Ingezonden Mededeelingen.
binnengedrongen. Hij ontnam haar een geel
lederen valies met een photographietoestel,
sprong tusschen Mörfelder en Ooldstein
uit den trein en verdween in het bosch.
De dame trok aan de noodrem, waarop
de trein stil stond. Van den roover was
toen echter niets meer te bespeuren.
De luchtschippers dr. Brinkmann en
Meszter, die een onaangenaam avontuur
aan de Russische grens beleefd hebben,
zijn Zondagavond behouden te Berlijn
teruggekeerd.
Één hunner heett in een onderhoud met
een medewerker van de Lokal-Anzeiger
verteld, dat zij op Duitsch gebied hadden
willen landen, maar dat de wind hen over
de Russische grens dreef. Hij zegt, dat de
Russische grenssoldaten in de duisternis
wel degelijk met scherp op den luchtbal
hebben geschoten. Hij zag bijvoorbeeld
duidelijk een soldaat, die op 50 meters
afstands plat op den grond lag, op hen
aanleggen en vuren. Of de luchtbal ge
troffen Is, zal een nader onderzoek moeten
leeren.
Over de behandeling, die zij onder
vonden, hadden zij niet te klagen. Maar
ai hun hebben en houden werd hun af
genomen, ook de cinematographische platen,
die zij gebruikt hadden om met behulp
van het beeld volgens een nieuwe methode
de snelheid van den luchtbal te bepalen.
Zij bleven dag in, dag uit onder politie
toezicht. Toen hen dit begon te vervelen,
wendden zij zich tot den Duitschen gezant
te St.-Petersburg. Dit hielp, en Zondag
werden zij in vrijheid gesteld. Ook de
luchtbal is teruggegeven. Wat er van de
photographische platen geworden is, weten
zij niet.
De Germania becijfert, dat de be
grooting 1910 150 mlllioen mark hooger
zal zijn dan die van 1909. Sedert 1907
stegen de uitgaven van het Duitsche Rijk
met een bedrag van 1250 millioen mark.
Een 24-jarige kellner in Berlijn heeft
zich deze week, een paar weken vóór zijn
bruiloft, van het leven beroofd, onder de
volgende tragische omstandigheden. De
jonge man was verloofd met de dochter
van zijn hospita en zou binnenkort trouwen.
De woning was reeds gehuurd. Een dag
of veertien geleden openbaarde zich een
hartkwaal bij den bruigom. Ofschoon de
dokter hem verklaarde dat hij spoedig
zou genezen, geloofde hij 3lt niet, verviel
tot zwaarmoedigheid en nam in zijn woning
lysol in. In het gasthuis stierf de ongelukkige,
na eenige uren lijden.
Berlijn, 19 Aug. Op het terrein van de
Imperial Continental Gas-Comp. te Schöne-
berg is een ijzeren toren ingestort, op
het oogenblik dat een trein van de ring
baan voorbij kwam. Geheele stukken
vielen op den trein en veroorzaakten de
verwonding van een groot aantal passa
giers. Verdere bizonderheden ontbreken
nog.
Muntbiljetten.
Tot 1 October a.s. bestaat alsnog
gelegenheid om muntbiljetten in te wisselen.
Die inwisseling zal kunnen geschieden
bij de betaalmeesterskantoren en bij de
kantoren der Ned. Bank (behalve bij de
correspondentschappen 2e en 3e kl.).
Van 1 October a.s. af zullen de alsdan
nog niet ingewisselde muntbiljetten waarde
loos zijn.
Een ieder wordt derhalve met nadruk
aanbevolen, na te gaan, of nog munt
biljetten in zijn bezit zijn en, zoo ja, die
biljetten onverwijld op één der boven
bedoelde kantoren ter inwisseling aan te
bieden.
Het bovenstaande geldt alleen voor de
muntbiljetten, dus uitsluitend voor de
biljetten van 50 gulden en van 10 gulden,
waarop het woord .muntbiljet" voorkomt
(niet voor de sinds 1 October 1904 uit
gegeven blauwe bankbiljetten van 10
gulden).
Een automatische lichtboei.
Een lichtboei, die van zelf lichten gaat, zoodra
het donker wordt, en weer uitgaat als het licht
weer doorbreekt, Is wel 't merkwaardigste dat er
in den laatsten tijd op het gebied van kust- en
havenverlichting verschenen is. Tot nog toe bood
het ontsteken der lichten veel moeilijkheden,
voorat afgelegen en moeilijk bereikbare boelen
waren een voortdurende bron van zorg. Men laat
gewoonlijk die lichten maar dag en nacht door
branden, hetgeen natuurlijk allesbehalve voor-
deelig is en bovendien een vakere vulling noodlg
maakt.
Het automatische licht is onlangs door een
Zweedschen ingenieur uitgevonden. Zijn uitvinding
wordt toegepast op de in den laatsten tijd in
gebruik gekomen acelyleenlichten, welke gevoed
worden door één of meer stalen Qesschen, waarin
het acetyleen In samengepersten en opgelosten
toestand bewaard wordt. De vullingen van deze
flesschen kunnen soms maanden duren, zoodat
de behandeling zeer vereenvoudigd wordt.
Op welke manier werkt nu het automatische
Jicht? Op een voorultstekenden arm Is een klein
toestelletje geplaatst, waartoe het daglicht van
alle zijden toegang heeft. Dit toestelletje In den
vorm van een korte zuil, bevat het mechanisme,
dat den toevoer van het gas naar den brander
afsluit of doorlaat, al naar gelang het licht moet
worden gedoofd of ontstoken. Dit mechanisme
werkt aldus:
Een metalen cylinder, in het midden van de
zuil geplaatst, rust op een hefboom, die den toe
voer van het gas naar den brander afsluit. Het
boveneinde van den cylinder stoot tegen het juk,
dat wordt gedragen door drie dunnere cylinders,
om den eersten heen geplaatst. De eerste cylinder
nu is slechts omgeven door een glazen mantel,
de drie andere echter bovendien nog door metalen
buizen, welke aan den buitenkant verguld en
spiegelglad gepolllst zijn. Terwijl dus de licht
stralen tot den binnensten cylinder vollen toegang
hebben, zijn de buitenste daarvan verstoken, daar
de glimmende metalen buizen al het licht terug
kaatsen. Het gevolg is dat de binnenste cylinder
meer gaat uitzetten dan de buitenste, zoodra het
toestel door lichtstralen en dus ook door warmte
stralen wordt getroffen. Deze uitzetting is voldoende
om het hefboompje, waarop de binnenste cylinder
rust, naar beneden te drukken en de gastoevoer-
klep gesloten te houden.
Wanneer echter het licht vermindert, hetzij door
het ondergaan van de zon of door het optreden
van een zwaren mist, ontvangt de binnenste
cylinder weinig meer licht dan de buitenste en
zoodoende is ook het verschil In uitzetting
tusschen beide zeer gering. Door een veer wordt
nu de hefboom gelicht, deze laat de gastoevoer-
klep vrij en het gas stroomt naar den brander,
waar het door een zoogenaamde .eeuwigheids-
vlam" ontstoken wordt.
Het apparaat is o. a. op een vuurtoren bij
Stockholm reeds beproefd en voldoet op merk
waardige wijze aan zijn taak. Niet alleen wanneer
het donker wordt, doch ook bij het optreden van
nevel gaat het licht van zelf op en op eenige
donkere Decemberdagen bleef het licht bijna den
geheelen dag doorbranden.
(Onder verantwoordelijkheid van den inzender).
Van 1—5 regels ^£3 Cts.; elke regel meer IS Cts.
KINDEREN.
Gij zult de gezondheid van uw kinderen
in de waagschaal brengen, Indien gij er
niet nauwkeurig acht op slaat, of zich geen
verschijnselen van nierziekte voordoen.
Onder deze verschijnselen noemen wij
zwakte op de blaas, moeite om de af
scheiding der nieren op te houden, en
rugpijn. Nieraandoening komt veel voor bij
kinderen en wordt somtijds overgeërfd.
Mejuffrouw Annokkee, Hooikade 38 te
Vlissingen, meldt ons: „Voordat mijn
vijftienjarig dochtertje gebruik maakte van
Foster's Rugpijn Nieren Pillen, heeft zij
veel ellende moeten doorstaan door een
nieraandoening, die zich openbaarde door
een vreeselijke pijn in het benedengedeelte
van den rug. De pijn strekte zich uit naar
de zijden en borst, soms was het zóó erg,
dat zij het uitschreeuwde van de pijn en
heele nachten kon zij er dikwijls niet van
slapen. De urine zag er onnatuurlijk uit,
deze was steeds troebel en bevatte veel
bezinksel. Haar gezicht was heelemaal
opgeblazen en zij kreeg veel benauwd
heden en zweetingen, die plotseling door
huiveringen gevolgd werden, die somtijds
zóó erg waren, dat haar den adem hierdoor
ontnomen werd. Afgaande op de gunstige
berichten, die wij overal omtrent uw pillen
hoorden, lieten wij haar hier onmiddellijk
gebruik van maken en toen zij twee doozen
hiervan volgens de gebruiksaanwijzing
had Ingenomen, was zij zeer veel opge
knapt. Uit dankbaarheid voor dit gunstig
resultaat zal ik bij voorkomende gelegen
heid gaarne uw geneesmiddel aanbevelen".
„Tot op heden heeft mijn dochtertje niets
meer van haar ziekte bemerkt", zoo meldt
mej. Annokkee ons 2 jaren later, „ik kan
vol vertrouwen uw uitmuntend geneesmiddel
aanbevelen", (w.g.) Mej. Annokkee.
Onthoudt den naamFoster's Rugpijn
Nieren Pillen, die duidelijk gedrukt staat
op elke doos van dit geneesmiddel. Laat
u niets anders in de handen stoppen. Zij
zijn te Zlerikzee verkrijgbaar bij den heer
M. S. Polak en te Tholen bij den heer
W. Potter, Hoogstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel 5 f 1.75
voor één - of f 10,— voor zes doozen.
Gemengd Nieuws.
Nog een uitbreker. Aan De Tijd
wordt uit Limburg melding gemaakt van
een uitbreker, Bernard Janssen genaamd,
geboortig uit het Limburgsche plaatsje
Wanssum.
Wat al toeren die man heeft uitgehaald
Nog dezer dagen wist hij te ontsnappen
uit de gevangenis te Geldern, en liep van
daaruit in één stuk door tot Wankum
(Rheinland) over een afstand van minstens
17 kilometer, waar hij gepakt werd. Maar
dit Is niet zijn sterkste stuk.
Reeds als kind ontsnapte hij uit een
Duitsche gevangenis, en verleden jaar wist
hij in Roermond uit te breken. Na zijn
vertrek uit Roermond heeft de politie alle
zeilen bijgezet om Janssen te krijgen, maar
gedurende een geheel jaar bleef Janssen
in vrijheid. Hoe ijverig de politie ook
zocht, van Janssen geen spoor. En toch
moet hij meermalen gezamenlijk met
politiemannen de Limburgsche Maasveren
over zijn gevaren. Janssen wist zich steeds
uitstekend te verkleeden, zich enorm vlug
Ie verplaatsen en lag rustig thuis te bed,
wanneer de politie hem in de nabijheid
zocht.
Eens kwam de politie hem zeer te na.
Terwijl aan zijn deur door één der
maréchaussees geklopt werd, lag Janssen
te bed. Één zijner huisgenooten, die iets
vermoedde, spoedde zich naar de deur en
verzocht de politie even te wachten, totdat
men goed en wel aangekleed was. Toen
werd de deur geopend, huiszoeking ge
houden, maar Janssen was gevlogen. Hij
was in der haast één der ramen uit
gesprongen en had zich bij buurman onder
een wijngaard op 't dak verborgen.
Janssen was reeds als kind op zijn
gebied een genie. Eens kwam de
politie aan zijn ouderlijk huis. Maar
intusschen dat men onderzocht, zat Janssen
in den schoorsteen. Reeds als klein kind
klauterde hij op dak en In lantaarnpaal,
en ging op den kop staan. Dat fietsen en
dergelijke artikelen voor hem niet altijd
even veilig waren, valt te begrijpen. Hij
is dan ook, bij al zijn kunststukken, een
zekere schrik voor zijn omgeving, waar
hij algemeen als „De Witte" bekend staat.
De jongeman (hij kan pi. m. 28 jaar oud
zijn) weet zich uitstekend voor te doen.
't ls 'n „gewikste kerel", die, hadde hij een
goede opvoeding genoten, voor iets beters
dan de gevangenis bestemd was.
Bliksemgrillen. De Bred. Ct. ver
telt eenige aardige bizonderheden omtrent
de wijze, waarop de bliksem heeft huis
gehouden in een complex van acht wonin
gen te Breda, gelegen aan het dijkje achter
de Mestvaalt, meer bekend onder den
naam „De acht zaligheden".
Waarschijnlijk is de bliksem door één
der schoorsteenen binnengekomen, heeft
daarop een opening geslagen in de nisbuis
en zich van daaruit verspreid door het
vertrek. Eerst werd de kachel omver ge
smeten, voorwerpen op de schouw door
de kamer heengekeild, waarop een stuk
uit het plafond geslagen werd en de bliksem
zich een weg baande tusschen de plafonds
door. Aldus kregen ieder der acht huisjes
een beurt.
Overal zijn de plafonds zwaar bescha
digd en de planken van den vloer der
bovenverdiepingen opengescheurdin één
der huisjes werd een hond, die onder de
tafel lag, „morsdood" geslagen, terwijl een
mede daaronder zittend drietal kinderen
ongedeerd bleef; in de tafel zelf stond
middenin een splinter van het hout recht
standig omhoog, terwijl ook van de lade
splinters waren afgeslagen. Binnen in de
la lag een mes, dat in vier stukken ge
sprongen is; ook een daar slingerende
courant werd zóódanig geraakt, dat het
was of er muizen aan geknabbeld hadden;
zelfs de afgeknabbelde stukjes papier wer
den teruggevonden. Aan de tafel zaten een
vrouw en een jongen; de jongen bleef
totaal ongedeerd, de vrouw echter werd
aan armen en beenen gebrand. In een
andere woning werd een stoel onder een
jongen met geweld weggeslagen, zoodat
de jongen op den grond tuimelde, doch
geheel ongedeerd was. in alle andere ver
trekken van de acht huisjes waren min
of meer ernstige beschadigingen aange
bracht; gordijnen geschroeid, behangsel
papier vanéén gereten en vooral tal van
ruiten kort en klein geslagen.
Ook verschillende bewoners werden
zij het gelukkig allen niet ernstig ge
raakt; een oude vrouw voelde Maandag
morgen nog pijn op de borst, tengevolge
van een door den bliksem ontvangen stomp
een man, aan wiens voeten een petroleum-
kan geheel ingedrukt was, verklaarde een
gevoel gehad te hebben alsof duizend kilo
op zijn knieën terecht was gekomen. Won
derlijk heeft het hemelvuur in de „Acht
Zaligheden" huisgehouden, maar nog won
derlijker mag het heeten dat noch brand
ontstaan is noch één der bewoners van
deze talrijke behuisde woningen doodelijk
getroffen is.
Ter waarschuwing. Een inzender
schrijft In één der Haagsche bladen:
Met 1 Juli kwam bij een mij bekende
familie een meisje in dienst, dat bij de
maand was gehuurd, z.g. op proef.
Dit meisje was reeds in de eerste dagen
zóó verregaand brutaal, dat de vrouw des
huizes haar al op den tweeden dag den
dienst opzeidewaarop het antwoord
volgde, dat dit heel goed was, daar het
hèir ook niets beviel.
Toen zij echter geen werk scheen te
maken van een andere betrekking, hoewel
men herhaaldelijk advertenties voor haar
uitknipte, en mevrouw zinspeelde op haar
aanstaand vertrek, riep ze boos: „Denk je
dan, dat ik me door jou op straat laat
zetten? Ik blijf hier tot 1 November!
Ik kan je uit het Arbeidscontract bewijzen
dat ik in mijn recht ben, want ik ben op
de drie maanden gehuurd!"
Dit was een grove onwaarheid, en men
besloot een advocaat te verzoeken in een
naburige kamer te vertoeven als op 31 Juli
de huur zou worden uitbetaald.
Dit bleek een goede maatregel te zijn,
want de meid zeide, dat men haar moest
houden tot 1 November. Bij de komst
van den advocaat, die haar hevig ontstelde,
droop ze af.
Blijde haar kwijt te zijn, zegende men
den goeden inval, den steun van een rechts
geleerde te hebben ingeroepen.
Een paar dagen daarna werd een „heer"
aangediend, naar zijn zeggen, gezonden
door den Dienstbodenbond, die kwam
eischen de uitbetaling van zes weken loon
en kostgeld voor het arme meisje, dat
door mevrouw op straat was gezet!
Mevrouw schreef het adres van den
advocaat op, met het verzoek of „meneer"
zich daar ter nadere bespreking van de
zaak wilde vervoegen.
„Meneer" is niet bij den advocaat komen
opdagen I
Van het goede te veel. De 22-jarige
J. S. R. te Warga, die zich op de ver
leden week aldaar gehouden kermis te
zeer inspande bij het slaan op het hoofd
van Jut en in den luchtschommel, zoodat
hij tot het ondergaan van een operatie
naar het ziekenhuis te Leeuwarden moest
worden overgebracht, is thans aan de
gevolgen overleden.
Een coöperatief gesdiil. Te
Winschoten bestaat een coöperatieve
productie- en verbruiksvereenlging V. 1.0. S.,
waarvan het bestuur tot nog toe werd
gevormd door voormannen der S. D. A. P.
in 't district Winschoten.
De coöperatie was In Mei 1908 geopend
en had voor de afdeeling bakkerij reeds
een wekelijkschen omzet van meer dan
f 400. En toch was er op 1 Aug. reeds
een aanzienlijk tekort, wel eenige duizenden.
Geen wonder dat de leden, die I 5 per
aandeel hadden gestort, het bestuur en
den administrateur begonnen te wantrouwen.
Zij ontsloegen den eerste, en alle bestuurs
leden op twee na bedankten.
Thans wordt er met een nieuw bestuur
reeds een schoone winst van f 40 per
week gemaakt In de bakkerij.
Er worden thans harde noten gekraakt.
Het dagelijksch bestuur van den Bond van
Arbeiders-coöperaties, die voor f 1000 bij
deze coöperatie betrokken is, eischt de
bakkerij op voor de oude bestuursleden,
of dreigt anders met het aanvragen van
faillietverklaring der coöperatie.
Toen j.l. Maandag de afgetreden voor
zitter en de ontslagen administrateur namens
den Bond boeken en kas kwamen op-
eischen, werden ze door het bakkerij-
personeel uit het gebouw verwijderd.
Een later bericht meldt, dat de ontslagen
administrateur door de maréchausseés is
gearresteerd en ter beschikking van de
politie gesteld.
Uit den Bommelerwaard wordt ge
meld
Schrikbarend veel wespen worden hier
aangetroffen, veel meer nog dan in 1905,
dat er reeds door berucht was. Oroote
vernieling brengen deze lastige bezoekers
thans in de boomgaarden aan. Niet alleen
hollen zij de rijpende vruchten geheel tot
de schil uit, maar ook onder de hardste
appels en peren houden ze vreeselfjk huis.
Waar nesten worden opgemerkt, zooals in
holle stammen langs slootkanten, aan boom
takken enz., wordt getracht ze uit te stoken.
In zijn jongste nommer deelde De
Controleur het volgende staaltje van
ambtelijke nonchalance en traagheid mee.
„Den 9 Juni 1.1. overleed te Utrecht de
heer N. L. Verlint, die ruim 40 jaar als
leeraar in de Fransche taal aan de R. H.
B. S. aldaar verbonden was, 30 jaren lid
was van de Rijks-examencommissie voor
't Fransch en 20 jaar als diaken-secretaris
bij de Waalsche gemeente fungeerde, een
man algemeen geacht om zijne bekwaam
heden en zijn degelijk karakter als mensch.
Hebben deze hoedanigheden nooit de
bizondere aandacht kunnen trekken onzer
regeering, die zich jegens dezen verdienste
lijken rijks-ambtenaar steeds onbetuigd
liet, de Fransche regeering benoemde hem
nochthans den 15 Maart 1909 tot officier
de l'instructlon publique, een onder
scheiding, die, zooals men weten zal, niet
zoo heel gemakkelijk verkregen wordt.
„De heer Verlint was destijds al
lijdende aan de kwaal, die hem ten grave
sleepen zou, wat de Ned. regeering niet
onbekend was, en om welke reden ook
de Fransche regeering zich gehaast had,
het brevet zijner benoeming met bekwamen
spoed aan ons departement van Buitenl.
Zaken ter tijdige overreiking toe te zenden.
Men zou nu mogen verwacht hebben dat
men aan Buitenlandsche Zaken dit goede
voorbeeld in 't gegeven geval zou hebben
gevolgd. Niet alzoo echter. Eerst 16 Juli
j.l. vond men bij 't departement gelegen
heid dus, toen de heer Verlint reeds
anderhalve maand in 't graf rustte het
brevet aan de weduwe te doen toekomen
Kan men zich voor de betrokken familie
iets wreeder voorstellen, dan een dergelijke
bureaucratische laksheid, die, ware de zaak
voor de familie niet zoo droevig en teleur
stellend, wel een paskwil zou kunnen
worden genoemd!"
Terecht noemt het blad het onverant
woordelijk, dat de regeering een mededeeling
aan een medeburger, welke haar reeds In
Maart bekend was, vier maanden achter
houdt. Zoo volhandig hebben de ambte
naren, vooral aan het Departement van
Buitenlandsche Zaken, het toch niet, dat
zulk een plichtverzuim te verklaren kan
zijn. Men mag verwachten dat er in de
Kamer hierover een hartig woordje gezegd
zal worden, het verzuim intusschen is
onherstelbaar.
Op klompen door Europa. De
Parijsche Matin bevat een afbeelding van
2 Amsterdammers, die in Markensche
kleeding en op klompen een voetreis door
Europa maken en thans te Parijs zijn. Zij
zijn zonder geld op reis gegaan en voor
zien in hun onderhoud door den verkoop
van prentbriefkaarten met hun portret.
Reeds hebben zij België, Engeland, Ierland,
Schotland, Zweden, Noorwegen, Dene
marken en een gedeelte van Dultschtand
op hun klompen doorgewandeld. Den 31
Augustus 1910 moeten zij te Amsterdam
terug zijn.
Een sterk staaltje van moederliefde
en tevens van gehechtheid aan zijn huis
gaf, volgens l'Eleveur Beige, een jachthond,
die om zijn jongen te bergen meer dan
400 kilometer aflegde.
Een jager ging, met een paar jacht
honden, een bezoek afleggen bij een collega,
die 28 kilometer verder woonde. Terwijl
zij gezellig zaten te praten had één zijner
honden ergens een afgelegen hoekje uit
gezocht om er te werpen en had zeven
pups ter wereld gebracht. Moeder en
kroost onmiddellijk meenemen was niet
mogelijk; hij vertrouwde ze toe aan de
goede zorgen van zijn collega en zou ze
binnen enkele dagen komen halen.
Groot was zijn verwondering, toen hij
's anderendaags thuis kwam, daar de
moeder te vinden en haar zeven jongen.
Waar een teef niet meer dan één jong
tegelijk kan dragen, moet zij noodzakelijker
wijze zeven maal den weg heen en terug
hebben afgelegd, wat een totalen afstand
maakte van 392 kilometer. Alleen heeft
men niet kunnen uitmaken, of de teef den
gebaanden weg had gevolgd of dat zij den
kortsten weg had gevolgd dwars door de
velden, in ieder geval heeft zij het bewijs
geleverd, dat, al houdt een hond veel van
zijn meester, hij niet minder sterk gehecht
is aan zijn kennel.
Zenuwaandoening- Het is mis
schien bij weinigen bekend, dat de groote
geneesheer Boerhave verbonden Is geweest
aan het Geref. Weeshuis te Haarlem
en allerminst dat toen met de meisjes het
navolgende voorval heeft plaats gehad.
Toen één der meisjes eens een zenuw
toeval kieeg, brak plotseling datzelfde
ziekteverschijnsel onder tal van andere
meisjes uit. Dit herhaalde zich dagen
achtereen en het verschijnsel kon eerst
bedwongen worden, toen Boerhave, ten
einde raad, een ijzeren pot met gloeiende
kolen in het vertrek liet plaatsen, daar
poken, haken en dergelijk gerei op verhitte
en aankondigde, dat de eerste, die weer
een toeval kreeg, daarmede een brandmerk
op den arm zou bekomen. Dit afschrik
wekkend middel hielp uitstekend; de
toevallen herhaalden zich niet meer.
Wat de Czaar meebrengt. De
Czaar van Rusland heeft tijdens zijn bezoek
aan Engeland ongeveer 2000 pond sterling
voor mee naar huis te nemen geschenken
en herinneringen aan zijn Engelsch bezoek
dat zich overigens vrijwel bepaalde tot
een paar kustplaatsen, wegens het „gevaar"
uitgegeven. Onder zijn inkoopen waren
o. a. vfjftig meter indigogoed, van die
bizondere soort, als de leden der „Royal
Yacht Squadron" dragen.
De Czaar kocht ook bij juweliers
typische Engelsche dingen, zooals hij voor
de leden van het Engelsche koningshuls
typisch Russische geschenken had mee
genomen. Zoo schonk hij koningin
Alexandra een prachtig met diamanten
bezette diadeem, zooals ook de Czaritsa
zelve er een bij haar nationaal Russisch
costuum draagt.
Nicolaas II, die zelf buitengewoon veel
van robijnen houdt, kocht een groot aantal
doekspelden met die steenen en een half
dozijn gouden horloges met kettingen.
De groote hartstocht der Czaritsa zijn,
zooals bekend, odeurs. Een hoveling uit
haar gevolg vertelde, dat zij groote sommen
besteedt voor een nieuwe soort parfum.
Zij verzamelt parfums, zooals een ander
porceleln of oude wapens verzamelt. Zoo
is zij, om maar iets te noemen, in het
bezit van een heel klein fieschje odeur,
waarvan iedere droppel niet minder dan
500 roebel zou kosten, en die bereid is
uit een zeldzame rozensoort, alleen in
Zuid-Rusland groeiende.
Door haar voorkeur geleid kocht de
Czaritsa verscheidene fleschjes lavendel
water in, waarvan de geur haar bizonder
beviel.
Een slimmerd. De Parijsche
tandarts dr. Papon wist Vrijdag op zeer
behendige wijze een dief te arresteeren.
Tijdens zijn spreekuur meldde zich een
net gekleed persoon aan. Daar de dokter
juist bezet was, werd de heer verzocht
een oogenblik te wachten. Toevallig zag
dr. Papon door een kier van de deur dat
zijn candidaat-patiënt zich den tijd doodde
door allerlei zilveren voorwerpen uit de
wachtkamer weg te moffelen. Toen de
patiënt daarop wilde vertrekken, noodigde
Papon hem in zijn spreekkamer. De man
liet zijn gebit onderzoeken, 't Zag er onbe
rispelijk uit. Toch oordeelde de dokter
beslist noodig, dat de patiënt ter voor
koming van erger, een kleine maar zeer
smartelijke operatie onderging. De patiënt
stribbelde eerst wat tegen, maar de arts
hield vol en een minuut later was de
patiënt onder de narcose. Hij ontwaakte
in een kale cel, waar geen zilveren zaken
zijn begeerte konden opwekken.
Opgelicht. Een Amerikaan is dezer
dagen het slachtoffer geworden van een
paar geslepen Brusselsche bandieten. Op
een avond had hij met een zekeren meneer
Lavigne kennis gemaakt. Zij spraken af
om den volgenden dag een wandeling te
maken. Zoo gebeurde het ook. Op hun
tocht door de stad kwamen zij een oud
mannetje tegen met een groot boek onder
den arm. Juist op 't oogenblik dat deze
de wandelaars passeerde viel het boek op
den grond. Meneer Lavigne haastte zich
het op te rapen en het den ouden heer te
overhandigen. De man scheen hoogst
dankbaar en noodigde den Belg en den
Amerikaan uit om samen iets te gaan
gebruiken. Op aandringen van den Belg
werd dit aanbod niet afgeslagen.
Pas zaten de nieuwe vrienden in een
café of de Amerikaan voelde dat hij ging
duizelen, maar 't was reeds te laat.
Toen hij uit zijn verdooving ontwaakte,
kwam de Yankee tot de minder aangename
ontdekking, dat de nieuwe vrienden zijn
portefeuille met 3600 gulden, z'n horloge
en z'n retour voor New-York meegenomen
hadden.