ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Maandag 25 November 1912.
Tweede Blad.
BRIEVEN UIT ZIERIKZEE.
NIEUWSTIJDINGEN.
De Balkan-oorlog.
(Z ierlkzeesche
Courant).
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit bladdat iederen
MAANDAG, WOENSDAG ön VRIJDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending ééns per week,
f 10 per jaar bjj vooruitbetaling.
69ste JAARGANG. No. 9317.
Directeur: A. J. DE LOOZE Jr.
Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL.
Redacteur: J. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrjjdagsmiddags uiterlijk 2 ure.
Strijden is leven, en leven is strijden.
Zij, die van nature karnplustig zijn,
hebben in den laatsten tijd hun hart
kunnen ophalen.
Vooreerst was er strijd in do Afdoeling
Zierikzee der Maatschappij tot Nut van
het Algemeen.
Hoe is dit mogelijk, zal men allicht
geneigd wezen te vragen.
De leden toch plegen er zoo mak en
tam te wezen als huispoesjes en schoot
hondjes.
Niettemin is het in eenige vergade
ringen warmpjes, ja zelfs heet toegegaan.
De oorzaak hiervan is deze.
Ingekomen waren van het Bestuur der
Spaarbank twee voorstellen.
Zij kwamen in hoofdzaak hierop neêr
I. dat de Spaarbank de aan de in
leggers uit te keeren rente tot 3 pet.
wensclite te verlagen.
II. dat de Spaarbank voortaan op
eigen beenen wilde staan.
Aan de afdeeling, waaruit zij was
voortgesproten, wilde zij jaarlijks een
gift van f 300 toekennen, opdat deze
haar staat waardig zou kunnen ophóuden.
Het resultaat van de levendige dis
cussie was, dat beide voorstellen werden
aangenomen.
De rente werd verlaagd, en dit, terwijl
juist in denzelfden tyd in Tholen, precies
omgekeerd, de rente van 3 op 3.6
gebracht werd.
De Spaarbank verkreeg de door haar
verlangde autonomie, maar niet dan ten
koste van twee bestuursleden, die in den
strijd sneuvelden. Gelukkig! is één van
de gesneuvelden in de jongste vergade
ring uit den doode herrezen.
De Nutsspaarbank is een inrichting,
die, wanneer het doel, waarmede zij in
het leven werd geroepen, goed wordt
nagestreefd, voorzeker tot één der heil
zaamste instellingen te dezer stede ge
rekend mag worden.
Zij werd namelijk gesticht met het
oogmerk aan de kleine luyden de ge
legenheid te verschaften, hun zuur
verdiende spaarpenningen zoo solied en
tevens zoo rendabel mogelijk te beleggen.
Wat is echter gebeurd?
Men heeft, hiermede voorbij strevend
het gestelde lofwaardige doel, in de
statuten van de Spaarbank indertijd be
paald, dat het haar toevertrouwde kapitaal
niet in landerijen belegd mocht worden.
Dat was een hoogst ernstige fout, die
wel is waar te goeder trouw gepleegd
werd, maar niettemin tot groote schade
van de inleggers gestrekt heeft.
Want waren heeren Commissarissen
van de Spaarbank door die verbodsbe
paling niet gebonden geweest, en hadden
zij, toen het land nog goedkoop was,
dit voor het ingebrachte kapitaal gekocht,
dan hadden zij, daar de waarde van
het land sedert meer dan verdubbeld is,
een mooie winst gemaakt, en daardoor
den inleggers een zelfs zeer hooge rente
kunnen uitkeeren.
Maar afgezien van dit onverstandig
verbod, dat eindelijk, en ten langen leste,
tot de geschiedenis behoort, heeft schrijver
bedenkingen tegen de wtf^e van beleg
ging der door de inleggers gestorte gelden.
Die wijze was «fet voldoende rente-
gevend voor do inleggers.
Zij vloeide v?ort uit een te ver gedreven
zucht naar -soliditeit.
Immer-s, welke goede financier belegt
zijn kapitaal in Inschrijvingen op het
Gr0/cboek, waarmede slechts een rente
3 pet., ten hoogste van 3£ pet. ge
naakt wordt?
Zal hij niet veeleer voor die belegging
Boliede buitenlandsche effecten koopen,
die he^ 4J 5 pet. geven?
Men zal ons toevoegen, dat die buiten
landsche effecten aan schommelingen
onderhevig zijn, dat zij in waarde kunnen
ialen, maar dit geldt toch evenzeer van
onze Nationale Staatspapieren, gelijk
helaas! in de laatste jaren maar al te
duidelijk gebleken is, ten nadeele van
de Spaarbank.
Trouwens waarvoor dient het reserve
kapitaal?
Toch juist, om in geval van eventueel
verlies het grondkapitaal aan te zuiveren.
Dus tegen de wijze, waarop de gelden
der inleggers belegd zijn, zijn inderdaad
overwegende bedenkingen aan te voeren.
Zij is beslist niet in het belang van
de inleggers.
Het schijnt evenwel de jongste
wijziging van de statuten der Spaarbank
bewijst het dat de huidige commis
sarissen zelve het verkeerde van de ge
volgde belegging hebben ingezien wel
wat laat!
Gelijk bekend is, steunt de Spaarbank
verschillende nuttige en liefdadige in
stellingen, en schenkt zij aan de afdeeling
Zierikzee der Maatschappij tot Nut van
het Algemeen een subsidiedie thans
bepaald is op f 300 per jaar.
Schrijver acht dien steun in strijd met
het doel, dat bij de stichting van de
Spaarbank heeft voorgezeten, en dat
ook in het huidig artikel 1 der statuten
duidelijk staat uitgedrukt.
Dit artikel toch luidt:
„De Spaarbank is een stichting met
eigen vermogen, die ten doel heeft het
sparen te bevorderen, door gelegenheid
te geven spaarpenningen veilig en rente-
gevend te beleggen".
Doordien men nu in andere artikelen der
statuten aan Commissarissen de bevoegd
heid heeft verleend steun te vorleenen
aan plaatselijke instellingen van philan-
tropischen of nuttigen aard, is men van
den principiëelen grondslag afgeweken,
waarop de Spaarbank gevestigd is ge
worden.
Een volkomen zuiver houden van dien
grondslag ware in het belang van hen
geweest, voor wie uitsluitend de Spaar
bank in het leven werd geroepen.
Immers zij hebben hun spaarpenningen
aan de Spaarbank toevertrouwd, teneinde
deze niet alleen veilig, maar ook zoo
rentegevend mogelijk belegd te zien.
„Zij voelen", gelijk een geacht inzender
indertijd in dit blad zoo juist heeft op
gemerkt, „voor het bereiken van zekere
doeleinden van nuttigen of liefdadigen
aard, door middel van de gemaakte
winst, en dus ten koste van hun rente,
niets".
En nu gaat het niet aan die inbreuk
op het doel der stichting te motiveeren,
met te zeggen, dat de subsidies aan
vereenigingen of ir.stellingen genomen
worden van de gemaakte winst.
Die winst immers behoort in haar
geheel aan do gezamelijke inleggers, die
het kapitaal hebben gevormd, waarmede
zij behaald is.
Zij moet daarom dienen óf tot ver
sterking van het reservekapitaal óf tot
verhooging van de aan de inleggers uit
te keeren rente.
Zierikzee, 21 Nov. 1912.
BRINIO.
Belgrado, 23 Nov. Turkye heeft de
voorwaarden tot sluiting van den
wapenstilstand, zooals die door de
Balkan-bondgenooten gesteld waren,
verworpen.
De vijandelijkheden zullen worden
hervat voor een op bepaalden tijd, dien
de prognostics hier ter stede algemeen
als kort aanduiden.
Thans doet zich de vraag voor, te
weten of Oostenrijk de stappen die het
bijna twee weken geleden in de Servische
hoofdstad ondernam, niet in dringender
vorm weder zal opnemen.
Nu de oorlog opnieuw begint, zullen
de troepen zich op verschillende punten
weder op marsch begeven. Wat de
Servische legers betreft, is het te ver
wachten, dat zy hun operaties zullen
voortzetten tot algeheele verwezenlijking
van het tot dusverre gevolgde plan.
Het is daarom niet onmogelijk, dat
Oostenrijk spoedig de uiteenzetting van
zyn standpunt hervat, en ditmaal zoo
geen verplichtingen, dan toch nauw
keurig omschreven toezeggingen zal
trachten te verkrijgen.
Afgaande op de verklaringen, die
onlangs, zoowel door den premier als
door andere leden van het kabinet zyn
afgelegd, zou men zich niet behoeven
te verwonderen als het nieuwe ant
woord van Pasitsch gelijkluidend met
het eerste uitvalt, d. w. z. principieel
uitstellend, volgens de zienswijze der
andere geallieerde staten betreffende de
oplossing der vraagstukken, die uit den
huidigen oorlog voortvloeien.
Men verzekert in gezaghebbende
kringen, dat de onderhandelingen over
een wapenstilstand vbortduren. Ingeval
zij niet tot een resultaat leiden, is men
van plan met behulp van alle beschik
bare troepen van het Bulgaarsche leger
in Macedonië en van het Grieksche en
Servische leger de Tchatalja-linie te
forceeren. Hebben de drie verbonden
legers eenmaal te zamen gestreden, dan
zullen zij in weerwil van allen tegen
stand hun intocht binnen Constantinopel
houden.
Er is reeds gemeld, dat een paar
regimenten uit Sofia bijna geheel ver
delgd zijn in den strijd bij Kirk Kilisse.
Een Weensch corr. te Sofia verhaalt
er vanHet eerste en zesde regiment
hebben meer dan de helft van hunne
manschappen verloren. Men vertelt
elkaar vol ingehouden woede, want
luid spreken is onder den staat van
beleg gevaarlyk, hoe het gekomen is,
dat het regiment van Sofia, waarby de
intellectueele aristokratie van Bulgarye
was ingelijfd, kunstenaars, advokaten,
kooplieden, ingenieurs, menschen, die
niet alleen een vuist, maar ook een kop
hadden, "hoe die door een vergissing
van hun generaal een verkeerden weg
hadden ingeslagen, tusschen het vuur
raakten van vriend en vyand en gedood
werden. De generaal prees de over-
blijvenden om hun heldenmoed en de
Koning, die erbij stond, knikte toe
stemmend. Maar toen hij klaar was,
rukte de Koning hem voor het front
de epauletten van schouders. En
de generaal stond daar, onbewegelijk
in militaire houding, salueerde, ging
een paar passen achteruit en schoot
zich voor het hoofd.
Constautinopel, 21 Nov. De Minister
raad besloot, de Bulgaarsche voorwaarden
van den wapenstilstand te verwerpen,
en den oorlog voort te zetten.
Constantinopel, 23 Nov. Geen enkel
gevecht had heden op de Tchatalja-linie
plaats.
Het wordt bevestigd dat de Bulgaren
terugtrokken naar posities, dié ver
scheidene kilometers van hun oor
spronkelijke stellingen verwyderd zijn.
Zij zouden zwaar onder de cholera te
lyden hebben.
ENGELAND.
In antwoord op een vraag betreffende
het geheimzinnige luchtschip, waarvan
men eenige dagen geleden melding
maakte, dat op een bepaalde plaats
boven de Engelsche kust was bespeurd,
heeft de minister van marine, Churchill,
in het Lagerhuis verklaard, dat blykens
ingestelde onderzoekingen inderdaad in
den avond van 14 October 1.1. ongeveer
om 7 uur boven Sheerness het snorren
van een luchtschip is gehoord, dat trots
vuren, die werden aangestoken in de
buurt, niet geland is, en dat de natio
naliteit van de aeroplaan niet kon
worden vastgesteld.
FRANKRIJK.
Omtrent het bloedige drama, dat zich
de vorige week in de gevangenis te
Rochefort afspeelde en waarvan wy
kortelyks melding maakten, vernamen
wy nader Het volgende
Omstreeks half vyf in den middag,
ging de hoofd-cipier, Archinard, den
maaltyd aan de gevangenen brengen,
toen deze zich op hem wierpen, zich
van zijn revolver meester maakten en
hem met een groot mes de keel
afsneden.-De vrouw van den ongelukkige,
die op het gerucht van den strijd kwam
toeloopen, werd door de moordenaars
gegrepen en onderging hetzelfde lot als
haar man.
Een luitenant van het koloniale leger,
die op dat oogenblik voorbij het huis
van bewaring liep, ging naar binnen,
aangetrokken door de kreten der slacht
offers. De gevangenen wierpen zich op
hem en brachten hem een vrij gevaar-
lyke wonde toe.
Een matroos, die in voorarrest zat,
om voor een krygsraad te verschynen,
en niet in het complot was, wilde den
aangevallenen hulp bieden, maar werd
met een mes in den rug gestoken.
Terwijl dit alles voorviel, werd er in
de stad alarm gemaakt. Gendarmen,
agenten en een piket infanterie snelden
in alleryl naar het huis van bewaring,
dat door de militairen werd bezet.
De opstandelingen hadden echter, na
hun misdaad te hebben volbracht, de
lijken der slachtoffers in de gang ge
worpen, waar het bloed groote plassen
vormde en zich daarop in de gevangenis
opgesloten. Het was nu geheel donker
geworden en men moest groote auto
lantaarns halen om het tooneel te ver
lichten. Het echtpaar Archinard werd
dadelijk naar liet burgerlijk ziekenhuis
vervoerd, terwijl de twee gewonden naar
het hospitaal werden gebracht.
Daar het onmogelyk bleek, de sleutels
van den hoofd-cipier te vinden, besloot
men na eenige oogenblikken, de eerste
deur in te duwen, die tot de cellen
toegang gaf. Nauwelyks was de deur
bezweken, of de districts-commissaris,
die zich vooraan bevond, zag zyn overjas
gespleten, door een bylslag, die voor
hem was bestemd. Dadelijk loste hij
twee revolverschoten in de duisternis.
De muitelingen verschansten zich
daarop op de tweede verdieping, waar
zy werden omsingeld. In één der beneden
zalen vond men de lijken van twee
moordenaars. Het eene is herkend als
dat van den matroos Drahommet, een
gevaarlyk individu, dat onlangs door
den krygsraad van Rochefort veroordeeld
was. De andere was 'n gevangene, die
als kok in de gevangenis dienst deed.
Waarschijnlijk zal dit hem in staat hebben
gesteld, de messen en de bijl te leveren,
waarmede de misdaad gepleegd werd.
Men vermoedt, dat deze twee gevangenen
gedood zyn door de kogels uit de
revolver van den commissaris.
Iets verder vond men het lijk van den
tweeden cipier, wiens hoofd geheel van
den romp gescheiden was. Men moest,
teneinde te voorkomen, dat er nog
meerdere slachtoffers vielen, zeer om
zichtig te werk gaan met het optreden
tegen de andere muitelingen. Dezen
zagen echter in, dat verder verzet vol
komen vruchteloos was, en konden na
eenigen tijd weder in hun cellen worden
opgesloten.
DUITSCHLAND.
Dinsdag heeft voor één der Berlijnsche
rechtbanken een vrouw terecht gestaan,
van nauwelijks twintig jaar. 't Was een
bleek vrouwtje, die een bedroevenden
indruk maakte.
De beklaagde bad in het noordelijk
gedeelte van Berlijn een kamer gehuurd.
In hetzelfde huis woonde ook een oude
juffrouw Schneider, die haast niet meer
loopen kon en de twintigjarige niet kende.
Óp zekeren morgen kwam de jonge
vrouw bij juffrouw Schneider en vroeg
haar om den sleutel van de kamer van
haar beider kostjuffrouw. De jonge vrouw
stelde zich voor als een nicht van de
kostjuffrouw. Zij had, zoo zei ze, een
opdracht van haar tante om het huis
schoon te maken. Toen juftr. Schneider
daarop antwoordde, dat men haar geen
sleutel gegeven had, ging de vreemde
nicht heen. Na een kwartier kwam zij
echter terug, ditmaal in gezelschap van
een smid, die de deur van de kamer
van de kostjuffrouw met geweld open
brak. De „nicht" had geen kleingeld bij
zich en nam wat kleingeld van de kost
juffrouw dat op tafel lag, om daarmede
den smid te betalen. De kostjuffrouw,
die dagelijks uit werken gaat, kwam
's avonds terug en bemerkte, dat een
inbreekster haar slag geslagen had.
Een gouden horloge en ketting, arm
banden, oorringen, broches, geld, alles
had de inbreekster mede genomen. Zij
werd opgespoord, maar vóór dat men
haar kon arresteeren, had zij gelegenheid
een flesch lysol uit te drinken. Na een
lange ziekte kwam zij eindelijk voor de
rechtbank. Dat zij een „nicht" was van
de bestolene, was natuurlijk maar een
verzinsel. Een eisch werd er wegens on
voldoende bewijsmateriaal nog nietgedaan.
NEDERLAND.
Doetlüchein, 23 Nov. Hedenmorgen,
bij het ophalen der brug over de Oude
IJsel, brak plotseling de as, met bet
gevolg, dat de brug geheel scheef zakte
en niet meer neergelaten kon worden.
Behalve het goederenvervoer, is ook de
passage der tram Zutfen—Emmerik ge
stremd.
De communicatie met den overkant
wordt met roeibootjes onderhouden; ook
de reizigers der tram worden per
boot overgezet. Persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor. De autoriteiten zijn
ter plaatse.
Loosdulncn, 23 Nov. Het ruwe weer
van den laatsten tijd schijnt op zee nog
al wat schade veroorzaakt te hebben,
want alleen op het strand onder de ge
meente Loosduinen werden deze week
meer dan tweeduizend planken en balken
geborgen door de kustwacht. Ook de
visscherij beliep schade, zooals een dertig
tal opgevischte breels wel getuigen.
Gouda, 23 Nov. De wed. Starre, een
alleenwonend 65-jarig vrouwtje alhier,
geraakte Vrijdag, vermoedelijk door het
omvallen van een petroleumlamp, in
brand. In 'n oogwenk stond de vrouw
in lichte laaie, hetgeen door voorbij
gangers werd opgemerkt. De pastoor
der oud-Roomsche gétneente, boven den
ingang van welks kerkgebouwtje de
weduwe woont, snelde onmiddellijk naar
boven en doofde de vlammen met eenige
kleederen. Het vrouwtje had evenwel
zeer ernstige brandwonden bekomen.
Per politiebrancard werd zij naar het
ziekenhuis vervoerd, waar zij heden
morgen is overleden.
Een begin van brand in de woning
der weduwe kon intijds gebluscht worden.
De opgebelde brandweer behoefde geen
dienst te doen.
Rotterdam, 23 Nov. Gistermiddag
zou een man, L. F. K. genaamd, 24
jaar oud, in verband met de Zedelyk-
heidswetten worden overgebracht naar
het Huis v.aa Bewaring. Hij had een
verhoor ondergaan op het Centraal
Bureau van Politie en, voor den uitgang
aan de zijde van het Gedempte Doel-
water wachtte zijn equipage, de politie
wagen, waarmee hij zou worden vervoerd.
Het denkbeeld, eenige jaren in Hoorn
te moeten gaan werken vooral dat
werken had voor sinjeur niets aan
trekkelijks en hy wilde een uiterste
poging wagen om er aan te ontkomen.
Buiten gekomen rukte hij zich eensklaps
los van de agenten, die hem in den
wagen wilden brengen en holde het
open terrein der afgebroken huizen
over, zoodat hij in de Raamstraat kwam,
liep die straat en de Weste Wagenstraat
door, de Mosterdsteeg in en kwam zoo
aan de achterzijde het logement van
De Klerk binnen, waar hij doorheen liep
en dat hy aan den voorkant in de Raam
straat weer verliet*
Weder ging hij het open terrein der
afgebroken huizen over, de Zandstraat*"
en de Schavensteeg door, steeds achter
nagezet door de agenten, die hulp kregen
van verscheidene collega's in uniform
en politiek, welke juist van de betaling
kwamen. De joppers uit de Zandstraat-
buurt kozen natuurlijk party voor den
vluchteling en wierpen met steenen
naar de politieagenten, maar dezen zetten
met taaie volharding de jacht voort.
In de Schavensteeg vluchtte K. een
slop en daarna een aan het slop gelegen
huis binnen, op de hielen gezeten door
den agent, Van der Spek, die hem in
het portaal, juist toen hij een deur
binnenging bij een slip van zyn jas
kreeg. K. duwde de deur dicht en drukte
er met al zijn kracht tegen aan, terwyl
de rechterpols van den agent tusschen
deur en deurpost beklemd raakte.
Ondanks de hevige pijn, door het knellen
van zyn pols veroorzaakt, liet de flinke
agent niet los.
Zijn kameraden kwamen hem ter
hulp, drukten met vereenigde krachten
tegen de deur en hadden die toen
spoedig open. Het wild was toen weer
gevangen en weldra overmeesterd. Door
het slop, waar de nieuwe politiepost
Zandstraat van achteren op uitkomt,
bracht men hem daarheen, vanwaar de
politiewagen hem weer afhaalde en nu
naar het Huis van Bewaring vervoerde.
Door een Rotterdarasche dame is
voor het Zeehospitura te Katwyk aan
Zee f 250.000 geschonken.
Gisteren vertrok van hier over de
lijn 'TielKesteren een personentrein
waarin zich 9 wagons bevonden, die te
samen plaats boden aan 300 Bulgaren,