De zomer van 1909. De slierenbevechlers-arena Ie Barcelona. trui en dito gordel, sporthemd, flanel met gekartelde streepjes, gestreepte galgen, Jaeger onderbroek, blauw baai onderhemd, nieuwe zwarte sokken. Op het lijk werden geen bijzondere kenteekenen gevonden. Het lijk is naar het lijkenhuls op de algemeene begraafplaats alhier vervoerd. St.-Annaland, 2 Aug. 't Qebeurde de vorige week in een huisje, staande aan het eind van den Molendijk, waarvan het boven deel als woonkamer dientterwijl het onderste, spaarzaam verlichte deel als berg en werkplaats gebruikt wordt en daar het huls geen erf heeft, vindt men er ook den welput. Het was bij dien put, dat een meisje van 7 jaren, dat water scheppen wilde, het evenwicht verloor en er in neerstortte, terwijl ze zich daar alleen bevond en de ouders boven waren. „Die plons is veel te zwaar voor een aker", denkt de vader, snelt in een oogwenk naar beneden, ziet noch hoort zijn kind en vindt zijn ont zettend vermoeden bewaarheid. Onmiddel lijk Is zijn besluit genomen, hij zal er bij springen. Doch voorzichtigheid dient be tracht, zal het ongeluk niet nog grooter worden: de put is veel te diep om er in te kunnen staan. Maar gelukkig, de hals Is laag en het water staat hoog; met de handen den bovenkant van den hals vast houdende, laat hij zijn beenen, als het ware zijn vlschtulg, zoover mogelijk In 't water hangen om het kind gelegenheid te geven zich daaraan vast te klemmen. Duizend angsten staat hij uit als hij aan vankelijk niets bemerkt. Maar goddank! daar voelt hij eenlg gekriewel en dit geeft hem weer hoop. Hij roept de kleine, die één zijner beenen gegrepen heeft toe, nu goed vast te houden. Kwam nu zijn vrouw maar om aan de verdere redding mee te werken, maar zooals 't veeltijds gaat, die kon geen hand uitsteken. Alleen staat hij voor 't geval. Ja, was dat maar waar, dat hij er voorstond: hangen doet hij en gevaarlijk ook. Inziende dat dit zoo niet blijven kan, wil hij beproeven zich pal te zetten, om zoo de handen vrij te krijgen. En waarlijk dat lukt, waar de man de kracht vandaan haalde, weet hij zelf nietmaar spoedig heeft hij zijn dochter nu op het droge. ,,'t Was zoo donker In den put, ik kon er niets zien", zei ze. Er Is al eens hoog opgegeven van een redding, waarvan het de vraag was of ze dien naam verdiende; dat deze daar niet toe behoort, zal ieder duidelijk zijn. Eere aan den man, die zooveel kordaat heid toonde I Middelburg, 2 Aug. Zaterdagavond laat kwam een paard een kijkje op het kermis terrein nemen. Het bleek, dat het dier uit de weide was ontsnapt. Zaterdag- en ook Zondagavond was het druk op de kermis. Alle kermisver makelijkheden waren ook Zondagavond geopend en maakten goede zaken. Het was dan ook in het Schuttershof, waar het Middelburgsch Muziekkorps het derde Zondagavond-concert gaf, wel merk baar dat het kermis was. Het was niet zoo druk als gewoonlijk het geval pleegt te zijn. Aanbestedingeo, Verkoopingen, enz. Wissenkerke, 31 Juli. Heden werd in het hotel van den heer H. J. Hubregtse alhier, ten overstaan van notaris Johan Hosang te Middelburg en ten verzoeke van de erven van wijlen Maatje Wllderom, publiek verkocht een huls met erf voor 1355 aan O. Gillesse. RECHTSZAKEN. Zierikzee, 2 Aug. Bij bevelschrift der arrond.-rechtbank is verwezen naar de terechtzitting, met bevel tot gevangenhou ding van de beklaagde, de zaak tegen P. C. van T., 26 jaar, dienstbode, wonende te Tholen, thans gedetineerd in het huis van bewaring, beklaagd van kinderdood slag, gepleegd te Tholen in den nacht van 24 op 25 Juni 1909. Aan de beklaagde is ambtshalve als raadsman toegevoegd mr. A. J. F. Fokker. Veld-arbeid op Hemelvaartsdag. De ambtenaar van het O. M. bij het kanton gerecht te Goes heeft cassatie aangeteekend tegen de vonnissen, waarbij 16 personen te 's-Heer-Arendskerke door den kanton rechter te Goes werden ontslagen van rechtsvervolging wegens het verrichten van veldarbeid op Hemelvaartsdag. Vrijdag Is naar het huis van bewaring te Middelburg gevankelijk overgebracht A. v. L., 74 jaar, zonder beroep, wonende te lerseke, beklaagd van het plegen van ontuchtige handelingen met een kind be neden de 16 jaren te Yerseke op 15 Juli 1.1. en tegen wien door de arrond.-rechlbank te Middelburg rechtsingang met Instructie en gevangenneming was verleend. Leerplidit-varia. Afgespeeld voor 't kantongerecht te 's-Oravenhage. Het gewone verhaal: de man kon er niet voor zorgen, dat zijn kinderen naar school gebracht worden, daar hij 's morgens vóór dag en dauw de woning verlaat om naar zijn werk te gaan. De kantonrechter: Maar dan moet je je vrouw er van doordringen, dat De beklaagdeM'n vrouw doordringen „Je ken eerder een kwaad paard kwijt, dan een kwaad wijf 111" Even later de kantonrechter: Dan moet je je jongens maar goed aanpakken! En het laatste woord van beklaagde: „Ik kan ze niet afmaken!" K ERKNIEUWS. Beroepen bij de Herv. Gem. te Steen bergen ds. J. C. Kars te Stolwijk (vroeger te Ouwerkerk in Duiveland). Op 15 Aug. a.s. zal het 40 jaar geleden zijn, dat ds. F. W. Stutterheim, sedert 28 Maart 1886 predikant bij de Herv. Gem. te Ginneken, de Evangelie bediening bij de Evang. Luth. Gem. te Stadskanaal aanvaardde. Z.Eerw. was ook eenige jaren predikant bij de Herv. Oem. te Oosterland (Duiveland). Dinteloord, 31 Juli. Ter voorziening In de vacature van Kerkvoogd bij de Ned. Herv. Kerk alhier, ontstaan door het over lijden van den heer P. J. van Sliedregt, Is door het College van notabelen als zoodanig benoemd de heer M. A. Geluk, lid van genoemd College. O N D E R W IJ S. Eind-examen der Hoogere Burgerscholen in Zeeland. Geslaagd 31 Juli. Van de R. H. B. S. te Middelburg: D. Jansen, J. J. Meier, J. C. J. van Schagen en C. Spruit. Van de R. H. B. S. te Goes: H. J. Danker, P. J. J. Dormaar, C. G. van der Heijde en P. C. de Jonge. Van de R. H. B. S. te Zierikzee: K. Visser en J. Swartbol. Extraneus: C. F. H. Giibel. Voor het eind-examen der H. B. S. in Noord-Brabant slaagden o. a. D. C. Hage en M. Chr. Ovink, resp. van Tholen en St.-Phillpsland, leerlingen der R. H. B. S. te Bergen-op-Zoom. Bij de op 30—31 Juli gehouden examens voor de hoofd-acte slaagden o. a. te Arnhem L. A. Koster, van Axelte Breda A. A. C. v. d. Berg, van Aardenburg. Oosterland. Benoemd tot onderwijzer aan de openbare lagere school alhier, de heer W. A. van Bezooljen te Oud-Vosmeer, thans tijdelijk als zoodanig alhier werkzaam. Post en Telegrafie. Briefkaarten. Behalve briefkaartfor mulieren met scheidingslijn op de adres zijde, zullen na 1 Augustus ook briefkaart formulieren zonder die scheidingslijnen worden verkrijgbaar gesteld, doch alléén Indien daarom wordt gevraagd. Visscher ij- Berichten. Oester- en mosselteelt bij Bruinisse. Aan het bestuur der visscherljen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen Is rapport uitgebracht over het onderzoek, op last van den minister van financiën ingesteld door deh voorzitter van dat bestuur, mr. A. J. F. Fokker, naar den toestand van oester- en mosselkweek- en bewaarplaatsen in Zeeland. Van dat rapport is nu in druk verschenen het Tweede Deel, Derde Stuk, waarin zijn behandeld de oevers van Schouwen en Duiveland, terwijl daarin ook een overzicht wordt gegeven van het bacteriologisch onderzoek en het eindrapport, waartoe dat onderzoek aanleiding gaf. De conclusie, waartoe mr. Fokker door zijn onderzoek is gebracht, wordt aan het eind van het werk meegedeeld. Wij ontleenen er het vol gende aan: Het is wenschelijk dat, wanneer zich te Brui nisse ooit mochten voordoen vele gevallen van Ingewandsziekte, typhus of dergelijke ziekten, onmiddellijk de certificaten voor de perceelen 55—60, 75—84 ambachtsheer en 10—11 staat, worden ingetrokken. Dit Is noodig In verband met de onmiddellijke nabijheid van de suatlesluis, die het rioolwater van Bruinisse door de Dee in de haven loost. Het heeft bij mij een punt van ernstige over weging uitgemaakt of een dergelijke bepaling, namelijk dat in genoemde gevallen alle certificaten worden Ingetrokken, ook niet zou moeten worden gemaakt ten opzichte van alle oesterputten, uit gezonderd Nos. 12 en 3. Certificaten van onbesmetbaarheid kunnen nooit een absolute zekerheid, dat de oesters of mossels onbesmet zijn, geven, maar zij kunnen en moeten geven een waarborg, dat naar menschelijke berekening de schelpdieren geen kans loopen besmet te zijn. Men moet dus rekening houden niet alleen met normale omstandigheden, maar ook met abnor male, of door een samenloop van ongunstige factoren een toestand geschapen kan worden, die gevaar van besmetting kan opleveren. Het gebeurde voor eenige jaren te Bergen-op- Zoom heeft bewezen, dat gedurende tal van jaren oesters uit putten, die aan besmetting blootstaan, ongestraft kunnen worden genuttigd, als er geen oorzaak van besmetting is, maar dat zoodra deze ontstaat, gelijk In het najaar van 1906 te Bergen- op-Zoom het geval was, de kwade gevolgen zich direct openbaren. De vraag was dus: kan een samenloop van bijzondere omstandigheden, als typhus of inge wandsziekte hecrschende te Bruinisse, hooge polderwaterstand, en gedurende eenige dagen een krachtige wind met veel golfverheffing, waarbij de putten van Bruinisse op het lager liggen, tengevolge hebben dat die putten zouden worden overstroomd door met besmet polderwater In sterken graad verontreinigd water? Mr. Fokker heeft dat laten nagaan en bevond, dat zelfs met een samenloop van ongunstige omstandigheden eene verontreiniging der putten z. i. niet mogelijk zou zijn. Eene absolute zeker heid daaromtrent is niet te geven, tenzij men juist op een tijdstip dat al deze ongunstige om standigheden zich voordeden, drijfproeven zoude kunnen nemen, welke gelegenheid zich wellicht in geen jaren voordoet. Voorzichtig zoude het zijn om ingeval zich ooit een epidemie van Ingewandsziekte of typhus te Bruinisse voordeed, de certificaten van alle puttten, behalve 1—3, tijdelijk in te trekken. Men kan beter een te groote voorzichtigheid betrachten, dan omgekeerd in goed vertrouwen de zaken op hun beloop laten. Het spreekt wel van zelf, dat deze bepaling en ook die betreffende de afgekeurde mosselver- waterplaatsen alleen geldt zoolang de suatlesluis het water der Dee in de haven afvoert. In het vorig jaar is door zeer vele belangheb benden te Bruinisse aan Uwe Excellentie en aan Uwen ambtgenoot van Waterstaat een adres ge presenteerd, orn een subsidie van f 40,000 te erlangen tot het verleggen der suatlesluis naar de oostzijde van den polder, waardoor het water der Dee en al 't polderwater zou worden afge voerd in het Mastgat en door het Keeten in de Ooster-Schelde zoude komen. De tegenwoordige suatiesluis zou dan geheel vervallen. De gemeente zou zorgen voor de noodige rioleering, om alle afvoer van huishoud- water en riolen met de nieuwe waterleiding in verband te brengen. De ontworpen suatiesluis ligt op een plaats waar geen verpachte perceelen zijn (er zijn inder tijd aldaar een paar perceelen onderhands aan gevraagd, doch als onbruikbaar werden die spoedig weder ingegeven), zoodat verontreiniging van andere perceelen door de nieuwe sluis is uitge sloten. Zoowel de gemeenteraad van Bruinisse als de vergadering van Ingelanden van het waterschap Bruinisse hebben adhaesie geschonken aan dit project, zoodat het te hopen is, dat de ontworpen sluis inderdaad ook binnen korten tijd in uitvoe ring zal komen. Mocht dit geschieden, dan is alle gevaar, dat, hoe ver verwijderd, nu bestaat of kan bestaan voor de oesterputten, opgeheven, en zullen zoo niet alle, dan toch de overgroote meerderheid der verwaterplaatsen weder in gebruik kunnen worden genomen. De thans ingevoerde en werkeljj.k.noodzakelijke maatregel, om het aantal afgekeurde verwater plaatsen te vergrooten, is voor de Bruinisser mosselvisschers zeer bezwaarlijk. Zij moeten dergelijke plaatsen voor hun bedrijf hebben, al de bruikbare grond is bezet en nu een groot deel, en wel juist het meest gemakkelijk gelegen, aan het gebruik onttrokken wordt, is dat voor hun bedrijf zeer belemmerend. Om al die redenen ware de nieuwe suatiesluis een zeer toe te juichen verbetering, waardoor de toestand der oesterputten en mossel ver water plaatsen te Bruinisse zoo goed en zuiver als mogelijk is, zal worden. De kaart der geprojecteerde sluis Is als bijlage aan het werk gevoegd. tariefs-herzieninq. Uit Den Haag schrijft men aan De Tijd naar aanleiding van een gerucht, dat minister Kolkman er aan zou denken om heen te gaan, omdat hij zich niet in staat zou achten, de voorgenomen tariefsver- hooging te verdedigen, dat de voorbe reidende werkzaamheden voor de tariefs herziening zijn afgeloopen en dat in het komende parlementaire jaar deze zaak zeker zal worden afgedaan. Bevolking van het Rijk. Op 1 Jan. 1909 was het bevolkingscijfer van geheel Nederland: 5 millioen 325 duizend 198, waarvan 2 millioen 933 duizend 268 vrouwen en 2 millioen 891 duizend 930 mannen, alzoo 31 duizend 338 vrouwen meer dan mannen. LUC HTVA ART. Maandagmorgen 4 uur werden de bewo ners van het gehucht Rots (Limburg) wak ker door een geweldig leven. Een ballon dreef met kracht zóó laag over den grond, dat hij in onzachte aan raking kwam met daken, schoorsteenen en boomen. Bij den landbouwer H. werd het dak erg gehavend, bij den buurman R. werden de boonstaken uit den grond ge rukt, terwijl een beetje verder de ruiten verbrijzeld werden. De meeste schade had de landbouwster N., waar het reuzengevaarte in woeste vaart den schoorsteen van het dak sloeg, welke laatste In zijn val een heele partij dakpannen meenemende en de ruiten ver brijzelde, terecht kwam op een ijzeren voer- ketel, die totaal verbrijzeld en in stukken geslagen werd. Vol schrik vluchtten de bewoners, slaap dronken, naar buiten, In de meening, dat Zeppelin hun dorpje was komen verwoesten. In opgewonden toestand over de aange richte schade, vervolgden zij den steeds laag drijvenden ballon een heel eind ver, totdat hij eindelijk uit hun gezicht ver dween. Een half uur verder in het gehucht Mamells, daalde de ballon, waarin twee heeren en een dame zaten, afkomstig uit Rouen (Frankrijk) en die den heelen nacht rondgezworven hadden, In een stuk koren neer van den heer Spierts, waar eveneens veel schade aangericht werd. Hier echter kwamen- de luchtreizigers niet zonder ver goeding vrij en moesten zij geducht in hun zak tasten.: ivoieuwi Na hun maag flink opgeknapt te hebben, werd de ballon op een wagen geladen en toog het trio met hun luchtschip op weg naar het station Wydré om van hieruit naar hun Helmath terug te keeren. HET WÉÉR. De weerkundigen getuigen en men behoeft geen weerkundige te zijn om het te weten dat het jaar 1909 tot dusverre een buitengewoon nat jaar is. De cijfers van den regenval zijn over 't algemeen aanmerkelijk boven het gemiddelde en die van Juni en Juli zijn buitengewoon hoog. Hoeveel schade daardoor is gedaan aan den graan-, klaver- en hooioogst in ver schillende landen, zal later blijken. En de ouderwetsche troost van „hierna beter" schijnt nog niet heel nabij te wezen. Althans de Engesche meteoroloog Hugh Clements voorspelt, dat er In Augustus af en toe een mooie dag zal komen, doch dat er geen vast mooi weer komt vóór September. Maar zal het dan eindelijk komen? .Gij zult den zomer uit den winter niet meer (kennen", Zoo heb ik wel gehoord van oude Hên. En als deez' profetie bewaarheid wordt, Dan zult ge het einde van de wereld zien: Mij dunkt, 't wordt tijd uw testament te maken, Gij, die geloof hecht aan orakeltaal; Want niemand zal het langer nog ontkennen: Zoo'n zomer als dit jaar, dat is fataal! Men kan den heelen tijd zijn wintergoedje dragen, In 't hartje van den zomer is 't nog koud. En wie nog van een schoonen zomeravond droomde Die heeft kasteelen in de lucht gebouwd. 't Is 's avonds beter om bij 't vuur te zitten Dan op de groene banken van 't plantsoen, En wil men op den dag een wandeling maken, Dan heeft men das en overjas van doen. En dat men bovenal geen parapluie vergete, Een flinke zakdoek ook in iederen zak, En zoo gewapend kan men 't weer trotseeren Alleen geschikt voor kikvorsch en voor slakl Maar alles heeft een lichte en zwarte zijde, Zegt, doodbedaard, de kalme filosoof. Het spijt me maar, dat ik het moet ondervinden, Liefst had ik het gelaten bij het geloof. Maar wat is dan toch wel die lichte zijde? Heeft menigeen al reeds gevraagd. Wel: dat gij niet behoeft te transplreeren, En door geen vlieg of mugje wordt geplaagd! Eenige cijfers betreffende de Engelsche «loot. Alles saam telt de Engelsche marine 185,400 man. Voor de instandhouding der vloot wordt jaarlijks 388 millioen gulden uitgegeven. Er staan op de scheepswerven op het oogenblik voor 100 millioen gulden oorlogsschepen in aanbouw. Om een schip van het „Dreadnought"- lype te bouwen, kunnen dagelijks 1500 man aan het werk worden gehouden. De totale kosten van zulk een schip bedragen 23 millioen gulden. Schepen van deze klasse voeren tien 30 c.M. snelvuurkanonnen met een draag wijdte van twintig kilometer (als van Leeuwarden tot voorbij Akkrum). Elk stuk geschut kost 120,000 gulden en elk schot ongeveer 1000 gulden. Hier zijn eenige salarissen, die in de Engelsche marine worden ontvangen: De Eerste Lord (minister) f 54,000, de Eerste Zeelord (opperbevelhebber) f 26,250, een admiraal f 22,000, een vice-admiraal f 17,000, schout-bij-nacht f 12,000, kapitein van f 5000 tot f 7000, luitenants-ter-zee van f 1100 tot f 3700, adelborsten f 384, bootslieden en eerste klas matrozen van f 275 tot f 400. Het machinepersoneel wordt zeer goed betaald, van f 1860 voor een machinist tot f 13,000 voor een machine-opperolficier. Wanneer een modern oorlogsschip onder vollen stoom vaart, moet elk uur voor f 170 aan steenkool worden verstookt. De „Dreadnought" kan, met volle vaart loopende, op een afstand van een kilo meter stoppen, en keeren In een kring van 800 meter. De bemanning van een modern groot oorlogsschip is 800 koppen sterk. Een torpedo, die een oorlogsschip van 24 millioen gulden kan doen zinken, kost ongeveer f 6000. De Barceloneesche correspondent van de N. Rt. Ct. heeft er een kijkje genomen en schrijft er het een en ander van. De arena zelf is 52 meter in middellijn, met zijplaatsen mee 85 meter, en zij kan 16.000 toeschouwers bevatten, plaatsen, die bijna altijd allen Ingenomen zijn. Het geheel is gebouwd in Moorschen stijl, met granieten banken en daarboven houten loges. Er is een restaurant, waar men ook a la carte zich iets klaar kan laten maken, een kapel, een ziekenzaal, een operatie kamer en een slachthuis, alles wat bij dit bloedig bedrijf behoort. Nadat de portier-gids mij de arena had laten zien, voerde hij mij naar de stallen, waar de stieren ai op de slachting te wachten lagen. In een vierkante ruimte open lucht, door een hoogen muur omgeven, hadden zij zich op een schaduwplekje geïnstalleerd, sommige lang gestrekt, andere weer de voorpooten onder de breede schoften ge vouwen zes in getal. De portier was zoo vriendelijk te vragen of ik er eens in wou. Ofschoon ik zijn uitnoodlglng hooge- lljk waardeerde, vond ik het beter, beleefd te bedanken. Ze doen geen kwaad, zei hij Ook kon dit mij niet verlokken. Wanneer ze dan wèl kwaad deden, vroeg ik onnoo- zel. Zoodra ze in de arena komen, uit het donkere hok, waarin ze 's morgens gelokt zijn, als de zon hen verblindt, als de kleuren van hun stal, op een lint gedrukt, met een weerhaak In den rug geprikt zijn, als het publiek gilt en de kleuren der torero's hen razend maken dan, dan zijn ze te vreezen! Verder voerde de gids mij naar de paarden. Een dertigtal oude afgeleefde beesten met magere lichamen, waarop nog zweepstriemen en kale litteekens uit hun wreed droef leven zichtbaar waren, stonden aan een ring gebonden voor een lange ruif, waarin hier en daar nog wat hooi. Hun galgenmaal. Enkele hadden nog gruwelijke wonden aan de beenen, waarover vliegen kropen om zich te goed te doen. Hoe dat kwam, vroeg ik. Van een vorige corrida, zei de gids mij, ze konden nog dienen. Bij 't a.s. gevecht zouden zij 't eerst ln de arena gebracht worden en dan wel zóó gekwetst raken, dat men ze afinaken moest. Ik vroeg of hij dat niet wreed vond, ze zoo lang te laten lijden. Hij lachte en zeiZe hebben dertig peseta's gekost!, keek mij daarbij aan of hij dacht: „Raar soort zijn die vreemdelingen toch, en dat voor een beest!" Ik zag eens naar het dorre zure hooi en vroeg of ze daar van leven moes ten, of zij den laatsten dag niet nog wat haver kregen. Welnee, ze moesten Immers toch afgemaakt worden! En daarbij weer die vreemd vragende blik op mij. Als paardenliefhebber en als mensch kon Ik die dertig lijdende schepselen niet meer aanzien. Dan voerde de gids mij naar de „Infir- meria", het ziekenhuis, waar gewonde stierenvechters en picadores verpleegd of verbonden of geopereerd worden. Er was een nieuwe ziekenzaal met zes bedden, een badkamer, waarin picadores, als de stier hen met paard en al opgeno men heeft om ze tegen de houten omhei ning te slaan, waarvan ze dan dikwijls bewusteloos worden weggedragen, gebaad worden, een kamer voor den priester, een groote glazen kast met de noodige instru menten, die mij op dit oogenblik gezellig venijnig aanblonken, en flinke gastoeslellen voor warm- en gedistilleerd water. Ge durende elk stierengevecht zijn daar vier doctoren aanwezig en een priester om de stervenden te bedienen. Achter de ziekenzaal is een kapel, ln het altaar, tusschen zes kaarsen, staat daar de schutsengel der stierenvechters, Maria del Carmen. Alvorens in de arena zich te begeven, komen de toreros bidden en hun schutsengel smeeken hen te be schermen. Gemengd Nieuws. De vorige week werd een gehuwde vrouw aan den Hoek van Holland plotse ling krankzinnig, zoodat zij naar 't gesticht „Bloemendaal" te Loosduinen moest ge bracht worden. De beneden haar wonende vrouw trok zich dit geval zóó aan, dat zij ook malende werd en ook naar een gesticht in Den Haag moest worden gebracht. De toestand van de sergeants der genie, die de vorige week by het ongeval in de legerplaats bij Zeist gewond werden, is thans bevredigend. Vooral de sergeant Bange, die zoo deerlijk werd gekwetst, moet het naar omstandigheden tameiyk goed maken. Men hoopt hem in het leven te behouden. Ingezonden Stukken. Manheer de Redacteur t Wil U s. v. p. zoo goed zijn onderstaande als opheldering te plaatsen op het ingezonden stuk van een winkelier te Bruinisse, waarvoor bij voorbaat mijnen dank. Die winkelier (hij had mijns inziens gerust zijn naam er onder kunnen zetten, want er steekt toch waarlijk niets achter) nu heeft een marktbriefje van 22 juli, hetwelk voor boterprijs opgaf 70 tot 77'/.. cent, en de prijs der eieren was van 90 tot 112'/c cent, en nu op 29 Juli was de boterprijs van 55 tot 65 cent, die der eieren van 75 tot 90 cent. Nu acht hij zulks geen gezonden toestand, omdat het dezelfde tijd van het jaar is, dus kan men volgens hem aannemen dat de aanvoer van boter en eieren door de boeren ongeveer dezelfde hoeveelheid bedraagt, daar heeft die winkelier volkomen gelijk in, de aanvoer der boeren loopt ln den regel niet veel uit elkander, dat mag met boter eens een 40 pond, en met eieren eens pl. m. 400 stuks bedragen; doch die winkelier heeft ééne zaak vergeten of niet geweten, en wel deze: de meeste weken komt er geregeld boter aan de markt van winkeliers, en wanneer er nu b.v. door de boeren 150 pond boter ter markt komt, en door de winkeliers pl. m. evenveel wordt aangevoerd, dan maakt dat samen een tamelijk grooten aanvoer, althans voor degene die hier op de markt komt koopen scheelt zulks veel, en zoo is het ook precies gesteld met de eieren, en nu de reden van het verschil van 22 en 29 Juli. Op 22 Juli werd er aangevoerd 117 pond boter, alleen van boeren (geen winkelboter) en 2370 eieren, waarvan 770 stuks door een winkelier, deze komt sedert een week of drie ter markt, en op 29 Juli aanvoer boter 274 pond, waarvan 159 pond door boeren, en 115 pond door winkeliers, zoodat met laatstgenoemden aanvoer het aantal boter veel vermeerderde en daarom die terugslag van prijs, evenzoo was het op 29 Juli gesteld met de eieren, de aanvoer van boeren was 2440 stuks, en van winkeliers 2390 stuks, dus samen: boter 274 pond en eieren 4830 stuks, een verschil bij de vorige week, van boter 157 pond en van eieren 2460 stuks. ik geloof dat die winkelier nu eenige inlichting heeft gekregen op zijn vraag: „Van waar dat groote verschil?" Tevens merk ik nog op (hij schrijft dat de prijzen verschillen dat is altijd en overal, maar zoo vaak als men dat te Zierikzee aantreft is niet algemeen), dat zulks zelden voorkomt. Het is in de ruim twee jaar, dat ik deze zaak naga, slechts acht keeren voorgekomen, en dan nog meest in den zomertijd als er een week Is van weinig aanvoer, en geen winkelboter aan wezig is. Met achting teeken ik mij, Mijnheer de Redacteur, Uw dw. dienaar, Zierikzee. J. J. v. d. BOUT. Weerüerloht, ontleend aan de opgave van het Koninklijk Nederl. Metereologisch Instituut te De Bilt bij Utrecht. Verwacht wordt tot den avond van Dinsdag den 3 Augustus a.s.: Zwakke tot matige noordelijke tot oostelijke wind. Afnemende bewolking. Weinig of geen regen. Iets warmer. TELEGRAMMEN. 's-Gravenhage, 2 Augustus. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 2