Officieel Marktbericht.
MIDDELBURG -ZIERIKZEE.
ADVERTENT 1 EN.
(SSRj
Mevr. lie led. D. locke Iidz., geb. v. d. Boot.
elevator .Prosper", van de steenkolen-
handelsvereenlglng.
De elevator scheerde over de „Llzelte"
en sloeg den schoorsteen en den achter
mast geheel en de commandobrug half weg.
De zich aan boord bevindende personen
wisten zich In het schip te redden.
Ook de elevator bekwam aanzienlijke
schade.
In den nacht van Dinsdag op Woens
dag Is In het ziekenhuis aan den Coolslngel
aan zijn bekomen kwetsuren overleden de
46-jarlge schippersknecht Arie Spruyl,
gewoond hebbende te Krimpen a. d. IJsel,
die in den namiddag van den 8en dezer
aan den Schlemond met zijn rechter-onder
been tusschen een bolder en een sleeptros
was beklemd geraakt, waardoor dat been
boven den enkel geheel werd afgeknepen.
Bergen-op-Zoom, 13 April. De ontrouwe
diaken alhier heeft ongeveer duizend
gulden verduisterd: (600 van de dlakonle,
f 300 van Patrimonium en f 100 van het
Schoolfonds.
RECHTSZAKEN.
Het Oerechtshof te 's-Gravenhage deed
Maandag uitspraak In de procedure van
de Qereformeerde Kerk te Melissant tegen
de Vrije Oemeente aldaar.
Men zal zich herinneren dat de laatste
door de eerste werd gedagvaard tot ont
ruiming van haar kerkgebouw, als zullende
dit het eigendom zijn der elscheres, de
Qereformeerde Kerk. De Vrije Oemeente
verzette zich tegen dien eisch op grond
dat het kerkgebouw door haar was ge
sticht, zij het op terrein van één der
Ingezetenen van Melissant, In erfpacht
verkregen, welke grond later door dien
Ingezetene aan de Qereformeerde Kerk
was geschonken.
Het Hof had de Vrije Oemeente toege
laten tot het bewijs door getuigen dat
gezegd kerkgebouw door haar was ge
bouwd en dit bewijs geleverd achtende,
ontzegde het Hof de vordering der
Qereformeerde Kerk en veroordeelde deze
In de proceskosten.
Dubbel huwelijkt Uit een door
den chef der Haagsche recherche met een
inspecteur te Londen en omstreken inge
steld onderzoek Is gebleken, dat zekere
S.t die zich thans ter zake van bigamie
In hechtenis bevindt, 10 jaar geleden in
Engeland was gehuwd, uit welk huwelijk
een meisje en een jongen waren geboren.
De vrouw woonde In een plaatsje bij
Londen en verklaarde van het tweede
huwelijk niets te hebben geweten, doch
dat haar man, die haar acht jaren geleden
verliet, voor het onderhoud van haar en
de kinderen bleef zorgen.
De politie was op de hoogte gesteld
door een brief van een Engelsche vrouw,
met wie S. eenigen tijd verloofd was en
die thans uit jaloerschheld een brief
schreef aan het hoofdcommissariaat te
's-Qravenhage, waarin werd medegedeeld,
dat zekere S., lid van een bankiersfirma,
die reeds 10 jaar geleden in Engeland
gehuwd was, In Januari j.l. te 's-Qraven
hage een tweede huwelijk met één harer
vriendinnen had aangegaan, terwijl het
eerste nog niet was ontbonden.
De aangehoudene beweert, dat hem
door een Engelsch rechtsgeleerde was
verzekerd, dat zyn In Engeland gesloten
huwelijk voor de Nederlandsche wet niet
geldig was. Hij achtte zich daarom
onschuldig.
Dit is het eerste geval van bigamie, dat
door de Haagsche rechtbank zal worden
berecht.
Adv.-gen. jhr. mr. Rethaan Macaré
nam Maandag 1.1. voor den Hoogen Raad
conclusie In het cassatieberoep van den
proc.-generaal bij het gerechtshof te Amster
dam, tegen het arrest van het hof aldaar,
waarbij L. K., schilder te Schoort, was
ontslagen van alle rechtsvervolging ter
zake van het weigeren van den eed, als
getuige in een strafzaak voor de rechtbank
te Amsterdam, tegen J. V. Sbeschuldigd
van opruiing, zulks op grond, dat hij niet
aan Qod geloofde, ofschoon hij niet be
hoorde tot eenlg kerkgenootschap, althans
niet tot een zoodanig kerkgenootschap,
dat het afleggen van den eed verbiedt.
Adv.-generaal stelde voorop, dat de eed
alleen zijn beteekenls en kracht ontleent
aan het geloof aan een hoogere macht.
Waar het geloof ontbreekt, Is de eed niets
dan een profanatie en heeft hij geen be
teekenls. De eed Is dus van een hoog
godsdienstig karakter. Het staat nu vast,
dat deze gerequireerde niet behoort tot
een kerkgenootschap en verklaard heeft,
niet In Qod te gelooven; vast staat ook,
dat de wet aan een zoodanig persoon niet
de verplichting oplegt, om den eed af te
leggen, in den vorm als in de dagvaarding
bedoeld. Daarenboven behoort deze per
soon niet tot eenlg kerkgenootschap en hij
heeft geen indivlduëele godsdienstige ge
zindheid en een belofte kan men hem ook
niet opleggen, daar hij niet doopsgezind
Is. Men kan hem dus slechts bulten eede
hooren tot het geven van Inlichtingen.
De rechter mag Immers de strafwet niet
uitbreidend gaan uitleggen. Dit zou leiden
tot zuivere willekeur.
Oeconcludeerd werd tot verwerping van
het beroep.
Uitspraak 23 Mei.
De Papendrechtsche strafzaak.
Nadat onlangs de verdedigers in de
Papendrechtsche rechtzaak, de heeren mr.
W. Dlcke en mr. J. A. van Hamel, aan
den Raad der gemeente Papendrecht hadden
verzocht hun te willen toeslaan een bezoek
te brengen aan het inwendige van het
Raadhuis teneinde zelf met volkomen
nauwkeurigheid de locale toestanden en
de verhoudingen alsmede de gehoorlgheid
te kunnen leeren kennen heeft de Raad
van Papendrecht dat verzoek behandeld.
De Dordt. Cl. geeft daarvan het volgende
verslag:
Na de voorlezing van het verzoek
opende de voorzitter, de heer N. Bonten,
de beraadslagingen erover.
De heer Adr. Visser: Het verzoek acht
Ik billijk en dus ben Ik er voor om het
toe te staan, doch ik acht hel wenschelljk,
dat niet slechts één lid van den Raad bij
het bezoek tegenwoordig zij, maar alle
leden daartoe in de gelegenheid gesteld
zullen worden. Van de zijde der advo
caten zou ik alleen de heeren Dlcke en
Van Hamel toegelaten willen zien.
De heer J. Visser: Bij de behandeling
der bekende zaak is het Qemeentehuls nog
al eens ter sprake gekomen. Het zou mij
spijten, als de Raad zich door het weigeren
van dit verzoek partij stelde. Wy zullen
meewerken ten goede, als we dit alleszins
blliyk verzoek toestaan. Van tijd tot tijd
vernam Ik bij geruchte, dat het door de
Justitie Ingestelde onderzoek niet serieus
genoemd mag worden en daarom
De Voorzitter: Mijnheer Visser 1 Ik kan
niet toelaten, dat u hier een blaam werpt
op de Justitie en spreekt van een niet
serieus onderzoek.
De heer J. Visser: De Raad Is m. i.
moreel verplicht de advocaten In de
gelegenheid te stellen tot een zelfstandig
onderzoek. Wat de één niet hoort, kan
de ander misschien wel hooren. Bij eigen
ondervinding weet ik, dat de Jusiitie in
deze zaak niet volkomen betrouwbaar is.
De Voorzitter: De beschuldiging van
onbetrouwbaarheid van het onderzoek
komt hier niet te pasl
De heer J. Visser: Ik neem die uitdruk
king geheel voor mijn rekening. Als de
Raad het verzoek afwijst, zal dit beslist
een verkeerden Indruk maken.
De heer Jac. VethMet het voorstel van
den heer Adr. Visser kan ik gedeeltelijk
meegaan. Ik zou willen voorstellen om
een commissie van 3 Raadsleden te be
noemen, die bij het onderzoek tegenwoordig
zullen zijn. We hebben dan de zekerheid
dat de Raad vertegenwoordigd is.
De heer Adr. Visser: Het voorstel van
den heer Veth vind ik goed, doch ik zou
er aan willen toevoegen, dat de overige
Raadsleden vrijwillig het onderzoek kunnen
bijwonen.
De heer J. van de Qraaf: Ik stel in alle
opzichten vertrouwen in het beleid der
Justitie en stel voor het adres voor kennis
geving aan te nemen.
Daar geen der leden meer het woord
verlangde over het verzoek, bracht de
voorzitter het voorstel van den heer Visser
in stemming, n.l. om het verzoek toe te
slaan.
Vóór stemden de heeren Adr. Visser,
Q. Klootwijk, A. Verheul, Jac. Veth en
J. Visser.
Tegen de heeren T. Veth, O. Hello,
Corn. Btsemer, J. van de Qraaf en
N. Bonten.
Nu de stemmen staken zal het voorstel
in de eerstvolgende vergadering opnieuw
in stemming gebracht worden.
De vermiste jongen te Zeist.
Men schrtyft uit Zeist aan Het Vad.:
Steeds romantischer worden de geruchten
omtrent het in ons dorp vermiste knaapje
v. d. W. Wel gelooft de overgroote meer
derheid, dat de arme jongen bij het spelen
In de nog zoo maagdelijke streek, In welke
hij woonde, in één der talrtjke kuilen
gestort, onder zand bedolven en daarin
gestikt Is, waarom dan ook nog telkens in
de z.g. duinen gezocht wordt, doch „men"
ook ons dorp heeft een „men", die
hulptroepen uit den omtrek recruteert als-Ie
zelf te zwak ia spreekt van een vorig
huwelijk der moeder, 't welk door echt
scheiding zou zijn ontbonden. In dat eerste
huwelijk zou de nu vermiste zoon geboren
zijn en de eigen vader zou den knaap
hebben ontvoerd of hebben laten ontvoeren
naar Amerika.
Deze „Kaffeeklatsch" vond via een
plaatselijk blad zijn weg tot de pers.
Sedert wordt men met den dag meer
romantisch. Volgens sommigen woont de
Amerikaansche vader In Dultschland of
houdt daar nu althans verblijf. Het nieuwste
Is, dat de jongen van uit Amerika een
brief geschreven heeft aan zijn ouders en
daarin de ontvoering-door-den-vader be
vestigt.
Ziehier nu wat de Inspecteur van politie
ons zeer bereidwillig mededeelde. De
heer v. d. W. Is voor de tweede maal
getrouwd. Zijn vrouw was bij haar huwelijk
slechts negentien jaar. Uit dezen echt, die
zeer gelukkig was, werden tien kinderen
geboren. De „Amerikaansche" vader be
slaat alleen in men's verbeelding; die door
den jongen uit Amerika geschreven brief
eveneens.
Dit zal wel voldoende zijn om de vele
praatjes te weerleggen.
Verder informeerden we nog naar den
jongen In zijn vorige woonplaats, Ede
Hij was daar allesbehalve een lummeltje.
Integendeel 'n echte robbedoes en dolleman,
die graag kattekwaad uithaalde.
Juist die dolheid en speelschheld doen
vermoeden, dat hij In heuvels en kullen
In den omtrek een ongeluk gekregen heefl.
Verplicht kerkbezoek.
De bepaling van den minister van oorlog
betreffende het verplichte kerkbezoek, als
ouders of voogden het aanvragen, gaf
Zondag In Den Bosch, naar het Huisgezin
meldt, aanleiding tot ontvluchting van twee
manschappen. Onder gelelde van den oudste
der minderjarigen, die naar de kerk moesten
gebracht worden, trok een veertiental mili
ciens uit de citadelkazerne. Alles ging eerst
goed, maar opeens ontliepen er twee
ijlings den troep, of zooals de volksmond
zegtsmeerden 'm. Naar de Mis gingen zij
niet, maar zij kwamen ook verder den
geheelen dag niet meer In de kazerne.
Men vermoedt, dat zij gedeserteerd zijn.
Bij de veld-artlllerle deed zich het geval
voor, dat een manschap zich zelf naar de
kerk moest brengen. Daar hl) de eenlge
was, die door de ouders daartoe verplicht
werd, werd die- zorg, overeenkomstig het
minlsterieele voorschrift, aan hem zelf
overgelaten.
Broodoorlog.
De bakkers te Alfen aan den Rijn, Ouds
hoorn en Aarlanderveen hebben dezer dagen
een geduchte concurrentie te voeren. In
de eerste plaats worden zij bedreigd door
de onlangs opgerichte coöperatieve ver-
eenlging „Ons Belang", die reeds begonnen
is een bakkerij te stichten, maar erger nog
door een paar bazen van „Leerhoeve" en
de klompenfabrlek te Alfen en Oudshoorn.
Deze laatsten zijn begonnen met eenige
mudden tarwe te doen bakken en het brood
aan de werklieden tegen den kostenden
prijs te verkoopen, welk brood, daar het
aanmerkelijk goedkooper is dan het bakkers
brood, grooten aftrek vindt.
De vereenigde bakkers trachten, telkens
als één hunner op deze wijze als loon-
bakker optreedt, hem over te halen, dat
bedrtyf te slaken, met bedreiging, dat, zoo
hy hieraan niet voldoet, zij bij zijn klanten
brood zullen gaan leveren voor eiken prys.
Reeds hebben de bakkers te Oudshoorn,
Ter Aar, Hazerswoude en Aarlanderveen,
die als loonbakkers waren opgetreden,
daarvoor weer bedankt. Ondertusschen
hebben de gezamenlijke bakkers In de
Rijnstreek het brood afgeslagen en ver
gaderen zij bijna iederen avond ter be
spreking hunner belangen.
Met spanning ziet men het einde van
dezen broodoorlóg tegemoet.
De ramp in het Kanaal.
Zooals reeds gemeld, werd de Engelsche
viermastbark „Kate Thomas", welke door
de Belgische sleepboot „John Bull" van
Antwerpen naar Port Talbot werd gesleept,
In het Kanaal in den grond gevaren door
het te Pensanee thuisbehoorende stoomschip
„India", waarbij de geheele bemanning op
één na het leven verloor. Die eenige ge
redde, een groote, sterke jongen van 10
jaar, Nelson genaamd en te Falmouth
geland, vertelde dat hij 's nachts te vier
uur door een hevigen schok uit zijn kool
werd geslingerd. Hij snelde naar het dek
en zag hoe een stoomschip, dat met den
boeg In de „Kate Thomas" was gedrongen,
zich trachtte te bevrijden, hetgeen dan ook
na enkele oogenbllkken gelukte. De stoom
boot stoomde achteruit en was weldra uil
het gezicht verdwenen. Nelson Ijlde nu
naar de brug, waar hij den kapitein en
den eersten officier met hun beide jonge
vrouwen geheel gekleed aanwezig vond.
Van de achttien koppen tellende bemanning
was ook de meerderheid reeds aan dek.
De „Kate Thomas" werd door de kleine
sleepboot „John Buil" gesleept, maar deze
deed, evenmin als het stoomschip dat de ramp
had veroorzaakt, eenige moeite om het zin
kende schip te hulp te komen. De vrouw
van den kapitein riep met doordringende
stem om hulp, terwijl de zeer jonge vrouw
van den eersten officier bizonder kalm
bleef. Nelson weet niet waarom geen po
ging werd gedaan om de reddingsboot
neer te laten. Hij herinnert zich alleen,
dat het schip plotseling kapsljsde, waarop
het water met geweld het gapende lek
binnenstroomde. Toen greep Nelson een
reddingsgordel en sprong van het schip,
zorg dragende buiten den kolk te bltyven
door het zinkende schip veroorzaakt. Binnen
enkele oogenbllkken was de „Kate Thomas"
geheel verdwenen. Nelson zwom naar de
sleepboot, die op ongeveer een halven
kilometer afstand rustig dobberde. Plotseling
zag hij naast zich den derden stuurman
Strangmann. Deze zwom met moeite, daar
hij zware waterlaarzen droeg,
Nelson trachtte hem die uit te trekken,
maar tevergeefs. Strangmann, die reeds
meermalen schipbreuk leed, verklaarde
echter, zich wel boven water te zullen
houden. Hy vroeg Nelson vooruit te
zwemmen naar de sleepboot en daar hulp
te halen. Toen de scheepsjongen echter
de sleepboot had bereikt, was hij zóó
uitgeput, dat hy op het dek In zwijm viel.
De beide omgekomen vrouwen waren
zeer jong en laten geen kinderen na. De
stuurman had onlangs zijn eenig dochtertje
verloren en nam nu zyn vrouw mee, om
haar verzet te verschaffen.
De kapitein van de sleepboot, die even
eens Ie Falmouth aankwam, beweert dat hij
langen tijd op de plaats van de ramp heeft
gekruist, maar niemand heeft gezien. Hy
acht het onbegrijpelijk dat de aanvaring kon
plaits hebben, daar de lichten van de
„Kate Thomas" helder brandden. Het schip
was zóó snel gezonken, dat men op de
sleepboot nauwelijks tijd had de touwen
te kappen.
Alle omgekomenen zyn Engelschen.
De „Kate Thomas" was een yzeren
schip van 1748 ton, werd In 1885 gebouwd
en behoorde toe aan de fi'ma W. Thomas
Sones Co., te Liverpool. Het vertegen
woordigde een waarde van 10000 p. st
waarvan de reedery een groot deel elge
risico loopt.
De „India", die met schade aan den boeg
alles boven de wateriyn, te Pensanee
binnenliep, is een oud ijzeren stoomschip
van slechts 364 ton, in 1876 gebouwd en
Het eigendom der firma J. H. Bennets te
Pensanee, In Londen voor 3750 p. st.
verzekerd.
Gemengd Nieuws.
Tragisch. Uit een Surinaamschen
brief aan het Hbd.:
Paramaribo, 20 Maart 1910.
Met groote ontroering werd hier Woens
dag j.l. de tydlng ontvangen, dat wrak
goederen van het s.s. „Prins Willem II"
waren aangespoeld op de Fransche kust
by Nantes.
Voor de nagelaten betrekkingen hier van
de omgekomen passagiers is de tydlng als
een donderslag gekomen. Krampachtig had
men zich vastgeklampt aan de hoop, dat
de boot ten slotte nog terecht zou komen.
Het meest tragisch is 't geval van de
bejaarde moeder van den omgekomen
geneesheer Sevenoaks. Op 49-jarigen leef
tijd had deze inlandsche geneesheer nog
In Europa het arts-diploma behaald. Hij
volgde te Londen en Berlijn eenige spe
ciale cursussen in huidziekten, stapte Ie
Brussel in het huwelijksbootje, en zou per
„Prins Willem II" terugkeeren naar zyn
moeder, wier trots en steun hy was. De
oude vrouw versierde haar woning, liet
een eereboog oprichten met het woord
„welkom", omslingerde met guirlandes van
groen, en bereidde de lekkerste gerechten
om haar zoon te verrassen op den dag van
zijn aankomst. Helaas, de boot liet op zich
wachten. Toen iedereen zich ongerust
maakte, bleef de moeder In het volste ver
trouwen afwachten. De eerepoort bleef
staan, want de oude vrouw rekende er
vast op dat haar zoon zou komen. De
eereboog stond er nog. toen Woensdag de
verpletterende tydlng kwam. Welke droeve
tooneelen zich thans in de versierde woning
afspelen, laat zich beter denken dan be
schaven. De ongelukkige vrouw ziet zich
In ander opzicht plotseling In diepe zorg
gestoken, want de overledene was ook in
dit opzicht alles voor haar.
De kamenier. De Russische bladen
maken melding van een geval, dat zich
dezer dagen In St.-Petersburg voordeed.
Zekere Prinses Olga Z. had eenige maanden
geleden als kamenier aangenomen een zeer
bekwaam en er aardig uitziend meisje. Ze
deed haar werk uitmuntend, vooral ver
zorgde zy het tollet der prinses beter dan
nog een andere kamenier het ooit gedaan
had. Eenige dagen geleden nu belden
twee detectives aan bij de prinses en
vroegen heel het dienstpersoneel te mogen
zien, wyi men vermoedde, dat er een
bekend misdadiger onder hen was. Alle
knechts, koetsiers, enz. passeerden de
revue, maar de misdadiger werd niet
gevonden. Toen moesten de detectives het
vrouweiyk personeel ook onderzoeken. Alle
meisjes In huls onderwierpen zich vrij
willig aan het onderzoek, tot men opeens
bemerkte, dat de kamenier verdwenen was.
Men zocht het heele huis door en vond
elndeiyk de kamenier verstopt in een kast.
Toen bleek het mooie meisje niemand
anders te zyn dan de man dien de politie
zocht, Michael Lapchin, verdacht van moord.
Qedurende het jaar dat de kamenier de
prinses hielp, had deze nooit eenige ver
denking gehad dat haar meisje een man
was. Ook de deteclives waren stom van
bewondering voor zulk een vermomming
Huwelijksadvertentie. Een jong-
mensch te Ottawa (Canada). Hugh Doyle,
expediteur in een papierfabriek, schreef
voor de aardigheid op het einde van een
rol krantenpapier: „Als een Hef meisje
wenscht te trouwen moet zij zich richten
tot Hugh Doyle, papierfabriek Ottawa
Canada".
Eenige dagen later werd deze rol papier
verzonden naar een groote krant in Londen.
Daar vond men dit opschrift en weer voor
de aardigheid werd het In het blad
vermeld.
Doyle had zyn grapje allang weer ver
geten, toen hij verleden Woensdag één-
en-twlntig aanbiedingen tot een huwelijk
kreeg van „jonge en lieve Engelsche
meisjes".
Doyle Is by dit onverwacht succes
ernstig gaan nadenken.
Burgerl. Stand van Brouwers havi n
te kwartaal 1910.
Geboorten:
20 I-'ebr. Een dochter van M J. v. Hee en N. Kloc
17 Maart. J. A. v. d. Klooster e
A. M. Mol.
19 a J. Boot en M. J. VI:
Huwelijken:
2 Maart. G. J. de Vlieger, j.m. en K. C. va
Schelven, j.d.
4 H. Verhoef!, j.m. en P. J. van de
Klooster, J.d.
9 A. I. van der Linde, j.m. en P. de Die, j.d
3t G. Landman, J.m. en J. M. van 't Hol, j.d
OverlQden:
6 Jan. E. R. Bolkenbaas, oud 6 w., d.
22 J. van Nleuwenhuize, oud 22 m., d.
26 Korn. Visser, oud 75 j., ongehuwd.
2 Maart. O. de Oude, oud 72 jweduwe van
j W. van Braband.
BOTER j 0,62" en 0,65 per 5 H.O.
KIP-EIEREN f 0,60 en j 0,70 per 25 stuks.
zierikzee, 14 April 1910.
De Marktopnemer
J. J. VAN DEN BOUT.
STOOMBOOTDIENST
APRIL.
AMSTERDAMSCHE TIJD.
Van Middelburg: Van Zierikzee:
smorg. 'smidd. 'smory.l smidtl
Zaterd. 16 naar I
Cortgene 7,30 1
terug naar
Zierikzee 9,—
Zaterd. 16 3,—
Zondag 17 7,30 Zondag 17 3,-
Maand. 18 7,30 Maand. 18 3,—
Dinsd. 19 7,30 Dinsd. 19 3,—
Woena. 20 7,30 Woens. 20 I 3,-
Dond. 21 7,30 Dond. 21 3,-
VrQdag 22 7,30 Vrjdag 22 3,-
Zaterd. 23 7,30 Zaterd. 23 3,-
Indien reizigers van Zierikzee naar Qoes,
den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der boot,
(t|dlg voor de ochtendreizen op den vooraf-
gaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor
den wagen van Catsche veer, zal om een b|-
wagen naar Qoes worden getelegrafeerd.
Zondag 17 April a s. hoopt onze
geliefde Moeder. Behuwd- en Qrootmoeder
Wed. J. BLOM—Fondse, haar 85sten
Qeboortedag te herdenken.
Kerkwerve, 16 April 1910.
Hare dankbare Kinderen, Behuwd-
en Kleinkinderen.
Heden overleed onze geliefde Moeder,
Behuwd- en Grootmoeder,
CATALINA VAN DEN BOUT,
Wed. van den heer D. Hocke Iz.,
In den ouderdom van 73 jaar.
's-Oravenhaoe, 11 April 1910,
Beeklaan 416.
i Dr. I. HOCKE, Arts.
Niimeeen D J' A "OCKE-
rvijmegen. Walkenhorst,
en Kinderen.
N. W. HOCKE.
's-Graven- I M. A. HOCKE.
hage. I P. J. N. HOCKE, Arts.
J. C. HOCKE.
Heden overleed mijne geliefde
Zuster,
CATALINA VAN DEN BOUT,
Wed. van den Heer D. Hocke Iz.,
In den ouderdom van 73 jaar.
's-Gravenhage, 11 April 1910.
Beeklaan 424
Mevr. de Wed. v. VESSEM—
Van den Bout.
Heden overleed te s-Gravenhage
myne geachte Schoonzuster
Noordoouwe, 11 April 1910.
Mevr. de Wed. C. HOCKE—
v. Ree.
Heden overleed, na een langdurig
doch geduldig lijden, onze geliefde
Echtgenoote, Moeder, Behuwd- en
Qrootmoeder,
Mevrouw A. P. Veensnbos—Ribbe
in den ouderdom van ruim 74 jaar.
I M. L. VEENENBOS
Rrielle A A' E VEENENBOS.
O VEENENBOS-
Visser.
I N. SIMONS—
Rnttprrlnm veenenbos
Rotterdam p c Q SIM0NS
C. VEENENBOS.
Brielle, 12 April 1910.
Verzoeke van rouwbeklag verschoond
te blijven.