De zomer van 1909.
De slierenbevechlers-arena Ie Barcelona.
trui en dito gordel, sporthemd, flanel met
gekartelde streepjes, gestreepte galgen,
Jaeger onderbroek, blauw baai onderhemd,
nieuwe zwarte sokken.
Op het lijk werden geen bijzondere
kenteekenen gevonden.
Het lijk is naar het lijkenhuls op de
algemeene begraafplaats alhier vervoerd.
St.-Annaland, 2 Aug. 't Qebeurde de
vorige week in een huisje, staande aan het
eind van den Molendijk, waarvan het boven
deel als woonkamer dientterwijl het
onderste, spaarzaam verlichte deel als berg
en werkplaats gebruikt wordt en daar het
huls geen erf heeft, vindt men er ook den
welput.
Het was bij dien put, dat een meisje van
7 jaren, dat water scheppen wilde, het
evenwicht verloor en er in neerstortte,
terwijl ze zich daar alleen bevond en de
ouders boven waren. „Die plons is veel
te zwaar voor een aker", denkt de vader,
snelt in een oogwenk naar beneden, ziet
noch hoort zijn kind en vindt zijn ont
zettend vermoeden bewaarheid. Onmiddel
lijk Is zijn besluit genomen, hij zal er bij
springen. Doch voorzichtigheid dient be
tracht, zal het ongeluk niet nog grooter
worden: de put is veel te diep om er in
te kunnen staan. Maar gelukkig, de hals
Is laag en het water staat hoog; met de
handen den bovenkant van den hals vast
houdende, laat hij zijn beenen, als het
ware zijn vlschtulg, zoover mogelijk In 't
water hangen om het kind gelegenheid te
geven zich daaraan vast te klemmen.
Duizend angsten staat hij uit als hij aan
vankelijk niets bemerkt. Maar goddank!
daar voelt hij eenlg gekriewel en dit geeft
hem weer hoop. Hij roept de kleine, die
één zijner beenen gegrepen heeft toe, nu
goed vast te houden.
Kwam nu zijn vrouw maar om aan de
verdere redding mee te werken, maar zooals
't veeltijds gaat, die kon geen hand uitsteken.
Alleen staat hij voor 't geval. Ja, was dat
maar waar, dat hij er voorstond: hangen
doet hij en gevaarlijk ook. Inziende dat
dit zoo niet blijven kan, wil hij beproeven
zich pal te zetten, om zoo de handen vrij
te krijgen. En waarlijk dat lukt, waar de
man de kracht vandaan haalde, weet hij
zelf nietmaar spoedig heeft hij zijn dochter
nu op het droge.
,,'t Was zoo donker In den put, ik kon
er niets zien", zei ze.
Er Is al eens hoog opgegeven van een
redding, waarvan het de vraag was of ze
dien naam verdiende; dat deze daar niet
toe behoort, zal ieder duidelijk zijn.
Eere aan den man, die zooveel kordaat
heid toonde I
Middelburg, 2 Aug. Zaterdagavond laat
kwam een paard een kijkje op het kermis
terrein nemen. Het bleek, dat het dier uit
de weide was ontsnapt.
Zaterdag- en ook Zondagavond was
het druk op de kermis. Alle kermisver
makelijkheden waren ook Zondagavond
geopend en maakten goede zaken.
Het was dan ook in het Schuttershof,
waar het Middelburgsch Muziekkorps het
derde Zondagavond-concert gaf, wel merk
baar dat het kermis was. Het was niet
zoo druk als gewoonlijk het geval pleegt
te zijn.
Aanbestedingeo, Verkoopingen, enz.
Wissenkerke, 31 Juli. Heden werd in
het hotel van den heer H. J. Hubregtse
alhier, ten overstaan van notaris Johan
Hosang te Middelburg en ten verzoeke
van de erven van wijlen Maatje Wllderom,
publiek verkocht een huls met erf voor
1355 aan O. Gillesse.
RECHTSZAKEN.
Zierikzee, 2 Aug. Bij bevelschrift der
arrond.-rechtbank is verwezen naar de
terechtzitting, met bevel tot gevangenhou
ding van de beklaagde, de zaak tegen
P. C. van T., 26 jaar, dienstbode, wonende
te Tholen, thans gedetineerd in het huis
van bewaring, beklaagd van kinderdood
slag, gepleegd te Tholen in den nacht van
24 op 25 Juni 1909.
Aan de beklaagde is ambtshalve als
raadsman toegevoegd mr. A. J. F. Fokker.
Veld-arbeid op Hemelvaartsdag. De
ambtenaar van het O. M. bij het kanton
gerecht te Goes heeft cassatie aangeteekend
tegen de vonnissen, waarbij 16 personen
te 's-Heer-Arendskerke door den kanton
rechter te Goes werden ontslagen van
rechtsvervolging wegens het verrichten
van veldarbeid op Hemelvaartsdag.
Vrijdag Is naar het huis van bewaring
te Middelburg gevankelijk overgebracht
A. v. L., 74 jaar, zonder beroep, wonende
te lerseke, beklaagd van het plegen van
ontuchtige handelingen met een kind be
neden de 16 jaren te Yerseke op 15 Juli 1.1.
en tegen wien door de arrond.-rechlbank
te Middelburg rechtsingang met Instructie
en gevangenneming was verleend.
Leerplidit-varia. Afgespeeld voor
't kantongerecht te 's-Oravenhage.
Het gewone verhaal: de man kon er
niet voor zorgen, dat zijn kinderen naar
school gebracht worden, daar hij 's morgens
vóór dag en dauw de woning verlaat om
naar zijn werk te gaan.
De kantonrechter: Maar dan moet je je
vrouw er van doordringen, dat
De beklaagdeM'n vrouw doordringen
„Je ken eerder een kwaad paard kwijt,
dan een kwaad wijf 111"
Even later de kantonrechter: Dan moet
je je jongens maar goed aanpakken!
En het laatste woord van beklaagde:
„Ik kan ze niet afmaken!"
K ERKNIEUWS.
Beroepen bij de Herv. Gem. te Steen
bergen ds. J. C. Kars te Stolwijk (vroeger
te Ouwerkerk in Duiveland).
Op 15 Aug. a.s. zal het 40 jaar
geleden zijn, dat ds. F. W. Stutterheim,
sedert 28 Maart 1886 predikant bij de
Herv. Gem. te Ginneken, de Evangelie
bediening bij de Evang. Luth. Gem. te
Stadskanaal aanvaardde. Z.Eerw. was
ook eenige jaren predikant bij de Herv.
Oem. te Oosterland (Duiveland).
Dinteloord, 31 Juli. Ter voorziening In
de vacature van Kerkvoogd bij de Ned.
Herv. Kerk alhier, ontstaan door het over
lijden van den heer P. J. van Sliedregt,
Is door het College van notabelen als
zoodanig benoemd de heer M. A. Geluk,
lid van genoemd College.
O N D E R W IJ S.
Eind-examen
der Hoogere Burgerscholen in Zeeland.
Geslaagd 31 Juli.
Van de R. H. B. S. te Middelburg:
D. Jansen, J. J. Meier, J. C. J. van
Schagen en C. Spruit.
Van de R. H. B. S. te Goes:
H. J. Danker, P. J. J. Dormaar, C. G.
van der Heijde en P. C. de Jonge.
Van de R. H. B. S. te Zierikzee:
K. Visser en J. Swartbol.
Extraneus: C. F. H. Giibel.
Voor het eind-examen der H. B. S. in
Noord-Brabant slaagden o. a. D. C. Hage
en M. Chr. Ovink, resp. van Tholen en
St.-Phillpsland, leerlingen der R. H. B. S.
te Bergen-op-Zoom.
Bij de op 30—31 Juli gehouden
examens voor de hoofd-acte slaagden o. a.
te Arnhem L. A. Koster, van Axelte Breda
A. A. C. v. d. Berg, van Aardenburg.
Oosterland. Benoemd tot onderwijzer
aan de openbare lagere school alhier, de
heer W. A. van Bezooljen te Oud-Vosmeer,
thans tijdelijk als zoodanig alhier werkzaam.
Post en Telegrafie.
Briefkaarten. Behalve briefkaartfor
mulieren met scheidingslijn op de adres
zijde, zullen na 1 Augustus ook briefkaart
formulieren zonder die scheidingslijnen
worden verkrijgbaar gesteld, doch alléén
Indien daarom wordt gevraagd.
Visscher ij- Berichten.
Oester- en mosselteelt bij Bruinisse.
Aan het bestuur der visscherljen op de Schelde
en de Zeeuwsche stroomen Is rapport uitgebracht
over het onderzoek, op last van den minister van
financiën ingesteld door deh voorzitter van dat
bestuur, mr. A. J. F. Fokker, naar den toestand
van oester- en mosselkweek- en bewaarplaatsen
in Zeeland.
Van dat rapport is nu in druk verschenen het
Tweede Deel, Derde Stuk, waarin zijn behandeld
de oevers van Schouwen en Duiveland, terwijl
daarin ook een overzicht wordt gegeven van het
bacteriologisch onderzoek en het eindrapport,
waartoe dat onderzoek aanleiding gaf.
De conclusie, waartoe mr. Fokker door zijn
onderzoek is gebracht, wordt aan het eind van
het werk meegedeeld. Wij ontleenen er het vol
gende aan:
Het is wenschelijk dat, wanneer zich te Brui
nisse ooit mochten voordoen vele gevallen van
Ingewandsziekte, typhus of dergelijke ziekten,
onmiddellijk de certificaten voor de perceelen
55—60, 75—84 ambachtsheer en 10—11 staat,
worden ingetrokken.
Dit Is noodig In verband met de onmiddellijke
nabijheid van de suatlesluis, die het rioolwater
van Bruinisse door de Dee in de haven loost.
Het heeft bij mij een punt van ernstige over
weging uitgemaakt of een dergelijke bepaling,
namelijk dat in genoemde gevallen alle certificaten
worden Ingetrokken, ook niet zou moeten worden
gemaakt ten opzichte van alle oesterputten, uit
gezonderd Nos. 12 en 3. Certificaten van
onbesmetbaarheid kunnen nooit een absolute
zekerheid, dat de oesters of mossels onbesmet
zijn, geven, maar zij kunnen en moeten geven
een waarborg, dat naar menschelijke berekening
de schelpdieren geen kans loopen besmet te zijn.
Men moet dus rekening houden niet alleen met
normale omstandigheden, maar ook met abnor
male, of door een samenloop van ongunstige
factoren een toestand geschapen kan worden,
die gevaar van besmetting kan opleveren.
Het gebeurde voor eenige jaren te Bergen-op-
Zoom heeft bewezen, dat gedurende tal van jaren
oesters uit putten, die aan besmetting blootstaan,
ongestraft kunnen worden genuttigd, als er geen
oorzaak van besmetting is, maar dat zoodra deze
ontstaat, gelijk In het najaar van 1906 te Bergen-
op-Zoom het geval was, de kwade gevolgen zich
direct openbaren.
De vraag was dus: kan een samenloop van
bijzondere omstandigheden, als typhus of inge
wandsziekte hecrschende te Bruinisse, hooge
polderwaterstand, en gedurende eenige dagen
een krachtige wind met veel golfverheffing,
waarbij de putten van Bruinisse op het lager
liggen, tengevolge hebben dat die putten zouden
worden overstroomd door met besmet polderwater
In sterken graad verontreinigd water?
Mr. Fokker heeft dat laten nagaan en bevond,
dat zelfs met een samenloop van ongunstige
omstandigheden eene verontreiniging der putten
z. i. niet mogelijk zou zijn. Eene absolute zeker
heid daaromtrent is niet te geven, tenzij men
juist op een tijdstip dat al deze ongunstige om
standigheden zich voordeden, drijfproeven zoude
kunnen nemen, welke gelegenheid zich wellicht
in geen jaren voordoet.
Voorzichtig zoude het zijn om ingeval zich
ooit een epidemie van Ingewandsziekte of typhus te
Bruinisse voordeed, de certificaten van alle puttten,
behalve 1—3, tijdelijk in te trekken. Men kan
beter een te groote voorzichtigheid betrachten,
dan omgekeerd in goed vertrouwen de zaken op
hun beloop laten.
Het spreekt wel van zelf, dat deze bepaling
en ook die betreffende de afgekeurde mosselver-
waterplaatsen alleen geldt zoolang de suatlesluis
het water der Dee in de haven afvoert.
In het vorig jaar is door zeer vele belangheb
benden te Bruinisse aan Uwe Excellentie en aan
Uwen ambtgenoot van Waterstaat een adres ge
presenteerd, orn een subsidie van f 40,000 te
erlangen tot het verleggen der suatlesluis naar
de oostzijde van den polder, waardoor het water
der Dee en al 't polderwater zou worden afge
voerd in het Mastgat en door het Keeten in de
Ooster-Schelde zoude komen.
De tegenwoordige suatiesluis zou dan geheel
vervallen. De gemeente zou zorgen voor de
noodige rioleering, om alle afvoer van huishoud-
water en riolen met de nieuwe waterleiding in
verband te brengen.
De ontworpen suatiesluis ligt op een plaats
waar geen verpachte perceelen zijn (er zijn inder
tijd aldaar een paar perceelen onderhands aan
gevraagd, doch als onbruikbaar werden die spoedig
weder ingegeven), zoodat verontreiniging van
andere perceelen door de nieuwe sluis is uitge
sloten.
Zoowel de gemeenteraad van Bruinisse als de
vergadering van Ingelanden van het waterschap
Bruinisse hebben adhaesie geschonken aan dit
project, zoodat het te hopen is, dat de ontworpen
sluis inderdaad ook binnen korten tijd in uitvoe
ring zal komen.
Mocht dit geschieden, dan is alle gevaar, dat,
hoe ver verwijderd, nu bestaat of kan bestaan
voor de oesterputten, opgeheven, en zullen zoo
niet alle, dan toch de overgroote meerderheid
der verwaterplaatsen weder in gebruik kunnen
worden genomen.
De thans ingevoerde en werkeljj.k.noodzakelijke
maatregel, om het aantal afgekeurde verwater
plaatsen te vergrooten, is voor de Bruinisser
mosselvisschers zeer bezwaarlijk. Zij moeten
dergelijke plaatsen voor hun bedrijf hebben, al
de bruikbare grond is bezet en nu een groot
deel, en wel juist het meest gemakkelijk gelegen,
aan het gebruik onttrokken wordt, is dat voor
hun bedrijf zeer belemmerend.
Om al die redenen ware de nieuwe suatiesluis
een zeer toe te juichen verbetering, waardoor de
toestand der oesterputten en mossel ver water
plaatsen te Bruinisse zoo goed en zuiver als
mogelijk is, zal worden.
De kaart der geprojecteerde sluis Is als bijlage
aan het werk gevoegd.
tariefs-herzieninq.
Uit Den Haag schrijft men aan De Tijd
naar aanleiding van een gerucht, dat
minister Kolkman er aan zou denken om
heen te gaan, omdat hij zich niet in staat
zou achten, de voorgenomen tariefsver-
hooging te verdedigen, dat de voorbe
reidende werkzaamheden voor de tariefs
herziening zijn afgeloopen en dat in het
komende parlementaire jaar deze zaak
zeker zal worden afgedaan.
Bevolking van het Rijk.
Op 1 Jan. 1909 was het bevolkingscijfer
van geheel Nederland: 5 millioen 325
duizend 198, waarvan 2 millioen 933
duizend 268 vrouwen en 2 millioen 891
duizend 930 mannen, alzoo 31 duizend
338 vrouwen meer dan mannen.
LUC HTVA ART.
Maandagmorgen 4 uur werden de bewo
ners van het gehucht Rots (Limburg) wak
ker door een geweldig leven.
Een ballon dreef met kracht zóó laag
over den grond, dat hij in onzachte aan
raking kwam met daken, schoorsteenen en
boomen. Bij den landbouwer H. werd het
dak erg gehavend, bij den buurman R.
werden de boonstaken uit den grond ge
rukt, terwijl een beetje verder de ruiten
verbrijzeld werden.
De meeste schade had de landbouwster
N., waar het reuzengevaarte in woeste
vaart den schoorsteen van het dak sloeg,
welke laatste In zijn val een heele partij
dakpannen meenemende en de ruiten ver
brijzelde, terecht kwam op een ijzeren voer-
ketel, die totaal verbrijzeld en in stukken
geslagen werd.
Vol schrik vluchtten de bewoners, slaap
dronken, naar buiten, In de meening, dat
Zeppelin hun dorpje was komen verwoesten.
In opgewonden toestand over de aange
richte schade, vervolgden zij den steeds
laag drijvenden ballon een heel eind ver,
totdat hij eindelijk uit hun gezicht ver
dween. Een half uur verder in het gehucht
Mamells, daalde de ballon, waarin twee
heeren en een dame zaten, afkomstig uit
Rouen (Frankrijk) en die den heelen nacht
rondgezworven hadden, In een stuk koren
neer van den heer Spierts, waar eveneens
veel schade aangericht werd. Hier echter
kwamen- de luchtreizigers niet zonder ver
goeding vrij en moesten zij geducht in
hun zak tasten.: ivoieuwi
Na hun maag flink opgeknapt te hebben,
werd de ballon op een wagen geladen en
toog het trio met hun luchtschip op weg
naar het station Wydré om van hieruit
naar hun Helmath terug te keeren.
HET WÉÉR.
De weerkundigen getuigen en men
behoeft geen weerkundige te zijn om het
te weten dat het jaar 1909 tot dusverre
een buitengewoon nat jaar is. De cijfers
van den regenval zijn over 't algemeen
aanmerkelijk boven het gemiddelde en
die van Juni en Juli zijn buitengewoon hoog.
Hoeveel schade daardoor is gedaan aan
den graan-, klaver- en hooioogst in ver
schillende landen, zal later blijken.
En de ouderwetsche troost van „hierna
beter" schijnt nog niet heel nabij te wezen.
Althans de Engesche meteoroloog Hugh
Clements voorspelt, dat er In Augustus af
en toe een mooie dag zal komen, doch
dat er geen vast mooi weer komt vóór
September. Maar zal het dan eindelijk
komen?
.Gij zult den zomer uit den winter niet meer
(kennen",
Zoo heb ik wel gehoord van oude Hên.
En als deez' profetie bewaarheid wordt,
Dan zult ge het einde van de wereld zien:
Mij dunkt, 't wordt tijd uw testament te maken,
Gij, die geloof hecht aan orakeltaal;
Want niemand zal het langer nog ontkennen:
Zoo'n zomer als dit jaar, dat is fataal!
Men kan den heelen tijd zijn wintergoedje dragen,
In 't hartje van den zomer is 't nog koud.
En wie nog van een schoonen zomeravond droomde
Die heeft kasteelen in de lucht gebouwd.
't Is 's avonds beter om bij 't vuur te zitten
Dan op de groene banken van 't plantsoen,
En wil men op den dag een wandeling maken,
Dan heeft men das en overjas van doen.
En dat men bovenal geen parapluie vergete,
Een flinke zakdoek ook in iederen zak,
En zoo gewapend kan men 't weer trotseeren
Alleen geschikt voor kikvorsch en voor slakl
Maar alles heeft een lichte en zwarte zijde,
Zegt, doodbedaard, de kalme filosoof.
Het spijt me maar, dat ik het moet ondervinden,
Liefst had ik het gelaten bij het geloof.
Maar wat is dan toch wel die lichte zijde?
Heeft menigeen al reeds gevraagd.
Wel: dat gij niet behoeft te transplreeren,
En door geen vlieg of mugje wordt geplaagd!
Eenige cijfers betreffende de
Engelsche «loot.
Alles saam telt de Engelsche marine
185,400 man. Voor de instandhouding der
vloot wordt jaarlijks 388 millioen gulden
uitgegeven. Er staan op de scheepswerven
op het oogenblik voor 100 millioen gulden
oorlogsschepen in aanbouw.
Om een schip van het „Dreadnought"-
lype te bouwen, kunnen dagelijks 1500
man aan het werk worden gehouden. De
totale kosten van zulk een schip bedragen
23 millioen gulden.
Schepen van deze klasse voeren tien
30 c.M. snelvuurkanonnen met een draag
wijdte van twintig kilometer (als van
Leeuwarden tot voorbij Akkrum). Elk stuk
geschut kost 120,000 gulden en elk schot
ongeveer 1000 gulden.
Hier zijn eenige salarissen, die in de
Engelsche marine worden ontvangen: De
Eerste Lord (minister) f 54,000, de Eerste
Zeelord (opperbevelhebber) f 26,250, een
admiraal f 22,000, een vice-admiraal
f 17,000, schout-bij-nacht f 12,000, kapitein
van f 5000 tot f 7000, luitenants-ter-zee
van f 1100 tot f 3700, adelborsten f 384,
bootslieden en eerste klas matrozen van
f 275 tot f 400. Het machinepersoneel
wordt zeer goed betaald, van f 1860 voor
een machinist tot f 13,000 voor een
machine-opperolficier.
Wanneer een modern oorlogsschip onder
vollen stoom vaart, moet elk uur voor
f 170 aan steenkool worden verstookt.
De „Dreadnought" kan, met volle vaart
loopende, op een afstand van een kilo
meter stoppen, en keeren In een kring
van 800 meter.
De bemanning van een modern groot
oorlogsschip is 800 koppen sterk.
Een torpedo, die een oorlogsschip van
24 millioen gulden kan doen zinken, kost
ongeveer f 6000.
De Barceloneesche correspondent van
de N. Rt. Ct. heeft er een kijkje genomen
en schrijft er het een en ander van.
De arena zelf is 52 meter in middellijn,
met zijplaatsen mee 85 meter, en zij kan
16.000 toeschouwers bevatten, plaatsen,
die bijna altijd allen Ingenomen zijn. Het
geheel is gebouwd in Moorschen stijl,
met granieten banken en daarboven houten
loges. Er is een restaurant, waar men ook
a la carte zich iets klaar kan laten maken,
een kapel, een ziekenzaal, een operatie
kamer en een slachthuis, alles wat bij dit
bloedig bedrijf behoort.
Nadat de portier-gids mij de arena had
laten zien, voerde hij mij naar de stallen,
waar de stieren ai op de slachting te
wachten lagen.
In een vierkante ruimte open lucht, door
een hoogen muur omgeven, hadden zij
zich op een schaduwplekje geïnstalleerd,
sommige lang gestrekt, andere weer de
voorpooten onder de breede schoften ge
vouwen zes in getal. De portier was
zoo vriendelijk te vragen of ik er eens in
wou. Ofschoon ik zijn uitnoodlglng hooge-
lljk waardeerde, vond ik het beter, beleefd
te bedanken. Ze doen geen kwaad, zei hij
Ook kon dit mij niet verlokken. Wanneer
ze dan wèl kwaad deden, vroeg ik onnoo-
zel. Zoodra ze in de arena komen, uit het
donkere hok, waarin ze 's morgens gelokt
zijn, als de zon hen verblindt, als de
kleuren van hun stal, op een lint gedrukt,
met een weerhaak In den rug geprikt zijn,
als het publiek gilt en de kleuren der
torero's hen razend maken dan, dan
zijn ze te vreezen!
Verder voerde de gids mij naar de
paarden. Een dertigtal oude afgeleefde
beesten met magere lichamen, waarop nog
zweepstriemen en kale litteekens uit hun
wreed droef leven zichtbaar waren, stonden
aan een ring gebonden voor een lange
ruif, waarin hier en daar nog wat hooi.
Hun galgenmaal.
Enkele hadden nog gruwelijke wonden
aan de beenen, waarover vliegen kropen
om zich te goed te doen. Hoe dat kwam,
vroeg ik.
Van een vorige corrida, zei de gids mij,
ze konden nog dienen. Bij 't a.s. gevecht
zouden zij 't eerst ln de arena gebracht
worden en dan wel zóó gekwetst raken,
dat men ze afinaken moest. Ik vroeg of
hij dat niet wreed vond, ze zoo lang te
laten lijden. Hij lachte en zeiZe hebben
dertig peseta's gekost!, keek mij daarbij
aan of hij dacht: „Raar soort zijn die
vreemdelingen toch, en dat voor een
beest!" Ik zag eens naar het dorre zure
hooi en vroeg of ze daar van leven moes
ten, of zij den laatsten dag niet nog wat
haver kregen. Welnee, ze moesten Immers
toch afgemaakt worden! En daarbij weer
die vreemd vragende blik op mij. Als
paardenliefhebber en als mensch kon Ik
die dertig lijdende schepselen niet meer
aanzien.
Dan voerde de gids mij naar de „Infir-
meria", het ziekenhuis, waar gewonde
stierenvechters en picadores verpleegd of
verbonden of geopereerd worden.
Er was een nieuwe ziekenzaal met zes
bedden, een badkamer, waarin picadores,
als de stier hen met paard en al opgeno
men heeft om ze tegen de houten omhei
ning te slaan, waarvan ze dan dikwijls
bewusteloos worden weggedragen, gebaad
worden, een kamer voor den priester, een
groote glazen kast met de noodige instru
menten, die mij op dit oogenblik gezellig
venijnig aanblonken, en flinke gastoeslellen
voor warm- en gedistilleerd water. Ge
durende elk stierengevecht zijn daar vier
doctoren aanwezig en een priester om de
stervenden te bedienen.
Achter de ziekenzaal is een kapel, ln
het altaar, tusschen zes kaarsen, staat
daar de schutsengel der stierenvechters,
Maria del Carmen. Alvorens in de arena
zich te begeven, komen de toreros bidden
en hun schutsengel smeeken hen te be
schermen.
Gemengd Nieuws.
De vorige week werd een gehuwde
vrouw aan den Hoek van Holland plotse
ling krankzinnig, zoodat zij naar 't gesticht
„Bloemendaal" te Loosduinen moest ge
bracht worden. De beneden haar wonende
vrouw trok zich dit geval zóó aan, dat
zij ook malende werd en ook naar een
gesticht in Den Haag moest worden
gebracht.
De toestand van de sergeants der
genie, die de vorige week by het ongeval
in de legerplaats bij Zeist gewond werden,
is thans bevredigend. Vooral de sergeant
Bange, die zoo deerlijk werd gekwetst,
moet het naar omstandigheden tameiyk
goed maken. Men hoopt hem in het leven
te behouden.
Ingezonden Stukken.
Manheer de Redacteur t
Wil U s. v. p. zoo goed zijn onderstaande als
opheldering te plaatsen op het ingezonden stuk
van een winkelier te Bruinisse, waarvoor bij
voorbaat mijnen dank.
Die winkelier (hij had mijns inziens gerust zijn
naam er onder kunnen zetten, want er steekt toch
waarlijk niets achter) nu heeft een marktbriefje
van 22 juli, hetwelk voor boterprijs opgaf 70 tot
77'/.. cent, en de prijs der eieren was van 90 tot
112'/c cent, en nu op 29 Juli was de boterprijs
van 55 tot 65 cent, die der eieren van 75 tot
90 cent.
Nu acht hij zulks geen gezonden toestand,
omdat het dezelfde tijd van het jaar is, dus kan
men volgens hem aannemen dat de aanvoer van
boter en eieren door de boeren ongeveer dezelfde
hoeveelheid bedraagt, daar heeft die winkelier
volkomen gelijk in, de aanvoer der boeren loopt
ln den regel niet veel uit elkander, dat mag met
boter eens een 40 pond, en met eieren eens
pl. m. 400 stuks bedragen; doch die winkelier
heeft ééne zaak vergeten of niet geweten, en wel
deze: de meeste weken komt er geregeld boter
aan de markt van winkeliers, en wanneer er nu
b.v. door de boeren 150 pond boter ter markt
komt, en door de winkeliers pl. m. evenveel
wordt aangevoerd, dan maakt dat samen een
tamelijk grooten aanvoer, althans voor degene
die hier op de markt komt koopen scheelt zulks
veel, en zoo is het ook precies gesteld met de
eieren, en nu de reden van het verschil van 22
en 29 Juli.
Op 22 Juli werd er aangevoerd 117 pond boter,
alleen van boeren (geen winkelboter) en 2370
eieren, waarvan 770 stuks door een winkelier,
deze komt sedert een week of drie ter markt, en
op 29 Juli aanvoer boter 274 pond, waarvan 159
pond door boeren, en 115 pond door winkeliers,
zoodat met laatstgenoemden aanvoer het aantal
boter veel vermeerderde en daarom die terugslag
van prijs, evenzoo was het op 29 Juli gesteld
met de eieren, de aanvoer van boeren was 2440
stuks, en van winkeliers 2390 stuks, dus samen:
boter 274 pond en eieren 4830 stuks, een verschil
bij de vorige week, van boter 157 pond en van
eieren 2460 stuks.
ik geloof dat die winkelier nu eenige inlichting
heeft gekregen op zijn vraag: „Van waar dat
groote verschil?"
Tevens merk ik nog op (hij schrijft dat de
prijzen verschillen dat is altijd en overal, maar
zoo vaak als men dat te Zierikzee aantreft is niet
algemeen), dat zulks zelden voorkomt.
Het is in de ruim twee jaar, dat ik deze zaak
naga, slechts acht keeren voorgekomen, en dan
nog meest in den zomertijd als er een week Is
van weinig aanvoer, en geen winkelboter aan
wezig is.
Met achting teeken ik mij, Mijnheer de Redacteur,
Uw dw. dienaar,
Zierikzee. J. J. v. d. BOUT.
Weerüerloht,
ontleend aan de opgave van het
Koninklijk Nederl. Metereologisch Instituut
te De Bilt bij Utrecht.
Verwacht wordt tot den avond van
Dinsdag den 3 Augustus a.s.: Zwakke tot
matige noordelijke tot oostelijke wind.
Afnemende bewolking. Weinig of geen
regen. Iets warmer.
TELEGRAMMEN.
's-Gravenhage, 2 Augustus.
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld,