ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE, Woensdag 21 Augustus 1912. CZ ierikzeesche Cour fi ri t). ^^69ste JAARGANG. No. 9276. Bekendmaking. Keuring van Slachtvee. KENNISGEVING. Opening jacht op klein wild Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit bladdal. iedéren MAANDAG, WOENSDAG en VRIJDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending ééns per \veek, f 10 per jaar by vooruitbetaling. Directeur: A. J. DE LOOZE Jr. Uitgever-HoofdredacteurA. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE IV. Van 13 regels 30 cts.J meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdagsmiddags uiterlijk 2 ure. De BURGEMEESTER on WETHOUDERS van Zieuixzkk maken bekend, dat het uurwerk in den toren van het Raadhuis van Donderdag den 2 2 s t e n tot en met V r ij d a g den 8 0 s t e n Augustus a.s. buiten werking zal zijn gesteld. ZlRJUKZKK, den 20 Augustus 1912. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. VAN DEK VLIET, Burgemeester. JAN SNELLEN. Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zikkikzee maken bekend, dat aan den heer J. P. L. GOEMANS, Keurmeester van het uit nood geslacht- en gestorven vee alhier, tot 1 October a.s. verlof is verleend, en dat zijne voormelde betrekking gedurende zijne afwezig heid zal worden waargenomen dobr den heer J. S. HOOG.STRA, Rjjksveearts alhier. Zierikzee, den 19 Augustus 1912. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, I). VAN DEK VLIET. Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN ZEE- IiAND gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van 9 Augustus 1912 no. 175; gelet op art. 11 der wet van 18 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); maakt bekend: 1°. dat de opening der jacht op klein wild is bepaald als volgt: a. in de Dames-, Anna-Maria- en Völcker- polders op Zaterdag 24 Augustus 1912, met zonsopgang, met uitzondering van die op hazen en fazantenwaarvan de opening wordt bepaald op Zaterdag 28 September d.a.V,, met zonsopgang: b. in Zeeuivsch- Vlaanderen op Maandag 2 September 1912, met zonsopgang, met uitzondering van de jacht op fazanten, welke op Maandag 30 September d.a.v., met zonsopgang, wordt geopend; c. in liet overige deel der Provincie, op Maandag 2 September 1912, met zons opgang, met uitzondering van de jacht op hazen en fazanten, welke op Maan dag 30 September 1912, met zonsopgang, wordt geopend 2°. dat voor de geheele Provincie de korte jacht zal geoorloofd zijn dagelijks en de lange jacht op Maandag, Woensdag en Zaterdag van iedere week, alsmede op de vier dagen, voorafgaande aan de sluiting der jacht, alles met uitzondering van de Zondagen. Middelburg, 10 Augustus 1912. De .f.d Commissaris der Koningin voornoemd, P. J. SIEGERS. De toestand van het Turksche rijk wordt met den dag ernstiger. De revolutie in Albanië en de schermutselingen met de Montenegrijnen aan de grenzen hebben de hartstochten op den Balkan ontketend, en daardoor de Oostersche kwestie op nieuw "op het tapyt gebracht. De be sprekingen van den Franschen Minister van Buitenlandsche Zaken, Poincaré, te Petersburg, met de Russische regeering zullen in hoofdzaak wel gegolden hebben het bepalen van een geraeenschappelyke gedragslijn ten opzichte van de Oostersche kwestie. Gepubliceerd werd, dat Poin- caré's reis slechts ten doel had een maritiem verbond met Rusland tot stand te brengen, maar deze publicatie had blijkbaar ten doel de openbare raeening in Europa ten aanzien van de ware beweegreden der ontmoeting tusschen de staatslieden van genoemde landen op een dwaalspoor te brengen. Dit schynt men in Oostenryk begrepen te hebben. Dat blykt hieruit, dat de Oostenrijksche Minister van Buiten landsche Zaken, graaf Berchtoldhet denkbeeld heeft in overweging gegeven tot bijeenroeping van een conferentie der mogendheden, die het verdrag van Berlyn indertyd onderteekend hebben, teneinde over de verhoudingen en toestanden in Turkye met elkaar van gedachten te wisselen. Dit is op het politieke schaak bord een contra-zet tegen hetgeen door Frank ryk en Rusland bedisteld is ge worden. Oostenryk wenscht bij de op lossing -van de Oostersche kwestie een woordje mee te spreken. Het laat zich daarby niet op zyde zetten. De Albaneezen hebben Uskub op handige manier veroverd. By kleine clubjes kwamen zy de stad binnen. De Turksche soldaten boden geen tegen stand, maar bleven of trokken zich in hun kazernes terug. Op dezelfde slimme wijze trachten de Albaneezen zich nu ook van Saloniki meester te maken. Zij hebben in Uskub de poorten der ge vangenis geopend en alle gevangenen vrijgelaten. De Turksche regeering doet het voor komen, alsof do Albaneezen tót rust zyn gekomen. Zy zouden, nadat hun eischen door haar zijn ingewilligd, zich onderworpen hebben. Maar het heeft er nog niet veel van. In Elbazar, een plaats in Midden-Albanie, wachten namelijk de Albaneesche aanvoerders uit het Zuiden op de aankomst van die uit het Noorden. Hun bedoeling schijnt <e wezen Elbazar als hoofdstad van het autonome Albanië uit te roepen. In Saloniki, waarheen de Albaneesche opstandelingen thans oprukken, woont sedert vier jaren als gevangene van de Turksche regeering de vorige sultan Abdoel Hamid. Deze zal met het oog hierop wel niet in Saloniki gelaten maar vermoedelijk naar een andere plaats gebracht worden. De gewezen Sultan van Marokko, Moelai Hafid, is na eenige dagen te Marseille, waar hij de tingeltangels be zocht en met het. geld gooide vertoefd te hebben, in de Fransche badplaats Vichy aangekomen, waar hij met zijn gevolg en harem de villa Majestic be trokken heeft. Moelai Hafid ontvangt behalve de som, die hem by zijn Kroon- afstand door de Fransche regeering is uitgekeerd, van Frankrijk een vast jaargeld. Zyn broeder Moelai Joessoef is thans tot Sultan van Marokko uitge roepen. Men herinnert zich, dat de Russische publicist Boertzeff indertijd Azef, die voorgaf een lid der revolutionnaire partij te zyn, ontmaskerd heeft als Russische politiespion, door wiens verraad tal van revolutionnuiren opgehangen of naar Siberië gedeporteerd zijn geworden. Nu publiceert Boertzeff in het Fransche blad de Matin, een onderhoud, dat hij met Azef onlangs te Frankfort a/d. Main gehad heeft. Wetend, waar deze zich ophield, stelde hij hem een ontmoeting voor. Azef stemde toe, en Frankfort a/d. Main werd als plaats aangewezen. In een café spraken zij elkander. Azef zeide, dat hij niet wilde sterven, alvorens de waarheid ten opzichte van hem wordt vastgesteld. Hij doet dat voor zijn kinderen, die weten moeten, wie en wat hun vader is. Hij beweert, dat hij alles, wat hij gedaan heeft, voor de revolutie heeft gedaan. Wel erkende hij, dat er bloed aan zijn handen kleeft. Hy bekende, dat hij in 1908 den naam van Haspantina aan generaal Gneurassimof genoemd heeft. Het gevolg daarvan was, dat deze vrouw, die moeder van twee kinderen was, en nog vijf andere revolutionnairen met haar aan de galg werden opgehangen. Hij bood aan de politie zijn diensten aan tegen f 62,50 per maand. Later werd zijn bezoldiging gebracht op f 1300 per maand. Den éénen verried hij om anderen te redden. Sommige komplotten liet hij mislukken, om andere, geleid door lïera zelf, tot een goed einde te brengen, zooals de aanslag tegen Plehwne en grootvorst Sergius. De politie had in hem een blind ver trouwen. Hij maakte er gebruik van, haar slechts die mededeelingen te doen, die niet meer te verzwijgen of te ver bergen waren. Ten slotte verklaarde Azef bereid te zyn voor een rechtbank van partijgenooten te verschijnen, om zich door haar te doen vonnissen. Wordt zyn doodvonnis uitgesproken, dan zal hij het zelf voltrekken. Joeantsjikai, die sedert de revolutie in China als dictator bykans oppermachtig heerscht, heeft in Peking twee generaals uit de provincie Hoepes laten terecht stellen. Zij werden beschuldigd betrokken te zyn by een poging tot het verwekken van een opstand. Aartsgemeen en ge raffineerd wreed was de manier, waarop Joeantsjikai hierbij te werk ging. Hij droeg namelijk generaal Toean-Sji-Koeli op Sjang Tseng Hoe, één der terecht- gestelden, gevangen te nemen. Deze dineerde met den niets kwaads ver moedenden ambtgenoot in een restaurant, eil dronk hem herhaaldelijk toe. Na den maaltijd begaf generaal Hoe zich per rytuig naar zijn woning. Zyn beul volgde onmiddellyk in een ander rytuig, stak op een gegeven oogenblik het hoofd buiten het portier en floot. Op dit signaal kwamen een aantal gewapende soldaten aangeloopen, die generaal Hoe uit het rytuig sleurden en hem voor een reeds van te voren bijeengeroepen krijgsraad brachten. Hier werd hem medegedeeld, dat hy ter dood was veroordeeld, en onmiddel lyk zou doodgeschoten) worden. Naar een plein werd hij gebracht, aan een paal gebonden, en onder den uitroep; „Mijn hemel, mijn ouders, wat heb ik toch misdaan?" werd hij doodgeschoten. De wetgevende vergadering heeft nu tot Joeantsjikai het verzoek gericht binnen drie dagen nadere uitlegging te geven van de. omstandigheden, waar onder twee officieren, beschuldigd van deelname bij de jongste poging om een tweede revolutie in het leven te roepen, gearresteerd en terstond ter dood ge bracht zijn. Indien geen voldoende antwoord inkomtzal de vergadering Joeantsjikai. voor zich dagen; teneinde persoonlyke uitlegging te verstrekken. Blijft de uitkomst dan nog onbevredigend, dan zal Joeantsjikai in staat van be schuldiging worden gesteld. CHINA. In China zijn eenige hooge officieren gearresteerd wegens een militaire samenzwering. De politie is hierbij op zeer eigenaardige wijze te werk gegaan. Toen generaal Tsjang Tsjcn Woe, de opperbevelhebber in Woetsjang, aan de Jangtse, te Tiëntsin aankwam, werd hij door politie-agenten naar een hötel te Peking gelokt en daar zonder meer doodgeschoten. Dertien andere hooge officieren werden geuviesteerd. Joean Sji Kai had uit Woetsjang bericht gekregen, dat de gearresteerden en Tsjang Tsjen Woe met hoogvërraads- plannen naar Peking waren gekomen. AMERIKA. Uit New-York wordt aan het Berliner Tageblatt bericht, dat een gedegradeerd inspecteur van politie, Chayef genaamd, een brief gepubliceerd heeft van don burgemeester, Gaynor, waarin deze hem verbiedt verschillende publieke huizen te New-York te sluiten. New-York. De jury heeft den politie- luitenant Becker en vier anderen schuldig verklaard aan den moord op Rosenthal. Volgens een bericht uit Tarrytown, in den staat New-York, werd Zondag nacht een bende Italianen verrast op korten afstand van de woning van den bekenden multi-raillionnair Rockefeller. Blykbaar was een aanslag bedoeld op den petroleumkoning. De rentmeester van Rockefeller had n.l. eenige dagen geleden een Italiaansche boerenknecht ontslagen en kort daarop een anoniem schrijven ontvangen, waarin gedreigd werd met de wraak van de beruchte Zwarte Hand. Onmiddellijk werdon huis en omgeving in staat van verdediging gebracht en een aantal bewakings manschappen op het terrein gelegerd. Desondanks echter waren de Italianen er reeds in geslaagd 't huis op een afstand van 100 M. te naderen, voor zij ontdekt werden. Op groote dapperheid schijnen de heeren echter niet te kunnen bogen. Uit de berichten blijkt n.l., dat zij, toen een bewaker slechts eenige schoten loste, als hazen op de vlucht sloegen. TURKIJE. Constantinopel. 17 Aug. Het wacht schip „Scorpion" is van het terrein van de aardbeving teruggekeerd. Het rappor teert, dat de ramp nog veel ernstiger is geweest dan men had gedacht. Het aantal dooden wordt geschat op 3000, dat der gewonden op minstens 6000. Het is byna onmogelijk sommige dorpen te naderen door don stank van de lyken. Andere dorpen vertoonen niets dan puinhoopen en asch. De aardbeving houdt nog altijd aan, en voltooit de vernieling der beschadigde huizen. In één dorp, dat bezocht werd, vond men de bewoners nog geheel verslagen, zy deden niets om zich te helpen, maar zaten groepsgewys op den grond, al maar klagende over de ramp. De Roode Halve Maan en Grieksche liefdadigheids- vereenigingen zetten met kracht het reddingswerk voort. ITALIË. Uit Milaan wordt aan de Lolcal Anzeiger gemeld, dat Zaterdagavond by Pizzo een reusachtige meteoorsteen neerviel. Tien schapen werden gedood. De zeer verschrikte bevolking hield een dank-processie voor de wonderbare redding van den herder. OOSTENRIJK. Weencn, 18 Aug. Toen de wijbisschop, Monseigneur Pfluger, zich hedenvoor middag half elf in vol ornaat en begeleid door zyn dienaren van het bisschoppelijk paleis naar de Stephanuskerk begat voor de hoogmis, ter gelegenheid van den verjaardag van keizer Franz Jozef, werd hy plotseling door een individu met een mes in den schouder gestoken. De dader werd onmiddellijk in hechtenis genomen Hij weigerde bij het verhoor eenige in lichtingen te geven. Volgens op hem bevonden papieren heet hy Herman Prinz en werd hij nog kort geleden in een krankzinnigengesticht verpleegd. De verwonding van den bisschop blijkt niet van ernstigen aard. Uit Lemberg seint men aait de Lokal Anzeigerdat uit Kalusz een groot-industiieel en bank-directeur, Spindel genaamd, gevlucht is, met achterlating eener schuld van 1.200.000 kronen. Als president van een bank aldaar heeft hij 400.000 kronen deposito- gelden medegenomen. Vele financieele instellingen in Galicjë worden door de bedriegerijen van Spindel in een moeilijke positie gebracht. ENGELAND. Londen. Generaal Booth, de leider van het Leger des Heils, is Dinsdag avond overleden. Een verschrikkelijk familiedrama heeft te Eastbourne plaats gehad. Eenige dagen geleden huurde zekere kapitein Robert Hucks Murray een huis, dat als zomerverblyf ingericht werd. Gisteren ontdekte de politie, dat er rook uit de vensters kwam. Toen men het huis binnengedrongen was, bevond men, dat verschillende meubelen met petroleum begoten waren. Op den grond vond men de lijken van kapitein Murray, een vreemde dame en drie kinderen, allen door revolverschoten gedood, terwijl mevrouw Murray door twee revolver schoten aan den hals zwaar gewond was. By een nader ingesteld onderzoek vond men het volgende briefje, afkomstig van kapitein Murray „Ik ben volkomen geruïneerd en heb allen, die van mij afhankelyk' zijn, gedood. Wij willen in één graf begraven worden. God vergeve mij I" FRANKRIJK. Boven Parys hebben weer zeer zware stormen gewoed. Vooral in den omtrek van de stad is groote schade aan den oogst toegebracht. Te Liey-sur-Ourcq sloeg de bliksem in een korenschuur, die geheel in vlammen opging. De schade wordt op 20.000 francs geschat. Elders werden de daken van de huizen gerukt, boomen uit den grond geslagen. In Nantes overviel de storm feestvierendendoor het hevig weer lichten ontstond een paniek onder de menschen, die echter geen ongelukken veroorzaakte. Maar de versieringen waren alle vernield en van de illuminatie kon 's avonds niets meer komen. ZWITSERLAND. Omtrent een ongeluk in de bergen, dat aan den Engelschen professor Jones, zyn vrouw en een gids het leven gekost heeft, wordt uit Courraayeur o. m. het volgende aan de Temps gemeld: Het ongeluk is gebeurd op den Rouge- de-Peteretberg, in de Mont Blanc-groep. Het echtpaar Jones had een Zwitserschen gids; Nicolas Truffier, en een Duitscher, dr. Preuss, was in hun gezelschap, 's Ochtends om elf uur had dr. Preuss zich van de overigen losgemaakt om den weg te gaan zoeken, dien men dus blykbaar verloren had. Terwijl het ge zelschap den terugkeer van dr. Preuss afwachtte, sloeg de gids bij wyze vtn voorzorgsmaatregel, het touw om een rotspunt, maar de rots brak af, trof den gids in den buik, en slingerde hem in den afgrond. Truffier sleepte in zyn val professor Jones en zijn vrouw,- die aan het touw gebonden waren, mee. Het touw bleef eerst aan een rots vasthaken, brak toen af, en de drie menschen stortten omlaag op den Fresnaygletscher. Dr.' Preuss, onmachtig tot eenige hulp, was van het korte en schrikkelyke tooneel getuige. Hij daalde af naar Courmayeur om hulp te halen, maar Vrydag waren de lijken der verongelukten nog niet gevonden. De plaats, waar het ongeluk gebeurd is, bevindt zich aan de zuidelijke helling van den Mont Blanc, waar twee spitsen zijn, welbekend bij bergbeklimmers, de Aiguille Noire en de Aiguille Blanche de Peteret. Alpinisten zullen zich her inneren, dat een ander professor uit Cambridge, Francis Maitland Balfour, de jongere broeder van Arthur Balfour, den gewezen conservatieven Engelschen pre mier, eveneens op de Aiguille Blanche den dood gevonden heeft. Dat was in Juli 1882. DUITSCHLAND. In het vorige no. is reeds gemeld, dat Vrydagavond in den locaal trein van Nauen naar Berlijn een krankzinnige een aanslag heeft gepleegd op drie dames. De trein, die uit Nauen vertrokken was, zou om 6 uur te Finkenkrug aan komen. Een paar honderd meter vóór dat station werd de trein echter door de noodrem plotseling tot staan gebracht. De passagiers en het personeel keken naar buiten en men zag uit de achterste coupé een jongmensch springen. Zijn hoed viel af en rolde van den dyk. Hot jongmensch liep zijn hoed achterna en verdween meteen in het kreupelhout. Verder lette men niet op hem. Maar toen de conducteur ging kyken in de coupé, waarvan 't portier nog openstond, zag hij daar twee dames en een jong meisje, allen overdekt met bloedende wonden. Een paar passagiers gingen toen dadelijk den vluchteling achterna, terwijl anderen zich met de nog be^ustelooze vrouwen bezig hielden. Eerst werd tot Finkenkrug doorgereden, waar genees kundige hulp kon worden verleend. Eén van de dames, die acht steken met een dolkmes had gekregen, bleek zeer ernstig gewond tc wezen, één van de longen scheen gekwetst te zijn. Ook de beide andere dames, moeder en dochter, zijn ernstig gewond. Van Nauen uit werd de vervolging van den dader dadelijk met een auto begonnen, terwyl de Berlijnsche politie recherscheurs met politie-honden op onderzoek heeft uitgezonden. De dader vluchtte in de richting van Nauen. Toen fiy aan de Nauenervaart kwam, die ongeveer zeven meter breed is, zwom hij die over. Aan den anderen kant stond toevallig een rijwiel, daar sprong hy op en reed weg, zoo vlug als hy kon. Verscheidene menschen hebben den dader voorbij zien rennen, maar niet aan tegenhouden gedacht. En de vervolgers, die hem eerst vlak op de hielen waren, durfden ten slotte niet verder, omdat de vluchteling met een revolver dreigde. De gewonde jongedame heeft mee gedeeld, dat de dader, terwyl de trein in beweging ging, in de coupé gekomen was. Hy had niets gezegd, maar haar woest aangekeken; plotseling was hij opgesprongen en met een dolkmes op haar aangevallen. De beide andere dames hadden door den schrik niets kunnen doen, hoewel de aangevallene riep trek aan de nobdrem I Tenslotte had zy 't zelf nog kunnen doen, en toen de trein byna stil stond, was de dader er uit gesprongen. Er is 1000 Mark uitgeloofd voor zyn aanhouding. De politie te Berlijn weet nu, wie de dader is van den aanslag in den trein van Naueu naar Berlyn. Het is de 25-jarige werkman Gustav Hamau; deze man bedelde den laatsten tyd te Berlijn en vertelde aan de menschen, dat hij twee jaar geleden by den bouw van een huis een steen op zyn hoofd had gekregen. Daarna was hy in een krankzinnigengesticht opgenomen, waar uit hij een paar maanden geleden ont slagen is. De man had al vaak hem onbekende menschen met een mes

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1912 | | pagina 1