ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Vrijdag 18 October 1912.
Derde Blad.
NIEUWSTIJDINGEN
(Z ierikaseesche
C o u r a n t).
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat iedcren
MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending déns per week,
f 10 per jaar bjj vooruitbetaling.
69ste JAARGANG. No. 9301.
DirecteurA. J. DE LOOZE Jr.
Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL.
Redacteur: J. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Van 13 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdagsmiddags uiterlijk 2 ure.
FRANKRIJK.
Vrydag heeft een handige dief te
Parys kans gezien zich meester te maken
van belangrijke documenten, die be
trekking hebben op de Egyptische bank,
waarvan de zetel in Alexandria is. Deze
bank is in liquidatie gegaan en de
Engelsche regeering, die de financieele
instellingen in Egypte controleert, had
een Londensche lirraa last gegeven de
rekeningen van die bank na te zien. De
heer YewdallClifford, één der leden
van die firma, had zich dientengevolge
naar Alexandria begeven, met de op
dracht de noodige documenten naar
Londen te brengen. Te Parijs stapte de
heer Clifford uit, liet zijn bagage, 5 ver
zegelde, lederen koffertjes, in een taxi
brengen en gaf den chauffeur last hem
naar een barbier te ryden. Toen hij daar
uitsteeg liet hij zijn bagage in de taxi
liggen. Een .handige boef stapte toen,
na eenige minuten, in den auto en gaf
den onoplettenden ^chauffeur, die dacht
met zijn cliënt te cloen te hebben, last
hem naar het Noorderstation te brengen.
De chauffeur gehoorzaamde.
De dief ontsnapte met de bagage. De
heer Clifford, glad geschoren, zocht
vergeefs zyn taxi. Hy heeft dien ten
laatste gevonden, maar de documenten
van de Egyptische bank zoekt hij nog
steeds.
DUITSCHLAND.
Berlijn. 14 Oct. De Berlijnsche
ochtendbladen melden opnieuw, dat de
politie er in gelaagd is, den messen-
steker van Nauen, die, zooals men zich
herinneren zal, in een voorstadstrein
van Berlyn, op drie vrouwen een moord
aanslag pleegde, gevangen te nemen.
Het is een 21-jarige bakker. De drie
gewonde vrouwen, wien men zijn portret
liet zien, herkenden hem onmiddellijk.
NEDERLAND.
Leeuwarden, 15 Oct. Door de stad
gaat het gerucht, dat hier een doodslag
zou zijn gepleegd. De dader zou reeds
in hechtenis zijn gesteld": het slachtoffer,
een knaapje, tengevolge van worging
overleden
Die verhalen vinden hun grond in
iets, dat Zaterdag den 5 dezer gebeurd
is. Toen de heer G. dien middag om
12 uur per rijwiel langs het Ruiters-
kWartier kwam, werd hij door een pijl,
,uit een boog afgeschoten, achter één
der ooren geraakt. Omkijkende ontwaarde
hij twee jongens, in de Haniasteeg en
aan hun triomfantelijke gezichten kon
de heer G. zien, dat één van hen den
pijl op hem had afgeschoten. De heer
G. vervolgde echter zijn weg en ging
naar huis.
Een uur later passeerde hij weer de
Haniasteeg en zag toen één van de
beide knapen. Deze, de 10-jarige Hendrik
Arend Sierdsma, wonende in genoemde
steeg, had een pijl en boog in de hand.
De heer G. stapte nu van zijn fiets,
pakte den knaap bij zijn kraag en zeide
hem, dat hij in 't vervolg voor zijn
schieterij een ander doel moest kiezen.
Hierna stapte de heer G. weer op zijn
rijwiel, nadat hij den pijl, aan de punt
waarvan zich lood bevond, midden door
had gebroken.
De knaap, die beweerde, dat hij het
niet had gedaan, maar één van zijn
makkers, voegde zich weer bij zijn
vrienden. Den volgenden dag, dus des
Zondags, na als gewoonlijk weer op
straat te hebben gespeeld, kwam Hendrik
's middags thuis p hij voelde zich onwel,
had last van zijn keel en wilde graag
naar bed. Des Maandagsmorgens ging
hij naar school, docli kwam tijdens do
schooluren thuis. Zijn onderwijzer had
hem aangeraden naar huis te gaan. Een
geneesheer werd ontbodendeze schreef
een gorgeldrankje voor. Des Woensdags
werd de keel dik en de kleine patiënt
kon er niets meer door krijgen. Toe'n
de buren van de ongesteldheid hoorden
vernam de moeder des Zaterdagsmorgens,
dat een heer haar zoontje in de keel
zou hebben geknepen, een feit, waarvan
het knaapje evejiwel geen enkel woord
Irul gerept, toen hij over zijn keel klaagde.
|>o ongesteldheid werd nu in verband
met het gebeurde gebracht en de politie
met een en ander in kennis gesteld.
Een agent begaf zich daarop Zaterdag
avond met den heer G. naar de woning-
van Sierdsma. Op een vraag van den
politie-ageut zeide het knaapje, dat de
heer G. den man was, die liem in de
keel had gok nepen.
Gisterenmorgen stierf de knaap.
De politie zette intussclien haar onder
zoek voort. Een agent van politie nam
in do woning van den heer G. dezen
een verhoor af, waarbij de heer G.
ontkende het kind in de keel geknepen
te hebben.
De justitie heeft inmiddels lastgégevon
liet lijkje in beslag te nemen en liet
over te brengen naar het Stadsziekenhuis,
waar gisterennamiddag de sectie plaats
vond.
De geruchten, dat de heer G. in
hechtenis genomen zou zijn of op de
vlucht gegaan, zijn evenwel volkomen
ongegrond. Niets van dien aard had
plaats.
Ton slotte zij nog vermeld, dat thans
een ander kind van de familie Sierdsma
door een keelaandoening aangetast is.
Uit Stad en ProAincie.
Zierikzee. 16 Oct. Maandagavond trad
in een gecombineerde vergadering der ver-
eenigingen Algemeene Ontwikkeling* en
„Zierickzee" in het hotel ,,De Faam"
als spreker op de heer B. P. S. von
Brucken Pock uit Middelburg.
De vergadering werd geleid door mr.
H. Polvliet, die in zijn openingswoord
het auditorium, waaronder eenige dames,
welkom heette op de eerste lezing in
deze wintercampagne.
Voordat den spreker het woord ge
geven werd, werd een huishoudelijke
aangelegenheid afgedaan, bestaande in
de verkiezing van twee bestuursleden der
vereeniging Algemeene Ontwikkeling".
In de vacature, ontstaan door het
vertrek van den heer S. J. Ph. Regens-
burg, werd voorzien door dc verkiezing
van den heer dr. T. de Haan. Naast
dezen was voorgesteld de heer H. G.
de Boer.
Ter vervulling van een nieuwen zetel
in het bestuur werd gekozen de heer
H. J. Korlvinke. Mede aanbevolen was
de heer J. A. Biermasz.
Hierop noodigde de voorzitter den
spreker, na dezen eerst het gebruikelyke
welkom te hebben toegeroepen, uit tot
het houden van de spreekbeurt.
De heer Von Brucken Fock had tot
onderwerp gekozen„Het behoud en
de bevordering van Natuur- en Stads-
schoon, en de instandhouding van kleeder
drachten".
Spreker betreurde het, dat de een
voudige smaakvolle boerenwoningen,
afgedekt met riet of roode pannen, die
met het groen der omgeving een prachtig
contrast vormen, van lieverlede ver
dwijnen, om plaats te maken voor
smakelooze huizen, opgesierd met veel
kleurige tegeltjes, ceraentwerk, groote
ruiten, en schreeuwend geel of groen
gekleurd glas. De dorpstimmerlieden
meenen met hun tyd mede te gaan
door lilinne huizen naar stadstrant in
te richten. Dakgootconsoles, die relief
geven aan de daklyn, zijn afgeschaft,
een stadskroonlijst is er voor in de plaats
gekomen. De luiken aan de ramen, die
de eentonigheid der muren breken,
worden vervangen door blinden, aan de
binnenzijde der woningen aangebracht,
zoodat de gevel doodsch en kaal wordt.
In de plaats van de lindeboomen tot
wering der zonnestralen worden thans
jalousiën aan de ramen aangebracht, die
gewoonlyk hard-geel geschilderd het
aanzien eener plattelandswoning be-
nadoelen.
De plattelandsbewoner, in het bizonder
de Walchersche, had veel gevoel voor
kleuren. Men merkt terecht dit nog op
in de zystraten van vele dorpen. De
witte dakgoot kleurt uitstekend met het
warm rood der pannen, het frisch groen
der blinden en het blauw en wit van het
houten hek. En hoe verrukkelijk is niet
de kleurencombinatie der Zeeuwsche
kleederdrachten I
Maar nu begint de plattelandsbewoner
in navolging van den stedeling zijn door
den tijd prachtig rood gekleurde steenen
te bepleisteren on het houtwerk niet
meer groen en wit, doch bruin of geel
te schilderen.
Door de toeneming der bevolking ver-
ryzen langs onze straatwegen tal van
huizen, die evenwel grootendeels een
wanstaltig aanzien hebben. Zeker moeten
de timmerlieden rekening houden met
ue wenschen van hun lastgevers, maar zij
hebben toch voornamelijk den woning
bouw in handen. Zij wanen zich voor
uitstrevend, omdat zij met de oude,
inheemsche bouwwijze gebroken hebben,
maar zij vergeten, dat er sedert lang
een reactie in de architectuur gekomen
is. Men wil eenvoud en waarheid. Een
goede architect zal zyn steenen niet
bepleisteren en in voegen krassen, ten
einde het te doen voorkomen, alsof de
muren van natuursteen waren opge
trokken.
Het moge vreemd klinken, maar juist
de oude boerenwoningen komen het
meest naby de moderne begrippen
omtrent architectuur. Werkelijk moderne
plattelandswoningen hebbeD, evenals de
oude boerenwoningen, hooge rieten of
roode pannendaken, kleine ruitjes en de
luiken aan de buitenzijde. Tegeltjes,
klassieke kroonlijsten, schreeuwend ge
kleurd glas zal men er vergeefs zoeken.
De Bond „Heemschut" tot behoud
der schoonheid van Nederland, stelt
zich het tegengaan van de verdere ont
siering van ons land ten doel
Op Walcheren bestaat de Vereeniging
„Nehalennia". Deze beoogt het instand
houden en bevorderen van Walcheren's
natuur- en stedenschoon.
Er bestaat, zegt spreker, een een
voudig en goedkoop middel om de
schoonheid van goede woningen te ver-
hoogen, en de leelijkheid van slechte
huizen te verminderen, en dit middel is
de begroeiing der muren door klimop
planten. Het meest smakelooze huis,
met klimop begroeid, krijgt een vriende
lijk aanzien. Vooral als men een deel
van den muur met zelfhechtende wingerd
laat begroeien, die in den herfst een
prachtige purperroode kleur aanneemt.
Het is onjuist, dat de klimplanten de
huizen vochtig maken en de steenen
uit de muren loswerken. Het tegendeel
is het gevalde klimplanten beschermen
de steenen tegen ongunstige weers
invloeden, verminderen de vochtigheid
der huizen, en houden in den zomer de
warmte, en in den winter de koude
buiten. Zyn er scheuren in de muren,
dan moet men die eerst herstellen,
alvorens klimop te planten.
Spreker deelt mede, dat onlangs in
Nederland is opgericht de vereeniging
„Het Nederl. Openluchtmuseum". Zij
stelt zich voor op een terrein in de
nabijheid van Arnhem alle soorten van
Nederiandsche woonhuizen te doen ver-
ryzen.
Men denke niet, dat vereenigingen
als „Heemschut" en „Nehalennia" front
willen maken tegen de eischen van den
modernen tijd, en terugkeeren tot middel-
eeuwsche toestanden. Zij willen alleen,
dat de nieuwe uitvindingen worden toe
gepast in artistieken zinzij willen alleen
het schoone en nuttige combineeron.
Wil de Heemschut-idée doordringen
tot het volk, dan moeten reeds de
kinderen worden gewezen op het mooie
van eigen omgeving, een heerlijk arbeids
veld voor den onderwyzer. Tot heden
wordt de geheele opvoeding dienstbaar
gemaakt aan de verstandelyke ontwikke
ling. Dit is eenzijdige herseninspanning.
Op de school leert men uitsluitend dat
gene, waar men in het latere leven al
bitter weinig profijt van heeft. De jonge
lieden van de H. B. S. komende, die
vijf jaar achtereen les hebben gehad in
plant- en dierkunde, kunnen nog geen
olm van een linde, geen beuk van een
eschdoom onderscheiden. Evenmin weten
zij het verschil tusschon haver en gerst,
spreeuw en lijster. De lessen in de kennis
der natuur bepalen zich uitsluitend tot
het toonen van eenige proefjes met ge
compliceerde toestellenen voorts in het
uitwerken van formules. Het wezen der
eigenlijke natuur blyft zoowel leeraar
als leerling vreemd.
Een totale onverschilligheid ten op
zichte van de natuur valt te constateeren.
Niemand protesteert, als een gemeente-
of polderbestuur uit winstbejag klakke
loos een plein, een straat, een weg
berooft van het opgaand geboomte.
Niemand tracht den aanplant van hout
gewas te bevorderen.
Men verlieze niet uit het oog, dat de
aanwezigheid van een schoone, bosch-
rijke omgeving aanleiding kan geven
tot een druk vreemdelingenverkeer. En
daarvan hebben in een stad niet alleen
hotelhouders, maar ook andere nering
doenden voordeel.
Voor het platteland heeft echter
Vreemdelingenverkeer een schaduwzyde.
De landbouwer wordt pensionhouder, en
legt met zijn gezin, behalve de kleeder
dracht, den vroegeren eenvoud af. Op
de huizen worden verdiepingen gebouwd,
en deze naar stadstrant ingericht. Overal
verrijzen pensions, café's en hotels ten
koste van mooiepanorama's. Diegebouwen
worden geplaveid, zoodat het landelijk
karakter verloren gaat. Terreinen wor
den door eigenaars, die overlast beginnen
te krygen van de bezoekers, afgezet,
prikkeldraad en waarschuwingsborden
met „Art. 461 Wetb. van Strafrecht",
nemen 't laatste restje van poëzie weg.
Ook de tram is oorzaakdat veel
schilderachtigs en landelyks verloren
gaat. Boomen worden geveld, leelijke
trarastationnetjes worden gebouwd, en
de plattelandsbewoner door de tram
dichter bij de stad wonend, legt, ge
dreven door de zucht wat meer op een
stadsmensch te gelijken, zijn landelijke
kleederdracht af.
Niet slechts uit een aesthetisch, maar
ook uit een moreel oogpunt werkt de
bevordering van het Vreemdelingenver
keer niet gunstig. Men bezoeke slechts
het eiland Marken. De bewoners leven
van de vreemdelingen, dringen zich aan
hen op, teneinde zich te doen photogra-
pheeren, natuurlyk tegen betaling. De
kinderen bedelen om geld. En zwermen
gedienstigen omsingelen hen.
Vreemdelingen en trams zijn de ruïne
voor de poëzie van een ongerepte land
streek.
Zeeland heeft door zijn afgezonderde
ligging van alle provinciën haar karakter
het best weten te bewaren. Op Zuid-
Beveland, en vooral Walcheren, wordt
de kleederdracht door de plattelands
bevolking nog vrij algemeen gedragen.
Langzaam maar zeker wordt zij ver
drongen door de allemanskleeding, de
„burgerdracht".
„Nehalennia" heeft pas een brochure
over de Walchersche kleederdracht uit
gegeven en onder de landelijke bevolking
verspreid, met het doel bij den boeren
stand waardeering en gehechtheid aan
het gewestelyk costuum in te boezemen.
Er is nog veel schoons in ons land
te genieten, maar niet zooveel als vroeger.
Ons land is nog slechts de schaduw van
hetgeen het vroeger was. Vooral Zee
land was een buitengewone schoone
streek.
Wat is er overgebleven van de pracht
onzer steden? Wat van de karakteris
tieke trapgeveltjes met hunne kruisramen,
in loodgevatte ruitjes, luiken en luifels?
Wat van haar raureq en stadspoorten?
Zierikzee heeft haar trapgeveltjes vrij
wel weten te bewaren.
De meeste steden hebben Haar poorten
afgebroken.
Zierikzee, Kampen en Amersfoort zijn
nog in het gelukkig bezit van enkele
poorten.
En hoe is het met de kerken gesteld?
Over het steenen beeldhouwwerk, zoover
dit niet reeds geheel vernield was, is
sedert onheuglijke jaren de witkwast
gegaan. Het eikenhout is geel geverfd
of „gemarmerd". Het gekunstschilderd
glas is verdwenen. De kleingeestigheid
en ruwheid van vorige geslachten kan
niet anders dan strenge afkeuring ver
dienen.
Nederland is arm aan bouwvallen, die
uit een schilders-oogpunt zoo zeer by-
dragen tot de schoonheid van het land
schap. Werd een kasteel of een abdij
door den bliksem getroffen of door den
oorlog verwoest, men gebruikte de over
blijfselen als versterking voor de zee
weringen, ter verharding van wegen of
voor aanbouw van huizen. Op historische
of architectonische waarde werd daarby
niet gelet: Zoo handelde men met het
kasteel te Sluis, dat 12 torens bezat en
in 1385 gebouwd werd, met de Wille-
brorduskerk te Westkapellemet de
St.-Lievens Monsterkerk te Zierikzee en
den toren van Westenschouwen. Waarom
heeft men de muren dier machtige bouw
werken niet in stand gehouden Genoemde
kerk, afgebrand in den nacht tusschen
den 6en en 7en October 1832 door de
onvoorzichtigheid van een loodgieter,
was een buitengewoon fraai bedehuis
met schip, dwarsschip, kapellen, kruizen
en koor. Sedert 1848 is zy vervangen
door het nieuwe, kerkgebouw, in pseudo
klassieken styl, met uitzondering van het
front. Spreker vindt haar smakeloos,
leelyk.
Jammer is het, dat de St.-Lievens-
Monstertoren, die een hoogte had moeten
bereiken van 206 Meters, en de hoogste
ter wereld zou geweest zijn, niet voltooid
is. De toren had moeten bestaan uit
vier verdiepingen, waarvan elke omgang
zou worden afgesloten door hooge, rijk
versierde ballustrades. Door de vele
rampen, die het eertijds machtige Zie
rikzee trof, kort nadat met den bouw
was aangevangen, werd slechts de eerste
verdieping van 't geprojecteerde wereld
wonder afgebouwd. Tot overmaat van
ramp is deze verdieping aan het einde
der 19e eeuw van Rijkswege nog slecht
gerestaureerd.
De toren speelde vroeger in het stede
leven een groote rol.
Over de stadsmuren heen moest hij
overal zichtbaar zijn als het symbool
van de macht der gemeente.
In den toren hingen klokken van
onderscheiden klank.
De „kerkklok" riep de geloovigen
ter kerke, de ,,vuurklok" waarschuwde
's avonds den ingezetenendat het uur
was aangebroken de vuren te dooven,
de „poortklok" luidde ter aankondiging,
dat de stadspoorten gesloten zouden
wordende „wapenklok" riep de inge
zetenen te wapen.
Niet zelden heerschte er onder na
burige gemeenten een wedijver, wie van
haar den hoogsten, den sierlijksten toren
zou bouwen.
Het bouwen van kostbare torens en
kerken was mogelijk, omdat in de raiddel-
eeuwen allen hetzelfde geloof hadden.
Toren en kerk konden in die dagen niet
te duurzaam gebouwd worden. Ieder
ingezetene .offerde daarvoor naar ver
mogen. Gilden en particulieren schonken
de prachtig geschilderde glazen, die
stemming en kleur gaven aan een
bedehuis. In die tijden was men geen
staatsburger, doch stadsburger. Geslacht
op geslacht woonde binnen dezelfde
muren. Men was gehecht aan zyn stad,
men had er gaarne iets voor over haar
luister te vermeerderen.
Met onze tegenwoordige maatschappe
lijke toestanden heeft de mensch geen
Heimat meer. Men verhuist van de ééne
gemeente naar de andere. Over het
algemeen voelt men niet veel voor de
stad zijner inwoning. Immers de ambte
naar weet, dat hij binnen weinige jaren
verplaatst wordt. Ook de koopman trekt
gemakkelijker weg. Het laat hem koud
of de stad haar bekoring verliest, en de
omstreken door aanbouw van wanstaltige
woningen of het kappen van boomen
ontsierd worden.
Ook van overheidswege wordt weinig
voor „Heemschut" gedaan. Wel bestaat
er te 's-Gravenhage een museum ter
bewaring van en tot toezicht op de
monumenten van geschiedenis en kunst,
doch een wet op het behoud der monu
menten laat nog steeds op zich wachten.
Vermoedelijk zal Engeland spoedig
een wet hebben, die oude monumenten
voor afbraak behoedt. Het Hoogerhuis
heeft in tweede lezing een daartoe
strekkend wetsontwerp aangenomen.
Prov. Staten van Noord-Holland hebben
een verordening aangenomen, tot be
perking van de ergerlyke ontsiering
van stad en land door reclameborden.
Nog enkele gemeentebesturen werden
door spreker genoemd, die in deze
richting werkzaam waren: In 't alge
meen is echter de belangstelling voor
natuur- en stadsschoon van overheids
wege gering.
Het ware te wenschen, dat vereeni
gingen als „Heemschut" en „Nehalennia"
van overheidswege op onbekrompen wijze,
finantiëel gesteund werden.
Spreker acht het een gelukkig ver
schijnsel, dat te dezer stede werd opge
richt de Vereeniging „Zierickzee", die
zich ten doel stelt de verzameling van
gegevens, betrekking hebbende op het
oude Zierikzee, en waarvan het Bestuur
ongetwijfeld krachtig zal protesteeron