ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Vrijdag 15 November 1912. Tweede Blad. NIEUWSTIJDINGEN. De Balkan-oorlog. (Z ierlkzeesche C o u r a n t ABONNEMENT- De abonnementsprys van dit bladdat iederen MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,00 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending ééns per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 69ste JAARGANG. No. 9313. DirecteurA. J. DE LOOZE Jr. Uitgever-HoofdredactfeurA. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ots. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdagsmiddags uiterlijk 2 ure. Oorlog en Protectionisme. Wanneer wij bij het bestudeeren der algemeene geschiedenis eens nagaan waaraan de meeste oorlogen hun ontstaan hebben te danken, dan bemerken wij dat de oorzaken bijna uitsluitend te wijten waren, of aan den waan, dat de vorst de staat zou zijn dynastieke oorlogen óf aan het idee, 'dat gods dienst staatszaak zou zijn godsdienst oorlogen of aan de verkeerde meening, dat de grootheid van een rijk afhangt van de grootte van het land, in plaats van de deugden en vlijt der bevolking veroverings oorlogen of van het onjuiste geloof, dat het nood zakelijk zou zijn, wil het ééne land winnen, het andere moet verliezen en voorspoed der ééne natie verbonden is aan tegenspoed der andere naties economische oorlogen De 'oorlogen der eerste soort kwamen vooral in vroegeren tijd voor, maar zijn thans door het voorschrijden der be schaving' door godsdienst- en staat kundige vrijheid, zoo goed als verdwenen. De economische oorlogen hadden voor namelijk in den nieu weren tijd plaats, door den strijd der natiën op het handelsgebied. De hedendaagsche inter nationale politiek wordt voor een groot deel beheerscht door economische en handelsbelangen. De staten zoeken afzet voor hun goederen op buitenlandsche markten, streven naar vergrooting van hun handelsgebied, werden daarom vaak belemmerd door hun nationale bescher ming, en bestrijden elkaar daardoor met de grootste vinnigheid op de wereld markt. Deze strijd op het handelsgebied is maar al te vaak uitgeloopen op een bloedigen oorlog, en de economische oorlogen zullen dan ook voornamelijk verdwijnen door het zegevieren van het begrip van vryen handel. Het protec tionisme toch leeft vooral van en in de populaire dwaling, dat een land eigen voordeel bevordert, indien het aan andere landen nadeel toebrengt. Werkelijk oppervlakkig gezien lijkt het heel schoon, de nationale nijverheid tegen buiten landsche concurentie te beschermen en zoodoende eigen industrie te doen bloeien als planten in een broeikas; maar bij nadere beschouwing merkt men op, dat andere landen dan juist hetzelfde doen. Onze nieuw ontworpen tariefwet b.v. heeft ook een recht op buitenlandsch meel voorgesteldde Amerikaansche meelhandelaren beschouwen dit als strijdig met hun belangen, en zullen daarom aan de regeering van hun land vragen als weerwraak het Amerikaansch invoerrecht op Nederlandsche bloem bollen te verdubbelen. Wat dus de eene nijverheid misschien zou winnen, zou de andere weer verliezen, en zoodoende komt het oogmerk der bescherming totaal niet tot zijn recht. Maar afgezien nog hiervan, moeten wij het protec tionisme vooral verwerpen, omdat het den haat tusschen de natiën vergroot, terwijl juist het omgekeerde ons streven moet zijn. De protectionistische staat toch kan onmogelijk strikte neutraliteit op het terrein der economische en commer- cieele betrekkingen handhavenhet beschermend stelsel moet er noodwendig tot leiden, het eene land boven het andere te bevoordeelen. Over 't algemeen wordt het nationaal belang van een land en vooral van een klein land, het best gebaat door er naar te streven met alle andere staten op goeden voet te leven en tegenover geen enkelen een bepaalde voorkeur aan den dag te leggen. Het ideaal zou wel zijn, dat alle douane grenzen verdwenen en door vrijen handel tusschen alle landen natuurlijke toestanden zouden worden geschapen in plaats van de onnatuurlijke broeikas- planten, die het stelsel van bescherming voorbrengt. „Indien iemand eeuigen twijfel koestert, dat vrijhandel vrede met zich voert", zegt Carnegie in zijn boek Triumphant Democracy, „dat hij dan het binnen- landsch vrijhandelsstelsel van Amerika bestudeere". Werkelijk, in Amerika vindt men het schoonste voorbeeld van den zegen des vrijhandels. Meer dan negentig millioen menschen, die een vlakte bewonen, waar het klimaat zóó ver schillend is, dat alles, wat voor de be hoeften van den raensch noodzakelijk is, gereedelijk kan worden voortgebracht, ruilen hun producten onderling zonder eenige gedwongen schouwing of kosten. e onbeperkte handelsvrijheid is als een der machtigste waarborgen voor het behoud der Unie te beschouwen. Zonder haar zou het baast niet mogelijk zijn de verschillende Noord-Amerikaansche Staten in één machtigen bond vereenigd ie houden. De weg der bescherming voert langs gevaarlijke afgronden, want Protec tionisme, geboren uit hebzucht en na ijver zal altijd weer hebzucht en naijver voortbrengen, zooals het kwade steeds het kwade baart. Niet alleen uit com mercieel oogpunt, maar ook uit het oogpunt van vrede en broederschap tusschen do volkeren moeten wij den glibberigen weg der bescherming zooveel mogelijk mijdenwant militairisme en protectionisme zijn onkruiden, die op den zelfden akker groeien, zegt Campbell- Bannerman, en wij kunnen er nog wel bijvoegen: bet laatste is de voedster van het eerste. Voor een duurzamen vrede is de vrijheid van wereldhandel een dei- eerste vereischten. PACO. Konstantinopol, 14 Nov. Officiéél wordt bevestigd, dat Kiamil Pasja zich rechtstreeks tot den Koning van Bulgarije gericht heeft, teneinde een wapenstilstand te verkrijgen, waarvan het begin der vredesonderhandelingen een gevolg zou zyn. Turkije is bereid de Tchatalja-linie te ontruimen, zoo de Bulgaren zich willen verplichten Oonstantinopel niet binnen te rukken. De Porte bereidt zich voor, om zware offers te brengen ten einde deze uiterste vernedering af te wenden. En indien koning Ferdinand niet te veeleischend blykt, dan is de vrede naby. NEDERLAND. Deventer, 13 Nov. Dezer dagen wilde de 21-jarige echtgenoote Toos Post van haren man, den zandvormer Jo O vermars alhier een emmer met water door een raam aannemen. Ze bukte zich echter te ver naar voren en viel voorover uit het raam. Zóó ernstig kwam ze met haar hoofd op de steenen terecht, dat ze op advies van dr. Van der Eist naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. Gisteren is ze aan de gevolgen der hersenschudding, die ze kreeg, overleden. Ze was eerst drie weken geleden gehuwd. Amsterdam, 13 Nov. Tydens een afscheidsdiner, dat jhr. v. Sandberg, nieuwbenoemd burgemeester van Haar lem, Maandagavond aan een aantal gemeentenaren van Abkoude alhier aanbood, deed zich een treurig incident voor. Nadat de heer G. v. Alewijk een gloedvolle toespraak had gehouden, werd hij plotseling onwel en bleef dood in de armen der toegesnelde, tot het gezelschap behoorende, geneesheeren. Het geheele gezelschap was zeer onder den indruk van den plotselingen dood van den heer v. Alewijk, die als gemeente-ontvanger, candidaat-notaris en nog andere betrekkingen te Abkoude, vooral om zijn vele goede hoedanigheden zeer geacht en bemind werd. Bussum, 14 Nov. Gisterennamiddag kwam eeu sergeant en twee minderen van liet garnizoen te Naarden aan, als begeleidende bewaking van een 14 dagen geleden uit Nieuwediep gedeserteerde marinier, die tc Hilversum gesnapt was. Op liet perron van het station alhier wist de deserteur opnieuw te ontsnappen en zich uit de voeten te maken. De politie werd gewaarschuwd. Leiden, 13 Nov. Een 16-jarige hoogere- burgerscholier, zoon van een geacht ingezetene alhier kreeg twist met zijn zuster en werd daarover door zyn moeder onderhouden. Dit greep hem zoo aan, dat hy zich afzonderde een revolver van zijn vader nam en zich voor het hoofd schoot. Hy was onmiddellyk dood. Rotterdam, 11 Nov. Gisterenavond, tydens het noodweer, terwijl de wind door de straten gierde en de regen bij stroomen neerplaste, is in de Maurits- straat een gruwelijke misdaad gepleegd, waarvan een oude vrouw, wier man Dinsdag pas begraven was, het slacht offer werd. Blijkbaar heeft de moordenaar debedoelinggehad,eventueelebegrafenis- of andere fondsgelden te rooven en heeft hij zich daarom lafhartig aan de grijze weduwe vergrepen. Al sedert vele jaren oefende de smid F. Vermeulen zyn bedrijf uit in het benedenhuis van pand 27, waar hy achter zyn werkplaats woonde. Den len Novem ber was Vermeulen, op 74-jarigen leeftyd, na een kort ziekbed, overleden en 5 November had de begrafenis plaats. Zijn 72-jarige weduwe, geboren Johanna van Kuyk, had nog een paar dagen na de begrafenis een getrouwde dochter in huis gehad, doch woonde er nu weer alleen. Zij zou juist heden verhuisd zijn, terwijl de zaak door één harer zoons zou worden voortgezet. Gisterenavond was de oude vrouw op bezoek geweest bij familie aan de Molen- steeg en om kwart voor elven naar huis gegaan, waarbij een familielid haar tot aan den hoek van Coolsingel en Aert van Nesstraat had vergezeld. Vanmorgen kwamen de knechts op hun gewonen tijd aan den winkel, doch op hun bellen kregen zij geen gehoor. Op het vermoeden, dat de juffrouw by haar zoon in de Benthemstraat no. 13, F. Vermeulen Jr., en eveneens smid, kon zijn, ging één der knechts daarheen, maar de heer Vermeulen had zijn moeder niet gezien. Hy ging naar de Maurits- straat en opende de deur met een looper. In de werkplaats was alles, zooals de knechts het Zaterdagavond verlaten hadden, alleen lag daar nu een handtaschje van de oude vrouw. Toen de heer Vermeulen zich naar de woning achter de werkplaats wilde begeven, vond hij zijn moeder in de gang naar de achter kamer en keuken achterover op den grond liggen. De oude vrouw was verworgd. Zij had nog al haar kleederen aan, zoodat zy blijkbaar by haar thuiskomst door den moordenaar moet zyn over vallen. Bewoners van het bovenhuis verklaren tusschen 12 uur en halfeen eenig gestommel en een zachten kreet gehoord te hebben, waarna de deur van het benedenhuis werd dichtgetrokken, maar zij hadden daar geen acht op ge slagen. De moord moet dus op dat tijdstip hebben plaats gehad. De commissaris van politie, de heer J. J. Soer en de inspecteur, de heer A. Borstlap, stelden onmiddellijk, nadat van het gebeurde aangifte was gedaan, een onderzoek in, terwijl tevens de politie-geneesheer dr. W. Mees werd ontboden. Deze onderzocht het lijk en consta teerde blauwe striemen en vinger afdrukken aan den hals. Zooals wij reeds zeiden, was de ongelukkige nog geheel gekleed, ook had zij haar gouden belletjes nog in de ooren en ringen aan de vingers, maar een halsketting, dien zij volgens verklaring der familie-leden uit de Molensteeg, gisterenavond nog gedragen had, was verdwenen. De zak, dien zij onder haar rok had gedragen, lag er nu omgekeerd bovenop, ledig. In dien zak waren vermoedelijk een bankbiljet van f 40 geweest, dat de weduwe Vrijdag had ontvangen, be nevens eenige rijksdaalders. Een lade van de chiffonnière in de achterkamer stond open en daaruit werden 3 zilveren horloges en een gouden ketting vermist. Een spaarbankboekje had de moordenaar onaangetast gelaten. Men vermoedt, dat de misdadiger aan de achterzijde het huis is binnen ge komen. Naast het huis is een gang, die toegang verleent tot een achter het huis gelegen hofje en de plaats van het huis is door een schutting van dat hofje gescheiden. Naar alle waarschijnlijkheid is de moor denaar over die schutting geklommen, althans aan de straatdeur zijn geen sporen van braak waarneembaar. Uit de ver klaringen van de familie-leden, die nog niet allen gehoord zijn, zal moeten blyken, hoeveel er gestolen is. Hedenmiddag om halftwee kwam de justitiede rechtercommissaris mr. O. W. Sipkes en de substituut-officier mr. W. P. R. Bouman ter plaatse. De ligging van het lijk werd fotografisch opgenomen en dit vervolgens overgebracht naar de sectiekaraer in het Ziekenhuis, waar het om halfvier werd geschouwd. 13 Nov. Door een tweetal inspec teurs der recherche is hedenmorgen op aanwijzing van een vrouw, gearresteerd de 21-jarige J. G. B., deserteur van het 4e reg. infanterie uit Leiden, die in het bezit werd gevonden van het gouden horloge, dat dezer dagen bij de 72-jarige weduwe Vermeulen in de Mauritsstraat is gestolep. Ue aangehoudene bekende volledig. Zondagavond heeft hij de weduwe naar haar woning vergezeld, is mee naar binnen gedrongen en heeft haar toen geworgd en beroofd. Hij werd nog in het bezit gevonden van den huissleutel en van verscheidene der vermiste sieraden. Uit zyn verklaringen bleek het volgende Zondagavond kwart voor elven zag hy de 72-jarige weduwe Vermeulen-Van Kuyk, die hij als zoodanig echter niet kende, afscheid nemen op den hoek van Aert Van Nesstraat en Coolsingel. Zoodra zij alleen was, sprak hy haar aan, vertelde van armoedige omstandig heden en vroeg om een dubbeltje. Op uitnoodiging van het oude, mede lijdende mensch liep hij. met haar mede naar haar woning, waar zij hem wel wat te eten zou geven. In de gang gekomen, haalde zij haar taschje te voorschijn het taschje, dat teruggevonden is in de huiskamer achter den winkel ver moedelijk, om hem geld te geven. BI. hoorde daarby rijksdaalders ramme len en daardoor, zoo verklaarde hij, werd zyn begeerigheid dermate opge wekt, dat hij de weduwe aangreep en met haar eigen hals- of omslagdoek worgde. Die doek is bij het lijk nader hand gevonden. Daarna haalde hy haar zak te voor schyn en haalde er het bankbiljet van f 40 uit. Voorts begaf hij zich naar de chiffon nière, waarvan de lade openstond en haalde er de verschillende sieraden uit. Dat hy de ryksdaalders, die hij daar hoorde rammelen, niet vergat mede te nemen, spreekt vanzelf. Toen hy zijn moord- en roofwerkhad voltooid, nam BI. de vlucht, met mede neming van den aan de binnenzijde van de winkeldeur in het slot stekenden koperen sleutel, denzelfden welke in zijn bezit werd gevonden. De gestolen gouden voorwerpen heeft hij voor een gedeelte hier en daar be leend en de recherche heeft ze inmiddels in beslag genomen. De aangehoudene blijkt geen on bekende geweest te zyn in de woning van de vermoorde weduwe. Tydens het leven van haar man was hij er wel eens werkzaam geweest en meer dan eens gaf men hem er te eten. Dinsdagochtend is in plan C alhier een te Amsterdam wonende man .aan gehouden, die zich uitgeeft voor inspec teur van politie. De man heeft een manie om groote modemagazijnen te bezoeken. Hy zegt daar in opdracht van den officier van justitie te Amsterdam als inspecteur van politie te komen om een onderzoek in te stellen naar een meisje, dat f 2000 zou genoten hebben van een te Arasterdam gepleegden dief stal van f 6000. Daarby toont hy ver schillende portretten, wil bepaald alle dames zien en spreken en veroorzaakt door zijn optreden stilstand in 't bedrijf. oefening gehouden en was er geen boot aanwezig. „Dit geschiedt op zoogenaamde dryf- zakken, d. w. z, waterdichte zakken, die van boven gevuld worden met stroo; dan worden er twee halve aaneen ver bonden en op zoo'n dryfzak van 2| a, 3 meter lang en M. breed nemen ge woonlijk zes man plaats om over te steken; zoo'n zak heeft een draag vermogen van 500 K.G. „Vooraf gaat een man op een dryfzak de lijn overbrengen, die van de eene zyde naar de andere gespannen wordt en waarlangs de manschappen op den dryfzak zich*overtrekken. „Zaterdag nu was de,. oefening by na afgeloopen. Byna allen waren heen en terug gegaan; de laaste zak zou van den Jacob Damsingel naar den kazerne kant gaan. Deze zak was door slechts drie man bezetkorporaal Piets, uit Arnhem, en de miliciens Maatman en Welle, beiden uit Zutphen. Daar zy de laatste waren, brachten ze de lijn mee, die voor aan den zak werd gebonden en waaraan de zak naar den kant ge trokken werd. „Midden in de Gracht had het ongeluk plaats. De zak kantelde, vermoedelijk door een onvoorzichtige beweging van een der manschappen, en alle drie raakten te water. Maatman kon goed zwemmen, en redde zichzelf. Welle had dezen zomer les gehad by de compagnie, en kon zich even boven houden. Hy werd gered door den milicien-korporaal Joustra, die met nog 7 andere wielrijders het voorbeeld had gevolgd van kapt. Hilwig en onmiddellijk te water waren gegaan. Korporaal Joustra sleepte den drenkeling in de richting van den wal, waar hy door den kapitein werd over genomen en naar den kant gebracht. „Korporaal Piets kon niet voldoende zwemmenhij zonk onmiddellyk naar de diepte en kwam niet weer boven. „De heer Haverkorn van Rijsewijk, begaf zich op den dryfzak naar het midden en dook een paar maal, doch te vergeefs. Hij moest zyn pogingen staken want zijn ledematen raakten verstijfd. En vandaag moest hij nog het bed houden. „De boot werd uit de cavalerie-loods gehaald en met een 5-tal dreggen werd gevischt. Het werd 4 uur vóór het lyk bovengehaald werd. „De officier van gezondheid dr. Bruinier, om wien getelefoneerd was, paste in de Ziekenkamer nog een uur de kunst matige ademhaling enz. toe, maar het mocht niet baten. „Het onderzoek in deze zaak wordt geleid door den kapitein der maréchaus see, den heer Dangerman Grootepas. Dit onderzoek zal moeten uitmaken of hier van schuld sprake kan zijn. „Het oversteken van water op zoo'n dryfzak wordt niet als gevaarlijk be schouwd. Meer dan eens is de compagnie met de rijwielen bij zich op zulke dryf- zakken den IJsel overgestoken, zooals bijv. bij de Baronsbergen, by „den Engel" aan De Steeg, enz. Dan wordt de lyn overgebracht door een boot". Het ongeluk te Zutphen. Omtrent het ongeluk met drie militaire wielryders op de Groote Gracht te Zutphen, waarbij één hunner is om gekomen, meldt de Zutph. Ct. het volgende „De compagnie van de militaire wiel ryders, een dertig man ongeveer, hield Zaterdagmiddag van kwart over twee tot drie uur een gewone oefening in het oversteken van de Gracht. Soms wordt die gecombineerd tot een roei en dryfoefeningdaar de boot reeds opgeborgen was, werd er alleen dryf- Vergadering van den Gemeente raad van Poortvliet, op 12 November 1912. Alle leden waren aanwezig. Aan de orde kwamen eenige inge komen stukken van Gedep. Staten le. goedkeuring van het besluit tot aanstelling van een tijdelijken ge meente-ontvanger, alsmede het gecombi neerd uitoefenen met het ambt van gemeente-secretarisdoor den heer W. Dronkers. 2e. Goedkeuring, door de Centrale Electrische Maatschappij te 's Graven- hage, van de aangebrachte wijzigingen door de gemeenten Poortvliet, Scherpe- nisse en St.-Maartensdijk, in de voor waarden omtrent de electrische ver lichting. Met algemeene stemmen werd be sloten de goedkeuring van Gedep. Staten daarvoor te vragen. 3e. Het verzoek van den Kantoor houder werd, daar de voorzitter mede deelde, dat hij nog niet met ?yn onderzoek gereed was en bovendien eerst den heer directeur van het telegraafkantoor te Tholen, die thans als examinator

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1912 | | pagina 5