vergunning wordt geweigerd (artikel 8, eerste lid). In plaats van de woorden .wanneer de verzoeker een openbaar ambt bekleedt" zou worden gelezen .wanneer de verzoeker een betrekking In dienst van een publiek rechtelijk lichaam bekleedt of lid Is van een college van Burgem. ert Weth. of van Qedep. Staten". De voorgestelde verandering wordt ge motiveerd door de moeilijkheden, die zich nu en dan voordeden bij de vaststelling, wie als ambtenaar moet worden beschouwd, wie niet. Afzonderlijk zijn nu ook de leden van Burgem. en Weth. genoemd, omdat dezen niet steeds worden begrepen onder het voorafgaande en de bedoeling het uit te sluiten toch ongetwflfeld bij den wetgever bestond, Immers Burgem. en Weth. zijn mede geroepen om de Drankwet uit te voeren. De Krupp-commissie. Donderdag vergaderde, naar men weet, de Tweede Kamer met gesloten deuren ter behandeling van het rapport der Krupp- commlssle. Daar de commissie naar de Avp. verneemt voorgesteld heeft om tot openbaarmaking van het rapport over te gaan, kan deze binnen weinige dagen worden verwacht. Groenbemesiing. In Juli en Augustus Is het de beste tQd voor de groenbeme8tIng, tenminste als men de groen- bemesttngsplant, als stoppelvrucht zaait. Zooals de landbouwers tegenwoordig reeds vrQ algemeen weten, verstaat men door groenbemesting het zaaien van vlinderbloemige gewassen, zooals erwten, lupine, wikken, klaver enz. met het doel deze onder te ploegen. Daardoor verkrijgt men 'n hoeveelheid humus in den grond en een niet te versmaden hoeveelheid stikstof, daar de vlinderbloemige planten de stikstof uit de lucht In den bodem vastleggen. Om den humus en de stikstof te verkrijgen en die belde zoo groot mogelijk te doen zijn, is het noodig, dat de groenbemestingsgewassen een zoo groot mogelijk beschot maken en dus weelderig groeien. Het is, dunkt mij, een zeer verkeerde methode om dezen oogst te willen verbouwen zonder bemesting. Wil men met die groenbe mesting een groote winst maken, dan kan men niet anders dan zich ook eenige uitgaven ge troosten, dan moet men den bodem voorzien van phosphorus en zeer zeker ook van kali. Het is over de kalibemesting bQ sommige vlinderbloemige gewassen, dat ik ditmaal een enkel woord wil zeggen. Veronderstel dat gij een zandgrond hebt, waarop gQ lupine wilt zaaien als stoppelvrucht, dan moet gij de lupine-boontjes maar niet zoo op het omgeploegde stoppelland zaaien, zonder dat dit bemest is. Om een rijken oogst aan lupine te hebben is het noodig, dat het land 400 k 500 K.Q. kaïniet per H.A. krQgt. Deze kallmest wordt onmiddellijk na het maaien van het koren uitgezaaid. Wanneer dit niet gebeurt is alle moeite te vergeefs en zijn alle andere gebruikte meststoffen als het ware weggeworpen. Wij moeten om dit te verklaren, wijzen op de reeds door talrijke proeven bewezen zoogenaamde minimum-wet, volgens welke de oogst zich schikt naar die stoffen, welke in de geringste hoeveel heid In den grond zijn. Veronderstel dus, dat de grond overvloedig voorzien is van stikstof en phosphorus, maar de kali is afwezig of slechts in geringe hoeveelheid aanwezig, dan komt de stikstof en de phosphorusmest niet tot haar recht. Alleen dus door het aanwenden van kali, worden de andere meststoffen in werking gebracht Men bedenke daarbij ook, dat wanneer de lupine ondergeploegd wordt en er dus niets van het land verwijderd wordt, men al deze meststoffen In den grond behoudt en dat deze dus alle ten goede komen aan het volgende gewas. Het kan gebeuren dat de transportkosten voor kaïniet nogal groot zijn; men neme dan in plaats van kaïniet 200 K.G. g'ezulverde kallmagnesia (in den handel onder den naam van patentkali bekend). Deze bevat pl m. 26 pCt. zuivere kali. Verder hebt gij bQ het gebruik van kaïniet tevens te zorgen voor een ruime hoeveelheid kalk in den grond. ,Wat de lupine Is voor de zandgronden, is de wikke voor zwaardere gronden". Op lichtere klei gronden vermenge men 100 K.G. erwten en 100 K.G. wikken per H.A. Zaait men enkel wikke dan kan men volstaan mer 150 K.G. zaad. Ook op deze gronden, op zwaardere kleigronden, op leemachtig zand enz. is een voorafgaande be mesting met kali en phosphorzuur noodig. Het is een verkeerd denkbeeld, dat de planten op de klei geen kali gebruiken. Even goed als op andere gronden. Wel bevat de klei naar even redigheid meer kali, maar het is toch vrij duidelijk, dat bi] de heerschende gewoonte van kaliroovende verbouwing (bleten, aardappelen, enz.) ook deze voorraad op de meeste gronden uitgeput wordt. Op lichte kleigronden kan men voor de groen bemesting van wikke, erwten enz. volstaan met 300 K.G. kaïniet; op zwaardere gronden geve men 100 k 150 K.G. chloorkalium, terwijl men op leemachtige bodems goed doet, behalve kalk een grootere hoeveelheid kallmest te geven, b.v. 200 K.G. chloorkalium. Een moeilijke arrestatie. De bekende uitbreker, die verleden jaar uit de strafgevangenis te 's-Hertogenbosch is ontvlucht, waar hQ een straf van 5 jaar had te ondergaan voor een ongeveer 3 jaar geleden gepleegde inbraak In een goud- en zilversmidswinkel aan den Nleuwendijk te Amsterdam, is gisterenna middag door de politie in een woning aan de Weteringdwarsstraat te Amsterdam aangehouden. Tot het laatste oogenbllk heeft de man, Arie Boere genaamd en 36 jaar oud, getracht te ont komen. De politie, die er met man en macht op uit was getrokken om dezen zeer gevaarlijken misdadiger weer veilig achter slot te krijgen, vond, na de woning op den beganen grond zoowel als op de daken omsingeld te hebben, alles zorgvuldig afgesloten. Een smid moest er bijgehaald worden, om het slot der straatdeur open te steken, welke daarna geforceerd moest worden, omdat zij bovendien met grendels was afgesloten. Toen begon de doorzoeking van het huis. Het bleek, dat Boere de vlucht naar boven had ge nomen; dit zou hem echter niet baten, omdat op het dak talrijke rechercheurs hem opwachtten. Óp een gegeven oogenbllk zagen deze dakpannen bewegen, en het hoofd van den misdadiger door een opening, welke hij gemaakt had, naar bulten steken. Toen de rechercheurs hem een revolver onder den neus hielden, trok hij zijn hoofd weer terug; het volgende oogenbllk werd hij over weldigd door de politiemannen, die door de straatdeur naar binnen waren gedrongen. HQ was toen bezig zich uit te kleeden, met de bedoeling om zijn overbrenging naar het bureau te be moeilijken; hij verwachtte toch, dat men hem niet geheel ontkleed over de straat zou voeren. Dat hij intusschen van plan was, zijn vrijheid zoo duur mogelijk te verkoopen, bleek hieruit, dat hij met een zwaren bijl gewapend was, waarvan hij zeker gebruik zou hebben gemaakt, als hij niet onmiddellijk voor de overmacht had moeten zwichten. De overbrenging naar het polltle-bureau In de Ferdinand Bolstraat had per celwagen plaats. De arrestant, een zeer robuste kerel, stelde zich zóó razend te weer, dat hij aan handen en voeten gebonden, en bovendien van den hals tot de voeten in touwen gewikkeld moest worden. Zelfs toen nog was het zóó moeilijk hem in bedwang te houden, dat drie rechercheurs met hem in den celwagen den rit naar het politie-bureau moesten meemaken. Hier moest hij worden binnengedragen, en verzette hij zich weder hevig, zoodat een groote volksmenigte te hoop liep, en het tram verkeer bijna gestremd werd. Op het polltle-bureau begon hij onmiddellijk zich als een volslagen krankzinnige aan te stellen, vooral wanneer er iemand het wachtlokaal binnen kwam, van wlen bQ vermoedde, dat het een dokter was, waarvoor hQ achtereenvolgens eenige inspecteurs in burgerkleeding hield. Zoodra hQ de vergissing bemerkte, werd hQ kalmer; toen elndelQk een geneesheer binnenkwam, zag hij dezen weer voor een inspecteur aan. OnmlddellQk begon hQ zich echter weer woest aan te stellen, toen de dokter hem aan een voorlooplg onderzoek begon te onderwerpen. De gearresteerde is een zeer gevaarlQk slag misdadiger. Niet alleen leeft hQ van roof en in braak wanneer hQ zich op vrije voeten bevindt, maar hQ behoort ook tot een beruchte bende, die haar werk maakt van het plegen van onzedelQke handelingen en dit dan dienstbaar maakt aan chantage-doeleinden. Tot het terrein van hun werkzaamheden kiezen deze misdadigers, voor- namelQk bQ avond, het Vondelpark uit. GewoonlQk staat de politie machteloos tegenover deze prac- tQken. Kort nadat de straf tQd van Boere was aan gevangen, werd hQ tot observatie zQner geest vermogens naar het krankzinnigengesticht te Medemblik gezonden, van waarhQ echter ontsnapte. Daarna geraakte hQ weer in handen der politie en ontvluchtte verleden jaar uit de strafgevangenis te 's-Hertogenbosch. Daarna heeft hQ naar Engeland de wQk genomen. Althans het staat vast, dat hQ niet lang geleden onder een valschen naam te Londen veroordeeld werd ter zake van gewelddadig verzet tegen een politie-agent. Vóór dit alles heeft hQ In België wegens ver schillende mlsdrQven een zeer langdurige gevan genisstraf ondergaan. De gearresteerde werd na een kort verblQf op het politie-bureau naar het huls van bewaring overgebracht. Donderdag 1.1. is hQ, onder sterk gelelde, naar de gevangenis te 's-Hertogenbosch teruggebracht, alwaar hij door de justitie terstond in verhoor is genomen. Tegen het bliksemgevaar. Het buitengewone aantal doodelQIce on gelukken In binnen- en buitenland, in de laatste weken wederom door den bliksem veroorzaakt, doet opnieuw de aandacht vestigen op de meer of minder bekende middelen om zich tegen het bliksemgevaar zooveel mogelijk te beschermen. De bliksem zoekt steeds den besten weg om uit de wolken in de vochtigheid der aarde door te dringen. Hij treft derhalve bij voorkeur zulke hooge, puntige voor werpen, die direct met het grondwater of met vochtige plekken onder het aardopper vlak in verbinding staan, zooals b.v. hooge boomen, draden die in den grond ver- loopen, torens die met hun fundamenten diep in den grond staan enz. Daarbij is de weg van den bliksem niet altQd lood recht van boven naar beneden; hij springt vaak van zijn weg of vertakt zich naar andere voorwerpen, die goede geleiders van de electricileit zijn. Daartoe behooren ook menschen-verzamelingen, waarvan tengevolge der uitademing en de werking van de huid steeds vochtigheid uitgaat. Zeer vatbaar om getroffen te worden zijn voorts alle metalen vanwege hun zeer groot electriciteit geleidend vermogen. Als regel neme men derhalve in acht om bij onweders vóór alles hooge, spitse voorwerpen te mijden en zich verre te houden van boomen, metalen en menschen- ophoopingen. Heel merkwaardig heeft de statistiek aan 't licht gebracht, dat naald- boomen en van het loofhout, de beuk, het zeldzaamst door den bliksem getroffen worden, de eik daarentegen de sterkste aantrekkingskracht op het hemelvuur uit oefent. De wind verhoogt het bliksemgevaar. Men zal dus verstandig doen, als men met vrouw en kinderen onder weg door onweer overvallen wordt, niet hard te gaan loopen, maar liever zich kalm nat te laten regenen dan door snelle beweging de lucht in be roering te brengen en daardoor het bliksem gevaar te vergrooten. Ook zij men op zijn hoede niet te dicht bij elkaar te loopen of elkaar of de kinderen aan de hand vast te houden: dat geeft slechts aanleiding tot het vormen eener geleiding voor de electriciteit. Op straat of op een landweg is men 't veiligst in 't midden tusschen de beide rijen huizen of boomen. In de kamer moet men zich bij onweer niet in de nabijheid der gas- en water leidingbuizen ophouden; men hlijve ver van de lampen en bade niet tijdens een onweer en telefoneere ook niet. Om de vochtigheid in de kamer te verminderen doet men een raam open een maatregel die alleen dan gevaarlijk is, wanneer de wind op het raam staat. Een antwoord aan Poeriskjewitsj. Ignotus zendt aan de N. Crt., met bizonder genoegenhet onderstaande Russische antwoord aan Poerisjkewitsj, die het protest der Hollandiche Kamerleden op de tribune van de Doema verscheurde. In no. 143 (van 9 Juni j.l.) van het dagblad Rjetsj, schrijft de heer Wlad. Azof 't volgende: „De heer Poerisjkjewitsj weet van Neder land bitter weinig af. Hij kent de Hol- landsche kaas en het Hollandsche linnen. Daarom is het hem zoo gemakkelijk af gegaan, het Hollandsche protest tegen de „annnexatie" der Finsche constitutie te verscheuren. Maar ook zijn geestverwanten weten van Holland weinig af, en daarom hebben ze de ploertige geste van hun leider met handgeklap en gehinnik beloond. Wat is er aan te doen? Daar is geen eer aan te behalen. Ja, als ze behalve de Hollandsche kaas ook de Hollandsche kunst, den Hollandschen wereldhandel, de Hol landsche eerlijkheid, de Hollandsche zinde lijkheid hadden gekend als hun bekend ware de Hollandsche standvastigheid in den strijd met Spanje en met de natuur betoond; als ze eens de Hollandsche dijken gezien hadden! De armen van geest weten weinig van Holland af! Anders zouden ze weten, dat, twee honderd jaar geleden, Rusland naar Holland reizen heeft gemaakt om daar verstand en beschaving op te doen. Ze zouden zich den Russischen Tsaar herin neren, die in Holland als eenvoudig timmerman heeft gewerkt en ijverig de gewoonten en zeden bestudeerd van dit land, dat klein van gebied, maar sterk aan geest was. Dan zouden ze weten, dat, lang voordat Bessarabië Russisch is geworden, dlkgemeste moederszoontjes bij kudden naar Holland zijn gereisd, om daar het a-b-c der Europeesche beschaving te leeren. Als boerenkinkels, leegloopers en lomperds gingen ze weg en kwamen als menschen terug. De Koersksche edel man Markof2) gelieve in zijn familie archief een kijkje te nemen. Is er geen enkele uwer voorzaten naar Holland ge reisd om er een menschelljk aangezicht te halen? -En nu gaat gij over Hollandsche kaas en Hollandsch linnen spreken 1 Hebt ge dan de doebinka 3) vergeten, die twee honderd jaren geleden op uwe luie ruggen rondwandelde om er het Aziatische uit te slaan? 't Was immers een Hollandsche doebinka 1 Wat een goed ding is toch onbeschaafd heid! Daarachter, als achter een steenen muur leven de nakomelingen der lomperds en der leegloopers uit den tQd van Peter. Ze hinneken waar ze eigenlQk huilen moesten, ze bluffen waar ze eigenlQk be hoorden te blozen. Door hun onbeschaafd heid gepantserd, weten ze niet wat ze doen. Als ze eens wisten welke rol Holland in Rusland's geschiedenis heeft gespeeld, dan zouden ze het Hollandsche protest niet met de Hollandsche kaas afdoen. Ook het Engeische protest zullen zQ verscheuren. Wat hebben ze met de verteederde ver- schQnselen van internationale solidariteit te maken. Ze kennen Engelsch zout en Engeische pleister, maar van het Enge'.sche gevoelig geweten hebben ze nooit gehoord. En het Fransche protest zal dien weg opgaan in de mand. Wat weten ze van FrankrQk? De Fransche ziekte?. Alleen van Duitschland weten ze wat meer; ze hebben van de Duitsche ge pantserde vuist gehoord en kruipen op handen en voeten wanneer ze er mede worden bedreigd, 't Eenige wat ze begrQpen is de vuist". Poerisjkjewitsj Is afgevaardigde van Bes sarabië, dat in 1877 Russisch Is geworden. Een tweede Poerisjkjewitsj. 3) De knuppel, welken Tsaar Peter steeds bQ zich had en waarmede hQ allen, die hem in 't een of ander mishaagden, séance tenante afstrafte. Da overstroomingen. Thans, nu het water van de Ahr weer In zi|n gewone bedding is teruggekeerd, kan men eerst een overzicht krijgen van de aangerichte verwoestingen In het zwaar geteisterde dal. De materieele schade bedraagt, volgens opgave der autoriteiten, veel meer dan drie mlllioen mark, ja, komt de vier millloen mark nabij, als men de schade aan de hulzen toegebracht en het verlies aan vee mederekent. De eerste berichten betreffende het aan tal vermiste personen worden bevestigd. Daaronder bevinden zich echter een groot aantal vreemde arbeiders, die In de eerste verwarring met het weinige, dat zij gered hadden, naar andere arbeidsplaatsen trokken. Zooals bij elke groote ramp, maakte ook hier het schuim der bevolking zich de gelegenheid ten nutte om te rooven en te plunderen. Die roovers waren voornamelijk de vreemde arbeiders, die met het oog op den aanleg van verschillende spoorweg- werken zich tijdelijk In het Ahrdal gevestigd hadden. Velen van hen kwamen bij de ramp om het leven, In de zakken van verscheidene lijken werden de gestolen voorwerpen gevonden. De laatste dagen Is men bezig In de gansche streek, die door het water bedekt Is geweest, naar lijken te zoeken. Over 't geheel worden de overstroomlngs- berlchten uit Zwitserland gunstiger. Maar In Engadin Is nieuw gevaar ontstaan door overstrooming van de Lanquarteen romantlschen bergstroom, die nu wegen en bruggen vernielde en veel nieuwe schade aanrichtte. Uit Hongarije komen nog steeds treurige berichten. Te Szegedin vermaard om de water ramp van jaren geleden heeft men ook door een wolkbreuk weder groote over strooming gehad. In vele straten staat het water een paar meter hoog en honderden hulzen zijn er overstroomd. Er zijn ook verscheidene huizen Ingestort. Te Pleskuca bij Arad zijn 12 huizen door het water weggeslagen. Twee menschen verdronken daarbij. Uit Zwitserland komen nog allerlei be richten van overstroomings-ellende. Bij Kradolf zijn In een garenfabriek elf menschen verdronken. De groote ijzerfabriek hij Oerlafingen en de papierfabriek van Biberist staan geheel onder water en een papier- voorraad van een millloen francs Is weg gedreven. Te Luzern zijn de Reuss en het Meer nog gewassen. De fraaie Schweizerhofkade staat geheel onder water. Het verkeer kan alleen met vaartuigen, auto's of andere rtytuigen geschieden. In het dorp Muolatal (Schwyz) zijn elf hulzen Ingestort. De Muota stroomt er door de straten; bruggen en wegen zijn vernield. Ook te Brunnen, aan het Vlerwaldsialter- meer is de ellende groot, alsook te Wallen- stadt, In het kanton St.-Oallen, en op vele andere plaatsen. Naar schatting zijn door de over stroomingen In Zwitserland ruim 50 menschen verdronken. Volgens de laatste berichten werd het weder wat beter, en men verwachtte, dat het overstroomlngsgevaar niet verder zou toenemen. Één der lezers van het Hbld. schrijft uit Neuenahr d. d. 13 Juni: Olsteren heeft het gewoon geregend, meer niet; maar vannacht stroomde het aan één stuk door, zoodat wij heel slecht sliepen. Wij gingen daarom 's morgens niet naar de bron en wat anders nooit gebeurt, wij bleven tot 8 uur uitslapen. Toen Ik op 't balcon kwam en de Ahr voor mij zag, schrikte ik van de geelheid en de bliksemsnelheid, waarmede het anders zoo onbeduidend riviertje zich voortbewoog, maar ik had nog geen notie van 't ernstige van het geval. Na het ontbijt (9 uur) gingen wij eens 'kijken en ziet, in korten tfld hadden de straten zich met water gevuld; de Ahr stond hoog en donderde met woest brui sende golven voort; heele boomen (Ik zag enkele accacla's als veertjes ontworteld worden) en allerlei gerei met zich mee- sleepende. We stonden versteld en gingen nog wat verder kijken. Toen wij terug keerden, na enkele minuten, was het water met angstige snelheid al verder en verder gestegenhet Kurhaus was al omringd. Ik dacht toen eerst naar Johannesberg, dat hoog ligt, of Remagen te vluchten, maar er was al geen denken meer aan; wij mochten blij zijn toen wij droog op onze kamers waren, want daar stroomde het gele water al op het plein vóór 't Kur- hotel en stuwde tot aller afgrijzen met kracht 't hotel zelf binnen. Boven gekomen, was 't een aanblik, niet om te beschrijven zoo ontzettend. De „Kurgarten" en „An- lagen" vóór het hotel stonden hoog vol water In een oogenbllk, niet stil, langzaam stijgend, maar met golven, woest alles vernielend; het plaveisel verscheurende en groote gaten in den grond borend. In een oogwenk waren alle prachtige rozenstam- men geheel onder; 't water stroomde gangen, eetzaal en keuken binnen. De kelners brachten in allerijl alles uit de eetzaal boven In de gangen en men zag 't oogen bllk al komen, dat ook de eerste verdie ping gevaar ging opleveren. Ik was klein van angst; aan vluchten was niet Ie denken, want er was geen boot In 't dorp te krijgen natuurlijk. Om iets te doen, pakten we de koffers in en gingen nu en dan met de menschen pralen, die sprakeloos naar de verwoesting stonden te kijken. Goddank, om 12 uur begon het water te zakken en 't was heerlijk, maar vreese- lljk ook die verwoesting daarna aan te zien. Onderwijl hadden wij een geïmproviseerd diner op de bovengangen (de directie was kranig); alles ging zoo gauw; het leek een droom; onderwijl hielden wij een collecte voor het personeel, dat reusachtig werkte, de helft om water te scheppen uit de benedenverdieping, de rest boven be dienende. Om één uur zakte het water snel, zoodat Ik mij daarna even buiten waagde. LUCHTSCHEEPVAART. De passagiersdienst van den „Z. VII". De „Z. VII", het eerste luchtschip, dat een geregelden passagiersdienst tusschen verschillende plaatsen van Duitschland denkt In te voeren, Is Vrijdagmorgen wederom te Dusseldorf opgestegen met bestemming naar Dortmund. De reis had een zeer voorspoedig ver loop. De reis van Dusseldorf naar Dortmund werd, met den wind mee, In ongeveer een half uur volbracht, dat wil zeggen, met bllksemtreinsnelheld: meer dan 90 kilo meter per uur. De *Z. VII" beschreef vervolgens eenige kringen boven Dortmund en keerde toen weer terug. Maar dat een luchtschip toch nog steeds geen trein Is, bleek uit den duur van den terugtocht met tegenwind: twee volle uren. Motoren, stuur, schroeven, alles werkte echter onberispelijk. De landing te Dusseldorf had vlot plaats, zonder eenig incident. Aan den tocht namen ongeveer 32 personen deel, waaronder een tiental dames. De passagiers raakten niet uit gepraat over het genot, dat de reis hun verschaft had. Vrijdagmiddag zou een tweede reis worden ondernomen In de richting van Remscheld, Barmen en Elberfeld. De vliegwedstrijden te Stettin zijn Zondag begonnen met een vreeseljjk ongeluk. De vroeger als wielrenner op lange afstanden beroemde Robl, die zich in den laatsten tijd op de voordeellger vliegsport toelegde, Is met zijn Farman-vliegtoestel gevallen en zóó ernstig verwond, dat hij binnen weinige minuten overleed. Dien Zaterdagmiddag begon op het Kerckower veld, bij Stettin, de Sliltiner vllegweek. Het eerste toestel dat naar bulten werd gebracht was een Duitsche machine van Orada, die echter al dadelijk na den eersten aanloop onklaar raakte. Toen werd het Farman-toestel uit de loods gehaald, dat door Thaddaus Robl bestuurd zou worden. De gewezen wielerkampioen verlangde er naar zijn nieuw verworven vliegkunst te toonen en ondanks de waarschuwing om, met het oog op het buiige weer met ztjn verraderlijke valwinden, nog liever wat te wachten, steeg Robl te halfacht 's avonds op en bereikte dadelijk een hoogte van 80 meter. In een fraaie vlucht zweefde hij in een wijde bocht over het terrein, begroet door het gejuich van de duizenden toeschouwers, die van het lange wachten ongeduldig waren geworden en nu uiting gaven aan hun voldoening, dat er ten slotte toch gevlogen werd. Plotseling, ongeveer 800 meter van de plaats van opstijging de vlucht had nog geen 4 minuten geduurd zag men den vlieger dalen. Eerst dacht men dat Robl ging landen, maar een seconde later ging er een kreet van schrik en ontzetting uit het publiek op. Het vliegtoestel vermoedelijk door een windvlaag gegrepen was op eenmaal met bliksemsnelheid omlaag gedoken van een hoogte van 20 meter. De verschrikkelijke slag van het toestel, dat op den grond tot splinters werd ge slagen, kon men tot op de ver verwijderde tribune hooren. De ontstelde menigte verbrak de afslui tingen en stroomde over het veld. Robl lag onder het vernielde toestel. Toen men hem er onder uit haalde, was hij reeds dood. Het bleek, dat hij zijn ruggegraat gebroken had. De verdere wedstrijden werden dadelijk gestaakt. Het lijk van Robl zal naar zijn woonplaats Miinchen worden overgebracht. De Engeische vlieger Grahame White, bekend door den vliegtocht tusschen Londen en Manchester, is Zaterdag te Bookland met een dame, Lady Abdy, opgestegen. Anderhalve minuut na de opstQging viel het toestel tengevolge van het haperen van den motor. Het werd zoo goed als geheel vernield. White en zijn vrouwelijke passagier, die voor dit vliegtochtje f 120 pd. sterling had neergeteld 't was bij opbod gegaan want er waren veel liefhebbers kwamen er gelukkig nog goed af, met een paar onbeteekenende ontvellingen. In een bestuurbaren luchtballon boven New-York. Een 20-jarlg jongmensch, Frederik Owens genaamd, Is uit Newark In New-Jersey over den Hudson gevlogen, om den burgemeester van New-York een brief van zijn collega In eerstgenoemde plaats te brengen. Owens bediende zich van een klein luchtschip, type Zeppelin, en manoeuvreerde prachtig boven de lucht krabbers van New-York's handelswijk. Eei. dichte menigte bevond zich op straat en sloeg hem met belangstelling gade. Ten slotte wilde hij landen in het park van het stadhuis, maar daar was het zóó vol menschen, dat hQ van de landing moest afzien en besloot neer te dalen op het dak van het stadhuis. Reeds had hij zijn anker om een schoorsteen geslagen, toen het touw brak en het luchtschip met zóóveel kracht tegen het gebouw sloeg, dat de stuurschroef brak. Weer schoot de ballon het luchtruim In, maar, gehoorzaamde het zooevert nog aan eiken wensch van den bestuurder, nu was het machteloos aan de willekeur van den wind overge leverd en liep groot gevaar tegen de luchtkrabbers te pletter geslagen te worden. De wind dreef het evenwel over Brooklyn en, eenmaal bulten de stad gekomen, opende Owens het ventiel en bereikte behouden den grond.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1910 | | pagina 6