Vrijdag 21 October 1910. Derde Blad. (55 ierikzeesche Cour an t). NIEUWSTII0IN8EN. DE WEIDE. ADVERTENTIE!!. ZIGKIKZEESGHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen MAANDAO, WOENSDAQ en V RIJD AO verschijnt, Is voor Zlerikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen In Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eeni per week, 10 per jaar by vooruitbetaling. 67ste JAARGANG. No. 8994. UltBavap-Hoofdredaoteur A. FRANKEL. Radacteur i i. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Inzending moet geschieden des Maandags- Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk S urs. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur9 A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. PORTUGAL. Er Is een besluit tot verbanning van de lamllle Braganza (de koninklijke familie) In voorbereiding. De legitieme rechten der familie op bezittingen enz. zullen geëer biedigd worden. ZWITSERLAND. Lucchenl, de moordenaar van keizerin Elisabeth van Oostenrijk, die In 1898 tot levenslange gevangenisstraf was veroordeeld en die straf ondergaat te Oenève, heeft een vlaag van krankzinnigheid gehad. Als gevaarlijk krankzinnige is hij voor- looplg opgesloten In een onderaardsche cel. FRANKRIJK. De hervatting van den arbeid door de spoorwegmannen Is, na het opheffen der staking door bel staklngscomllé, vrij wel algemeen geweest. Waar dat niet het geval was, moest men het toeschrijven aan het feit, dat het bevel tot hervatting van den arbeid nog niet ontvangen was. Alleen In Marseille kwam een besliste weigering voor om den arbeid te hernemen; op een daar gehouden meeting van „chemlnots" werd besloten de staking voort te zetten, allen beslissingen van het nationale syn dicaat ten spijt. Ook op den Noorder spoorweg ontbraken In de machlneloods Ie Chapelle, het brandpunt der stakings beweging, Dinsdag nog 60 machinisten en stokers. Ernstige aanslagen op spoortreinen of op de lijnen worden tot heden toe niet gemeld. Alleen de gewone kleine storingen, zooals het doorsnijden van draden, duurden voort. De militaire bewaking der lijnen en der stations blijft nog gehandhaafd. De regeering staat nu nog voor een moeilijke taak. Zij moet eerst trachten de geschillen tusschen de spoorwegarbeiders en de directies bij te leggen, zoodra eerstgenoemden weder uit militairen dienst zijn ontslagen, en verder zal zl] de prlnclpieele kwestie omtrent het ver- eenlgings- en stakingsrecht der spoorweg arbeiders moeten oplossen. In een manifest van het nationale syndicaat van spoorwegbeambten en de nationale federatie van stokers en machinisten wordt gezegd, dat. het stakingscomité tot her vatting 3,van den arbeid heeft besloten, omdat dit In het belang der vakbeweging is. Het comité geeft de voorkeur aan een hervatting van het werk zonder meer, boven leugenachtige en vernederende onderhandelingen. Het manifest verwijt Brland de vrijheid der vakvereenlglngen en de persoonlijke vrtyheld te hebben geschonden en de incidenten, die zich hebben voorgedaan, te hebben overdreven, om de publieke opinie op te zetten. DUITSCHLAND. Op de iyn Berlijn—Breslau heeft Vrijdag morgen tusschen Frankfort aan den Oder en Guben een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad, waarbij twee menschenlevens te betreuren zijn. De goederentrein 6655, van Berlijn naar Breslau, die Berlijn In den namiddag verlaten had, passeerde even voor één uur 's nachts in vliegende vaart het kleine station Wellmltz by Ouben en stiet toen op een stilstaanden trein. De machinist Simon, van den sneltrein, had, zoo men beweert, by het binnenkomen van het station niet gelet op het sein, dat op .onveilig" stond. De botsing was ont zettend. De locomotief van den stilstaanden trein en twaalf goederenwagens werden totaal versplinterd. De hulp-remmer Tres- chenskl, uit Tschetzschnow, by Frankfort aan den Oder, vader van twee kinderen, die zich toevallig op de rails bevond, werd door den sneltrein overreden en was dadeiyk dood. Later vond men zyn onherkenbaar verminkt lijk terug. De machinist Scheemann, uit Beriyn en de stoker Rudolf, eveneens uit Beriyn, bekwamen zware verwondingen. Rudolf stierf nog denzelfden nacht In het zieken huis te Frankfort a/O. Ook de bagage- meester, Kltzler, uit Breslau, werd levens- gevaariyk gewond. Het personeel van den rangeerenden trein, die op het oogenblik der botsing stilstond, kwam er met lichte kwetsuren af. De locomotief van den snel trein werd zwaar beschadigd; machinist en stoker kregen door den ontsnappenden stoom brandwonden aan het gelaat. De male'iëele schade Is zeer groot. Het verkeer op beide lynen ls onder broken. Men hoopt dit spoedig te kunnen herstellen, doch daar één der rnachlr.es In den grond vastzit, Is dit voorshands nog niet mogelijk. Het personenvervoer gaat geregeld door, maar men moet by de plaats des onhells overstappen. Onmiddellijk nadat het ongeluk bekend was geworden vertrokken hulptrelnen uit Ouben en Frankfort aan den Oder naar Weilmltz. De eerste kwam daar te 2 uur aan, de tweede een half uur later. Eerst de derde trein bracht medische hulp. Het Berliner Tageblatt geeft de volgende nadere blzonderheden omtrent het ongeluk: De machinist van den goederentrein, ziende dat een botsing onvermydelljk was, had onmtddeliyk tegenstoom gegeven. De schok was dientengevolge minder geweldig, maar toch nog zóó hevig, dat de bewoners uit het lager gelegen gedeelte van het dorp aan een aardbeving geloofden. De rails zyn over een lengte van 500 meiers ver bogen. Tengevolge van deze ramp zyn de sneltreinen uit Weenen des nachts niet te Beriyn aangekomen. De Beriynsche post bleef te Frankfort aan den Oder liggen en werd eerst 's middags verder verzonden. In een gebouw in de Neue Frledrlch- strasse te Beriyn brak Donderdag op de tweede verdieping, waar een fabriek van linnengoederen is gevestigd, door een ont ploffing van de kachel, brand uit. De vlam men sloegen over naar de op de tafels liggende stukken stof en in een oogenblik stond de geheele zaal In lichten laaie. De meisjes, die daar aan het werk waren ge weest, vluchtten de straat op, en de brand weer werd gealarmeerd. Toen de eerste wagens aankwamen sloe gen de vlammen reeds aan alle kanten uit de tweede en derde verdiepingen, en was aan de personen, die zich nog In het huis bevonden, de weg naar buiten afgesneden, daar de trappen reeds onbruikbaar waren geworden. Nu en dan zag men één of meer der opgeslotenen handenwringend vóór de ven sters staan, smeekende om hulp. Een groot aantal hunner sprong toen In wanhoop naar beneden. De meesten kregen daarbij slechts onbeduidende kwetsuren, enkelen zelfs kwamen ongedeerd beneden. Inmiddels waren de sprlngzeilen uitge spannen en werd aan de acht meisjes en den éénen man, die nog aan de vensters stonden, toegeroepen, dat zy naar beneden zouden springen. Twee meisjes en de man waagden den sprong en een aantal anderen, die niet gedurfd hadden, werden door brandweermannen met gevaar voor hun eigen leven gered. Toch bleken ten slotte nog 7 personen In de vlammen omgekomen te zyn. Het huls is byna geheel en al uitgebrand. In de juwellerszaak van de firma Tlmm In de Bergstrasse te Hamburg Is In den nacht van Zondag een brutale inbraak gepleegd, waarby den dieven juweelen en gouden sieraden In handen zyn gevallen ter waarde van niet minder dan omstreeks 200,000 mark. De dieven hadden zich toegang weten te verschaffen door den boven de juwellers zaak gelegen behangerswinkel. Zy zaagden daar een groot gat in den vloer en lieten zich hierdoor afzakken naar het terrein hunner nachteiyke werkzaamheden. Er schynen twee schuldigen te zyn. Men koestert reeds sterke verdenking jegens een man, die zich voor Engelschman uitgaf en groote vakkennis betreffende juweliers waren aan den dag legde. Hy kwam op den dag vóór de Inbraak in den winkel van Tlmm om inkoopen te doen, en ver toefde daar buitengewoon lang, naar allen schyn om het terrein eens te verkennen. Kort daarop kwam een doofstomme bede laar den winkel Instappen; ook deze nam op zeer opvallende wijze de Inrichting van de zaak op. Men gelooft nu, dat deze twee mannen den diefstal gemeenschappeiyk hebben ten uitvoer gebracht. Dat zy „vaklui" zyn, biykt voldoende uit het feit, dat zy slechts kostbare juweelen en gouden sieraden hebben meegenomen en alle namaak met zorg hebben laten liggen. Een vrouw, die te Berlijn terecht stond wegens diefstallen In verschillende pensions en die deswege tot 18 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, werd by het vernemen van haar vonnis zdó boos, dat zy met een vloek den president van de rechtbank een Inktkoker naar het hoofd wierp. De president werd niet geraakt, maar al de gerechtsstukken werden met Inkt bemorst, en de driftige juffrouw zal nu wel door een tweede straf nieuwe reden tot ergernis krygen. In den nacht van Woensdag en Donderdag ondernam de automobiel-eige naar Henel met vier passagiers een tocht op den straatweg "an Hachenburg naar Altendorn, in de buurt van Frankfort. De automobilisten hadden gewed, dat zy dit eind weg In een paar minuten heen en terug konden ryden. Zy kwamen ongeveer 12 K M. ver. Toen verloor, by een over weg, de chauffeur de macht over zyn stuurwiel. De wagen botste met geweld tegen een paal, duikelde een paar malen over den kop en viel daarna boven op de Inzittenden. Twee van hen, een jong fabrikant en een zadelmaker uit zyn fabriek, waren op slag dood. De chauffeur en eigenaar van den wagen, Henel, werd zóó zwaar gewond, dat er niet de minste hoop op herstel bestaat. De twee overige passa giers kregen armbreuken en eenlge minder ernstige kwetsuren. BELGlC. Dinsdag heeft in de groote hal van het palels du Clrquantenalre In Brussel de plechtige prysultdeeling der tentoonstelling plaats gehad. Alle ministers waren tegen woordig, vertegenwoordigers van Kamer en Senaat, de bisschoppen, het korps diplomaten enz. Nadat de koning en de koningin binnengekomen waren, werd het woord gevoerd door den president van het uitvoerend comité, baron Janssen, en den minister van arbeid Hubert. De koning reikte vervolgens zelf de voornaamste pryzen uit. NEDERALND. Heerlen, 17 Oct. Donderdagmiddag ongeveer half twee werd by de politie aangifte gedaan, dat by F. In de Willem straat, een vreemdeling een kistje sigaren had ontvreemd. De eigenaars, die den diefstal dadeiyk merkten, ontnamen het kistje aan den dief; de vreemdeling dreigde met een groot geopend mes. De politie trok dadeiyk op onderzoek uit en het mocht haar gelukken den dader aan te houden, naby de Kolonie Muschemig. Hy gaf op te heeten Jan van den Broek, en toonde een natlonaltteitsbewys op dien naam en een afmeldlngsbewys uit Dultsch- land. Toen de politie echter deze papieren nader onderzocht, bleek, dat op het natlonaliteltsbewys een naam was uitge veegd, en Jan van de Broek er over was geschreven. Uit een ander papier bleek, dat men te doen had met zekeren M. de Vr., wiens aanhouding werd gevraagd door den commissaris van. pollile te Schiedam wegens een grooten diefstal gepleegd aldaar In den nacht van 27 op 28 Mei. De V. had In bovenstaanden nacht een massa gouden en zilveren horloges, ringen, gouden broches, oor hangers en andere zaken, enkele bezet met edelgesteenten, ontvreemd. De aangehoudene ontkent alles. Toen gisterenmiddag de Inspecteur In het arrestantenlokaal kwam, zag hy den arrestant hangen In een strik. Gauw werd hy afgesneden en de hulp Ingeroepen van een geneesheer, terwyi oogenbllkkeiyk begonnen werd, met de verschillende oefeningen om den dood nabyzynden levensmoede weer by te brengen. De pogingen werden met goeden uitslag be kroond. Toen de geneesheer verscheen, was de man weer tot het bewustzyn ge komen. De arrestant had zyn hemd tot een koord gedraaid, dit aan een ring be vestigd en toen met de voeten tegen den muur, zich voorover laten schieten, waar door de strop dicht ging en hem wurgde. Ware de hulp eenlge minuten later ge komen, dan had men een lyk gevonden. Heden zal hy ter beschikking gesteld worden van den commissaris van politie te Schiedam. Utrecht, 17 Oct. Een tweetal weken geleden stapte In een hotel alhier af een chic gekleed heer, van ongeveer 35-jarigen leeftijd, die voorgaf baron von Kakowska te heeten en zelde, hier gekomen te zyn om enkele kennissen te bezoeken. Hij betrok een kamer en nam In alle opzichten de allures aan van een echten baron. Toch biykt uit verschillende feiten, welke ter oore zyn gekomen, dat niet alles goud is, wat by dien „baron" blinkt. Zoo vernam men b.v., dat hij zich ook onder een anderen naam uitgeeft, en, In weerwil van zyn Russisch klinkenden naam, vloeiend Engelsch spreekt. Dezer dagen vervoegde hg zich, onder den naam Oberland, by een te Utrecht bestaand comité, dat voor het schoone doei, hetwelk het beoogt, veel geld noodlg heeft. Hy maakte met één der comitéleden nader kennis en zegde een bedrag toe van f 1200. Tot zyn spQt had hy echter zyn chèque-boek In zyn hötel laten liggen, doch dat was geen bezwaar; hy zou de chèque wel toesturen. De comltéleden, die zeer In hun schik waren met dezen onverwachten weldoener, bleken ook niet ongeneigd, hem In hun kring op te nemen, en één hunner ging zelfs zoo ver, hem te Intreduceeren bij één zyner vrienden, die te Utrecht woon achtig Is, doch te Amsterdam zyn zaken uitoefent. Wie schetst nu echter de ver bazing van het bewuste cómitéHd, toen die royale vreemdeling, die Intusschen de chèque nog niet had toegezonden, op zekeren morgen by hem verscheen en hem een som gelds ter leen vroeg. De achterdocht ontwaakte en hy vond een voorwendsel om de gevraagde leening op fatsoeniyke wyze van zich af te schuiven. Hierop zocht de quasl-baron naar het adres van den vriend, by wien hy geïntro duceerd was, ging daarheen en Informeerde daar naar het adres van diens zoon, die te Amsterdam woont en van wien hy ver moedelijk by de eerste kennismaking had hooren spreken. De oude heer, zich den vreemdeling herinnerende, vermoedde niets kwaads, en gaf hem de gevraagde Inlichting. De baron reisde naar het opgegeven adres in Amsterdam, en meldde zich aan by den zoon des vrlends, aan wien hij het volgende verhaal deed: „Uw vriend, die en die, Is door de politie gearresteerd en In de gevangenis gezet voor schuld. Nu stuurt uw vriend my naar u toe, om een som gelds te leenen van zooveel gutden, opdat hy daarmede zyn schulden kan betalen". Op de vraag om eenig schrifteiyk bewys van dien vriend, antwoordde de vreemde ling, dit In de groote haast der afreis vergeten te hebben. Dit maakte de zaak nog verdachter, en de Amsterdammer was zoo verstandig, om het geld niet af te geven. Hy stelde zich echter telefonisch In verbinding met de te Utrecht wenende familie en stelde deze op de hoogte van zyn ervaringen met den vreemdeling. Voorts vernam men, dat mynheer de baron chèques by zich draagt op de Dult- sche Bank te Berlijn, Iets dat het vermoeden wettigt, dat hij uit Berlijn afkomstig is. Men beweert, dat hij daar Inderdaad woont, een vrouw heeft en twee kinderen, tal van bedienden er op na houdt en groote verteringen maakt, terwyi niemand elgeniyk goed weet, hoe hij aan het geld komt. Men acht het dan ook lang niet on- waarschyniyk, binnenkort Iets naders om trent dit heer te vernemen. De heer O., alias baron K., vertoeft thans vermoedeiyk in Amsterdam, althans zijn vroegere hotelier kreeg van daar een briefkaart, welke woordeiyk aldus luidt: „Wil u my goed samen, pakke, ('t zyn twee bruin lederen tasschen en verschillende Engelsche leerboeken), as ik sake here hebbe, kan Ik eerst in de naaste 3—4 dagen komen. Hoogachtend, (w. g.) v. KAKOWSKA". De hotelier zal echter met het opvolgen dier order wel wachten, tot zyn rekening betaald Is, iets, dat wy zeer verstandig vinden. Naar alle waarschyniykheld heeft myn heer O., of baron v. K., kamers betrokken in het Vondelkwartier te Amsterdam. Men zy op zyn hoedel li. Ik zou verder de vraag beantwoorden, wanneer de kallbemestlng aan de welde gegeven moet worden. Onder de ver schillende weldeplanten, grassen en klaver zyn er vele, die meer dan één jaar bestaan. Zeer veel grassen zyn overbiyvend, b.v. byna alle beemdgrassen, het vlokgras, hel zwenkgras, het gewone raaigras en nog vele andere. Daarenboven liggen In den bodem van een grasland talryke zaadjes van verschillende plantjes, die In den zomer gebloeid hebben en welke zaadjes in het voorjaar zoo vroeg mogeiyk ont kiemen. Voor de overbiyvende gewassen In een grasland, die gedurende den zomer zooveel mogeiyk voedsel aan den grond hebben onttrokken, doordat zy, omhoog geschoten zynde, telkens weder van hare stengels en bladeren werden beroofd, Is het natuuriyk noodig, dat zy In den herfst reeds weder nieuw voedsel In den grond vinden, hetzy om dat In de wortelstokken of onderaardsche stengels op te hoopen, om in staat te zyn, In het voorjaar zoo vroeg mogeiyk nieuwe scheuten te geven, hetzy om nog vóór den winter nieuwe takken en bladeren te vormen. Ook de zaadjes, die reeds vroeg zullen ontkiemen, moeten den bodem wel bereid vinden en men mag de jonge plantjes niet laten verhongeren. Om deze redenen moeten wy dus als algemeenen regel aannemen, dat de bemesting van de welde reeds In den herfst moet plaats hebben. Als algemeenen regel, zeg Ik. Want het Is mogeiyk, dat er bizondere redenen bestaan om pas In den nawlnter of in het voor jaar de welde te verzorgen. Het Is nameiyk niet raadzaam om de weiden In den herfst te bemesten, In laagllggende ongedralneerde landen, als het water er veel afstroomt, evenmin In die streken, waar het land In den winter geheel overstroomd wordt. Doch In hooger gelegen landen kan men de kalibemesting het best In den herfst geven. De kali wordt toch door den bodem geabsorbeerd, dat wil zeggen „opgeslorpt en vastgehouden" en door den gewonen regen dus niet uitgespoeld. De laaggelegen welden, die onderloopen In den winter, moeten natuuriyk In het voorjaar zoo spoedig mogeiyk bemest worden en dat kan dan In denzelfden vorm en In dezelfde hoeveelheid geschieden als de herfstbemesting. En hoeveel kali moet nu in den herfst op de welden uit gestrooid worden en in welken vorm geeft men de kali het best? Onder de ver schillende kalizouten Is kaïniet het goed koopst en om In het groot op de welde uit te zaaien wel het geschiktst. Op zand gronden, op veen en moerasgrond en in het algemeen nog op alle humusryke gronden, geve men In den herfst op de welde kaïniet. Welland, dat nog niet bemest is geweest, kan men met goeden uitslag 1200 K.G. kaïniet op de hectare geven; na eenlge jaren kan men die hoeveelheid terugbrengen tot 800 K.O. Van de ver schillende grondsoorten moeten de zand gronden de meeste kaïniet hebben, n.l. ongeveer 800 K.G. per hectare. De zwaardere gronden kunnen volstaan met 400 K.G. en aan de zavelgronden geve men 600 K.G. Al de meststoffen, die men op de welde gebruikt, moeten goed fijngemaakt worden. De kaïniet Is nog al vochtaantrekkend en vormtnogal eens kluiten. Dekunstmestbreker moet hlerby goede diensten kunnen doen. Eenlge uren niet meer vóór dat men kaïniet zaait, kan men het vermengen met kalk of met het voor de welde be stemde slakkenmeel. Daardoor wordt het droog en beter strooibaar. Nadat de mest stoffen zyn uitgezaaid, zorge men er voor, dat men In het voorjaar de welde goed egt. De lucht treedt zoodoende In den bodem en doet dan de meststoffen beter tot haar recht komen. Ondertrouwd: J. ZEVENBERGEN en P. C. VERBOOM. Spijkenisse, 20 October 1910. Eenlge en algemeene kennisgeving. Ondertrouwd: J. M. JUMELET Dz. en ANTHONIA VAN DEN BERGE LD. Bruinisse, 21 October 1910. Getrouwd: M. J. C. OELUK A.Mz. en C. RIJSTENBIL Nd., die, mede namens wederzydsche Familie, hartelijk dank betuigen voor de bewyzen van belangstelling, by hun huweiyk onder vonden. Oud-Vossemeer, 20 October 1910.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1910 | | pagina 9