Vrijdag 10 Maart 1911. Tweede Blad. (25 ierikzeesohe Cour an t). Mr. R. J. H. PATIJN in da Tweade Kamer. NIEMWSTMDIN8EN. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat iederen MAANDAQ, WOENSDAQ en VRIJDAG verschijnt, is voor Zlerilczee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, I 10 per jaar bij vooruitbetaling. 67ste JAARGANG. No. 9053. Ult{|ftv*!*-Hoofdredaotaup i A. FRANKEL. Redacteurs I. WA ALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Inzending moet geschieden des Maandags- Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 8 urs. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeurs A. I. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor ts geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot "s avonds 9 ure. In de Tweede Kamer voerde ook Mr. R. J. H. Patljn, de afgevaardigde van dit kiesdistrict, bij de behandeling van het wetsontwerp tot nadere regeling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, het woord. Spreker zou, als het mogelijk was dit wetsontwerp te beschouwen bulten ver band met den financleelen toestand en met het complex der financleele maat regelen, welke de Minister voorstelt, zich er mede kunnen vereenigen, want In menig opzicht spreker denkt aan de progressie gaan wij vooruit. Ook de schriftelijke voorbereiding waardeert spre ker. Maar verder gaat zijn sympathie niet, want hij had gehoopt, dat men er heet wat meer uit zou hebben gehaald. De belastingpolltlek van dezen Minister kan spreker nu, zoo min als vroeger, aanvaarden. Van de 20 mlllloen nieuwe Inkomsten, welke de Minister zich voorstelt te vinden, zullen slechts 4 mlllloen komen uit het bezit en 16 mlilioen uit het inkomen. De successieopbrengst bedraagt slechts 5 pCt. van het geheel. Dit acht spreker ten eenenmale onvoldoende, en hij stuit zich aan by den heer De Marez Óyens, dien toch niemand van radicalisme zal verdenken, en die onlangs In de Eerste Kamer meende, dat er heel wat uit de successiebelasting kon worden gehaald. Spreker acht, dat na aanneming van deze wet onze belastingwetgeving In haar geheel zeer zal zijn achteruit gegaan. De toestand wordt zoo, dat de druk der be lastingen zeer ongeluk zal rusten op ver schillende categorieën van de bevolking, zooals dat in Dultschland op zeer ergerlijke wijze thans het geval Is, wat zelfs de streng gedisciplineerde bevolking daar te machtig Is geworden, zóó zelfs, dat ze met honderdduizenden overfoopen naar de party der sociaal-democraten. De heer Troelstra: Dat Is z?er ver standig. De heer PatijuJa, dat Is koren op den molen van de heeren, maar het was er juist om te doen, dat even aan te toonen. Spreker hoopte, dat dit den conservatieven In ons land een les zou zijn, maar we blijven tn den reactlonnalren koers, den koers, die Ingaat tegen de belastinghervormingen van de laatste zestig jaren, die allengs meer streefden naar belasting naar draagkracht. Spreker her innert aan Bctz, Qlelchman, Plerson en hun arbeid. Thans gaan we juist den tegenovergestelden koers in, en zijn de kleine luyden, die men niet waardig acht om mee te spreken, nog goed genoeg om door den fiscus door allerlei verhoogde en nieuwe belastingen te worden getroffen, ook al ziet men by hen geen „teekenen van welstand". De kroon op dit werk wordt gezet door hetgeen voorvalt met de inkomstenbelasting van dezen Minister, die maar steeds wordt uitgesteld. Spreker heeft moeite om aan de voorgegeven vertraging te biyven gelooven, waar het hier geldt een Inkomstenbelasting, waar voor een ontwerp gereed lag, alle mate rialen aanwezig waren, waarvan men de practyk In de gemeenten sedert jaren kent. En dus wordt de vertraging onverklaarbaar. En het isjopvallend, dat we wèl kregen de tabaksbelasting, die aanvankelijk niet tot 's Ministers plannen behoorde; weder dus een verbruiksbelasting op de massa, met achterultstelllng van de Inkomstenbe lasting, die op het program vooropstond. Dat drukt zulk een stempel op het beleid van den Minister, dat men zich slechts kan verbazen, dat hij, althans niet voor den schyn, de Indiening van de Inkomsten belasting heeft verhaast. Wy raken hier geheel op principieel terrein. Het geldt geen vraag meer van belasting techniek, maar de vraag, of deze belasting Is billijk en rechtvaardig In zichzelf. Wèir Is nu de ethische koers, waarop men zich rechts zoo gaarne laat voorstaan? Het is wel een aardig toeval, dat dit wetsontwerp komt onmlddeliyk na de zedeiykheldswetgevlng, waaraan spreker zich niet gestooten heeft, want hy heeft meer purltelnsche denkbeelden, dan In deze dagen wel gewoonte is. Maar wèl stoot hy zich nu er aan, dat nu alle ethiek wordt op zy gezet. Spreker vraagt wat meer ethiek in daden en wat minder In woorden. Oelukklg gaan ook stemmen van rechts op, die dit uitspreken. Hy denkt o. a. aan het artikel van mr. Van de Laar In De Klaroen De heer Thomson: Die is al lang verloochend 1 De heer Patyn: Deze man Is hier niet te verloochenen, want hy zelde by zyn belastingbeschouwingen, dat hy de anti these In de politiek als scheidingsiyn erkent. Deze mr. Van de Laar wyst er op, dat ook de kleine luyden meer en meer zullen gaan vragen om belasting naar draagkracht, als geheel In de lyn juist van het Chrlstetyk beginsel, en zich zullen gaan afwenden van hen, die altyd maar doorgaan met het leggen van ongeiyke lasten. Spreker meent, dat deze schryver geiyk heeft, en dat de oogen van het volk zullen open gaan voor de belastingpolltlek van de coalitie, vooral 'als het eens zal nalezen, wat hier In de redevoeringen van de laatste dagen ts neergelegd. Men hoort er niets anders In, dan wat gezegd Is over het riemen snyden van andermans leer. Dat Is Inderdaad op openhartige wijze deze week meermalen aan het licht gekomen. Als er leer noodlg Is, moet men het daar snyden, waar men nog wat leer heeft, en niet van hen, wlen men het van de huid moet snijden. Een dergeiyke belastingpolltlek moet zich onvermydeiyk wreken en het zal hier gaan als In Dultschland. De coalitie zal den weg effenen voor de verdedigers van den klassenstryd. Dat zal de terugslag zyn. Men kan de leer van den klassen strijd verkondigen dat doet de rechter- zyde niet, maar zy brengt de leer In practyk. Waarom, zal de Minister vragen, deze beschouwing by een wetsontwerp, dat juist de bezitters treft en de kleinen vrijstelt Omdat men dit wetsontwerp, met zyn sympathieken kant, moet bezien in het complex van de belastingen van deze Regeering. Maar men vergete toch niet, dat van vele nalatenschappen tusschen 30 en 70 duizend minder zal worden be taald dan vroeger, en elke daarby prIJs- gegeven gulden moet straks verhaald worden op hen, die van dergeiyke sommen nooit hebben gedroomd. Zelfs de ont heffingen zyn In dit verband nauweiyks gerechtvaardigd. Spreker breekt hier zyn rede af. De heer Patyn heeft Donderdag zyn onder broken rede voortgezet. Hy betoogt, dat de fout van het wetsontwerp Is, dat de Minister in totaal niet meer dan het tegenwoordig bedrag, d. I. 3 mlllloen, uit de belasting in de rechte tyn wil halen. Dat Is de vooropgezette stelling des Ministers, doch de gronden daarvoor zyn zwak. Het beroep op de uitspraak van Minister Olelchman Is daarom te merk waardig, omdat de Minister zelf toegeeft, dat er ook In belastingzaken voortdurend evolutie Is. De handelingen van den Minister zyn trouwens In stryd met zyn beroep op een vroegere uitspraak van den wetgever. Immers deze Minister wilde opcenten heffen op de Invoerrechten, terwyt dit by de wet zelve was uitgesloten. De argu menten van 1878 tegen de belasting In de rechte lyn zyn ook zwak geweest. Zwak is b.v. het beroep van den mede-eigendom der kinderen In het bezit van de ouders. Die meening vindt geen steun In onze wet, die alleen de legitieme portie der kinderen eerbiedigt. De regel Is, dat ook kinderen, komende In het bezit van het ouderiyk erfdeel, In beter conditie komen. Zy kunnen dus zeer wel belasting betalen. Natuuriyk zyn er uitzonderingen, maar hardheden komen bij elke wet voor. De belastingen behooren zich echter naar de normale gevallen te regelen. Was de argumentatie van 1878 dus zwak, de nalezing daarvan was leerzaam. De Roomsch-katholleken noemden toen de belasting ondrageiyk, onzedeiyk, de slecht ste van alle en schending van het erfrecht. De vreeseiykste gevolgen werden van de successiebelasting gevreesd. De wet Is In 1878 ook verdedigd, vooral van de zyde van liberalen, doch ook in een frlssche rede door een geestverwant van den tegenwoordiger Minister, den heer Des Amorle van der Hoeven, die niet aan de Impopulariteit dezer belasting geloofde. Hy meende dat der bevolking deze belasting vond rechtvaardig en blliyk. En zoo is het ook nu nogl Het over- groote deel van ons volk zou niet ontstemd zyn als er wat meer u'; het successierecht werd gehaald, dan II ton. Spreker zou het percentage In de rechte lyn willen opvoeren tot 4 pCt., de progessle zóó willen regelen, dat er 3J a 4 mlllloen meer uitkwam en belastingbetaling willen toestaan In twee jaren elk jaar de helft zonder bybetatlng van rente. Dan kan de belasting belaald worden uit de Inkomsten en Is de vrees voor kapitaal vernietiging uitgesloten. Want er is iets waars in de redeneering van den heer Treub, doch hy erkent, dat zy, die zoo vreezen voor kapitaalvernietiging, vooral niet moeten wenschen verhooging van het percentage In de zyiinle. Spreker heeft er aan gedacht zyn denkbeelden in amendementen te belichamen, doch hy heeft dat niet gedaan op de gronden ook door den heer Treub ontwikkeld. Hy refereert zich daaraanevenals aan de beslrydlng van den heer Treub van het amendement-Vliegen. Principieel en theoretisch heeft dit amendement bezwaren. De estate duly behoort In onze wetgeving niet thuis. Het amendement Is spreker ook te kras. Elf ton Is hem te weinig, 12 mlllloen te veelde helft schynt hem wenscheiyk. De stelling der sociaal democraten, dat de moderne bedryfsont- wlkkellng de kapitalen in handen van weinigen zou brengen, heeft spreker ver wonderd. Hy dacht, dat die stelling na de yzeren loonwet van Lasalle had afgedaan. Maar afgescheiden daarvande hier ontwikkelde thesis Is In stryd met de werkeiykheld hier te landehetgeen spreker aan de hand van cyfers uiteenzet. Tusschen 1898—1903 vielen 6240 nalaten schappen van f 3000 tot f 50C0 vry 5412 van i 5000 tot f 7500. Van 1904 tot 1908 waren de cyfers 6501 en 5789. En by de grootere nalaten schappen waren In dezelfde periodes de cijfers 353 en 344. Alzoo was er geen sprake van concentratie van het grootbezil en nu moge er by de vermogensbelasting al een stijging In het groote kapitaal zyn waar te nemen, by de statistiek der bedryfsbelastlng zien wy ook niets wat geiykt op bevestiging van de socialistische stelling. Intusschen erkent spreker de geldigheid van de tegenwerping, dat de toonen wel gestegen zijn, doch dat de levensmiddelen en de wonlnghuren duurder zijn geworden, maar die groote duurte wordt niet door de loonstyglng geabsorbeerd. Er Is ver meerdering van welvaart ook bij den arbeidersstand en de vermeerdering van de Inkomsten uit land- en tuinbouw zyn ook gevloeid niet In handen van enkelen, doch In handen van een ultgebreiden kring van personen. Er Is rechtstreeksche bezltsvermeerderlng by minder groote kapitalisten, wat kan biyken uit de ver meerdering van het aantal aandeelhouders by de Nederlandsche Bank en uit de stijging van het tegoed by de Rijkspost spaarbank. Dit alles wyst op groote kapitalen In ons landop bezltsuiibreidlng en op welvaart in de diepste lagen van ons volk. Dit is een zeer gunstig oeconomlsch verschynsel, waartegenover echter staat, dat kapitaalvorming hier weinig snel gaat. Dat hebben ook de heeren Bolssevain en Struve betoogd; zy hebben aangevoerd, dat ons volk In spaatzln te kort schiet, dat het te weinig oplegt. Maar daarom wil spreker niet de successiebelasting hier te lande zoo hoog opvoeren als In landen waar de kapitaalvorming snel gaat, als in Engeland en Frankryk. In die landen werken factoren, die kapitaalvorming bevorderen, hier te lande zyn er kapltaalvernletlgende factoren. Hier gaat althans de kapitaalvorming traag. Ook om deze reden Iran spreker niet met het amendement-Vliegen meegaan. Spreker behandelde nu nog één speciaal punt. Hy heeft In de secties betoogd de wenschelijkheid om niet alleen rekening te houden met de verkryglngen doch ook met het vermogen van den verkrijger op het oogenbllk, dat hy de verktyglng In bezit neemt. De heer Treub hecht boven alles aan de tydeiyke vermeerdering van draagkracht. In dat opzicht staat hy onder de economisten geïsoleerd. De heer Treub kan zich die weelde veroorlooven, omdat zyn draagkracht niet tydeiyk is, maar spreker schaart zich toch niet aan diens zyde. Het Is blliyk en In overeenstemming met de bedoeling der wet, dat de verkryger met vermogen meer betaalt dan de ver kryger zonder vermogen. Het stelsel van spreker Is ook in overeenstemming met het tarief van dat art. 71, waarbij een splitsing van vermogens boven de f 50 000 wordt toegepast. De minister loopt be- trekkeiyk luchtig over de zaak heen; hy ziet geen kans van de successiebelasting een zuivere belasting naar draagkracht te maken. Is dat nu een reden om geen rekening te houden met voor de hand liggende blliykheidsoverwegingen? De minister zegt dat twee bekwame mannen de zaak hebben onderzocht. Zy achtten het stelsel onuit voerbaar. Inderdaad heeft Plerson in 1898 een onderzoek opgedragen o. a. aan prof. Rahusen. Maar juist die professor vond het stelsel blliyk, gemakkelijk uitvoerbaar en volkomen rationeel. Er moet dus hier misverstand zyn geweest. Want de conclusie van dezen deskundige is gunstig voor het stelsel geweest. Heeft de minister dus een andere regeling voor zich gehad, dan die door prof. Rahusen ontworpen? De ont worpen regeling was uiterst eenvoudig. Spreker verzoekt dus den minister, die regeling nog eens na te gaan. Want het stelsel mag by een nadere herziening der Successiewet niet uit het oog worden ver loren. Spreker meent, dat die nadere her ziening In betrekketyk weinig jaren zal komen, juist wegens de vooropgezette stelling, dal niet meer uit de rechte lyn mag worden gehaald. Dit ontwerp Is een betaling of afrekening; geen finale kwytlng. RUSLAND. Het herdenkingsfeest van de bevrydlng der lyfelgenen door Alexander II, heeft In Rusland een ongewoon groot aantal slachtoffers gcëlscht, door den brand In het bioscoop-theater te Bologoje, in het gouvernement Nowgorod. Daar werd een feestvoorstelllng gegeven voor de boeren en hunne kinderen uit de omliggende dorpen; tooneelen uit die dagen der bevr'jdtng van de lyfelgenen werden kine- matographlsch vertoond. Plotseling stond het geheele gebouw in vlammenalle uitgangen waren dicht, de vensters waren gesloten en van bulten door batken en planken bedekt. Van allen, die In het gebouw aanwezig waren, slaagden slechts een dertigtal personen er In, te ontkomen. De kinderen zyn allen verbrand, evenals alle ambtenaren van de schouwburg. Gisteren waren reeds 82 volkomen on kenbare kinderiyken uit de pulnhoopen te voorschyn gehaald. Een groot aantal kinderen worden nog vermist. De lyken zyn In het spoorwegstation en het ziekenhuis onder gebracht. Een stroom van personen trekt uit de omliggende dorpen naar Bologoje, om de kinderen te zoeken, die onder leiding van onderwyzers naar den schouwburg waren gezonden. Honderden personen dolen om de ruïnen van het theater. Minister-president Stolypln wordt voort durend op de hoogte gehouden van den toestand. Volgens de Retsj zyn by den nood- loltlgen brand In het bioscoop-theater te Bologoje 183 menschen om het leven gekomen. Maar de berichten omtrent het aantal slachtoffers verschillen nog. Maan dagavond waren er 93 dooden uit het puin gehaald. Er waren by het uitbreken van den brand 245 personen tn de schouwburgzaal. Het theater was eigendom van den gewezen acteur Davydof en zyn broeder. Davydof stond zelf aan het toestel en riep het publiek toe: „Nu komt er een botsing van twee spoortreinen. Schrikt maar niet van het geweld!" Door een onvoorzichtige beweging stiet hy toen een flesch met aether om, waarop terstond eene ontploffing volgde. Davydof riep den toeschouwers toe „Brandt brand 1" Maar niemand begreep hem. Allen meenden dat er een voorstelling van een brand gegeven werd en lachten. Maar opeens ontplofte de ballon met waterslof. Nu bemerkte het publiek dat er werkeiyk brand was en er ontstond een vreesciyke paniek. De vlammen sloegen In de zaal. Verscheidene menschen vielen in zwym. Men vocht wanhopig om er uit te komen en velen geraakten onder den voet. Vyf-en-veertlg mannen wisten zich een uitweg te banen. Zy kwamen buiten met brandwonden overdekt, en volgens sommige berichtgevers zyn al de overige toeschouwers om het leven gekomen, ver brand of onder het Instortende gebouw verpletterd: Er ligt een groote hoop onher kenbaar verminkte kinder- en menschen- lichamen of ledematen by het verbrande gebouw. Onder de slachtoffers zyn geheele ge zinnen: een vader en moeder met vQf kinderen; een polltle-beamble met vier kinderen enz. De koopman Jakcflef kwam behouden buiten; maar toen hy zag dat hy alleen was, snelde hy terug, om zyn vrouw en kinderen te redden en ook hy kwam In de vlammen om. Vele ouders van omgekomen kinderen zyn krankzinnig geworden van smart. BELGIË. Het heeft een jaar geduurd, vooraleer eene boedelbeschrijving over het nagelaten vermogen van Leopold II door het ministerie van justitie en baron Oi fLnet kon opge maakt worden. Nadat allerlei legenden over dit vermogen ontstaan waren, werd thans deze zaak opgehelderd. Het blijkt nu dat de koning zich be drogen had door zyn bizonder vermogen op 15 millioen te schatten. Het bedroeg eerder 20 mlllloen. De drie dochters zullen aldus elk een derde van die bykomende 5 mlllloen erven. Het vermogen van het Coburg-Nleder- fulbachfonds is veel grooter. De boedel- beschryvlng beraamt het op 40 millioen. De minister van justitie heeft nu, samen met baron Qeffinet, ook de boedelbeschry- ving van het vermogen der ongelukkige prinses Charlotte gemaakt. Dit vermogen Is zeer groot. Het bedraagt meer dan 50 millioen franks, die deels in bosschen, deels In eigendommen in België en In Luxenburg bestaan. NEDERLAND. Enschedé, 6 Maart. In Hagen, naby deze gemeente, was een alleenwonende weduwe 's avonds bezig met par.nekoeken bakken. De op het fornuis staande koekepan geraakte In vlam, waardoor de weduwe zóó schrikte, dat de brandende petroleumlamp aan haar hand ontviel en haar kleederen onmlddeliyk in volle vlam stonden. De buren, die op haar hulpge roep toesnelden, doofden de vlammen en zorgden voor overbrenging naar het ziekenhuis, waar de vrouw korten tijd daarna aan de bekomen brandwonden overleed. Amsterdam, 7 Maart. Op het Stations plein alhier werd gisterenavond een heer In een tiamwagen ongesteld. Per rywiel- brancard mar het Binnengasthuis vervoerd, was hy by aankomst aldaar overleden. Lelden, 7 Maart. De firma Van Wessen en Co., commlsslonnalrs en kassiers In de Breestraat, alhier, verdacht sedert gerulmen tijd haren kassier, den 48-jarlgen F. P. Hakkaart, dat hy verduisteringen had gepleegd. Hieromtrent kwam zy heden tot zekerheid; het is by onderzoek ge bleken dat gedurende een tydperk van 12 15 jaar een bedrag van f 20 000 ten nadeele der firma is verduisterd. De man, die 35 jaar by de firma in dienst was, Is onmlddeliyk ontslagen en de zaak In handen der justitie gesteld. Zaandam, 8 Maart. De werkman H. J. van der Horst, die op 18 Febr. j.l. In de munitiefabriek aan de Hembrug werd ge wond, heeft heden zyn werkzaamheden weder hervat. Rotterdam, 7 Maart. Gisteren werd In de badinrichting aan de Passage alhier het ïyk gevonden van een heer van middelbaren ieeftyd. Op hem werden bevonden papleren ten name van C. Bergman, benevens f 1200 aan papleren geld. Het ïyk is naar Crooswyk overgebracht, daar niet bekend Is, waar de overledene thuis behoort. 8 Maart. In de Rosestraat alhier Is gisterennamiddag een elfjarige knaap door eigen onvoorzichtigheid onder de stoom tram der R. T. M. geraakt, waardoor hem een arm en een been werden afgereden. In een koffiehuis werd door een lid van „Eerste Hulp by Ongelukken" een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1911 | | pagina 5