ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Vrijdag 22 November 1912. Tweede Blad. i\aar de Zwitsersche bergen. NIEUWSTIJDINGEN. De Balkan-oorlog-. Uit Stad en Provincie. Z icrikzeesche Courant). ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit bladdat iederen MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending ééns per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 69ste JAARGANG. No. 9316. DirecteurA. J. DE LOOZE Jr. Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE IV. Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrydagsmiddags uiterlyk 2 ure. XIV. Wie Luzern bezoekt, vaart ook op liet Vierwaldstattemïèer. Dit is. zoo iets als Home en de Paus. En heusch, dezelfde huivering van eerbied en bewondering, die den geloovigen Katholiek overvalt, wanneer hij weldra Zijne Heiligheid in persoon zal aan schouwen, komt ook ongetwijfeld over hom, die zijn voet zet op de boot, welke hem aanstonds zal dragen over dit door natuur tegelijk lief en machtig, door historie gewijd en roemrijk water. Het Vierwoudstedenmeer omspoelt toch vier kantons van Zwitserland, welke het „Eedgenootschap" vormden, waarbij later alle overige zich aansloten, en dat dus werd het vrije Zwitserland, dat we allen kennen en liefhebben. Op dit meer doemt voorts de herinne ring bij u op aan den genialen Duitschen dichter Schiller en aan zijn meesterwerk Wilhelm Teil, dat daar, in die omgeving, speelt. Vaart gij niet voorbij de Tellsplatte, met in de nabijheid daarvan de Tells- kapelle, in 1338 opgericht op de plaats, alwaar Teil den landvoogd Geszier ont vluchte, toen deze hem gebonden naar zijn burcht in Küsznaeht wilde voeren? Ziet gij niet in de verte uit het meer zich verheffen een 26 meter hoog rots blok, in den vorm eener pyramide, de z.g. Mythensteiu, gewijd aan de nage dachtenis van Schiller, op zijn honderd sten geboortedag, met het in gouden letters aangebracht opschrift: „Dein Siinger Tells, Friedrich Schiller, Die Urkantone". Hoe werkt hier gevoel en verbeelding samen, om dit meer tot één der schoonste van geheel Europa te maken? Bovendien, wat een veelzijdigheid bieden de oeverlanden van dit meer? Dan lieflijke, vruchtbare landauwen, be groeid met de meest exotische vruchten- boomen. Dan idyllische plekjes, om daar te mijmeren dagen languitverkoren voor jonggehuwden en verliefden! Ja, in de namen der daar liggende plaatsjes en dorpen schalt hooggestemde muziek, zingt een melodie, onvergelijkelijk schoon en harmonieus: Weggis, Vitznav,Gersau en hoe ze verder mogen heeten, om het reeds genoemde Kïisznachtwel wat al te vulgair, niet te vergeten. Dan weer doet de glorierijke natuur- majesteit zich fier en trotsch gevoelen in den Pilatus, Rigi en andere witbe- kruinde bergen. De indruk van het geheel is machtig mooi en verheven, bijna te machtig. Gij voelt den druk er van, maar draagt dien blijmoedig. Ook de kleurscbakeeringen en de lichteffecten zijn zeldzaam treffend, helder en licht. Vandaar dat de meeste prentbriefkaarten van dit meer ze zijn algemeen bekend zoo goed ge slaagd zijn in haar helgroene kleur. Ge denkt, dat ze „geflatteerd" zijn. Onwaar. Zij zijn der werkelijkheid zeer getrouw, eer te zwak. Ruim twee uren duurt zoo een hemelsche tocht op dit meer, over zijn geheele lengte van Luzern tot Flüelen. In laatstgenoemde plaats wacht u een ander natuurgenot. Maar eerst deden wij als 't ware onzen pelgrimstocht naar het met de pas aangelegde electrische tram ongeveer een kwartier verwijderde Altdorf. Een stadje de hoofdstad der provincie als „weggeloopen van een plaatje", oer-oud en tevens prachtig geconserveerd, zoo echt en onvervalscht Zwitsersch. Aldaar is opgericht een levensgroot standbeeld van Wilhelm Teil. De geheele Zwitsersche jeugd tijgt ten minste éénmaal naar dit historisch plekje, brengend de dankbare hulde van de spes patriae aan haar grooten voor vader. Gevoelt gij de aangrijpende beteekenis en het pedagogische nut van deze schoolreis Wie, dien dit ontgaat? Weldra werden l^uiddrukken gegeven, beleefdheidsformules gewisseld, adieu's Van Flüelen gingen wij te voet terug langs het meer, maar in de hoogte, over de wereldberoemde Axenstrasse. 't Lijkt wel, of elke naam hier omvat een onvernietigbare herinnering aan veel schoons en goeds. Axenstrasse. Wat toovert gij, hem, die u zag, aan stonds voor den geest. Axenstrasseeen breedeharde voet-- en rijweg van drie uren gaans van Flüelen tot Brunnengeheel uitge houwen in de hooge, door het Vierwoud stedenmeer bespoelde rotsen. Langs dezen weg loopend, hebt gij steeds een zeldzaam gezicht op het meer, op de tegenovergelegen bergruggen, op de geheele omgeving. Hier en daar, waar de rotswanden te dik, te ondoordringbaar waren, zijn slechts tunnels daarin uitgehouwen, waar door gij loopt. Maar niet zoo, of er zijn in die tunnels groote vierkante openingen naar den kant van het meer gehakt. Gij ziet dan het meer, al stondt gij in een loge. Het tooneel is het meer. Welk een prachttooneel Wij hebben de Axenstrasse slechts halverwege afgeloopen en bij Sisikon wederom de boot genomen, die ous naar Luzern terugbracht. En juist toen wij die stad in bet gezicht kregen een eenig mooi schouw spel, die amphitheatersgewijs oploopende stad, met haar groote, witte gebouwen en met tot achtergrond de eeuwige bergen, toen zagen wij de nieuwste vinding der immer strevende en vorde rende techniek. Een luchtschip, bemand met drie passagiers, doorkliefde de lucht boven ons, zwenkte prachtig den Rigi om en verdween langzaam voor ons opgetogen en verwonderd gezicht. Ja, Luzern is grootsteedsch en mon dain. Daar is reeds een geregelde luclR- vaartdienst met tarieven van 50 tot 200 francs De voorlaatste dag van onze reis was bijna geëindigd. Enkelen brachten dien dag tot een goed en laat einde in het Kurhaus, alwaar concert, café-chantant en „roulette" de bezoekers aangenaam bezig moeten houden. Wy hebben daar gelachen, onbedaarlijk. Niet door een der drie genoemde amuse menten. Neen, meer dan deze zouden vermogen, hebben wijzelf daarvoor gezorgd. Kort en goed, wij hebben gelachen, neen, geschaterd, dat het er daverde en dreunde. De napret hebben wij nog gevierd in eenige café's, maar ook te Luzern is 's avonds niets „loos". De dag, of beter voor velen de nacht van vertrek kwam. Met ons vieren slechts hebben we den dagtreiu genomen, die ons tien dagen vroeger met ons allen bracht naar Bazel. Thans van Bazel huistoe. Thans, niet vol verwachting, maar vol van indrukken. Thans echter met het voor velen niet minder prettige gevoel: terug naar huis en haard, terug naar gezin en familie, terug naar werk of ambt, terug naar het vaderland. En toen in Emmerik de vriendelijke Hollandsche treinconducteur onze wagen binnenkwam, met een beleefd „goeden avond heeren", voelden wij ons wèl te moede en waren wij thuis. en vaarwels toegeroepen en toegewuifd. De reis naar de Zwitsersche bergen was geëindigd. Een kort slotwoord. Heb ik bij velen uwer wellicht een onbedwingbaar verlangen opgewekt, om zelf met eigen oogen al dit schoons te gaan zien? Het zou mij niet berouwen. Te minder, nu ge dit verlangen ge makkelijk bevredigen kunt. De Nederlandsche Reis ver eeniging organiseert een reis naar dit feeërieke sprookjesland voor 300 barer leden. De reis zal plaats hebben van 28 Juli 1913 tot 3 Augustus d.a.v., duurt der halve zes en een halve dag en zal gaan naar het onvolprezen Luzern. Vandaar zullen eendaagsche uitstapjes ondernomen worden naar Bern, Inter laken, Engelberg, naar den Rigi, Ander- malt en Pilatus. De kosten van deze reis? Onnoemlijk laag. Slechts f 45 per persoon, alles inbe grepen. Nadere inlichtingen omtrent die reis verstrekt gaarne, desgevraagd, de beer A. Ribbens, Oude Haven te Zierikzee, correspondent der „N. R. V." voor SchouwenDui veland Geeft U in elk geval bij genoemden heer op als lid der „N. R. V." Voor een jaarlijksche contributie van slechts één gulden ontvangt gij gratis het zeer lezenswaardige, gewoonlijk geïllus treerde maandblad der „N. R. V.": Rei zen en Trekken Over het gevecht, dat aan de ver overing van Monastir voorafging, en over de inneming dier stad zelf zyn nog geen betrouwbare bizonderheden te melden. Van belang is echter wat de Grieksche kroonprins naar Athene seint dat hy op zijn marsch van Katsani via Fiorina naar Monastir nog tegenstand ontmoet. Blijkbaar heeft dus niet de gansche westelijke strijdmacht onder Zekki Pasja by Monastir gecapituleerd, maar is een deel van het leger naar het zuiden gewend om de vandaar oprukkende Grieken tegen te houden Ook deze Turksche troepenmacht zal derhalve nog gevangen gemaakt of in de pan gehakt moeten worden, alvorens men zeggen kan, dat alle tegenstand der Turken op het westelyke oorlogs- tooneel overwonnen is. Uit Saloniki komen bedenkelijke be richten over de verhouding van Grieken en Bulgaren. Er dreigen daar onop houdelijk incidenten tusschen de over winnaars onderling en de bevelhebbers moeten veel takt aanwenden om vrede te houden. De moeilijkheden waren trouwens reeds begonnen, toen de Grieken de Bulgaren niet wilden toelaten in de stad en slechts toegaven toen er met geweld gedreigd werd. Verbeeld u, dat de bondgenooten onderling om Saloniki waren gaan vechten, terwyl de gemeenschappelijke vyand nog niet eenmaal geheel en al afgemaakt is. Konstantinopel, 19 Nov. Bulgaryezou den opperbevelhebber aan den Tsjal taldsja-linie hebben aangewezen om over de wapenschorsing te onderhandelen. De onderhandelingen zullen te Hademkoi plaats hebben. Belgrado, 19 Nov. Betreffende het beraiddelingsaanbod heeft Servië aan de mogendheden hetzelfde antwoord doen toekomen als Bulgarije. Weeneu, 20 Nov. Een deel der Ween sche pers is van oordeel, dat de politieke toestand, zooals deze tot hedenmorgen was, buitengewoon ernstig is. De conse quent afwijzende houding tegenover de rechtvaardige eischen van Oostenryk- Hongarije heeft den toestand buiten gewoon kritiek gemaakt, zelfs zóó, dat reeds in de naaste uren zeer ernstige gebeurtenissen te wachten zijn. Aan de Köln. Ztg. wordt uit Constantinopel gemeld, dat de beslissende slag sedert Maandag voortduurt zonder dat gezegd kan worden, wie als over winnaar uit den stryd zal treden. De Turken bieden hardnekkigen tegenstand. Hun beide vleugels worden door het scheepsgeschut krachtdadig gesteund. De verliezen aan beide zijden zijn zwaar, 1300 gewonden kwamen reeds te Constantinopel aan. Maarschalk Foead Pasja en andere Turksche generaals worden meer en meer van de noodzakelijkheid overtuigd om zoo lang mogelijk weerstand te bieden. Zij verheugen zich erover, dat de eer van het Ottoraaansche leger gered is. De overwinningen, die volgens de Turken behaald zyn by Monastir en Skoetari werken mede, om den geest in het leger te versterken. Dit alles maakt, dat men in Kon- stantinopel den toestand wat meer hoop vol inziet. De belegering van Konstantinopel door de Boelgaren schynt nu wel geheel te zyn afgewend, daar de cholera hen een verder opdringen zou beletten. Aan Turksche zyde maakt de gevreesde ziekte ook vele slachtoffers, vier Turk sche generaals zyn daaraan reeds over leden. Sofia, 20 Nov. In verband met de onderhandelingen over de sluiting van een wapenstilstand, ontvingen de Bul- gaarsche troepen, die voor Tchatalja opereeren, bevel den strijd te staken en zich in de veroverde stellingen te hand haven. Op verzoek van het Turksch legerbevel aan de Tchatalja-linie, om een wapenstilstand van 12 uur tot het begraven der dooden, besloot het Bul- gaarsche commando in een stop zetten der vijandelijkheden voor den tijd van acht uren te bewilligen. Belgrado, 21 Nov. De bizonderheden over het gevecht bij Monastir komen schaarsch in, wegens de moeilijkheden der communicatie tusschen de bevel hebbers die aan het gevecht deelnamen Men seint thans, dat de Turken op zeer gunstige, natuurlijke stellingen, geducht versterktwaren opgesteld en dat de infanterie die door het moerassige en overstroomde terrein moest oprukken onder het moordend vuur der Turken, slechts door wonderen van dapperheid en volharding er in slaagde, de Turken te verdrijven. Na 4 dagen en 3 nachten vechtens, zagen de Turken dat de zaak verloren was en poogden eergisteren vóór het vallen van den nacht naar Ochrida te ontkomen, maar hun poging mislukte wegens het vuur van den rechtervleugel van het Servische leger. Een Turksche divisie slaagde er in naar het zuiden naar Fiorina te ontkomen onder bescher ming van artillerie en dank zij den mist. De terugtocht der Turken geschiedde echter in de meest volstrekte wanorde: het was een algemeene vlucht om het leven te redden. Vele vluchtelingen trok ken zich terug in de bergen in den omtrek, waar zij evenwel geen stand konden houden wegens gebrek aan munitie en mondvoorraad. Men kent de hoegrootheid van den buit nog niet, maar weet alleen dat de Drina-divisic 36 kanonnen buit maakte. In elk geval viel alles wat de Turken bezaten in Servische handen. Het gevaar, dat de verschillende Europeesche kolonies te Konstantinopel dreigt, schynt thans ernstiger te worden. Maandagmorgen zyn daarom detache menten matrozen en marine-soldaten van het internationaal eskader aan land gezet. Zy bezetten de ambassades, consulaten, postkantoren, banken, hos pitalen en scholen der respectieve kolonies. Op het eerste alarmsein zullen de vreemde matrozen samenwerken met de Turksche gendarmerie, die aller ver trouwen geniet. Het sein zal gegeven worden door het Fransche vlaggeschip, dat drie zijner zware stukken zal af schieten. Dadelyk na deze schoten, die in de geheele stad duidelyk te vernemen zyn, zullen onraiddellyk alle bruggen naar Stamboel worden afgezet. Ieder, die wapens by zich draagt, wordt ontwapend; ieder ander mag vry passeeren. Twee uren daarna zullen alle bruggen worden opgedraaid, waardoor alle verkeer, behalve per boot, onmogelyk wordt. De cholera. Een correspondent aan den Turkschen kant schrijft: „Over een lengte van 'n twintig kilometer had ik dien gevloekten weg, waarover de wind waait als de adem van den dood, bezaaid gezien met lijken, en met lugubere stervenden, te midden van de overigens onverschillige troepen, die zich opmaken tot den stryd Maar toen had ik nog niets gezien. De ware verschrikking wachtte mij pas op den terugtocht uit Derkos. Het gelukte mij IJademkeui binnen te komen. Maar geen verbeelding is in staat zich het gruwelyk schouwspel voor te stellen, dat my daar verscheen. De choleralijders waren in zóó groote massa's naar dit dorp gebracht, dat het onmogelyk was al die zieken in de enkele ambulances op te nemen. Alle mogelijke lokalen, schuren en loodsen lagen reeds vol van honderden lijken. En een ondragelijke stank steeg op uit die afgrijselijke knekelhuizen. Choleralijders waren tegen de muren gaan zitten en zoo gestorven. Het was of zy daar nóg zaten te rusten. Anderen waren neergevallen met het gelaat in de modder, om nooit weer op te staan. En hier en daar versperden hoopen lyken de straten van Hademkeui. Terwyl ik deze pestilentie verbijsterd aanzag, werden maar eindeloos meer zieken aan gedragen. Men wist er geen weg meer mee; zij moesten elders worden heen gevoerd. 's Middags werd een trein gevormd, waarin meer dan twee duizend cholera-lyders opgehoopt werden. Later vernam ik, dat een derde gedeelte van hen reeds gestorven was, toen dat gruwelijke transport in Konstantinopel aankwam". Een andere correspondent geeft het volgende beeld: „Aan een waterplas schrikt mijn paard op eens van het lyk van een schimmel. Naast het gezwollen lichaam van het gevallen dier trekt een menschelyke hand zich samen in zyn doodskramp. De grauw-groene lompen van een cavalerie-uniform hangen by de zwaar- ademende borst van een stervende neer. Nauwelijks tien passen verder knielt een soldaat en slurpt uit den vuilen plas het verderfelijke water. De man in doodsstrijd schrikt hem "niet af en ook de versche graven niet, die, door steenen gemerkt, zich rechts en links van den weg in lange ryen uitstrekken. Aan een halfvervallen brug staat een schildwacht met de bajonet op het geweer. Hy vraagt den voorbijgangers niet, waar zy heen willen. Hy weet, dat degene, die hier voorbijgedreven wordt, slechts den korlen weg naar het graf gaat. Door wagens en paarden heen baan ik my een doortocht. Aan den kant van den weg liggen de zieken zich te wringen en een gekerm kreunt hun uit de borst. Honderden Hggen daar, velen met verstijfd gezicht. Het zijn de slacht offers van de Aziatische cholera, de laatste vijand van de Turken in Europa. Mijn paard stapt over lyken en stervenden. Over lyken rijden ook de kanonnen en amraunitiewagens, die in de stelling naar voren worden gebracht. Geen van de soldaten heeft tjjd, zich om de hand te bekommeren, die sraeekend naar een veldflesch wordt uitgestrekt. Op de rails, waar tien dagen geleden de elegante salonwagen van den opperbevelhebber Nazim pasja stond, staat thans een trein, waarvan zelfs de daken van de wagens bezet zijn met slachtoffers van zieken en stervenden". EUemeet, 21 Nov. Tengevolge van het heerschen der mazelen, is do openbare school byna ontvolkt. Van de 66 leer lingen bezoeken dagelijks slechts 20 de school. ftcharendijkc, 21 Nov. Ook in deze streek doen zich vele gevallen van mazelen voor onder de jeugd, zoodat er in de school vele plaatsen onbezet zyn. Noordvrelle. 22 Nov. Woensdagavond vergaderden de leden van het alhier bestaande nuttig werkende Toelaagfonds

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1912 | | pagina 5