Officieel Marktbericht. MIDDELBURG -ZIERIKZEE. ADVERTENT 1 EN. (SSRj Mevr. lie led. D. locke Iidz., geb. v. d. Boot. elevator .Prosper", van de steenkolen- handelsvereenlglng. De elevator scheerde over de „Llzelte" en sloeg den schoorsteen en den achter mast geheel en de commandobrug half weg. De zich aan boord bevindende personen wisten zich In het schip te redden. Ook de elevator bekwam aanzienlijke schade. In den nacht van Dinsdag op Woens dag Is In het ziekenhuis aan den Coolslngel aan zijn bekomen kwetsuren overleden de 46-jarlge schippersknecht Arie Spruyl, gewoond hebbende te Krimpen a. d. IJsel, die in den namiddag van den 8en dezer aan den Schlemond met zijn rechter-onder been tusschen een bolder en een sleeptros was beklemd geraakt, waardoor dat been boven den enkel geheel werd afgeknepen. Bergen-op-Zoom, 13 April. De ontrouwe diaken alhier heeft ongeveer duizend gulden verduisterd: (600 van de dlakonle, f 300 van Patrimonium en f 100 van het Schoolfonds. RECHTSZAKEN. Het Oerechtshof te 's-Gravenhage deed Maandag uitspraak In de procedure van de Qereformeerde Kerk te Melissant tegen de Vrije Oemeente aldaar. Men zal zich herinneren dat de laatste door de eerste werd gedagvaard tot ont ruiming van haar kerkgebouw, als zullende dit het eigendom zijn der elscheres, de Qereformeerde Kerk. De Vrije Oemeente verzette zich tegen dien eisch op grond dat het kerkgebouw door haar was ge sticht, zij het op terrein van één der Ingezetenen van Melissant, In erfpacht verkregen, welke grond later door dien Ingezetene aan de Qereformeerde Kerk was geschonken. Het Hof had de Vrije Oemeente toege laten tot het bewijs door getuigen dat gezegd kerkgebouw door haar was ge bouwd en dit bewijs geleverd achtende, ontzegde het Hof de vordering der Qereformeerde Kerk en veroordeelde deze In de proceskosten. Dubbel huwelijkt Uit een door den chef der Haagsche recherche met een inspecteur te Londen en omstreken inge steld onderzoek Is gebleken, dat zekere S.t die zich thans ter zake van bigamie In hechtenis bevindt, 10 jaar geleden in Engeland was gehuwd, uit welk huwelijk een meisje en een jongen waren geboren. De vrouw woonde In een plaatsje bij Londen en verklaarde van het tweede huwelijk niets te hebben geweten, doch dat haar man, die haar acht jaren geleden verliet, voor het onderhoud van haar en de kinderen bleef zorgen. De politie was op de hoogte gesteld door een brief van een Engelsche vrouw, met wie S. eenigen tijd verloofd was en die thans uit jaloerschheld een brief schreef aan het hoofdcommissariaat te 's-Qravenhage, waarin werd medegedeeld, dat zekere S., lid van een bankiersfirma, die reeds 10 jaar geleden in Engeland gehuwd was, In Januari j.l. te 's-Qraven hage een tweede huwelijk met één harer vriendinnen had aangegaan, terwijl het eerste nog niet was ontbonden. De aangehoudene beweert, dat hem door een Engelsch rechtsgeleerde was verzekerd, dat zyn In Engeland gesloten huwelijk voor de Nederlandsche wet niet geldig was. Hij achtte zich daarom onschuldig. Dit is het eerste geval van bigamie, dat door de Haagsche rechtbank zal worden berecht. Adv.-gen. jhr. mr. Rethaan Macaré nam Maandag 1.1. voor den Hoogen Raad conclusie In het cassatieberoep van den proc.-generaal bij het gerechtshof te Amster dam, tegen het arrest van het hof aldaar, waarbij L. K., schilder te Schoort, was ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het weigeren van den eed, als getuige in een strafzaak voor de rechtbank te Amsterdam, tegen J. V. Sbeschuldigd van opruiing, zulks op grond, dat hij niet aan Qod geloofde, ofschoon hij niet be hoorde tot eenlg kerkgenootschap, althans niet tot een zoodanig kerkgenootschap, dat het afleggen van den eed verbiedt. Adv.-generaal stelde voorop, dat de eed alleen zijn beteekenls en kracht ontleent aan het geloof aan een hoogere macht. Waar het geloof ontbreekt, Is de eed niets dan een profanatie en heeft hij geen be teekenls. De eed Is dus van een hoog godsdienstig karakter. Het staat nu vast, dat deze gerequireerde niet behoort tot een kerkgenootschap en verklaard heeft, niet In Qod te gelooven; vast staat ook, dat de wet aan een zoodanig persoon niet de verplichting oplegt, om den eed af te leggen, in den vorm als in de dagvaarding bedoeld. Daarenboven behoort deze per soon niet tot eenlg kerkgenootschap en hij heeft geen indivlduëele godsdienstige ge zindheid en een belofte kan men hem ook niet opleggen, daar hij niet doopsgezind Is. Men kan hem dus slechts bulten eede hooren tot het geven van Inlichtingen. De rechter mag Immers de strafwet niet uitbreidend gaan uitleggen. Dit zou leiden tot zuivere willekeur. Oeconcludeerd werd tot verwerping van het beroep. Uitspraak 23 Mei. De Papendrechtsche strafzaak. Nadat onlangs de verdedigers in de Papendrechtsche rechtzaak, de heeren mr. W. Dlcke en mr. J. A. van Hamel, aan den Raad der gemeente Papendrecht hadden verzocht hun te willen toeslaan een bezoek te brengen aan het inwendige van het Raadhuis teneinde zelf met volkomen nauwkeurigheid de locale toestanden en de verhoudingen alsmede de gehoorlgheid te kunnen leeren kennen heeft de Raad van Papendrecht dat verzoek behandeld. De Dordt. Cl. geeft daarvan het volgende verslag: Na de voorlezing van het verzoek opende de voorzitter, de heer N. Bonten, de beraadslagingen erover. De heer Adr. Visser: Het verzoek acht Ik billijk en dus ben Ik er voor om het toe te staan, doch ik acht hel wenschelljk, dat niet slechts één lid van den Raad bij het bezoek tegenwoordig zij, maar alle leden daartoe in de gelegenheid gesteld zullen worden. Van de zijde der advo caten zou ik alleen de heeren Dlcke en Van Hamel toegelaten willen zien. De heer J. Visser: Bij de behandeling der bekende zaak is het Qemeentehuls nog al eens ter sprake gekomen. Het zou mij spijten, als de Raad zich door het weigeren van dit verzoek partij stelde. Wy zullen meewerken ten goede, als we dit alleszins blliyk verzoek toestaan. Van tijd tot tijd vernam Ik bij geruchte, dat het door de Justitie Ingestelde onderzoek niet serieus genoemd mag worden en daarom De Voorzitter: Mijnheer Visser 1 Ik kan niet toelaten, dat u hier een blaam werpt op de Justitie en spreekt van een niet serieus onderzoek. De heer J. Visser: De Raad Is m. i. moreel verplicht de advocaten In de gelegenheid te stellen tot een zelfstandig onderzoek. Wat de één niet hoort, kan de ander misschien wel hooren. Bij eigen ondervinding weet ik, dat de Jusiitie in deze zaak niet volkomen betrouwbaar is. De Voorzitter: De beschuldiging van onbetrouwbaarheid van het onderzoek komt hier niet te pasl De heer J. Visser: Ik neem die uitdruk king geheel voor mijn rekening. Als de Raad het verzoek afwijst, zal dit beslist een verkeerden Indruk maken. De heer Jac. VethMet het voorstel van den heer Adr. Visser kan ik gedeeltelijk meegaan. Ik zou willen voorstellen om een commissie van 3 Raadsleden te be noemen, die bij het onderzoek tegenwoordig zullen zijn. We hebben dan de zekerheid dat de Raad vertegenwoordigd is. De heer Adr. Visser: Het voorstel van den heer Veth vind ik goed, doch ik zou er aan willen toevoegen, dat de overige Raadsleden vrijwillig het onderzoek kunnen bijwonen. De heer J. van de Qraaf: Ik stel in alle opzichten vertrouwen in het beleid der Justitie en stel voor het adres voor kennis geving aan te nemen. Daar geen der leden meer het woord verlangde over het verzoek, bracht de voorzitter het voorstel van den heer Visser in stemming, n.l. om het verzoek toe te slaan. Vóór stemden de heeren Adr. Visser, Q. Klootwijk, A. Verheul, Jac. Veth en J. Visser. Tegen de heeren T. Veth, O. Hello, Corn. Btsemer, J. van de Qraaf en N. Bonten. Nu de stemmen staken zal het voorstel in de eerstvolgende vergadering opnieuw in stemming gebracht worden. De vermiste jongen te Zeist. Men schrtyft uit Zeist aan Het Vad.: Steeds romantischer worden de geruchten omtrent het in ons dorp vermiste knaapje v. d. W. Wel gelooft de overgroote meer derheid, dat de arme jongen bij het spelen In de nog zoo maagdelijke streek, In welke hij woonde, in één der talrtjke kuilen gestort, onder zand bedolven en daarin gestikt Is, waarom dan ook nog telkens in de z.g. duinen gezocht wordt, doch „men" ook ons dorp heeft een „men", die hulptroepen uit den omtrek recruteert als-Ie zelf te zwak ia spreekt van een vorig huwelijk der moeder, 't welk door echt scheiding zou zijn ontbonden. In dat eerste huwelijk zou de nu vermiste zoon geboren zijn en de eigen vader zou den knaap hebben ontvoerd of hebben laten ontvoeren naar Amerika. Deze „Kaffeeklatsch" vond via een plaatselijk blad zijn weg tot de pers. Sedert wordt men met den dag meer romantisch. Volgens sommigen woont de Amerikaansche vader In Dultschland of houdt daar nu althans verblijf. Het nieuwste Is, dat de jongen van uit Amerika een brief geschreven heeft aan zijn ouders en daarin de ontvoering-door-den-vader be vestigt. Ziehier nu wat de Inspecteur van politie ons zeer bereidwillig mededeelde. De heer v. d. W. Is voor de tweede maal getrouwd. Zijn vrouw was bij haar huwelijk slechts negentien jaar. Uit dezen echt, die zeer gelukkig was, werden tien kinderen geboren. De „Amerikaansche" vader be slaat alleen in men's verbeelding; die door den jongen uit Amerika geschreven brief eveneens. Dit zal wel voldoende zijn om de vele praatjes te weerleggen. Verder informeerden we nog naar den jongen In zijn vorige woonplaats, Ede Hij was daar allesbehalve een lummeltje. Integendeel 'n echte robbedoes en dolleman, die graag kattekwaad uithaalde. Juist die dolheid en speelschheld doen vermoeden, dat hij In heuvels en kullen In den omtrek een ongeluk gekregen heefl. Verplicht kerkbezoek. De bepaling van den minister van oorlog betreffende het verplichte kerkbezoek, als ouders of voogden het aanvragen, gaf Zondag In Den Bosch, naar het Huisgezin meldt, aanleiding tot ontvluchting van twee manschappen. Onder gelelde van den oudste der minderjarigen, die naar de kerk moesten gebracht worden, trok een veertiental mili ciens uit de citadelkazerne. Alles ging eerst goed, maar opeens ontliepen er twee ijlings den troep, of zooals de volksmond zegtsmeerden 'm. Naar de Mis gingen zij niet, maar zij kwamen ook verder den geheelen dag niet meer In de kazerne. Men vermoedt, dat zij gedeserteerd zijn. Bij de veld-artlllerle deed zich het geval voor, dat een manschap zich zelf naar de kerk moest brengen. Daar hl) de eenlge was, die door de ouders daartoe verplicht werd, werd die- zorg, overeenkomstig het minlsterieele voorschrift, aan hem zelf overgelaten. Broodoorlog. De bakkers te Alfen aan den Rijn, Ouds hoorn en Aarlanderveen hebben dezer dagen een geduchte concurrentie te voeren. In de eerste plaats worden zij bedreigd door de onlangs opgerichte coöperatieve ver- eenlging „Ons Belang", die reeds begonnen is een bakkerij te stichten, maar erger nog door een paar bazen van „Leerhoeve" en de klompenfabrlek te Alfen en Oudshoorn. Deze laatsten zijn begonnen met eenige mudden tarwe te doen bakken en het brood aan de werklieden tegen den kostenden prijs te verkoopen, welk brood, daar het aanmerkelijk goedkooper is dan het bakkers brood, grooten aftrek vindt. De vereenigde bakkers trachten, telkens als één hunner op deze wijze als loon- bakker optreedt, hem over te halen, dat bedrtyf te slaken, met bedreiging, dat, zoo hy hieraan niet voldoet, zij bij zijn klanten brood zullen gaan leveren voor eiken prys. Reeds hebben de bakkers te Oudshoorn, Ter Aar, Hazerswoude en Aarlanderveen, die als loonbakkers waren opgetreden, daarvoor weer bedankt. Ondertusschen hebben de gezamenlijke bakkers In de Rijnstreek het brood afgeslagen en ver gaderen zij bijna iederen avond ter be spreking hunner belangen. Met spanning ziet men het einde van dezen broodoorlóg tegemoet. De ramp in het Kanaal. Zooals reeds gemeld, werd de Engelsche viermastbark „Kate Thomas", welke door de Belgische sleepboot „John Bull" van Antwerpen naar Port Talbot werd gesleept, In het Kanaal in den grond gevaren door het te Pensanee thuisbehoorende stoomschip „India", waarbij de geheele bemanning op één na het leven verloor. Die eenige ge redde, een groote, sterke jongen van 10 jaar, Nelson genaamd en te Falmouth geland, vertelde dat hij 's nachts te vier uur door een hevigen schok uit zijn kool werd geslingerd. Hij snelde naar het dek en zag hoe een stoomschip, dat met den boeg In de „Kate Thomas" was gedrongen, zich trachtte te bevrijden, hetgeen dan ook na enkele oogenbllkken gelukte. De stoom boot stoomde achteruit en was weldra uil het gezicht verdwenen. Nelson Ijlde nu naar de brug, waar hij den kapitein en den eersten officier met hun beide jonge vrouwen geheel gekleed aanwezig vond. Van de achttien koppen tellende bemanning was ook de meerderheid reeds aan dek. De „Kate Thomas" werd door de kleine sleepboot „John Buil" gesleept, maar deze deed, evenmin als het stoomschip dat de ramp had veroorzaakt, eenige moeite om het zin kende schip te hulp te komen. De vrouw van den kapitein riep met doordringende stem om hulp, terwijl de zeer jonge vrouw van den eersten officier bizonder kalm bleef. Nelson weet niet waarom geen po ging werd gedaan om de reddingsboot neer te laten. Hij herinnert zich alleen, dat het schip plotseling kapsljsde, waarop het water met geweld het gapende lek binnenstroomde. Toen greep Nelson een reddingsgordel en sprong van het schip, zorg dragende buiten den kolk te bltyven door het zinkende schip veroorzaakt. Binnen enkele oogenbllkken was de „Kate Thomas" geheel verdwenen. Nelson zwom naar de sleepboot, die op ongeveer een halven kilometer afstand rustig dobberde. Plotseling zag hij naast zich den derden stuurman Strangmann. Deze zwom met moeite, daar hij zware waterlaarzen droeg, Nelson trachtte hem die uit te trekken, maar tevergeefs. Strangmann, die reeds meermalen schipbreuk leed, verklaarde echter, zich wel boven water te zullen houden. Hy vroeg Nelson vooruit te zwemmen naar de sleepboot en daar hulp te halen. Toen de scheepsjongen echter de sleepboot had bereikt, was hij zóó uitgeput, dat hy op het dek In zwijm viel. De beide omgekomen vrouwen waren zeer jong en laten geen kinderen na. De stuurman had onlangs zijn eenig dochtertje verloren en nam nu zyn vrouw mee, om haar verzet te verschaffen. De kapitein van de sleepboot, die even eens Ie Falmouth aankwam, beweert dat hij langen tijd op de plaats van de ramp heeft gekruist, maar niemand heeft gezien. Hy acht het onbegrijpelijk dat de aanvaring kon plaits hebben, daar de lichten van de „Kate Thomas" helder brandden. Het schip was zóó snel gezonken, dat men op de sleepboot nauwelijks tijd had de touwen te kappen. Alle omgekomenen zyn Engelschen. De „Kate Thomas" was een yzeren schip van 1748 ton, werd In 1885 gebouwd en behoorde toe aan de fi'ma W. Thomas Sones Co., te Liverpool. Het vertegen woordigde een waarde van 10000 p. st waarvan de reedery een groot deel elge risico loopt. De „India", die met schade aan den boeg alles boven de wateriyn, te Pensanee binnenliep, is een oud ijzeren stoomschip van slechts 364 ton, in 1876 gebouwd en Het eigendom der firma J. H. Bennets te Pensanee, In Londen voor 3750 p. st. verzekerd. Gemengd Nieuws. Tragisch. Uit een Surinaamschen brief aan het Hbd.: Paramaribo, 20 Maart 1910. Met groote ontroering werd hier Woens dag j.l. de tydlng ontvangen, dat wrak goederen van het s.s. „Prins Willem II" waren aangespoeld op de Fransche kust by Nantes. Voor de nagelaten betrekkingen hier van de omgekomen passagiers is de tydlng als een donderslag gekomen. Krampachtig had men zich vastgeklampt aan de hoop, dat de boot ten slotte nog terecht zou komen. Het meest tragisch is 't geval van de bejaarde moeder van den omgekomen geneesheer Sevenoaks. Op 49-jarigen leef tijd had deze inlandsche geneesheer nog In Europa het arts-diploma behaald. Hij volgde te Londen en Berlijn eenige spe ciale cursussen in huidziekten, stapte Ie Brussel in het huwelijksbootje, en zou per „Prins Willem II" terugkeeren naar zyn moeder, wier trots en steun hy was. De oude vrouw versierde haar woning, liet een eereboog oprichten met het woord „welkom", omslingerde met guirlandes van groen, en bereidde de lekkerste gerechten om haar zoon te verrassen op den dag van zijn aankomst. Helaas, de boot liet op zich wachten. Toen iedereen zich ongerust maakte, bleef de moeder In het volste ver trouwen afwachten. De eerepoort bleef staan, want de oude vrouw rekende er vast op dat haar zoon zou komen. De eereboog stond er nog. toen Woensdag de verpletterende tydlng kwam. Welke droeve tooneelen zich thans in de versierde woning afspelen, laat zich beter denken dan be schaven. De ongelukkige vrouw ziet zich In ander opzicht plotseling In diepe zorg gestoken, want de overledene was ook in dit opzicht alles voor haar. De kamenier. De Russische bladen maken melding van een geval, dat zich dezer dagen In St.-Petersburg voordeed. Zekere Prinses Olga Z. had eenige maanden geleden als kamenier aangenomen een zeer bekwaam en er aardig uitziend meisje. Ze deed haar werk uitmuntend, vooral ver zorgde zy het tollet der prinses beter dan nog een andere kamenier het ooit gedaan had. Eenige dagen geleden nu belden twee detectives aan bij de prinses en vroegen heel het dienstpersoneel te mogen zien, wyi men vermoedde, dat er een bekend misdadiger onder hen was. Alle knechts, koetsiers, enz. passeerden de revue, maar de misdadiger werd niet gevonden. Toen moesten de detectives het vrouweiyk personeel ook onderzoeken. Alle meisjes In huls onderwierpen zich vrij willig aan het onderzoek, tot men opeens bemerkte, dat de kamenier verdwenen was. Men zocht het heele huis door en vond elndeiyk de kamenier verstopt in een kast. Toen bleek het mooie meisje niemand anders te zyn dan de man dien de politie zocht, Michael Lapchin, verdacht van moord. Qedurende het jaar dat de kamenier de prinses hielp, had deze nooit eenige ver denking gehad dat haar meisje een man was. Ook de deteclives waren stom van bewondering voor zulk een vermomming Huwelijksadvertentie. Een jong- mensch te Ottawa (Canada). Hugh Doyle, expediteur in een papierfabriek, schreef voor de aardigheid op het einde van een rol krantenpapier: „Als een Hef meisje wenscht te trouwen moet zij zich richten tot Hugh Doyle, papierfabriek Ottawa Canada". Eenige dagen later werd deze rol papier verzonden naar een groote krant in Londen. Daar vond men dit opschrift en weer voor de aardigheid werd het In het blad vermeld. Doyle had zyn grapje allang weer ver geten, toen hij verleden Woensdag één- en-twlntig aanbiedingen tot een huwelijk kreeg van „jonge en lieve Engelsche meisjes". Doyle Is by dit onverwacht succes ernstig gaan nadenken. Burgerl. Stand van Brouwers havi n te kwartaal 1910. Geboorten: 20 I-'ebr. Een dochter van M J. v. Hee en N. Kloc 17 Maart. J. A. v. d. Klooster e A. M. Mol. 19 a J. Boot en M. J. VI: Huwelijken: 2 Maart. G. J. de Vlieger, j.m. en K. C. va Schelven, j.d. 4 H. Verhoef!, j.m. en P. J. van de Klooster, J.d. 9 A. I. van der Linde, j.m. en P. de Die, j.d 3t G. Landman, J.m. en J. M. van 't Hol, j.d OverlQden: 6 Jan. E. R. Bolkenbaas, oud 6 w., d. 22 J. van Nleuwenhuize, oud 22 m., d. 26 Korn. Visser, oud 75 j., ongehuwd. 2 Maart. O. de Oude, oud 72 jweduwe van j W. van Braband. BOTER j 0,62" en 0,65 per 5 H.O. KIP-EIEREN f 0,60 en j 0,70 per 25 stuks. zierikzee, 14 April 1910. De Marktopnemer J. J. VAN DEN BOUT. STOOMBOOTDIENST APRIL. AMSTERDAMSCHE TIJD. Van Middelburg: Van Zierikzee: smorg. 'smidd. 'smory.l smidtl Zaterd. 16 naar I Cortgene 7,30 1 terug naar Zierikzee 9,— Zaterd. 16 3,— Zondag 17 7,30 Zondag 17 3,- Maand. 18 7,30 Maand. 18 3,— Dinsd. 19 7,30 Dinsd. 19 3,— Woena. 20 7,30 Woens. 20 I 3,- Dond. 21 7,30 Dond. 21 3,- VrQdag 22 7,30 Vrjdag 22 3,- Zaterd. 23 7,30 Zaterd. 23 3,- Indien reizigers van Zierikzee naar Qoes, den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der boot, (t|dlg voor de ochtendreizen op den vooraf- gaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Catsche veer, zal om een b|- wagen naar Qoes worden getelegrafeerd. Zondag 17 April a s. hoopt onze geliefde Moeder. Behuwd- en Qrootmoeder Wed. J. BLOM—Fondse, haar 85sten Qeboortedag te herdenken. Kerkwerve, 16 April 1910. Hare dankbare Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen. Heden overleed onze geliefde Moeder, Behuwd- en Grootmoeder, CATALINA VAN DEN BOUT, Wed. van den heer D. Hocke Iz., In den ouderdom van 73 jaar. 's-Oravenhaoe, 11 April 1910, Beeklaan 416. i Dr. I. HOCKE, Arts. Niimeeen D J' A "OCKE- rvijmegen. Walkenhorst, en Kinderen. N. W. HOCKE. 's-Graven- I M. A. HOCKE. hage. I P. J. N. HOCKE, Arts. J. C. HOCKE. Heden overleed mijne geliefde Zuster, CATALINA VAN DEN BOUT, Wed. van den Heer D. Hocke Iz., In den ouderdom van 73 jaar. 's-Gravenhage, 11 April 1910. Beeklaan 424 Mevr. de Wed. v. VESSEM— Van den Bout. Heden overleed te s-Gravenhage myne geachte Schoonzuster Noordoouwe, 11 April 1910. Mevr. de Wed. C. HOCKE— v. Ree. Heden overleed, na een langdurig doch geduldig lijden, onze geliefde Echtgenoote, Moeder, Behuwd- en Qrootmoeder, Mevrouw A. P. Veensnbos—Ribbe in den ouderdom van ruim 74 jaar. I M. L. VEENENBOS Rrielle A A' E VEENENBOS. O VEENENBOS- Visser. I N. SIMONS— Rnttprrlnm veenenbos Rotterdam p c Q SIM0NS C. VEENENBOS. Brielle, 12 April 1910. Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1910 | | pagina 6