften van
het volk, omdat hij zelf nooit die behoeften
gekend heeft. En doordat een gefortuneerd
mensch geen wanverhoudingen kent op stoffelijk
gebied, kan het niet anders ïijn of zoodanige
menschen hebben een geheel anderen blik op
de heerschende toestanden, dan zy die deze
doormaken.
Het schrjjven van Critas had dan ook enkel
en alleen ten doel, dit goed te laten uitkomen
Verre werpt hjj van zich de verdachtmaking,
die hem lichtvaardig voor de voeten zou kunnen
geworpen worden, dat hjj soms persoonlijk voor
liefde voor den een of ander had doen blijken
bjj de pas plaats.gehad hebbende benoemingen.
Critas wil daarom gaarne verklaren, dat wat de
personen betreft alle sollicitanten bij hem gelijk
stonden, maar dat enkel alleen zyn schrijven
ten doel had het publiek te overtuigen van de
raadselachtige manier, waarop de benoemden
nu benoemd zyn, cn de gewone manier, waarop
de Raad gedurende tientallen van jaren te werk
ging, namelijk het aanbieden van een voor
dracht of aanbeveling door Burgem. en Weth.
en het bespreken der verschillende candidaten,
hetzy in een geheime hetzij in een openbare
zitting. En daarom zullen deze benoemingen
altyd in het verleden geboekt staan als zeer
bizondere benoemingen, waarin èn Burgem. en
Weth. èn de geheele Raad, zonder een enkel
woord te spreken, afweken, van den gewonen
gang van zaken,
Wat nu het onderwerp betreft, waarover dit
schrjjven zal handelen, dient dat de Thoolsche
Bouwvereeniging niet wandelt op paden van
rozen.
En hoewel dit laatste reeds in onderscheidene
ingezonden stukken bij de totstandkoming der
Vereeniging werd aangetoond, kon toch niet
worden verhinderd, dat de Thoolsche Bouw
vereeniging werd opgericht.
Het blykt nu echter duidelijk dat de zaken
niet erg voordeelig gaan. Een paar aandeelen
van een gemeenteraadslid, dat overleden i8 (en
die in leven ook veel gedaan heeft ter beharti
ging der verschillende belangen der gemeente,
dit mag tot zyne nagedachtenis onbewimpeld
worden uitgesproken), zijn te koop, maar wie
zal ze koopen V Wie durft in een dergelijke
onderneming, die zoo kachelyk staat, zijn geld
beleggen? Wie ziet niet met het gewone oog
de vele gebreken die aan de woningen zijn?
Wat oordeelde men destyds over het ongunstige
afgelegen terrein, en hoe komt dat alles nu
precies uit? En waarom toch moesten juist
eenige heeren raadsleden als aandeelhouders in
deze onderneming plaats nemen Doel was
immers goedkoope en geriefelijke woningen te
bouwen En wat blykt nu Dat de huurprijs
is van af f 1,60 tot f 2,50. Wie van den
minderen man vindt dit goedkoop? Bouwt men
daarom namens eene vereeniging woningen
omdat een particulier op dat terrein nooit zou
begonnen zyn daar te bouwen Wie der
burgers geeft daarop eens eenig licht?
Doch daar is nog meer, en dat maakt de
zaak voor - de gemeente het kwaadste. By de
behandeling der begrooting werd als naar
gewoonte behandeld het jaarljjksch verslag van
de winst- en verliesrekening der Bouwvereeni
ging-
De heer Van der Stel, specialiteit in financiën,
wees er terecht op, dat hy miste een post voor
rente en aflossing.
De heer Noske, in kwaliteit als bestuurslid
en aandeelhouder, antwoordde daarop zóó on
begrijpelijk, dat zelfs de pers er niets van kon
opteekenen wegens onvoldoende toelichting.
Maar Critas heeft navragen geleerd, en is tot
de ontdekking gekomen, dat mei rente en
aflossing pas behoeft te worden begonnen,
wanneer het aangevraagde geld, dut hier
f 39.200 is, verbouwd is. Nu zooverre is men
nog niet, maar Critas achtte het beter, dat het
nooit zoo ver kwam. Want als men nu reeds
met aandeelen zit, die men niet kwyt kan, dan
is het beter geen geld meer aan te vragen, en
ook maar niet meer verder te bouwen. Voor
hun oogen zien zij, dat dageljjks nieuwe huizen
worden gebouwd doOr een bouw-ondernemer
uit Bergen-op-ZoomJ, die deze voor f 1,30 of
f 1,35 vlug verhuurd ziet. Dit is dus haar
geduchte concurrent, waarop niet was gerekend,
en die de Thoolsche Bouwvereeniging geheel
lam slaat. En daar er, zooals men weet, eenige
raadsleden in deze Bouwvereeniging zitten met
aandeelen, is men licht geneigd tot deze vraag.
Zou men uit het oogpunt van concurrentie
laatst voor de tweede maal aan dien bouw
ondernemer verlichting geweigerd hebben V
Doch daar is nog meer. Toen deze Bouw
vereeniging tot stand kwam, werd het wel niet
overluid uitgesproken, maar Critas weet toch
nog zeer goed. dat het rijks-voorschot groot
was f 89.200 en dat dit geld verstrekt werd
aan de gemeente, die het wederom gaf aan de
Bouwvereeniging, En als cadeau voor die
geld-circulatie moest de gemeente het borgschap
op zich neiuen dezer Bouwvereeniging. En nu
beteekent borgschap niet veel, en toch zeer
veel, niets wanneer een zaak vooruitgaat, maar
veel wanneer eene zaak kwijnt. En ook dit
hebben reeds eenige leden van den Raad gevoeld,
daar zy bjj de behandeling der begrooting
reeds spraken over liet stichten van een
reservefonds, bjj geval de Bouwvereeniging te
kort schoot in hare rente en aflossing.
Hoe staat het er nu dus met do Thoolsche
Bouwvereeniging voor. Men ziet met leede
oogon het godurig ledig staan der woningen,
men hoort dageljjks do mopperende kluchten
over de ondoelmatigheid en ongeriefeljjkhcid
der woningen, en zucht als er maar eens weel
een huisje klaar is. ga ik hier gauw weg.
In één woord de huizen der Thoolsche
Bouwvereeniging herbergen tijdelijke bewoners,
die gaarne verhuizen naar beter oord. Deze
vereeniging lijdt dus aan bloedarmoede, tenzij
de gemeente zich haar lot zal aantrekken. En
Critas vermoedt dat men weldra de hulp der
gemeente zal inroepen, hetzij om financieelen
steun, of om de zaak over te nemen, En indien
het werkelijk zoo ver komen moet was het dan
niet beter, slechts 5 huizen te hebben dan nu
reeds over de twintig.
Wordt de verantwoording daardoor voor de
gemeente niet alle dagen grooter? Waarom
liever het restant voorschot maar niet naar den
Haag gezonden? Waarom bouwt men geen
doelmatiger en goedkooper woningen? Waarom
zocht men bij het stichten niet een beter terrein
op? En wat zal nu liet einde zijn dezer Voreeni-
ging? Zal de gemeente weer het bokje zjjn
dezer onderneming? En zal de gemeente dan
de zaak publiek verkoopen met verlies voor
haar, of de huisjes voor eigen rekening gaan
verhuren? Moesten er daarom 4 raadsleden hun
liefde verpanden aan deze Vereeniging, om bjj
elk verzoek, dat namens de Bouwvereeniging
om verlichting enz. gedaan wordt, hun plechtig
vóór door de vergaderzaal te laten klinken?
Is het in het belang der gemeen'te, dat eenige
bouw-onderneraers en heeren raadsleden do ge
meente tot borg zetten voor hun onderneming?
En is het in het ware belang der gemeente,
dat zij andere verzoeken met hand en land
tegenstaan?
Gaarne eenig antwoord wachtende eindigt
Critas, en hoopt een volgende maal over een
omnibus als straatversperrer een opstel te
schrijven.
Met dank voor de plaatsing,
CRITAS.
Bnrgeriyko Stand ran Kerkwerve.
(Ie kwartaal 1913.)
Geboren:
27 Februari. Cornelis, zoon van A. P. Stouten
en T. de Jonge.
Gehuwd:
22 Maart. A. Jonker, 33 j., wedn. en J. Hejj-
boer, 26 j., j.d.
Overleden:
12 Januari. M. Bejje, 61 j., echtgenoot van M.
Jonker.
24 L. Verboom, 4 m., zoon van .T.
Verboom en A. Fonteine.
26 C. Fondse, 87 j., wed. von J. Blom.
4 Februari. J. v. d. Linde, 79 j., wed. van .1.
v. Strien.
8 T. v. d. Kasteele, 63 j., wedn. van
N. Tuinman.
24 P. v. Kooten. 17 j., dochter van
S. v. Kooten.
7 Maart. H. Fondse, 77 j., wedn. van J.
Landman.
24 S, v. Es, echtgenoot van K. Krabbe.
Burgerlijke Stand van Oosterland.
(Over de maand Maart 1913.)
Geboren:
17. Maart. Jannetje, d. van A. M. de Rjjke en
B. M. de Jonge.
Adriana Janna, d. van J. J. de Vos en
P. Zoeter.
Susanna, d. van H. Stouten en E.
Kwaak.
n Leendert. z. van Th. W. v. d. Have
en K. Koopman.
Anna Pieternella, d. van M. J. Hage
en J. Dorst.
Onder trou w d
20 Maart. F. H. Fontejjne, j.m., 32 j. en W. de
Vin, j.d., 31 j.
Gehuwd:
27 Maart. L. J. Dijkman, j.m., 17 j. en J. v.
Dyke, j.d., 25 j.
Burgerlijke Stand van St. Maartensdijk.
(Over de maand Maart 1913.)
Geboren:
3. Geertje, d. v. N. Noom en van A. D. Stolk.
6. Marinus Adrianus, z. v. W. Carol en van
J. "D. Zwagemaker.
13. Janna Pieternella. d. v. J. A. Hage en L.
Kloet.
5' Nathan Jan, z. v. P. J. Nelisse en van J.
H. J. Hage.
28. Cornelis Gerard, z. v. J. J. Guequièrre en
van P. M. van Gorsel.
29. Adriana, d. v. A. van der Ree en van J.
Bouwman.
•30. Pieter Jacobus, z. v. A. Robbe en van G
W. Quakkelaar.
Ondertrouwd:
13. J. de Fouw, j.m., 25 j. en P. van Gorsel,
j.d.. 27 j.
13. J. Coomans, j.m., 24 j. en M. Kauttmann,
.j.d., 23 j.
Gehuwd:
8. .1. Chr. Francke, j.m., 25 j. en D. W. Koop
man, j.d., 23 j.
27. J. Coomans, j.m., 24 j. en M. Kauftinann,
j.d., 23 j.
27. C. J. de Fouw, j.m., 25 j., en P. van Gorsel,
j.d., 27 j.
Overleden:
28. Willem, 2 j., z. v. J. Stoutjesdijk en van
W. H. Boogaard.
MARKTBERICHTEN.
Vlas. De handel in Russisch is kalm.
Prüsen zjjn iets lager. Van inlandseh
vlas wordt er minder aangevoerd. Prima
kwaliteiten zijn gezocht tot vaste prijzen.
Voor de mindere kwaliteiten blijven de
prjjzen flauw.
STOOMBOOTDIENST
ZIERIKZEEROTTERDAM
en tusschengelegen plaatsen.
Van Zierikzee:
Dinsd. 15 'g morg. 8,30
Woen. 16
APRIL.
Dond. 17
Vrjjd. 18
Zaterd.19
Zond. 20
Maand.21
Dinsd. 22
9,30
8,30
9.30
9,—
10,80
11
6,30
Van Rotterdam
Dinsd. 15'smidd. 12,
Woen. 16 12,—
Dond. 17'smorg. 9,30
Vryd. 18 10,30
Zaterd.19 11,—
Zond. 2Q'smidd.l2.
Maand 21 12,—
Dinsd. 22 12,