vergunning wordt geweigerd (artikel 8,
eerste lid).
In plaats van de woorden .wanneer de
verzoeker een openbaar ambt bekleedt"
zou worden gelezen .wanneer de verzoeker
een betrekking In dienst van een publiek
rechtelijk lichaam bekleedt of lid Is van
een college van Burgem. ert Weth. of van
Qedep. Staten".
De voorgestelde verandering wordt ge
motiveerd door de moeilijkheden, die zich
nu en dan voordeden bij de vaststelling,
wie als ambtenaar moet worden beschouwd,
wie niet.
Afzonderlijk zijn nu ook de leden van
Burgem. en Weth. genoemd, omdat dezen
niet steeds worden begrepen onder het
voorafgaande en de bedoeling het uit te
sluiten toch ongetwflfeld bij den wetgever
bestond, Immers Burgem. en Weth. zijn
mede geroepen om de Drankwet uit te
voeren.
De Krupp-commissie.
Donderdag vergaderde, naar men weet,
de Tweede Kamer met gesloten deuren
ter behandeling van het rapport der Krupp-
commlssle. Daar de commissie naar de
Avp. verneemt voorgesteld heeft om tot
openbaarmaking van het rapport over te
gaan, kan deze binnen weinige dagen
worden verwacht.
Groenbemesiing.
In Juli en Augustus Is het de beste tQd voor
de groenbeme8tIng, tenminste als men de groen-
bemesttngsplant, als stoppelvrucht zaait. Zooals
de landbouwers tegenwoordig reeds vrQ algemeen
weten, verstaat men door groenbemesting het
zaaien van vlinderbloemige gewassen, zooals
erwten, lupine, wikken, klaver enz. met het doel
deze onder te ploegen. Daardoor verkrijgt men
'n hoeveelheid humus in den grond en een niet
te versmaden hoeveelheid stikstof, daar de
vlinderbloemige planten de stikstof uit de lucht
In den bodem vastleggen.
Om den humus en de stikstof te verkrijgen en
die belde zoo groot mogelijk te doen zijn, is het
noodig, dat de groenbemestingsgewassen een zoo
groot mogelijk beschot maken en dus weelderig
groeien. Het is, dunkt mij, een zeer verkeerde
methode om dezen oogst te willen verbouwen
zonder bemesting. Wil men met die groenbe
mesting een groote winst maken, dan kan men
niet anders dan zich ook eenige uitgaven ge
troosten, dan moet men den bodem voorzien van
phosphorus en zeer zeker ook van kali.
Het is over de kalibemesting bQ sommige
vlinderbloemige gewassen, dat ik ditmaal een
enkel woord wil zeggen.
Veronderstel dat gij een zandgrond hebt,
waarop gQ lupine wilt zaaien als stoppelvrucht,
dan moet gij de lupine-boontjes maar niet zoo
op het omgeploegde stoppelland zaaien, zonder
dat dit bemest is. Om een rijken oogst aan
lupine te hebben is het noodig, dat het land
400 k 500 K.Q. kaïniet per H.A. krQgt. Deze
kallmest wordt onmiddellijk na het maaien van
het koren uitgezaaid. Wanneer dit niet gebeurt
is alle moeite te vergeefs en zijn alle andere
gebruikte meststoffen als het ware weggeworpen.
Wij moeten om dit te verklaren, wijzen op de
reeds door talrijke proeven bewezen zoogenaamde
minimum-wet, volgens welke de oogst zich schikt
naar die stoffen, welke in de geringste hoeveel
heid In den grond zijn. Veronderstel dus, dat de
grond overvloedig voorzien is van stikstof en
phosphorus, maar de kali is afwezig of slechts
in geringe hoeveelheid aanwezig, dan komt de
stikstof en de phosphorusmest niet tot haar recht.
Alleen dus door het aanwenden van kali, worden
de andere meststoffen in werking gebracht Men
bedenke daarbij ook, dat wanneer de lupine
ondergeploegd wordt en er dus niets van het
land verwijderd wordt, men al deze meststoffen
In den grond behoudt en dat deze dus alle ten
goede komen aan het volgende gewas. Het kan
gebeuren dat de transportkosten voor kaïniet
nogal groot zijn; men neme dan in plaats van
kaïniet 200 K.G. g'ezulverde kallmagnesia (in den
handel onder den naam van patentkali bekend).
Deze bevat pl m. 26 pCt. zuivere kali. Verder
hebt gij bQ het gebruik van kaïniet tevens te
zorgen voor een ruime hoeveelheid kalk in den
grond.
,Wat de lupine Is voor de zandgronden, is de
wikke voor zwaardere gronden". Op lichtere klei
gronden vermenge men 100 K.G. erwten en 100
K.G. wikken per H.A. Zaait men enkel wikke dan
kan men volstaan mer 150 K.G. zaad. Ook op
deze gronden, op zwaardere kleigronden, op
leemachtig zand enz. is een voorafgaande be
mesting met kali en phosphorzuur noodig. Het
is een verkeerd denkbeeld, dat de planten op de
klei geen kali gebruiken. Even goed als op
andere gronden. Wel bevat de klei naar even
redigheid meer kali, maar het is toch vrij duidelijk,
dat bi] de heerschende gewoonte van kaliroovende
verbouwing (bleten, aardappelen, enz.) ook deze
voorraad op de meeste gronden uitgeput wordt.
Op lichte kleigronden kan men voor de groen
bemesting van wikke, erwten enz. volstaan met
300 K.G. kaïniet; op zwaardere gronden geve
men 100 k 150 K.G. chloorkalium, terwijl men op
leemachtige bodems goed doet, behalve kalk een
grootere hoeveelheid kallmest te geven, b.v.
200 K.G. chloorkalium.
Een moeilijke arrestatie.
De bekende uitbreker, die verleden jaar uit de
strafgevangenis te 's-Hertogenbosch is ontvlucht,
waar hQ een straf van 5 jaar had te ondergaan
voor een ongeveer 3 jaar geleden gepleegde
inbraak In een goud- en zilversmidswinkel aan
den Nleuwendijk te Amsterdam, is gisterenna
middag door de politie in een woning aan de
Weteringdwarsstraat te Amsterdam aangehouden.
Tot het laatste oogenbllk heeft de man, Arie
Boere genaamd en 36 jaar oud, getracht te ont
komen. De politie, die er met man en macht op
uit was getrokken om dezen zeer gevaarlijken
misdadiger weer veilig achter slot te krijgen,
vond, na de woning op den beganen grond
zoowel als op de daken omsingeld te hebben,
alles zorgvuldig afgesloten. Een smid moest er
bijgehaald worden, om het slot der straatdeur
open te steken, welke daarna geforceerd moest
worden, omdat zij bovendien met grendels was
afgesloten.
Toen begon de doorzoeking van het huis. Het
bleek, dat Boere de vlucht naar boven had ge
nomen; dit zou hem echter niet baten, omdat op
het dak talrijke rechercheurs hem opwachtten.
Óp een gegeven oogenbllk zagen deze dakpannen
bewegen, en het hoofd van den misdadiger door
een opening, welke hij gemaakt had, naar bulten
steken. Toen de rechercheurs hem een revolver
onder den neus hielden, trok hij zijn hoofd weer
terug; het volgende oogenbllk werd hij over
weldigd door de politiemannen, die door de
straatdeur naar binnen waren gedrongen. HQ was
toen bezig zich uit te kleeden, met de bedoeling
om zijn overbrenging naar het bureau te be
moeilijken; hij verwachtte toch, dat men hem niet
geheel ontkleed over de straat zou voeren. Dat
hij intusschen van plan was, zijn vrijheid zoo
duur mogelijk te verkoopen, bleek hieruit, dat hij
met een zwaren bijl gewapend was, waarvan hij
zeker gebruik zou hebben gemaakt, als hij niet
onmiddellijk voor de overmacht had moeten
zwichten.
De overbrenging naar het polltle-bureau In de
Ferdinand Bolstraat had per celwagen plaats. De
arrestant, een zeer robuste kerel, stelde zich zóó
razend te weer, dat hij aan handen en voeten
gebonden, en bovendien van den hals tot de
voeten in touwen gewikkeld moest worden. Zelfs
toen nog was het zóó moeilijk hem in bedwang
te houden, dat drie rechercheurs met hem in den
celwagen den rit naar het politie-bureau moesten
meemaken. Hier moest hij worden binnengedragen,
en verzette hij zich weder hevig, zoodat een
groote volksmenigte te hoop liep, en het tram
verkeer bijna gestremd werd.
Op het polltle-bureau begon hij onmiddellijk
zich als een volslagen krankzinnige aan te stellen,
vooral wanneer er iemand het wachtlokaal binnen
kwam, van wlen bQ vermoedde, dat het een
dokter was, waarvoor hQ achtereenvolgens eenige
inspecteurs in burgerkleeding hield. Zoodra hQ
de vergissing bemerkte, werd hQ kalmer; toen
elndelQk een geneesheer binnenkwam, zag hij
dezen weer voor een inspecteur aan. OnmlddellQk
begon hQ zich echter weer woest aan te stellen,
toen de dokter hem aan een voorlooplg onderzoek
begon te onderwerpen.
De gearresteerde is een zeer gevaarlQk slag
misdadiger. Niet alleen leeft hQ van roof en in
braak wanneer hQ zich op vrije voeten bevindt,
maar hQ behoort ook tot een beruchte bende, die
haar werk maakt van het plegen van onzedelQke
handelingen en dit dan dienstbaar maakt aan
chantage-doeleinden. Tot het terrein van hun
werkzaamheden kiezen deze misdadigers, voor-
namelQk bQ avond, het Vondelpark uit. GewoonlQk
staat de politie machteloos tegenover deze prac-
tQken.
Kort nadat de straf tQd van Boere was aan
gevangen, werd hQ tot observatie zQner geest
vermogens naar het krankzinnigengesticht te
Medemblik gezonden, van waarhQ echter ontsnapte.
Daarna geraakte hQ weer in handen der politie
en ontvluchtte verleden jaar uit de strafgevangenis
te 's-Hertogenbosch. Daarna heeft hQ naar
Engeland de wQk genomen. Althans het staat
vast, dat hQ niet lang geleden onder een valschen
naam te Londen veroordeeld werd ter zake van
gewelddadig verzet tegen een politie-agent.
Vóór dit alles heeft hQ In België wegens ver
schillende mlsdrQven een zeer langdurige gevan
genisstraf ondergaan.
De gearresteerde werd na een kort verblQf op
het politie-bureau naar het huls van bewaring
overgebracht.
Donderdag 1.1. is hQ, onder sterk gelelde, naar
de gevangenis te 's-Hertogenbosch teruggebracht,
alwaar hij door de justitie terstond in verhoor is
genomen.
Tegen het bliksemgevaar.
Het buitengewone aantal doodelQIce on
gelukken In binnen- en buitenland, in de
laatste weken wederom door den bliksem
veroorzaakt, doet opnieuw de aandacht
vestigen op de meer of minder bekende
middelen om zich tegen het bliksemgevaar
zooveel mogelijk te beschermen.
De bliksem zoekt steeds den besten weg
om uit de wolken in de vochtigheid der
aarde door te dringen. Hij treft derhalve
bij voorkeur zulke hooge, puntige voor
werpen, die direct met het grondwater of
met vochtige plekken onder het aardopper
vlak in verbinding staan, zooals b.v. hooge
boomen, draden die in den grond ver-
loopen, torens die met hun fundamenten
diep in den grond staan enz. Daarbij is
de weg van den bliksem niet altQd lood
recht van boven naar beneden; hij springt
vaak van zijn weg of vertakt zich naar
andere voorwerpen, die goede geleiders
van de electricileit zijn. Daartoe behooren
ook menschen-verzamelingen, waarvan
tengevolge der uitademing en de werking
van de huid steeds vochtigheid uitgaat.
Zeer vatbaar om getroffen te worden zijn
voorts alle metalen vanwege hun zeer
groot electriciteit geleidend vermogen.
Als regel neme men derhalve in acht
om bij onweders vóór alles hooge, spitse
voorwerpen te mijden en zich verre te
houden van boomen, metalen en menschen-
ophoopingen. Heel merkwaardig heeft de
statistiek aan 't licht gebracht, dat naald-
boomen en van het loofhout, de beuk, het
zeldzaamst door den bliksem getroffen
worden, de eik daarentegen de sterkste
aantrekkingskracht op het hemelvuur uit
oefent.
De wind verhoogt het bliksemgevaar.
Men zal dus verstandig doen, als men met
vrouw en kinderen onder weg door onweer
overvallen wordt, niet hard te gaan loopen,
maar liever zich kalm nat te laten regenen
dan door snelle beweging de lucht in be
roering te brengen en daardoor het bliksem
gevaar te vergrooten.
Ook zij men op zijn hoede niet te dicht
bij elkaar te loopen of elkaar of de kinderen
aan de hand vast te houden: dat geeft
slechts aanleiding tot het vormen eener
geleiding voor de electriciteit. Op straat
of op een landweg is men 't veiligst in
't midden tusschen de beide rijen huizen
of boomen.
In de kamer moet men zich bij onweer
niet in de nabijheid der gas- en water
leidingbuizen ophouden; men hlijve ver
van de lampen en bade niet tijdens een
onweer en telefoneere ook niet. Om de
vochtigheid in de kamer te verminderen
doet men een raam open een maatregel
die alleen dan gevaarlijk is, wanneer de
wind op het raam staat.
Een antwoord aan Poeriskjewitsj.
Ignotus zendt aan de N. Crt., met bizonder
genoegenhet onderstaande Russische
antwoord aan Poerisjkewitsj, die het protest
der Hollandiche Kamerleden op de tribune
van de Doema verscheurde.
In no. 143 (van 9 Juni j.l.) van het
dagblad Rjetsj, schrijft de heer Wlad. Azof
't volgende:
„De heer Poerisjkjewitsj weet van Neder
land bitter weinig af. Hij kent de Hol-
landsche kaas en het Hollandsche linnen.
Daarom is het hem zoo gemakkelijk af
gegaan, het Hollandsche protest tegen de
„annnexatie" der Finsche constitutie te
verscheuren. Maar ook zijn geestverwanten
weten van Holland weinig af, en daarom
hebben ze de ploertige geste van hun
leider met handgeklap en gehinnik beloond.
Wat is er aan te doen? Daar is geen eer
aan te behalen. Ja, als ze behalve de
Hollandsche kaas ook de Hollandsche kunst,
den Hollandschen wereldhandel, de Hol
landsche eerlijkheid, de Hollandsche zinde
lijkheid hadden gekend als hun bekend
ware de Hollandsche standvastigheid in
den strijd met Spanje en met de natuur
betoond; als ze eens de Hollandsche
dijken gezien hadden!
De armen van geest weten weinig van
Holland af! Anders zouden ze weten, dat,
twee honderd jaar geleden, Rusland naar
Holland reizen heeft gemaakt om daar
verstand en beschaving op te doen. Ze
zouden zich den Russischen Tsaar herin
neren, die in Holland als eenvoudig
timmerman heeft gewerkt en ijverig de
gewoonten en zeden bestudeerd van dit
land, dat klein van gebied, maar sterk aan
geest was. Dan zouden ze weten, dat,
lang voordat Bessarabië Russisch is
geworden, dlkgemeste moederszoontjes bij
kudden naar Holland zijn gereisd, om daar
het a-b-c der Europeesche beschaving
te leeren. Als boerenkinkels, leegloopers
en lomperds gingen ze weg en kwamen
als menschen terug. De Koersksche edel
man Markof2) gelieve in zijn familie
archief een kijkje te nemen. Is er geen
enkele uwer voorzaten naar Holland ge
reisd om er een menschelljk aangezicht
te halen? -En nu gaat gij over Hollandsche
kaas en Hollandsch linnen spreken 1 Hebt
ge dan de doebinka 3) vergeten, die twee
honderd jaren geleden op uwe luie ruggen
rondwandelde om er het Aziatische uit te
slaan? 't Was immers een Hollandsche
doebinka 1
Wat een goed ding is toch onbeschaafd
heid! Daarachter, als achter een steenen
muur leven de nakomelingen der lomperds
en der leegloopers uit den tQd van Peter.
Ze hinneken waar ze eigenlQk huilen
moesten, ze bluffen waar ze eigenlQk be
hoorden te blozen. Door hun onbeschaafd
heid gepantserd, weten ze niet wat ze doen.
Als ze eens wisten welke rol Holland
in Rusland's geschiedenis heeft gespeeld,
dan zouden ze het Hollandsche protest
niet met de Hollandsche kaas afdoen. Ook
het Engeische protest zullen zQ verscheuren.
Wat hebben ze met de verteederde ver-
schQnselen van internationale solidariteit
te maken. Ze kennen Engelsch zout en
Engeische pleister, maar van het Enge'.sche
gevoelig geweten hebben ze nooit gehoord.
En het Fransche protest zal dien weg
opgaan in de mand. Wat weten ze van
FrankrQk? De Fransche ziekte?.
Alleen van Duitschland weten ze wat
meer; ze hebben van de Duitsche ge
pantserde vuist gehoord en kruipen op
handen en voeten wanneer ze er mede
worden bedreigd, 't Eenige wat ze begrQpen
is de vuist".
Poerisjkjewitsj Is afgevaardigde van Bes
sarabië, dat in 1877 Russisch Is geworden.
Een tweede Poerisjkjewitsj.
3) De knuppel, welken Tsaar Peter steeds bQ
zich had en waarmede hQ allen, die hem in 't een
of ander mishaagden, séance tenante afstrafte.
Da overstroomingen.
Thans, nu het water van de Ahr weer
In zi|n gewone bedding is teruggekeerd,
kan men eerst een overzicht krijgen van
de aangerichte verwoestingen In het zwaar
geteisterde dal.
De materieele schade bedraagt, volgens
opgave der autoriteiten, veel meer dan
drie mlllioen mark, ja, komt de vier millloen
mark nabij, als men de schade aan de
hulzen toegebracht en het verlies aan vee
mederekent.
De eerste berichten betreffende het aan
tal vermiste personen worden bevestigd.
Daaronder bevinden zich echter een groot
aantal vreemde arbeiders, die In de eerste
verwarring met het weinige, dat zij gered
hadden, naar andere arbeidsplaatsen trokken.
Zooals bij elke groote ramp, maakte
ook hier het schuim der bevolking zich
de gelegenheid ten nutte om te rooven en
te plunderen.
Die roovers waren voornamelijk de
vreemde arbeiders, die met het oog op
den aanleg van verschillende spoorweg-
werken zich tijdelijk In het Ahrdal gevestigd
hadden. Velen van hen kwamen bij de
ramp om het leven, In de zakken van
verscheidene lijken werden de gestolen
voorwerpen gevonden.
De laatste dagen Is men bezig In de
gansche streek, die door het water bedekt
Is geweest, naar lijken te zoeken.
Over 't geheel worden de overstroomlngs-
berlchten uit Zwitserland gunstiger. Maar
In Engadin Is nieuw gevaar ontstaan door
overstrooming van de Lanquarteen
romantlschen bergstroom, die nu wegen
en bruggen vernielde en veel nieuwe
schade aanrichtte.
Uit Hongarije komen nog steeds treurige
berichten.
Te Szegedin vermaard om de water
ramp van jaren geleden heeft men ook
door een wolkbreuk weder groote over
strooming gehad. In vele straten staat het
water een paar meter hoog en honderden
hulzen zijn er overstroomd. Er zijn ook
verscheidene huizen Ingestort. Te Pleskuca
bij Arad zijn 12 huizen door het water
weggeslagen. Twee menschen verdronken
daarbij.
Uit Zwitserland komen nog allerlei be
richten van overstroomings-ellende. Bij
Kradolf zijn In een garenfabriek elf menschen
verdronken. De groote ijzerfabriek hij
Oerlafingen en de papierfabriek van Biberist
staan geheel onder water en een papier-
voorraad van een millloen francs Is weg
gedreven.
Te Luzern zijn de Reuss en het Meer
nog gewassen. De fraaie Schweizerhofkade
staat geheel onder water. Het verkeer kan
alleen met vaartuigen, auto's of andere
rtytuigen geschieden.
In het dorp Muolatal (Schwyz) zijn elf
hulzen Ingestort. De Muota stroomt er door
de straten; bruggen en wegen zijn vernield.
Ook te Brunnen, aan het Vlerwaldsialter-
meer is de ellende groot, alsook te Wallen-
stadt, In het kanton St.-Oallen, en op vele
andere plaatsen.
Naar schatting zijn door de over
stroomingen In Zwitserland ruim 50
menschen verdronken.
Volgens de laatste berichten werd het
weder wat beter, en men verwachtte, dat
het overstroomlngsgevaar niet verder zou
toenemen.
Één der lezers van het Hbld. schrijft
uit Neuenahr d. d. 13 Juni:
Olsteren heeft het gewoon geregend,
meer niet; maar vannacht stroomde het
aan één stuk door, zoodat wij heel slecht
sliepen. Wij gingen daarom 's morgens niet
naar de bron en wat anders nooit gebeurt,
wij bleven tot 8 uur uitslapen.
Toen Ik op 't balcon kwam en de Ahr
voor mij zag, schrikte ik van de geelheid
en de bliksemsnelheid, waarmede het anders
zoo onbeduidend riviertje zich voortbewoog,
maar ik had nog geen notie van 't ernstige
van het geval.
Na het ontbijt (9 uur) gingen wij eens
'kijken en ziet, in korten tfld hadden de
straten zich met water gevuld; de Ahr
stond hoog en donderde met woest brui
sende golven voort; heele boomen (Ik zag
enkele accacla's als veertjes ontworteld
worden) en allerlei gerei met zich mee-
sleepende. We stonden versteld en gingen
nog wat verder kijken. Toen wij terug
keerden, na enkele minuten, was het water
met angstige snelheid al verder en verder
gestegenhet Kurhaus was al omringd.
Ik dacht toen eerst naar Johannesberg,
dat hoog ligt, of Remagen te vluchten,
maar er was al geen denken meer aan;
wij mochten blij zijn toen wij droog op
onze kamers waren, want daar stroomde
het gele water al op het plein vóór 't Kur-
hotel en stuwde tot aller afgrijzen met
kracht 't hotel zelf binnen. Boven gekomen,
was 't een aanblik, niet om te beschrijven
zoo ontzettend. De „Kurgarten" en „An-
lagen" vóór het hotel stonden hoog vol
water In een oogenbllk, niet stil, langzaam
stijgend, maar met golven, woest alles
vernielend; het plaveisel verscheurende en
groote gaten in den grond borend. In een
oogwenk waren alle prachtige rozenstam-
men geheel onder; 't water stroomde
gangen, eetzaal en keuken binnen. De kelners
brachten in allerijl alles uit de eetzaal
boven In de gangen en men zag 't oogen
bllk al komen, dat ook de eerste verdie
ping gevaar ging opleveren.
Ik was klein van angst; aan vluchten
was niet Ie denken, want er was geen boot
In 't dorp te krijgen natuurlijk. Om iets
te doen, pakten we de koffers in en gingen
nu en dan met de menschen pralen, die
sprakeloos naar de verwoesting stonden
te kijken.
Goddank, om 12 uur begon het water
te zakken en 't was heerlijk, maar vreese-
lljk ook die verwoesting daarna aan te zien.
Onderwijl hadden wij een geïmproviseerd
diner op de bovengangen (de directie was
kranig); alles ging zoo gauw; het leek
een droom; onderwijl hielden wij een
collecte voor het personeel, dat reusachtig
werkte, de helft om water te scheppen uit
de benedenverdieping, de rest boven be
dienende. Om één uur zakte het water
snel, zoodat Ik mij daarna even buiten
waagde.
LUCHTSCHEEPVAART.
De passagiersdienst van den „Z. VII".
De „Z. VII", het eerste luchtschip, dat
een geregelden passagiersdienst tusschen
verschillende plaatsen van Duitschland
denkt In te voeren, Is Vrijdagmorgen
wederom te Dusseldorf opgestegen met
bestemming naar Dortmund.
De reis had een zeer voorspoedig ver
loop. De reis van Dusseldorf naar Dortmund
werd, met den wind mee, In ongeveer een
half uur volbracht, dat wil zeggen, met
bllksemtreinsnelheld: meer dan 90 kilo
meter per uur.
De *Z. VII" beschreef vervolgens eenige
kringen boven Dortmund en keerde toen
weer terug. Maar dat een luchtschip toch
nog steeds geen trein Is, bleek uit den
duur van den terugtocht met tegenwind:
twee volle uren. Motoren, stuur, schroeven,
alles werkte echter onberispelijk. De
landing te Dusseldorf had vlot plaats,
zonder eenig incident.
Aan den tocht namen ongeveer 32
personen deel, waaronder een tiental
dames. De passagiers raakten niet uit
gepraat over het genot, dat de reis hun
verschaft had.
Vrijdagmiddag zou een tweede reis
worden ondernomen In de richting van
Remscheld, Barmen en Elberfeld.
De vliegwedstrijden te Stettin zijn Zondag
begonnen met een vreeseljjk ongeluk.
De vroeger als wielrenner op lange
afstanden beroemde Robl, die zich in den
laatsten tijd op de voordeellger vliegsport
toelegde, Is met zijn Farman-vliegtoestel
gevallen en zóó ernstig verwond, dat hij
binnen weinige minuten overleed.
Dien Zaterdagmiddag begon op het
Kerckower veld, bij Stettin, de Sliltiner
vllegweek. Het eerste toestel dat naar
bulten werd gebracht was een Duitsche
machine van Orada, die echter al dadelijk
na den eersten aanloop onklaar raakte.
Toen werd het Farman-toestel uit de
loods gehaald, dat door Thaddaus Robl
bestuurd zou worden.
De gewezen wielerkampioen verlangde
er naar zijn nieuw verworven vliegkunst
te toonen en ondanks de waarschuwing
om, met het oog op het buiige weer met
ztjn verraderlijke valwinden, nog liever wat
te wachten, steeg Robl te halfacht 's avonds
op en bereikte dadelijk een hoogte van
80 meter. In een fraaie vlucht zweefde
hij in een wijde bocht over het terrein,
begroet door het gejuich van de duizenden
toeschouwers, die van het lange wachten
ongeduldig waren geworden en nu uiting
gaven aan hun voldoening, dat er ten
slotte toch gevlogen werd.
Plotseling, ongeveer 800 meter van de
plaats van opstijging de vlucht had
nog geen 4 minuten geduurd zag men
den vlieger dalen. Eerst dacht men dat
Robl ging landen, maar een seconde later
ging er een kreet van schrik en ontzetting
uit het publiek op. Het vliegtoestel
vermoedelijk door een windvlaag gegrepen
was op eenmaal met bliksemsnelheid
omlaag gedoken van een hoogte van 20
meter.
De verschrikkelijke slag van het toestel,
dat op den grond tot splinters werd ge
slagen, kon men tot op de ver verwijderde
tribune hooren.
De ontstelde menigte verbrak de afslui
tingen en stroomde over het veld.
Robl lag onder het vernielde toestel.
Toen men hem er onder uit haalde, was
hij reeds dood. Het bleek, dat hij zijn
ruggegraat gebroken had.
De verdere wedstrijden werden dadelijk
gestaakt.
Het lijk van Robl zal naar zijn woonplaats
Miinchen worden overgebracht.
De Engeische vlieger Grahame White,
bekend door den vliegtocht tusschen Londen
en Manchester, is Zaterdag te Bookland
met een dame, Lady Abdy, opgestegen.
Anderhalve minuut na de opstQging viel
het toestel tengevolge van het haperen van
den motor. Het werd zoo goed als geheel
vernield.
White en zijn vrouwelijke passagier, die
voor dit vliegtochtje f 120 pd. sterling had
neergeteld 't was bij opbod gegaan
want er waren veel liefhebbers kwamen
er gelukkig nog goed af, met een paar
onbeteekenende ontvellingen.
In een bestuurbaren luchtballon boven
New-York. Een 20-jarlg jongmensch,
Frederik Owens genaamd, Is uit Newark
In New-Jersey over den Hudson gevlogen,
om den burgemeester van New-York een
brief van zijn collega In eerstgenoemde
plaats te brengen. Owens bediende zich
van een klein luchtschip, type Zeppelin, en
manoeuvreerde prachtig boven de lucht
krabbers van New-York's handelswijk. Eei.
dichte menigte bevond zich op straat en
sloeg hem met belangstelling gade. Ten
slotte wilde hij landen in het park van
het stadhuis, maar daar was het zóó vol
menschen, dat hQ van de landing moest
afzien en besloot neer te dalen op het dak
van het stadhuis. Reeds had hij zijn anker
om een schoorsteen geslagen, toen het
touw brak en het luchtschip met zóóveel
kracht tegen het gebouw sloeg, dat de
stuurschroef brak. Weer schoot de ballon
het luchtruim In, maar, gehoorzaamde
het zooevert nog aan eiken wensch van
den bestuurder, nu was het machteloos
aan de willekeur van den wind overge
leverd en liep groot gevaar tegen de
luchtkrabbers te pletter geslagen te worden.
De wind dreef het evenwel over Brooklyn
en, eenmaal bulten de stad gekomen,
opende Owens het ventiel en bereikte
behouden den grond.