Haagsch gekeuvel-
Telegrafisch Weerbericht
ADVERTENTIEN.
amm. superphosphaat; 14700 K.G. kali-
zout; 1111 K.G. poeder Bord. pap,
45123 K.G. katoenmeel; 15050 K.G.
lynmeel; 5286 K.G. lynschilfera6300
K.G. aardnotenmeel1500 K.G. aard-
notenkoek; 4200 K.G. soyakoek; 20
H.L. paardeboonen3968s H.L. steen
kolen; 276 M8. grint.
Hiervoor is uitgegeven f 54206,90.
Het ledental der vereeniging be
draagt 102.
Eikerzee, 25 Jan. De landbouw
vereeniging „Scharendyke" alhier hield
heden haar eerste vergadering in dit
jaar.
Nadat de voorzitter, de heer S. J
Gast, met een korte toespraak, waarin
hy mede de beste wenschen voor den
bloei der vereeniging uitte, de ver
gadering had geopend, las de secretaris,
ae heer P. Hanse, de notulen, die onver
anderd werden goedgekeurd.
De rekening over 1912 werd onder
dankbetuiging aan den penningmeester,
den heer J. van den Bout, goedgekeurd,
met een batig saldo van f 84,77.
Acht nieuwe leden traden tot de
vereeniging toe, zoodat zy er thans 87
telt. Met algemeene stemmen werden
de aftredende bestuursleden, de heeren
S. J. Gast en P. Hanse herkozen. De
laatste bracht een uitgebreid en zaakryk
jaarverslag uit.
Uitvoerige en omstandige besprekingen
werden gehouden over een mogelyke
oprichting eener onderlinge slachtvee-
verzekering. Er bleek een meerderheid
te zyn vóór zoodanige oprichtingen
vooral wanneer die onderlinge verzeke
ring zich uitstrekte over het heele eiland.
Na omvraag sloot de voorzitter deze
byeenkomst.
„Zou 'teen praal-begrafenis zijn?" Dat
was het eerste woord uit den volksmond
dat ik hoorde, nadat Zaterdagochtend de
bulletins verschenen waren, die het
overlijden van den Minister van Justitie,
den jongeren Regout, bekend maakten,
't Spijt mij 't te moeten zeggen, maar bij
zulke gelegenheden is de eerste indruk
een gevoel van menschelijk medelijden,
en de tweede volksindruk het verlangen
naar een „pretje", gelijk zoo vaak „mooie"
begrafenissen, zelfs van vorstelijke per
sonen, zoo bitter weinig volksernst plegen
op te wekken.
„Regout overleden". Wat heeft dien
schynbaar zoo krachtigen man zoo snel
ter neder geveld De kwade tongen
hadden waarlijk het in dit geval haast
onmogelijke uitgedacht: in allen ernst
hoorde ik gisteravond in een achtbaar
gezelschap spreken van een schotwond
in 't hoofd, ten gevolge van een galant
avontuur. Het kan natuurlijk niet anders
als een puur verzinsel zijn. De gedachte
aan de austère, waarlijk vrome levens-
traditie van deze stoere werkers als
hoedanig men de beide Regouts hier
heeft gekend, door geest- en bloed
verwantschap zoo nauw en innig ver-
eenigd, verbant zulk een commérage.
Trouwens, men behoefde slechts aan
dachtig te hebben toegeluisterd, toen de
Begrooting van Justitie nu omstreeks
een maand geleden aan de orde was,
om thans te begrijpen, dat toen reeds
zorgen of pijnen het gestel hadden aan
getast van den betrekkelijk nog zoo
jongen man. Hoewel wat somber in zijn
gelaatsuitdrukking, in tegenstelling met
het meer levendige, ik zou haast zeggen
blozende, in de uiterlijke verschijning
van zijn broeder, den Minister van
Waterstaat, heeft de overledene vaak èn
als Kamerlid èn als hoofd van het Depar
tement van Justitie [zich onderscheiden
door buitengewone werkkracht, oratori
sche overredingsmachtimponeerend
gezag ookdat men van hem, den
talentvollen kundigen man kon en mocht
verdragen. Mr. Regout was blijkbaar
reeds lijdende, toen hij zijn Begrooting
verdedigde.
Hij was ongewoon prikkelbaar en
zenuwachtig,gaf bitse antwoorden, en
de Pers, de liberale Pers bedoel ik,
betreurde 't, dat de bekwame Minister
thans door zijn persoonlijk optreden,
zoo opmerkelijk ruw, aan de sympa
thieën afbreuk deed, welke men voor
dezen bewindsmanzij 't politieken
tegenstander, gaarne over had. En dat
is anderzijds een eer voor de Kamer,
een eer vooral voor de socialisten, die
in de laatste jaren de Begrooting van
Justitie tot het doelwit van hunne
scherpste en vlijmendste aanvallen maak
ten, wanneer hun onthouding aan het
parlementair debat bij Hoofdstuk IV
der Staatsbegrooting, als tijdsverloop
had, den lijdenden man te sparen. Want
achteraf gezien krijgt, in 't licht van
den tragischen afloop, de zoo buiten
gewoon snelle afdoening in December
van de Begrooting van Justitie, een
bizondere beteekenis.
Het „pretje" bleef uit. Ei* was geen
plechtige uitvaart op staatskosten. Wij
hebben in Den Haag zulk een plechtig
heid gehad, ook bij het overlijden van
een Minister van Justitie. Het was in
den tijd der hevigste politieke be
roeringen ouder het eerste Ministorie
Heemskerk. Opmerkelijk, dat ouder liet
bewind van den zoon van dezen merk-
waardigen vader, een gelijke gebeurtenis
het kabinet treft. Toevallig had de
tegenwoordige premier gelegenheid dezer
dagen in de Kamer, toen de tooneel-
censuur van door de zedelykheidswetten
misschien gesuggereerde burgemeesters
ter sprake kwam, aanleiding zich te
beroepen op het antecedent in 1875,
onder het tweede Ministerie Heemskerk,
De oude staatsman werd in die tweede
periode bestookt om zijn beweerd
coquetteeren met de clericale partij en,
laat ik 't u mogen zeggen, nu er zoo
veel jaren over zijn heengegaan, de
kleinste middelen werden toen niet ver
smaad om die strijd-taktiek vol te
houden. Zoo werd destijds niet onduide
lijk geinsimueerd, dat Heemskerk's
vader wellicht niet vreemd was aan het
verbod te 's-Hertogenbosch, van een
prul als Pariser Leben.
De staatsrechtelijke opvatting van
Heemskerk Sr., omtrent de bevoegdheid
van de burgemeesters in deze, loopt vrijwel
parallel met die van het tegenwoordige
hoofd van Binnenlandsche Zaken. Zoo
niet aangemoedigd, dan toch zeker niet
afgeschrikt, heeft Minister Heemskerk
de burgemeesters in hun steile opvat
tingen of misschien beter gezegd, in hun
gedienstigheid in het gehoorzamen aan
zekere invloeden, die zich tegenwoordig
veilig weten in de sfeer der Regeerings-
kringen. Hij steekt zijn hand niet in dit
wespennest, schrikt terug voor de rol
van opper-censor op 't gebied van kunst
en schijnt van de kunst misschien wel
in engeren kring genoeg te hooren, om
haar althans uit zijn politieke werk
kamer zoo lang mogelijk liefst te willen
verbannen. Maar laat ik niet uitwijden.
Ik sprak van de gebeurtenis van
1867 toen het zoo fel bestookte kabinet
Heemskerk I een zijner bekwaamste
leden, de Minister van Justitie, Borret,
ontviel, ook een zeer rechtzinnig katholiek.
De politieke omstandigheden waren
mede oorzaak, dat er wat imposants
gebeurde om de volksopinies te prikkelen,
zoodat het Ministerie er prijs op stelde,
dat den heer Borret een stootelijke uit
vaart werd bereid. Dit geschiedde toen
met militaire eerbewijzen en ditmaal zal
de tocht naar het kerkhof zich slechts
door deftigen eenvoud kenmerken. De
roode staatsiekoets van het Hof, die bij
zulke gelegenheden zoo scherp in het
zwart snijdt van de lijkpleclitigheid,
heeft natuurlijk toch nog veel kijklustigen
getrokken naar den mooien Bezuiden-
houtschen weg, waar de beide Ministers,
de beide broeders, zal men in dit ver
band wel moeten zeggen, hun woonhuizen
hebben.
Onze premier krijgt 't nu druk. Het
vernieuwd interim-besluit wijst op be
stendiging van het voorloopige bewind
aan het Departement van Justitie. Het
besluit moest wel worden herhaald,
omdat het eerste sprak van „ziekte" en
thans den Minister van Binnenlandsche
Zaken het tydelijk beheer bij voortduring
wordt opgedragen „bij ontstentenis" van
den Minister van Justitie. Curieus, dat
de Nederlandsche Staatscouranthet
orgaan der Regeering, feiten als het
overlijden van een Minister niet ver
meldt, wèl b.v. het aannemen van
lichten, middelbaren of zwaren Hofrouw.
Onze Staatscourant is en blijft als
nieuwsblad" volstrekt neutraal en onbe-
teekenend. Er was een tijd dat het
officieele blad ook een buitenlandsch-
nieuwsrubriek had, die, althans een
;eruimen tijd, met zeer veel zorg werd
gewerkt. De Staatscourant had toen ook
de prijscourant der effecten. Maar deze
is wat al te veel uitgedijd en is hierom
aan de beursoperatien langzamerhand
een minder officieel luchtje. Ook onder
Heemskerk Sr., meen ik, is de buiten-
landsche rubriek vervallen, omdat de
redacteur zich niet vrij wist te houden
van subjectieve opvattingen omtrent de
politieke gebeurtelaissen. En sedert dien
tijd is de Staatscourant nog kleurloozer
dan kleurloos geworden, en voor het
groote publiek, buiten de belanghebben
den, als courant ongenietbaar.
Wat zou men dan met gewone nieuws
berichten eigenlijk doen? Dat Minister
Regout overleden is, weet de officieele
wereld. En hoewel in onze z.g. „inter
nationalistische" residentie thans een
objectieve aan de buitenlandsche politiek
gewijde rubriek niet zoo groote weelde
zou zijn, heeft men ten slotte toch
maar gelijk zich daarvan te spenen.
Wat drommel, als nu de eigen regeering,
die een belangrijk grensgeschil in haar
eigen koloniale bezittingenhet eigen
arbitrage-orgaan voorbijgaat om de
ouderwetsche scheidsrechterlijke uitspraak
in te roepen van een staatshoofd eener
republiek nog wel, wat zullen wij ons
aan dit internationalisme nog veel laten
gelegen liggen 't Wordt nu' met dat
al, toch wel haast een paskwil. In de
aardige bloemlezing van de antwoorden
op de vraag: „waarom men in Den
Haag een vredespaleis bouwt", was het
minst cynische antwoord althans dat
van den historicus Colenbrander, die er
tegen opkwam, dat het gebouw den
pretentieusen naam van „vredespaleis"
zal dragen, nog pas door de Kamer aan
de regeering opgedragen Waartoe zal
het gebouw dienen Voor het Hof van
Arbitrage, omdat dit Hof thans niet
over een eigen voldoende localiteit be
schikt. En nu wordt het zelfs aan die
bestemming onttrokken door de regeering
die in de residentie zetelt, tot welker
luister het paleis zal verrijzen. Q.uaestie
van dubbeltjes? Omdat het arme Portu
gal de kosten van het proces niet kan
dragen, omslachtig en duur als het
meest ouderwetsche procesrecht Of
omdat wij zuinig moeten worden en op
de kleintjes letten?
Ondertusschen krijgt minister Heems
kerk 't bizonder druk. Het schijnt wel
in de bedoeling te liggen het voorloopige
nu maar te bestendigen totdat Juni zal
hebben gesproken, 't Zou ook wel kunnen
wezen, dat geen titularis voor zoo twijfel-
achtigen tijdsduur zou zyn te vinden.
In 1867, na het overlijden van Borret
en vóór de Tweede Kamer-ontbinding,
was dat anders. Er was toen een zeer
gezaglievend man, mr. W. Wintgens,
die een tijdlang,, zooals ge u herinnert,
op de wipplank zat en zijne stem den
doorslag gaf, zoodat, als het toeval wilde,
dat hij het eerst of vroeg uit de bus
kwam, een stemming zelfs over het ge
wichtigste wetsontwerp alle belangstelling
had verbeurd. Welnu, toen Borret was
gestorven in een veelbewogen tijd, toen
het ministerieele leven aan een zijden
draadje hing, liet mr. Wintgens zich
gaarne vinden voor de portefeuille van
Justitie en hij had waarlijk nog de
illusie, dat hij hervormingen in de
rechtspleging, in het burgerlijk rcclit,
zou kunnen brengen. Zijn Ministerschap
duurde precies zes maanden, nog langer
trouwens dan dat van zijn opvolger mr.
Pické, een Zeeuwschen kantonrechter
zooals ge weet, die op de Groenmarkt
ten onzent zich door Kappeyne liet aan
monsteren óók al voor de portefeuille
van Justitie.
Maar ik denk niet, dat thans porte-
feuille-lustigen zich zullen laten vinden
met het Damocles-zwaard van de stembus
boven 't hoofd, tenzij mr. Van
Houten 't mocht willen doen, zijn jongste
Staatkundige Brief dion ik, naar ik
meen, ditmaal niet overgenomen zag in
de groote Pers hunkert immers naar
den tijd, waarin hij mocht hopen, ziju
werkkracht nog te behouden, ook tot
vermindering der strafvervolgingen en
administratieve plagerijen. Schamper
laat hij zich daar over Drncker uit, „die
nota bene bij de Begrootingsdiscussiën
voor de linkerzijde aanspraak had ge
maakt op een deel van de verdienste
Regout's Zedelijkheids wetten tot stand
gebracht te hebben". Welnu, Drucker's
Kamerzetel voor Groningen, waar hij
Van Houten zoo vaak in de wielen
gereden heeft, komt open en de heer
Van Houten neemt 't in dezen staat
kundigen brief den heer Borgesius erg
kwalijk, dat hij zich verstoutte, hem in
het drietal op te nemen, die zich niet
onder de concentratievaan geschaard
hebben.
Haast droevig klinkt de onderstelling,
die de heer Van Houten maakte, dat
men hem „a priori van elke candidatuur
van den driebond wil uitsluiten en het
ostracisme wil doen voortduren, dat
hem in modernen vorm sedert nu bijna
vier Olympiaden (vierjarige Kamertijd
perken), ongerekend het kleine inter
mezzo van zijn driejarig lidmaatschap
der Eerste Kamer, buiten het politieke
leven heeft gehouden". De heer Van
Houten mag, als groot man, wel ijdel
genoeg zijn om aan te nemen, dat
Borgesius' uiting, die hem „uitbande
uit den Driebond", kennelijk bedoeld is
als een waarschuwing aan de kiesver-
eenigingen, vermoedelijk noodig geacht
omdat mijn brieven, vooral deze laatste
serie, te veel den aandacht trekken, ook
onder zijn volk.
De heer Van Houten wil dus
wel degelijk weer van de partij
zijn. Hoe de ambitie van den grooten
ouden- man plotseling toch politieke
grensverschillen kan uitwisschen! Iu-
tusschen, als deze fijne neus politiek
gewin ruikt, schijnt Juni toch wel
winste te beloven. Dat verklaart dan de
bestendiging van het intorim, noodig
gevonden door het betreurde overlijden
van den vrij kort geleden zoo wakkeren
uiterst bekwamen en als politiek figuur
veel beteekenenden E. Regout.
Januari 1913.
Tweede Kaïner-verkiezing.
De heer Herman Snyders te Middel
burg, heeft voor een hem van vryzinnige
zyde aangeboden candidatuur in het
district Tietjerksteradeel bedankt en
verzocht in de districten Apingedam en
Beverwyk, waar hy op het grostal
werd geplaatst, niet voor een definitieve
kandidatuur in aanmerking te komen.
TELEGRAMMEN.
*s-Gravenhage, 27 Januari.
Daartoe door de beste bron gemachtigd
kan worden medegedeeld, dat de be
richten, dat de Minister van Finantiën,
mr. Kolkman, en de Minister van Water
staat, rar. L. H. W. Regout, ongeacht
den afloop der aanstaande algemeene
verkiezingen, zouden verzoeken van hun
ambt te worden ontheven, van allen
grond ontbloot zyn.
Rotterdam, 27 Januari.
GRANEN. Buitenlandsche kalm.
Meelf 12,50, stil. Binnenl. Tarwe
f 9,50 k f 11,75, afwykendo f 7 h f8,75.
Qerst (Chevalier), f 9,25 k f 11,25.
Roggef8 f9. Bruine Boonen
f 8,50 k f 11,50. Erwtenf 8 k
f 9,50. Maïs, f 156.
Lijnzaad, f 13. Voer zaad, f 13.
Zaaizaad, f 15 k f 17. Karioij-
zaadf 14,50 k f 15,25, handel flauw.
Aardappelen, weinig aanvoer, tamelijke
vraag, prijshoudend.
Vlas. Op het land vlugge handel.
Marktaanvoer 19620 steen blauw, 45 a
66 stuivers; 2250 steen Groninger, 56
k 66 stuivers; 750 steen geel, 5S a 66
stuivers; 5940 steen wit, 37 k41 stuivers,
prima soorten, hoog verkocht, overigens
grootendeels opgehouden.
Eieren. Zeeuwsche f 5,60 k f 5,80;
Overmaassche f 5,80 ii f 6.
Ajuiti. Aanvoer 5000 balen. Groote
en kleine f 0,65 de 60 Kilogram.
VEE. Aanvoer 251 Runderen, 38 k
43 ct. 84 Kalveren, 55 k 65 ct.
187 Schapen of Lammeren, 30 t\ 33 ct.,
Lammeren, 34 h 35 ct., handel matig.
1001 Varkens, 26} a 29 ct., lichte,
25 k 26 ct., redelijke handel.
Ingezonden Stukken.
Geachte lieer Redacteur
Gaarne had ik het onderstaande in uw veel
gelezen blad geplaatst.
Zooals wij allen landbouwers weten, waren in
het najaar door de vele regens en het groote
bietenvervoer vele wegen in een slechten toe
stand geraakt. Gelukkig wordt dan door tlink
optreden weer alles zoo spoedig mogelijk her
steld. Zoo was ook voor eenige jaren de toestand
over het verste sas allertreurigst. Ja, dikwijls
7.elfa was de weg onberijdbaar. Door de gemeenten
Nieuwerkerk en Noordgouwe is toen veel ver
beterd door ook dat gedeelte te verharden. Nu
alle eer aan de gemeente Nieuwerkerk voor het
goede onderhoud. Treurig is het evenwel raet
dat gedeelte gesteld, dat tot het gebied van
de gemeente Noordgouwe behoort. Dit wordt
slecht onderhouden. De oude toestand van vroe
ger komt nu weer terug. Het wordt hoog tijd,
dat gedeelte eens spoedig in orde te maken,
opdat hot wefer berijdbaar is.
MARKTBERICHTEN.
Tholen, 25 Jan. Aan de weekmarkt
waren de prijzen als volgt:
Jarige Zeeuwsche tarwe f 8,25
f 8,75, nieuwe f 7,25 a f 8,rogge
f 6,k f 6,75, nieuwe f k
f zomergerst f k f
wintergorst f 5,75 k f 6,25, haver
f 4,50 k f 5,bruine boonen f 10,50
a f 12,witte f 10,a f 12,50, voer-
erwten f 7,25 k f 7,50, kookerwten
f 11,a f 12,— wikken f k
f paardeboonen f 7,50 k f 9,50
per H.L.koolzaad f k f
kar wij zaad f k f per 50
K.G., uien f 0,40 a f 0,60, chalotten
f k f per 50 K.G., kipeieren
f 4,40 k f 4,50per 100 stuks, grasboter
f k f hooiboter f 0,70 k
f 0,75 per J K.G.
Burgerlijke Stand van Poortvliet.
(Over de maand December 1912).
Geboren:
Cornelia, d. v. Marinus Cornelis Uyl en van
Rijktje Lena Sakko.
Willemjjna Johanna, d. v. Pieter Jacobus van
Houdt en van Jacoba van Klooster.
Pieternella, d. v. Jan van Stee en van Jacoba
Huiberdina Koppenhol.
Overleden:
Simon Marinus Quist, 62 j., echtgenoot van
Geertje Breure.
Levenloos aangegeven:
Een dochter van Willem Heijboer en Johanna
Adriana Deurloo.
Zeetijdingen. ZIerikzee.
UITGEKLAARD:
24 Jan. De barge '„Caresbrooke-Castle",
kapt. J. Hoogenbos, van Pruisen
naar Engeland.
CORRESPONDENTIE.
Het ingezonden stuk van den heer
C. Zwagerman in een volgend nummer.
De Redactie.
medegedeeld door het Koninklyk Nederl.
Meteorologisch Instituut te De Bilt,
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 27 Januari 1913.
Hoogste barometerstand 772.4 te
Munchen.
Laagste barometerstand 745.6 te
Vestraanoer.
Verwachting (van den avond van den
27 Jan. tot den avond van 28 Jan.)
toenemende tot matigen of krachtigen
Zuid-Oostelyken tot Zuidelyken wind.
Toenemende bewolking, later mogelyk
sneeuw of regen; zachtor.
Geboren:
JACOBA ANNA,
Dochter van C. M. VAN DER STEL en
J. P. VAN DER STEL—
V. I). SLIKKE.
Tholen, 25 Januari 1913.
A. DEN BOER
P. J. DEN BOERJonomans
geven kennis van de geboorte van hun
Dochter ELIZABETH.
Zieriezeb, 26 Januari 1913.
Heden overleed plotseling, mijne
geliefde Echtgenoote,
PIETERNELLA MAATJE VAN
OEVEBEN—BOOT,
in den ouderdom van byna 41 jaar.
Ellemeet, 22 Januari 1913.
A. VAN OEVEREN.
- lieden overleed, onze geliefde
Schoondochter,
PIETERNELLA MAATJE VAN
OEVEREN—BOOT,
in den ouderdom van bijna 41 jaar.
Zierikzee, 22 Januari 1913.
H. HILLEBRON.
M. HILLEBRON-Capblle.
Heden overleed plotseling, onze
Behuwdzuster, en Tanto,
Pieternella Maatje van Oeveren,
geb. Boot,
in den ouderdom van bijna 41 jaar.
Kerkwerve, 22 Januari 1913.
Uit aller naam,
L. VAN OEVEREN.
M. N. VAN OEVEREN—
van der Wervs.
Tot. mijne diepe droefheid over
leed heden ffijjn geliefde Echtgenoot
JOHANNES KOSTEN,
in den ouderdom van ruim 81 jaar.
Rotterdam, Kralingsche Veer.
22 Januari 1913.
J. KOSTEN—Wellino.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid, na een langdurig doch
geduldig lijdenrajjn inniggeliefde
Echtgenoot en der kinderen zorg-
dragenden Vader,
MARINUS STOUTEN,
in den ouderdom van 47 jaar en
bijna 7 maanden.
St.-Maartbnsdijk, 23 Jan. 1913.
Uit aller naam,
Wed. M. STOUTEN—Kloet.
Hiermede vervullen wij den treu-
rigen plicht U kennis te geven van
het overlijden van onzen innig-
geliefden Echtgenoot, Vader, Be
huwd- en Grootvader, den heer
Leonardus Johannes Verton,
in den ouderdom van 57 jaar.
Zierikzee, 24 Januari 1913.
Wed. L. J. VERTON—
De Best.
C. J. J. VERTON.
1 E. STAMPERIUS—
Oostburg.Verton en Kind.
P. C. STAMPERIUS.
M. C. DOELEMAN—
Verton en Kind.
II. J. DOELEMAN.
L.' VERTON.
N. VERTON.
I,/ VERTON.
J. M. VERTON.
Rouwbezoeken kunnen niet worden
afgewacht.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid onze geachte Zwager en
Oom, de heer
Leonardus Johannes Verton,
in den ouderdom van 57 jaar.
Arnhem, 24 Januari 1913.
Wed. J. A. M. VERTON—
Everwijn en Kinderen.
Heden overleed na een langdurig
lijden, mijn geliefde Echtgenoot,
de Heer J0ZUA ELENBAAS,
in den ouderdom van ruim 84 jaar.
Noordwelle, 24 Jan. 1913.
Wed. J. ELENBAAS, geb. Blom.