Vrijdag 25 November 1910. Tweede Blad. (525 ierikzeesche Courant). NIEUWSTHjpiNOEN. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen MAANDAG, WOENSDAO en VRIJDAG verschijnt, Is voor Zierlkzee I 1,30, voor alle andere plaatsen In Nederland I 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, I 10 per Jaar b|| vooruitbetaling. 67>te JAARGANG. No 9009 Uitgaver-Hoofdredacteur: A. FRANKEL. Radacteurs J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk S up*. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierlkzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. oostenrijk. Van de uit Portugal verdreven Jezuïeten Is een zeer groot aantal naar de Oosten- rijksche Alper.dlstrlcten uitgeweken en heeft daar een toevlucht tn verscheidene kloosters gevonden, vooral In Tirol. ZIJ hebben het bekende bad Mitlewald, In Karnten, van barones Lang gekocht, en te Gries, bi) Rozen, een groot compltx voor den bouw van een klooster. Ook In Salzburg zijn onderhandelingen gaande over den aankoop van een groot bouw terrein. In Tirol, waar reeds een groot aantal Fransche monniken en nonnen woont, komt thans op ongeveer Iedere 100 Inwoners een lid voor eener geestelijke orde, welke verhouding ten naastenbij ook In andere Alpendistricten gevonden wordt. Voorts heeft de Hongaarsche graaf Batthyany zijn slot Schlalnlng ter beschikking der uit Portugal verdreven monniken en nonnen gesteld, die er likeuren denken te gaan stoken. rusland. Begrafenis van Tolstoi. Om acht uur Is Maandag de rouwstoet te Sassjeka aangekomen. De zonen van den gestorvene droegen, met boeren, het stoffelijk overschot drie wersten ver, tot Jasnaja Poljana. Boeren liepen vooruit, die witte katoenen strooken droegen met des gestorvenen naam en de woorden: „De herinnering aan uwe goedheid zal onder ons verweesde boeren nooit verdooven". Dan volgden groepen studenten, vervolgens vier wagens met kransen. De kist is In hel huis van het landgoed In een kamer geplaatst, waaruit, behalve de boekenkast, een Boedabeeld en een portret van Tolstoj's broeder, alle meubelen waren weggenomen. Een lange r|j van menschen heelt v óór de open kist gedefileerd, allereerst de boeren van het landgoed. Daarna werd de kist door zQn zonen en boeren naar bulten gedragen. Om het graf staan negen eiken. De menigte bleef tijdens de graflegging, onder het zingen van een koraal, geknield liggen. Velen weenden. Er zijn geen toespraken gehouden. Een onbekende riep: „De groote Leo is gestorven; zijn geest leve. Mogen zijn geboden van Christendom en liefde ver wezenlijkt worden!" Om half vijf was de begrafenisplechtig heid geëindigd. Een telegram, In den avond ontvangen, bericht, dat zich Maandagnamiddag vóór de Kasankathedraal aan het Newsk! Prospekt vele studenten en vrouwelijke studenten verzameld hebben, die door de politie al spoedig uiteengedreven werden, wat trouwens zonder moeite werd bewerk stelligd. Ter gedachtenis van Tolstoï Is het lied „Eeuwige Herinnering" gezongen. engeland. Crlppen heeft Woensdagmorgen om 9 uur zijn doodvonnis ondergaan. De vele verzoekschriften om gratie voor den ver oordeelde hebben niet gebaat en de minister van blnnenlandsche zaken heeft den koning niet willen raden, het vonr.ls te vcandereu In dwangarbeldstraf. De veroordeelde was, toen hem zijn aan staande terechtstelling werd aangekondigd, In 't eerst zeer ontroerd, maar hij herstelde zich spoedig en maakte nog allerlei beschik kingen ten bale van mej Le Neve. Later had hij een onderhoud met zijn vriendin, die wegsmolt In tranen en door hem getroost moest worden. Bij de terechtstelling werd niet, zooals gebruikelijk is, de klok geluldvermoedelijk omdat er In de gevangenis van Pentoriville nog verscheidene terdoodveroordeelden op de voltrekking van hun vonnis wachten. Volgens de Evening Times zou Crlppen, wiens onschuldbetulglngen In een brief aan de Weekly Lloyd wij meedeelden, ein delijk In een uitvoerig schrijven bekend hebben, dat hij schuldig was en den strop had verdiend. Miss Le Neve heelt In Lloyd's Weekly News haar gedenkschriften doen verschijnen. Zij verhaalt daarin, hoe zij met dr. Crlppen had kennis gemaakt en de vertrouwelijke omgang lusichen hen ontstaan was. Hun vlucht uit Engeland verklaart zij aldus: „De dokter deelde m|j mede, hoeveel onaangenaamheden hem de verdwijning van zijn vrouw veroorzaakte. Hij zeide te vree zen, dat hij gevangen genomen zou worden en opgesloten totdat zij was weergevonden en voegde er bij, dat het beste zou zijn te vertrekken en weg te blijven, totdat de zaak was opgehelderd. Ik stemde er in toe, hem te vergezellen en dat des te gemak kelijker, omdat ik met mijn familie In onmin leefde. Toen stelde de dokier m|j voor, mij als jongen te vermommen, wat mij In het eerst volstrekt niet aanstond, maar Ik liet m|j er toe overhalen. Hij zond mij een compleet pak manskieeren, met stapvilten hoed en bottines. Nadat Ik van mijn zuster, het eenlge familielid waarmee Ik nog vriend schap hield, afscheid had genomen, ver kleedde Ik mij en knipte zelf mijn haar af. Mijn hart bonsde onrustig, toen ik aldus vermomd de straat op ging en, om mijn rol beter vol te houden, stak lk een sigaret op. Ik ontmoette den dokier aan het station van den ondergrondschen spoorweg In Chancery Lane. Hij had zijn knevel afgeschoren". Verder vertell miss Le Neve van haar reis naar Rotterdam en naar Brussel. „Nadat wij in een klein hotel te Brussel intrek hadden gencmen, gingen wij naar een kapper, om mijn haar beter in orde te laten brengen, dat vrij slordig was afgesneden. Ik slaakte mijns ondanks een gil, toen de kapper ml] de koude tondeuze In den hals drukte. De man keek mij wel verwonderd aan en maakte ook de opmer king, dat mQn haar zeer zacht was, maar hij scheen toch geen achterdocht te hebben". Hierna vertelt ze haar overtocht aan boord van de „Montrose", de arrestatie, de gevangenschap in Canada, de terugreis naar Engeland en het proces. „Ik heb dr. Crlppen aldus besluit zij steeds beschouwd al een zachtzinnig en liefdevol man en dat doe lk nog. Ik heb onafgebroken aan hem gedacht, al den tijd dat ik eenzaam was opgesloten ln mijn eet en toen Ik het vreeselljk vonnis vernam, dacht ik het te zullen besterven. Voor mij zelf maakte Ik mij niet ongerust, lk was aan alles onschuldig en zeker te worden vrijgesproken. Toen Ik elndelt|k mijn vrij spraak vernam was Ik op het punt in onmacht te vallen, bij het afdalen van de trap, waar eenlge dagen te voren de ter dood veroordeelde dokter over was gegaan. M|jn eerste opwelling van vreugde, toen Ik mij weer vrij op straat begeven kon, maakte weldra plaats voor diepe droefheid bij de gedachte aan den vriend, die steeds zoo goed voor mij was geweest en die nu In een triestige cel zat, onder de schaduw des doods, lk heb hem sedert meermalen weergezien. Zijn liefde voor ml] en de zorg, die hij besteed teelt aan het ver zekeren van mijn toekomstzullen mij steeds sterken. Rechter Darling heeft Vrijdag voor de derde maal binnen tweemaal vler-en- twlntig uren een doodvonnis uitgesproken. Woensdag werden zekere Bright, Donderdag zekere Smith, Vrijdag Noah Woolf, alle drie schuldig bevonden aan moord, door den rechter ter dood veroordeeld. Bij een brand in een knoopenlabriek te Birmingham zijn drie meisjes omgekomen. Bij het uitbreken van den brand waren een aantal werksters op de bovenste verdieping van het gebouw aan het werk. De eigenaar der fabriek slaagde er In een aantal van de meisjes, die door een paniek waren aangegrepen, te redden, waarbij hij zelf ernstige brandwonden opliep, maar de vlammen grepen zóó snel om zich heen, dat de brandweer met haar ladders verder te hulp moest komen. Een meisje kon door de brandweer nog worden gered, maar zij was reeds zóó gebrand, dat zQ bij de overbrenging naar het gasthuis stierf. Toen de brandweer eindelijk het gebouw kon binnendringen, vond men de lijken van twee andere meisj' s Het ziet er niet naar uit dat een spoedige schikking In Zuid-Wales zal tot stand komen. De verbittering onder de stakers neemt toe en al worden ongeregeld heden als veertien dagen geleden voor kwamen, door de aanwezigheid van politie en troepen voorkomen, de stakers volgen thans een andere tactiek, waardoor de toestand niet minder ernstig Is. ZQ vermijden botsingen met de polltlc-macht op straat en bij de kolenmijnen, daar zl] hier toch het onderspit zouden delven, maar zij doen nu aanvallen op de afzonderlijke woningen der mljnbeambten, die natuurlQk niet alle bewaakt kunnen worden. Rullen worden ingeworpen, de woningen worden bescha digd en de vrouwen en kinderen der beambten worden lastig gevallen en vervolgd. De politie tracht door aanhoudend patrouil leeren zooveel mogelijk de stakers in toom te houden, maar het is te begrijpen, dat het haar natuurlijk onmogelijk Is, nu de stakers In kleine troepjes afzonderlek op verschillende plaatsen optreden, om alle gevallen van mishandeling en geweldpleging te voorkomen. Vrijdagnacht ontdekte een polltle-beamble een drietal mannen In de omgeving van de woning van den directeur der Brittanla Collieries te Ollfach Ooch. Op zijn nadering namen de mannen de vlucht. De polltie-beambte stelde een onder zoek In, en toen bleek dat een vQflal bommen tegen het huls waren geplaatst. In een ander geval kreeg een beambte te Ollfach Ooch order, om zich naar de mijn te begeven. Dat scheen een hinderlaag te zijn, want toen hij nog slechts even onderweg was, werd hij door stakers over vallen. ZQ trachtten hem In de rivier te werpen, maar op zijn hulpgeschrei snelde politie toe, waarop zijn aanvallers de vlucht namen. BQ Ponlyprldd Is een polltie-beambte aangehouden, die een order overbracht naar hel hoofdkwartier der politie. Men nam den man het schrijven af, maar liet hem verder loopen. Londen, 23 Nov. Verscholen In een dikken mist, verzamelden de suffragettes (kiesrechtvrouwen) zich hedenmorgen te 2 30 in Downingstreet, waar zQ de olficleele woonplaats van den premier met steenen en andere harde voorwerpen bombar deerden. Bijna alle vensters der beneden verdiepingen werden vernield. Enkele arrestaties hadden plaats. duitschland. De moordenaar van de welgestelde, ongehuwde rentenierster te LQbeck Is een handelsbediende, de zoon van een Schwerlner advocaat. Sinds 1 October was h|j zonder betrekking. Van dien tQd af, zoo vertelde h|j den rechter van Instructie, werd hij voort durend door zijn schuldelschers achter volgd, en zon hl] op plannen, om zich, ten koste van wat ook, geld le verschaffen. En daar hij ln de dagbladen herhaaldelijk mededeellngen over afzelters-affaires had gelezen, kwam hij op het denkbeeld, om op dezelfde wijze geld te bemachtigen. Hij had den naam rentenierster Jensen in een adresboek gevonden, maar niet het plan gehad de oude vrouw te dooden. Hij wilde haar alleen bang maken, als z|J mocht weigeren om hem geld te geven, nadat hij zijn brlel had overhandigd. Bij het voorlooplg onderzoek is vast gesteld, dat de moordenaar vier schoten moet hebben gelost; drie kogels raakten de deurposten, terwQI de vierde de oude dame direct doodde. De dreigbrief, dien de vermoorde nog in haar hand klemde, luidde als volgt: „Gij wordt hierbij uitgenoodlgd, brenger dezes een som van 8000 (acht duizend) Mark, zij het dadelQk In contanten of In chècques enz. te overhandigen. Indien gij hiertoe geneigd z||t, geschiedt u nietsIn het tegenovergestelde geval moet u er op rekenen, van den aanwezigen heer den doodsteek respectievelijk het doodschot te ontvangen. Ook o, 1 zult ge den lang- sten tijd geleefd hebben, wanneer ge van deze zaak ook maar één woord verraadt, gezwegen nog van aangifte doen. Denk er om, dat ge voortdurend bewaakt wordt, en dat brenger dezes niet alleen Is. In 't kort: u blijft slechts de keus tus- schen leven en dood". belbiE. In Kamer en Senaat Is meegedeeld, dat de Koningin langzaam vooruit gaat en dat het gevaar voor het oogenbllk geweken is. In alle Katholiek* scholen wordt voor het behoud der Koningin gebeden. nederland. Zwolle, 23 Nov. De heer A. J. V., secretaris van Doornspijk en gemeente ontvanger van Elburg, Is te Wapenvelde In hechtenis genomen en naar de ge vangenis alhier overgebracht. Hij wordt verdacht als penningmeester van de Nutsspaarbank zich schuldig ge maakt te hebben aan valschheld In ge schriften en daarmee In verhand staande verduistering van gelden. HQ genoot een onbeperkt vertrouwen. DOOR PISCES. vi. Op onzen tocht buitengaats met den garnalenvlsscher hebben we, behalve de garnalen, nog tal van andere dieren gezien, die als waardeloos weer overboord gingen één dezer, de zeester, met groote vraat zucht behebt, hebben we reeds besproken, maar één was er, kijk, dat was de zonder lingste onder de zonderlingste. Niet alleen op onze reis, maar honderden malen waren wij In oesterloodsen bij het sorteeren van juist opgekorde oesters, die óf gezuiverd óf ter verzending werden gereedgemaakt, en telkens kwam dat zonderlinge heer schap weer voor den dag van tusschen den rijken schat van oesters, die nog vetter moesten worden op de banken of weldra zouden verdwQnen in de magen van de smulpijpen In het buitenland. Vroegen wij den naam van den zonderling, dan was hel: Och, da's mar 'n rlekeman!" Nu, zoo'n antwoord maakte ons niet veel wijzer en we waren er niet mee tevreden trouwens. Toen wij eenlge malen den „riekeman", d. w. z. „rQke man" hadden waargenomen, gingen we aan het snuffelen en het bleek dat deze zeebodem-bewoner met zijn zonderling voorkomen, behalve de plaatse lijke naam, ook nog een anderen droeg en dat zijn betiteling ook meermalen was „snij der". Wij waren nog niet veel wijzer, maar wij zullen het wei te weten komen. Het is een dier, dat hulst In de horens van een zoogenaamde „wulk", een dier dat In de laatste jaren voor onze Zeeuwsche vlsschers ook van beteekenls Is geworden en daarom wel degelijk een beurt van beschouwing zal krijgen; juist, het hulst In de schelp van een wulk, maar Ifjkt er In de verste verte niet op. Wat een wonderlijk wezen het behoort er volstrekt niet In. Het Is een geleend huis en het dier, dat de horen koos tot woonplaats, heeft, behalve de reeds genoemde plaatselijke namen, ook nog dien van „Heremiet-krab", terwijl een ander zegt „Bernardus-kreeft"; we zeggen direct, dat de laatste naam niet juist Is en houden ons dan ook maar bij dien van „Heremiet-krab". We zullen eens trachten het dier uit zQn geleende woning te krQgen, gemakkelijk gaat het niet. Het best gelukte het ons door het In een glas water te werpen en gedurende gerulmen tijd het maar heel kalmpjes In zijn element te laten. Het voorste gedeelte steekt ver genoeg met een gedeelte van 't borststuk uit, alsmede ook de sprieten, scharen en pooten, om deze te kunnen bektyken, zonder dat het geheele lichaam te voorschijn Is gekomen, en dat Is het zonderlingste deel. Het restje, nog In den horen verborgen, Is een ver hard gedeelte van het lichaam, eenlgszlns geel van kleur en vastgedrukt tegen den wand van den horen, althans zoolang als het dier dit wil; over den bodem sleept dé horen met dat verharde lichaam mede. We merken ook eenlge aanhangsels aan sommige dezer dieren op, waaraan de eieren bevestigd zijn, waaruit straks weer het jonge leven zal te voorschijn komen. Laten we zorgen, dat we geen kennis maken met de scharen, die evenals bij de krabben aan het borststuk zijn bevestigd, want die kennismaking zou hoogst waar- schtjnlQk weinig bevallen. Heeft de Here miet-krab eenmaal haar geleende wor.ing verlaten, dan is ze er spoedig bij om weer een nieuwe horen op te zoeken; blQkt de woning te klein, wanneer de krab op haar strooptochten uitgaat, dan neemt ze een voudig bezit van een andere en ziet er niet op den rechtmatlgen bewoner met huid en haar te verslinden; en handig dat deze krab zich het achterlijf In den horen weet te bergen In het vrije leven behoort ook deze krab tot de minder geliefkoosde dieren van de mossel- en oesterkweekers, want het kan daaronder ook groote schade aanrichten. Oelukkig Is het getal dezer dieren, dat zich op den bodem van onze Zeeuwsche stroomen voortbeweegt, niet zoo enorm groot als het getal zeesterren en ook niet als dat der gewone krabben; daarom Is de schade, die door het dier berokkend wordt, betrekkelijk klein, In vergelijking met die door zeesterren en krabben veroorzaakt. Elders komen deze heremiet-krabben wel In grooter getal voor, zoodat wQ wel eens vernamen, dat bl] het korren van wulken, mossels enz. de dieren alzonderlljk wordeu gehouden. Het bleek-gele achterlijf toch zou als aas voor de zoogenaamde beug- vlsscherlj zeer begeerd ztjn en daarom keeren ze eerst weer In zee terug om op hun beurt tot lokaas te dienen voor andere dieren, voornamelQk vlsschen. De gewone strandkrab komt In veel grootere hoeveelheden op de Ooster- en Wester-Schelde voor, en wel in zoo'n groote hoeveelheid, dat zij schadelijk Is voor de oestercultuur. De oesterkweekers trachten dan ook terecht paal en perk te stellen aan de veelvuldige rooverljen dezer dieren en er worden wel voor gebruikt zooge naamde krabbenmanden. Het nadeel, door de krabben aangebracht, wordt door des kundigen gezegd van tweeërlei aard te z|]n, en wel vallen de krabben de jonge oes- terljes, wier schelpen nog zeer dun en teer zijn, aan en eten de weeke deelen op, na het schelpje stuk geknepen te hebben. Ongetwijfeld Is het gevaar, dat van deze z||de de cultuur dreigt, zeer groot en zfjn er ook middelen uitgedacht om het jonge oestergoed te beschermen en wel met de zoogenaamde hospltaalbakken, wier wanden van hout of metaal en wier bodem en deksel van gaas zQn gemaakt. Verder wordt beweerd, dat van minder beteekenls is, de schade die de volwassen oesters van de krabben ondervinden, daar alleen zwakke oesters, die de schelp niet meer zoo vlug kunnen sluiten, de dupe worden van de aanva'len. De zeesterren schijnen In elk geval veel meer schade te doen, te meer daar de krabben beter weggevangen kunnen worden. Er wordt ook nog wel speciaal op krabben gevlscht voor de consumptieIn de Ooster- Schetde echter als speciaal bedrijf heel weinig; meer heefl dit plaats In de Wester- Schelde, waar sommige jaren zelfs meer dan 70000 KG. van dit goed wordt ge vangen; alles bestemd voor onze zuidelijke naburen, die een gekookte krab volstrekt niet versmaden, maar een heerlijk eten vinden. De waarde van zoo'n 70000 K.O. krabben, die ln balen worden verzonden, Is circa 2700 gulden; de garnalenvlsschers, we merkten het reeds op, bewaren de opgekorde krabben eveneens bijeen, om ze te verzenden. Behalve de gewone strandkrab, die wij reeds hierboven vermeldden, koml er ook voor de spinkrab, ofschoon heel weinig op de voor de oestercultuur Ingerichte gedeelten der Ooster-Scheldeook komt voor de zwemkrab; nog wordt opgemerkt een zeer klein ding, dat den naam draagt van erwtenkrabbetje. Even wQzen wij ook nog op de groote zeekrab, die tot vier i vijf pond zwaar kan worden en op de markt te Londen bij duizenden en honderdduizenden in |het jaar verkocht wordt. Ten slotte Iets over de zonderlinge veranderingenwelke de jonge krabben ondergaan, voordat zij de gedaante der ouden gekregen hebben. Men hield zelfs voorheen de kleine dieren, die vóór een zekere natuurkundige, Thompson geheeten, ontdekte dat dit kleine krabben waren, voor een bizonder geslacht van schaal dieren, en onder den naam van Zoea, In een geheel andere orde gerangschikt, even gelijk de pas uit het ei gekomen klkvorsch door iemand, die slechts op de vlschachtlge gedaante acht gaf, en niets van zijn historie wist, In een geheel andere familie zou gebracht worden. Als zij juist uitgekomen is, heeft de jonge krab een zonderlingen vorm, zij heeft dan een kop, die als met een helm bedekt Is, welke van achteren In een langen horen uitloopt en van voren een paar groote, zittende, dat Is niet ge- steelde oogen heeft. Zij beweegt zich in het water door middel van haar langen zwemstaart. Scharen bezit zij niet. Terwijl de oude krabben, behalve de scharen, nog acht pooten hebben, bezitten de jongen slechts vier, die aan d« einden met vier lange borstels voorzien zijn, welke den onophoudelijk bezigen, behaarden mond met snelheid voedsel toevoeren. Wie zou gelooven, dat zulk een wezen ooit In een krab veranderen kon? En toch Is het zoo! (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1910 | | pagina 1