Ingezonden Mededeelingen.
Gemengd Nieuws.
MIDDELBURG "ZIERIKZEE.
einde elk misverstand te voorkomen, voort-
taan door den Minister van Oorlog In de
vóór 1 Juni uitgaande beschikkingen,
waarbij uitstel van herhalingsoefeningen
wordt verleend tot in het volgend jaar,
steeds zal worden medegedeeld of de
adressanten al dan niet behoeven deel te
nemen aan het onderzoek In het jaar,
waarin de opkomst voor herhalingsoefe
ningen had moeten plaats hebben. Ook de
Commissarissen der Koningin zullen bij de
gebruikelijke kennisgeving van het ver
leende uitstel dienovereenkomstig worden
onderricht, waardoor zij In staat zullen zijn
den burgemeester en den mllltle-commls
sarls de verelschte gegevens te verschaffen.
Met den Minister van Oorlog komt het
ook den Minister van Blnnenl. Zaken niet
noodlg voor om in de na 31 Mei uitgaande
beschikkingen van dezen aard een mede-
deellng op te nemen nopens eventueele
verplichting tot deelneming aan de Inspectie
In evenbedoeld jaar. Uitstel van herhalings
oefeningen tot in het volgend jaar, verleend
op 1 Juni of later, gaat alzoo nimmer ge
paard met herleving van de verplichting
tot deelneming aan de Inspectie In het
loopend jaar.
In verband met een en ander verzoekt'
de Minister de gemeentebesturen, alsmede
de militie-commissarissen met het boven
staande, voor zooveel noodlg, nader In
kennis te stelten en eerstgenoemden daarbij
uit te noodlgen In de openbare kennis
geving, door hen ingevolge art. 126, tweede
zinsnede, der Milltiewet 1901 te doen, te
vermelden, dat de verlofgangers, aan wie
vddr 1 Juni uitstel van herhalingsoefeningen
reeds werd of nog wordt verleend, tot In
het volgend jaar, In het loopende jaar wèl
aan de Inspectie moeten deelnemen, tenzij
zij uit anderen hoofde daarvan alsnog
mochten zijn of worden vrijgesteld; en
voorts dat die verlofgangers, in verband
met het hun verleende uitstel van her
halingsoefeningen, In het volgende jaar
niet aan de inspectie behoeven deel te
nemen.
In zoover wordt de circulaire van 11
Juni 1909 door den Minister ingetrokken.
Het bezoek wan den Koning en
de Koningin dep Belgen.
Vroeger dan verwacht werd, stoomde de
Koninklijke trein uit Baarn het Centraal
station binnen.
Hare Majesteit was gekleed in een mooi
wit zijden mantelpak met toque-hoed In
dezelfde kleur. Om de schouders droeg
Zij een marterbonten stola.
Prins Hendrik was in generaals-uniform
groot tenue, en over de borst had Hij
het lila-lint van de Leopoldsorde.
Slechts korten lijd verblijven de Koningin
en de Prins In het paviljoen. Al spoedig
traden zij weer naar bulten, en te kwartier
over twaalven weerklonk van den water
kant andermaal de losbranding van het
geschut ten bewijze, dat de Koning en de
Koningin der Belgen zich op Amsterdamsch
grondgebied bevonden. Hare Majesteit
treedt naar den voorgrond. Men ziet in de
verte, achter de Oostelpe viaduct, twee
Belgische vlaggen aanwapperen en te 12 u.
6 min. houdt de Koninklijke trein uit
Brussel vddr den looper stil.
Even wachten allen, dan openen zich
de deuren van het Vorstelijk salonrijtulg,
en Koning Albert en Koningin Elisabeth
treden naar bulten.
De begroeting Is zeer hartelijk. De
Koning, slank gaande in de Belgische
generaals-uniform, neemt haastig den steek
van het hoofd en kust onze Koningin de
hand. Daarna stelt Zpe Majesteit Zijne
gemalin voor, sierlijke verschijning In
zacht lila robe, waarover een zwart fluweelen
mantel neerhangt; tegen het donkere fond
kleuren levendig eenlge oranje-rozen, en
bty den mantel past een zwarte hoed met
reigerveeren. Zpe Majesteit draagt het
lint van den Nederlandschen Leeuw.
Daarna stelt H. M. de Koningin persoon
lijk de voornaamste aanwezigen aan den
Koning voor, die met vrlendelljken eenvoud
ieder de hand drukt, en omstreeks half
één verlaten de Vorstelijke personen het
station.
Koningin Wilhelmlna neemt met Koning
Albert In de eerste, door zes paarden ge
trokken, open galakoets plaats; Koningin
Elisabeth volgt met Prins Hendrik In de
tweede; en de dignitarissen en hofdames
volgen In 12 hofrljtulgen.
Op het stationsplein hebben honderden
dit oogenbllk afgewacht, en nauwelijks
heeft de stoet zich in beweging gezet, of
uit alle rijen komen flinke, hartelijke
ovaties. De hoera's zijn niet onstuimig,
maar levendig, en Koning Albert tikt
meermalen dankend aan zijn steek. Koningin
Elisabeth lacht vriendelijk.
Ook op het Damrak Is het dik van de
menschen, en de Dam Is zoo ver vol-
geloopen, als de polltle-afzettlng het ge
doogt. Men ontvangt er den Vorstelijken
stoet met algemeenen jubel, en het carillon
In den toren paart z|jn stemmen aan de
muziek van de grenadiers, die de volks
liederen speelt.
Kort na aankomst ten Palelze verschijnt
H. M. met Hare gasten op het balcon, dat
nu verhulfd Is met een baldakijn, en ont
vangen Koning Albert en Koningin Elisabeth
nog eens de massale begroeting van het
verheugde Amsterdam.
Bij het bezoek ten Raadhuizc heefl
de burgemeester de volgende toespraak
gehouden:
Het zal, naar Ik mij vielen moge, de
goedkeuring van Uwe Majesteiten weg
dragen, Indien Ik mij tegenover de
souvereinen van onze Belgische broederen
van de Nederlandsche taai bedien, om aan
Uwe Majesteiten de eerbiedige verzekering
te geven van de groote Ingenomenheid,
waarmede de vroedschap van Amsterdam
Haar ten Stadhuize van de hoofdstad
begroet. En het hartelijke welkom, dat ik
aan Uwe Majesteiten toeroep, het wint
aan kracht en beteekenls, nu het onze
beminde Vorstin Is, die, met Z. K. H. den
Prins der Nederlanden, u naar dit oude
Prinsenhof, zoo sober van constructie,
maar zóó rijk aan herinneringen, geleidt,
als ware het om Uwe Majesteiten persoonlijk
getuigen te doen zijn van ik herhaal
slechts de woorden, door onze Koningin
In een gedenkwaardig oogenbllk nog dit
jaar tot den raad gesproken de hecht
heid der „vele historische en enge
persoonlijke banden", die Haar en Haar
Huls aan Amsterdam verbinden.
Is het mij veroorloofd, hiervoor een
woord van diepe erkentelijkheid uit te
spreken, niet minder voegt het m|j, aan
Uwe Majesteiten den warmen dank van de
vertegenwoordigers der burgerij te vertolken
voor de hooge eer, haar met uw tegen
woordig bezoek bewezen, een eer, die in
ons allen de herinnering oproept aan de
aloude grootheid van de stad aan den
Amstel, en het besef verlevendigt, dat de
glorie van weleer niet is getaand, maar
dat daaraan nieuwe tijdperken van opbloei
zijn verzekerd.
Aan dezen dank moge Ik den door den
raad oprecht gevoelden wcnsch verbinden
voor het bestendige welzijn Uwer Majes
teiten, voor de welvaart van Haar land
en den voorspoed zijner bevolking, om
ten slotte met allen eerbied de hoop en
het vertrouwen uit te spreken, dat Uwer
Majestelts bezoek aan den zetel van het
gemeentebestuur van Amsterdam er mede
toe moge bedragen, om de banden nauwer
aan te halen, waardoor ons taal- en
stamverwante volk zich aan de Belgische
natie verknocht gevoelt.
(Onder verantwoordelijkheid van den Inzender).
Van 1—B regels YtS Cts.; elke regel meer lö Cts.
Veronachtzaamt nimmer
Aambeien.
Onder de noodlottige gevolgen van het
veronachtzamen van eenvoudige gevallen
van aambeien noemen wij bloedende aam
beien, die uw levensbloed afvoeren en de
oorzaak zp van algemeene zwakte en
bloedarmoede, uitstekende aambeien, een
der meest pijnlijke kwalen, die het mensch-
dom kent, verzworen aambeien, de hard
nekkigste vorm, die zich voor kan doen,
de ongeneeslflke fistel en verstopping van
het afvoerkanaal der ingewanden, hetgeen
gewoonlijk In eenlge uren noodlottig eindigt.
Vele mannen en vrouwen, die aan aam
beien lijden, verdragen deze zoo goed als zij
kunnen, omdat zij van nature teergevoelig
zijn en er tegen op zien om een behande
ling te ondergaan. Derhalve verwaarloozen
zij hun kwaal, totdat deze een hoogte bereikt,
waarop de pijn letterlijk ondragelijk wordt
en een operatie het eenlge redmiddel Is ter
voorkoming van verdere ontwikkeling, die
alleszins gevaarlijk zou zijn.
Foster's Zalf geneest echter zelfs ernstige
gevallen van aambeien en zonder dat gij
er eenlgen last van zult hebben bij uw
dageüjksche bezigheden. Zij Is wonderlijk
verzachtend en heelend; reeds de eerste
aanwending geeft een ongekend gevoel van
opluchting en rust aan de aangedane deelen.
Een geduldige verdere behandeling met de
zalf zal ongetwijfeld beloond worden door
een volkomen genezing.
Let erop, dat gij de edite Foster's Zalf
krijgt. Zij Is te Zlerlkzee verkrijgbaar bij
den heer M. S. Polak en te Tholen bij
den heer W. Potter, Hoogstraat. Toezending
geschiedt franco na ontvangst van post
wissel f 1,75 voor één - of f 10,— voor
zes doozen.
Vóór den winter.
De tjjd Is weldra weer aangebroken dat
alom In de landbouwende streken van ons
vaderland de wintergranen worden gezaaid.
Overal vergaderen reeds de landbouw-
vereenigingen om kunstmest aan te besteden
voor dit doel. Onlangs sprak Ik een land
bouwer, die me het volgende vertelde:
,ln onze streken bestellen de meeste
boeren In 't najaar slechts superphosphaat;
enkelen nemen ook kaïniet. Nu heeft men
ons in den laatsten tijd geleerd, dat de
planten slechts kunnen groeien en volop
gedijen, als ze drie voorname voeding
stoffen, stikstof, phosphorzuur en kali in
voldoende hoeveelheid In den grond
vinden. In superphosphaat en kaïniet zit
toch geen stikstof. Zou er dan In den herfst
nog zooveel stikstof In den grond zijn,
dat de wintergranen afzonderlijk bemest
moeten worden met phosphorzuur en kali
en niet met stikstof? Ik voor mij geloof
dat niet en Ik heb dan ook altijd gemeend
dat men ook in het najaar evengoed als
in het voorjaar voor alle zekerheid een
volledige bemesting moet geven. Hoe
denkt gij daarover?"
„Goed geredeneerd", zei Ik, „Inderdaad
bestaat er geen enkele reden om in het
algemeen aan te nemen dat op het einde
van den zomer of later de bodem nog
voldoende stikstof zou bevatten voor den
volgenden oogst. Integendeel bestaat er
alle kans, dat de stikstof verdwenen zat
zijn en Ik vind het juist van je geredeneerd
dat daar, waar de voorraad phosphorzuur
en kali wordt vernieuwd, dit zeker ook
gebeuren moet met dien van de stikstof.
Het is noodlg dat de uitgezaaide granen
zoo spoedig mogelijk ontkiemen en de
jonge planten vóór den winter nog zoo
krachtig mogelijk opgroeien, om zoo des
te meer kans te hebben den winter te
doorstaan en in het voorjaar met een ge
zonden stengel en stevige worteltjes den
groei weer te hervatten.
De geheele winter- of herfstzaallng moet
dus eenlgszins geforceerd gaan. Wat er
ontbreekt aan zonnewarmte en licht, want
de dagen worden kort en de zon verliest
haar kracht, moet aangevuld worden door
een krachtigere en vooral snellere werking
van den bodem.
Hoe gij dus ook bemest, uwe mest moet
volledig zijn en snelwerkend. Behalve
uwe phosphorzuur- en kalimeststoffen,
kunt ge dus niets anders geven dan een
zekere hoeveelheid chlll-salpeter. Nu weet
Ik wel, dat de meeste landbouwers be
zwaren zullen hebben die meststof vóór
het natte jaar uit te strooien. Welnu, mijn
raad voorkomt uw bezwaren, want Ik be
doel dat gij betrekkelijk slechts een kleine
hoeveelheid moet uitstrooien. Zoowel bij
wlntergerst als bij wintertarwe en rogge,
hebt gij slechts 50 i 100 K.G. chlii-
salpeter per H.A., direct bij het zaaien In
te eggen. Gij kunt dan de helft van de
rest der chlll-salpeter, die gij wilt geven
(stelt dat gij per H A. 3 4 zak wilt
gebruiken), direct vóór den winter uit
strooien en de andere helft der rest nog
een maand later. Ik geloof dat dat de beste
manier Is, en nu moet gfl het zelf maar
eens zóó probeeren, dan zullen we dezen
zomer eens zien hoe het uitvalt".
VERSLAG van het proefveld, ten be
hoeve van de Landbouwwinter-
cursus te Stavenisse in 1910,
door J. W. H. F. Buyze, onder
wijzer aan dien cursus.
Op een perceel grond, middelmatige kiel,
van den heer A. D. van Kooten, en ge
legen aan den rijweg, beneden den ooste
lpen havendp, werd dit jaar een kall-
bemestingsproef op aardappelen aangelegd.
De voorvrucht was suikerbleten.
De soort was Zeeuwsche bonte.
Alles had een bemesting van superfos
faat, tegen 600 K.O. per H.A.
Het proefveldje bestond uit 4 perceelen,
elk van 1 A.
Perceel I. Zonder kali en 3 K G. chlll-
salpeter gaf 239 K.G. groote
en 52 K.G. kleine.
II. 12 K.O. kallmeel en 3 K.G.
chillsalpeter gaf 269 K.G. groote
en 57 K.G. kleine.
III. 4 K.O. patentkall en 3 K.G.
chillsalpeter gaf 247 K.O. groote
en 57 K.G. kleine.
IV. 2 K.G. chloorkali en 3 K.G.
chillsalpeter gaf 222 K.G. groote
en 47 K.G kleine.
Het kallmeel was aan het Rpsland-
bouwproefstatlon te Goes onderzocht.
De uitslag was 9,3 pCt. kali en oplos
baar In mineraalzuur 2,8 pCt.
De hoeveelheden kalimeststoffen brachten
dus alle 100 K.G. kali per H.A. In den
bodem.
De chillsalpeter was In tweeën gegeven,
n.l. de helft bij het opkomen en de helft
bl| het aanaarden, resp. 12 Mel en I Juni.
Alle perceelen zp tweemaal met de
gewone bouillle-bordelaise besproeid.
Het gewas is geoogst 2 Sept. LI.
Er waren weinig zieke aardappelen In
en die er nog voorkwamen, waren over de
4 perceelen gelp verdeeld. De kwaliteit
is zeer goed.
Stavenisse, Sept. 1910.
De proefnemer,
J. W. H. F. BUYZE.
Bouwmeester en de K, V.
In enkele bladen heeft een stukje uit
Indlë gestaan, waarin nog eens werd aan
gedrongen op heropening van de gelegen
heid voor Bouwmeester, om In de K. V.
„Het Nederlandsch Tooneel" terug te
keeren. Naar aanleiding daarvan heeft
Hel Vad. een schrpen ontvangen „van
bevoegde zijde", waarin het volgende Is
te lezen:
,Men kan, na al wat er tusschen Bouw
meester en den Raad van Beheer van het
Ned. Tooneel Is gebeurd en de wijze
waarop B. zich over den Raad uitlaat,
bezwaarlijk elschen dat zij B. helpen.
En wie alles weet, zal dat ook niet ver
wachten. De heer Borel haalt er ook
Van Nouhuys bij. Maar het gaat toch
waarlijk niet aan dezen persoonlijk aan
sprakelijk te stellen voor wat de Raad van
Beheer besluit te doen, of niet te doen.
Natuurlijk is het gemakkelijk lyriek te
geven over B.'s treurige positie, maar die
lyrici oordeelen op hoogen toon over ver
houdingen die door buitenstaanders, wien
veel van wat er gebeurd Is onbekend
moet zijn, niet beoordeeld kunnen worden".
Komt plotseling grijs worden van
de haren voor?
In de Deutsche medizinische Wochen-
schrlft heeft onlangs Stleda ultKonlgsbergen
deze vraag behandeld en In ontkennenden
zin beantwoord. Tot dusverre, zoo zegt
hij, bestaat er nog niet één deugdelp ge
constateerd geval, dat bewijzend is. Alle
tot dusverre In de litteratuur meegedeelde
gevallen berusten op onnauwkeurige waar
neming of op opzeltelp bedrog.
Het beroemde geval van Maria Antoinette,
die In den nacht volgende op hare ver
oordeeling grp geworden zou zp, is
reeds door Charcot in twijfel getrokken,
ofschoon deze over 't algemeen geneigd
was, het feit mogelp te achten. In de
historische geschriften, zegt hij, wordt het
nergens duidelijk bevestigd. Wel was
Maria Antoinette grp toen zij terecht
gesteld werd, maar zQ was dat reeds
vroeger, ook bijv. reeds bij de terecht
stelling van den Koning. Stleda citeert een
groot aantal door Eble in een bekend
boek over de haren verzamelde gevallen,
wier gebrek aan bewpkracht voor het
meerendeel Inderdaad al heel duldelp in
het oog springt.
De herkomst der mededeelingen wordt bij
de meeste in 't geheel niet vermeld, of wel
het zijn verhalen uit de zooveelste hand.
't Zelfde geldt van de andere door Stleda
verzamelde gegevens. Niet onvermakelijk
is de beschrijving van den grooten Brown-
Sequard van een z.g. aan zich zelf waar
genomen geval: voor den spiegel trok hij
zich vijf witte haren uit; eenlge dagen
later vond hij er zoowaar weer drie
Dat bewijst niet alleen, dat een groot
man zijn Ijdelheldjes hebben kan, maar
ook, dat hij zichzelf wel eens bedriegt
wie waarborgt, dat zelfs een zoo nauw
keurig onderzoeker niet drie witte haartjes
over 't hoofd kan hebben gezien, of dat
het drietal niet In den tusschen-tljd nieuw
waren uitgegroeid, en dus geen wit ge
worden zwarte haren waren? Toch wordt
het geval zelfs door Metsjnlkof als bewp
aangehaald.
Als slot-apotheose werden twee gevallen
aangehaald, die door dr. Behrend uit Berlijn
zp medegedeeld, waar zware emoties, in
't ééne geval in verband met een oog
operatie, in 't andere geval in verband met
financleele zorgen, plotseling grp worden
veroorzaakt zouden hebben. In beide ge
vallen ontpopte zich de ware oorzaak In
een haarkleurmiddel, waarvan het ge
bruik werd gestaakt 1
Stleda stelt twee mogelijkheden van grp-
worden: óf de donkere haren vallen uit
en worden door witte vervangen, óf (min
der vaak) In 't voortgroelende haar wordt
In het jongere, onderste gedeelte, geen
pigment (kleurstof) gevormd; het onderste
deel ziet dan wit, en het oudere, hoogere
gedeelte blijft donker, totdat de schaar
het werk der natuur te hulp komt.
De opvatting, dat eenmaal aanwezig
pigment verdwpt, Is volgens Stleda on
juist. Zulk eene werkelijke ontkleuring
bestaat niet, en het plotseling optreden
ervan Is dus onmogelp.
Marken onder water. Op Zondag
4 dezer Is, naar men aan de Stand, meldt,
het eiland Marken door het zeewater
overstroomd, zoodat de landerpn onder
water staan; den ganschen Zondag waren
de veehouders bezig hun vee In veiligheid
te brengen. Naar aanleiding hiervan Is aan
H. M. de Koningin een adres gezonden,
waarin verzocht wordt maatregelen te doen
nemen tot het oprichten van een water
gemaal.
Te Maagdenburg hadden twee
jongens van negen jaar veel plelzier met
telkens In een grooten koffer weg te
kruipen. Dat ging goed, tot de koffer,
terwijl zij er In zaten, dicht en op slot
sloeg, De twee jongens zp geslikt.
Een medewerker van het Berliner
Tageblatt geeft de volgende niet onver
makelijke beschrijving van den Tsesarewltsj
en eenlge van zp neefjes en nichtjes in
een speelgoedwinkel
Vóór een speelgoedwinkel In de met
ontelbare bonte vlaggen versierde Park-
strasse, de groote straat van Nauhelm,
die langs het prachtige Kurpark loopt,
staat een donkergroene met twee groote
bruine paarden bespannen open equipage.
Honderden menschen staan om het rijtuig
heen en worden niet dan met moeite door
de polltie-agenten verhinderd den toegang
te versperren. Wat gebeurt er? De
Tsesarewltsj uit Frledberg is er met twee
kleine Hessische prinsjes, Ludwig en
Georg, en twee Grleksche prinsesjes, zp
speelmakkertjes In het kasteel te Frledberg,
en eenlge dames, die op de jeugd toezicht
houden. Zij zijn aan het winkelen.
Vroeger hielden twee detectives de wacht
vóór den winkel om het protanum vulgus
te weren, zoolang de jonge prinsjes
binnen waren. Thans Is de bewaking
minder streng. Toch ziet men er bijna
uitsluitend Russen, lieden die koopen
willen wat juist niet te krijgen Is.
Alle kinderen zijn In het wit, behalve
de Tsesarewltsj. Deze is een aardige
blonde, gezonde jongen van vijf jaar en
draagt een blauw pak, hooge laarzen en
een witte pet met gouden strepen. Allen
zijn druk aan het uitzoeken. Wie meent,
dat het om kosrbare zaken gaat, vergist
zich De jongelui hebben niets anders
dan het laa ste restje uit den spaarpot,
die oniangs voor hetzelfde doel bijna
geleegd Is. Het speelgoed, dat ze koopen,
kost ten hoogste 30 cts. Wel heeft dezelfde
winkel duurder speelgoed naar het kasteel
gezonden, maar toch bq lange na niet zoo
duur, ais rijke Engelschen en Amerikanen
plegen te koopen. De groothertogin koopt
b.v. meestal fröbeldoozen.
De kinderen, die zeer opgewonden zp
en begeerig alle uitgestalde heerlpheden
bekijken, spreken Engelsch. Alleen wanneer
de gouvernante van den Tsesarewltsj hem
Iets te vertellen heeft, spreekt zij Russisch
en noemt hem eenvoudig Alexei. De
kinderen worden zooals leder ander
bediend. De kleine Oeorg stopt voort
durend zp zakken vol met alle heerlijkheden,
die binnen zijn bereik vallen, maar zijn
kinderjuffrouw toont niet minder volharding
en zet geduldig alles weer op z'n plaats.
De Tsesarewitsj gedraagt zich anders dan
de andere kinderen. Hij houdt zich verstopt
achter de toonbank en In vergelijking met
zp kameraadjes Is hij schuchter en terug
houdend. Wanneer de deur opengaat of
iemand van het personeel onverwacht
achter hem aankomt, krimpt hij Ineen. Er
is iets niet te miskennen angstigs Irrhet
kleine kereltje wie weet wat men hem
thuis van slechte menschen vertelt, die hem
willen vervolgen. Nu zit hij met de
kleine Margaretha van Griekenland op een
mlnlatuur-auto en rfldt voor de toonbank
heen en weer. Plotseling hoort men hém
luid en scherp kijven en ziet hem boos
tegen het kleine prinsesje praten. Alexei
wil nml. alleen In zijn auto zitten en
verlangt zp troon met niemand te deelen,
Margaretha moet eruit. Natuurlp zet hij
tenslotte zp wil door.
Het bezoek duurt een half uur. De
klantjes halen de portemonnale te voor
schijn en betalen zelf, hetgeen ze ongemeen
prettig schpen te vinden. Gewoonlijk
zorgen de gouvernantes voor het geld,
nu Is anders beschikt. Met volle armen
en handen gaat het achttal groot en klein
weer in het rijtuig. Prins Georg zwaait
met zijn pet en roept vroolp goeden dag,
maar de kleine Alexei kruipt tusschen twee
dames op de achterbank en kijkt met
anstlge verbaasde oogen naar de zoo
ongewoon dlchtbp menschen. Hij schijnt
echt bl|j te zp als het rijtuig wegrijdt.
Spoorweg-ongeluk. Een ernstig
spoorweg-ongeluk had plaats aan het slation
Bernay. De trein, die Zaterdagmiddag om
1.40 uit Cherbourg vertrok, bereikte om
4.50 Bernay en stoomde In volle vaart het
station binnen, toen zich eensklaps een
vreeselp gekraak deed hooren. De machine
sprong uit de rails, liep nog 150 meter
door en viel toen om, na verscheidene
tefegraafpalen te hebben afgebroken. De
goederenwagen liep op de omgevallen
locomotief te pletter en eveneens de eerste
personenwagens. Zóó hevig was de schok,
dat een wagen op den boulevard Dubui,
die langs de spoorbaan loopt, werd omver
geworpen. Een dame, die op dien boulevard
liep. werd gedood door een stuk per, dat
haar trof en nog verscheidene voorbij
gangers werden gewond door stukken rail
en overblijfselen van de vernielde wagens,
die overal rondvlogen. Op de spoorbaan
aanschouwde men een ijselp tafereel van
verwoesting. Van de 18 wagens, die de
trein telde, waren er slechts 6 In de rails
gebleven, de andere lagen verpletterd,
ineengeschoven of omgevallen over den
weg en daaruit stegen hartverscheurende
jammerkreten op. De stationsbeambten van
Bernay snelden toe en organiseerden de
eerste hulp. Men kon nu den vollen om
vang van de ramp overzien. Er zp 7
dooden, waartoe ook de machinist en de
stoker behooren, die half verbrand onder
de machine lagen. Het aantal gewonden
bedraagt 25 a 30, waaronder er zp die
zwaar gewond werden. Deze zp naar het
hospitaal en naar de verschillende hotels
In de stad gebracht, waar zij verpleegd
worden. De mlnder-ernstlg gekwetsten zijn,
nadat zQ verbonden waren, met een hulp-
trein naar Parijs vervoerd. Eenlge reizigers,
die aan het gevaar ontkomen zp, ver
klaren dat de trein, na Caen verlaten te
hebben, zóó hard reed dat men zich
ernstig ongerust maakte. Zoo reed hij In
razende snelheid een tunnel door, die zich
ongeveer 200 meter van het slation Bernay
af bevindt en ook bij het naderen van dit
station verminderde de trein zp snelheid
niet.
STOOMBOOTDIENST
SEPTEMBER.
AMSTERDAMSCHE TIJD.
Van Middelburg:
'smorg. 'smidd.
Van Zieriksee:
Zaterd. 17 7,30
Zondag 18 7,30
Maand. 19 7,30
Dinsd. 20 7,30
Woens. 21 7,30
Dond. 22 7,30
Vr|dag 23 7,30
Zaterd. 24 7,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
4,-
4,—
s in org.
Zaterd. 17 7,30
Zondag 18 7,30
Maand. 19 6,30
Dinsd. 20 7,30
Woens. 21 7,30
Dond. 22 6,30
Vrjdag 23 7,30
Zaterd. 24 7,30
'smidd.
3-
3,-
3,-
3-
3,-
3,-
3,-
3,-
Indlen reizigers van Zlerlkzee naar Qoes, b|
den Agent te Zlerlkzee, vóór het vertrek der boot,
(tfdlg voor de ochtendrelzcn op den vooraf-
gaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor
den wagen van Catsche veer, zal om een b|-
wagen naar Qoes worden getelegrafeerd.