ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Maandag 11 April 1910.
Tweede Blad.
(Z ierikzeesohe
C o u r a n t).
NIEUWST! J01N6ËN.
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen
MAANDAQ, WOENSDAQ en VRIJDAQ verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland i 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10
per jaar bij vooruitbetaling.
66tte JAARGANG. No 8911.
Uitgever-Hoofdredacteur A. FRANKEL.
Redacteur i I. WAALE.
ADVERTENTIE N.
Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2
Alle betalingen moeten geschieden bij den DirocteurA. J. OE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
ITALIË.
De berichten omtrent de heviger werking
van den vulkaan worden bevestigd. Één
der lavastroomen beweegt zich voort met
een snelheid van 10 meter per uur.
Andere lava-stroomen vloeien langzamer.
In den middelsten krater heeft een
instorting plaats gehad. Groote spleten
vertoonen zich allerwegen.
FRANKRIJK.
Het blijft winter In een gedeelte van
zuidelijk Frankrijk. Uit Yssingeaux In
Haute-Loire wordt gemeld, dat de geheele
streek onder een dik pak sneeuw bedekt
ligt en uit Privas In Ardèche wordt even
eens zware sneeuwval gemeld.
NEDERLAND.
Deventer, 9 April. Toen Vrijdagavond
laat de zoon van den heer Linlhorst,
vleeschwarenfabrlkant alhier, zijn fabriek
Inspecteerde, hoorde hij In één der rook-
kasten een verdacht geluid. Een inbreker
vermoedende, sommeerde hij dezen te
voorschijn te komen, waaraan echter niet
werd voldaan.
De heer Linthorst stak daarop den brand
In het hout, dat beneden in de kast was
gelegd, teneinde 's nachts de hammen te
rooken. De kast werd nu gesloten met
een ijzeren deur.
De heer Lindhorst, stellig overtuigd dat
er iemand In de kast zat, want hij had
niet alleen vreemde geluiden vernomen,
doch ook een paar beenen gezien, dacht,
dat de persoon In kwestie het nu wel te
benauwd zou krijgen en zich zou over
geven.
Hij had echter buiten den waard ge
rekend, want de Inbreker klom langs de
spijlen naar boven en wist op het dak te
komen.
Voordat de politie verscheen was de
ongenoode gast reeds verdwenen.
Zijn slag heeft hij Intusschen niet
kunnen slaan; er werd n.l. slechts een
ham vermist, die later op het dak terug
gevonden werd.
Jutfaas, 9 April. De smid B. Veldhuizen
alhier was gisterenmiddag omstreeks 4
uur in zijn smederij aan het werk. Hij
wierp een schop steenkolen op zijn smidse,
toen bijna op hetzelfde oogenbllk een
geweldige knal volgde, welke het gansche
huls deed dreunen. V. werd tameiyk ernstig
aan het hoofd en de armen gewond, zoodat
hij zich onder geneeskundige behandeling
van dr. ldenburg moest stellen. Ook een
zoontje van V. kreeg lichte verwondingen
aan het hoofd.
Men vermoedt, dat zich een stuk dynamiet
tn de steenkolen bevond
Amsterdam, 9 April. In verband met
de verleden jaar te dezer stede uitgegeven
gedenkplaat ter gelegenheid der koninklijke
geboorte, welke alom met enorm succes
bekroond is geworden, heeft men be
sloten, teneinde aan de vele aanvragen
van verschillende zijden tegemoet te komen,
een Tweede Gedenkplaat te doen drukken
als Pendant van de vorige. Deze plaat zal
worden uitgegeven ter gelegenheid van den
geboortedag van H. K. H. Prinses Juliana
en zal worden gedrukt op fraai kunst
drukpapier ongeveer 60 X 45 cm. in zwart
en oranje.
Rondom een fraai groot portret van H
K. H. Prinses Juliana en hoogstderzelver
moeder zijn een elftal portretten der konink
lijke familie gegroepeerd, waarbij de laatste
portretten van H. K. H. Prinses Jnllana
De nieuwe wapens van H. M. en Z. K. H
van Nederland, Oranje, Waldeck-Pyrmont
en de ell provinciën zijn op decoratieve
wijze aangebracht, terwijl een gedichtje,
vervaardigd door mevrouw Arnold Boers,
onder de midden-foto prijkt.
De platen zijn in de meest artistieke
en historische bewerking uitgevoerd, des
niettegenstaande is de prijs zeer gering.
Maatregelen zijn getroffen, om alle be
stellingen op lijd te kunnen uitvoeren, terwijl
aan commlssiën, school-autoritelten, ver-
eeniglngen, werkgevers enz. tegen koslenden
prijs wordt geleverd, teneinde ons denk
beeld, om deze plaat n.l. zooveel mogelijk
onder het volk ie brengen, meer en meer
te verwezenlijken. Aanvragen te richten
met opgave van verlangd aanlal aan Albert
van der Horst, Redacteur-Administrateur,
377 Heerengracht, alhier.
Glsleren heeft een zware brand ge
woed In de Rustenburgerslraat. Een
stoomschoenenfabrlek is met al wat er In
was, ook kostbare machines, vernield.
Hoewel het meerendeel van het werkvolk,
ongeveer 100 personen, nog In de fabriek
aanwezig was, vielen geen persoonlijke
ongelukken voor. De oorzaak is onbekend
en de aanzienlijke schade wordt door
verzekering gedekt.
- In de Woensdag alhier te houden
raadszitting komt aan de orde de be
noeming van een wethouder, tengevolge
van het bedanken van den heer Delprat,
die om de zaak-Van Oelder zijn ontslag
nam.
Het meerendeel der leden zal weer op
hem hun stem uitbrengenook de sociaal
democratische raadsfractie is voornemens
bij eerste stemming op hem te stemmen.
Die ontslagkwestie aldus hare redeneering
Is In onderzoek, terwijl de heer Delprat
als wethouder toch bezwaarlijk aansprake
lijk gesteld kan worden voor de vele, in
de memorie van dr. De Gelder genoemde
tellen, welke onder het wethouderschap
van mr. Heemskerk zouden zijn voorge
vallen.
Één der medewerkers van het N. v. N.
heeft dezer dagen een onderzoek Ingesteld
In een omgeving, waarin het van den
moord op de Nic. Witsenkade alhier ver
dachte dienstmeisje gerulmen tijd heeft
v ikeerd.
Indertijd werd reeds medegedeeld, dat
bij een notaris te Amsterdam, waar het
jonge meisje, na heel wat omzwervingen
in dienst kwam, zij ontslagen moest worden
wegens diefstal. Toch mag deze nog heel
blij zijn er indertijd nog afgekomen te zijn
met wat geld of enkele sieraden, immers
waren de omstandigheden van het meisje
wat gunstiger geweest, dan had ze haar
„volk" voor een vrij aanzienlijker bedrag
bestolen.
Op een Zaterdagavond toch kwam ze
bij de lieden, waar ze geregeld aan huis
kwam, met de mededeellng, dat zij den
volgenden dag alleen thuis was, omdat
mijnheer juist heel veel geld in huis had
en het huls niet onbeheerd wilde laten.
De jonge dame noodlgde het mannelijk
deel van het gezelschap daarop uit, den
dag bij haar te komen doorbrengen, ten
einde eens nader op de hoogte te komen
van de aanwezige kasmiddelen. Men wees
dit toen gelukkig vol verontwaardiging
van de hand.
Merkwaardig echter, dat ook hier weer
het meisje anderen trachtte over te halen
kostbaarheden en waardevolle artikelen,
waarvan zij alleen de bergplaats wist, weg
te halen. Indien ze inderdaad de bedrljfster
van de gruwelijke misdaad op de Witsen
kade blijkt te zijn, zooals de jongen steeds
blijft beweren, dan heeft een en dezelfde
gedachtengang plaats gehad in dit misdadig
hoofd, n.l. den diefstal door derden te
laten verrichten om zich zelve te dekken.
Op de Prinsengracht trof zij iemand
aan, die haar aanbod dadelijk van de
hand wees. Op de Witsenkade maakte zij
tot willoos werktuig een sulllgen knaap,
die ook in zijne uit de gevangenis aan
zijne moeder gerichte brieven steeds
dezelfde lezing van het geval blijft geven
en zijn onschuld beluigen.
Het schijnt, dat het meisje zich bewust
was van de macht, die zij over den
jongen had; immers zelfs lang vóór hij
na zijn eersten misstap uit de strafgevangenis
was ontslagen, sprak zij met kennissen
over hem. Hoe lang liep zij wellicht niet
reeds met de gedachte rond, doch moest
de uitvoering opschorten, totdat de ge
schikte persoon, die het werkje wel zou
opknappen, uit de gevangenis zou komen?
Omtrent den hlstorlsch-allegorlschen
optocht alhier, fe houden tijdens het be
zoek dat H. M de Koningin aan deze ge
meente zal brengen, deelt het centraal
comité o. a. het volgende mede
De eigenlijke kern van den stoet wordt
gevormd door de in historische volgorde
komende voorvaderen van Prinses Juliana,
beginnende bij Willem den Rijke met Juliana
Van Stolberg, over Willem 1. Maurits,
Frederik Hendrik enztot en met Koning
Willem I. Dat is het historische stramien,
als men 't zoo zeggen mag, waarop de
allegorische stoet Is geborduurd.
De Prinsen en Prinsessen zullen de
rijkst en fraaist gecostumeerden zijn, de
allegorische groepen, die deze historische
personen afwisselen, zullen echter de
levendigheid en het feestelijke aan den
stoet geven.
Van de groepen, waaruit de stoet be
staat, Is de eerste die van Juliana Van
Stolberg als het begin van den Oranje
stam het deftigste. De tweede groep
Willem van Oranje (Willem I) wordt
de fraaiste groep, Maurits en vooral Frederik
Hendrik, met heel Zijn hofstoet, wordt de
schitterendste groep, want deze verbeeldt
de bloel-periode van de zeventiende eeuw.
Deze bloei van handel, kunsten en weten
schappen zal verbeeld worden In allegorische
praalwagens van den Vrede van Munster,
de zeehelden (In een reproductie van het
galajacht van Frederik Hendrik), de kunst
en tot slot van deze groep de apotheose
van het rijke en machtige Amsterdam uit
de 17e eeuw. Willem III. Koning van
Engeland, komt dan met Zijn rijken hof
stoet, omgeven van zoovele Engelsche
grooten, van Engelsche krijgsbenden,
Schotten In nationaal cosfuum, lijkkleurig
en effectvol.
Dan komt de 4e groep: Willem IV met
gevolg en Willem V met Wlllemljntje en
een groep Holiandsche burgers uit het
einde van de 18e eeuw. Dan volgt de
strijd met Frankrijk, verbeeld door krijgers
uit 1813, die overwinningstropeeën dragen,
kurassiers van Waterloo en Prins Willem,
later Koning Willem I: verbeeld hoe hij
In Scheveningen in een bom landde, door
het met Oranje getooide volk in optocht
begeleid.
De Grondwet wordt dan allegorisch
voorgesteld in een praalwagen met dames
In nationale kleederdrachten van alle
provinciën en ten slotte wordt allegorisch
geduld op de toekomst door bloemen
strooiende meisjes en kinderen, zooals de
geheele stoet geopend wordt door een
zinnebeeldige voorstelling van den Oranje
boom.
De vele muziekkorpsen, die den stoet
zullen verlevendigen, de Geuzen-troepen,
die liederen zingend mee zullen gaan, de
vele kunstenaars, vendels en rijke burgers
zijn hier niet vermeld, genoeg zij het voor-
looplg mede te deelen, dat het aantal
gecostumeerden op ongeveer zevenhonderd-
vijftig la geraamd, ongeveer honderd-twintig
paarden meegaan, tien zegewagens, onge
rekend de kanonnen, karossen enz.
Leiden, 9 April. Hedenmiddag werd
op den Haagweg, tusschen de Vink en
Leiden, een dame, die daar wandelde,
door een vijftal personen, die zij even te
voren had zien kaartspelen, op rijwielen
gepasseerd. Één van het vijftal rukte haar
een taschje uit de hand, waarmede ze in
de richting Den Haag vertrokken!
In het taschje bevond zich ongeveer f 30
aan geld. De dame, die naar Haarlem
moest, kon zonder hulp van kennissen
niet eens een kaartje koopen.
's-Gravenhage, 9 April. De koninklijke
familie zal as. Vrijdagmiddag naar Het
Loo vertrekken.
Het bezoek aan Amsterdam is van 25
Mei tot 1 Juni bepaald.
Een bewoonster van een perceel
aan de Koningin Emmakade alhier is
gisterenavond, tengevolge van het open
staan van een gaskraan op de badkamer,
door gasverstikklng om het leven gekomen.
Rotterdam, 9 April. Zaterdagmiddag
werd het gerechtelijk beslag op het
stoomschip „Uranium" van de „North
western Transportlijn" opgeheven. Daarop
is het stoomschip des avonds half negen
naar New-York vertrokken met circa 900
landverhuizers.
De 46-jarige zandschipper A. Spruyt,
wonende te Krimpen a/d. IJsel, verliet
hedenmiddag kwart voor tweeën met het
aakscheepje „Stormpolder", in gezelschap
van zijn 79-jarigen vader, den Schiemond,
om de rivier op te varen. Gelijktijdig verliet
den Schiemond een sleepboot der gemeente
met 2 zandbakken en Spruyt wierp een
lijn uit om zich te laten meesleepen. De
lijn werd aan één der zandbakken bevestigd.
Bij het doorhalen van de sleeplijn geraakte
S. aan boord van zijn scheepje met één
der beenen verward In de lijn, met het
ongelukkig gevolg, dat dat lichaamsdeel
lusschen enkel en knie finaal werd afge
knepen. Dadell|k was het ongeval aan
boord van de sleepboot opgemerkt, die
den steven wendde en op de rivier het
aakscheepje oppikte en terugsleepte naar
de Voorhaven, waar dr. D. J. v. Rijn met
de verbandmiddelen der politie het afge
knepen been voorlooptg verbond. De ge
kwetste werd daarop per brancard naar
het Ziekenhuis overgebracht, alwaar tot
verdere amputatie moest worden overgegaan.
Een zonderling of een grappenmaker
was gisteren en heden op het Beursplein
en in andere stadsdeelen bezig met het
strooien van coupons van effecten. Er
waren er bij van de Baltische Spoorweg-
Maatschappij uit de jaren 1872 en '79 en
van andere spoorwegaandeelen, Russi
sche enz., btj elkaar een aardig kapitaal
vormend, tenminste, als de waarden niet
verjaard zijn.
Numansdorp, 7 April. Alhier kwam
dezer dagen een ongeveer twintig-jarig
jongeling bij een tagrijn, met de vraag of
hij niet een sleuteltje had, dat op zijn
kistje paste, want hij was het sleuteltje
kwijt. In een oogenbllk was het kistje
geopend.
Later bleek, dat hij het kistje van zijn
oom gestolen had. Met den Inhoud, f 1400
aan contantenbenevens 2 Russische
effecten, is de dief spoorloos verdwenen.
Bergen-op-Zoom, 9 April. Hedenmorgen
Is van hier gevankelijk naar Breda over
gebracht P. P. v. H., diaken van den
ketkeraad der Oereformeerde Kerk en
penningmeester van de afd. Patrimonium,
verdacht van verduistering van verschil
lende bedragen, door gemelde kerk en
vereeniglng hem toevertrouwd. Hij had
zich j I. Dinsdag naar Rotterdam begeven
om wellicht scheep te gaan, doch werd
nog tijdig door twee hoofd-agenten ge
arresteerd. De gelden waren bestemd voor
den bouw van een school.
RECHTSZAKEN.
In een aan de Nieuwe Rotterdamsche
Courant ontleend verslag der zitting van
het Oerechtshof te 's-Oravenhage, waarin
in hooger beroep de zaak contra A. W.
behandeld werd, kwam een voor mr.
Polvllet, die in genoemde zaak als getuige
gehoord werd, onaangename zetfout voor.
Hij heeft namelijk niet gezegd, dat hij als
procureur van beklaagde een flauw ver
moeden had, dat de door hem In die
hoedanigheid overgelegde kwitantie valsch
was, maar heeft wel verklaard, dat hij er
geen flauw vermoeden van had. Dat is
natuurlijk geheel Iets anders.
Vrijdag heeft advocaat-generaal requisi
toir genomen.
Adv.-gen. was van oordeel, dat door de
verklaringen der getuigen décharge aller
minst is aangetoond, dat Blok op 3 De
cember 1906 bij den beklaagde te Zierikzee
ls geweest om hem te betalen. De ver
klaringen van die getuigen kloppen niet
met van elders bekende feiten In dit proces.
En voor zoover zij betrouwbaar zijn te
achten, kunnen zij betrekking hebben op
het bezoek, dat Blok In November aan
bekl. heeft gebracht. Tegenover al die
verklaringen staat dan ook de ontkentenls
van Blok, dat hij na 8 November 1906 In
Zierikzee Is geweest.
Het bewijs tegen den beklaagde is ge
leverd door de verklaring van Blok, dat
hij de bewuste kwitanties niet heeft ge
schreven, In verband met het rapport der
schriftkundigen, die verklaren, dat bekl
de kwitanties geschreven heeft. Daarnaast
zijn er tal van aanwijzingen tegen den
beklaagde.
Volgens zijn verklaring betaalde hy Blok
op 3 December f 380, maar op de over
gelegde kwitantie wordt van f 400 gesproken.
Beklaagde schreef ook op 3 December
aan Blok, dat hij de f 400 niet kon betalen.
Hij zegt nu wel, dat hij dien brief reeds
den vorlgen dag heeft ge.chreven, maar
dit staat allerminst vast. Vreemd ls ook
dat Blok op 3 December kwam, terwijl
nader bedongen was, dat op 15 December
betaald zou worden; en voorts Is vreemd,
dat de kwitantie den datum draagt van 17
December; dat Blok aan- beklaagde zfln
schuldbekentenis voor de f 400 niet heeft
teruggegeven en dat Blok, wetende dat
bekl. had betaald en daarvoor kwitantie
had, hem In rechten ging aanspreken voor
dit bedrag van f 400.
Beklaagde heeft ook thans voor het eerst
adv.-gen. meent pour le besoln de la
cause te berde gebracht dat hij f 400
In huls had die hij met den verkoop van
het bont had bij elkaar gekregen. Vroeger
heeft hij opgegeven dat het geld was van
de Nutspaarbank en'van den notaris. Maar
het is gebleken, dat hij daar wel geld
had staan, maar het niet heeft gehaald.
Op grond van een en ander dient de
veroordeeling van bekl. gehandhaafd, maar
het vonnis a quo diende wegens redenen
van formeelen aard te worden vernietigd.
Mitsdien werd gerequlreerd vernietiging
van het vonnis, doch hef Hof opnieuw
rechtdoende, beklaagde zal veroordeelen
tot dezelfde straf als In eersten aanleg.
De verdediger, mr. E. O. S. Bourlier,
advocaat te 's-Oravenhage, bestreed aller
eerst het deskundigen rapport, als steu
nende op zuivere deductie. In het schrift
van de kwitantie Is veel gelijkenis met de
hand van beklaagde; maar dit wettigt niet
dat bekl. die kwitantie heeft geschreven.
Evengoed kan een ander getracht hebben,
beklaagdes hand op die kwitantie na te
bootsen. Overigens hecht pleiter niet veel
waarde aan het rapport van schriftkundigen,
gelet op de in de Dreyfuszaak opgedane
ervaring. Het zwaartepunt in deze zaak ls
trouwens de overtuiging van den rechter,
dat deze man, die te Zierikzee uiterst on
gunstig bekend staat, het feit moet hebben
gepleegd. Maar pi. mist in deze zaak dat
zeker Iets, dat onfeilbaar leiden moet tot
de veroordeeling van een beklaagde.
In deze zaak zijn slechts twee aanwij
zingen van schuld; de antecedenten van
dezen man en de verklaring van Blok. In
deze zaak moeten echter de antecedenten
van bekl. eerder in zijn voordeel pleiten.
Immers bekl. was, toen hij dit feit zou
hebben gepleegd, pas uit de gevangenis
ontslagen. Hij had bovendien de f 400
niet noodlg. En getuige Blok Is een zeer
aangenaam man; maar is hij van huls uit
de getuige waarop wij kunnen bouwen?
Hij toch Is na beklaagde, de eenige be
langhebbende in deze zaak. En ten aanzien
van hel belangrijke punt van het bezoek
aan bekl. op 3 December 1906 komt hy
in strijd met de verklaring van vele ge-
tulgen 5 décharge. Er zijn er zelfs nog
meerderen die hem gezien hebben, doch
die niet ten gunste van beklaagde wilden
of durfden getuigen, uit vrees voor hun
goeden naam.
Uitvoerig ging pleiter de verklaringen
der getuigen décharge na, ten betooge
van de geloofwaardigheid daarvan. Zoo
wordt de verklaring van getuige Brinkman
gestaafd door twee brieven, een van 2 en
een van 13 December 1906, welke laatste
luidt: „Ik koop die bioscoop niet, want
die Joden bontenkoopman zei me, dat ze
veel te duur is". Uit de verklaring van
den photograaf Immerzeel volgt ook. dat
Brinkman op 3 December 1906 by bekl.
is geweest om een bioscoop te koopen en
dat daar toen een bontenkoopman aan
wezig was, met wlen Immerzeel naar den
notaris is opgeloopen. Getuige Muns-Koelet
heeft Blok slechts 2 maal langs het raam
zien loopen. Men acht dit te kort om
iemand na 3 jaar nog te kunnen herkennen.
Maar heeft de advocaat-generaal nooit
gehoord van de coup de foudre in de
liefde? En kan het niet zijn dat het vrien
delijke, ronde gezicht van Blok op haar
een grooten invloed heeft gehad?
Pl. komt er dan ook toe, door een en
ander te gaan twijfelen aan de geloof
waardigheid van Blok. Deze schreef
trouwens op 28 November 1906 aan be
klaagde, dat hij hem „een dezer dagen"
hoopte te bezoeken. En kort daarna be
taalde hy aan zekeren Davids, die geld
van hem te vorderen had, f 400.
Pl. vraagt verder het openbaar ministerie:
wanneer bekl. de tweede kwitantie heeft
nagemaakt, waarom had hij dan ook de
eerste echte kwitantie te vervalschen. terwijl
toch de betaling der eerste f 400 niet
betwist werd? Wanneer het 't doei van
beklaagde was, le kunnen wijzen op de
gelijkvormigheid van schrift van de tweede
kwitantie en de eerste, welke Blok wel
niet zou ontkennen, waarom zou hy dan
in de eerste kwitantie heel andere woorden
hebben geschreven dan die welke Blok In
de kwitantie had opgenomen? Als schuld
oorzaak had Blok naar hij verzekert
in de eerste kwitantie opgenomen: „voor
geleverd bont". Maar In de ten processe
overgelegde kwitantie staat: voor karpetten,
lappen en koffers.
Merkwaardig is ook, dat Blok bij den
rechter-commlssaris terstond heeft gevraagd,
ook de eerste kwitantie te mogen zien en
toen dadelijk heeft gezegd: dat Is mijn
handteekening niet. Een en ander maakte
op pleiter den Indruk van een „van te
voren weten".
Dat beklaagde zelf verzekert, te hebben
betaald op 3 December, terwijl hij erkent,