ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Vrijdag 22 November 1912. Vierde Blad. NIEUWSTIJDINGEN. Haagsch gekeuvel. (Zierikzceschc C o u r a n t ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit bladdat lederen MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending ééns per week, f 10 per jaar bjj vooruitbetaling. 69ste JAARGANG, No. 9316. Directeurs A. J. DE LOOZE Jr. Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. A D V E R T|E N T l E N. Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdagsmiddags uiterljjk 2 ure. TURKIJE. Alle havens van Europeesch-Turkije zyn besmet verklaard wegens Aziatische cholora. RUSLAND. De Daily Mail verneemt uit Odessa, dat de Russische mobilisatie voortduurt. De geregelde troepen ter sterkte van 400,000 man, die anders den 13 November met verlof gaan, zullen tot 14 Mei onder de wapens moeten blijven. Twee divisies infanterie en 10 escadrons cavalerie zijn naar Bessarabië gezonden, om nabij de Proeth verbinding te houden met de Russisch-Roemeensche grens. Particuliere berichten uit Kiew melden, dat ook sterke troepenbewegingen op de Duitsch- Russische grens merkbaar zijn. FRANKRIJK. Roeliefort, 19 Nov. In de gevangenis hadden hedenavond ongeregeldheden plaats. De hoofdbewaker werd heden ochtend door de gevangenen met revolver schoten gedood,terwijl zijn vrouw met een scheermes het hoofd werd afgesneden. Een officier, die den hoofdbewaker te hulp kwam, werd zwaar gewond en eveneens een matroos. De gevangenen hebben zich verschanst. De autoriteiten en troepen zijn ter plaatse aangekomen. Op weg naar huis was in den nacht van den 13den op den 14den November een melkboer in de Fransche Zee-Alpen vermoord. Zyn vrouw had eerst verklaard, dat beide door drie individuen waren aangevallen. Van één noemde ze zelfs naam en woonplaats, maar deze kon zyn alibi bewyzen. Al spoedig bleek dan ook, dat de vrouw den moord gepleegd had, daarby door haar zoon en een nicht van dezen bygestaan. De man had een som gelds, groot 400 francs, by zich, die hy met het verkoopen van runderen had verdiend. Ergens in een ververschingsplaats heeft de vrouw haar man toen zich doen bedrinken. By het verlaten van het lokaal hebben zy vervolgens de misdaad De verdachten hebben niet getracht hun schuld te loochenen. By een huis zoeking werd bebloed linnen en de portemonnaie gevonden, die het slacht offer by zich droeg op den dag, dat de aanslag gedaan werd. DUITSCHLAND. In het zuidwesten van Berlijn heeft zich de vorige week een bloedig drama afgespeeld. Daar woont in de nabijheid van het Anlialter station de schoenmaker Bönick met zijn vrouw en zijn 24-jarige dochter Margaretha. Deze was sedert een half jaar getrouwd met den 30-jarigen daglooner Arthur Haak, maar tengevolge van echtelijke oneenigheden leefde de vrouw den laatsten tijd gescheiden van haar man bij haar ouders. Haak had reeds herhaaldelijk pogingen in het werk gesteld om zijn vrouw terug te halen, doch steeds te vergeefs. Eenige dagen geleden vervoegde hij zich weder aan de ouderlijke woning; de moeder opende de deur, doch haar schoonzoon herkennend, trachtte zij deze weer te sluiten. Hij slaagde er echter in, binnen te dringen en schoot zijn revolver op Margaretha af, die met doorboorde longen levenloos neerzonk. Vervolgens richtte hij het wapen op zichzelf en zond zich een kogel in het linkerkaakbeen. Terwijl hij naar het ziekenhuis werd vervoerd, overhan digde Haak den begeleidenden agent twee brieven, één voor zijn schoonvader en één voor zijn eigen moeder. NEDERLAND. Rotterdam. Dirk Huizer, 48 jaar oud, wegwerker by de Staatsspoorwegen, keerde Dinsdagavond kwart over achten van zyn werk in den polder 68-Morgen naar zijn woning te IJselmonde terug en liep daartoe langs den spoorweg. Een trein, uit de richting Dordrecht, kwam hem tegemoet en hij ging op liet andere spoor om voor dien trein plaats te maken, doch op dat andere spoor kwam, achter hem aan, een sneltrein uit Rotterdatn, dien de man blykbaar niet gehoord had. Hij geraakte onder den trein, die hem beide beenen en een arm afreed. De man was bijna onmiddellijk dood. Het ongeluk gebeurde juist op den verjaardag van den man. „Keer Ommen's, keer Ommen's Het is een beetje plagiaat en ik moet voorzichtig zijn van wege de nieuwe Auteurswet. Het is de geestige causeur in een artistiek weekblad van Den Haag, die de politiek uit de Kamer naar de kinderkamer heeft overgebracht. Jammer genoeg, want zij is daar zoo schoon en verkwikkelijk! Vooral de laatste dagen der vorige week, toen de algemeene be schouwingen over de Invaliditeits- en ouderdomsverzekering toch tot een einde kwamen, werden aantrekkelijk. En toen zij zoo werdenwas 't ook gedaan. De coalitie (zaliger) had voor haar door drijven straf genoeg gehad De coalitie zaliger? Is dat wel waar? De Standaard heeft het nieuwe oppleis- terings-cement reeds gevonden. Zou de toorn over het gebeurde in Ommen reeds bedaard zijn? Wat is er eigenlijk ge beurd? Voor mij is^ dat nog duister, 't spijt mij 't te moeten zeggen. De lieer Mackay, nadat hij vogelvrij was verklaard, hoeft zich vrij gemaakt als een vogel. Hij behoort en blijft bekooren tot de Christelijk-historische groep en verlaat desniettemin de coalitie. Is er nu schei ding in deze of is de splijtzwam in de Christelijk-historische groep gedrongen Waarom heeft de lieer Mackay voor zijn mandaat bedankt en waarom is hij eigen lijk boos? Waarom hij juist? Zijne tamelijk ingewikkelde verklaring (in de N. Crt.) kan het feit ongedaan maken, dat nu kortelings, na die verklaring, is gemeld, dat den heer Mackay te slotte zijn aanvankelijk zwijgende houding, die op zich zelve welsprekend genoeg was, had afgebroken door zijn bereidverklaring om de candidatuur aan te nemen. Hij plaatste zich dus tegenover den anti- revolutionnairen candidaat. Zoo iets is meer gebeurd. De verschillende groepen der coalitie lieten 2 menschen op een herstemming aankomen in een gemengd district. Toen 't echter bij deze herstem ming bleek, dat de aanvankelijk verslagen oppositie-partijen hem zouden overnemen, en hem, den coalitieman, de overwinning zouden bezorgen, ware 't tijd geweest voor den heer Mackay om zich terug te trekken en het beschermheerschap van de liberale en socialistische groepeii af te wijzen. Dit heeft hij niet gedaan en zijn verkiezing kreeg dus een bizonder cachet. Dit was de nederlaag van de Regeeringspartij als zoodauig. Daarvan heeft men uit de rechterhoekenden lieer Mackay een ernstige grief gemaakt. Wie kan zich daarover verwonderen? De heer Mackay sprak over „een machteloos feilen aanval van de Standaa?*d en van het razen van de Maasbode'En nu moge, van links, met reden worden gewezen op den onredelijken drang die van de leiding der coalitie pleegt uit te gaan, en die de persoonlijke vrijheid te na komt. Met reden moge gewezen worden op de in den grond onzedelijke en onvruchtbare rechtsche coalitie. Maar zoolang men onder het vaandel dier coalitie medestreedhad men zich daaraan te onderwerpen. En uit die coalitie is de heer Macka}'- pas getreden, toen hij, verkozen zijnde, na de vroegere minst genomen lijdelijke houding zijnerzijds, vernam dat men zijn houding een verraad van die eigen coalitie uoemde. Toen heeft de heer Mackay haar den rug toegekeerd. Toen vond hij zich door den inuerlijken strijd, dien hij gestreden had, over de vraag n.l. of hij al dan niet het bondgenootschap van do linkergroepen te zijnen bate zich zou laten welgevallen uitgeput en was hij het moede geworden langer te beliooron tot de coalitie, die er nochtans recht op had hem als een barer oprechte broederen te beschouwen. De heer Mackay offert het mandaat naar de Tweede Kamer op; verricht de heldendaad zich niet te wagen aan een herkiezing voor den gemeente raad van Deu Haag en voor de Prov. Staten van Zuid-Hollandonttrekt zich tevens los als hij nochtans geworden is van de coalitie aan de voor hem ontecrende mogelijkheid, dat dit dubbele mandaat wel eens zou kunnen vernieuwd worden óók door de hulp van de linksche groepen, en toont daardoor ook in poli tieleen zin, de gentleman te willen blijven in zijn naam, zijn verleden, en zijn positie verpersoonlijkt. Boete doet hij dus; maar hij kan naar zijn opvatting die alleen doen bewust voor de zonde, die bij bedreef om zieii als anti-coalitie- protest-candidant door den vijand te doen verkiezen. Maar zoo vroeg ik is er nu scheuring? De heer Mackay jammert over zijn staatkundige breuk met mannen als jhr. De Savornin Lobman, dien hij vereert als weinigenmet dr. J. Th. de Visser, jhr. mr. D. F. de Geer c. s. Die hoeren* blijven derhalve bij de coalitie, als Christelijk-historische groep, die in den persoon van den heer Mackay zoo fel is aangevallen en beroerd, en die dan toch zeker de candidatuur van den heer Mackay in Ommen niet heeft tegenge werkt, vedleer begunstigd, denkelijk wel heeft gepropageerd. Zoodoende bekrach tigen, door hunne niet-uittreding ook die lijf-vrienden van den heer Mackay den over dezen uitgeslingerden banvloek; stooteu zij hem uit, vinden in zijn ge dragslijn geen reden om mèt liem de „coalitie" te verlaten wier organen hun gunsteling zoo te lijf zijn gegaaD. Wat heeft men vau die dingen te zeggen? Wordt dat ostracisme gewettigd en verklaard door de ons onbekende feiten, dio in Ommen achter de schermen kunnen zijn voorgevallen? Of is het „de politiek" die dat alles moet goed praten Inderdaad, de heer De Savornin Loh- man op zijn beurt brengt een offer maar hij doet 't aan de coalitie, aan de zelfde coalitie, van welke de heer Mackay zich heeft losgescheurd, omdat de partij, wier leider de heer Lohman is, in den persoon van den heer Mackay zoo grove lijk werd miskend en beleedigd. Begrijpe wie 't kanDe heer Lohman brengt zijn offer aan zijn eigen overtuiging omtrent de sociale verzekeringsquaestie. Hij heeft 't zelf verleden week in de Kamer gezegd. Hij heeft zelfs den zedelijke moed ge had dat is nog een anderen moed als die om voor zijn kiezers niet te durven verschijnen zijn district teleur te stellen waar men „stellig erop gerekend had" dat' hij tegen de Invaliditeitswet zou stemmen. Van de groene banken heeft hij zich geplaatst op zijn vroegeren rechterstoel, waar hij immers geleerd had zelfs in raadkamer nog te veranderen van een eenmaal opgevatte meening. „Maar in deze tijden moet men altijd zijn vóór of togen een Regeering" zoo klaagt de heer Lohman. En ten slotte kwam hij toch wedor terug op het hellend vlak der politiekHij had steeds ge meend „dat wij in de Kamer niet alleen stelsels hadden te verdedigen, maar die ook moeten boschouwen met het oog op den politieken toestand van het geheele land". Hij had leeren inzien dat dit nu overecntcbrengen was met de belangen der sociale verzekering. Ook hij heeft daarvoor veler smaad met moed getrot seerd Men ziet: niet enkel in Ommen kan men „omkeeren". En dan is er nóg een afvallige misschien ditmaal van de link sche coalitie. Het is de heer Treub en hem heeft onze wakkere afgevaardigde Patijn op het goede pad trachten terug te brengen. Ook hij onze schatgraver, in den goeden zin; want hij heeft ons de millioenen getoond waarmee op het Staatsbudget de kosten der Staatspen- sionneering kunnen betaald worden, zonder het Tarief, wuavtegen de heer De Savornin Lohman zich ook al heeft verklaard, behoudens revisie van zijn overtuiging in de politieke „raadkamer". Ook de heer Patijn heeft „smaad" moeten ondergaan. Ilij ook van zijn eigen broeder. De heer Treub had aan het slot zijner rede gezegd de liberale concentratie toe te juichen en liever als „belangstellend toeschouwer" de concentratie aantezien dan haar te bestrijden. Dat was loyaal gedacht, zeide de heer Patijn, „want het kan gebeuren, dat men ten slotte op een gewichtig punt zich moet afscheiden van zijne geestverwanten". (Wat verwijt men eigenlijk den heer Mackay?) „Maar dan kan een man van karakter niet anders doen clan het zwaard opsteken; liet gedrag toch van Smits in den Boerenoorlog is weinig verheffend", zeide de heer Patijn; en wat hem vooral ook griefde, was, dat de heer Treub, op hem zinspelende, sprak van „mannen die dezen buiten de Kamer wilden zetten". Het tegendeel was waar: de heer Patijn had zeer gaarne gezien, dat de heer Treub tegen de vrijzinnige concentratie niet een wapen in handen had gegeven aan de rechterzijde. Want over die concentratie heeft de heer Patijn een perspectief in de toekomst geopend, dat vooral de aandacht uwer lezers niet mag ontgaan. Hij heeft in deze debatten de schatten opgedolven waaruit de verzekeringskosten zullen moeten geput worden. Minister Talma heeft hem niet weersproken, en zich het genoegen ontzegd om aan te toonen, „dat de Zierikzeesche afgevaardigde toch maar een povere rekenmeester is". Maar de heer Treub heeft hem ook wat verder uit zijn tent willen lokken en het „kleingeld" op tafel willen zien. Daarvoor heeft de heer Patijn zich wel gewacht. De heer De Meester had daarvan indertijd leergeld gehad. Hij had, bij de Inkomstenbelas ting, een financieel perspectief geopend waarvoor hij óók al smaad heeft moeten verduren van de rechterzijde, wier eigen Minister er later mee weggeloopen is! Neen, wat men van den^heer Patijn verlangde, was zijn taak thans niet. Het is de taak van den toekomstigen Minister van Financien in een vrijzinnig Kabinet Dit wijst op eene positie, volkomen overeen te brengen met de beteekenis van een figuur als dat van den heer Patijn. Ditmaal is inmiddels mijn Haagsch gekeuvel wat politiek getint. Het eigenlijk residentienieuws mocht wel eens blijven rusten, Gij hebt gezien, dat de Koningin reeds weder een weldadigheidsvoorstelling heeft bijgewoond. H. M. heeft de ver wikkelingen van „Emants' Domheids macht" niet geheel afgewacht, en er m. i. niet veel bij verloren. Onze courantenkolommen waren sinds gedurende eenige dagen gevuld met mooie en gewichtige verslagen, niet voor de poes, maar toch innig komisch, in zoover zij liepen over een civiel geding tusschen Rusland en het bijna vernietigd Turkijë over een renteschuld van het jaar 1878. Waar toch zoo'n arbitrage-hof niet nuttig voor kan zijn! Niet lang meer, en zulke geschillen zullen worden behandeld in het groote Vredespaleis, denkelijk in te wijden door den Keizer aller Russen, behoudens reden van ver hindering van wege een „geschil" met Oostenrijk, dat wel even belangrijk zal zijn als het rente-geschil, maar toch niet door arbitrage zal kunnen beslecht worden. Nu, dan blijven wij in de buurt en gaan deu nieuwen schouwburg op Zorg vliet inwijden. Want dat zal wel het einde van de Haagsche schouwburg- comedie zijn. En hoe „de Vrouw" in 1913 zich aan ons zal „voorstellen"? De dames, die dezer dagen over de al- of uiet-beslissing van „Vrouwenarbeid" aan de eeuw tentoonstelling zoo „vreedzaam" delibe reerden, hebben reeds zeiven vermoed, van de heeren te zullen hooren, dat de dames, als zij bijeen zijn, altijd maar kibbelen. Dat doen de heeren op het Binnenhof ook; maar daar gaat 't ernstiger en vaak platter. Vide Duys. November 1912. De miwerklng van liet chilisalpeter. Sommigen zijn zoo het schijnt, vree- selijk bang voor het uitspoelen van chilisalpeter. Zij strooien het daarom steeds bij kleine beetjes tegelijk. En, als het spoedig na het zaaien eens een dag regent, dan meenen ze al, dat alles verloren is. Een beetje regen, nu ja, dat is goed voor het oplossen, zie je, maar zoo'n flap, de boel gaat grif naar den kelder. Óm, hen die zoo meenen, wat gerust te stellen, het volgende uit mijn ervaring. In den loop van April strooide ik, tegelijk met het zaaien der haver, per H.A. 200 K.G. chilisalpeter en half Mei zaaide ik op datzelfde perceel nog 200 K.G. Het was ontgonnen heidegrond, die voor het eerst een oogst zou leveren. Om de behoefte van zulken grond aan een bemesting met chili tc onderzoeken, strooide ik op een perceel van 2 A. in het geheel geen, op een ander per A. 1 K.G., op een derde 2 K.G. enz. tot 5 K.G. toe. Laten wij hier terloops even zeggen, dat het veldje met 5 K.G. de beste resultaten gaf en dat die laatste K.G. nog ruim betaald werd.. Wij wilden het nu echter hebben over dat „uit spoelen". Als het chilisalpeter zoo ge makkelijk uitspoelt, gelijk sommigen beweren, dan moest er nu toch bepaald niets meer van in den bovengrond zitten. Vooral, omdat het water op dien grond zeer goed wil zakken. En toch zag ik voor een paar dagen duidelijk het bewijs, dat het chilisalpeter, dat in April en Mei gestrooid is, althans nog gedeeltelijk in den bovengrond aanwezig is. Ja, wij zouden haast durven zeggen, dat, als er dan al iets in den ondergrond moet zijn, dit zeer weinig moet wezen. In de eerste plaats toch is van die 400 K.G. ohili- salpeter het stikstofvoedsel gekomen voor een goed gewas haver. De grond zelve kan zeer weinig leveren, zooals bleek uit het veldje, dat in het geheel geen chili salpeter had ontvangen. Daar was het gewas allertreurigst. En nu weer verder. Doordat de haver wat te lang op wortel bleef staan en hot toen juist stormweer was, bleef er nog al wat haver op het land. Spoedig, nadat de oogst van het land was, liet ik den stoppel volgen. En nu staat het veld mooi groen. De haver is een handbreed lang en staat weelderig. Alleen op de veldjes, waarop dit voorjaar geen of wtinig chili is gekomen, staat ze slecht. Niet dat er minder staat, want dat is een gevolg van den slechten stand der haver, maar wat er staat heeft een kouwelijk aanzien. Er zit geen groei in. Een groot verschil met het andere. De scheiding is even scherp als dezen zomer tusschen de perceelen. Hoe kan nu die haver op het perceel, geheel met 400 K.G. chili bestrooid, zoo fleurig staan, als het niet een gevolg is van de aanwezigheid van een voldoende hoeveelheid stikstof voedsel? En waar kan dat anders van daan komen, dan van het in het voor jaar uitgestrooide chili, dat niet geheel door de haver is verwerkt en evenmin, trots al den regen, naar de diepte is gezakt? Zoodat wij maar zeggen willen, dat we voor dat uitspoelen niet al te bang behoeven te zijn. Het valt wilt mee. En dat chilisalpeter nawerkt is duidelijk. TWEEDE KAMER. Bij het algemeen debat over de Indische begrooting bestreed de heer Bogaardt de kritiek der linkerzijde op het beleid van de regeering als onjuist, onbillijk en ongerechtvaardigd en schreef de actie tegen zending en regeering toe «an eenige fanatieke vrijmetselaren waarby hij vooral afkeurde dat de inlander in de actie betrokken wordt, ten nadeele van ons gezag. Spreker wekte alle partyen op, te steunen de doeltreffend gebleken ethische politiek Van Karnebeek, maande aan tot een voorzichtig financieel beleid, drong aan op het krachtig handhaven van het gezag tegenover de Chineezen, die niet boven de inlanders bevoorrecht mogen worden. Spr. wilde alleen de zending in die streken waar de bevolking geen posi tieven godsdienst belydt, steunen en bepleitte de instelling van een adviseerend college tot steun van den minister en tot tegenwicht tegen de Indische bureau cratie. De heer Bos gaf verschillende wenken in het belang van een goed financieel beleid. MARKTBERICHTEN. Zierikzee, 21 Nov. Door den kleinen aanvoer waren de prijzen van alle artikelen onveranderd. Tarwe f 8 A f 9,25 Chevaliergerst f 6,75 f 7,50; Winter- gerst f 6,50 a f 7 Rogge f 6,25 f 6,75 Haver f 3,50 a f5; Erwten (kleine) f 12 a f 13,50; Kroonerwten f 12 a f 14,50; Bruine Boonen; f 11 A. f 14; Uien f 0,50; Aardappelen f 1,25 a f 2'. Middelburg, 21 Nov. Ter graanmarkt van heden was de aanvoer redelyk. Stemming flauw, witte boonen 25, en kroonerwten 50 cent lager, overigens onveranderd. De pryzen waren als volgt: jarige tarwe f 8,75 b 1 9,25; nieuwe dito ff»,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1912 | | pagina 11