ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Vrijdag 8 November 1812.
Derde Blad
NIEUWSTIJDINGEN.
Provinciale Stoombootdienst
op de Ooster-Schelde.
ADYERTENTIEN.
(Z ierikzeesche
C o u r a n t
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit bladdat iederen
MAANDAGWOENSDAG en VRIJDAG verschyntis
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending ééns per week,
f 10 per jaar bij vooruitbetaling.
69ste JAARGANG. No. 9310.
Directeur: A. J. DE LOOZE Jr.
Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL.
Redacteur: J. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Vail 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdagsmiddags uiterlijk 2 ure.
De
Balkan-oorlog.
Do grootste militaire ramp
sedert Sedan.
Reeds is het ontzettend bericht gebracht.,
dat in den slag bij Luie Boergas 40.000
Turken gedood of gewond zijn geworden.
Een levendige beschrijving van den
slag zendt do correspondent van de
Daily ChronicleMartin Donohoe, aan
zijn blad. Ten einde te voorkomen, dat
de censuur zijn telegrammen ophield of
verminkte, begaf hij zich per auto naar
Constantinopel en vandaar per boot naar
Constanza in Roemenië, waar hij 3 Nov.
d. i. Zondag, aankwam. Vau hier seinde
hij o. a. het volgende:
Een machtige ramp heeft het Turksche
leger getroffen, het hoeft een ontzettende
nederlaag geleden, die is gevolgd door
een verwarring en een vlucht, waarvan
bijna do weerga niet is te vinden in de
geschiedenis; een vlucht die in haar
laatste stadia ontaardde in een wilde
paniek.
40.000 man van do beste Turksche
troepen zijn gevallen, 75 procent van
de Turksche artillerie viel in handen
van den vyand, terwijl de opperbevel
hebber Abdoellah Pasja zelf ternauwer
nood ontsnapte aan bet gevaar, door de
Bulgaren gevangen genomen te worden.
Dinsdagmorgen hadden de Turken
nieuwe posities van Baba Eski naar
Luie Boergas en Boeoar Hissar inge
nomen. Bij Luie Boergas commandeerde
Abdoellah Pasja liet centrum. Bij Boenar
Hissan had Nazim Pasja de leiding en
de uiterste rechtervleugel bij "Wisa werd
door Moekthar Pasja gecommandeerd.
Van den beginne af bleekdat de
Bulgaarsche artillerie veel beter was
dan de Turksche. De mannen achter
de kanonnen en de paarden vielen bij
troepen, zoodat de kanonnen in den
steek gelaten moesten worden. De Turken
werden van de hoogten voor Luie Boergas
naar de stad teruggedreven. Dinsdag
middag begon de Bulgaarsche artillerie
do door de bewoners verlaten stad te
beschieten, waarop de infanterie met de
bajonet tot den aanval overging. Het
vierde Turksche legerkorpswelke
mannen twee dagen lang geen stuk
brood gezien hadden, kon niet stand
houden tegenover dezen stormaanval.
Zijn verliezen waren ontzaglijk. Daarop
richtten de Bulgaren hun aanval op het
6 K.M. verwijderde spoorwegstation, dat
door Salih Pasja en Ferid Pasja ver
dedigd werd. De laatste heeft jaren lang
in het Duitsclie leger gediend. Hier
stootten de -Bulgaren op krachtigen
tegenstand. Terwijl zij een heftigen aanval
op het spoorwegstation deden, waren zij
blootgesteld aan het granaatvuur van
Feiid Pasja's artillerie. De Bulgaren
geraakten in verwarring en weifelden.
Toen brak Salih Pasja's cavalerie uit
een hinderlaag, en met het krijgs
geschreeuw „Allah! Allah!" ging het
als een wervelwind over de Bulgaarsche
artillerie heen.
Niemand kon daar stand houden. De
Bulgareu keerden zich om, en vluchtten,
door de Turksche cavalerie achtervolgd,
die een groot bloedbad aanrichtte.
Plotseling echter werden de Turksche
ruiters van twee kanten onder het vuur
van de Bulgaarsche machinegeweren
genomen. Spoedig bedekten honderden
paarden en menschen het slagveld.
Slechts weinigen keerden naar het station
terug. Intusschen was de Bulgaarsche
infanterie op haar verhaal gekomen, en
gingdoor zware artillerie gesteund
nogmaals tot den aanval tegen liet
spoorwegstation en het plaatsje over.
Maar Ferid Pasja, strooide granaten van
liet spoorwegstation in de buurt op de
daken en de Bulgaren zagen zich ge
dwongen Luie Boergas te ontruimen.
Tegen den avond echter hadden de
Bulgaren een meuigte batterijen nader-
gebracht, die krachtige posities innamen
en met groote zekerheid schoten. De
Turksche artillerie had spoedig geen
am munitie meer. De mannen stonden
met gekruiste armen achter hun kanonnen
en wachtten hun lot af. Het kwam
spoedig genoeg. Het was geen slag meer,
het was een slachting. Het aanbreken
van den nacht bracht het leger van
Abdoellah korten tijd rust voor de
vijandelijke kanonnen. Doch slapen was
onmogelijk, wantdeBulgaarscheinfanterie
drong reeds weer opnieuw voort.
De Turken, die niet gewond waren,
vielen om van honger. Er was geen
ammunitie, er was geen brood. De
weinige doctoren konden niets voor de
duizenden doen, die op het slagveld
lagen. Waar zij gevallen waren, bleven
de meesten liggen, bloedden dood en
stierven in den bitter konden nacht.
Velen sleepten zich voort, maar uit
putting en honger deden lien aan den
weg neervallen, waar zij den over-
winnenden Bulgaren in handen vielen.
Woensdagmorgen bemerkten de Bulgareu,
dat liet Turksche leger terugtrok en
hernieuwden hun aanvallen met ver
dubbelde energie. De Turksche aan
voerders verweerden zich den geheelen
dag met heldenmoed, maar Donderdag
was er geen houden meer aan en iu
wilde vlucht gingen dc Turken naar
Tsjorloe terug".
Aan het Berliner Tageblatt wordt
via Constanza geseind:
De slag tusschen de beide legers
eindigde eerst op 3 November, 's morgens.
De Turken waren in den slag zelf
tegen de Bulgaarsche berichten in
voortdurend zegevierend geweest. Op
den 2den November voerde Moektar
pasja den rechtervleugel van het
Turksche leger van Seraj aan tegen
Bunar Hissar. Hij stelde zich aan het
hoofd van twee bataljons en nam
stormenderhand twee Bulgaarsche bat-
teryen. De Turken bivakkeerden in
deze genomen stellingen. Gedurende
den nacht regende het onophoudelijk.
De regen, maar vooral de honger,
sinds dagen bestond er gebrek aan
levensmiddelen, immoraliseerde de
zegevierende troepen.
Gedurende den nacht brokkelden
steeds grootere gedeelten van de
troepen af, zoodat Nazim pasja tegen
den morgen gedwongen was aan het
geheele leger het bevel tot den terug
tocht te geven. Ze marcheerden in drie
colonnes op de Tchatalja-linie terug;
de linker-collonne, links van Tscherkes-
koi, de middel-collonne over Karkeskoi,
de rechter-colonne verder van den
spoorweg verwyderd. De terugtocht had
in uitstekende orde plaats, daar de
Bulgaren geen vervolging instelden.
De wegen zijn door de laatste wolk
breuken en de enorme transporten in
geweldig slechten toestand. Daardoor
werd het voortdringen der Bulgaren,
speciaal met hun zware kanonnen,
buitengewoon bemoeilijkt en het oogen-
blik van den nieuwen strijd zal inder
daad langer verschoven moeten worden.
Het groote hoofdkwartier der Turken,
zoowel als het hoofdkwartier van het
oostelijke leger, zijn naar Marenskoi
verlegd. De Tchaltalja-linie is met zwaar
geschut versterkt. Er kwamen nog vier
divisies uit Syrië en drie uit Australië
ter versterking binnen.
Belgrado. (5 Nov. Naar uit Uskub
gemeld wordt, heeft opnieuw een hevig
gevecht plaats gehad. Na harden strijd
maakten de Serviërs zich meester van
den Demerkapa-pas, ten Zuid-Oosten van
Istib. De Turken vluchtten, door een
paniek aangegrepen, naar Saloniki,
zonder vooraf de groote spoorwegbrug
bij Demirkapa te vernielen.
Het Turksche leger, dat bij Kuma-
novo en Kuprulu de nederlaag beleden
had, was geretireerd naar de stellingen
in het bergachtig district tusschen
Kupruln en Prilep, waar de wegen
onbegaanbaar zyn. De stelling van den
vyand, ongeveer 20 bataljons sterk, en
voorzien van vele kanonnen, was zóó
gelegen, dat het voor de Servische
artillerie onmogelijk was, om tot een
actie over te gaan. De infanterie echter,
behaalde, na een hevigen strijd tegen
de Turksche infanterie en artillerie, die
krachtigen tegenstand boden, de zege.
De eer van* de overwinning komt toe
aan het vyfde regiment infanterie.
Niettegenstaande het moorddadige
artillerievuur, wisten zy stelling na stelling
in te nemen, den vijand met de bajonet
aanvallend. Gisteren trok het Servische
leger onder buitengewone geestdrift
Ipek binnen. De vereeniging van beide
legers is thans tot stand gekomen. De
buitenposten dor beide legers waren
reeds eenige dagen te voren met elkander
in aanraking gekomen. Do Montene-
grynsche en Servische generaals om
helsden en kusten elkander.
Een gedeelte van het Servische leger
is naar Drakova gez< den, welke stad
op het punt staat zich over te geven.
Gen kwakzalver.
Wij ontkenen het volgende aan de
Meppeler Courant
„Kan Amsterdam bogen op een dr.
Maccoura, die in Nederlands hoofdstad
als een tweede Sequah de lijdende
mensehheid van rheumatiek en van de
dubbeltjes dit laatste vooral faalt
nimmer verlost, onze goede stad
Meppel behoeft daarvoor niet onder te
doen. Want ook hier treedt een moderne
dat wil zeggen niet in godsdienstigen
zin, want de man is, zooals hijzelf zegt
Christelijk Gereformeerd Sequah op,
die de menschen op niet minder cordate
wijze weet te genezen van goedgevulde
portemonnaies, mitsgaders rheumatiek,
pijn in den rug en welke lichaamsver
drietelijkheden de menschen al meer
hun aardsch bestaan vergallen.
Wie meneer is. Meneer is 'n deftige
meneer, 'n Ilooge zij prijkt glimmend
op de krullende lokken, 'n gouden
brilletje bengelt deftig of op den geleerden
neus en een keurig zwart pak van
onberispelijken snit omsluit de forsche
leden. Want niettegenstaande zijn zestig
jaren is meneer een stevig gebouwde
meneer met echte Sequah-vuisten. Meneer
was vroeger dominee, Gereformeerd.
Maar sedert heeft hij zijn verheven
roeping vaarwel gezegd booze tongen
beweren, dat de gemeenteleden meer
dan verzadigd waren van dominee's
wijze lessen om zijn verder leven
geheel te wijden aan de meer stoffelijke
belangen der mensehheid.
Thans heeft dominee zijn preek-
gestoelte verlaten om zijn groote gaven
aan de lijdende mensehheid dienstbaar
te maken in de alcoof van J. Rengeling
in de Voorstraat te Meppel.
Donderdags houdt do dominee-dokter
z'n zitdag, 't Spijt ons, dat we niet eerder
hebben geweten, dat onze stad reeds
geruimen tijd de eer van dat hooge
bezoek genoten heeft. Stellig waren wij
dan ook eens op audiëntie gegaan.
Thans hebben wij ons moeten bepalen
tot het bezoeken van een der patiënten,
die sinds enkele weken onder dominee-
dokter's behandeling is geweest. De
man stond ons welwillend te woord. Hij
leed en lijdt nog aan rheumatiek en
heeft tot dusver alleen verlichting ge
vonden in de portemonnaie.
We zullen nu echter naar aanleiding
van do ons verstrekte gegevens een
zooveel mogelijk juist verslag geven van
„het spreekuur van den „dokter".
Na binnengelaten te zijn in het achter
keukentje verzocht „dominee" zijn patiënt
hem te willen volgen naar de voorkamer.
Het consult-kost natuurlijk geld.
Hoeveel kost dat dan vraagt de
patiënt.
Nu dat moet je zelf maar weten.
Maar onze patiënt is koopman en
daarom is het practisch bescheid:
Zie eens meneer, ik ben handelaar.
Als ik wat koop, betaal ik den prijs en
als ik wat vérkoop, dan zeg ik: „zooveel
kost het". En daarmee is bet uit. Dus
wat moet u hebben?
Nu geef dan maar een gulden en
dan zorg je aanstouds zeker wel, dat de
huisvrouw ook wat krijgt.
Do man offert z'n pop en dominee
vraagt wat den patiënt deert.
Rheumatiek, meneer.
Dominee kijkt door zijn brilleglazen
scherp den patiënt in de oogen.
Rheumatiek is 't niet man. 'n Soort
van jicht in de gewrichten. Dat is nogal
spoedig te genezen. Binnen zes weken
ben je weer klaar.
'n Straal van blijde hoop komt op
't gelaat van don patiënt. Als hij nu
maar doet wat „dominee" voorschrijft,
dan is hij weldra van zijn lijden verlost.
Eerst echter moest de portemonnaie
andermaal worden verlost. De medicijnen
kosten f 7,50. „Betaal dat nu eerst maar,
dan zal ik ze morgen van uit Zwolle
toezenden". Maar onze patiënt is, zooals
ge weet, koopman en betaalt niet vooruit.
Dan zal „dominee" de geneesmiddelen
zenden aan Rengeling, en daar kan de
patiënt dan den volgenden dag de heil
zame middelen in ontvangst nemen.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Tegen betaling
van f 7,65 15 cent porto wordt de
man de gelukkige eigenaar van lo. een
doosje poeder, als kachelpotlood zoo zwart,
om met 3 theelepeltjes ervan genees
krachtige thee te zetten, 2o. een fleschje
met vocht, waarvan 's morgens en
's avonds 'n eierlepeltje moet worden inge
nomen, 3o. 'n doosje met poeder, dat
veel heeft van boekweitengort en 4o.
een doosje zalf om de knieën mee in te
wrijven.
Men ziet het, dominee geeft nogal wat
voor 'n enkele zeven en een halve pop
De huisvrouw ontvangt twee kwartjes
voor 't afstaan der kamer, zoodat 's mans
portemonnaie een verlichting van f 1
consult, f 7,65 medicijnen, f0,50 kamer
huur is f9,15 heeft ondergaan.
De patiënte gaat nu aan de thee,
slikt poeder en vrouwlief masseert de
rheumatische knieën uit alle macht.
De medicijnen zijn voor een heele
week voldoende.
Den volgenden Donderdag herhaalt
zich liet consult.
Met 6 weken beu je genezen, man,
troost „dominee".
Nu komt de rechte koopmansaard
boven. Maar dominee geeft blijk voor
den besten scharrelaar niet onder te doen.
Zet u vijf-en-twintig gulden als ik
niet beter ben? begint de patiënt.
Zet u dan vijftig als je genezen
bent? vraagt dominee.
Nee, waarachtig niet, zegt de koop
man, dan moot u ook vijftig gulden er
tegen zetten.
Top! roept de „dominee", dat is
gezegd. Ga nu maar eens even mee naai
de alkoof, dan zal ik je zelf eens mas-
seeren. Dat helpt beter.
En als onze patiënt z'n knieën heeft
ontbloot, begint „dominee" te wrijven
met z'n stevige knuisten, dat het den
armen rheumatieklijder geel en groen
voor de oogen wordt. En voor al die
dominees zweetdroppels, die daar bij de
massage uitbraken, behoefde onze patiënt
slechts vijf enkele guldens te betalen!
Nu nog f 7,50 voor de nieuwe medicijnen
en wederom heeft de portemonnaie een
verlichting ondergaan van twaalf en een
halve gulden.
De portemonnaie-verlichting begint
nu ook te werken op 't gemoed van
den patiënt. En vermoedende, dat onder
de zwarte jas van dominee wel een
gevoelig hart zal kloppen, vraagt hij bij
z'n .neus weg:
U is immers predikant?
Ja zeker man, gereformeerd
predikant, zegt goedig „dominee".
Rustend predikant?
Neen, neen, dienstdoend antwoordt
dominee nog hijgend van inspanning.
Maar dan behandelt u de menschen
toch niet erg Christelijk, om voor liet
wrijven zooveel geld te nemen, vervolgt
de patiënt.
Wel manroept verontwaardigd
„dominee", is dat veel. Als ik je één
keer behandel, helpt dat meer dan dat
je vrouw zes dagen wrijft!
Met pijnlijke knieën en 'n leege porle-
monnaio verlaat de patiënt den kwak
zalver. Als geradbraakt komt de man
thuis, en den volgenden Donder lag gaat
hij wederom naar „dominee". Nu echter
met liet vast voornemen om z'n knieën
niet meer aan „dominee's" stevige vuisten
te wagen
Dan sla ik ook niet voor de ge
nezing in, en is de weddenschap ver-
brok eu, zegt dominee gewichtig.
't Blijft dus weer bij de medicijnen,
ad f 7,50. Zoo gaat het ook den vierden
keer, maar de vijfde maal wil de patiënt
toch weer met dominee aan 't handelen.
Zeven gulden en vijftig cent! vriend,
voor de medicijnen, zegt „dominee".
Ja, da's goed en wel, maar 't houdt
nu op. Ik betaal niet. Maar ik beloof,
dat als de medicijnen mij werkelijk ge
nezen, en dat duurt nu immers toch
maar eenige weken meer, dan zal ik eer
lijk alles betalen.
Dat was echter geen accoord en ernstig
sprak „dominee": Man, man, de Heere
moet je genezen, maar ik geef je middelen.
En ik raak mijn duiten kwijt,
die tot dusverre alleen in de porte
monnaie verlichting had gevonden, terwijl
z'n rheumatiek nog even hovig is, als
toen 's mans rijksdaalders nog niet naar
dominee's brandkast waren verhuisd.
Tot zoover het verhaal van den patiënt,
die ons welwillend deze inlichtingen
verschafte.
Verder vernemen wij, dat „dominee"
hier goede zaken maakt. Een inwoner
van Ansen, gem. Ruinen, komt al sedert
Juni iederen Donderdag z'n twaalf en
een halve gulden offeren om daarvoor
z'n ledematen te smeren. Dominee's
portemonnaie vindt ook hier natuurlijk
het beste resultaat van de „smeerderij"-
Als we nu nog ten slotte vertellen, dat
er soms wel een tiental patiënten tegelijk
hun heil bij dominee zochten, dan
zal het niemand verwonderendat
voor dominee het „zicli-wijden-aan-het-
lichaamsheil" dermenscheid „klinkender"
resultaten oplevert, dan het arbeiden aan
het „zieleheil"zooals het een recht
geaard Gereformeerd predikant betaamt.
Maar ook een dominee ontkomt niet
aan het spiedend oog der dienaren van
den H. Hermandad. En nauwelijks had
de wachtmeester van de wonderlijke
pi^ktijken gehoord, of hij liet er geen
„gras" over groeien en onderzocht de
zaak, zoodat de menschen hier geen ge
legenheid meer hebben om hun dubbeltjes
op dominee's altaar te offeren.
Reeds in 1896 heeft deze predikant,
wegens onbevoegd uitoefenen der genees
kunst, kennis met de justitie gemaakt.
Bed Mbl
Kamerverkiezingen ln 1913.
Oostburg. De heer Vorsterraan van
Oyen, die zich, naar De Plattelander
had vernomen: in 1913 niet meer be
schikbaar zou stellen, weet daar, volgens
de Middelb. Ct. niets van. Hij heeft nog
geen beslissing genomen en het zal nog
wel eenigen tijd duren eer hij er een
neemt.
Kamervacature Ommen.
Naar gemeld wordt, zijn de Christelyk-
historischen in het district Ommen voor
nemens voor de nieuwe verkiezing van
een lid der Tweede Kamer candidaat
te stellen den heer W. J. M. Engelberts,
Ned. Herv. predikant te Amsterdam,
vroeger te Den Ham in Overijsel.
Officieel Marktbericht.
BOTER 0,70 en 0,825 )er 5 H.G.
KIP-EIEREN ƒ1,625 en/1,87' per 25 st.
Zierikzee, 7 Now. 1912.
De Marktopnemer,
J. J. VAN DEN BOUT.
Onderneemster: de Provincie ïeïund.
November 1912.
's morgens, 's middags.
Van MIDDELBURG
op Werkdagen7,30 2,—
op Zondagen7,30 Geen dienst.
Van ZIERIKZEE:
op Donderdagen6,30 2,15
op Vrijdag 22 November 6,30 2,15
op andere werkdagen 7,30 2,15
op Zondagen7,30 Geen dienst.
indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij
den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der
boot, (tijdig voor de ochtendreizen op den
voorafgaanden avond, vóór 8,30 uur) plaats nemen
voor den wagen van Catsche Veer, zal zoo noodig
om een bijwagen naarGoes worden getelegrafeerd.
Voor de vele bewyzen van deel
neming, ontvangen bij het overlyden van
o.ize geliefde Moeder, Behuwd- en
Grootmoeder, Mej. JACOBA HELENA
DORST, Wed. J. A. Snijder, betuigen
wij onzen harteltyken dank.
Zierikzee, November 1912.
Namens de Familie,
C. W. SNIJDER.