Ingezonden Mededeelingen. binnengedrongen. Hij ontnam haar een geel lederen valies met een photographietoestel, sprong tusschen Mörfelder en Ooldstein uit den trein en verdween in het bosch. De dame trok aan de noodrem, waarop de trein stil stond. Van den roover was toen echter niets meer te bespeuren. De luchtschippers dr. Brinkmann en Meszter, die een onaangenaam avontuur aan de Russische grens beleefd hebben, zijn Zondagavond behouden te Berlijn teruggekeerd. Één hunner heett in een onderhoud met een medewerker van de Lokal-Anzeiger verteld, dat zij op Duitsch gebied hadden willen landen, maar dat de wind hen over de Russische grens dreef. Hij zegt, dat de Russische grenssoldaten in de duisternis wel degelijk met scherp op den luchtbal hebben geschoten. Hij zag bijvoorbeeld duidelijk een soldaat, die op 50 meters afstands plat op den grond lag, op hen aanleggen en vuren. Of de luchtbal ge troffen Is, zal een nader onderzoek moeten leeren. Over de behandeling, die zij onder vonden, hadden zij niet te klagen. Maar ai hun hebben en houden werd hun af genomen, ook de cinematographische platen, die zij gebruikt hadden om met behulp van het beeld volgens een nieuwe methode de snelheid van den luchtbal te bepalen. Zij bleven dag in, dag uit onder politie toezicht. Toen hen dit begon te vervelen, wendden zij zich tot den Duitschen gezant te St.-Petersburg. Dit hielp, en Zondag werden zij in vrijheid gesteld. Ook de luchtbal is teruggegeven. Wat er van de photographische platen geworden is, weten zij niet. De Germania becijfert, dat de be grooting 1910 150 mlllioen mark hooger zal zijn dan die van 1909. Sedert 1907 stegen de uitgaven van het Duitsche Rijk met een bedrag van 1250 millioen mark. Een 24-jarige kellner in Berlijn heeft zich deze week, een paar weken vóór zijn bruiloft, van het leven beroofd, onder de volgende tragische omstandigheden. De jonge man was verloofd met de dochter van zijn hospita en zou binnenkort trouwen. De woning was reeds gehuurd. Een dag of veertien geleden openbaarde zich een hartkwaal bij den bruigom. Ofschoon de dokter hem verklaarde dat hij spoedig zou genezen, geloofde hij 3lt niet, verviel tot zwaarmoedigheid en nam in zijn woning lysol in. In het gasthuis stierf de ongelukkige, na eenige uren lijden. Berlijn, 19 Aug. Op het terrein van de Imperial Continental Gas-Comp. te Schöne- berg is een ijzeren toren ingestort, op het oogenblik dat een trein van de ring baan voorbij kwam. Geheele stukken vielen op den trein en veroorzaakten de verwonding van een groot aantal passa giers. Verdere bizonderheden ontbreken nog. Muntbiljetten. Tot 1 October a.s. bestaat alsnog gelegenheid om muntbiljetten in te wisselen. Die inwisseling zal kunnen geschieden bij de betaalmeesterskantoren en bij de kantoren der Ned. Bank (behalve bij de correspondentschappen 2e en 3e kl.). Van 1 October a.s. af zullen de alsdan nog niet ingewisselde muntbiljetten waarde loos zijn. Een ieder wordt derhalve met nadruk aanbevolen, na te gaan, of nog munt biljetten in zijn bezit zijn en, zoo ja, die biljetten onverwijld op één der boven bedoelde kantoren ter inwisseling aan te bieden. Het bovenstaande geldt alleen voor de muntbiljetten, dus uitsluitend voor de biljetten van 50 gulden en van 10 gulden, waarop het woord .muntbiljet" voorkomt (niet voor de sinds 1 October 1904 uit gegeven blauwe bankbiljetten van 10 gulden). Een automatische lichtboei. Een lichtboei, die van zelf lichten gaat, zoodra het donker wordt, en weer uitgaat als het licht weer doorbreekt, Is wel 't merkwaardigste dat er in den laatsten tijd op het gebied van kust- en havenverlichting verschenen is. Tot nog toe bood het ontsteken der lichten veel moeilijkheden, voorat afgelegen en moeilijk bereikbare boelen waren een voortdurende bron van zorg. Men laat gewoonlijk die lichten maar dag en nacht door branden, hetgeen natuurlijk allesbehalve voor- deelig is en bovendien een vakere vulling noodlg maakt. Het automatische licht is onlangs door een Zweedschen ingenieur uitgevonden. Zijn uitvinding wordt toegepast op de in den laatsten tijd in gebruik gekomen acelyleenlichten, welke gevoed worden door één of meer stalen Qesschen, waarin het acetyleen In samengepersten en opgelosten toestand bewaard wordt. De vullingen van deze flesschen kunnen soms maanden duren, zoodat de behandeling zeer vereenvoudigd wordt. Op welke manier werkt nu het automatische Jicht? Op een voorultstekenden arm Is een klein toestelletje geplaatst, waartoe het daglicht van alle zijden toegang heeft. Dit toestelletje In den vorm van een korte zuil, bevat het mechanisme, dat den toevoer van het gas naar den brander afsluit of doorlaat, al naar gelang het licht moet worden gedoofd of ontstoken. Dit mechanisme werkt aldus: Een metalen cylinder, in het midden van de zuil geplaatst, rust op een hefboom, die den toe voer van het gas naar den brander afsluit. Het boveneinde van den cylinder stoot tegen het juk, dat wordt gedragen door drie dunnere cylinders, om den eersten heen geplaatst. De eerste cylinder nu is slechts omgeven door een glazen mantel, de drie andere echter bovendien nog door metalen buizen, welke aan den buitenkant verguld en spiegelglad gepolllst zijn. Terwijl dus de licht stralen tot den binnensten cylinder vollen toegang hebben, zijn de buitenste daarvan verstoken, daar de glimmende metalen buizen al het licht terug kaatsen. Het gevolg is dat de binnenste cylinder meer gaat uitzetten dan de buitenste, zoodra het toestel door lichtstralen en dus ook door warmte stralen wordt getroffen. Deze uitzetting is voldoende om het hefboompje, waarop de binnenste cylinder rust, naar beneden te drukken en de gastoevoer- klep gesloten te houden. Wanneer echter het licht vermindert, hetzij door het ondergaan van de zon of door het optreden van een zwaren mist, ontvangt de binnenste cylinder weinig meer licht dan de buitenste en zoodoende is ook het verschil In uitzetting tusschen beide zeer gering. Door een veer wordt nu de hefboom gelicht, deze laat de gastoevoer- klep vrij en het gas stroomt naar den brander, waar het door een zoogenaamde .eeuwigheids- vlam" ontstoken wordt. Het apparaat is o. a. op een vuurtoren bij Stockholm reeds beproefd en voldoet op merk waardige wijze aan zijn taak. Niet alleen wanneer het donker wordt, doch ook bij het optreden van nevel gaat het licht van zelf op en op eenige donkere Decemberdagen bleef het licht bijna den geheelen dag doorbranden. (Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1—5 regels ^£3 Cts.; elke regel meer IS Cts. KINDEREN. Gij zult de gezondheid van uw kinderen in de waagschaal brengen, Indien gij er niet nauwkeurig acht op slaat, of zich geen verschijnselen van nierziekte voordoen. Onder deze verschijnselen noemen wij zwakte op de blaas, moeite om de af scheiding der nieren op te houden, en rugpijn. Nieraandoening komt veel voor bij kinderen en wordt somtijds overgeërfd. Mejuffrouw Annokkee, Hooikade 38 te Vlissingen, meldt ons: „Voordat mijn vijftienjarig dochtertje gebruik maakte van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, heeft zij veel ellende moeten doorstaan door een nieraandoening, die zich openbaarde door een vreeselijke pijn in het benedengedeelte van den rug. De pijn strekte zich uit naar de zijden en borst, soms was het zóó erg, dat zij het uitschreeuwde van de pijn en heele nachten kon zij er dikwijls niet van slapen. De urine zag er onnatuurlijk uit, deze was steeds troebel en bevatte veel bezinksel. Haar gezicht was heelemaal opgeblazen en zij kreeg veel benauwd heden en zweetingen, die plotseling door huiveringen gevolgd werden, die somtijds zóó erg waren, dat haar den adem hierdoor ontnomen werd. Afgaande op de gunstige berichten, die wij overal omtrent uw pillen hoorden, lieten wij haar hier onmiddellijk gebruik van maken en toen zij twee doozen hiervan volgens de gebruiksaanwijzing had Ingenomen, was zij zeer veel opge knapt. Uit dankbaarheid voor dit gunstig resultaat zal ik bij voorkomende gelegen heid gaarne uw geneesmiddel aanbevelen". „Tot op heden heeft mijn dochtertje niets meer van haar ziekte bemerkt", zoo meldt mej. Annokkee ons 2 jaren later, „ik kan vol vertrouwen uw uitmuntend geneesmiddel aanbevelen", (w.g.) Mej. Annokkee. Onthoudt den naamFoster's Rugpijn Nieren Pillen, die duidelijk gedrukt staat op elke doos van dit geneesmiddel. Laat u niets anders in de handen stoppen. Zij zijn te Zlerikzee verkrijgbaar bij den heer M. S. Polak en te Tholen bij den heer W. Potter, Hoogstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel 5 f 1.75 voor één - of f 10,— voor zes doozen. Gemengd Nieuws. Nog een uitbreker. Aan De Tijd wordt uit Limburg melding gemaakt van een uitbreker, Bernard Janssen genaamd, geboortig uit het Limburgsche plaatsje Wanssum. Wat al toeren die man heeft uitgehaald Nog dezer dagen wist hij te ontsnappen uit de gevangenis te Geldern, en liep van daaruit in één stuk door tot Wankum (Rheinland) over een afstand van minstens 17 kilometer, waar hij gepakt werd. Maar dit Is niet zijn sterkste stuk. Reeds als kind ontsnapte hij uit een Duitsche gevangenis, en verleden jaar wist hij in Roermond uit te breken. Na zijn vertrek uit Roermond heeft de politie alle zeilen bijgezet om Janssen te krijgen, maar gedurende een geheel jaar bleef Janssen in vrijheid. Hoe ijverig de politie ook zocht, van Janssen geen spoor. En toch moet hij meermalen gezamenlijk met politiemannen de Limburgsche Maasveren over zijn gevaren. Janssen wist zich steeds uitstekend te verkleeden, zich enorm vlug Ie verplaatsen en lag rustig thuis te bed, wanneer de politie hem in de nabijheid zocht. Eens kwam de politie hem zeer te na. Terwijl aan zijn deur door één der maréchaussees geklopt werd, lag Janssen te bed. Één zijner huisgenooten, die iets vermoedde, spoedde zich naar de deur en verzocht de politie even te wachten, totdat men goed en wel aangekleed was. Toen werd de deur geopend, huiszoeking ge houden, maar Janssen was gevlogen. Hij was in der haast één der ramen uit gesprongen en had zich bij buurman onder een wijngaard op 't dak verborgen. Janssen was reeds als kind op zijn gebied een genie. Eens kwam de politie aan zijn ouderlijk huis. Maar intusschen dat men onderzocht, zat Janssen in den schoorsteen. Reeds als klein kind klauterde hij op dak en In lantaarnpaal, en ging op den kop staan. Dat fietsen en dergelijke artikelen voor hem niet altijd even veilig waren, valt te begrijpen. Hij is dan ook, bij al zijn kunststukken, een zekere schrik voor zijn omgeving, waar hij algemeen als „De Witte" bekend staat. De jongeman (hij kan pi. m. 28 jaar oud zijn) weet zich uitstekend voor te doen. 't ls 'n „gewikste kerel", die, hadde hij een goede opvoeding genoten, voor iets beters dan de gevangenis bestemd was. Bliksemgrillen. De Bred. Ct. ver telt eenige aardige bizonderheden omtrent de wijze, waarop de bliksem heeft huis gehouden in een complex van acht wonin gen te Breda, gelegen aan het dijkje achter de Mestvaalt, meer bekend onder den naam „De acht zaligheden". Waarschijnlijk is de bliksem door één der schoorsteenen binnengekomen, heeft daarop een opening geslagen in de nisbuis en zich van daaruit verspreid door het vertrek. Eerst werd de kachel omver ge smeten, voorwerpen op de schouw door de kamer heengekeild, waarop een stuk uit het plafond geslagen werd en de bliksem zich een weg baande tusschen de plafonds door. Aldus kregen ieder der acht huisjes een beurt. Overal zijn de plafonds zwaar bescha digd en de planken van den vloer der bovenverdiepingen opengescheurdin één der huisjes werd een hond, die onder de tafel lag, „morsdood" geslagen, terwijl een mede daaronder zittend drietal kinderen ongedeerd bleef; in de tafel zelf stond middenin een splinter van het hout recht standig omhoog, terwijl ook van de lade splinters waren afgeslagen. Binnen in de la lag een mes, dat in vier stukken ge sprongen is; ook een daar slingerende courant werd zóódanig geraakt, dat het was of er muizen aan geknabbeld hadden; zelfs de afgeknabbelde stukjes papier wer den teruggevonden. Aan de tafel zaten een vrouw en een jongen; de jongen bleef totaal ongedeerd, de vrouw echter werd aan armen en beenen gebrand. In een andere woning werd een stoel onder een jongen met geweld weggeslagen, zoodat de jongen op den grond tuimelde, doch geheel ongedeerd was. in alle andere ver trekken van de acht huisjes waren min of meer ernstige beschadigingen aange bracht; gordijnen geschroeid, behangsel papier vanéén gereten en vooral tal van ruiten kort en klein geslagen. Ook verschillende bewoners werden zij het gelukkig allen niet ernstig ge raakt; een oude vrouw voelde Maandag morgen nog pijn op de borst, tengevolge van een door den bliksem ontvangen stomp een man, aan wiens voeten een petroleum- kan geheel ingedrukt was, verklaarde een gevoel gehad te hebben alsof duizend kilo op zijn knieën terecht was gekomen. Won derlijk heeft het hemelvuur in de „Acht Zaligheden" huisgehouden, maar nog won derlijker mag het heeten dat noch brand ontstaan is noch één der bewoners van deze talrijke behuisde woningen doodelijk getroffen is. Ter waarschuwing. Een inzender schrijft In één der Haagsche bladen: Met 1 Juli kwam bij een mij bekende familie een meisje in dienst, dat bij de maand was gehuurd, z.g. op proef. Dit meisje was reeds in de eerste dagen zóó verregaand brutaal, dat de vrouw des huizes haar al op den tweeden dag den dienst opzeidewaarop het antwoord volgde, dat dit heel goed was, daar het hèir ook niets beviel. Toen zij echter geen werk scheen te maken van een andere betrekking, hoewel men herhaaldelijk advertenties voor haar uitknipte, en mevrouw zinspeelde op haar aanstaand vertrek, riep ze boos: „Denk je dan, dat ik me door jou op straat laat zetten? Ik blijf hier tot 1 November! Ik kan je uit het Arbeidscontract bewijzen dat ik in mijn recht ben, want ik ben op de drie maanden gehuurd!" Dit was een grove onwaarheid, en men besloot een advocaat te verzoeken in een naburige kamer te vertoeven als op 31 Juli de huur zou worden uitbetaald. Dit bleek een goede maatregel te zijn, want de meid zeide, dat men haar moest houden tot 1 November. Bij de komst van den advocaat, die haar hevig ontstelde, droop ze af. Blijde haar kwijt te zijn, zegende men den goeden inval, den steun van een rechts geleerde te hebben ingeroepen. Een paar dagen daarna werd een „heer" aangediend, naar zijn zeggen, gezonden door den Dienstbodenbond, die kwam eischen de uitbetaling van zes weken loon en kostgeld voor het arme meisje, dat door mevrouw op straat was gezet! Mevrouw schreef het adres van den advocaat op, met het verzoek of „meneer" zich daar ter nadere bespreking van de zaak wilde vervoegen. „Meneer" is niet bij den advocaat komen opdagen I Van het goede te veel. De 22-jarige J. S. R. te Warga, die zich op de ver leden week aldaar gehouden kermis te zeer inspande bij het slaan op het hoofd van Jut en in den luchtschommel, zoodat hij tot het ondergaan van een operatie naar het ziekenhuis te Leeuwarden moest worden overgebracht, is thans aan de gevolgen overleden. Een coöperatief gesdiil. Te Winschoten bestaat een coöperatieve productie- en verbruiksvereenlging V. 1.0. S., waarvan het bestuur tot nog toe werd gevormd door voormannen der S. D. A. P. in 't district Winschoten. De coöperatie was In Mei 1908 geopend en had voor de afdeeling bakkerij reeds een wekelijkschen omzet van meer dan f 400. En toch was er op 1 Aug. reeds een aanzienlijk tekort, wel eenige duizenden. Geen wonder dat de leden, die I 5 per aandeel hadden gestort, het bestuur en den administrateur begonnen te wantrouwen. Zij ontsloegen den eerste, en alle bestuurs leden op twee na bedankten. Thans wordt er met een nieuw bestuur reeds een schoone winst van f 40 per week gemaakt In de bakkerij. Er worden thans harde noten gekraakt. Het dagelijksch bestuur van den Bond van Arbeiders-coöperaties, die voor f 1000 bij deze coöperatie betrokken is, eischt de bakkerij op voor de oude bestuursleden, of dreigt anders met het aanvragen van faillietverklaring der coöperatie. Toen j.l. Maandag de afgetreden voor zitter en de ontslagen administrateur namens den Bond boeken en kas kwamen op- eischen, werden ze door het bakkerij- personeel uit het gebouw verwijderd. Een later bericht meldt, dat de ontslagen administrateur door de maréchausseés is gearresteerd en ter beschikking van de politie gesteld. Uit den Bommelerwaard wordt ge meld Schrikbarend veel wespen worden hier aangetroffen, veel meer nog dan in 1905, dat er reeds door berucht was. Oroote vernieling brengen deze lastige bezoekers thans in de boomgaarden aan. Niet alleen hollen zij de rijpende vruchten geheel tot de schil uit, maar ook onder de hardste appels en peren houden ze vreeselfjk huis. Waar nesten worden opgemerkt, zooals in holle stammen langs slootkanten, aan boom takken enz., wordt getracht ze uit te stoken. In zijn jongste nommer deelde De Controleur het volgende staaltje van ambtelijke nonchalance en traagheid mee. „Den 9 Juni 1.1. overleed te Utrecht de heer N. L. Verlint, die ruim 40 jaar als leeraar in de Fransche taal aan de R. H. B. S. aldaar verbonden was, 30 jaren lid was van de Rijks-examencommissie voor 't Fransch en 20 jaar als diaken-secretaris bij de Waalsche gemeente fungeerde, een man algemeen geacht om zijne bekwaam heden en zijn degelijk karakter als mensch. Hebben deze hoedanigheden nooit de bizondere aandacht kunnen trekken onzer regeering, die zich jegens dezen verdienste lijken rijks-ambtenaar steeds onbetuigd liet, de Fransche regeering benoemde hem nochthans den 15 Maart 1909 tot officier de l'instructlon publique, een onder scheiding, die, zooals men weten zal, niet zoo heel gemakkelijk verkregen wordt. „De heer Verlint was destijds al lijdende aan de kwaal, die hem ten grave sleepen zou, wat de Ned. regeering niet onbekend was, en om welke reden ook de Fransche regeering zich gehaast had, het brevet zijner benoeming met bekwamen spoed aan ons departement van Buitenl. Zaken ter tijdige overreiking toe te zenden. Men zou nu mogen verwacht hebben dat men aan Buitenlandsche Zaken dit goede voorbeeld in 't gegeven geval zou hebben gevolgd. Niet alzoo echter. Eerst 16 Juli j.l. vond men bij 't departement gelegen heid dus, toen de heer Verlint reeds anderhalve maand in 't graf rustte het brevet aan de weduwe te doen toekomen Kan men zich voor de betrokken familie iets wreeder voorstellen, dan een dergelijke bureaucratische laksheid, die, ware de zaak voor de familie niet zoo droevig en teleur stellend, wel een paskwil zou kunnen worden genoemd!" Terecht noemt het blad het onverant woordelijk, dat de regeering een mededeeling aan een medeburger, welke haar reeds In Maart bekend was, vier maanden achter houdt. Zoo volhandig hebben de ambte naren, vooral aan het Departement van Buitenlandsche Zaken, het toch niet, dat zulk een plichtverzuim te verklaren kan zijn. Men mag verwachten dat er in de Kamer hierover een hartig woordje gezegd zal worden, het verzuim intusschen is onherstelbaar. Op klompen door Europa. De Parijsche Matin bevat een afbeelding van 2 Amsterdammers, die in Markensche kleeding en op klompen een voetreis door Europa maken en thans te Parijs zijn. Zij zijn zonder geld op reis gegaan en voor zien in hun onderhoud door den verkoop van prentbriefkaarten met hun portret. Reeds hebben zij België, Engeland, Ierland, Schotland, Zweden, Noorwegen, Dene marken en een gedeelte van Dultschtand op hun klompen doorgewandeld. Den 31 Augustus 1910 moeten zij te Amsterdam terug zijn. Een sterk staaltje van moederliefde en tevens van gehechtheid aan zijn huis gaf, volgens l'Eleveur Beige, een jachthond, die om zijn jongen te bergen meer dan 400 kilometer aflegde. Een jager ging, met een paar jacht honden, een bezoek afleggen bij een collega, die 28 kilometer verder woonde. Terwijl zij gezellig zaten te praten had één zijner honden ergens een afgelegen hoekje uit gezocht om er te werpen en had zeven pups ter wereld gebracht. Moeder en kroost onmiddellijk meenemen was niet mogelijk; hij vertrouwde ze toe aan de goede zorgen van zijn collega en zou ze binnen enkele dagen komen halen. Groot was zijn verwondering, toen hij 's anderendaags thuis kwam, daar de moeder te vinden en haar zeven jongen. Waar een teef niet meer dan één jong tegelijk kan dragen, moet zij noodzakelijker wijze zeven maal den weg heen en terug hebben afgelegd, wat een totalen afstand maakte van 392 kilometer. Alleen heeft men niet kunnen uitmaken, of de teef den gebaanden weg had gevolgd of dat zij den kortsten weg had gevolgd dwars door de velden, in ieder geval heeft zij het bewijs geleverd, dat, al houdt een hond veel van zijn meester, hij niet minder sterk gehecht is aan zijn kennel. Zenuwaandoening- Het is mis schien bij weinigen bekend, dat de groote geneesheer Boerhave verbonden Is geweest aan het Geref. Weeshuis te Haarlem en allerminst dat toen met de meisjes het navolgende voorval heeft plaats gehad. Toen één der meisjes eens een zenuw toeval kieeg, brak plotseling datzelfde ziekteverschijnsel onder tal van andere meisjes uit. Dit herhaalde zich dagen achtereen en het verschijnsel kon eerst bedwongen worden, toen Boerhave, ten einde raad, een ijzeren pot met gloeiende kolen in het vertrek liet plaatsen, daar poken, haken en dergelijk gerei op verhitte en aankondigde, dat de eerste, die weer een toeval kreeg, daarmede een brandmerk op den arm zou bekomen. Dit afschrik wekkend middel hielp uitstekend; de toevallen herhaalden zich niet meer. Wat de Czaar meebrengt. De Czaar van Rusland heeft tijdens zijn bezoek aan Engeland ongeveer 2000 pond sterling voor mee naar huis te nemen geschenken en herinneringen aan zijn Engelsch bezoek dat zich overigens vrijwel bepaalde tot een paar kustplaatsen, wegens het „gevaar" uitgegeven. Onder zijn inkoopen waren o. a. vfjftig meter indigogoed, van die bizondere soort, als de leden der „Royal Yacht Squadron" dragen. De Czaar kocht ook bij juweliers typische Engelsche dingen, zooals hij voor de leden van het Engelsche koningshuls typisch Russische geschenken had mee genomen. Zoo schonk hij koningin Alexandra een prachtig met diamanten bezette diadeem, zooals ook de Czaritsa zelve er een bij haar nationaal Russisch costuum draagt. Nicolaas II, die zelf buitengewoon veel van robijnen houdt, kocht een groot aantal doekspelden met die steenen en een half dozijn gouden horloges met kettingen. De groote hartstocht der Czaritsa zijn, zooals bekend, odeurs. Een hoveling uit haar gevolg vertelde, dat zij groote sommen besteedt voor een nieuwe soort parfum. Zij verzamelt parfums, zooals een ander porceleln of oude wapens verzamelt. Zoo is zij, om maar iets te noemen, in het bezit van een heel klein fieschje odeur, waarvan iedere droppel niet minder dan 500 roebel zou kosten, en die bereid is uit een zeldzame rozensoort, alleen in Zuid-Rusland groeiende. Door haar voorkeur geleid kocht de Czaritsa verscheidene fleschjes lavendel water in, waarvan de geur haar bizonder beviel. Een slimmerd. De Parijsche tandarts dr. Papon wist Vrijdag op zeer behendige wijze een dief te arresteeren. Tijdens zijn spreekuur meldde zich een net gekleed persoon aan. Daar de dokter juist bezet was, werd de heer verzocht een oogenblik te wachten. Toevallig zag dr. Papon door een kier van de deur dat zijn candidaat-patiënt zich den tijd doodde door allerlei zilveren voorwerpen uit de wachtkamer weg te moffelen. Toen de patiënt daarop wilde vertrekken, noodigde Papon hem in zijn spreekkamer. De man liet zijn gebit onderzoeken, 't Zag er onbe rispelijk uit. Toch oordeelde de dokter beslist noodig, dat de patiënt ter voor koming van erger, een kleine maar zeer smartelijke operatie onderging. De patiënt stribbelde eerst wat tegen, maar de arts hield vol en een minuut later was de patiënt onder de narcose. Hij ontwaakte in een kale cel, waar geen zilveren zaken zijn begeerte konden opwekken. Opgelicht. Een Amerikaan is dezer dagen het slachtoffer geworden van een paar geslepen Brusselsche bandieten. Op een avond had hij met een zekeren meneer Lavigne kennis gemaakt. Zij spraken af om den volgenden dag een wandeling te maken. Zoo gebeurde het ook. Op hun tocht door de stad kwamen zij een oud mannetje tegen met een groot boek onder den arm. Juist op 't oogenblik dat deze de wandelaars passeerde viel het boek op den grond. Meneer Lavigne haastte zich het op te rapen en het den ouden heer te overhandigen. De man scheen hoogst dankbaar en noodigde den Belg en den Amerikaan uit om samen iets te gaan gebruiken. Op aandringen van den Belg werd dit aanbod niet afgeslagen. Pas zaten de nieuwe vrienden in een café of de Amerikaan voelde dat hij ging duizelen, maar 't was reeds te laat. Toen hij uit zijn verdooving ontwaakte, kwam de Yankee tot de minder aangename ontdekking, dat de nieuwe vrienden zijn portefeuille met 3600 gulden, z'n horloge en z'n retour voor New-York meegenomen hadden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 3