Korps Pantserfort-Artillerie. Korps Torpedisten. Regiment Genietroepen Brieven uit Berlijn. WAPENS, LICHTINGEN, KORPSEN EN ■KORPSONDERDEELEN. Lichting 1908. lste compagnie. 2de compagnie. 3de compagnie. 4de compagnie. Lichting 1910. lste compagnie 2de compagnie 3de compagnie 4de compagnie. Lichting 1907. late compagnie, late en 2de peloton van opkomst: Brielle) 3de peloton (plaats opkomst: Hoek lolland) 2de compagnie 2de Helder) Lichting 1909. lie, lste en 2de peloton/plaati van opkomst: Brielle) 3de peloton (plaats vai opkomstHoek vai Holland) Helder) Lichting 1911. late compagnie, lste peloton (plaats opkomstFort de Ru; 2de peloton (plaats opkomst: Hellevoeta 3de peloton (plaats opkomst: Hoek Holland) 2de compagnie Helder) Lichting 1906. Het Pionierbataljon, lste compagnie (plai van opkomst: Fort bij Vechten) 2de compagniePlaats (De Israëlieten dezer compagnie) I van opkomst 3de compagnieI Fort by 4de compagnieRijnauwen. De Technische Spoorweg-) compagnie (vanopkomst: (De Israëlieten dezer compagniej j^Zei^t De Telegraafcompagnieën, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten. Lichting 1908. Het Pionierbatalj on, 1 ste com- pagnie 2de comp Plaats van opkomst: Legerplaats by Zeist. (De Israëlieten dezer compagnie 3de compagnie 4de compagnie De Technische Spoorwegcom-' pagnie (De Israëlieten dezer compagnie De Telegraaf-compagnieën, met uitzonde ring van de milicien-telegrafisten Lichting 1909. De miliciens-telegrafistendie geschikt worden geacht om als oudste-telegrafist op te treden Voor zooveel hieronder Israëlieten zijn De miliciens-telegrafisten, die niet geschikt worden geacht om als oudste-telegrafist op te treden Lichting 1910. Het Pionierbataljon De Technische Spoorwegcompagnie (plaats van opkomst: Legerplaats by Zeist) De Telegraafcompagnieën, met uitzonde ring van de miliciens-telegrafisten Lichting 1911. De miliciens-telegrafisten Datum van opkomst in werkelijkei dienst. Datum van vertrek- met groot-verlof. 2 September 23 Juni. 4 Augustus. 18 Augustus. 20 September. 12 Juli. 23 Augustus. 6 September. 2 September 23 Juni. 4 Augustus. 18 Augustus. 27 September. 19 Juli. 30 Augustus. 13 September. s 10 Maart. 20 Maart. 10 Juni. 20 Juni. 13 Mei. 23 Mei. 25 Maart. 12 April. 2 September. 20 September. 4 Augustus. 22 Augustus. 4 Augustus. 22 Augustus. 4 Augustus. 22 Augustus. 4 Augustus. 22 Augustus. 2 September. 20 September. 15 Juli. 12 Augustus. (13 A ugustus). 20 Mei. 17 Juni. 25 Juli. 22 Augustus. (22 Auqustus). 30 Mei. 27 Juni. 10 Juni. (13 Juni). 20 Juni. (20 Juni). 20 Augustus. 30 Augustus. 14 Mei. 10 Juni. (13 Juni). 8 Juli. 5 Augustus. 7 Juni. 5 Juli. (8 Juli). 2 Augustus. 30 Augustus. 9 Juni. (13 Juni). 4 Juli. (8 Juli). 1 Juli. 26 Juli. 6 October. (8 September). 11 October. (12 September). 8 September. 27 September. 5 September. 30 September. 23 Juni. 18 Juli. 2 September. 27 September. 8 September. 27 September. Vrijdom van opkomst. Bovenbedoelde oproeping heeft geen betrekking op hen: 1°. die gedurende drie jaren of langer bij de koloniale troepen hebben gediend 2°. die, na bij een bereden korps ten minste een jaar of bij een onbereden korps ten minste acht maanden in werkelijken dienst te hebben doorgebracht, een verbintenis tot vrij willigen dienst hebben aangegaan en een vrij willigen diensttijd van ten minste 3 jaren bij een bereden of van ten minste 2 jaren en acht maanden bij een onbereden korps hebben volbracht. Uitstel van eerste-oefening. Zij, die in het genot zijn geweest van uitstel van eerste-oefening, moeten voor herhalingsoefeningen opkomen met de lichting van het jaar, waarin zij de eerste-oefening hebben aangevangenzijn zij echter ingelijfd in het jaar, volgende op dat hunner lichting, dan komen zij op met de lichting van het jaar te voren. Wijze en uur van opkomst. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen, dat zij zich ieder op den voor hem aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van hun zakboekje met verlofpas, alsmede van alle verdere tot hun verlofsuitrusting behoorende voorwerpen van kleeding en uitrusting, bij hun korps aanmelden en wel a. zij, die verblijf houden in de plaats van opkomst, uiterlijk te 8 uur voormiddag; b. zij, die verblijf houden binnen 20 Kilometer van de plaats van opkomst, uiterlijk te 10 uur voormiddag; c. de overige verlofgangers: voor zooveel zij binnen het Rijk verblyf houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van opkomst, waarheen zij zich met het eerst ver trekkend openbaar middel van versneld vervoer, langs de op de vervoerbewijzen aangegeven route en met de op die bewijzen vermelde vervoermiddelen, moeten begeven, of, indien bij gebruikmaking van een later vertrekkend middel van versneld vervoer langs diezelfde route zulks mogelijk is, uiterlijk te 10 uur voormiddag; voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namiddag. Ziekte. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen, dient de verlofganger hiervan zoodra doenlijk door overlegging van eene gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter Gemeentesecretarie te doen blijken. Na zijn herstel vervoegt hij zich onverwijld bij zijn korps. Vervoer. De verlofgangers, die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen of op de reis één of meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig ziju de vereischte op wit papier gedrukte en niet roodon Inkt Ingevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich vóór hun vertrok naar het korps niet ter Gemeentesecretarie aan te melden, doch begeven zich rechtstreeks naar het station of de aanlegplaats van vertrek en stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast, of aan den veerman. De verlofgangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoerbewijs, aangezien deze strook hun gedurende de reis moet dienen als plaatsbewijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passage biljet, ingericht om daarop de reis te kunnen volbrengen dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den laatsten werkdag vóór hun vertrek naar het korps, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur, ter Gemeentesecretarie aanmelden, ten einde aldaar in het bezit te worden gesteld van de vereischte bescheiden. Het Is noodig, zich ten minste een half uur vóór het Yertrek van den trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aanlegplaats te bevinden. Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, heeft de verlofganger, die niet verblijf houdt in de plaats van opkomst, voor den dag van opkomst recht op een daggeld van f 0,25. ITet is niet noodig dit daggeld ter Gemeentesecretarie te vrageu; aan hem, 'die het niet vóór zijne opkomst heeft ontvangen, wordt het uitbetaald na aankomst bij het korps. Bijzondere bepalingen. Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan deze oproeping, wordt, na daartoe door den Minister van Oorlog verstrekten last, als deserteur afgevoerd. Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij het korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig. Het niet-ontvangen van eene persoonlijke kennisgeving van de oproeping ontheft den verlofganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar de openbare kennisgeving, tenzij de verlofganger zich op den dag van laatstbedoelde kennisgeving buitenslands ophoudt en zijn adres bij den Burgemeester bekend isEENIG en ALLEEN als BEWIJS geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen. Vrijstelling. Geheele of gedeeltelijke vrijstelling van herhalingsoefeningen kan worden verleend aan hem: 1°. die na volbrachte eerste-oefening gedurende zoodanigen tijd in werkelijken dienst is gebleven of gekomen, dat hij geacht wordt in die mate te ziju geoefend, dat herhalingsoefeningen voor hem niet of slechts gedeeltelijk noodig zijn 2°. die tijdens den duur der herhalingsoefeningen onmisbaar is hetzij voor het bedrijf, waarin hij werkzaam is, hetzij voor de instandhouding der middelen van bestaan van zijn gezin of van dat, waartoe hij behoort of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel voor personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan een en ander ter beoordeeling van den Minister van Oorlog. Wie op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking wenscht te komen, behoort spoedig eene aanvrage daartoe te zenden aan den Minister van Oorlog. Het verzoek kan op ongezegeld papier worden geschreven en behoeft, tenzij het uit het buitenland wordt verzonden, niet gefrankeerd te worden. Vergoeding. Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of zouden komen te ontbreken aan zijn gezin of aan dat, waartoe hij behoort of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan, dan kunnen belanghebbenden zich rechtstreeks tot den Minister van Oorlog wenden met een ongezegelddoor den verlofganger mede-onderteekend, verzoek schrift tot het ontvangen eener geldelijke vergoeding. Het verdient aanbeveling het verzoekschrift spoedig, zoo mogelijk ten minste zes weken vóór de opkomst, te dienen. Het behoeft niet gefrankeerd te worden, tenzij het uit het buitenland wordt verzonden. Zierikzee, den 28 Maart 1913. De Burgemeester voornoemd D. VAN DER VLIET. Het schynt wel of dit jaar de Paasch- klokken de lente ingeluid hebben, want een bleekblauwe lentelucht staat voort durend boven de straten, terwyl het gulden licht der Maartzon als een gouden sluier in de lucht hangt. Het is afsof er lokkende lentetonen uit het blauwige goud neerklinken in de koele diepten der straten, die zoo vol zyn van menschengewoel, van het bellen der electrische tramsvan het piepend zingen der wielen, van het toeten der hoorns van snuivende auto's. De lente tonen lokken vele naar buiten om te genieten van de zonneschyn op het land, van het ontwaken der natuur. Nog voor weinige dagen woedden de Maartsche stormen, doch nu ligt een warme zonne gloed veelbelovend op veld en beemd. De uitstapjes, die men van Berlyn uit maken kan zyn talloos. Men kan b. v. naar Tegel, naar het Spandauerbosch, naar de Liepnitszee of naar Wublitz, ora van de bekende kleine uitstapjes in de buurt niet te spreken. Erg in trek is in het voorjaar ook de wandeling langs de Havel, die men by Potsdam het best begint. Men kan haar over de heuvelen maken, die zich hier tot ruim 60 meter verheffen. De paden voeren door beuken en dennen en men krijgt er een reeks schilderachtige kykjes op de Havel en het lachende met hoornen omkransde Potsdam. Aan boomen en struiken zwellen de knoppen, aan den weg bloeit de eerste voorjaarsbloem, terwyl witte en gele bloesems vergenoegd naar het zonlicht kyken. De jonge grashalmen trachten de wegranden weer groen te maken en de dunne twijgen der zilver witte berken wiegen in den wind. De wilgen hebben, zooals het volk hier zegt, „palmen", waarmede de met zilvergrauwe katjes bedekte twygjes bedoeld worden, die naast anemonen en boterbloemen het meest naar huis gedragen worden. Na een uurtje wan delen verschynt onder aan de Havel op een kleine verhooging, een mooi stil daatsje, het dorpje Templin, met "andelijke huisjes en verandahs, die den wandelaar als tot rusten uitnoodigen. In de tuinen staan reeds tafels en stoelen in de zonneschyn en rondom zingen de vogels in de uitbottende struiken, waar- tusschendoor men het zilveren vlak van de Havel ziet. Wandelt men verder langs den oever, dan komt men te Caputh, een langgerekt visschersdorpje. Hier beginnen reeds de boomgaarden van de Werder, die in langzame glooiing tegen de heuvelen opkruipen. Nog slechts enkele weken en de vruchtboomen zullen hier in witte bloesempracht pryken en geen goed Berlyner zal het wagen een pelgrimstocht naar deze streken te verzuimen, waarheen de stoombooten dan een regelmatige verbinding vormen. De Baumblüte in Werder is de volle Lente voor Berlyn, het werkelyke feest van de Lente. Dan is alles wat aan den winter herinnert, verdwenen, wel te weten met een kleine uitzondering. Menschen met schaatsen in de hand ziet men hier 's zomers net zoo goed als in den winter. De schaatsensport in de ijspaleizen gaat hier dan ook zyn vollen gang. Berlyn zal nu weldra een derde ijsbaan ryk zyn, die in de Dresdenerstrasse komt. De reeds be staande ysbanen hebben een vrij ingewikkelde methode van bevriezen door raiddel van groote machines, wat by de nieuwe niet het geval zal zyn, daar men hier niet op bevroren water de schaatsensport zal beoefenen. De bewerking bestaat n.l. hierin, dat een zekere scheikundige verbinding in water opgelost wordt bij matige warmte. Een heldere oplossing ontstaat, die met behulp van een gieter op den grond uit gespreid wordt. Een bizondere voor bereiding van de vloer is niet noodig. In iedere kamer kan men een dergelyke ijsbaan maken. De uitgegoten vloeistof wordt na korten tijd hard en wordt daarby vanzelf glad. Het begieten wordt zoo dikwijls herhaald tot de yslaag een dikte van 1 c.M. bereikt heeft. Dan is de baan klaar. Men kan op haar rijden als op iedere andere baan. Kunstryders hebben er de schoonste bogen, sprongen en figuren op uitgevoerd. Evenals op gewoon ys ontstaat ook hier door het rijden een sneeuw, die evenals op andere banen afgeveegd wordt. Hier wordt ze weer in water opgelost opnieuw gebruikt. Het groote voorrecht van dit kunstys is daarin te vinden, dat het niet door hitte smelten kan, zoodat in open tenten buiten heel goed een dergelyke baan zal kunnen worden aangelegd. Het nieuwe yspaleis zal nog een tweede groote aantrekkelijkheid hebben door den aan leg van een z.g. rodelbaan van kunstijs, die de gelegenheid zal bieden op sleetjes van het hoogste punt af, door ver schillende verdiepingen heen naar beneden te glyden. Ook op dit gebied merkt men dus weer een streven het reeds bostaando te overtreffen en iets nieuws er by te gev^n. Alleen het nieuwe en het buitengewoon tragische boeit de zielen der moderne grootstadsraenschen. Zoo heeft het afgrijselijke automobiel ongeluk, dat gisterennacht op den Trep- towerstraatweg plaats gehad heeft, groot opzien gebaard. Byna zeker kan de chauffeur, die in beschonken toestand moet zijn geweest, als de hoofdschuldige beschouwd worden van het ongeluk, dat ontstond door botsing van de auto met een electrische tram. In de auto zaten, behalve de chauffeur, zeven personen, waarvan er drie gedood werden, terwijl de vier overige en de chauffeur zeer zware kwetsuren opliepen. De wagenbestuurder van de electrische tram moet uit alle macht geremd hebben, wat niet verhinderen kon, dat do auto met volle kracht tegen het voorste deel van de tram opliep. De botsing was zoo hevig, dat de auto in stukken vloog, terwijl de kast van den motor zich in de electrische tram boorde. De passagiers kregen geen bizonder letsel Do i elkander geschud door het hevige remmen van den wagenbestuurder hoorden ze plotseling een gerinkel van ruiten, een gegil en een hartverscheurend jammeren. Eenigen van het autogezel schap werden op den grond geslingerd en bleven in bewusteloozen toestand liggen. Anderen kropen uit de verbrijzelde stukken te voorschijn, wankelden eenige schreden verder en zakten bewusteloos in elkander. Twee van het gezelschap, de doodbidder Peter en de timmerman Guerke, bleven op de plaats dood, terwijl de postbeambte Gabel kort na het ongeluk in het hospitaal overleed. Van de vier overigen, de slotenmaker Bunger en vrouw, de tandtechnicus Gudecke en de zuster van den gedooden Gabelis gisterenavond alleen de chauffeur gedurende enkele oogenblikken uit den bewusteloozen toestand by kennis geweest. Het ongeluk had om twee uur in den nacht plaats. De lichtzinnige vaart begon naar aanleiding van een gezegde van vrouw Bunger tegen den chauffeur, dat ze nog nooit in een auto gezeten had. Deze noodigde daarop het gezelschap uit, dat toevallig in een kleine herberg in de Pucklerstraat te zamen zat. Oorspronkelijk zou de rit dan ook maar tot de woning van het echtpaar Bunger gaan, doch toen het gezelschap ingestegen was, word er tot een grootere rit besloten, die zoo tragisch eindigen zou. 27 Maart. A. v. H. Minister Talma. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Talma, Zaterdag van zyn verblyf in het buitenland te 's-Gravenhage teruggekeerd, heeft Maandag zyn werkzaamheden aan het Departement hervat. Kees de Wit. Op zyn buiten „Slangevecht" te Breukelen is overleden de heer L. C. Dudok de Wit, die door zijn wereldreizen, maar bovenal door de groote vriendelijk heid, waarmee hy ieder die hom bezocht, ontving, in heel ons land bekend is. Zijn museum was een aantrekkelijkheid voor Breukelen. De armen verliezen in den heer De Wit een warm vriend. Rest op Java. Een regeeringstelegram van 31 Maait, betreffende de pestgevallen op Java van 12 tot en met 25 Maart, meldt het volgende Madioen 16 nieuwe pestgevallen, waar onder een Europeaan, 15 dooden. Kediri 29 nieuwe gevallen, 26 dooden. Afdeeling Malang 141 doodelijke ge vallen. Soerabaja 5 gevallen. Toeloengaegoeng 1 geval. Paree 19 gevallen en in de vorige periode nog 2, benevens 1 doode. Tweede Kamor-Verkiezingen. In het district Hontenisse is candidaat gesteld de heer H. A. van Dalsum, Notaris te Hulst, die deze candidatuur heeft aangenomen. De burgemeester van Zaandam. Naar men verneemt, heeft de burge meester van Zaandam, de heer Jhr. Mr. C. A. Elias, in het comité-generaal van den Zaandamschen Raad medegedeeld, dat hij, als de loopende termijn van zijn burgemeesterschap is verstreken, niet meer voor het ambt wenscht in aan merking te komen. Deze mededeeling werd met leedwezen vernomen, zelfs aan de zijde van hen, die eertijds het felst tegenover den burgemeester stonden. Het laatste half jaar moet veel mis verstand tusschen Jhr. Elias en de oppo sitie uit den weg zijn geruimd en heeft er zelfs een hoffelijke, zakelijke samen werking plaats, die de gemeente ten komt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1913 | | pagina 6