1 MIDDELBURG-ZIERIKZEE. blijven, spotgoedkoop zijn. Het is dus niet gemakkelijk voor eenige nieuwe kali- meststof terrein te veroveren. Immers ze moet dit veroveren op de Stassfurter- kalizouten, die goedkoop en doelmatig zijn. Doelmatig, omdat het zouten zijn in water oplosbaar. Is er kans, dat het kalimeel als kali meststof Ingang vindt? Om hierop te antwoorden moeten wij weten, wat kali- meel eigenlijk is. Kalimeel is fijngemalen kallhoudende steen, met gemiddeld 9—10 pCt. kali, waarvan zeer weing, zoo goed als niets in water oplosbaar ls en ongeveer 3 pCt. in mlneraalzuur. Ter vervanging van kaïniet of patent- kali of eenig ander kallzout is het dus niet te gebruiken en de kans, dat het als kallmeststof Ingang zal vinden, is dus al zeer gering. RECHTSZAKEN. Ten bewijze, dat de achterstand in civiele zaken bij het Qerechtshof te 's-Qravenhage van eenige beteekenls is, kunnen wij melden, dat het door mr. De Brauw aangevraagd en toegestaan pleidooi, inzake het bestuur der voormalige boter- fabriek „Luctor et Emergo" te Zonnemaire en den heer M. C. de Crane, directeur der Zlerikzeesche Commandletkas is toe gezegd op 7 Sept. 1910 (zegge 7 Sept. 1910). Deze zaak is dan ongeveer 9 jaar aanhangig. Voor de Arnhemsche rechtbank stond terecht O. A. W. S., vroeger schatter bij de bank van leening te Arnhem, beklaagd van verduistering. 15 October 1909 werd de beklaagde gearresteerd en het bleek, dat hij reeds 6 4 7 jaren verduisteringen pleegde. Behoefte aan geld bracht den beklaagde er toe om een doublé voorwerp op een gefingeerden naam als goud te beleenen. Het doublé voorwerp werd op de ge bruikelijke wijze in een doosje gepakt, beklaagde gaf het den kassier als goud- pand op. De kassier boekte het als zoo danig, terwijl overeenkomstig daarmede een beleeningsbriefje werd opgemaakt. De beklaagde ontving van den kassier de beleende som en het beleende briefje. Het gepleegde misdrijf werd tweemaal herhaald. Telkens moest hij er op bedacht zijn op tijd de verschuldigde rente te be talen, daar de voorwerpen, meest doublé kettingen en ringen, anders In publieke veiling zouden komen en zijn misdrijf blijken. Steeds grooter werd de te betalen rente en om dit bedrag te kunnen voldoen ging beklaagde telkens weer doublé voor werpen beleenen. In het laatste jaar had beklaagde f 400 aan rente te betalen, in den loop van 6 5 7 jaar had ntj omstreeks f 6ÜUU zich door de Bank doen uitbetalen voor waardelooze voorwerpen, waarvan hij dan de vervallende rente betaalde. Beklaagde was 14 jaar bij de Bank van Leening in betrekking, waar van de eerste 4 jaar als boekhouder, den overigen lijd als schatter. Aan beklaagde zijn een 7-tal frauduleuze beleeningen, waarbij hij de doublé panden op den naam Jansen Inbracht, ten laste gelegd, gepleegd In zijn hoedanigheid van schatter. Voorts, dat hij omstreeks 2 Juli 1904, terwijl hij tQdeiqk belast was met het beheer van de kas der Bank, f 20, toe- behoorende aan de gemeente Arnhem, heeft verduisterd. Beklaagde erkent de feiten, waartoe hij door geldgebrek kwam. De directeur der Bank verklaart, dat beklaagde ruim 600 panden Inbracht en daarop ontving omstreeks f 6000. Eisch: 2 jaren gevangenisstraf. Vlsscher Ij - Berichte n. Zlerikzee, 21 Jan. In het te Brugge verschijnend blad La Patrie van 11 Januari l.l. komt een artikel voor, getiteld„La Culture des Huitres". Het artikel Is geheel gewijd aan de maatregelen, die hier te lande genomen worden om de zuiverheid van de oester- en mosselkweekplaatsen te verzekeren. Eenoverzicht wordt gegeven van het stelsel der certificaten, en duidelijk is uiteengezet, dat en waarom deze alle waarborgen opleveren voor de onschade lijkheid van de handelsartikelen. Wat ons land'op dit gebied doet, wordt den Belgen als navolgingswaardlg voorbeeld voorge houden, en terecht merkt de schrijver op, dat, zoo België even goede maatregelen genomen had, waardoor het publiek volledig zou zijn gerust gesteldde handelaren en visschers de schade niet zouden geleden hebben, die zij de laatste jaren, tengevolge van de ongegronde vrees der Belgen voor onze schaaldieren, hebben moeten ondervinden. Het verheugt ons, dat de goede naam, dien onze Zeeuwsche oesters en mosselen ongetwijfeld verdienen, allengs meer bij onze naburen hersteld wordt. Croote belangen van ons gewest zijn daarbij betrokken. Het artikel is ontleend aan mede- deellngen in de Handelsberichten van September 1909, een olficleele uitgave, die door de Nederlandsche consulaire ambte naren in België en Noord-Frankrijk is verspreid. JAAR-OVERZICHT van de uitkomsten der gedane weerkundige waarnemingen bij 's-Rijkskustverlichting te West-Schouwen in 1909. MAANDEN. De qjfers rjjn het aantal dagen dat de wind uit een xekcre f.treek heeft gewaaid. (Verschillende korte tij ten tot dagen samengetrokken). Idem van de luchtgesteldheid. to O Hoeveelheid geval'en Licht Half Zwaar De- 4. regenwater N. N.O. 0. Z.O Z. Z.W. W. N.W. 3 Helder. be be be trok in m.M. wolkt. wolkt. wolkt. ken. EH ca 4 1 8 1 7 8 2 81 0 3 5 8 9 81 7 25,9 1 4 7 8 3 1 4 5 28 0 4 1 6 11 28 7 20,8 1 2 0 1 7 8 3 8 81 1 8 7 8 12 81 10 07,6 1 8 6 2 8 10 2 30 7 9 8 8 8 80 7 69,4 4 3 7 2 2 8 4 8 31 10 7 8 5 1 81 6 48,9 10 5 2 1 2 4 5 1 30 1 4 5 15 5 80 11 89 2 Juli 3 1 1 4 18 4 31 5 4 12 10 81 10 73,8 Augustus 4 5 1 1 2 8 9 6 81 4 9 2 18 8 81 10 114,9 September 0 6 4 2 2 2 4 4 80 1 5 9 8 7 80 14 58,3 4 4 12 6 5 31 1 5 7 6 12 81 8 3 7 2 1 4 4 6 80 3 3 7 12 5 80 8 85,8 December 2 4 2 2 10 8 8 31 5 5 10 10 81 15 114,1 Jaar 89 38 50 14 29 67 83 44 365 41 02 63 m 88 365 118 816,8 Waren 1907 met 560,7 m.M. en 1908 met 596,1 m.M. regenwater vrij droge jaren, 1909 met zijn 815,8 m.M. kan wel een nat jaar genoemd worden. De cijfers, die de bewolking aangeven, wijzen dan ook op zeer veel zwaar bewolkte en betrokken luchten, waarbij veel westelijken wind. „Heerlijk" jachtrecht. De redactie van het Dagblad van Noord- Brabant richt een open brief aan den Minister van Landbouw. Het volgende is er aan ontleend: „Op Moergestel rust het heerlijk jacht recht. Dat is nu uitgemaakt In hoogste Instantie. Het is een recht, dateerende van 1300, zegge en schrijve den jare dertien honderd, overgegaan van geslacht op ge slacht en in de twintigste eeuw door de boeren van Moergestel betwist. Tevergeefs echter betwist. Want de oude papieren hebben de geldigheid van dat heerlijk jacht recht vastgesteld, en de boeren, die van hun velden moeten leven, die zaaien om te kunnen maaien, moeten dulden, dat het wild van den heerlijken jachtheer de jonge vrucht afknaagt, en dat de jager met zijn gevolg van rakkers en honden de velden plattrapt, als deze, na een slechten zomer als die van het vorige jaar, nog een laatste snee hooi beloven. Hangende het proces en ook daarvóór hebben de boeren zich tegen de wildplaag min of meer krachtig verzet. Proces-ver baal volgde op proces-verbaal. Het werd een heel stapeltje daar op de griffie van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Wijl echter het heerlijke jachtrecht niet vaststond, ont brak de grond voor eene vervolging en zijn de processen-verbaal zonder gevolg gebleven. Intusschen is, als gezegd, het hangende proces ten gunste van den jachtheer beslist. Is dus uitgemaakt, dat er boven het gewone, twintigeeuwsch eigendomsrecht van den boer nog een ander recht bestaat, tiet liuugtlcldarcclila van haas, kunljil en fazant, het recht van deze lieve diertjes op levensonderhoud ten koste van den armen boer en ten voordeele van den rijken jachtheer. De heeren jagers gingen op het heer lijk jachtveld van Moergestel wild „zetten". Het leefde van den boer, dat eerste, tweede, derde en vierde geslacht hazen en fazanten; de heerlijke jachtheeren zetten er wel het wild neer, maar vergaten het voedsel er voor te verstrekken. Daar moest de boer maar voor zorgen en deze heeft zich toen verzet. Een boer van de „Vrije Hoef" nu kreeg bezoek van het jachtgezelschap en haar ketelmuziek makend gevolg: hij dreigde den jager met een riek, zoo deze het wagen zou op het land van de „Vrije Hoef" te komen. De boer Is door de Bossche rechtbank tot gevangenisstraf veroordeeld. De beklaagde is in beroep gekomen, omdat hij niet begrijpen kan misdaan te hebben. De relletjesmakers snappen er niets van, dat zij de schande zijn van Moergestel. Zij voelen het niet als een beleediglng als men hen scheldt voor oproermakers. Als hun gevraagd werd, wat zij daar deden op het jachtveld, dan klonk het: ons land verdedigen! Hun land. Excellentie, hun eigendom I Wat Is dat voor 'n recht, dat nog aanspraken geeft op den eigendom van een ander? Een recht uit de middel eeuwen, uit den tijd van de lijfeigenschap en der heerendiensten. Maar een recht, dat wij In onze 20e eeuw niet begrijpen kun nen. Een recht, dat reeds lang afgeschaft zou ztyn, als de Jagercommissie niet zoo treuzelde. Maak er toch een eind aan, Excellentie". Ouderdomspensionneering. De heeren ds. D. A. van Krevelen en Frans Netscher hebben, in opdracht van den Bond voor Staatspensionneering, een be zoek aan Denemarken gebracht en een rapport samengesteld over de Deensche wet op de ouderdomsverzekering. In hun voorwoord zeggen, naar het Hbl. meldt, genoemde heeren: Wat ons bij geschrifte en bij geruchte van deze wet bekend was, had ons den indruk doen krijgen dat zij op een uit nemende basis was gebouwd. Bij onze propaganda werd dan ook steeds gewezen op de Deensche wet als een voorbeeld ter navolging. Evenwel ons ontbrak het recht tot oordeelen, dat alleen eigen onder zoek en vooral eigen aanschouwing kunnen geven. Wij zijn gekomen bij een volk, dat op benijdenswaardige wijze democratie, be schaving en humaniteit met elkaar weet te verbinden en dat voorts door zijn vrij heidszin en zijn eenheid In godsdienstig- kerkeiijk opzicht als aangewezen scheen om een dusdanige wet tot stand te brengen. De wet van 1891 ls dan ook in den geest van de overgroote meerderheid van het Deensche volk en daardoor ln den waren zin des woord populair. De conclusies waartoe de heeren komen zijn samengevat in de volgende stellingen: a. Een stelsel van Staatspensionneering gelijk het Deensche, met .verdeeling der administratieve en financieele lasten tusschen rijk en gemeente, komt ons ook voor ons land aanbevelenswaardig en uit voerbaar voor; b. Er zal echter een middel moeten worden gevonden om te voorkomen, dat sommige gemeenten, binnen wier grenzen door locale omstandigheden veel pensioen gerechtigden mochten wonen (bijv. In In- dustrleele centra, en in visschersplaatsen), onevenredig gedrukt zouden worden; c. De leeftijd, waarop de pensioen- gerechtlgheld Ingaat, behoort 65 jaar te wezen; wanneer zich tegen dezen leeftijd in den beginne te veel bezwaren verzetten, dan dient als overgangsmaatregelen in een hoogere leeftijdsgrens te worden berusten d. De gelden tot dekking der onkosten van zulk een Staatspensioen behooren, evenals in Denemarken, gevonden te worden uit de opbrengst van een tegelijker tijd en speciaal voor dit doel in te stellen directe belasting, welke geheven moet worden van het bezit. Gemengd Nieuws. Een verschrikkelijke nacht. Een echt paar op de Kalserstraat te Lelden, v. L., heeft, naar het L. Dbid. meldt, een ver- schrikkelljken nacht doorgebracht. Om half twaalf was het naar bed gegaan, de kinderen natuurlijk reeds vroeger. Toen alles in diepen slaap was, werden man en vrouw opeens te gelijk wakker door leven vlak bij waardoor, dat wisten zij niet tot opeens de ruiten werden stuk ge slagen, boven achter het gordijn bij hen. Te gelijk kwamen er twee ontbloote beenen doorheen, terwijl de eigenares daarvan schreeuwde wie zij was en om hulp riep, alsmede: „hij wil mij vermoorden meteen mes I" Dat de echtelieden niet weinig schrikten, en dadelijk het bed uitsprongen, kan men begrijpen. De man, tot bezinning gekomen, pakte de ongenoode vreemdelinge met buitengewone kracht beet en voorkwam alzoo, dat de ongelukkige niet in de Speelmanspoort, welke ter zijde aan het huis grenst, te pletter viel. Nu bleek weldra, dat men hier met een krankzinnige te doen had, die drie huizen verder woonde. Ze had bijna geen kleeren aan en staarde met strakke oogen, steeds sprekende over moord en vermoorden, tot 't echtpaar, den toestand eindelijk eenlgszlns begrijpende, de ongelukkige er toe kon krijgen, bloedende aan haar voeten, in hun bed te gaan, wat zij deed, want, zelde ze, ze gevoelde zich bij hem veilig. Tejkens riep zij echter nog: „zal hij mijn "kind niet vermoorden?", waarmede zij een kleintje van nog geen jaar bedoelde. Het echtpaar wist, dat de buurvrouw B. vijf kinderen had, en de man verzekerde haar: „hier ben je veilig, blijf rustig liggen, dan zal Ik je kind gaan halen". Op dat oogenbllk achtte hij dit het beste wat hij kon doen. Terwijl hun eigen jonge kinderen In middels ook waren wakker geworden en begonnen te schreeuwen, hield de vrouw des huizes de krankzinnige vast en ging haar man er op uit om, inderhaast eenigs- zlns gekleed, hulp te halen. Toen hij beneden kwam, zag hij gelukkig al dadelijk een politie-agent. Hij vertelde dezen de geschiedenis en kreeg tot ant woord, dat er reeds agenten bij den buurman boven waren. Hij vernam toen, dat er al twee bedrijven van dit treurspel waren afgespeeld. De vrouw toch was In haar waanzin uit haar woning door een raam de dak goot in gevlucht, achtervolgd door haar man, wlen het echter niet mocht gelukken haar te redden door haar er af te krijgen. Deze heeft toen een agent, die ook al met het oog op den toestand der vrouw daar was geplaatst, Ingelaten en meer agenten werden inmiddels ontboden, en toen deze weer op de daken aan het zoeken gingen, was het spoor der krankzinnige verdwenen, totdat de onthutste buurman den op straat wachtenden agent meedeelde, wat hem in zijn slaapkamer was overkomen, waar zij langs verschillende goten en daken was aangeland. Met behulp van nog 'n andere buurvrouw, die zich onder de door het rumoer ge wekte aanwezigen bevond, werd nu de ongelukkige naar beneden geleid, wat zonder moeite geschiedde, zonder dat de agenten daarbij hulp behoetden te verleenen, en werd zij weer ln haar eigen woning naar boven gebracht, terwijl dr. Kruimel, die middelerwijl ook was gekomen, er voor zorgde, dat de vrouw zoo spoedig mogelijk In Endegeest werd opgenomen. In dien tijd werd zij door familieleden bewaakt en haar kinderen zijn nu bij dezen onder dak gebracht. Het was halftwee toen dit nachtelijk treurspel begon, dat de betrokkenen zeker niet gemakkelijk zullen vergeten. De mlllloenen-zwendelaar Reicher, die eindelijk op de Spaansch-Fransche grenzen is aangehouden, was, sedert hij ln April van het vorige jaar uit Weenen vluchtte, voortdurend door de politie in het oog gehouden, maar zij had nog geen gegevens om handelend op te treden, om dat de door hem benadeelden, menschen uit de hooge aristocratie en uit de hooge financieele kringen, geen aangifte tegen hem durfden doen, uit vrees voor openbaarheid van zaken, die zij liever verborgen wilden houden. Reicher was in de groote wereld van Weenen algemeen bekend. Zijn zaken be stonden hierin, dat hij aan de voorname Weeners geld leende, zooveel zij maar hebben wilden, maar natuurlijk tegen woekerrente. Het geld dat hij leende haalde hij zelf van verscheidene bankiers, wien hij een flink aandeel gaf in zijn woeker winsten en zoo was Reicher, die met niets begonnen was, een vermogend man ge worden. Hij moet honderd duizenden kronen verschaft hebben aan prinses Louise van België en ook de naam der voormalige kroonprinses Stefanie komt meermalen ln zijn boeken voor; zij had hem wissels gegeven voor hooge bedragen, die later door prins Philip van Koburg zijn betaald. Achteraf is gebleken, dat daarbij ook valsche wissels waren, maar vrees voor schandaal hield den prins van het doen eener aan klacht terug. Zoo ging het ook met de bankiers, die Reicher het geld verschaften, waarmee hij woekerde. Ten slotte, eerst op den 8en dezer maand, deed een finan cier aangifte, dat Reicher hem had op gelicht voor 75.000 kronen, door hem afgegeven op een wissel, die de valsche handteekening van een graaf droeg. Dit Is slechts een kleinigheid bij alle onaan- gegeven zwendelarijen, welke Reicher op zijn kerfstok heeft en die een totaal van 7 millloen moeten bedragen. Doordat de politie Reicher, die eerst naar Amerika was gevlucht en In November.naar Europa terugkeerde, steeds In het oog hield, wist zij, toen er eindelek een aangifte tegen hem gedaan werd, dat htj in Granada was. Aan den Oostenrljkschen consul te Malaga werd opgedragen hem te doen arresteeren, maar de schelm scheen lont geroken te hebben, want hij vluchtte over Madrid naar Frankrijk, doch werd op het grens- plaatsje Irun aangehouden. Gevecht met stroopersl De onbe zoldigde veldwachters M. de Haas en J. de Vrlng waren Vrijdagnacht op surveil lance, toen ze op Veebeek te Berllkum, stroopers met den lichtbak zagen. Zij gingen direct den gemeente-veldwachter Smeekens roepen en begaven zich toen met hun drieën naar de stroopers, die onderwijl naar Wamberg waren getrokken, den heelen tijd schietende. De veldwachters constateerden 6 per sonen, één met fietslantaarn, één met ge weer, deze beiden gingen voorop, en 4 volgden gewapend met groote knuppels en droegen het wild. Allen hadden zich zwart gemaakt en droegen groote slappe hoeden. Het gelukte Smeekens één der wild- dragers, die slechts één konijntje droeg, in handen te krijgen en daar htj zich ver zette, werden hem de kettingen aangedaan. De Haas en De Vrlng namen ook een persoon voor hun rekening, doch ze moesten ze beiden loslaten. De Haas evenwel niet dan na een worsteling, waarin door den arrestant geschoten was, welk schot evenwel door De Haas be antwoord werd. Op het gezegde van Smeekens: „ik heb er een", kwam de man met de lamp, ge volgd door een paar anderen met knuppels in de hand terug, tot op 4 4 5 meters van Smeekens. De andere veldwachters waren inmiddels ook tot daar teruggekeerd en De Haas trachtte de lamp, die hun belette Iets te zien, uit des dragers handen te slaan, doch kreeg een slag met een knuppel, waarop hij 2-maal schoot met de revolver. Hierop werd hem de revolver uit de hand geslagen door een slag op de hand, die geheel ontveld werd. De gearresteerde, zekere Van B., is ter be schikking der justitie gesteld. Liever dood dan arm. Het drama van een 18-jarig scholier der technische school te Pankow, bij Berlijn, heeft daar groote ontroering verwekt. Kurt Beyer studeerde voor Ingenieur en hield zich in zijn vrije uren bezig met amateur-fotografie en schilderen. Zijn familie was van oordeel, dat de jongeman als schilder en fotograaf talent had, en spoedig rijpte in Beyer het voornemen, om een kunstreis naar Italië te gaan maken, zooals het den genialen voegt. Het ontbrak hem echter aan de noodige contanten, om aan dit fantastische plan begin van uitvoering te geven. Te vergeefs klopte hij aan by dezelfde bloedverwanten, die hem een groot talent hadden genoemd. Toen geloofde de jonge man, in de loterij geluk te zullen hebben, en hij speelde een kwart lot in de Pruisische staatsloterij. De fortuin was hem echter ongunstig, en ook de laatste trekking bracht hem geen geluk. Hierdoor raakte Beyer in vertwijfeling. Hij wilde liever sterven, dan afzien van zijn reis naar Italië. Donderdag werd hij In zijn donkere kamer vergiftigd gevonden, waarschijnlijk door sublimaat. Het kwart-lot had hl] langs fotografischen weg vergroot, en op die vergrooting in krulletters de woorden ge schilderd: „Liever dood dan arm". Daar boven stond een doodshoofd. De toestand van den ongelukkige is hopeloos. Politiehonden. De Beriynsche politie heeft thans te beschikken over 25 honden, die de manschappen op hun patrouilles, met name door afgelegen wijken en openbare patken, vergezellen. Sinds het gebruik van diensthonden bij den patrouilledlenst, zijn de roofaanvallen en vergrijpen tegen de zedelijkheid op vrouwe lijke personen ln de parken aanzienlijk afgenomen. Reeds by het bekend worden van het feit, dat er in een of andere wyk politiehonden zyn aangeschaft, trekt het lichtschuwe en gevaariyke gepeupel uit die wyk terug. Ook in de buitenwijken Is de veiligheid er op vooruit gegaan. By de z.g. „razla's" houden de honden de opgejaagde boeven dicht byeen, en vaak heeft een enkel politie-agent op die wyze verschelden personen tegelijk naar het bureau kunnen brengen. Ook by de ver dediging van hun aangevallen „baas" leggen de trouwe viervoeters, die boven dien op neuswerk en op den man zijn afgericht, ontembaren moed en weergalooze zelfopoffering aan den dag. Burgerlijke Stand van Poortvliet. Over December 1909. Gehuwd: Willem Dronkers. j.m., 34 j. en Cornelia Pleter- nella van der Slikke, j.d., 28 J. Geboren: Janna Theunlje, d. van Hubrecht Elenbaaa en jannetje van Dlfke. Adrlaan Matthljs, z. van Marlnus Jacob van Haalten en Cornelia Geuze. Cornells Krijn, z. van Machlel Goudzwaard en Leuntje Janna van Dalen. Lena Cornelia, d. van Jan Nlemanlsverdriet en Cornelia Johanna Willemse. Pieternelia, d. van Komells Hageman en Stoffe- llna Pieternelia jasperse. Overleden: Martha Franclna Jansen, 58 j., echtg. van Jacob Marlnus Pape. Aaltje Kaashoek, 44 j., d. van Abraham Kaashoek en Jannetje Moerland. STOOMBOOTDIENST JANUARI. AMSTERDAMSCHE TIJD. Van Middelburg: '8 more. 'sraidd. Zaterd. 22 7,30 Zondag 23 7,30 Maand. 24 7,30 Dinsd. 25 7,30 Woens. 26 7,30 Dond. 27 7,30 Vrijdag 28 7,30 Zaterd. 29 7,30 Van Zlerikzee: 1,45 1,45 1,45 1,45 1,45 1,45 1,45 'smorg. Zaterd. 22 7,30 Zondag 23 7,30 Maand. 24 7,30 Dinsd. 25 7,- Woens. 26 7,30 Dond. 27 6,30 Vrijdag 28 7,30 Zaterd. 29 7,30 'smidd. 1,30 2,- 2.- 1- 2,- 2,- 2,- Indlen reizigers van Zlerikzee naar Goes b» den Agent te Zlerikzee, vóór het vertrek der boot, (t|dig voor de ochtendrelzen op den vooraf- gaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Catsche veer, sal om een bl- wagen naar Ooes worden getelegralecrd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1910 | | pagina 6